HERINNERINGEN AAN 1898.
en Horloges.
is te koop.
[Kalfvaars,
fagdienstbode
Stand.
I een bespreking tus-
[z en H'enlein plaats,
Ig wordt geacht. De
■koersen, vooral van
Ij waren vast.
pg ZEEUW van Dinsdag 30 Aug. 1938 - Tweede Blad.
Waar H.M. de Koningin ingehuidigd werd en
waar Zij gehuldigd zal worden.
33)
BLADREUZEL
[n prijs, bij 10 kilo tege-
brting. Vraag u eens
|uw voordeel. C. VER-
79, Tel. 198, M'burg.
SIERING.
ides 7 en 10 ct, per M,
ten en Geraniums,
;ER, Breeweg D 217
.MPER, Kortedelft l
[Telefoon 816.
[EK, dikke bladreuzel,
jk aan lage prijzen.
DE PAGTER, Korte
jij Telefoon 614, Mid-
)ERS. Gespeeld van
Bordeaux met 1 ver-
if te geven 15 bevl, en
Prijs z. bill. Voorma-
5ostd.ver. „Zeelandia",
[103, W. Witte, M'burg.
jTe koop: 1 gebr. 2-p.
|L, z.g.a.n. Verder nieu-
idploegen aan concurr.
gvelend: A. Cornelisse,
[■kt., Eigenhaardstraat
'E KOOP:
3RSIERING EN
ÈREPOORT
van buurtver. te Drie-
J. G. NIEUWEN-
vegen.
Ie Piet", 's-H. Arends-
letzelfde adres
J.GEIT TE KOOP.
KOOP:
[ptember, bij JAC. DE
leldinge.
beneden de 18 jaar.
Nieuwstraat 39, Mid-
JAGMEISJE,
elden 's avonds na 8
DE WITTE, Ban-
lieuwendijk 7, Vlis-
Door
tkhandelaren
vorden
3RTENTIËN
en
INEMENTEN
Iblad aangenomen
rustiger dan giste-
linig aanbod, zoodat
[zelfs van de hoog-
.sen, zeer gering wa-
[ustig en de Britsche
het verlies van gis-
Ihalen. O'ok voor de
leien bestond geen
ïdat de koersen hier,
It te Londen, boven
In noemenswaardige
fkwamen.
[kt bestond eenig
[ct .Nederland 1937.
[aties Engeland was
Inden iets beter, ter-
Igaties prijshoudend
jersen.
isterdam, 2.30 uur.
B4 H.
jirtina Antonia d.v.
Lrtina Antonia ver-
leTtrouwd: J- P- ®e"
Groot, jd. 20 jaar,
I en N. J. Reijnbout,
|ard, jm. 50 j- en
A. Gernler, jm- f'
3raaf, jd. 32 j.J
H. M. Tweebeeke,
gb, geb. Kaland,
Scbou, z.; G. J°k
M. Hendrikse, ëe0'
euwse, jm. 31j"
isober, 55 J. (M- GO
De geschiedenis van de Nieuwe Kerk
te Amsterdam.
Veertig jaren geleden, op Dinsdag 6
September 1898 werd H. M. 'de Koningin
tyilhelniina te Amsterdam in de Nieuwe
kerk, naast bet Koninklijk Paleis op den
Dam, op plechtige wijze ingehuldigd. En
ju dit historische gebouw, zal onze Vor-
stin op Dinsdag 6 September a.s. weder
om gehuldigd worden; o.m. zal de minis
ter-president, Z. Ex. Dr H. C'olijn, bier
een rede houden. Waar deze huldiging
door de radio uitgezonden zal worden,
zullen dus duizenden en duizenden Ne
derlanders, waar ter wereld zich ook be
vindende, biervan getuige kunnen zijn
Het is mede naar aanleiding hiervan, dat
vrij in onze serie „Herinneringen aan
1898" een kort artikel wijden aan de ge
schiedenis der Nieuwe Kerk.
