!r De werkloosheid onder de jeugd. uïi vaïïïs Dagblad voor de Provincie Zeeland Minister Romme kondigt ingrijpende maatregelen aan. Buitenland. EERSTE BLAD. Belangrijkste Nieuws. s ft B ft I ft MAANDAG 31 OCT. 1938 53e JAARGANG - No. 26 Verbod van ondernemingsarbeid (buiten den landbouw) voor jongens beneden de 15 jaar, voor meisjes tot 16 jaar. Regeeringshulp voor scholingsplannen. ft p o ft 1 ft w O p s-psrgggg'srS* .■a s ~C O .ss-se® r-° ?S2B 3 22» «Ba N 5. CL 03 0 ffB.35 B id b 0 e:5 p ft. S a. ft P »B 1B <S &Co 12, S-® ^S* - P CD t-r1 rv o - o- *-►0 f*r g g-g'( H CD O c CTQ CD •ill' t? Oq w CD 2 B S f VJ L M s.13 I-+» PJ CD 3 ts S st oq fcj- CD W! p: p 0q i p q- hi ?s e-sg 0q P- g-p CD gB s£ <g 3 aci 2 CD P k-J h «3 er b cp B. c o B B-S, s H "v V «3 S s. ft p w ="p C? B g" ft 2 orq ÊSSF p-93 td O CD p |p^£| CP* R CD ffi l-H E. p iii-s .1 ■i C-WM p fc- O |g jj" w i-gsps-SSJ** I li &p w 5 o B p N *4, P W c: P- 2 p P 3 g- >-i CD N O O P M S2 ft. g 111S s. p g.(w 2 5 pgB fit gP'K- s 5 2 a M1 3 B S p ft. p a? Of 2 «.a CD h-CJ: 8 N p* H o B£.r P w ft P P P' ■Pgy u a S B g.g-^ M B t® P CD c* CD O b •«S p CD p :E E5.S OQ W O p p- p CD CD ftg 5-1 M 04 CD CD M >-s r" D- CD CD - p P-O p CD »rJ a ft. as: p to >o Q* P S" 2. 8 og"' O c-»- P- to 05 p- o trcrq O p p CL P" - rt> c P. P C-. p p g3 - p OQ g g-g ÏB P B ro 2 B ^J3 O $2 p g n CD z ft B" W |-J N 5 Qj r» ffl g, 2 Q r- U? M P o IP* p l&i.§ O p - 3. O- tr _T »"3 O Pt cw O c- O p O P"ft -i to O 2 S" B B g^B. P P p p CFQ £-• H <r+- O J* g« i g-S I I p ft. j_ - CD O m crq tt Crq 2 •g-^S pjfr f+ pt p »-J tr" 2 B R"0 •g s .|&2 B Er H- P :?.a b 3 1 CD 0q ft ft W p a g| p T 3 B B ft. 3 C3 CD B - - ft p.3 g 2.g 3 <W cn P* P- p 2* 2 «P: «P: P Pu S3 H-" P N g"ff& P c* g a I-I. 2 P. ftg 3 cro e. g- p p*1 sp O tP O g"!® c B*™, ft. ft 00 ft B' 2 _p 3 g o s P M l-H ft- "'g ft s* 3 p. 3 Uitgave: N. V. Uitgevers - Maatschappij Luctor et Emergo" ter exploitatie van het blad „De Zeeuw" Bureaux Lange Vorststraat 7 0, Qoes Postrekening 44455 Telefoon 11 Bijkantoor Middelburg: Fa. Boekhandel J, J, F A N O Y, Lange Burg 40. Telefoon 28 Directeur - HoofdredacteurR. ZUIDEMA Abonnementsprijs f 2.50 per kwartaal Weekabonnementen voor Middelburg Goes en Vlissingen f 0.20 Losse nummers 5 cont Advertentlën 30 cent per regel Ingezonden mededeelingen 60 cent per regel Kleine Advertentlën Dinsdags en Vrijdags f0.75 bij vooruitbetaling Advertentlën onder letter of motto 10 cent extra Bij contract belangrijke korting In de vergadering van de rijkscom missie van advies inzake het vraagstuk van de werkloosheid onder de jeugd, wel ke Zaterdag is gehouden, heeft de voor zitter, mr U. P. M. Romme, minister van Sociale Zaken, een inleiding gehouden, waarin hij de voornemens der regeering ten opzichte van de werklooze jeugd ken baar maakte. Aan de rede van den Minister ontlee- nen wij: Is de bestrijding van de werkloosheid, waar men haar aantreft, in het algmeen plicht, de bestrijding van de werkloos heid onder de jugd is plicht in geheel bijzonder opzicht. Zij is plicht in bijzon der opzicht tegenover den jeugdigen werklooze, maar ook tegenover het gemeenebest: want de jeugd, heden de hoop des vaderlands, is morgen de dra ger ervan. Maar de plicht van bestrijding der jeugdwerkloosheid is nog in ander op zicht bijzonder. Want geldt ook weer voor de werkloosheids-bestrij'ding in het alge meen, dat de mate van haar welslagen samenhangt met de mate waarin de maatschappelijke krachten eraan mee werken voor de bestrijding van de werkloosheid onder de jeugd is dit zóó waar, dat men kan zeggen, dat