fc "5®f ■iW 1* ra fl fl 42 *-• T3 II io is«a|ria S a s .§1 ■gj al I- s Wenken op electrisch gebied DE BOERDERIJ AAN DE VAL V O a I in 3 J 3 O ca a. z o 2 je -s CU a> o a» b« S S o* S^'O Is 2 s a 5 2 fl. "c -a -3 «2 -S g 3 2 -® fl .oa®» J3 21 t( d *i [1 hn i bp ©.Sta o Q© 3 ®.2 >^5 3 a -® fl o L -< sat®2 5 =i ~7 S 2 O O O si 42 qq O XI O J3 o3 Tj T3 +5 O «S»""' t4 Ot3 00 t4 o aS "S ^5 34 ~*-2 <3i C3 oi?'d'd >M -2^ cd Q ~r! c5 5^ -t4 '3 2 5 cd 8 - MTjTj Jg I *-> rH 1 Xi r^3 d O'S cö to o ®6 0 g 1 -rH bo-d a's o o fe M d o 3 -e o §-g -•-* d 03 'd Tj •3 ■H 4 3 o -T? A 13 a O S ij si* M, - M hS.a -S •fl .2 S-a^»- -S CD ,9 .3 .3 cs •H f\ WH S-< p—4 8 bflW ta cd W *-> tj p-Ü cd 4^ U T3 M rH Tg -SJS Td -»-» §5 a-g o b0Q d o d pj 2 g- t>0 bO^ 4© bfl -»-1 9 M 2 oW d .9 .3 M rrt -»-> d S-^ 2» rH bpj^ g-§ o a •«H Q3 a .5 h rt d 5 »G d k> CÓ o H -id "d S^^ow. _g O rd <J 9 o *-i CO ^4 5 "o ->-' •- hi rt o ®bb® W a, rt a® T3 •I rt tn y bo J d o i-p 03 I* cq ta f-^4 >H -X? Q bo d cd O bo M pS -S o a ®1Z o CD hoO t> ja jz CO Ob C_3 £-i as CO OQ QZ 0. Z V) -ST"„ o Q CC Ul CO O - - n"q a a Pi Só^S a 10 u b I g, S O -a - O ®Wh ei M«! P a - -- fl(«a - - - ho V -a-fl S 5s 0) y I S M J? SS^xjbOdbo aop-H^SggtJn 5j-fl 5} 2 g .b! .3 S -S d 7^4 cd bo.-^ cd cd k^t •--* 't» w q »-( r- «a uu^ r? cd P>J5©r-£ÖP<©©©©Cj">-,0©©'-<©© N boH to rn bo bo Sd h'ö ftn <a> 2 w o bo b cd rd cd 5 P-t rH '2 d bo 3 ~d 5 O rd be 3 d dxj cd d sra-ra S a 2 rH O t to <- •H 1 rH O H o iS ^3 2g* -x öid 'd d "1 4-J l-d S pd o a 3 fl a «S"-1 n d cd CO ■m"— cd Pi 13 2 S fl -fl he fl -*-> 'rt <D TS "5'-■ N £0 hO -2 k 'S oi>tr€i(lozi togou degene, dit? anot haar a.micro en aanvuiiende eigenscliappen juist het scherpe in hun karakter kon verzachten, en het teedere en goede, dat zoo diep verscholen ligt dat ze het zelf niet zien, kon versterken en doen uitbotten. Hoeveel stil verdriet brengen zulke man nen over vrouw en 'kinderen, terwijl ze zich nog ijdel en hoogmoedig verheffen op hun braafheid, oppassendheid en spaarzaam heid. Niemand kan immers iets op hen aan merken! Neen, dat is nu juist hun kwaal, ze willen eigen gebreken niet erkennen en dus niet laten aanvullen. Tegenover deze echt mannelijke man staan andere die lichter, bewegelijker, fijnzinniger van aanleg zijn. Zij zullen juist in een meer stille en ernstige levensgezellin de noodige rust en evenwicht vinden. In een splinternieuw boek: Willem de Clercq, de mensch en zijn strijd, een acade misch proefschrift, door mejuffrouw Dr G. E. te Lintum, las ik dezer dagen hiervan een fraai voorbeeld. Willem de Clercq, de bekende dichter-improvisator uit den tijd van da Gosta, de tijd dus van het réveil was een fijnzinnige natuur, misschien iets te vrouwe lijk van inslag voor een man. Zoo'n mensch had een rustige, evenwichtige vriendin als echtgenoote noodig, die ook eenigszins over hem moederde. Ik lees in het boek van Dr te Lintum hierover: „Zijn verhouding tot het andere geslacht schijnt geen bijzondere moeilijkheden te heb ben opgeleverdIn dezen tijd valt zijn eerste verliefdheid. Daarop volgt zijn kennis making met Caroline. Wanneer hij in zijn engagementstijd klaagt over zijn hartstoch telijkheid, moet men deze klachten niet zwaarder nemen dan bij een ander. Caroline, de vrouw, die hem in alle opzichten ge schonken heeft, wat hij behoefde, was zijn