VERLEDEN EN HEDEN.
H. M. de Koningin eere-doctor.
Dagblad voor de Provincie Zeeland
EERSTE BLAD
Buitenland.
Het Tsjecho-Slowaaksche
vraagstuk.
ZATERDAG 10 SEPT. 1938
52e JAARGANG - No. 290
Uitgave: N. V. Uitgevers - Maatschappij
„Luctor et Emergo" ter exploitatie van
het blad „De Zeeuw"
Bureaux Lange Vorststraat 7 0, Goes
Postrekening 44455 Telefoon 11
Bijkantoor Middelburg: Pa. Boekhandel
J. J. F A N O Y, Lange Burg 40. Telefoon 28
Abonnementsprijs f2,50 per kwartaal
Weekabonnementen voor Middelburg
Goes en Vlisslngen 0.20
Losse nummers 5 cent
Directeur - Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA
Advertentlën 30 cent per regel
Ingezonden mededcclingen 00 cent per regei
Kleine Advertentlën Dinsdags en Vrijdag»
i 0.7B bij vooruitbetaling
Advertentlën onder letter of motto
10 cent extra
Bij contract belangrijke korting
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
In de belangwekkende rede door Dr H.
Golijn gehouden bij de offioieele herden
king van het regeeringsjubileum van H.
M. de Koningin, werd een vergelijking ge
maakt tussehen het begin en het eind de
zer 40-jarige periode.
De rede van den heer Golijn droeg als
altijd een zakelijk karakter. Van een
hoera-stemming was geen sprake. Er was
geen pogen om terwille van de feestelijk
heid het heden te verheerlijken ten koste
van het verleden.
Integendeel, op de schaduwen, die thans
het leven van ons volk verdonkeren, werd
volle nadruk gelegd.
Maar daarnaast werd ook niet ver
zuimd op de lichtzijden de aandacht te
vestigen en stil te staan bij den voor
uitgang die op allerlei gebied valt
waar te nemen.
Het loont wel de mioeite wat in dit ver
band werd opgemerkt, nogeens rustig na
te lezen.
Want bij al de zorgen en moeiten die
deze tijd meebrengt, mogen we toch ook
de zegeningen, de daden Gods,
niet vergeten.
En zooals een rekening houden met de
sombere werkelijkheid ons kan weerhou
den van een ongemotiveerd en dus ge
vaarlijk optimisme, zoo kan ook een
waardeeren van het goede dat wiji ontvan
gen en ontvingen, ons behoeden voor een
verlamimend pessimisme.
De heer Golijn wees er op, dat de vol
doening die we molgen koesteren als men
let op de plaats van Nederland in het in
ternationale verhand, over gaat in stille
bewondering, indien men den blik laat
gaan over den vooruitgang, die in deze
40 jaren binnen het Koninkrijk viel waar
te nemen.
„Allereerst een in de Westersche landen
ongeëvenaarde groei der bevolking 1), be
vorderd door een voortreffelijke zorg voor
de volksgezondheid2) en ge
dragen door een even voorbeeldige zorg
voor de volkswelvaart.
De belangstelling voor den landbouw
riep een sterke verhooging van de bodem-
productie in het leven.3)
Op industrieel terrein valt in deze
40 jaren bewonderenswaardige vooruit
gang te vermelden. Talrijke belangrijke
ondernemingen zijn ontstaan; andere
groeiden uit tot tevoren ongekende afme
tingen. Deze industrieele bedrijvigheid
heeft ertoe geleid, dat thans het aantal
industrie-arbeiders in ons land ruim
dubbel zoo groot is als 40 jaren geleden.
Van den bloei van den handel getuigt
het feit, dat de totale goederenverplaat-
sing over de grens te water en te
land van 1898 tot 1937 is gestegen van
bijna 40 tot tennaastenbij 150 millioen
ton.
