HERINNERINGEN AAN 1898. en Horloges. is te koop. [Kalfvaars, fagdienstbode Stand. I een bespreking tus- [z en H'enlein plaats, Ig wordt geacht. De ■koersen, vooral van Ij waren vast. pg ZEEUW van Dinsdag 30 Aug. 1938 - Tweede Blad. Waar H.M. de Koningin ingehuidigd werd en waar Zij gehuldigd zal worden. 33) BLADREUZEL [n prijs, bij 10 kilo tege- brting. Vraag u eens |uw voordeel. C. VER- 79, Tel. 198, M'burg. SIERING. ides 7 en 10 ct, per M, ten en Geraniums, ;ER, Breeweg D 217 .MPER, Kortedelft l [Telefoon 816. [EK, dikke bladreuzel, jk aan lage prijzen. DE PAGTER, Korte jij Telefoon 614, Mid- )ERS. Gespeeld van Bordeaux met 1 ver- if te geven 15 bevl, en Prijs z. bill. Voorma- 5ostd.ver. „Zeelandia", [103, W. Witte, M'burg. jTe koop: 1 gebr. 2-p. |L, z.g.a.n. Verder nieu- idploegen aan concurr. gvelend: A. Cornelisse, [■kt., Eigenhaardstraat 'E KOOP: 3RSIERING EN ÈREPOORT van buurtver. te Drie- J. G. NIEUWEN- vegen. Ie Piet", 's-H. Arends- letzelfde adres J.GEIT TE KOOP. KOOP: [ptember, bij JAC. DE leldinge. beneden de 18 jaar. Nieuwstraat 39, Mid- JAGMEISJE, elden 's avonds na 8 DE WITTE, Ban- lieuwendijk 7, Vlis- Door tkhandelaren vorden 3RTENTIËN en INEMENTEN Iblad aangenomen rustiger dan giste- linig aanbod, zoodat [zelfs van de hoog- .sen, zeer gering wa- [ustig en de Britsche het verlies van gis- Ihalen. O'ok voor de leien bestond geen ïdat de koersen hier, It te Londen, boven In noemenswaardige fkwamen. [kt bestond eenig [ct .Nederland 1937. [aties Engeland was Inden iets beter, ter- Igaties prijshoudend jersen. isterdam, 2.30 uur. B4 H. jirtina Antonia d.v. Lrtina Antonia ver- leTtrouwd: J- P- ®e" Groot, jd. 20 jaar, I en N. J. Reijnbout, |ard, jm. 50 j- en A. Gernler, jm- f' 3raaf, jd. 32 j.J H. M. Tweebeeke, gb, geb. Kaland, Scbou, z.; G. J°k M. Hendrikse, ëe0' euwse, jm. 31j" isober, 55 J. (M- GO De geschiedenis van de Nieuwe Kerk te Amsterdam. Veertig jaren geleden, op Dinsdag 6 September 1898 werd H. M. 'de Koningin tyilhelniina te Amsterdam in de Nieuwe kerk, naast bet Koninklijk Paleis op den Dam, op plechtige wijze ingehuldigd. En ju dit historische gebouw, zal onze Vor- stin op Dinsdag 6 September a.s. weder om gehuldigd worden; o.m. zal de minis ter-president, Z. Ex. Dr H. C'olijn, bier een rede houden. Waar deze huldiging door de radio uitgezonden zal worden, zullen dus duizenden en duizenden Ne derlanders, waar ter wereld zich ook be vindende, biervan getuige kunnen zijn Het is mede naar aanleiding hiervan, dat vrij in onze serie „Herinneringen aan 1898" een kort artikel wijden aan de ge schiedenis der Nieuwe Kerk. Deze geschiedenis hangt ten nauwste santen met die van de alleroudste van de hoofdstad. Het oorspronkelijk dorpje Am sterdam behoorde eertijds, in de dertien de eeuw, kerkelijk onder Ouderkerk. Am sterdam kreeg zijn eersten pascoor eerst in 't jaar 1334; dit was Wouter van Drongelen. Langzamerhand breidde zich 't plaatsje uit, vooral aan het westelijk gedeelte van den Amstel, waardoor in 1408 overgegaan werd tot stichting van een tweede parochie. Op verzoek van de stedelijke regeering stelde de Utrechtsche bisschop Frederik van Blankenheim toen het nieuwe kerspel in, waarbij' tegelijker tijd vergunning verleend werd tot de stichting ivan 'n kerk, waarmede na 6 jaar dus in 1414 begonnen werd. Dit werd de latere Nieuwe Kerk*), tot den bouw waarvan zeer veel heeft bijgedragen de rijke poorter Willem Eggert. Deze stierf in 1417; hij werd in eten door de hem in de kerk gestichte kapel begraven. Op de kroonlijst van het bek, waardoor deze kapel is afgesloten, staat thans zijn graf schrift nog te lezen. De Nieuwe Kerk boekte reeds vrij spoe dig „lotgevallen". 