fc
"5®f
■iW
1*
ra
fl fl
42 *-• T3
II io
is«a|ria
S
a s
.§1
■gj al
I- s
Wenken op electrisch gebied
DE BOERDERIJ AAN DE VAL
V
O
a I
in 3
J
3 O
ca a.
z
o
2
je -s
CU
a>
o
a»
b«
S S o* S^'O Is 2 s a 5 2 fl.
"c -a -3 «2 -S g 3 2 -® fl .oa®»
J3 21 t( d *i [1 hn
i bp ©.Sta o Q© 3
®.2 >^5 3 a -® fl o L -<
sat®2
5 =i ~7 S 2
O O O si 42 qq
O XI
O J3
o3
Tj
T3
+5 O «S»""' t4
Ot3 00 t4 o
aS
"S
^5 34 ~*-2 <3i C3
oi?'d'd >M -2^
cd Q ~r! c5 5^ -t4
'3 2 5
cd
8 -
MTjTj
Jg
I *->
rH 1 Xi
r^3 d
O'S
cö to
o ®6
0
g
1
-rH
bo-d
a's
o o
fe
M
d
o 3
-e
o
§-g
-•-*
d
03 'd
Tj
•3
■H
4 3 o
-T?
A 13 a
O S ij
si* M,
- M hS.a -S
•fl .2 S-a^»-
-S CD ,9 .3 .3 cs
•H f\ WH S-< p—4
8 bflW ta cd W *->
tj p-Ü cd 4^
U T3 M rH
Tg
-SJS
Td -»-»
§5
a-g
o
b0Q
d
o
d pj
2 g-
t>0 bO^
4©
bfl -»-1
9 M 2
oW d
.9 .3
M
rrt -»->
d
S-^
2»
rH
bpj^ g-§
o a
•«H Q3
a .5
h rt d
5 »G d
k> CÓ
o H -id "d
S^^ow.
_g O rd
<J 9
o *-i CO ^4
5 "o ->-' •-
hi rt o ®bb®
W a, rt
a®
T3
•I rt tn
y
bo J
d o
i-p
03 I*
cq ta
f-^4 >H -X? Q
bo d cd O bo
M pS -S o
a ®1Z o
CD
hoO t> ja jz
CO
Ob
C_3
£-i
as
CO
OQ QZ
0.
Z V)
-ST"„
o Q
CC
Ul
CO
O
- - n"q a a Pi Só^S
a 10 u b I g, S O -a -
O ®Wh ei M«! P
a
- -- fl(«a
- - -
ho
V -a-fl S
5s 0) y
I
S M J?
SS^xjbOdbo
aop-H^SggtJn
5j-fl 5} 2
g .b! .3 S -S
d 7^4 cd bo.-^
cd
cd
k^t •--* 't» w q »-( r- «a uu^ r? cd
P>J5©r-£ÖP<©©©©Cj">-,0©©'-<©©
N boH to rn bo bo Sd h'ö ftn
<a>
2
w o
bo b
cd rd
cd
5 P-t rH
'2 d
bo 3
~d
5
O rd
be 3
d dxj
cd d
sra-ra
S
a 2
rH
O t
to <-
•H 1
rH
O H
o
iS ^3
2g*
-x
öid
'd
d
"1
4-J l-d
S
pd o a
3 fl a
«S"-1 n
d cd
CO
■m"—
cd Pi
13 2 S
fl -fl he
fl
-*->
'rt <D
TS
"5'-■
N £0 hO
-2 k 'S
oi>tr€i(lozi togou degene, dit? anot haar a.micro
en aanvuiiende eigenscliappen juist het
scherpe in hun karakter kon verzachten, en
het teedere en goede, dat zoo diep verscholen
ligt dat ze het zelf niet zien, kon versterken
en doen uitbotten.
Hoeveel stil verdriet brengen zulke man
nen over vrouw en 'kinderen, terwijl ze zich
nog ijdel en hoogmoedig verheffen op hun
braafheid, oppassendheid en spaarzaam
heid. Niemand kan immers iets op hen aan
merken! Neen, dat is nu juist hun kwaal,
ze willen eigen gebreken niet erkennen en
dus niet laten aanvullen.