Opmerkelijk is ook de zorg voor het
verkeerswezen geweest. Aan ver
betering onzer rivieren, aan kanalen en
kanalisatie is in deze 40 jaren alleen door
het rijk een bedrag van rond 300 millioen
gulden besteed geworden. En hoewel, zoo
als ieder Nederlander dagelijks kan waar
nemen, de ontwikkeling van het wegennet
nog steeds voortgang heeft, hebben de
openbare lichamen, hoofdzakelijk gedu
rende de laatste jaren, aan landwegen
en bruggenbouw reeds niet minder dan
rond 350 millioen ten koste gelegd. Dat dit
ook voor ,^et verkeer te water en te land
van ongewone beteekenis is geweest, blijkt
o.m. uit het feit, dat onze zeegaande vloot
ofschoon gedurende de crisisjaren niet
onbelangrijk ingekrompen, thans nog on
geveer 5 maal zoo groeft is als bij de
troonsbestijging in 1898.
Het blijkt mede uit de ontwikkeling van
bet motorverkeer op den weg.4)
Wie over bet verkeerswezen spreekt,
kan bezwaarlijk zwijgen over de lucht, dus
over de radio en het vliegwezen.
Het is alweer het jaar der troonsbestij
ging, dat de eerste beginselen te zien gaf
1) De bevolking nam sinds 1898 met
ongeveer 75 pet. toe; ze steeg van even
5 tot ongeveer 8,7 millioen en neemt thans
ook, ondanks de daling van het geboorte
cijfer, per jaar nog met bijna 100.000 toe.
2) In 1898 bedroeg bet algemeen
sterftecijfer 18 per 1000; in 1938 bedroeg
bet 8,8. Voor de kinderen beneden 1 jaar
zijn de cijfers resp. 155 en 38.
3) Tarwe, rogge en suikerbieten met
rond 50 pet. per H.A., aardappelen zelfs
met 75 pet.
4) In het jaar van de troonbestijging
bedroeg de geheele automobielproductie in
de Vereenigde Staten nog maar 600 stuks
en waïen er in Nederland niet meer dan
"8 motorvoertuigen. In 1938 loopt dit
aantal bij ons tegen de 200.000.
van de ontwikkeling van het radiover
keer. Het was in d a t jaar, dat Marconi
zijn eerste permanente stations bouwde
en daarmede een afstand van nog geen 25
K.M. overbrugde. En thans telefoneeren
we met Indië en hooren we in onze huis
kamers er zijn niet minder dan 700.000
ontvangapparaten aangegeven de
meeste zendstations der wereld.
Eenzelfde tot verbazing stemmende ont
wikkeling zien we bij de luchtvaart.
In bet begin van Uwer Majesteit® regee
ring legden de gebroeders Wright in een
vliegtuig, voorzien van een benzinemotor
in 12 seconden 50 meter af, overeenko
mende met een snelheid van 15 K.M. per
uur. Thans hooren we van vliegtuigen, die
een snelheid van meer dan 600 K.M. per
uur ontwikkelen, lezen we van vluchten
rond de aarde in ruim 3 dagen en onder
houden wijl zelf van Nederland uit een
geregelde luchtverbinding met Batavia en
Australië.
Tot nog toe stipte ik een en ander aan
van wat op commercieel en technisch ge
bied in de verloopen 40 jaar bet belang
rijkst mag worden geacht, maar ik zou te
kort schieten in de mij zelf gestelde taak
indien ik ook niet gewaagde van heuglijke
feiten en voorzieningen op ander terrein.
Indien ik b.v. naliet erop te wijzen, dat
Nederlandsche wetenschap en
kunst bij herhaling door het buitenland
werden geëerd; indien ik verzuimde te
gewa'gen van den groei eener in den regel
op hoog peil staande dagbladpers;
indien ik naliet melding te maken van de
werken van barmhartig
heid, die in deze jaren in aantal en be
teekenis zoo wonderbaarlijk zijh gegroeid,
of indien ik zweeg van alles wat gedaam
werd in het belang van de jeugdvor-
ming.
