"■*1 DE ZEEÜW
Rente van woningvoorschotten.
TWEEDE BLAD
Stand.
HET KIND VAN TREFUSA
Verpakt en onverpakt vet.
Uit de Provincie
Op e//ce wond
FEUILLETON
ging, ronden worden aangewend tot dek
king van extra afschrijving op de in zeer
vele gevallen abnormale booge bouwkos
ten.
c. Noodzakelijke huurverlagingen, als
bier bedoeld, kunnen ook zonder rente
verlaging tot stand komen. Ter financie
ring vau dergelijke huurverlagingen toch
kan ook thans een bijzondere bijdrage
worden verleend.
Ten slotte wordt opgemerkt, 'dat bijl bet
hierboven bedoeld overleg ook betrokken
is de bepaling van de rente van nieuw te
verleenen voorschotten.
Ook te dezer zake zal binnenkort een
definitieve beslissingen kunnen worden
genomen.
Terugvordering van ten onrechte betaalde
heffingen.
zaken thans, in verband met Ingekomen
MIDDELBURG.
Teriefsverordenlng Waterleiding.
VLISSINGEN.
ZUID-BEVELAND.
op genoemden bocht te laat, dat hij
rechtsaf moest slaan, trachtte toen de
bocht toch nog te nemen en kwam daar
door in aanraking met de spoorboomen.
De motor sloeg daardoor om. De be
stuurder zelf kwam met den schrik vrij,
dooh zijn vrouw, die op de duo zat,
kreeg een vrij ernstige hoofdwonde en
moest in het ziekenhuis worden opgeno
men. Haar toestand is redelijk wel.
Hanswnrt. Het ledige motorschip „Sa-
nara 116" van Straatsburg naar Antwer
pen bestemd is Zaterdagmorgen op de
Oosterschelde omhooggevaren en blijven
zitten. Zaterdagavond is het schip met be
hulp van de sleepboot „Doris Rijkers"
vlotgekomen waarna het de reis naar
.Antwerpen heeft voortgezet.
lerseke. In de afgeloopen week werden
van hier 4700 ton mosselen verzonden,
waarvan naar Brussel 1900, Antwerpen
500, Mechelen 1700 en naar verschillende
andere plaatsen in België 400,terwijl naar
Frankrijk 200 ton gingen.
Voetbal.
Waarde. De Zaterdag gespeelde voet
balwedstrijd tusschen Waarde I, kam
pioen van Zuid-Beveland en de Vetera
nen van Vlissingen, kampioen van Wal
cheren, werd door Waarde gewonnen
met 5—3. Ruststand 41.
toestaan van gevraagde bijdragen rem
mend zal werken op de lust tot wegen-
verharding door ingelanden.
Het verharden der binnenwegen is een
bij uitstek landbouwersbelang, en daar
om meent spr., dat men gerust deze post
kan verboogen tot alle daarvoor in aan
merking komende wegen verhard zijn.
Van de gemeentekassen kan men ook niet
meer verwachten. Als men de post sub
sidie pro memorie ging uittrekken, dan
zou men den post onvoorzien zooveel
grooter moeten maken.
De beer Portheine blijft bij zijn
bezwaar tegen het nu reeds vastleggen
van zulke posten.
De voorzitter zeide, dat men nu
het dijkgesohot moet vaststellen en daar
houdt een en ander mede verband. Men
zou er dan toch voor den post „uitgaven
van verschillenden aard" rekening mede
moeten houden.
De beer Portheine zeide, dat die
ook in plaats van f 12000 totaal f 17000
moest zijn. Spr. is tegen het voortdurend
bepalen van den post voor de verharding
van de 'binnenwegen op f 10.000.
toeleidende wegen
van bijna ƒ9
larbij vooral in het
ost van 1.2ÖO.OOO
ver de Merwede te
:n post van 1 mil-
unnel te Velsen.
tje geeft een over-
erdeeling van het
ir de verschillende
or zoover dit de
posten betreft.
op den vrede tus-
erschaffing.
ten ia bij de werk-
leggen van de Aa
rlerixtel een con-
bij ruim 700 man
werkgestelden uit
jrgen aan den ar-
i wijziging in het
omen. Op de an-
(fenden zij pressie
ggen.