tegenbeeld. Zij leefde meer innerlijk en miste de le vendigheid en verbeelding van haar echtge noot. Aan vreemden gaf zij zich niet zoo ge makkelijk, wat de rust in het gezin zeer ten goede kwam en door haar meer gesloten aard wist zij te zwijgen, waar dat noodig was. Zij werd niet zoo terstond door de dingen meegesleept en was, als het er op aankwam, „een heldin"." Is dit huwelijk geen merkwaardig tegen beeld van 't huwelijk van Wilson met Ellen Axson? In het algemeen kan men zeggen, dat huwelijken tusschen een asthenische man en een picnische vrouw bijzonder gunstige voor uitzichten biedt; zoowel wat het harmoni eeren der echtgenooten betreft als met het oog op de kinderen. Wilsons huwelijk was hiervan een beeld. Bij de Clercq zagen we het tegendeel. De man meer picnisch, de vrouw asthenisch. Als de man tevreden er mee is het geestelijk overwicht voor een be langrijk deel aan de vrouw te laten, zoo kan een dergelijk gezin nog een zeer gunstig beeld geven. Wederzijdsche offervaardigheid zal echter méér noodig zijn dan in 't eerste ge val, vooral de man zal hier met goedmoedig heid en warme liefde met zijn scherpzinnige, energieke en iets te mannelijke vtouw moeten omspringen. De vrouw behoort steeds, vooral tegenover de kinderen, zóó offervaardig te wezen, dat ze haar man als hoofd van het gezin erkent en steunt. Alles hangt ook hier weer af van ware godsvrucht en vertrouwen in elkanders goe de bedoelingen. De volgende maal over huwelijken waarbij de karakters sterk op elkander gelijken. P. W. J. S. RADIO TECHNISCHE VRAAGBAAK. Nieuwe snufjes. Wij zagen laatst een toestel, waarin niet minder dan achtentwintig lampen aanwezig waren. Het toestel had een reuzen omvang, bezat drie luidsprekers en om de afstem- schaal, die zoo vol van allerlei kleuren was, dat de duidelijkheid er onder leed, was een doorzichtige decoratie aangebracht. Hier achter waren eenige lampjes gemonteerd, terwijl achter de afstemschaal iets dergelijks aanwezig was. Zette men het toestel aan, (Ioji werd «Je pehcelo afslemschaal fel groen verlicht, terwijl de „zij"-decoratie hel wil verlicht was. Stemde men af op een station en was de afstemming goed, dan verdween het groene licht om plaats te maken voor zacht roze, terwijl het felle witte licht ge temperd werd en haast doofde. Hoe sterker het uitzendende station, hoe minder wit licht er was. Nadat wij wat bekomen waren van den schrik en geconstateerd hadden, dat er bij ons geen kleurenblindheid aanwezig was, zijn wij eens verder gaan kijken en toen bemerkten wij om de afstemschaal een serie van tien knoppen. Door zoo'n knop in te drukken, ontstond er een geruisch van een motor en tegelijkertijd draaide de afstem schaal, om plotseling te stoppen en prach tige muziek van Hilversum was waar te nemen. Bij het indrukken van een anderen knop herhaalde zich dezelfde manipulatie en hoorden wij muziek uit Droitwich schitte rend uit den luidspreker komen. Wat was nu het geval? Aan de as van den afstemcondensator was een kleine motor geschakeld, welke door het indrukken van een knop in een bepaal den stand stil bleef staan. Het toestel stem de dus op die manier automatisch af. Op ieder van de tien knoppen stond de naam van een station en door een handige in richting konden wij van te voren onze fa vorite omroepstations „op de knoppen" zet