Het 40-jarig Regeeringsjubileum van H. M. de Koningin.
OPTIEK.
GEENSE - GOES.
Dagblad voor de Provincie Zeeland
Galamaaltijd ten Hove.
Prinses Juliana spreekt tot
Haar Moeder.
Buitenland.
De intrekking der Fransche
verloven.
Moderne Optiek.
Etaleert de fijnste
Lange Vorststraat 49.
Oe strijd in China.
DINSDAG 6 SEPT. 1938
52e JAARGANG - No. 286
De Nationale Gedachtenisviering in de Nieuwe Kerk.
Uitgave: N. V. Uitgevers-Maatschappij
„Luctor et Emergo" ter exploitatie van
het blad „De Zeeuw"
Bureaux Lange Vorststraat 7 0, Goes
Postrekening 44455 Telefoon 11
Bijkantoor Middelburg: Fa. Boekhandel
J. J. F A N O Y, Lange Burg 40. Telefoon 28
Directeur - Hoofdredacteur: R. ZU1DEMA
Abonnementsprijs f2.50 per kwartaal
Weekabonne ra enten voor Middelburg
Goes en Vlissingen f 0.20
Losse nummers 5 cent
Advcrtcntiën 30 cent per regel
Ingezonden mcdcdccllngen 00 cent per regel
Kleine Advcrtentiiin Dinsdags en Vrijdags
f0.75 bij vooruitbetaling
Advertentiën onder letter of motto
10 cent extra
Bij contract belangrijke korting
Aangrijpende plechtigheid op den
veertigsten verjaardag van de kroning1 van
Koningin Wilhelmina.
Op den dag, dat heel Nederland feest
viert bij het veertigjarig regeeringsjubi
leum van Koningin Wilhelmina, is dit
heugelijke feit op plechtige wijze herdacht
met een nationale gedachtenisviering in
de Nieuwe Kerk te Amsterdam, de plaats,
waar veertig jaar geleden de jeugdige
Vorstin tot Koningin werd gekroond.
Reeds vroeg in den morgen verzamelde
zich een dichte menigte achter de afzet
tingen op den Dam om den kerkgang der
Koninklijke Familie te kunnen gadeslaan.
Tegen negen uur reeds begon een concert
van 'koraalmuziek, door verschillende mu
ziekverenigingen uitgevoerd, van de peri
style van de Nieuwe Kerk.
De wacht voor het Paleis, die om den
dag 'beurtelings door de marine en de
landmacht wordt waargenomen, was be
trokken door infanteristen van het vijfde
regiment infanterie. Ter gelegenheid van
dezen kerkgang werd bovendien voor het
paleis een eerewacht gevormd door onge
veer '200 leden der gezamenlijke studen-
tenweerbaarheidscorpsen, welke ook gis
teren bij de aankomst aan het Haarlem-
mermeerstation als eerewacht aanwezig
waren.
Een bijzondere herinnering wekte de
eerewacht, welke kort voor elf uur zich
opstelde voor den ingang van de Nieuwe
Kerk, 42 heeren van gevorderden leeftijd,
sommigen in jacquet met hoogen hoed,
anderen in uniform van marineofficier of
officier bij de Landmacht van verschillen
den rang. Het waren degenen, die veertig
jaar geleden als adelborst of als cadet deel
uitmaakten van de eerewacht van adel
borsten en cadetten, die' toen, bij den kro
ningsgang van de jeugdige Vorstin, voor
de Nieuwe Kerk stond opgesteld.
Onder daverend gejuich begaf de Ko
ningin, die vergezeld was van Prinses
Juliana en Prins Bernhard en begeleid
werd door den burgemeester, zich te voet
naar den ingang van de Nieuwe Kerk, ge
volgd door leden van de hofhouding.
In de Nieuwe Kerk.
Reeds vóór tien uur reden voor de Nieu
we Kerk de auto's af en aan met genoo-
digden, die reeds tijdig hun plaatsen wil
den innemen, omdat het publiek was ver
zocht vóór half elf in de kerk aanwezig
te willen zijn.
Het interieur van het kerkgebouw bad
een grondige verandering ondergaan. Alle
banken en gewone zetels waren verwijderd
en in plaats daarvan waren stoelen in de
kerk gebracht, welke ook in andere op
stelling stonden dan gewoonlijk de ban
ken.