Van niet minder beteekenis moet. wor
den geacht de bevordering van betere toe
standen in de wereld van den ar
beid. In de jaren negentig van de vorige
eeuw lieten de sociale toestanden en ver
houdingen ook bij ons nog veel te wen-
schen over. Laag waren de loo-nen. lang
de werktijden. In de jaren negentig was
de arbeidsduur voor vrouwen, in enkele
bedrijtven althans, nog 16 uur per dag.
De woningtoestanden waren slecht. Werk
loosheid was er veel en de hulp was zeer
gering. De sociale verzekeringen ontbra
ken geheel.
Deze toestanden riepen om verbetering
en het is niet de minste eero van Uwer
Majesteits Regeering in deze 40 jaren-, dat
hierin geleidelijk belangrijke verbe
tering is opgetreden."
Inderdaad, wanneer wij" niet alleen zien
op de crisisjaren en de vele crisiszorgen,
maar wanneer wijl vergelijken den toe
stand van nu met die van veertig jaar ge
leden, dan kan van een geweldige vooruit
gang worden gesproken.
ffln heti zou snoode ondankbaarheid
verraden, daarop in deze dagen van ge
denken niet het volle licht te laten
vallen.
HR.30
BEZOEK VAN Z.K.H. PRINS BERN-
HARD AAN DE „TROMP".
Gistermiddag heeft Prins Bemhard een
informeel bezoek aan den nieuwen flo-
tieljeleider der Koninklijke Marine
„Tromp" gebracht.
Z.K.H. begaf zich terstond naar de offi-
cierenlongroom, waar men gedurende een
uur in opgewekte stemming bijeen bleef.
INDRUKWEKKENDE PLECHTIGHEID
IN DE
GEMEENTELIJKE UNIVERSITEIT TE
AMSTERDAM.
Het was een indrukwekkende plechtig
heid die gisteren te Amsterdam plaats
vond: de eere-promotie van H. M. de Ko
ningin tot Doctor in de Economische we
tenschappen.
De plechtigheid werd geopend met een
rede van den rector-magnificus, Prof. Mr
Dr H. Frijda, -die een rede hield, waarin
hij schetste de ontwikkeling van het on
derwijs in de economische- wetenschappen
aan de Amsterdamsche Universiteit.
Na deze toespraak ging Prof. Frijda tot
de promotie over.
Hij daalde daartoe van den katheder en
plaatste zich ervoor, terwijl de secretaris
van den Senaat zich hij1 hem voegde.
Alvorens over te gaan tot het uit
spreken van de sacramenteele formule,
dekte zich de rector het hoofd. Ook de
hoogleeraren rezen uit de banken en dek
ten zich het hoofd.
Bij de eerste Woorden van den promotor
verhief zich eveneens Hare Majesteit de
Koningin uit haar zetel.
De rector-magnificus verklaarde dan:
„Uit kracht van de bevoegdheid, ons bij
de wet verleend, volgens besluit van Rec
tor en Senaat, op voordracht van de Fa
culteit der Economische Wetenschap, ver
klaar ik Uwe Majesteit, Wilbelmina. He
lena Paulina Maria, Koningin der Neder
landen, Prinses van Oranje-Nassau enz.
enz. enz., te bevorderen tot Doctor in de
Economische Wetenschappen en haar alle
rechten te verleenen, -die door wet of ge
woonte aan het doctoraat in de Economi
sche Wetenschapen zijn verbonden. Ten
bewijze biervan zal U het diploma worden
overhandigd, door Rector en Secretaris
onderteekend, en met het grootzegel der
Universiteit voorzien".
Na alzoo mijn taak te hebben volbracht,
moge ik -als tolk, ook van den academi-
schen Senaat, besluiten met den wensch,
dat Uw volk nog vele jaren Uwe Majesteit
zijn getuigenis moge -kunnen brengen van
zijn liefde en erkentelijkheid jegens Uwe
Majesteit en Haar Huis.
HARER MAJESTEITS DANKWOORD.