ten en dan deed iedere knop zijn dienst. Maar nog waren niet alle snufjes be keken. Op de afstemschaal waren, als het ware, kleine horloges aangebracht en deze waren gekoppeld op een electrisch klokje, dat in het toestel ingebouwd was. Nu had men maar op de klok van Japan te kijken, om direct te weten hoe laat het er was, terwijl men op een andere klok waar kon nemen den Amerikaanschen tijd. Er waren vijf verschillende tijdsaanwijzingen, zoodat als men naar de ultra-kortegolf luisterde, direct wist, welke stations naar bed en welke in vol bedrijf waren. Verder bezat het toestel natuurlijk de allernieuwste snufjes, zooals automatische af stemming, bandbreedte schakelaar, toon regeling, stille afstemming, automatische vo lume-controle. Het geluidsvolume was geweldig en dit werd bereikt met behulp van drie luidspre kers, waarvan twee groote electrodynamische voor het lage en midden toonbereik, terwijl voor de allerhoogste tonen een speciale kristalluidspreker, een z.g. tweeter, inge bouwd was. Deze geeft alleen de hoogste tonen weer en hoort men instrumenten met een hoog timbre, dan is de aanwezigheid van dezen tweeter zeer goed waar te nemen. Teneinde de luidsprekers zooveel mogelijk tot hun recht te doen komen is de kast, waarin het toestel is ondergebracht, voor zien van jalouziën aan de zijkanten, die naar believen gesloten en geopend kunnen wor den. Het voorpaneel is, ook al terwille van den klank, gebouwd in V-vorm. De geluidskwaliteit is enorm, terwijl de „geluidshoeveelheid" of beter gezegd, de output genoeg is voor een klein zaaltje. Tenslotte was er nog een ingebouwde gra- mofoonmotor met pick-up, die automatisch acht platen speelde. Men heeft hiervan dus een half uur gra- mofoonmuziek achter elkaar, zonder dat men er iets aan behoefde te doen. Ruimte voor platenberging was vanzelf sprekend aanwezig. Dit snufje komt natuurlijk uit Amerika, maar een drukknop-afstemming is ook al hier in Holland aanwezig. Wij weten name lijk van een Hollandsche firma, die een toetsenbord met knoppen levert, waarmee we door indrukken van een knop ook een sta tion kunnen afstemmen. De motor is echter achterwege gebleven en deze methode zon der motor is verreweg te prefereeren. Door het indrukken van een knop, scha kelt men een bepaalden vasten condensator in en deze stemt het station af. Op deze afstemmanier komen wij nog nader terug en hopen er een apart artikel aan te wijden. Deze methode is ook direct toe te passen voor amaters, zoodat deze nu eens met een nieuw snufje kunnen komen, nog voordat dit op de fabriekstoestellen aanwezig is. Wij hopen u dan een methode aan te geven, HET EERSTE GEÏLLUSTREERDE BLAD. We kunnen, ons tegenwoordig bijna niet voorstellen, dat er een tijd geweest is, waar in couranten en tijdschriften zonder platen verschenen en toch is die er geweest, al ligt hij dan ook eenige eeuwen achter ons. De eerste drukker-uitgever, die vond, dat men niet alleen iets te lezen, maar ook wat te zien moest hebben, was een Zuid-Nederlan der, Abraham Verhoeve, wonende te Ant werpen. Hij had in 1605 een tijdschrift opgericht, dat een klein formaat had, meestal zes blad zijden telde, twee of driemaal per maand verscheen, en nog wel in twee talen. Van de handelsbetrekkingen, die er be stonden tusschen Antwerpen en het buiten land, wist hij een dankbaar