rsongeval..
morgen is op den
een ernstig ver-
estuurd door den
Amsterdam, moest
vagens blijven om
passeeren. Door
>n 'hij niet tijdig
>n vloog tegen een
nzittende zijn ern-
tenberg te Amers-
tastiaan Gelok dp
.netje Wijs se, 21 V
iornelis z.v. Adri-
mna Adriana An-
T-»i _A„,« /lllll'
IS Z.V.
ernella
Pieter Guil"
Salomé te
Rozendaal, 50 1
.cobus Brouwer.
l der Harst heeft
publiek verkocht.
de uit huis, Se
ur, varkenshok e
en met 7 H.A. 59
06 r.) erf, hoorn
.d, aan den Nie«-
>r, te NieuwdorP.
erke. Ip
landbouwer
'24.550.
VAN
MAANDAG 26 SEPT. 1938, Nr 303.
VERLAGING WORDT OVERWOGEN.
De ministers van Binnenlandsche Za
ken en van Financiën hebben thans ge
antwoord op de vragen van het Tweede
Kamerlid de heer Steinmetz, betref
fende verlaging der rente van reeds ver
leende en nog te verleenen voorschotten
krachtens de Woningwet.
Op de vraag of de ministers niet van
oordeel zijin, dat aan de rentebepaling
van Rijksvoorschotten, krachtens de Wo
ningwet, steeds de gedachte ten grond
slag heeft gelegen, dat het Rijk het per
centage berekent, dat het zelf kan worden
geacht te betalen, wordt geantwoord, dat
onderscheid dient te worden gemaakt
tusschen te verleenen en reeds verleende
voorschotten.
Ten aanzien van laatstgenoemde voor
schotten moet de vraag ontkennend wor
den beantwoord. De in 1934 ingevoerde
renteverlaging had een speciaal doel, n.l.
het mogelijk maken van huurverlaging
voor woningwetwoningen, als onderdeel
van de aanpassingspolitiek der regeering.
Ten aanzien van eerstbedoelde voor
schotten moet de vraag bevestigend wor
den beantwoord, al lag in werkelijkheid,
naar achteraf bleek, het door het Rijk be
rekende percentage veelal beneden de
rente, welke het Rijk voor de in verband
met de voorschotverleening aangegane
staatsleeningen had te betalen. Ook is
welbewust een lagere rente aangenomen.
Zoo werd gedurende den wereldoorlog de
rente van de woningwetvoorschotten
aanvankelijk gefixeerd op 3% pet. en la
ter op 4M pet., terwijl op het huidige
oogenblik zich het omgekeerde geval voor
doet.
De tweede vraag luidde:
Zijn de ministers, indien de vorige
vraag bevestigend moet worden beant
woord, bereid in bet belang van een juiste
exploitatie van bestaande woningwetwo
ningen hun medewerking tot verlaging
der rente op de gegeven voorschotten te
veTleenen, zulks:
a. ter vermindering van de z.g. extra
tekorten, welke opt vele met woningwet-
steun gebouwde complexen worden gele
den;
b. ter vermindering van rijks- en ge-
meentebijdragen;
c. in bepaalde gevallen ter financiering
van noodzakelijke huurverlaging?
De ministers hebben 'hierop als volgt
geantwoord:
De in deze vraag bedoelde aangelegen
heid heeft de bijzondere aandacht van de
ministers. Daaraan zijn echter zoovele
kanten, dat eerst na ampele overweging
een beslissing kan worden genomen.
Door de ministers wordt reeds sedert
eenigen tijd ter zake overlegd, binnenkort
zal een definitieve beslissing kunnen wor
den tegemoet gezien.
Ten aanzien van de onder ao genoem
de doeleinden zijl intusschen het navol
gende opgemerkt.
a. extra tekorten, geleden tot het tijd
stip van eventueele renteverlaging, kun
nen niet voor dekking door baten daar
van in aanmerking komen.