haar wel slagen van de medewerking der maat schappelijke krachten afhankelijk is. Aan dezen arbeid nu kan de overheid leiding geven, door wetgevende maatre gelen kan zij ordenend erin optreden, zij1 kan stimuleerend en activeerend, ook bij het verleenen van geldelijken steun, werkzaam erbij zijn, maar de arbeid zelf van zedelijke, geestelijke en lichame lijke geschiktmaking kan de overheid óf niet óf slechts gebrekkig verrichten. Dio arbeid, waarmede jeugdwerkloos- heidsbestrijding, welke dieper gaat dan de uiterlijke vorm ervan, staat of valt, behoort tot het terrein der maatschap pelijke krachten, van wier medewerking het welslagen der bestrijding daarvan afhankelijk is. Daarom moge ik thans ertoe overgaan, u mededeeling te doen van datgene waar toe de regeering, ter vervulling van haar evenbedoelde taak, ter zake heeft beslo ten en waarmede zij voornemens is zich te wenden tot de beide Kamers der Sta- ten-Generaal, nadat zij van uw deskun digheid zal hebben geprofiteerd en zal hebben overwogen de wenken, welke gij zult meenen, haar in het belang van de grootst mogelijke effectiviteit van haar besluiten te moeten geven. Wanneer men de gegevens, welke door de jeugdregistratie verkregen zijn, als al gemeen geldend beschouwt en derhalve de cijfers der jeugdregistratie omrekent voor het geheele land, dan valt het o.m. op, welk een belangrijk deel der jeugd vóór de meerderjarigheid reeds korter of langer tijd werkloosheid heeft onder gaan; terwijl het percentage werklooze 14- tot 21-jarige jongens, op het totale aantal niet-schoolgaande jongens, in- elk der jaarklassen per 31 Dec. 1937 vari eerde van ,14 tot 30 pet. en per 30 Juni 1938 van 11 tot 21 pet., bijkt, dat van alle jongens dier jaarklassen tezamen genomen reeds de helft werkloosheid heeft gekend. Welken invloed dit gebrek aan regelmatig voortgaanden arbeid zoo wel op degenen, die het treft, als op hen die bij voortduring ermee worden be dreigd, moet hebben, laat zich verstaan. Het eerst-noodige schijnt der regeerinQ daarom toe te bevorderen, dat grootere zekerheid voor hen, die eenmaal in het bedrijfsleven zijn opgenomen, wordt ver kregen tegen uitstooting op grond van buiten hen liggende oorzaken, waarmede 'n het algemeen belang bereikt wordt, dat velen, voor wie die mogelijkheid thans niet bestaat, weer geregeld zullen leeren werken, dat bij hen weer aange kweekt zal kunnen worden het gevoel, dat arbeid een zegen is. De regeering is voornemens, daartoe twee maatregelen van wetgevenden aard voor te leggen aan de Staten-Generaal, één van tijdelijken, één van meer blijvend karakter. Zoolang het aanbod van jeug- difiie werkkrachten de vraag belangrijk blijft overtreffen, wil de regeering zich door den wetgever gemachtigd zien, bij een uiteraard voor beperkten tijdsduur geldende crisiswet, om, indien zulks naar het oordeel der Kroon kan bijdragen tot een betere verdeeling van beschikbare werkgelegenheid, aan jongens beneden de 15 jaar ondernemingsarbeid (buiten den landbouw, waarvoor een afzonder lijke regeling in overweging is) te kun nen verbieden. Daarnaast denkt de regeering zich een wijziging der Arbeids wet, waardoor, behoudens eventueel noodzakelijke uitzonderingen in verband met dringende eischen van het bedrijfs leven, 14- en 15-jarige meisjes uit onder nemingsarbeid (buiten den landbouw) zullen worden geweerd. Dat de laatste maatregel, betreffende de meisjes, zich uitstrekt tot aan de 16- jarigen en daarenboven als een meer blij vende is gedacht, hangt samen met de opvatting der regeering, dat deze maat regel niet slechts deugdelijk is ter