Deze geschiedenis hangt ten nauwste
santen met die van de alleroudste van de
hoofdstad. Het oorspronkelijk dorpje Am
sterdam behoorde eertijds, in de dertien
de eeuw, kerkelijk onder Ouderkerk. Am
sterdam kreeg zijn eersten pascoor eerst
in 't jaar 1334; dit was Wouter van
Drongelen. Langzamerhand breidde zich
't plaatsje uit, vooral aan het westelijk
gedeelte van den Amstel, waardoor in
1408 overgegaan werd tot stichting van
een tweede parochie. Op verzoek van de
stedelijke regeering stelde de Utrechtsche
bisschop Frederik van Blankenheim toen
het nieuwe kerspel in, waarbij' tegelijker
tijd vergunning verleend werd tot de
stichting ivan 'n kerk, waarmede na 6 jaar
dus in 1414 begonnen werd. Dit werd de
latere Nieuwe Kerk*), tot den bouw
waarvan zeer veel heeft bijgedragen de
rijke poorter Willem Eggert. Deze stierf
in 1417; hij werd in eten door de hem in
de kerk gestichte kapel begraven. Op de
kroonlijst van het bek, waardoor deze
kapel is afgesloten, staat thans zijn graf
schrift nog te lezen.
De Nieuwe Kerk boekte reeds vrij spoe
dig „lotgevallen". 'Op Pascben 1421, den
23sten April, ontstond in Amsterdam een
hevige brand, waardoor ongeveer een
derde van de stad in de asch gelegd
werd. Tot de openbare gebouwen, die toen
den prooi, der vlammen werden, behoorde
ook de Nieuwe Kerk. Zij werd echter
dermate fraai herbouwd, met medewer
king van den rijken burgemeester Dirk
Holland, dat zij in die dagen terecht tot
de schoonste kerken der wereld gerekend
werd. Dertig jaren later, in 1452, ver-
brandde opnieuw een vierde gedeelte der
stad; daaronder hoorde ook weer de
Nieuwe Kerk, waarbij' de oostelijke en
zuidelijke muren onbeschadigd bleven.
In November 1578 werd de Nieuwe Kerk
in gebruik genomen door de Gereformeer
den, nadat Amsterdam in Mei van dat jaar
de Spaansche zijde had verlaten. Een en
ander had tot gevolg een verwoesting van
beelden en altaren. Omstreeks 1620 wer
den de kapellen met de altaren afge
sloten. Een ervan, die van burgemeester
Jacob Pietersz. van Bergen, is de keuken
van de kosterswoning, welke aan de kerk
is aangebouwd.
D'e bekende Mr de Roever, die veel over
Amsterdam heeft geschreven, zegt o.m.:
„In 't midden van de zestiende eeuw en
reeds vroeger, moet de kerk een beerlijken
aanblik hebben opgeleverd. De hooge ge
welven, waarin het licht zacht gekleurd
door uitmuntend geschilderde ramen bin
nen viel, een eigenaardig schijnsel wer-
I pende op de talrijke altaren tegen muren
en pilaren opgericht; die altaren rijk be-
-iftigd, behalve met allerlei inkomsten,
ook met prachtige schilderijen ten (kunstig
De Oude Kerk in Amsterdam, werd
in het begin van de veertiende eeuw 'ge
sticht.
FEUILLETO N
het kind van trefusa
door
S. K. HO'CKING.
"Ik vergeet den honger, als ik hier bij
zee beu", antwoordde zij. „Ik heb bier
onlang op de Meeuwenrots gezeten, on
gust van alles behalve het heerlijke ge
il ren de woeste, sombere muziek."
"Waar is de Meeuwenrots?" vroeg 'hij.
vaar ginds", antwoordde zij met haar
wa«t u'1iZe.Ild' »^e zee is er nu boven,
ris ™t is vloed. Maar als het eb is,
droomen kper^ om op de rots te ziRen
«Ik zal het eens probeeren", antwoord-
b en toen zwegen zij beiden,
avpn'vl ■1We^ voerde door St. Aubin en
vers a en het dorp werd de weg bijna
jongens ^°°r e0n troe® schreeuwende
^et den rug tegen den muur geleund
stond
na's ^CnJ-°ng meis')'e' misschien van Mo-
ontwiVv!ii d' hoewel zij langer en beter
ternvol was- Z« had
geborduurde altaarkleeden en vanen, met
heiligen beelden in hout gesneden en rijk
gepolychromeerd, of in zilver gedreven,
met al het vaatwerk voor den eeredienst
bestemd, waaraan het edele metaal niet
gespaard was; de mat gekleurde muur
schilderingen op de meeste plaatsen aan
gebrachtdat alles moet den indruk
hebben gemaakt van een reusachtig mu
seum van kerkelijke kunst."