Jaarlijks terugkeerende extra-tekor
ten, waaronder niet begrepen zijn extra
tekorten, ontstaan door overschrijding
van gestelde normen, komen, nu deze
worden opgevangen door de baten van
het gemeenschappelijk fonds, bedoeld in
artikel 29 van het woningbesluit. slechts
in betrekkelijk gering aantal voor.
b. Vermindering van Rijks- en gemeen-
tebijdragen zou inderdaad een gevolg kun
nen zijin van renteverlaging, tenzij de
middelen, vrijkomende door renteverla-
door
S. K. HOOKING.
55) o
Edward was heel stil, toen hij in den
zonneschijn naar huis reed. Tante Jans'
gevoel van „schuld" was niets in verge
lijking bij hetgeen hij gevoelde. Hij had
ternauwernood naar Mona gekeken ge
durende den tijd, dat zij daar waren ge
weest. Dorothee had haar geheel en al
uit zijn verbeelding gedrongen, had al
zijn gedachten en zijn geheele hart ver
vuld.
Hij wist, dat hij geen houdbare verdedi
ging had. Mona was zijn aanstaande
vrouw. Hij had haar gekozen om levens
lang zijn gezellin te zijn, had haar ver
teld, dat hij haar met al zijn liefde be
minde en toch was hij binnen veertien
dagen bereid voor een andere vrouw te
knielen en deze te aanbidden.
Hoe moet ik mij zelf karakteriseeren?
vroeg Edward zich af. Was hij een ver
rader? E'en bedrieger, een schijnheilige,
of al die karakters in één vereenigd? Of
was hij alleen het onvrijwillige slacht
offer van het noodlot? Hij scheen niet
in staat kalm na te denken. Alles was een
mengelmoes. Het eenige duidelijke was
voor hem, dat Mona niet de liefste vrouw
van de wereld was, noch de interessant
ste, noch die waarnaar hij het meest ver
In de memorie van antwoord aan de
Tweede Kamer inzake het wetsontwerp,
houdende voorziening ten aanzien van de
terugvordering van gelden, gestort of be
taald in verhand met artikel 8 der crisis-
zuivelwet 1932, zegt de minister o.m.,
dat hem uit het voorloopig verslag is
gebleken, dat bijl vele leden ernstige be
denkingen tegen dit wetsontwerp bestaan.
Hij1 acht zulks begrijpelijk. Immers, ook
hij is zich terdege er van bewust, dat
wetsontwerpen met een strekking als het
onderhavige tot voor de rechtszekerheid
der burgers bedenkelijke gevolgen kunnen
leiden. Er kunnen zich echter gevallen
voordoen, waarin bet indienen van een
wetsontwerp, dat beoogt met terugwer
kende kracht een wettelijke bepaling te
verduidelijken of ongewenschte gevolgen
van een rechterlijke uitspraak af te wen
den, of dat op andere wijze het rechtsge
voel dreigt te schaden, niettemin tot een
dringende noodzaak wordt. Zulk een ge
val is aanwezig indien, zoo een wettelijke
voorziening zou worden nagelaten, der
mate groote algemeene belangen kunnen
worden geschaad, dat het belang der
rechtszekerheid (dit woord dan in for-
meelen zin genomen) daartegen niet in
voldoende mate opweegt. De minister
wenscht in het licht te stellen, dat naar
zijin stellige overtuiging zulk een geval
zich in casu voordoet.
Ten slotte beantwoordt de minister nog
de in het verslag gemaakte opmerking
met betrekking tot de financiering van
de eventueele terugbetaling van 5 mil-
lioen gulden. Ook al moge in het land
bouwcrisisfonds op het oogenblik een niet
onbelangrijke reserve aanwezig zijin,
waaruit de restituties voorloopig gefinan
cierd zouden kunnen worden, dan zou
zulks toch niet verhinderen, dat uitein
delijk deze door de Nederlandsche bevol
king zouden moeten worden opgebracht.
Immers de overschotten, die in het land-
bouw-crisisfonds aanwezig zijn, zijn of
noodig om toekomstige tekorten te dekken
of zij zouden, indien zij niet worden aan
getast, aangewend kunnen worden om
de nog bestaande heffingen te verlagen.
In beide gevallen komt het er op neer, dat
door de Nederlandsche bevolking onge
veer 5 millioen gulden wordt gederfd ten
einde deze zonder eenige redelijk motief
aan een aantal handelaren te schenken.