bevor dering van een betere verdeeling der be schikbare werkgelegenheid, doch in be- teekenis daar bovenuit gaat, in zooverre hij het nog kind zijnde meisje de nood zakelijke bescherming verleent tegen het voor haar veelal zoo gevaarlijk verblijf in het ondernemingsmilieu, en daaren boven haar richt op den arbeid in en voor het gezin, waar vooral haar toe komstige taak ligt. De regeering ver wacht van deze maatregelen een zooda nige verschuiving in de verhouding vein vraag naar en aanbod van jeugdigen, dat in meer dan één jaarklasse van hen, voor wie ondernemingsarbeid toe gelaten blijft, de werkloosheid zal ver dwijnen. Intusschen Is hiermede het vraagstuk niet opgelost, zelfs kan men zeggen, een nieuw facet daaraan toegevoegd, Inzoo- verre n.l. voor het bedrijfsleven een tendenz van kostprijsverzwaring uit het genoemde voortvloeit. Aan deze moeilijk heid wil de regeering tegemoet komen en tot verdere oplossing wil zij geraken In samenwerking met het bedrijfsleven waarbij de regeering dan meer in het bijzonder op het oog heeft de 14-jarige jongens samenwerking waartoe zij het bedrijfsleven uitnoodigt. De regeering is harerzijds in die samenwerking bereid te bevorderen, dat, zoolang zij van haar vorenbedoelde machtiging gebruik maakt, van rijkswege de gelden beschik baar worden gesteld, welke noodig zijn ter financiering van wat ik moge noe men, in de breede beteekenis van het woord, de scholingsplannen, welke het bedrijfsleven in zijn verschillende scha keeringen, met behulp van deskundigen, naar voren zal willen brengen, om de 14-jarigen beter geschikt te maken voor hun toekomstige bedrijfstaak en hen dus als 15-jarigen van meer waarde te doen zijn in het bedrijfsleven dan zij zonder die opleiding zouden wezen. Ik denk hier aan de mogelijkheid van nijverheidsonderwijs, dat op te zetten ware op den voet van onze centrale werkplaatsen, aan een even- tueele combinatie van zulk nijverheids onderwijs en algemeen ontwikkelend on derricht, aan invoering ook van het twee-op-een-stelsel waarbij dispensa tie mogelijk zou zijn van het arbeidsver- bod voor 14-jarigen met aanvullend onderwijs enz. Het spreekt vanzelf, dat bij deze bereid verklaring de regeering ervan uitgaat, dat hetgeen het bedrijfsleven, deskundig voor gelicht, naar voren brengen zal, zal wor den gekenmerkt door nuttigheid evenzeer als door soberheid, in één woord degelijk zal zijn. Voor wat betreft de 14- en 15-jarige meises, wier toekomstige taak, zooais ge zegd, de regeering vooral ziet liggen in en voor het gezin, is de regeering, onder gelijke vooropstelling als evengemeld, be reid, geldelijke hulp te verleenen, wan neer vanuit het maatschappelijk leven naar gebleken behoefte plannen worden aanhangig gemaakt en goed bevonden, welke bevorderen, dat de ontwikkeling de- zor meisjes erop wordt gericht, dat zij ook later voor den gezinsarbeld behouden blijven. De regeering is zich bewust, dat al het vorenstaande tezamen bij de huidige ver houdingen nog niet de werkloosheid on der de jeugd geheel zal opheffen. Daarom wenscht zij, zoolang de verhoudingen zulks noodig maken, de uitbreiding te be vorderen van de verschillende soorten van cultureele zorg waarmede sedert eenige jaren het depar tement van sociale zaken bemoeiing heeft, t.w. kampwerk, centrale werk plaatsen, werkobjecten en cursussen. Tot de bevordering van de beschikbaarstelling der daartoe noo- dige ruimere geldmiddelen heeft de regee ring besloten, gelijk ook tot een verhoog de subsidieering in de kampkosten, t.w van 75 op 85 pet. dier kosten, indien de leiding het tot uitbreiding