Op de promotie-rede van den rector-
magnificus1, Prof. Frijda, heeft H. M. -de
Koningin geantwoord met de volgende
rede:
„Mijnheer de Rector Magnificus,
Wel zeer duidelijk hebben uwe woorden
mij weer voor oogen gesteld, hoezeer de
levensdraad dezer Universiteit is samen
gevlochten met dien van de hoofdstad des
Rijks.
Beide zijn, tegenspoed en teleurstellin
gen ten spijt, groot geworden, dank zij
dien vaderlandschen eigenschappen van
taaiheid en doorzettingsvermogen, welke
het ook hij tegenwind niet opgeven.
Een voorbeeldige samenwerking met
Overheid en 'burgerij der stad, die haar
het leven schonk, hebben het vroegere
Athenaeum doen uitgroeien tot een Uni
versiteit, die niet -alleen een waardige
plaats onder haar zusteren hier te lande
inneemt, maar wier naam ook tot vèr
over de grenzen door tal van groote ge
leerden is uitgedragen.
Het eere-doctoraat beschouw ik als een
hoo-ge onderscheiding en bijzonder waar
deer ik, dat het Mij verleend is in de eco
nomische wetenschapen. Die jongste Uwer
faculteiten, in deze groote koopmansstad
zoozeer op haar plaats, heeft vooral in
deze voor .handel en industrie zoo moei
lijke tijden, naast haar zuiver wetenschap
pelijke taak, een uiterst belangrijke en ver
antwoordelijke rol te vervullen -als voor
lichtster van hen, die in het economische
leven een plaats innemen en opvoedster
van -die zich daarop voorbereiden.
Dat zij zich van dien dubbelen plihht
niet slechts naar vermogen, maar ook
met eere zal kwijten, daarvan ben ik, ge
zien wat ziji reeds beeft bereikt, overtuigd.
Trotscb ben ik er dus op haar tbans
de mijne te mogen noemen en door haar
de-el te hebben aan een Universiteit, -die
steeds moge blijven wat zij' thans is: een
roem voo-r ons land en een parel in de
kroon van Aimsterdam".
VERONTRUSTENDE BERICHTEN.
De onderhandelingen te Praag;
worden herval
Het incident te Moravisch Ostrau, waar
bij o.a. een Sudeten-Duitsche afgevaardig
de door een agent werd mishandeld, is,
volgens een officieel communiqué der re
geering te Praag, bijgelegd. De Sudeten-
Duitsche gedelegeerden hebben daarop be
sloten om 11 uur de besprekingen over de
nieuwe voorstellen der regeering ter rege
ling van het nationaliteitsprobleem te
hervatten.
Het officieele communiqué, waarin van
de bijlegging van het incident melding ge
maakt wordt, luidt als volgt:
„Hodza heeft gisteravond als vertegen
woordiger van de Sudet'en-Duitsche partij',
de afgevaardigden Kundt en Rosche ont
vangen.
Het onderhoud was gewijd aan de li-
kwidatie van het incident te Moravisch
Ostrau. Het incident werd volkomen ge-
likwideerd. Men constateerde, dat daar
door de hinderpalen waren weggenomen,
waardoor de onderhandelingen over de
regeling van het Duitsohe probleem voor
barig waren onderbroken".
H. M. de Koningin tijdens haar rede na de eerepromotie, welke Vrijdagmiddag in de aula der Amster-damsche Univer
siteit plaats had.
Een rede van Hitler.
Voor 140.000 politieke leiders, waaron
der 10.000 uit Oostenrijk, heeft Hitier gis
teravond een rede gehouden. In totaal
hebben 250000 menschen hem aldaar aan
gehoord.