gebruik te ma ken om nieuwsberichten te verzamelen, die hij dan in zijn tijdschriftje verwerkte. Daar Verhoeve een veelzijdig man was en ook de kunst van graveeren verstond, kwam hij op de gedachte om gebeurtenissen in metaal te graveeren en daarvan afdrukken te maken in zijn orgaan. Dat was iets nieuws en het gevolg was dat er voor de geïllustreerde „gazette" groote be langstelling bestond. Het uitbreken van den oorlog tusschen Bolland en aartshertog Al- bert, was voor den redacteur-uitgever,druk- ker-teekenaar een welkome aanleiding om te laten zien waartoe hij in staat was. Hij wist van onze regeering het recht te verkrijg gen om het nieuwste oorlogsnieuws te pu- bliceeren en krijgsverrichtingen in beeld te brengen. Dat was voor die dagen een groote gebeur tenis. "Wanneer men echter het eerste geïllu streerde blad van drie eeuwen geleden ver gelijkt met wat in onzen tijd op dit gebied geproduceerd wordt, dan maakt het wel een uiterst primitieven indruk. En dan blijkt ook, welke ontzaglijke vorderingen sinds dien tijd zijn gemaakt. Ook met betrekking tot de geïllustreerde pers kunnen we spreken van de wonderen der techniek. Groot is de vooruitgang. Maar ook niet gering zajn de gevaren die met dezen vooruitgang verband houden. De snelle vermenigvuldiging en de tech nisch bijna volmaakte uitvoering van bladen en tijdschriften kan een zegen zijn, wan neer de lectuur en de illustraties ten doel hebben, de harten te verheffen tot God. Ze i s helaas maar al te vaak een vloek, of zoo- als Da Costa het uitdrukte, een stap ter hel. Het is daarom noodig nauwkeurig toe te zien welke lectuur en wat voor illustraties onze huiskamer binnenkomen. Laat ons slechts steunen datgene, wat de geest wer kelijk ikan verrijken. waarbij u de drukknop-afstemming en de gewone afstemming naar believen kunt ge bruiken. Vragen. J. S. te O. Wij kunnen, indien U ons geen meerdere gegevens geeft, U on mogelijk zeggen wat de storing is, die U in Uw toestel hebt. Allereerst zouden wij wil len weten of U een gelijk- of een wissel stroomtoestel hebt. Als één oorzaak kunnen wij U noemen de negatieve roosterspanning der eindlamp. Daarmee is misschien iets niet heelemaal in orde. Meet U het batterijtje eens na en hebt U automatische negatieve roosterspan ning meet dan den kathode-weerstand eens door. Is deze nog wel heel? D'an kan het euvel gezocht worden in een niet goede schermroosterspanning of iets dergelijks. Speelt een pick-up goed op Uw toestel? Als U ons een paar inlichtingen kunt ver schaffen, willen wij U gaarne verder in lichten. De eventueele kosten kunnen wij, niet wetende waar één en ander zijn oorzaak vindt, niet opgeven. D. G. te G. De naam van den importeur zullen wij U zoo vlug mogelijk meedeelen. Op 't oogenblik is het adres niet in ons bezit. De toestellen zijn zeer goed en zijn vol komen betrouwbaar. De geluidskwaliteit is zelfs superieur aan andere toestellen. door H. ZEEBERG. 