Terwijl het kerkgebouw zich vulde, werd
het groote orgel van tien uur af bespeeld
dor den organist der Nieuwe Kerk, Henk
Loohuys, die o.a. „Toccata en Fuga" van
Bach ten gehoore bracht, tot ongeveer
kwart voor elf, toen hij' werd afgelost door
den orgelist, Piet van Egmond, die op het
orgel door hem zelf gecomponeerde vari
aties van het Wilhelmus liet hooren.
Reeds voordat tegen elf uur de Konink
lijke Familie het Paleis verliet, hadden
alle genoodigden hun zetels ingenomen.
Op den eersten stoel van het vak, rechts
van de plaats der Koningin, zat de Minis
ter-President, tD'r H. \Golijn en recht®
van hem, allen op de voorste rij, de ove
rige leden der regeering in ambtskleedij'.
Het eerste vak ter linkerzijde van den
doorgang van het Koninklijke podium af
gezien, werd ingenomen door de leden van
het diplomatieke1 corps, die bijna allen in
uniform waren, zoodat dit vak een schit
terend beeld opleverde van fonkelende
gouden en zilveren tressen, ordeteekenen
en kleurige ordelinten, waartusschen de
soberder kleuren van het gewaad van den
Pauslijken nuntius zichtbaar waren. De
eerste stoel van het volgende vak bleef
voorloopig nog leeg. Hier zou de burge
meester van Amsterdam, Dr W. de Vlugt,
nadat hij het Koninklijk 'Gezin 'binnen had
geleid, plaats nemen. Hier zaten o.m. de
Commissarissen der Koningin in de elf
•provincies, en verder zag men hier de le
den van de Eerste en Tweede Kamer der
taten-Generaal, leden van de rechterlijke
macht, rectoren en hoogleeraren der Uni
versiteiten, vertegenwoordigers der ver
schillende kerken enz.
Op het muziekpodium hadden vijftig
leden van het Concertgebouworkest en 150
dames en heeren van het Amsterdamsche
monkunstkoor plaats genomen voor het
s'eine orgel, dat bij deze gelegenheid zou
borden bespeeld tijdens de plechtigheid,
aangezien de organist van de speeltafel
yan het groote orgel niet de leiding zou
jUnJ!?.n volgen van den dirigent, professor
r Willem Mengelberg, die eveneens van
tevoren het dirigeergostoelte had ingeno
men, vanwaar hij alle medewerkenden,
ook den organist aan de speeltafel van het
kleine orgel, kon overzien.
Tegen elf uur kondigde gejuich buiten
aan, dat de Koningin het paleis heeft
verlaten en even later betreedt de Konink
lijke familie het Kerkgebouw.
De plechtige herdenkingsdienst.
Het Wilhelmus, in een der variaties,
welke Piet van Egmond op het groote or
gel speelt, ruischt door de ruimte als de
Koningin, gevolgd door de Prinses en den
Prins, door de leden der commissie naar
het podium wordt geleid, terwijl allen zich
van hun zetels hebben verheven. Op den
middelsten stoel neemt de Koningin
plaats, rechts van haar Prinses Juliana
en ter linkerzijde Prins Bernhard, terwijl
de leden der hofhouding op de rijen stoe
len daarachter plaats nemien en burge
meester De Vlugt en de leden der com
missie zich naar hun eigen plaatsen be
geven.
Dan zwijgt het orgel en zingt het toon
kunstkoor a capella twee coupletten van
het Wilhelmus, het eerste en het veertien
de: „Oorlof mijn arme schapen".
Van den kansel, die tegen de tweede
zuil ter rechterzijde van den langen
doorgang is aangebracht, spreekt ds P. J.
de Jong het gebed uit, aanvangende met:
U alleen, U loven wiji;
Ja wij loven U, o Heer,
Want Uw Gunst, zoo rijk van eer
Is tot onze vreugd nabij,
Dies vertelt men in ons land
Al de wond'ren Uwer Hand.
Als het gebed verklonken is, klinkt door
de kerk het choraal uit cantate 192 van
Johan Sebastian Bach, op woorden van
Nicolaas Beets: „O, onvergeetbre stond".