'Op Pascben 1421, den 23sten April, ontstond in Amsterdam een hevige brand, waardoor ongeveer een derde van de stad in de asch gelegd werd. Tot de openbare gebouwen, die toen den prooi, der vlammen werden, behoorde ook de Nieuwe Kerk. Zij werd echter dermate fraai herbouwd, met medewer king van den rijken burgemeester Dirk Holland, dat zij in die dagen terecht tot de schoonste kerken der wereld gerekend werd. Dertig jaren later, in 1452, ver- brandde opnieuw een vierde gedeelte der stad; daaronder hoorde ook weer de Nieuwe Kerk, waarbij' de oostelijke en zuidelijke muren onbeschadigd bleven. In November 1578 werd de Nieuwe Kerk in gebruik genomen door de Gereformeer den, nadat Amsterdam in Mei van dat jaar de Spaansche zijde had verlaten. Een en ander had tot gevolg een verwoesting van beelden en altaren. Omstreeks 1620 wer den de kapellen met de altaren afge sloten. Een ervan, die van burgemeester Jacob Pietersz. van Bergen, is de keuken van de kosterswoning, welke aan de kerk is aangebouwd. D'e bekende Mr de Roever, die veel over Amsterdam heeft geschreven, zegt o.m.: „In 't midden van de zestiende eeuw en reeds vroeger, moet de kerk een beerlijken aanblik hebben opgeleverd. De hooge ge welven, waarin het licht zacht gekleurd door uitmuntend geschilderde ramen bin nen viel, een eigenaardig schijnsel wer- I pende op de talrijke altaren tegen muren en pilaren opgericht; die altaren rijk be- -iftigd, behalve met allerlei inkomsten, ook met prachtige schilderijen ten (kunstig De Oude Kerk in Amsterdam, werd in het begin van de veertiende eeuw 'ge sticht. FEUILLETO N het kind van trefusa door S. K. HO'CKING. "Ik vergeet den honger, als ik hier bij zee beu", antwoordde zij. „Ik heb bier onlang op de Meeuwenrots gezeten, on gust van alles behalve het heerlijke ge il ren de woeste, sombere muziek." "Waar is de Meeuwenrots?" vroeg 'hij. vaar ginds", antwoordde zij met haar wa«t u'1iZe.Ild' »^e zee is er nu boven, ris ™t is vloed. Maar als het eb is, droomen kper^ om op de rots te ziRen «Ik zal het eens probeeren", antwoord- b en toen zwegen zij beiden, avpn'vl ■1We^ voerde door St. Aubin en vers a en het dorp werd de weg bijna jongens ^°°r e0n troe® schreeuwende ^et den rug tegen den muur geleund stond na's ^CnJ-°ng meis')'e' misschien van Mo- ontwiVv!ii d' hoewel zij langer en beter ternvol was- Z« had geborduurde altaarkleeden en vanen, met heiligen beelden in hout gesneden en rijk gepolychromeerd, of in zilver gedreven, met al het vaatwerk voor den eeredienst bestemd, waaraan het edele metaal niet gespaard was; de mat gekleurde muur schilderingen op de meeste plaatsen aan gebrachtdat alles moet den indruk hebben gemaakt van een reusachtig mu seum van kerkelijke kunst." Op den llden Januari 1645 trof de Kerk wederom een ramp: toen werd de heele kap en het binnenwerk door het vuur verteerd, en wel „door verzuym en onvoorzichtigheydt van