De noodzaak de voor den prijssteun aan
den landbouw benoodigde fondsen bijeen
te brengen, wordt door het geheele Ne
derlandsche volk, boe zwaar deze befin
gen ook soms vallen, gevoeld. Deze nood
zaak zal echter in geenen deele worden
gevoeld, indien het er om gaat voor bet
landbouw-crisisfonds gelden te verkrijgen
ten einde daaruit aan een groep der be
volking bedragen terug te betalen, welke
zij reeds lang op anderen hebben ver
haald.
DE ROBBENJACHT.
Premiestelsel Ingevoerd.
Nadat eenige jaren lang de premie op
het dooden van zeehonden afgesohaft
was. heeft de minister van economische
langde. Die fiere onbekende, wier gelaat
en manieren hem sinds den eersten keer
hadden aangetrokken, en naar wie hij
zulk een ongewone nieuwsgierigheid had
gevoeld, had hem bij een nadere kennis
making geheel overweldigd. Hij voelde,
dat hij haar slaaf was, dat hij voor haar
naar het einde der wereld zou gaan en
vond dit een genot.
Hij wist, dat het slecht was, zoo
slecht, dat hij ternauwernood den moed
had Mona aan te kijken, die zoo onder
worpen naast hem op den bok van het
rijtuig zat, die lieve, zachte Mona, die
verstandig, noch schitterend, noch ko
ninklijk was, maar goed en lieftallig, en
vol teederheid en sympathie.
„Zeg eens kleine meid", zei hij' einde
lijk. „Je bent heel stil." En er was een
onmiskenbaar teedere toon in zijn stem.
„Vind je dat, Ted?" antwoordde zlijt
hem aanziend. „Ik dacht."
„Een penny voor je gedachten" zei hij
plagend.
„Ik dacht aan Dorothee", was het ant
woord. „Ik dacht er over wat een flin
ke, verstandige vrouw zij is. Naast haar
gevoel ik mij als een gansje."
„Kom Mona, verklein je zelf nu niet",
zei hij afkeurend.
„Wel vind jij dat dan ook niet?"
Neen Mona jij hebt niets van een
gansje."
„Maar ik ben toch niet zoo verstandig
als zij."
„Niet op dezelfde wijze verstandig, mis
schien. Het zou een vervelende wereld
zijn, wanneer de natuur alle menschen
klachten over schade, door de zeehonden
toegebracht aan de visscherij, besloten
om wederom tot invoering van het pre
miestelsel over te gaan. De maatregel is
1 Augustus j.l. ingegaan. De premie is
vastgesteld op f 2 per exemplaar.
Naar wijl vernemen, kwamen de klach
ten vooral van de Zeeuwsche en Zuid-
Hollandsche stroomen; in mindere mate
werd geklaagd over de robbenbevolking
van de Waddenzee.
De visschers, vooral de botvisschers,
ondervinden zware concurrentie en net-
tenschade van de zeehonden, zoodat zich
de noodzaak voordeed de jacht te bevor
deren door een premie.
In Art. 1 van het ontwerp van een
nieuwe tariefsverordening voor de wa
terleiding, komt o.a. het volgende voor:
Het maximale op de voorafgaande
grondslagen in rekening te brengen totale
jaarbedrag bedraagt f 48, tenzij op grond
van de aanwijzing van den geplaatsten
controlemeter blijkt, dat het jaarverbruik
meer dan 160 M3 bedraagt.
Naar aanleiding van een opmerking
van de commissie van financiën, stellen
B. en W. voor dit nader als volgt te lezen:
In perceelen, waarvoor naar de hiervoor
vermelde grondslagen per jaar ten minste
f 48 verschuldigd is, wordt een controle
meter geplaatst. Eén hooger bedrag dan
f48 zal per jaar niet verschuldigd zijn,
tenzij uit de aanwijzing van den con
trole-meter blijkt, dat het jaarverbruik
gerekend tusschen de opnemingen in de
maand November van twee elkander op
volgende jaren meer dan 160 M3 be
draagt.
Zaterdagmiddag werd onder zeer
groote belangstelling op de Noorderbe
graafplaats met militaire eer ter aarde
besteld het stoffelijk overschot van den
matroos le kl. S., die Woensdag bij een
ongeluk zoo droevig om het leven is ge
komen. Langs den weg die de stoet volg
de stonden tal van belangstellenden, ter
wijl op de begraafplaats honderden aan
wezig waren.