weet te bren gen. Ter stimuleering van de deelneming aan deze cultureele zorg, zoomede ter sti muleering van de deelneming aan ie voorzieningen voor de 14-jarigen, meent de regeering, aan de Staten-Generaal te moeten voorstellen de invoering van een staat-van-dienst- boekje voor eiken minder jarigen leerplicht-vrijen jongen, in welk boekje aanteekening wordt gehouden, aan welke voorziening is deelgenomen, c.q. dat en waarom niet aan een voorziening deelgenomen is. Het effect van dezen drang naar ruimere deelneming aan de voorzieningen ziet de regeering recht evenredig loopen met de wezenlijke betee kenis dier voorzieningen. Tenslotte heeft de regeering besloten te bevorderen, dat de jeugd-regisitratie ever het geheele land wordt uitgebreid, teneinde haar orgianiseerende taak met betrekking tot de bevordering van het werken-door-de-jeugd op verruimende schaal te kunnen voortzetten. Na deze uiteenzetting heeft de Minis ter van Sociale Zaken mededeeling ge daan, dat hij, in overleg met de betrok ken leidende ambtenaren, besloten heeft, den heer Meijer de Vries van de bemoeiingen met de werklooze jeugd te ontlasten, en de leiding van den nieuwen crisisdienst te stellen in handen van den heer G. W. F. v a n H o e v e n, aan wien t.z.t. een Raad van Beheer uit de bij deze voorzieningen betrokken kringen zal worden toegevoegd. DE RAMP TE MARSEILLE. Rouw en verontwaardiging in Frankrijk. Thans reeds zeker dat 62 man van het personeel zijn omgekomen. De droeve lijst van de slachtoffers van de ramp van Marseille wordt nog voort durend langer. Terwijl men vrijwel nauwkeurig kan weten, welk deel van het personeel in het gebouw aanwezig was en thans vermist wordt, tast men volkomen in het duister betreffende de bezoekers, temeer daar het groote warenhuis steeds het bezoek trok van talrijke vreemdelingen, die de wereld havenstad Marseille bezochten. De hoop, dat men de lijken zal vinden in een staat, die herkenning mogelijk maakt, heeft men al aanstonds moeten opgeven. De eerste lijken, welke men ge vonden heeft, bleken geheel verkoold te zijn en het laat zich aanzien, dat de lijken die dieper onder de puinen verborgen lig gen, zoodanig verminkt zullen zijn, of ver brand, dat zelfs het aantal niet nauwkeu rig zal zijn vast te stellen. Wat het personeel betreft, dat in het gebouw is omgekomen, kan, na het appèl dat op grond van de loonlijsten gehouden is, het aantal slachtoffers op 58 worden gesteld, zoodat men thans reeds de zeker heid heeft, dat 62 man van het personeel het leven hebben verloren. Maar bovendien worden werklieden vermist, van de onderneming, die met de werkzaamheden in het gebouw bezig was, waarhij nog komen de vele bezoekers, die vermist worden en van wie men vermoedt, dat zij tot de bezoekers van het waren huis behoorden. Uit het relaas van personen, die zich uit den vuurhaard hebben kunnen redden, blijkt, hoe onmiddellijk na het uitbreken van den brand een ontzettende paniek in het warenhuis uitbrak. Alles stormde naar de uitgangen. Vrou wen en kinderen vielen en werden onder den voet geloopen. Stoelen en toonbanken werden door de opstuwende menigte om vergeworpen. In een oogwenk vertoonden zich vlam men en rook. De meeste geredden, die spreken kun nen, zeggen, dat het vuur als het war© van alle kanten tegelijk op hen aankwam, zoo snel greep alles om zich heen. Voor verschillende ramen van het ge bouw zag men mensohen in wanhoop heen en weer loopen, totdat zij meestal plotse ling verdwenen met de instortende vloe ren. Buiten stonden de toeschouwers mach teloos, maar nog pijnlijker was het, dat