Op den llden Januari 1645 trof de
Kerk wederom een ramp: toen werd de
heele kap en het binnenwerk door het
vuur verteerd, en wel „door verzuym en
onvoorzichtigheydt van danige loodgie
ters". Nauwelijks1 was echter de brand
geblusoht, en 't puin opgeruimd, of de
stedelijke regeering besloot, niet alleen 't
kerkgebouw te herstellen, doch ook voor
zieningen te treffen voor een zwaren
hardsteenen toren. In Mei 1'646 werd een
■begin gemaakt met het graven der funda
menten; tijdens dit graafwerk vond men
enkele oude fundamenten van een toren
of Klokhuis', die, naar men aannam, daar
in 1565 gelegd waren. Met het plaatsen
ivan het roosterwerk voor dien nieuwen
toren werd een begin gemaakt op den
13den Augustus 1646. Veertien dagen la
ter, dien 27sten, begon men met twee
blokken, elk van duizend pond, de palen
te heien, waarvan er een naderhand door
een lichter blok vervangen werd.
Met deze beide heibloken had men den
6den Juni 1647 in totaal 6'363 groote
en klein palen in den grond geslagen.
Toen de laatste paal den bodem inging,
waren daarbij tallooze Amsterdammers
aanwezig. Een aanwezigheid, welke den
heibaas geen windeieren legde, zooals de
kroniekschrijver meldt I
10'p Woensdag 20 Juni, om 9 uur
's morgens, werd de eerste steen voor den
toren gelegd door Cornells Backer, een
zoon van burgemeester Willem Backer, en
wel zuidwaarts naar den kant van bet
stadhuis. Er werd een bedrag van twee
honderd gulden in goudspecie ingemet
seld. De bouw vorderde drie jaar; op den
lOden Mei 1648 hield de prodikant Fre
derik Keslerus in het nieuwe kerkgebouw
de eerste predikatie, welke tevens bedoeld
was als dankzegging voor den met Spanje
gesloten vrede. Als tekst voor zijtn rede
had hij gekozen de woorden van den
46sten Psalm, vers 9 tot 12.
Ook aan den toren werd enkele jaren
met groote voortvarendheid gewerkt, doch
daarna werden deze werkzaamheden ge
staakt, toen men nauwelijks tot de helft
van de hoogte der kerk gevorderd was.
Zinspelende op de predikatie van Kesle
rus en den gestaakten torenbouw, maakte
iemand een tweeregelig rijmpje van den
volgenden inhoud:
De wijze magistraat, om d'eendragt niet
te storen,
Sloot in de kerk. de vreê en uit de kerk
den toren.
D'e reden, waarom de toren niet verder
opgetrokken werd, is nimmer met zeker
heid komen vast te staan. Volgens den be
kenden Amsterdamschen stadsbeschrijver
Wagonaar liet men het werk staken, wijl
men dacht, dat zulk een groote toren het
naburige stadhuis, dat tegelijkertijd ge
bouwd werd, te zeer „'overschreeuwd"
zou hebben. Anderen daarentegen waren
van meening, dat de grond te zwak was,
om het zware gevaarte te dragen. Ook
werd gezegd, dat de kosten aan den to
renbouw verbonden, moeilijk door de stad
gedragen konden worden in een tijd, dat
ook bet stadhuis en andere dure gebou
wen van stadswege werden gebouwd. Een
deel van de regeering was n.l. gekant te
gen den toren. De 'laatste opvatting wordt
o.a. gestaafd door de aanteekening van
Peter Valming, die van den notaris Jo
hannes Becker vernam, dat de zaak zich
aldus had toegedragen. Toen in den Raad
het besluit zou worden genomen, of men
met den bouw van 't stadhuis of met dien
van den toren zou doorgaan, waren de
meeningen van de vroedschap verdeeld.
Burgemeester de Graef was ivoor het
stadhuis, burgemeester Willem Backer
voor den toren, en ieder van hen bad zijn
medestanders'. Ten einde nu geen der
partijen aanstoot te gevten, besloot men,
met beide bouwwerken door te gaan. Toen
echter de patroon van den toren k'orten
tijd daarna overleed werd deze, wegens
onvoldoende bescherming, niet afge
bouwd.