Voorafgegaan dooT tamboers en pij
pers, die treurmuziek speelden, en het
vuurpeleton en gevolgd door familieleden
van den overledene, officieren en man
schappen der marine, werd de baar
welke gedekt was met verschillende
kransen, door matrozen grafwaarts ge
dragen.
Nadat de kist in de groeve was neerge
laten, en salvo's waren gelost, volgden
toespraken, waarna ds J. S. Hartjes de
droeve plechtigheid met gebed sloot.
De kruiser „Sumatra".
Zaterdagmiddag werd er gelegenheid
gegeven aan het publiek tot het bezichti
gen van Hr. Ms. kruiser Sumatra", lig
gende in de buitenhaven. Oimoodig te
zeggen dat door honderden van de ge
legenheid dit trotsche schip te bezichti
gen, is gebruik gemaakt, temeer waar op
Zondag de kruiser niet te bezichtigen
was.
De „Sumatra" is vanmorgen weer ver
trokken.
's Gravenpolder. Vrijdag werd aan een
40-tal oudjes een genotvolle dag bereid.
Tien particuliere auto's waren geheel be
langeloos beschikbaar gesteld, waarmede
een rondrit door Walcheren werd ge
maakt. Dank zij het heerlijk weer is volop
genoten.
Zaterdagmiddag had de vracht
rijder H. D'ekker het ongeluk mid
den op het dorp van zijn paard te
vallen. Hij kwam zoodanig terecht, dat
Dt Nieuwenhuize spoedig werd geroepen,
die hem met zijn auto naar huis vervoer
de en een lichte hersenschudding consta
teerde. Met eenige dagen rust zal hij wel
hersteld zijn.
Kloetinge. Motorongeluk. Zater
dagavond heeft op den hoek Lewestraat-
Patijnweg een motorongeluk plaats ge
had. Een motorrijder uit Amsterdam zag
naar hetzelfde model had gemaakt."
„Maar het moet toch wel prettig zijn,
wanneer je voelt dat je tot de hoogste
menschen behoort."
„Wel, jij kunt dat gevoel ook hebben",
antwoordde hij glimlachend. „Jij bent
even rijk begaafd in jou genre als miss
Grey in het hare."
„Ted, dat is nu alleen maar een edel
moedige frase van je", zei ze met een
guitig glimlachje. „Ik weet dat je mij
eigenschappen toeschrijft, die ik niet be
zit. Liefde is altijd blind, dat weet je."
„Neen Mona. Ik geloof juist, dat liefde
een derde oog is, dat de beide andere
niet zien."
„Och Ted, ik kan niet argumenteeren
je moet dus maar tevreden zijn met me
zooals ik ben."
Hij voelde een rilling door zijn lichaam
gaan. Zou hij tevreden zijn. Wanneer hij
Dorothee nooit gezien had, zou hij voldaan
genoeg zijn geweest, maar nu was de
afloop in geen geval duidelijk. Natuurlijk
zou hij zijn best trachten te doen. Hij was
van plan trouw aan Mona te blijven,
wat de gevolgen ook mochten wezen. De
gedachte zijn belofte te verbreken kwam
zelfs niet in hem op. Het was vastgesteld
dat hij en Mona zouden trouwen, en goed
beschouwd hoe spoediger het huwelijk
plaats had hoe beter. Wanneer zij werke
lijk zijn vrouw was, zou hij waarschijn
lijk niet langer aan een andere vrouw
denken. Bovendien zouden zij een lange
huwelijksreis maken en intusschen kon
Dorothee met een ander trouwen en van
St Aubin weggaan, zoodat hun wegen
Vlissingen. Alhier had Zaterdag een
wedstrijd plaats tusschen Madjou II vaD
hier en Togo I uit Goes. De Goesenaxen
verloren den strijd met 52.
Korfbal.
Middelburg. Swift II kreeg Zaterdag
bezoek van Volharding I uit lerseke.
Volharding wist den wedstrijd te winnen
met 40.
POLDER WALCHEREN.