In u allen, aldus Hitier tot de politieke
leiders uit -de Oostmark, klopt hetzelfde
trouwe Duitsche hart. Gij zijt thans voor
eeuwig in het nieuwe Groot-Duitsche Rijk
opgenomen. Gij allen moet het gevoel be
zitten hoe sterk wij zijn door onze gemeen
schap. Juist in dezen tijd, dat er zich wol
ken aan het firmament vertoonen, be
schouw ik het als een dubbel geluk, dat
wij weten, dat ook deze millioenengarde
van vast-overtuigde, fanatieke nationaal-
sociaiisten, welker geestelijke spits gij zijt,
er is. Duitschland kan op u rekenen. Gij
maakt het mij- gemakkelijk Duitschlands
F'ührer te zijn. Allen, die gelooven, dat
Duitschland zwak is en die daarop reke
nen, zullen zich bedrogen zien.
Ook sprak hij met nadruk de verklaring
uit, dat hij voor niets of niemand zou ca-
pituleeren.
ZEER VERONTRUSTENDE
BERICHTEN UIT DUITSCHLAND?
Volgens een bericht uit
Londen zou Frankrijk En
geland hebben laten weten,
dat het „zeer verontrus
tende" berichten betreffen
de Duitsche militaire be
wegingen heeft ontvangen
en het no o -dig acht, dat En
geland -zal aankondigen,
dat het definitief met Frank
rijk zal oprukken, alsTsje-
cho Slowakije wordt aan
gevallen.
De Fransohe 'diplomatieke vertegen
woordiger te Londen, Gorbin, heeft giste
ren tweemaal een bezoek gebracht aan het
Foreign Office om de aandacht van lord
Halifax te vestigen op de berichten be
treffende -Duitsche militaire voorbereidse
len.
Kort voor middernacht
besloot de Eingelsehe re
geering de Duitsohe regee
ring er van in kennis te
stellen, dat Groot-Brittan-
nië niet ter zijde zal b 1 ij -
ven staan, wanneer Tsje-
oho Slowakije het slacht
offer -zou worden van een
militaire agressie.
Over enkele uren zal waar
schijnlijk aan Hitier een
nota ter hand worden ge
steld.
Engeland zal aan den kant
van Frankrijk staan om
weerstand te bieden aan
iedere agressie in Midden-
Europa.
(Blijkbaar ia men niet gerust op -de
plannen van Duitschland ten opzichte van
Tsjeoho Slowakije. Men verdenkt Hitier
er van, 'dat bij in zijn groote rede van a.s.
Maandag melding zou willen maken van
een of ander „groot" feit.)
Ook België op zijn hoede.
Tri verband met den internationalen po>-
litieken toestand zal de Belgische minister
president, Spaak, die gisteren naar Ge-
nève had moeten vertrekken, om er de vol
kenbondsbijeenkomsten bij' te wonen, eerst
aanstaanden Maandag of Dinsdag daar
heen afreizen.
In België deed bet gerucht de ronde,
dat in verband met den internationalen
po-litieken toestand een zeker aantal re
servisten onder de wapenen was geroepen
Dit werd echter officieus tegengesproken.
Men voegt er aan toe, dat het ministerie
van landsverdediging kalm, maar met de
grootste oplettendheid, het verloop der in
ternationale gebeurtenissen volgt. Ook het
leger is waakzaam, vooral in de grensge
bieden.
Gistermiddag hadden te Londen bespre
kingen plaats tussehen Chamberlain, Ha
lifax, Simon, van Sittart en Cadogan.
Ook vertoefde ex-minister Eden op het
Foreign Office. Er was nauw contact tus
sehen de Fransche en Engelsche regeerin
gen.
O'o-k Hitler houdt zich te Neurenberg
druk bezig met de kwestie: Tsjecho-Slo-
wakije.
Op het allerlaatste oogenblik heeft de
Führer zijn rede voor den nationaal-so-
cialistischen vrouwenbond geannuleerd,
teneinde zijn tijd te kunnen wijden aan het
Tsjech-oslowaaksche vraagstuk.
Naar gemeld wordt, zal de president
der Tsjecho-Slowaaksche republiek, ;dr
Benesj, zijn aangekondigde rede voor de
radio op Zaterdagavond in de Tsjechische
en in de Duitsche taal houden.
D'e rede begint om 18 uur 20 Neder
landsche tijd.