41) -o— „Vanzelf", vond Ina vroolijk. ,,'t Is mis schien geen onderwerp voor vrouwen, maar we zetten de radio om half acht open, hoor." Het vredige gelaat van de boerin vertoon de opeens niet dan schrik. „Maar, Ina.neen, dat kan niet. Want de hoer. „Nu, wat zou dat?" Ongewild scherp kwam die vraag er uit. Ina begreep, dat nu het moment ge komen was, waarop zq moest doortas* m. „Neen, dat kan niet. De radio moet dicht blijven. De baas zou het niet dulden, dat de stem van Piet. „Zal ik klit tijdschrift dan maar ver scheuren?" Ina deed, of zij het werkelijk van plan was. „Neen, neen, waarom toch?" „Wel, dat kijkt de boer toch ook altijd in. Dat lijkt me nog gekker. Want dan ziet hij in eenen de foto van zijn zoon." „Ja, ja. Hoe moet dat nu? Je kunt het niet verscheuren. Want wat moet ik dan zeggen?" „U zoudt kunnen zeggen, geheel naar waarheid, dat het verscheurd is, omdat er een foto van uw zoon in stond", vond Ina, met een effen gelaat sprekend. Haastig keek de boerin haar aan: spotte het meisje nu? Maar wat beteekenden die tranen? „Wat heb je?" vroeg zij ongerust. „Kijk eens goed naar de foto", Ina sprak moeilijk „en zie mij dan eens aan." Onwillekeurig deed vrouw Mieras het. „Men zegt in Arnhem, dat ik sprekend op uw zoon gelijk. Vindt u dat ook?" „Ja, ik heb direct gezegd, dat je gezicht mij bekend voorkwam. Maar je bent een Neerlandt. Vermoedelijk heel ver familie. De familietrek zit er tenminste in. Ja, je hebt gelijk, je lijkt sprekend op Piet." „Ik geloof niet, dat ik verre familie van u ben. Ik weet wel zeker van niet." „'Het is wel mogelijk. Maar de familie trek „Ik ben van heel nabij familie van u", zeide Ina fluisterend. En zij legde haar hoofd op den arm van de verbaasde boerin, terwijl zij' tranen van blijdschap en emotie snikte, opeens gevoe lend, dat zij haar geheim niet langer zou kunnen dragen. „Kind, wat heb je? Ik.ik., begrijp niet.. En tóch voel ik.." „Ik heet Ina Neerlandt Mieras. „Maar dan.. Heere, dat is te veel., dan ben je. „Uw kleindochter, Grootmoeder. De jongste dochter van uw zoon Piet. Ver geef me, dat ik mij als een vreemde heb voorgedaan. Maar dat kon niet anders." De verontschuldigende woorden hoorde de nu ook weenende vrouw Mieras niet Zij kustte het meisje hartstochtelijk, uit roepend: „Heere, wat een ongedachte ze gen; wat maakt Gij het goed met mij!" Geruimen tijd werd er door de beide vrouwen geen woord gesproken. De boerin, als het ware niet te verzadigen door het beeld, deed niets dan telkens Ina aansta ren. „Je hebt de trekken van Piet", zeide zij. Dat ik het niet eerder gezien heb! En hoe is het mogelijk, dat je het hebt kunnen ver zwijgen. We waren zoo vaak vertrouwelijk. Het is geen wonder, dat je mij1 onmiddellijk hebt aangetrokken!" „Het heeft inij moeite genoeg gekost, om niet te spreken, Grootmoedertje. Maar het kon moeilijk anders. Ik moest eerst het ter rein verkennen, 't Is nu te laat. Straks ko men de mannen eten. Maar als u vanmiddag gerust hebt, zal ik u het heele verhaal vertel len, dan begrijpt u alles. Voorloopig blijf ik de vreemde hoor, Grootmoeder. We moeten vanmiddag saampjes eens overleggen, hoe we doen zullen." Ina had haar opgewekte stem teruggekre gen. Maar spoedig bespeurde zij, dat haar Grootmoeder niet opgewekt was .En zij be- IN STORM EN NOODWEER. Donk're wolkgevaarten Jagen langs het zwerk; Stormwind scheurt, als kaarten, Boomen, oud en sterk. Angstig, bang is buiten 't Elementenspel; Loeien, gieren, fluiten: 'tls het noodweer wél! 