Zaterdagmorgen kwam het bestuur van
den Polder Walcheren in najaarszitting
bijeen onder voorzitterschap van Mr H.
F. Lantsheer.
Afwezig waren de comissaristeen Hoe
gen van Hoogelande met en Goetha'ls
zonder kennisgeving. Een vacature (wij
len Mr van Andel).
Na onderzoek der geloofsbrieven van
de 'herkozen commissarissen J. Bosse-
laar Szn., L. Dingemanse Lzn., J'hr H. A.
van Doorn, A. Maljaars Jzn. en Mr Th.
Portheine en van den gekozen commis
saris Mr P. Loeff, werd tot hun toelating
helsloten.
De voorzitter wenschte de herko
zen leden geluk en wees er op, dat ook
wijlen Mr van Andel moest aftreden en
zich niet 'herkiesbaar stelde. Hij heeft
echter dezen zittingstijd niet mogen uit
zitten. Men achtte hem als een vriende
lijke en bescheiden man en hij zal in
dankbare herinnering blijven.
De polderxékening 1937 werd z. h. st.
goedgekeurd.
Verharding van wegen.
Het voorstel van het D'ag. bestuur tot
verhooging van 'het voor bijdragen in
kosten van verharding van wegen be
schikbaar te stellen bedrag van f 5000
tot f 10.000, gaf den 'heer Portheine
aanleiding tot de opmerking, dat 'hij het
belang van het verharden der binnenwe
gen niet ontkent, maar dat men het voor
stel moet zien in verband met het voor
stel inzake vaststelling van het dijkge
schot, dat noodzakelijk verlaagd dient te
worden. Spr. heeft enkel aanmerking op
de versnelling van het tempo der ver
beteringen, en hij wil dit wat remmen.
Spr. heeft geen bezwaar tegen den vasten
post van f 5000 met dien verstande, dat
als blijkt, dat men in een bepaald jaar
niet alles noodig heeft, dit wordt gere
serveerd voor de toekomst. Dan kan zoo
noodig een ander 'jaar wel meer dan
f 5000 worden besteed. Voor het jaar 1939
wilde spr. dan desnoods alles wat aange
vraagd is toefetaan.
Principieel heeft spr. er ook bezwaar
tegen, dat men nu reeds over zulke uit
gaven beslist, die toch feitelijk pas bij de
begrooting op onvoorziene uitgaven moe
ten worden gebracht.
D:e voorzitter zeide, dat het niet
elkander nooit meer kruisten.
Weer voer een schok door zijn lichaam,
en het werd hem koud om het hart. De
gedachte Dorothee nooit weer terug te
zien, haar voor goed uit zijn leven te
verliezen, was te pijnlijk om er lang bij
te blijven stilstaan.
„En toch moet ik uit St.-Aubin blijven",
zei hij in zich zelf. „Ter wille van mij
zelf en van Mona moet ik haar zoo min
mogelijk zien. Het kan een voorbijgaande
stemming zijn, een hevige, maar verdwij
nende gril. Zij is een mooie, innemende
vrouw, dat is zeker, verstandig en be
lezen. Maar ten slotte is hart toch meer
dan verstand, en lieftalligheid meer
waard dan lichamelijke schoonheid. Neen,
ik blijf een paar weken uit St,-Aubin weg,
ik wil zelfs niet naar haar zien." En
zijn paarden aanzettend was hij spoedig
aan het paviljoen, waar Mona uitstapte.
Edward Trefusa was oprecht genoeg in
zijn bedoelingen. Maar toen Ezra Drake,
de schoenmaker, den volgenden dag
Groenoever voorbij ging zag hij den jon
ker en Dorothee samen op een tuinbank
heel geanimeerd met elkander zitten
praten.
HOOFDSTUK XX.
D' e levende liefde.
Gedurende de volgende twee of drie
maanden leefde Edward in een slechten
toestand, die hij grootendeels zelf gescha-
pen 'had. Wanneer 'hij1 bij zijn voornemen
was gebleven en zich van St. Aubyn iver-
De voorzitter zeide, dat men het
dan voor 1939 toch op dat bedrag kan
bepalen.
De heer Franse verdedigde het voor
stel van het dag. bestuur op grond van
het algemeen landbouwersbelang.