de brandweer niets kon uit richten, om de in noodver- keerenden te redden. Aan ijver en moed ontbrak het den brandweer lieden niet, maar de middelen om iets te doen ontbraken en op de angstkreten uit de menigte, of men dan niets deed, werd geantwoord: „W ij moeten wach ten op materiaal uit Tou lon en L y o n". De minister-president en Herriot moes ten dit alles ook machteloos aanzien. De bladen maakten melding van de woorden van den heer Daladier: „Maar is hier dan niemand, die beveelt; niemand om leiding te geven? Het is zielig!" In deze ontzettende verwarring vingen de plunderingen aan. E'erst na twee uur kreeg het blussohings- werk eenigen omvang, dank zij de drijven de havenspuit en het materiaal uit de om liggende gemeenten. Van "het groote warenhuis „Les Nouvel- les Galeries" is niets over dan één groote rookende puinhoop. Verder is het „Théatre des Variéte's ook grootendeels verwoest. Voorts is de „Ci néma de Noailles", welke aan het waren huis grensde, geheel afgebrand. Het „Grand Hotel" werd zoodanig be schadigd, dat alleen de benedenverdieping te herstellen is, de bovenétages moesten vernieuwd worden. Het Hotel „Noailles" is zoodanig be schadigd, dat niet alleen de vier boven verdiepingen vernieuwd moeten worden, doch d&t men nog niet weet, of het niet geheel verbouwd zal moeten worden. Ook de bank „Société Générale" en de bureaux van de Air France zijn geheel een prooi der vlammen geworden, terwijl taJ van gebouwen en winkelpanden ontzaglij ke schade hebben geleden. De schade, die door het vuur is aange richt, wordt, alleen wat de gebouwen be treft, op ver over de 50 millioen en de to tale schade op ruim 100 millioen geschat. De opgewondenheid onder de bevolking over de onvoldoende brandweermiddelen is zeer groot. Het regent protesten en ook de pers windt er geen doekjes om. Het opruimingswerk zal nog eenige da gen duren. De 'lijst der vermisten bevat 69 namen. Inmiddels beeft men verscheidene ban dieten gearresteerd, die op heeterdaad bij diefstallen betrapt werden. Vijf en twintig lijken zijn nu in totaal geborgen. GEEN R.K. SCHOLEN MEER IN BEIEREN. De „Bayarisc-he Regierungisanzeiger" van 27 October 1938 bevat in opvallende letters de volgende „publicatie van den minister van onderwijs en eeredienst van 24 October 1938, nr. IV 62401, over het openbare voïkssohoolwezen". „In geheel Beieren zijn nu de Belijdenisscholen in gemeen schapsscholen omgezet. Op dit keerpunt in de geschiedenis van ons openbaar volksschoolwezen, dank ik allen, die aan de vervulling van de door mij ge stelde taak 'hebben medegewerkt. Adolf Wagner." Hiermede is de Beierscbe schoolstrijd, die vanaf het begin der nationaal-socia- listische regeering gewoed beeft, tot een einde gekomen. Van de 5223 R.K. volks scholen, die er, voordat Hitier aan de macht kwam, bestonden, is er geen en kele overgebleven. D e 780.000 kinde ren, die tot nu toe in R.K. scho len worden onderricht, wor den nu opgevoed in de natio naal-socialistische wereld beschouwing. In 1935 werden nog 36.464 ikinderen uit Miinchen ingeschreven voor de belijdenis- school, in 1936 waren bet er nog 19.266 en in 1937 nog slechts 2143. Hierop volgde de opheffing van alle belijdenisscholen van München. Buitengewoon leerzaam voor Roomsch- Katholieke en orthodox-Protestanten 'bui ten Duitschlandl LITAUEN HEFT STAAT VAN BELEG OP. Officieel wordt gemeld, dat de regeer- ring van Litauen besloten heeft den staat van beleg met ingang van 1 November a.s. op te heffen. De staat van beleg heerschte in Litauen reeds vanaf het jaar 1920 en in het Memelgebied sinds 1926. Dit