danige loodgie ters". Nauwelijks1 was echter de brand geblusoht, en 't puin opgeruimd, of de stedelijke regeering besloot, niet alleen 't kerkgebouw te herstellen, doch ook voor zieningen te treffen voor een zwaren hardsteenen toren. In Mei 1'646 werd een ■begin gemaakt met het graven der funda menten; tijdens dit graafwerk vond men enkele oude fundamenten van een toren of Klokhuis', die, naar men aannam, daar in 1565 gelegd waren. Met het plaatsen ivan het roosterwerk voor dien nieuwen toren werd een begin gemaakt op den 13den Augustus 1646. Veertien dagen la ter, dien 27sten, begon men met twee blokken, elk van duizend pond, de palen te heien, waarvan er een naderhand door een lichter blok vervangen werd. Met deze beide heibloken had men den 6den Juni 1647 in totaal 6'363 groote en klein palen in den grond geslagen. Toen de laatste paal den bodem inging, waren daarbij tallooze Amsterdammers aanwezig. Een aanwezigheid, welke den heibaas geen windeieren legde, zooals de kroniekschrijver meldt I 10'p Woensdag 20 Juni, om 9 uur 's morgens, werd de eerste steen voor den toren gelegd door Cornells Backer, een zoon van burgemeester Willem Backer, en wel zuidwaarts naar den kant van bet stadhuis. Er werd een bedrag van twee honderd gulden in goudspecie ingemet seld. De bouw vorderde drie jaar; op den lOden Mei 1648 hield de prodikant Fre derik Keslerus in het nieuwe kerkgebouw de eerste predikatie, welke tevens bedoeld was als dankzegging voor den met Spanje gesloten vrede. Als tekst voor zijtn rede had hij gekozen de woorden van den 46sten Psalm, vers 9 tot 12. Ook aan den toren werd enkele jaren met groote voortvarendheid gewerkt, doch daarna werden deze werkzaamheden ge staakt, toen men nauwelijks tot de helft van de hoogte der kerk gevorderd was. Zinspelende op de predikatie van Kesle rus en den gestaakten torenbouw, maakte iemand een tweeregelig rijmpje van den volgenden inhoud: De wijze magistraat, om d'eendragt niet te storen, Sloot in de kerk. de vreê en uit de kerk den toren. D'e reden, waarom de toren niet verder opgetrokken werd, is nimmer met zeker heid komen vast te staan. Volgens den be kenden Amsterdamschen stadsbeschrijver Wagonaar liet men het werk staken, wijl men dacht, dat zulk een groote toren het naburige stadhuis, dat tegelijkertijd ge bouwd werd, te zeer „'overschreeuwd" zou hebben. Anderen daarentegen waren van meening, dat de grond te zwak was, om het zware gevaarte te dragen. Ook werd gezegd, dat de kosten aan den to renbouw verbonden, moeilijk door de stad gedragen konden worden in een tijd, dat ook bet stadhuis en andere dure gebou wen van stadswege werden gebouwd. Een deel van de regeering was n.l. gekant te gen den toren. De 'laatste opvatting wordt o.a. gestaafd door de aanteekening van Peter Valming, die van den notaris Jo hannes Becker vernam, dat de zaak zich aldus had toegedragen. Toen in den Raad het besluit zou worden genomen, of men met den bouw van 't stadhuis of met dien van den toren zou doorgaan, waren de meeningen van de vroedschap verdeeld. Burgemeester de Graef was ivoor het stadhuis, burgemeester Willem Backer voor den toren, en ieder van hen bad zijn medestanders'. Ten einde nu geen der partijen aanstoot te gevten, besloot men, met beide bouwwerken door te gaan. Toen