De heer Bosselaar merkte op, dat
velen van elders verbaasd staan, dat men
hier zoolang heeft gewacht met een goe
de verharding der binnenwegen. Het
moet z.i. nog vlugger gaan. Beter zou het
zijn de bijdrage van 20 op 25 pet. der
kosten te brengen, al wil spr. er geen
voorstel van maken. Men heeft toch ook
veel geld besteed aan verbreeding met
name van den Noordweg. De binnenwe
gen zijn ook een groot polderhelang. Z.
h. st. werd voor 1939 f 10.000 bepaald.
Herstel Nollehoofd.
Het voorstel tot het beschikbaar stellen
van f 10.800 voor het herktel van het
Nollehoofd, deed de heer Van D' o o r n
de vraag stellen of geen schadevergoeding
van den eigenaar van het jacht is te 'ver
krijgen.
De voorzitter zeide, dat het on
derzoek ter zak© nog niet is afgeloopen.
De zaak is in handen van de advocaten
van den Polder. De geraamde schadever
goeding is niet in overeenstemming met
de kosten. Men zal wel niet meer dan
f 1000 krijgen als de betrokkene kapitaal
krachtig genoeg is. Voor het hoofd was
toch reeds f2000 uitgetrokken, nu dient
de kop afdoende verbeterd te worden.
Daartoe werd nu verder z.h.st. besloten.
Vaststelling dijkgeschot.
Het voorstel tot vaststellen van het
dijkgeschot op het gebouwd f 1.40 per
f 100 belastbaar ingekomen en op bet on
gebouwd van f 19 per ha. sohotbaar en
f 10.80 per ha. vrijland, werd zonder dis
cussie of h.s. aangenomen.
Zuivering van sprinken.
Eveneens vereenigde de vergadering
zich zonder op- of aanmerking met het
voorstel tot het voor rekening van den
polder nemen van het zuiveren van de
sprinken.
Verbroeden Domburgsche watergang.
Aan 'de orde wals vervolgens het voor
stel tot aankoop van 'en verkoop van
grond aan de gemeente en van aankoop
van grond van W. Reijnierse en het be
schikbaar stellen aan de gemeente Mid
delburg van f2000 alles in verband met
de werkzaamheden van de verbreeding
van den Domhurgschen watergang tus
schen den Langevielesingel en het Stads-
wegje.
De heer 0 s t vroeg hoe 'het staat met
de verbetering van den watergang in de
omgeving van de heul. Hij 'zou dat deel
waar destijds alleen gebaggerd ils, omdat
de kanten het niet hielden, nu eerst wil-
wijderd had gehouden, zou de toestand
van zijn gemoed en zijn hart een geheel
andere hebben kunnen zijn. Maar de aan
trekkingskracht van Dorothee's tegen
woordigheid bleek hem te machtig te zijn.
Hij vond telkens een of ander excuus
om naar St. Aubyn te loopen en natuur
lijk nam hij altijd een weg die langs
Groenoever liep. Hij kwam het uur te
weten waarop zij gewoonlijk ging wande
len, de menschen en de plaatsen die zij
gewoonlijk bezocht, de aardige veldwegen
waar zij langs drentelde als het mooi
weer was. Zoodoende ontmoetten zij1 el
kander herhaaldelijk natuurlijk bij
toeval, en soms wanneer hun wegen
in dezelfde richting lagen, liepen zij sa
men verder. 'Bovendien was Mona zoo
met Dorothee gaan dwepen dat er nau
welijks een week voorbij ging of de laat
ste werd op het paviljoen genoodigd. Er
was geen jaloer'schheid in 'Mona's hart.
Edward was even voorkomend voor haar
als vroeger. Hij was nooit kwistig ge
weest met zijn 'liefdesbetuigingen; zij- ver
langde er ook niet Daar; zij' wist dat hij
van haar hield, en zij hield van hem,
tenminste er was niemand dien zij zoo
graag mocht lijden. Zij' voelde geen be
zorgdheid voor hun huwelijk; zij kon zich
niet voorstellen dat Edward ooit anders
kon zijn dan goed en vriendelijk en voor
komend; dat was zijn natuur.
(Wordt vervolgd.)