Plechtig en gedragen klinkt de muziek
van den mieester, die onder leiding van
prof. Willem Mengelberg wordt uitge
voerd, door het kerkgebouw, waar allen
onder den indruk zijn van het plechtige
moment, en zeer in het bijlzonder de onge
twijfeld niet velen, die zich het moment
herinneren, waarop veertig jaar geleden
de jeugdige vorstin tot Koningin der Ne
derlanden werd gekroond.
Als de muziek geëindigd is, betreedt
de voorzitter van de Eerste Kamer der
Staten-Generaal, Mr W. L. Baron van
S t e e n w ij k, den katheder, welke tegen
de eerste zuil rechts is aangebracht, zoo
als de kansel tegen de tweede, om het
adres van hulde der Eerste Kamer voor
te lezen, waarin herinnerd wordt aan
alles, wat de Koningin den traditiën van
haar roemruchte voorzaten getrouw, zich
één betoonde met haar volk, gedurende
het aan zegeningen rijke, maar dikwerf
o zoo zorgvolle tijdperk van haar regee
ring.
Dan volgt de voorzitter der Tweede
Kamer, Mr J. R. H. van S ch ai k, die
het adres van deze Kamer der Volks
vertegenwoordiging voorleest, herinne
rend aan de liefde van Oranje voor
Nederland en van Nederland voor Oranje.
Het derde adres van hulde is van de
gezamenlijke commissarissen der Konin
gin en wordt voorgelezen door den oud
ste hunner, den Commissaris der Konin
gin in de provincie Friesland, Mr P. A.
V. Baron van Harinxmathoe
S 1 o o t e n, die herinnerde aan het devies,
dat Oranje voor Nederland nooit genoeg
kon doen, welk devies door de Koningin
op zoo uitnemende wijze is verstaan en
toegepast. Hij sprak het vaste voornemen
uit van de vertegenwoordigers der Ko
ningin in de gewesten des lands, om alles
te doen wat in hun vermogen lag om ook
in de toekomst de belangen, die hun door
de Koningin waren toevertrouwd, te be
veiligen en te bevorderen, als goede en
getrouwe lasthebbers van Hare Majesteit.
De drie adressen van hulde worden
na voorlezing aan de Koningin over
handigd.
Rede van dr H. Colijn.
Dan is het moment gekomen voor de
groote herdenkingsrede, uit te spreken
door den voorzitter van den Ministerraad,
Dr H. Colijn, die den katheder heeft be
klommen en zijn rede aanvangt met een
herinnering aan het woord van den
psalmist, waarin wordt gewaagd van ge
dachten, die zich binnen in ons ver
menigvuldigen, welk woord wellicht beter
dan iets anders uitdrukking geeft aan
de gevoelens, die ons in deze dagen
vervullen.
Veertig jaar is het geleden, dat in dit
zelfde kerkgebouw een achttienjarige
vorstin onder inroeping van de hulpe
van den almachtigen God, het verbond 1
tusschen Oranje en Nederland, dat in
wezen kan bogen op een bestaan van niet
veel minder dan vier eeuwen, plechtig-
lijk kwam vernieuwen.
Als we de regeeringsjaren sinds 1898
trachten te overzien, aldus Dr Colijn, wor
den we wel het meest getroffen door de
tegenstelling op bijna elk terrein van het
leven, maar wellicht het meest opzien
barend op internationaal terrein, tusschen
het begin en het eind dezer veertigjarige
periode.
Ongetwijfeld waren er ook tegen het
einde der negentiende eeuw allerlei moei
lijkheden in de wereld, maar bij verge
lijking tusschen den algemeenen wereld
toestand in 1898 en in 1938, kan men de
kleuren op zijn palet voor 1898 bijna niet
licht genoeg en op dat van 1938 nauwe
lijks donker genoeg nemen om de tegen
stellingen naar waarde te doen uitkomen.
Spr. trekt deze vergelijking door voor
voor wat betreft het oorlogsrumoer, de
vrijheid van goederenverkeer, de vermin
dering der welvaart in onze dagen en
de vorming van nieuwe Staatkundige
eenheden, waarbij vorstenhuizen met
namen, welke de eeuwen doorklonken
werden terzijde gesteld.