echter de patroon van den toren k'orten tijd daarna overleed werd deze, wegens onvoldoende bescherming, niet afge bouwd. Geschiedschrijvers betreurden dit, want zoo merken zij op, te oordeelen naar bet model, zou hij' den sieraad van de stad en een der fraaiste torens van Amster dam geworden zijn. De laatste brand is oorzaak geweest, dat wij' nu het 'orgel, bet koorhek en de preekstoel; een werk van Albert Vincken- brinck, kennen. Hierop komen voor de vier Evangelisten, met symbolische voor stelling van bet Geloof, de Kracht, de Liefde, de 'Gerechtigheid en de Voorzich tigheid, waartusschen op velerlei wijzen de Barmhartigheid. De trapleuning is met wijngaardbladen doorwerkt, waarop een touw ligt, waarvan de meergenoemde Wagenaar o.m. zegt„zo konstiglyk van terovi het hoofd ach- oosptT ge^vorPeii, de vuisten gebald, baar stond ïen vuur' Aan haar moeten ti„„en aond> die half dood scheen v°°, jjej®er.en_mishandeling. Zij stond Ssuó dier en tartte de jon- Dader te komen. „Jullie lafaards!" zei zij. „Ik schaam me voor jullie! Heb je niets beters te doen, dan een arm, halfdood dier te mishan delen?" „Het is jou hond niet", schreeuwde een van de grootste jongens, „en je hebt geen recht je er mee te bemoeien." „Geen recht!" riep zij uit, toen Edward zijn paard inhield. „Wil deze heer mij zijn rijzweep leenen, dan zullen we gauw uitmaken, wie recht heeft", en zij deed een schrede naar het paard. „Ik begrijp het niet", zei Edward, Mona de teugels gevend en van het rijdier sprin gend. „Hierheen mijnheer", zei de woordvoer der van de bende: „We speelden met on zen eigen hond en toen nam zij hem ons af". „Je zegt, dat het jullie hond is", zeide Edward, „hoe kwam je er aan?" „We vonden hem!" riep een kleine jon gen van den achtergrond, „en hij hoort van niemand anders." „Neen, hij hoort niemand toe en hij is dus van ons", riepen verscheidene stem men in koor. „En wat deed jullie er mee?" vroeg bij. „Niets", was het onwillige antwoord, „we speelden er maar mee". 'Gedurende dit gesprek had juffrouw Dorothee Gray het verschrikte dier vrien delijk gestreeld. Maar eensklaps zich op richtend, riep zij uit met fonkelende oogen „Noem jullie dat spelen, als jullie het arme dier bijna doodgemaakt hebt spelen, als je het eerst hebt trachten te_ verdrinken en later met steenen gegooid! Schaam jullie! 'Gaat dadelijk naar huis en laat mijl het dier". „■Geef op den hond, dan gaan we", zoo mompelden zij, half bang en beschaamd. 'Onmiddellijk klemde Edwards hand zich vaster om zijn rijzweep. „Gaat dadelijk!" zij hij bevelend, „en weest blij, dat jullie er zoo gemakkelijk afkomt". Een oogenblik later keken zij hem zwij gend aan en slopen toen weg, terwijl hij en Dorothee tegenover elkander bleven staan. „Ik dank u voor uw tusschenkomst", zei zij, haar groote diepe oogen tot hem j 'opslaande. „U kwam juist op tijd". „O spreek daar niet van", stamelde hij ©enigszins verlegen. En toen bleef hij' stok stijf staan en zag haar wegwandelen, ge volgd door het dier, dat zij had gered. Hij wilde nog iets zeggen, maar de woorden kwamen niet. Hij voelde zich altijd verle gen in tegenwoordigheid van vreemde dames maar nu was 'hij zich bewu'st van een gewaarwording, die 'hij vroeger nooit had gekend. HOOFDSTUK XII. Een onderzoek en de uitslag. „Weet je wie