't Leven kent zijn tijden Zoo vol angst en nood; Vol onzegbaar lijden, Smarten van den dood! Heerlijk, als wij binnen Vrij van alle pijn, Dicht bij Dien wij minnen; Dicht bij Jezus zijn! greep onmiddellijk de reden: de blijdschap werd getemperd door de vrees voor Groot vader, voor wat zou kunnen gebeuren. Wat was dat toch? De mannen kwamen thuis en deden, als steeds, het maal alle eer aan. Maar vrouw Mieras, overstelpt door indrukken en ietwat van streek, kon met geen mogelijkheid eten. Ook Ina had er moeite mee. E'r heerschte aan tafel gedwongenheid. Za- charias Mieras, die aanvankelijk vroolijk tot zijn vrouw sprak, bespeurde weldra, dat zij anders was dan den vorigen avond en dien morgen. Met ongerustheid zag hij, hoe zij niet at. En haar geruststellend antwoord op zajin vraag, of zij zich minder voelde, stel de hem in werkelijkheid niet gerust. Met een bezwaard hart ging hij; aan den arbeid, bij het weggaan nog zeggend, dat zij naar bed moest gaan. Natuurlijk dacht de boerin er geen oogen blik aan. Zij verlangde naar de oogenblik- ken, dat zij met Ina alleen was. Haar hart was berstens vol vragen. M)aar zij werd volkomen bevredigd. Want, terwijl buiten de zwoele zomerwarmte hing, verhaalde Ina in de stille intimiteit van het koele vertrek alles van huis, van haar vader, moeder en zuster; van haarzelf, van het ge sprek met haar vader in de duinen van Wijk aan Zee, toen zij voor het eerst dat vreeselijke gewaar werd; van haar gesprek ken met dominé Westwoud. Zij haalde de brieven van haar vader en las die voor. En zoo, stukje voor stukje, kreeg de moeder een beeld van het gezin van haar zoon, dat niet was als het hare. En dat door de schuld van haar man, die in zijn trots en boeren- waan zijn zoon had verstooten, waardoor deze God den rug had toegekeerd, al bleek uit zijn brief, dat hij persoonlijk toch niet los was van zijp. opvoeding in de vreeze des Heeren. Maar welk een wonderlijke leidingen! Het kind, opgevoed naar de wereld, werd ge grepen en moest naar Zuidstad komen, om Jezus volkomen te leeren aanbidden! En méér nog: dat kind moest worden de schakel, die de zoon weer met de ouders verbond. Na zoovele jaren. Die voor haar als een nachtmerrie waren voorbijgegaan. Zij was nooit de oude meer geweest En zou de zoon nu komen? Het lag niet aan hem, niet aan haaT. Maar aan haar man. O, hoe moest zij handelen? Zij kon er niet met hem over spreken, vreezend, dat het tooneel van toen weer zou terugkee- ren. Hoe zou hij optreden tegenover Ina, als hij: het wist Raadde Ina haar gedachten? „En nu moeten wij eens praten over Grootvader, Opoe. Het klinkt nog zoo vreemd in mijn ooren, het woordje „opoe". Ik zeg- het maar, zooals de menschen het hier zeg gen. HToe moet het nu verder?" „Kind, ik weet het niet. Ik zit er over in zorg." „Mag ik eens wat vragen? Misschien vindt u het wel vrij, maar die vraag brand mij al lang op de tong. Is u bang, om het Groot- vad' r te vertellen?" „Je kent Grootvader niet, Ina. Je vader begrijpt het veel beter. Dat blijkt duidelijk uit zijn brieven. Nooit is je vaders naam meer over de lippen van den baas gekomen. Ik ben bang, er over te beginnen, llij beeft mij strikt verboden, er ooit weer over te praten. Ik. vrees, als ik het deed en je Grootvader kwam te weten, wie je bent, dat hetzelfde tooneel van jaren geleden hier zou worden gezien." „Dacht u, dat Grootvader mij zou wegja gen? Nu, daar geloof ik niets van, hoor." „Je denkt er te licht over, kind. Het is niet zoo eenvoudig." „Opoe, ik geloof nog steeds, wat ik u ver leden week zeide: Grootvader