Het parlementaire stelsel was in 1898
nog onaangevochten, doch heeft in 1938
in onderscheiden landen plaats moeten
maken voor een meer autoritairen regee-
ringsvorm. Alleen de werkelijk constitu-
tioneele monarchie heeft den stormloop
op het parlementaire isysteem ten volle
kunnen weerstaan.
Ook Nederland is niet vrij gebleven
van de schokkende gevolgen van den we
reldoorlog. Daarnaast is er echter reden
tot vreugde als men let op de plaats, die
Nederland temidden der volkeren in
neemt. Daartoe hebben o.a. bijgedragen
de herinnering aan het door een Neder-
landsch oorlogsschip overbrengen van
den bejaarden president Krüger uit Zuid-
Afrika naar ons land, de correcte hou
ding van Nederland tijdens den wereld
oorlog, de taaie vasthoudendheid van Ons
volk in tijden van tegenspoed, terwijl bij
de moeilijkheden, waarmee wij te kampen
hadden, steed® het „Je Maintiendrai" in
vervulling is gegaan. Hiermede houdt
ook verband de bijzondere belangstelling,
die H. M. steeds voor de weermacht aan
den dag heeft gelegd.
De voldoening, die we mogen koesteren
als men let op' de plaats van Nederland
in het internationaal verband, gaat over
in stille bewondering, indien men den
blik laat gaan over den vooruitgang, die
in deze veertig jaren binnen bet Konink
rijk viel waar te nemen. Spr. somt op wat
is geschied op het gebied der volksge
zondheid, op het gebied van den land
bouw, op industrieel terrein, voor han
del en verkeer, verbetering van wegen,
wat tot stand is gebracht op de nieuwe
terreinen van radioverkeer en luchtvaart,
doch daarnaast wat Nederland gepres
teerd heeft waar het betreft het bevorde
ren van kunst en wetenschap, werken
van cultuur en van barmhartigheid, ter
wijl de minister-president tenslotte uit
voerig en afzonderlijk uiteenzette wat on
der het bewind van Koningin Wilhel
mina in Oost- en West-Indië tot stand is
gebracht.
'Onder de zegeningen dezer veertig jaar,
die in een rede als deze niet alle zelfs
maar voor vermelding in aanmerking
kunnen komen, wil spr. nochtans wijzen
op één, waarover hij kan noch mag zwij
gen, n.l. het heugelijk verschijnsel van de
groeiende gehechtheid van ons volk aan
het Oranjehuis. Dat ook de persoon van
de vorstin hierbij niet zonder beteekenis
is, behoeft niet nadrukkelijk te worden
gezegd. Ons regeerend vorstenhuis is in
zijn oorsprong zuiver nationaal en wor
telt in denzelfden bodem, waaruit ook
onze nationale zelfstandigheid opkwam.
Het huis van Oranje leverde in den
eersten Willem den grondlegger ivan die
zelfstandigheid en de latere loten van
den stam hebben haar onder de grootste
moeilijkheden weten te bewaren. Uit deze
eenheid van volk en vorstenhuis resul
teert ook het grondige begrip van wat
het regeeringsbeleid voor het Nederland-
sche volk vordert, dat als geen ander volk
afkeerig is van dienstbaarheid. Eerbied
wordt bij dit volk niet ingeboezemd door
vrees en men verzet zich stijfhoofdig te
gen willekeurig krachtsvertoon, maar het
is meegaand als het met verstand behan
deld wordt en zijn rechten en vrijheden
worden gewaarborgd.
Herinnerend aan het meeleven in 'het
geheele land met de slagen, welke het
Koninklijk gezin tweemaal hebben getrof
fen en met de groote vreugde, dat daar
na Haar deel is geworden, eindigde Dr
Colijn met bet uitspreken van zijn on
wrikbaar 'geloof in de heilzame werking
van het voortbestaan van den band, tus
schen Nederland en Oranje en het uit
spreken van aller vurige hoop, dat het
volk van Nederland ook in de toekomst
het vorstenhuis zal blijven omringen met
zijn warme liefde en zijn ongebroken J
trouw.