zij is?" vroeg Mona, nadat zij een eind zwijgend hadden gereden. „Ik weet het niet", was het antwoord. „Ik wilde je juist hetzelfde vragen." hout gesneden, dat het 'bijna van hennip schijnt gedraaid te zijn." Johannes Lutma heeft het koorwerk bewerkt. Hans Wolf Schonat bouwde het prachtige orgel, waarvan Van Bronck- horst de deuren beschilderde; op de eene ziet men David, die door zijn harpspel Sauls waanzin verlicht, de andere Da vid, terugkeerende van het verslaan ivan Goliath. Nog verdient vermelding een schilde ring van Van Bronckhorst '(na den laat- sten brand) in het noorderraam: de schenking van het wapen aan de stad door 'Graaf Willem IY in het jaar 1342, welk raam in 1893 gerestaureerd is door wijlen den bekenden ingenieur-architect J. L. Schouten te Delft. Overbekend ten slotte is het grootsche grafmonument van D'e Ruyter (door Rombout Verbuist), in het koor, en voorts de praalgraven van David Sweers en Jan van 'Galen, alsook de graftombe voor den heldhaftigen Van 'Speijk. In de kerk werden o.m. begraven Hooft, Vondel, Van Baer'le en Da Costa. Aanzienlijke restauraties werden n'og verricht in het begin dezer eeuw door den bekenden architect Posthumus Meyjes. Hetgeen ons bij dit gebouw aan 6 Sep tember 1898 in 't bizonder doet herinne ren, is ook 'het zéér fraaie 'Gedenk raam, dat zich aan de Damzijde der Kerk bevindt. Hierover zal in een vol gende bijdrag een en ander worden ver teld. «Hl WELKE ZEEUWEN OP 6 SEPTEMBER NAAR AMSTERDAM GAAN. Wij' ontvingen het programma van het Nationale Huldebetoon ter gelegenheid van bet 40-jarig regeeringsjubileum van H. M. de Koningin op 6 September (Af- deeling Zeeland.) De Commissaris der Koningin jhr mi J. W. Quarles van Ufford, schreef daarin een woord vooraf, dat luidt als volgt: „Op den Dam te Amsterdam zal het Nederlandsche volk 6 September a.s. H. M. onze Koningin bij gelegenheid van Haar 40-jarig regeeringsjubileum hulde en dank betuigen voor de wijze, waarop onze geliefde Vorstin gedurende die lan ge reeks van jaren ons vaderland heeft bstuurd en voor al hetgeen Zij' voor ons volk is geweest en heeft gedaan. Uit alle provincies zullen talrijke afge vaardigden zich daartoe naar de hoofd stad begeven. Ook Zeeland zal op waar dige wijze bij die huldiging vertegen woordigd zijn. Onze provincie wenscht iD liefde, aanhankelijkheid, trouw en eer bied voor Haar, die gedurende Hare ze genrijke Regeering zoo menigmaal blijk heeft gegeven van Hare sympathie voor de Zeeuwen, niet onder te doen voor een der zusterprovincies. De oprechie en in nige gevoelens, welke het Zepuwsche volk voor zijne Koningin bezielen, zullen daarom straks door U tot uiting worden gebracht, in Uw huldebetoon, in Uwen hartelijken jubel en Uw vroolijk gejuich, waarbij ongetwijfeld ook de bede bij U zal rijzen dat bet Gode moge behagen onze zoo dierbare Vorstin nog vele jaren voor Haar Huis en voor- Haar Volk in goede gezondheid te bewaren. Ik wensch U een goede en aangename reis toe, waaraan Gijl allen, naar ik hoop, steeds de beste herinneringen zult be houden." De indeeling van den Zeeuwscben stoet is als volgt: Vlag van Zeeland met vaandel wacht Bestuur der Muziekvereen. „Volharding" te Zaamslag met vlag en muziekcorps „Volharding" aldaar. Afdeeling Landbouw, Tuinbouw, Vee teelt enz., algemeen leider: mr W. K. II Dieleman. Groep 1. Pachters Kroondomein Z. Vlaanderen, 2 Zeeuwsche Landbouw-Mij, 3. N.