Geschiedschrijvers betreurden dit, want
zoo merken zij op, te oordeelen naar bet
model, zou hij' den sieraad van de stad
en een der fraaiste torens van Amster
dam geworden zijn.
De laatste brand is oorzaak geweest,
dat wij' nu het 'orgel, bet koorhek en de
preekstoel; een werk van Albert Vincken-
brinck, kennen. Hierop komen voor de
vier Evangelisten, met symbolische voor
stelling van bet Geloof, de Kracht, de
Liefde, de 'Gerechtigheid en de Voorzich
tigheid, waartusschen op velerlei wijzen
de Barmhartigheid. De trapleuning is
met wijngaardbladen doorwerkt, waarop
een touw ligt, waarvan de meergenoemde
Wagenaar o.m. zegt„zo konstiglyk van
terovi
het hoofd ach-
oosptT ge^vorPeii, de vuisten gebald, baar
stond ïen vuur' Aan haar moeten
ti„„en aond> die half dood scheen
v°°, jjej®er.en_mishandeling.
Zij stond
Ssuó dier en tartte de jon-
Dader te komen.
„Jullie lafaards!" zei zij. „Ik schaam
me voor jullie! Heb je niets beters te doen,
dan een arm, halfdood dier te mishan
delen?"
„Het is jou hond niet", schreeuwde een
van de grootste jongens, „en je hebt geen
recht je er mee te bemoeien."
„Geen recht!" riep zij uit, toen Edward
zijn paard inhield. „Wil deze heer mij
zijn rijzweep leenen, dan zullen we gauw
uitmaken, wie recht heeft", en zij deed een
schrede naar het paard.
„Ik begrijp het niet", zei Edward, Mona
de teugels gevend en van het rijdier sprin
gend.
„Hierheen mijnheer", zei de woordvoer
der van de bende: „We speelden met on
zen eigen hond en toen nam zij hem ons
af".
„Je zegt, dat het jullie hond is", zeide
Edward, „hoe kwam je er aan?"
„We vonden hem!" riep een kleine jon
gen van den achtergrond, „en hij hoort
van niemand anders."
„Neen, hij hoort niemand toe en hij is
dus van ons", riepen verscheidene stem
men in koor.
„En wat deed jullie er mee?" vroeg bij.
„Niets", was het onwillige antwoord,
„we speelden er maar mee".
'Gedurende dit gesprek had juffrouw
Dorothee Gray het verschrikte dier vrien
delijk gestreeld. Maar eensklaps zich op
richtend, riep zij uit met fonkelende oogen
„Noem jullie dat spelen, als jullie het
arme dier bijna doodgemaakt hebt
spelen, als je het eerst hebt trachten te_
verdrinken en later met steenen gegooid!
Schaam jullie! 'Gaat dadelijk naar huis
en laat mijl het dier".
„■Geef op den hond, dan gaan we", zoo
mompelden zij, half bang en beschaamd.
'Onmiddellijk klemde Edwards hand zich
vaster om zijn rijzweep. „Gaat dadelijk!"
zij hij bevelend, „en weest blij, dat jullie
er zoo gemakkelijk afkomt".
Een oogenblik later keken zij hem zwij
gend aan en slopen toen weg, terwijl hij
en Dorothee tegenover elkander bleven
staan.
„Ik dank u voor uw tusschenkomst",
zei zij, haar groote diepe oogen tot hem
j 'opslaande. „U kwam juist op tijd".
„O spreek daar niet van", stamelde hij
©enigszins verlegen. En toen bleef hij' stok
stijf staan en zag haar wegwandelen, ge
volgd door het dier, dat zij had gered. Hij
wilde nog iets zeggen, maar de woorden
kwamen niet. Hij voelde zich altijd verle
gen in tegenwoordigheid van vreemde
dames maar nu was 'hij zich bewu'st van
een gewaarwording, die 'hij vroeger nooit
had gekend.
HOOFDSTUK XII.
Een onderzoek en de uitslag.
„Weet je wie zij is?" vroeg Mona, nadat
zij een eind zwijgend hadden gereden.
„Ik weet het niet", was het antwoord.
„Ik wilde je juist hetzelfde vragen."
hout gesneden, dat het 'bijna van hennip
schijnt gedraaid te zijn."