nummer bestaat uit 2 bladen. I Plan B. Bij een volledige toepassing van j plan A, bij een belangrijke opvoering dus I der productie, zulten de winsten door het Z productieproces en den daaraan verbonden I" handel op te brengen, zeer belangrijk kunnen zijn en dientengevolge zuilen ook de belastingen ruim kunnen stroomen b(j terzelfdertijd minder lasten voor de staats- I kas. - Dank zij die belangrijk ruimer vloeiende belastingen zal het mogelijk zijn I" om een beteekenende groep nog over blijvende werkloozen te zetten aan het maken van werken van algemeen belang en dan Imet normaal, vol loon, en ook dit zal weer belangrijk bijdragen tot de algemeene Z welvaart. LBldz. 52 P9) W. C. Sickeszl i mmm* mmm t MHHMH0 Binnenland. De bestrijding der werkloosheid. De werkloosheid onder de jeugd. Manifest van negen vooraanstaande Ne derlanders tot de regeering. Buitenland. De brandramp te Marseille. De Poolsche Joden in Duitschland. Von Ribbentrop weer terug naar Ber lijn. Dte schoolstrijd in Beieren. VON RIBBENTROP WEER UIT ROME TERUGGEKEERD. Mussolini heeft Zaterdagmiddag dn te genwoordigheid van den minister van buitenlandsche zaken, Giano, opnieuw den Duitschen rijksminister von Ribbentrop ontvangen. Het onderhoud heeft meer dan een uur geduurd. Van beide zijden wordt verklaard, dat de onderhandelingen in een geest van hartelijke vriendschap zijn gevoerd, dat ook thans weer de kracht der vredespoli tiek van de spil Rome-Berlijn tot uiting is gekomen. Hoezeer ook de belangstelling in de eerste plaats gericht is op het Hon- gaarsch-Tsjecho-Slowaaksche vraagstuk, staat het toch vast, dat ook andere be langrijke vraagstukken in een sfeer van eendracht besproken zijn. De Duitsche minister en zijn gezelschap zijn Zaterdagavond uit Rome vertrokken. In Duitsche kringen te Rome verluidt, dat Duitschland en Italië in beginsel hebben aanvaard op te treden als scheids rechter in bet Hongaariscb-Tsjecho-Slo- waaksehe geschil. DE POOLSCHE JODEN IN DUITSCHLAND. Hun uitdrijving voorloopig opgeschort Inzake de behandeling van de in Duitschland vertoevende Poolsche onder danen is tusschen de Duitsche en Pool sche regeering een overeenkomst tot stand gekomen, welke inhoudt, dat deze week te Warschau onderhandelingen zul len worden gevoerd. Dienovereenkomstig zijn de maatrege len tot het uitwijzen van Polen uit Duitschland en van Duitschers uit Polen voorloopig opgeschort. Intusschen stonden talrijke treinen met Poolsche Joden in de buurt van de Pool sche grens. Van doorgaans goed ingelichte zijde wordt vernomen, dat momenteel 9000 uit gewekenen aan de Poolsche grens zich bevinden. Duitschland zal bun slechts dan toe staan terug te keeren, indien zij het Pool sche staatsburgerschap bezitten. Volgens de laatste schattingen zouden van de 150.000 Polen, die in Duitschland wonen, er 120.000 Joden zijn. In Poolsche kringen is men over de heele aangelegenheid zeer zwijgzaam. Intusschen is de toestand onder de ge deporteerden zelf zeer critiek. De 9000 Polen die uit Duitschland werden gezet, konden ieder niet meer meenemen dan tien rijksmark, krachtens de deviezen wet geving, en dat luttele bedrag hebben de meesten uiteraard reeds uitgegeven. Naar verluidt heerscht er dan ook thans reeds onder deze massa uitgestootenen groote ellende en honger. Met treinen is uit Posen door Joodsche weldoeners voedsel gezonden. DE DUITSCHE UITVOER. De bestellingen uit het buitenland gaan voor alle andere. De „Deutscher Volkswirt", een oecono- misch orgaan, dat onder invloed staat

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1938 | | pagina 1