-Brabantsche Cbr. Boerenbond, afd Zeeland, 4. Afd. Zeeland van den Chr Boeren- en Tuindersbond iu Nederland, 5. Chr. Boerenbond, 6. N.V. Landbouw- mij. „De Bathpolders", 7. D'e Wilhelmina- polder, 8. Particulieren uit Domburg, 9. Leden v. d. Eerste Ned. Ooöp. Beelwnr- „Zij is mij geheel vreemd", zei Mona. „Ik hen zeker, dat ik haar vroeger nooit erezien heb." „En je kent de meeste menschen uit St. Aubin?" „Ja, ik ken bijna iedereen van aanzien." „Dan moet zij een vreemde zijn, Mona. Je vergeet de menschen zelden, als je ze eens gezien hebt." „Bedoel je dat als een compliment?" „Ja, als je het zoo wilt opnemen." „Heel vriendelijk, Ted. Maar je scheen erg in de war, toen ze tegen je sprak." „Zag ik er erg dom uit?" vroeg hij een kleur krijgend. „Nogal, maar ik heb je wel meer zoo zien kijken." „Ik weet niet, wat me bezielde om haar stokstijf te blijven aanstaren." „Misschien was je bang. Zij scheen wel een jonge amazone. „Ik vond haar een echte dame", ant woordde hij snel. Mona scheen het erg vermakelijk te vinden en haar zachte oogen lachten. „Ik vind je opgewondenheid bepaald grappig", zei zij ten slotte, „een tijd geleden begon ik bang te worden, dat je nooit buiten boeken en experimenten kon'.' „Dat zal ik ook wel nooit kunnen", antwoordde hij. „Maar daaruit volgt niet, dat ik mij niet interesseer voor mannen en vrouwen." „Vooral vrouwen." „Als zij interessant zijn." telsuikurfabriek te Sas van Gent, 10 Vtr- eeniging „In het belang der landbou wers" te Zaamslag, 11. Geiteufokvereen. „Ons Belang" te Zaamslag, 12. Paarden stamboek afd. Zeeland, 13. Vereen, van oud-leerlingen van landbouwcursussen. Afdeeling Polders en Waterschappen Algemeen leider: H. A- A. baron Collot d'Escury. 14. Waterschap Hulster- en Axeler Ambacht, 15. Waterschap Walsoorden, 16. Waterkeering Cal. Waterschap Wal soorden, 17. Waterschap van de Uitwate ring van de Polders te Biervliet, 18. Cala- miteuze Hoofdplaatpolder, 19. Water schap van de Uitwatering door de Slui zen bij no. één in den Hoofdplaatpolder, 20. Waterschap der Sluis aan de Wie lingen, 21. Waterschap der Sluis tegen den Magdalenapolder, 22. Waterschap „de Watering Cadzand", 23. Polder Wal cheren, 24. Waterschap Baarland. Afdeeling Visscherij. Algemeen leider: mr F. L. S. F. baron van Tuyll van Se- rooskerken. 25. Arnemuidsche Vissohersvereeni- ging. Afdeeling folklore. Algemeen leider: J. I. van Ballegoyen de Jong. 26. Boogschutters Zeelandia-gilde en St. Sebastiaan Ovezande-Driowegen en de Handhoogsociëteiten 27. Concordia, Groenendijk, 28. Willem Teil, Klooster- zande, 29. Hubertus, Kloosterzande, 30. St. Sebastiaan, Kloosterzande, 31. Vrien- denschutters, Kloosterzande, 32. Hand boog, Ossenisse, 33. Ons Vermaak, Aksel, 34. Willem Teil, Zuiddorpe, 35. St. Sebas tiaan, Zuiddorpe, 36. De Kring, Sas van Gent. Afdeeling Verkeer en Industrie. Alge meen leider: jhr mr A. F. G. de Casem- broot. 37. Stoomvaart-mij „Zeeland, 38. N.V. Zeeuwsche Gas-mij, 39. N.V. Kon. Ned. mij' „De Schelde", 40. N.V. Van Melle's Gonf. Works, 41. N.V. Vitrite Works, 42. Eerste Ned. Coöp. Beetwortelsuikerfa briek, 43. N.V. Prov. Zeeuwsche Electri- citeits-mij, 44. Coöp. Roomboterfabriek, Kloosterzande. Afdeeling diverse organisaties en per sonen. Algemeen leider: F. G. Lemmers. 