Johannes Lutma heeft het koorwerk
bewerkt. Hans Wolf Schonat bouwde het
prachtige orgel, waarvan Van Bronck-
horst de deuren beschilderde; op de eene
ziet men David, die door zijn harpspel
Sauls waanzin verlicht, de andere Da
vid, terugkeerende van het verslaan ivan
Goliath.
Nog verdient vermelding een schilde
ring van Van Bronckhorst '(na den laat-
sten brand) in het noorderraam: de
schenking van het wapen aan de stad
door 'Graaf Willem IY in het jaar 1342,
welk raam in 1893 gerestaureerd is door
wijlen den bekenden ingenieur-architect
J. L. Schouten te Delft. Overbekend ten
slotte is het grootsche grafmonument van
D'e Ruyter (door Rombout Verbuist), in
het koor, en voorts de praalgraven van
David Sweers en Jan van 'Galen, alsook
de graftombe voor den heldhaftigen Van
'Speijk. In de kerk werden o.m. begraven
Hooft, Vondel, Van Baer'le en Da Costa.
Aanzienlijke restauraties werden n'og
verricht in het begin dezer eeuw door
den bekenden architect Posthumus
Meyjes.
Hetgeen ons bij dit gebouw aan 6 Sep
tember 1898 in 't bizonder doet herinne
ren, is ook 'het zéér fraaie 'Gedenk
raam, dat zich aan de Damzijde der
Kerk bevindt. Hierover zal in een vol
gende bijdrag een en ander worden ver
teld. «Hl
WELKE ZEEUWEN OP 6 SEPTEMBER
NAAR AMSTERDAM GAAN.
Wij' ontvingen het programma van het
Nationale Huldebetoon ter gelegenheid
van bet 40-jarig regeeringsjubileum van
H. M. de Koningin op 6 September (Af-
deeling Zeeland.)
De Commissaris der Koningin jhr mi
J. W. Quarles van Ufford, schreef daarin
een woord vooraf, dat luidt als volgt:
„Op den Dam te Amsterdam zal het
Nederlandsche volk 6 September a.s. H.
M. onze Koningin bij gelegenheid van
Haar 40-jarig regeeringsjubileum hulde
en dank betuigen voor de wijze, waarop
onze geliefde Vorstin gedurende die lan
ge reeks van jaren ons vaderland heeft
bstuurd en voor al hetgeen Zij' voor ons
volk is geweest en heeft gedaan.
Uit alle provincies zullen talrijke afge
vaardigden zich daartoe naar de hoofd
stad begeven. Ook Zeeland zal op waar
dige wijze bij die huldiging vertegen
woordigd zijn. Onze provincie wenscht iD
liefde, aanhankelijkheid, trouw en eer
bied voor Haar, die gedurende Hare ze
genrijke Regeering zoo menigmaal blijk
heeft gegeven van Hare sympathie voor
de Zeeuwen, niet onder te doen voor een
der zusterprovincies. De oprechie en in
nige gevoelens, welke het Zepuwsche
volk voor zijne Koningin bezielen, zullen
daarom straks door U tot uiting worden
gebracht, in Uw huldebetoon, in Uwen
hartelijken jubel en Uw vroolijk gejuich,
waarbij ongetwijfeld ook de bede bij U
zal rijzen dat bet Gode moge behagen
onze zoo dierbare Vorstin nog vele jaren
voor Haar Huis en voor- Haar Volk in
goede gezondheid te bewaren.
Ik wensch U een goede en aangename
reis toe, waaraan Gijl allen, naar ik hoop,
steeds de beste herinneringen zult be
houden."
De indeeling van den Zeeuwscben stoet
is als volgt:
Vlag van Zeeland met vaandel wacht
Bestuur der Muziekvereen. „Volharding"
te Zaamslag met vlag en muziekcorps
„Volharding" aldaar.
Afdeeling Landbouw, Tuinbouw, Vee
teelt enz., algemeen leider: mr W. K. II
Dieleman.
Groep 1. Pachters Kroondomein Z.
Vlaanderen, 2 Zeeuwsche Landbouw-Mij,
3. N.-Brabantsche Cbr. Boerenbond, afd
Zeeland, 4. Afd. Zeeland van den Chr
Boeren- en Tuindersbond iu Nederland,
5. Chr. Boerenbond, 6. N.V. Landbouw-
mij. „De Bathpolders", 7. D'e Wilhelmina-
polder, 8. Particulieren uit Domburg, 9.