Het slot van den dienst.
Het bleef eenigen tijd stil na do in
drukwekkende rede van Dr Colijn. Toen
zette koor en orkest cantate 51 van Bach
„Jauchzet Gott in alle Landen" in. De
orgelbegeleiding was van Piet van Eg
mond, terwijl de sopraansolo werd ge
zongen door Jo Vincent en de trompet
solo geblazen werd door den trompettist
van het concertgebouworkest, M. Komst.
Na het slotgebed van Dr de Jong
bracht het koor het „Hallelujah" uit het
oratorium „De Messias" van Handel, ten
gehoore, terwijl tenslotte koor en orkest
het zesde couplet van het Wilhelmus in
zetten „Mijn schilt ende betrouwen sijt
'Ghy, O God, mijn Heer".
Hiermede was de plechtigheid ten
einde.
Terwijl Henk Loohuys op het groote
orgel Grand Goeur van Guilmand ten
gehoore bracht en alle aanwezigen zich
verhieven, verliet de Koninklijke familie,
uitgeleide gedaan door de 'Commissie
voor de Gedachtenisviering, het kerkge
bouw om te voet naar het paleis terug te
keeren.
Gisteravond had in de Burgerzaal van
het Paleis op den Dam een gala-maaltijd
plaats. Met H. M. de Koningin, H. K. H.
Prinses Juliana en Z. K. H. Prins Bern
hard zaten aan dezen feestdisch aan de
voorzitters van de Eerste en Tweede Ka
mer der Staten-Generaal, de leden van
het kabinet en de Ministers van Staat,
alsmede de Indische vorsten en delega
ties met hun familieleden. Ook tal van
hooge civiele en militaire autoriteiten, de
Commissarissen van de Koningin in de
verschillende provincies, de leden van
het dagelijksch bestuur van de hoofdstad
en van het uitvoerend comité der huldi
gingscommissie 1938 en tenslotte een
groep oud-cadetten en adelborsten, die
veertig jaar geleden bij de inhuldiging
deel hebben uitgemaakt van de eerewacht
in de Nieuwe Kerk zaten mede aan den
maaltijd aan.
Tijdens den galamaaltijd in het paleis
heeft H. K. H. Prinses Juliana gisteren
avond H. M. de Koningin als volgt toe
gesproken:
„Excellenties, dames en heeren,
Ik stel U voor zoo dadelijk een heil
dronk uit te brengen op de Koningin, die
in deze dagen baar 40-jarig jubileum mag
vieren. Ik zou hierbij den nadruk willen
leggen op de dankbaarheid, die wij ge
voelen, ditmaal niet tegenover de repre
sentatieve- Koningin, maar vooral in
dezen kring van de meest vooraanstaan
den in bet Rijk, en omdat het hier haar
eigen kind is, dat spreekt in het bij
zonder ten aanzien van den stillen werker,
-dien men niet kent, van de persoonlijk-
beid, die niemand ten volle weet. En bi]
onze dankbaarheid voegen wij' onzen
wensch voor het geluk, dat haar arbeid
haar in de toekomst moge schenken".
IN VERBAND MET TROEPENCONCEN
TRATIES VLAK OVER DE
FRANSCHE GRENS.
De Fransche militaire autoriteiten heb
ben, naar wij gisteren meldden, zich ge
noodzaakt gezien maatregelen te nemen
in verband met de Duitsche troepemver-
sterkingen. Tot nu toe beperken zich deze
maatregelen tot bet intrekken van de ver
loven, het oproepen van gespecialiseerde
reservisten voor den tijd van drie weken,
het versterken van de -grensposten en het
transporteeren van de troepen naar de
hun toegewezen forten.
Deze maatregelen zijn slechts van voor
bereidenden aard. 'Militaire grensautori-
teiten wezen er op, dat het mogelijk is,
dat de 'Fransche militaire leiding tot ver
dere stappen zal overgaan in verband
met de groote troepenconcentraties vlak
over de Fransche grens. Dergelijke maat
regelen zouden dan kunnen zijn een ge
deeltelijke mobilisatie door het oproepen
van een tof meer lichtingen.