45. Inwoners v. Middelburg, 46. Bond van Buurtvereen. te Vlissingen, 47. Oran- jevereen. en Buurtvereen. Goes, 48. Bur gerwacht Goes, 49. Oranjevereen. Dom burg, 50. Or an je-ver een. Biggekerke, 51. Muziekvereen. Advendo, Wolf aartsdijk, 52. Gymnastiekvereen. U.D.I., Wolfaarts- dijk, 53. Oranje-vereen, te Zaamslag, 54. Ghr. Geref. Knapenvereen., Zaamslag, 55. Alg. Ned. Politiebond, 56. Duivensociëteit „Herleving", Hulst, 57. Duivensociëteit „Herleving", Kloosterzande, 58. Gymna- stiekvereeniging „Olympia", Tolen. HET EERSTE BEZOEK VAN H. M. DE KONINGIN AAN ZEELAND. On Dinsdag 21 Augustus 1894 kwamen de Koningin en de Koningin-Regentes te 9.05 per trein uit Soest naar Middel burg, aankomst 12.10; te 12.45 had een dejeuner in het gouvernementshotel (ambtswoning van den Commissaris der Koningin) plaats. Te 1.30 brachten schoolkinderen onder leiding van Uit het VolkVoor het Volk een zanghulde, waarna de meisjes in ver schillende Zeeuwsche kleederdrachten werden voorgesteld; van 2.30 tot 4 uur hield Koningin Emma receptie, van 4 tot 5.15 u. had een rijtoer plaats met bezoek aan het stadhuis, om 6.30 u. diner in de Statenzaal, om 8.30 u. rijtoer en bezich tiging illuminatie. Woensdag 22 Aug. 8.45 naar V e r e ''bezoek aan raadhuis en groote kerk), te 11 uur vertrek naar Domburg, (dejeu ner badhotel); 2.15 vertrek naar West- ka p e 11 e, te 5 u. terugkeer te M i d d el- burg, 6.30 u. diner, 9 u. raout, beide Gouvernementshotel. Donderdag 23 Aug. 10.30 vertrek per extra trein naar Vlissingen; 11 II,45 u. tocht met een der booten der Zeeland; 12.15 u. dejeuner in het nieuwe station, aangeboden door de gemeente, en directies der S.S. en der Zeeland; 2 u. in tocht in de stad per boot, 2.15 bezoek raadhuis en bezichtiging der de Ruijter- tentoonstelling; 3 u. her-onthulling van het verplaatste standbeeld van Michiel „Zijn er dus enkele interessante vrou wen?" „Enkelen." Ik zou er oen kunnen noemen, maar ik doe het niet, zij is al ijdel genoeg en een kleine dwingeland op den koop toe." „Een dwingeland, en interessant! Hoe grappig! Maar als je eens wat sneller reedt; ik ben zeker, dat we te laat zul len zijn voor de lunch." Dien middag terwijl Edward op de ver anda zat met een boek op de knie, ver diepte hij zich in zoete droomen. Niet, dat zijn boek vervelend of het weer slaperig was. Maar zijn gedachten waren buiten hun gewonen loop gebracht en zijn hoofd eenigszins verhit, hoeveel moeite hij ook deed, hij kon de gedrukte bladzijde niet voor zich houden. De letters en regels dansten door elkander en een paar groote schitterende oogen zagen hem aan en een glimlach als een zomerzonnestraal deed zijn hart sneller kloppen. In al zijn droomen had Mona's gelaat de alleenheerschappij gevoerd. Met den dag was haar invloed over hem toegeno men en hij had zich zonder tegenweer aan haar liefelijke bekoring overgegeven. Nu kwam een nieuw gelaat voor het oogenblik tenminste haar den voor rang betwisten. Het kleine voorval van dien morgen wokte bij hem een onver klaarbare belangstelling. Het dappere meisje, dat een troep woeste jongens had asm gedurfd, wekte zijn nieuwsgierigheid. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1938 | | pagina 5