Leden v. d. Eerste Ned. Ooöp. Beelwnr-
„Zij is mij geheel vreemd", zei Mona.
„Ik hen zeker, dat ik haar vroeger nooit
erezien heb."
„En je kent de meeste menschen uit
St. Aubin?"
„Ja, ik ken bijna iedereen van aanzien."
„Dan moet zij een vreemde zijn, Mona.
Je vergeet de menschen zelden, als je ze
eens gezien hebt."
„Bedoel je dat als een compliment?"
„Ja, als je het zoo wilt opnemen."
„Heel vriendelijk, Ted. Maar je scheen
erg in de war, toen ze tegen je sprak."
„Zag ik er erg dom uit?" vroeg hij een
kleur krijgend.
„Nogal, maar ik heb je wel meer zoo
zien kijken."
„Ik weet niet, wat me bezielde om haar
stokstijf te blijven aanstaren."
„Misschien was je bang. Zij scheen wel
een jonge amazone.
„Ik vond haar een echte dame", ant
woordde hij snel.
Mona scheen het erg vermakelijk te
vinden en haar zachte oogen lachten.
„Ik vind je opgewondenheid bepaald
grappig", zei zij ten slotte, „een tijd
geleden begon ik bang te worden, dat je
nooit buiten boeken en experimenten
kon'.'
„Dat zal ik ook wel nooit kunnen",
antwoordde hij. „Maar daaruit volgt niet,
dat ik mij niet interesseer voor mannen
en vrouwen."
„Vooral vrouwen."
„Als zij interessant zijn."
telsuikurfabriek te Sas van Gent, 10 Vtr-
eeniging „In het belang der landbou
wers" te Zaamslag, 11. Geiteufokvereen.
„Ons Belang" te Zaamslag, 12. Paarden
stamboek afd. Zeeland, 13. Vereen, van
oud-leerlingen van landbouwcursussen.
Afdeeling Polders en Waterschappen
Algemeen leider: H. A- A. baron Collot
d'Escury.
14. Waterschap Hulster- en Axeler
Ambacht, 15. Waterschap Walsoorden,
16. Waterkeering Cal. Waterschap Wal
soorden, 17. Waterschap van de Uitwate
ring van de Polders te Biervliet, 18. Cala-
miteuze Hoofdplaatpolder, 19. Water
schap van de Uitwatering door de Slui
zen bij no. één in den Hoofdplaatpolder,
20. Waterschap der Sluis aan de Wie
lingen, 21. Waterschap der Sluis tegen
den Magdalenapolder, 22. Waterschap
„de Watering Cadzand", 23. Polder Wal
cheren, 24. Waterschap Baarland.
Afdeeling Visscherij. Algemeen leider:
mr F. L. S. F. baron van Tuyll van Se-
rooskerken.
25. Arnemuidsche Vissohersvereeni-
ging.
Afdeeling folklore. Algemeen leider: J.
I. van Ballegoyen de Jong.
26. Boogschutters Zeelandia-gilde en
St. Sebastiaan Ovezande-Driowegen en
de Handhoogsociëteiten 27. Concordia,
Groenendijk, 28. Willem Teil, Klooster-
zande, 29. Hubertus, Kloosterzande, 30.
St. Sebastiaan, Kloosterzande, 31. Vrien-
denschutters, Kloosterzande, 32. Hand
boog, Ossenisse, 33. Ons Vermaak, Aksel,
34. Willem Teil, Zuiddorpe, 35. St. Sebas
tiaan, Zuiddorpe, 36. De Kring, Sas van
Gent.
Afdeeling Verkeer en Industrie. Alge
meen leider: jhr mr A. F. G. de Casem-
broot.
37. Stoomvaart-mij „Zeeland, 38. N.V.
Zeeuwsche Gas-mij, 39. N.V. Kon. Ned.
mij' „De Schelde", 40. N.V. Van Melle's
Gonf. Works, 41. N.V. Vitrite Works, 42.
Eerste Ned. Coöp. Beetwortelsuikerfa
briek, 43. N.V. Prov. Zeeuwsche Electri-
citeits-mij, 44. Coöp. Roomboterfabriek,
Kloosterzande.