De 'buitenlandsche diplomaten slaan de
werkzaamheden der regeering met aan
dacht gade en zij, die contact hebben met
de officieele kringen, merken op, dat
duidelijk een opgewonden
spanning waarneembaar is.
De posten van de Maginot-linie zijn in
verband met het gerucht dat in Freiburg
het aantal Duitsche divisies verdubbeld
is, eveneens in den loop ivan den nacht
verdubbeld. De intrekking der verloven
brengt, naar verluidt 15.000 man officie
ren en soldaten naar de garnizoenen te
rug en bovendien heeft men reservisten,
gelijk reeds 'gemeld is, opgeroepen, doch
hiervan is het aantal niet bekend. Ook
de gendarmerie aan de grens heeft geen
verlof gekregen.
Ook bij de luchtmacht zijn alle verlo^
ven ingetrokken. D'eze maatregel is niet
tot de vloot uitgebreid, doch daar fioudt
men zich gereed, in geval van spoedbevel
de manschappen eveneens op te roepen.
In verhand met de getroffen militaire
maatregelen wordt nog gemeld, dat het
hier onvermijdelijke voorzorgsmaatrege
len betreft. Zij behoeven de openbare
meening niet te verontrusten.
De Duitsche troepenbewegingen in het
Rijngebied worden van Duitechen kant
slechts aangemerkt als een deel van de
algemeene manoeuvres.
Strijd om Hankau wordt steeds heviger.
Het groote Japansche offensief tegen
Hankau is Zondag met kracht voortgezet.
De operaties strekken zich over een groot
front uit en de strijd is heviger, dan in
de afgeloopen maanden, waar ook in Chi
na, het geval is geweest.
De geheele Japansche luchtmacht in
China neemt aan de gevechten deel.
De Ghineezen hebben overal verdedi
gingswerken aangelegd en bieden een ver
bitterden tegenstand. Hun voorste linies
zijn echter reeds door den vijand genomen.
Op den Noordelijken, oever van de
Jangtse wordt op het oogenblik hevig ge
vochten om het bezit van de stad Kwang-
tsji, een belangrijk strategisch punt in het
Zuid-Oosten der provincie Hoepei. De val
van deze stad wordt spoedig verwacht.
Volgens berichten uit Japansche bron
vorderen de Japansche aanvalstroepen
langzaam op alle belangrijke punten van
het front.
PRAAG VOOR BELANGRIJKE
BESLISSINGEN.
Buitengewone ministerraad.
Om vijf uur gistermiddag kwam te
Praag een buitengewone ministerraad bij
een. Dat beslissingen van zeer groot be
lang op het spel staan schijnt zeker.
Runciman heeft zich gisteren naar Be-
nes begeven. Hodza heeft een langdurig
onderhoud met Gwatkin gehad.
De raad van ministers hield gister
avond om 8 uur nog zitting.
In officieele kringen te
Praag geeft men er zich
rekenschap van, dat de al
gemeene toestand zoo kri
tiek is, dat Tsjech o-S lowa-
k ij e een bijdrage moet leve
ren tot de zaak des vre-
des, zelfs als zulks zware
offers meebrengt.
Het communiqué, dat uitgegeven is na
de beraadslagingen van de ministers,
deelt mede, dat de ministers besloten
hebben een definitief plan op te stellen,
dat zoo spoedig mogelijk aan de Sudeten-
duitsche partij' zal worden voorgelegd.
Reuter verneemt uit be
trouwbare bron, dat de
nieuwe voorstellen der re-
geeringbijlna algeheele vol
doening geven aan de
eischen der Sudete n-D u i t-
sohers, vervat in de acht
punten van Karlsbad.
ONRUST IN ZUID-AMERIKA.
Berichten uit Chili melden, dat de
staat van beleg in de stad Santiago
(Chili) is afgekondigd. In de straten
wordt geschoten.
Militaire politie heeft in de geheele
stad de strategische punten bezet. Zij be
legert het gebouw der arbeidersverzeke
ringsbank, gelegen tegenover den zetel
der regeering. De employé's hebben van
uit de ramen geschoten en bommen ge
worpen. Een aantal studenten heeft zich
in de universiteit opgesloten en de poli
tie belegert de universiteit. Op vele
plaatsen is het verkeer stilgelegd.