is niet rustig onder het gebeurde. Het zou een zegen voor zijn gemoedsrust zijp, als het met vader weer in orde was." Zij bemerkte tot haar bekommernis, dat haar Grootmoeder niet overtuigd was. „U behoeft er niet over te praten, Opoe. Tenminste nog niet. U moet Grootvader maar eens bestudeeren, als hij1 het radiotijd- schrift ziet en Woensdagavond de stem van vader hoort." „Maar dat moet niet, kind," zei vrouw Mieras angstig. „Dat moet wél, Opoe. Ik geloof heusch, dat het mijn plicht is, met Grootvader te pra ten. Maar niet onmiddellijk. Misschien moet het nog weken duren, al hoop ik dat niet. Zoo lang moet ik een vreemde blijven. Als ik nu bij vergissing maar niet „Opoe" zeg! Ik zal mij afwennen, met twee woorden te spreken." „Maar wat ben je nu van plan?" „Niets, Opoe, o neen, géén twee woorden; niets. Alles blijft, zooals het was. Alleen wij tweetjes en natuurlijk dominé en me vrouw Westwoud weten het geheim. Maar nu wil ik toch eens afwachten, hoe Opa reageert, wanneer hij het tijdschrift ziet. Best mogelijk, dat hij niets zegt. Maar zijta houding kan veel zeggen. En dan zet ik Woensdagavond om een uur of zeven de ra dio open en dan zullen wij weer zien. Verg ik nu het onmogelijke van u?" De boerin moest erkennen, dat zulks niet het geval was, al vreesde zij voor den af loop. Maar hoe werd haar vrees ten eenenmale beschaamd! Aan den avond van dien Zaterdag de oude boer was nog even „naar stad" ge weest op de fiets opende hij, na de cou rant te hebben gelezen, als steeds het radio- tijdschrift, half luid lezend, wie er den vol lenden dag preekte voor de radio. Dan bladerde hij verder, met spanning gadegeslagen door Ina, die opzettelijk wat achteraf was gegaan, en ook door zajn vrouw. Hij tuurde op de foto en las den naam, dat stond voor de beide vrouwen vast. Eb op hetzelfde oogenblik, neen hij slaakte niet een kreet, maar hij! greep den rand van de tafel en legde het tijdschrift neer. Dan trok hij met geweld aan zijin pijp, stond op en zei met een stem, die nog nooit zoo schor had geklonken; ,,'kGa nog even een luchtje scheppen en meteen het licht aansteken." Hij liep niet, maar hij waggelde door het vertrek en verdween over het erf en den weg achter den dijk. Hoe gaarne was Ina hem gevolgd, maar zij durfde niet, daar zij niet wist, wat er van te denken: was dit aandoening bij Groot vader of was het opkomende toorn, die hij omdat zij, immers een vreemde, tegen woordig was met kracht bedwong? Wanneer zij hem gevolgd was, had zij gezien, hoe haar Grootvader aan de zeezijde tegen den berm van den dijk zat, het hoofd in de handen, steunend als een, die pijn lijdt Aan haar Grootmoeder, die haar man na keek, durfde zijl ook niets te vragen. Eh deze zweeg. Het was niet een prettige Zaterdagavond. Na een uur keerde Zacharias Mieras tej-ug naar de boerderij en sprak verder zoo goed als geen woord. Het merkwaardige en meest opvallende was evenwel, dat hij! den volgenden morgen verklaarde, niet wel te zijn en niet naar de kerk te fcuïmen gaan. 't Was nog nooit voor gevallen. Dus peddelde Ina, met een hart vol on rust om Grootvader, daar zij vreezen ging, dat Grootvader dien morgen, als zij er niet was, praten zou, naar Zuidstad, om na den dienst even een apartje te hebben met do-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1938 | | pagina 8