Afdeeling diverse organisaties en per
sonen. Algemeen leider: F. G. Lemmers.
45. Inwoners v. Middelburg, 46. Bond
van Buurtvereen. te Vlissingen, 47. Oran-
jevereen. en Buurtvereen. Goes, 48. Bur
gerwacht Goes, 49. Oranjevereen. Dom
burg, 50. Or an je-ver een. Biggekerke, 51.
Muziekvereen. Advendo, Wolf aartsdijk,
52. Gymnastiekvereen. U.D.I., Wolfaarts-
dijk, 53. Oranje-vereen, te Zaamslag, 54.
Ghr. Geref. Knapenvereen., Zaamslag, 55.
Alg. Ned. Politiebond, 56. Duivensociëteit
„Herleving", Hulst, 57. Duivensociëteit
„Herleving", Kloosterzande, 58. Gymna-
stiekvereeniging „Olympia", Tolen.
HET EERSTE BEZOEK VAN H. M. DE
KONINGIN AAN ZEELAND.
On Dinsdag 21 Augustus 1894 kwamen
de Koningin en de Koningin-Regentes te
9.05 per trein uit Soest naar Middel
burg, aankomst 12.10; te 12.45 had een
dejeuner in het gouvernementshotel
(ambtswoning van den Commissaris der
Koningin) plaats.
Te 1.30 brachten schoolkinderen onder
leiding van Uit het VolkVoor het Volk
een zanghulde, waarna de meisjes in ver
schillende Zeeuwsche kleederdrachten
werden voorgesteld; van 2.30 tot 4 uur
hield Koningin Emma receptie, van 4 tot
5.15 u. had een rijtoer plaats met bezoek
aan het stadhuis, om 6.30 u. diner in de
Statenzaal, om 8.30 u. rijtoer en bezich
tiging illuminatie.
Woensdag 22 Aug. 8.45 naar V e r e
''bezoek aan raadhuis en groote kerk), te
11 uur vertrek naar Domburg, (dejeu
ner badhotel); 2.15 vertrek naar West-
ka p e 11 e, te 5 u. terugkeer te M i d d el-
burg, 6.30 u. diner, 9 u. raout, beide
Gouvernementshotel.
Donderdag 23 Aug. 10.30 vertrek per
extra trein naar Vlissingen; 11
II,45 u. tocht met een der booten der
Zeeland; 12.15 u. dejeuner in het nieuwe
station, aangeboden door de gemeente, en
directies der S.S. en der Zeeland; 2 u. in
tocht in de stad per boot, 2.15 bezoek
raadhuis en bezichtiging der de Ruijter-
tentoonstelling; 3 u. her-onthulling van
het verplaatste standbeeld van Michiel
„Zijn er dus enkele interessante vrou
wen?"
„Enkelen."
Ik zou er oen kunnen noemen, maar
ik doe het niet, zij is al ijdel genoeg en
een kleine dwingeland op den koop toe."
„Een dwingeland, en interessant! Hoe
grappig! Maar als je eens wat sneller
reedt; ik ben zeker, dat we te laat zul
len zijn voor de lunch."
Dien middag terwijl Edward op de ver
anda zat met een boek op de knie, ver
diepte hij zich in zoete droomen. Niet, dat
zijn boek vervelend of het weer slaperig
was. Maar zijn gedachten waren buiten
hun gewonen loop gebracht en zijn hoofd
eenigszins verhit, hoeveel moeite hij ook
deed, hij kon de gedrukte bladzijde niet
voor zich houden. De letters en regels
dansten door elkander en een paar groote
schitterende oogen zagen hem aan en een
glimlach als een zomerzonnestraal deed
zijn hart sneller kloppen.
In al zijn droomen had Mona's gelaat
de alleenheerschappij gevoerd. Met den
dag was haar invloed over hem toegeno
men en hij had zich zonder tegenweer
aan haar liefelijke bekoring overgegeven.
Nu kwam een nieuw gelaat voor het
oogenblik tenminste haar den voor
rang betwisten. Het kleine voorval van
dien morgen wokte bij hem een onver
klaarbare belangstelling. Het dappere
meisje, dat een troep woeste jongens had
asm gedurfd, wekte zijn nieuwsgierigheid.
(Wordt vervolgd.)