Tegenover deze echt mannelijke man staan
andere die lichter, bewegelijker, fijnzinniger
van aanleg zijn. Zij zullen juist in een meer
stille en ernstige levensgezellin de noodige
rust en evenwicht vinden.
In een splinternieuw boek: Willem de
Clercq, de mensch en zijn strijd, een acade
misch proefschrift, door mejuffrouw Dr G.
E. te Lintum, las ik dezer dagen hiervan
een fraai voorbeeld. Willem de Clercq, de
bekende dichter-improvisator uit den tijd van
da Gosta, de tijd dus van het réveil was een
fijnzinnige natuur, misschien iets te vrouwe
lijk van inslag voor een man. Zoo'n mensch
had een rustige, evenwichtige vriendin als
echtgenoote noodig, die ook eenigszins over
hem moederde. Ik lees in het boek van Dr te
Lintum hierover:
„Zijn verhouding tot het andere geslacht
schijnt geen bijzondere moeilijkheden te heb
ben opgeleverdIn dezen tijd valt zijn
eerste verliefdheid. Daarop volgt zijn kennis
making met Caroline. Wanneer hij in zijn
engagementstijd klaagt over zijn hartstoch
telijkheid, moet men deze klachten niet
zwaarder nemen dan bij een ander. Caroline,
de vrouw, die hem in alle opzichten ge
schonken heeft, wat hij behoefde, was zijn
tegenbeeld.
Zij leefde meer innerlijk en miste de le
vendigheid en verbeelding van haar echtge
noot. Aan vreemden gaf zij zich niet zoo ge
makkelijk, wat de rust in het gezin zeer ten
goede kwam en door haar meer gesloten
aard wist zij te zwijgen, waar dat noodig
was. Zij werd niet zoo terstond door de
dingen meegesleept en was, als het er op
aankwam, „een heldin"."
Is dit huwelijk geen merkwaardig tegen
beeld van 't huwelijk van Wilson met Ellen
Axson?
In het algemeen kan men zeggen, dat
huwelijken tusschen een asthenische man en
een picnische vrouw bijzonder gunstige voor
uitzichten biedt; zoowel wat het harmoni
eeren der echtgenooten betreft als met het
oog op de kinderen. Wilsons huwelijk was
hiervan een beeld. Bij de Clercq zagen we
het tegendeel. De man meer picnisch, de
vrouw asthenisch. Als de man tevreden er
mee is het geestelijk overwicht voor een be
langrijk deel aan de vrouw te laten, zoo kan
een dergelijk gezin nog een zeer gunstig beeld
geven. Wederzijdsche offervaardigheid zal
echter méér noodig zijn dan in 't eerste ge
val, vooral de man zal hier met goedmoedig
heid en warme liefde met zijn scherpzinnige,
energieke en iets te mannelijke vtouw moeten
omspringen. De vrouw behoort steeds, vooral
tegenover de kinderen, zóó offervaardig te
wezen, dat ze haar man als hoofd van het
gezin erkent en steunt.
Alles hangt ook hier weer af van ware
godsvrucht en vertrouwen in elkanders goe
de bedoelingen.
De volgende maal over huwelijken waarbij
de karakters sterk op elkander gelijken.
P. W. J. S.
RADIO TECHNISCHE VRAAGBAAK.
Nieuwe snufjes.
Wij zagen laatst een toestel, waarin niet
minder dan achtentwintig lampen aanwezig
waren. Het toestel had een reuzen omvang,
bezat drie luidsprekers en om de afstem-
schaal, die zoo vol van allerlei kleuren was,
dat de duidelijkheid er onder leed, was een
doorzichtige decoratie aangebracht. Hier
achter waren eenige lampjes gemonteerd,
terwijl achter de afstemschaal iets dergelijks
aanwezig was. Zette men het toestel aan,
(Ioji werd «Je pehcelo afslemschaal fel groen
verlicht, terwijl de „zij"-decoratie hel wil
verlicht was. Stemde men af op een station
en was de afstemming goed, dan verdween
het groene licht om plaats te maken voor
zacht roze, terwijl het felle witte licht ge
temperd werd en haast doofde. Hoe sterker
het uitzendende station, hoe minder wit
licht er was.
Nadat wij wat bekomen waren van den
schrik en geconstateerd hadden, dat er bij
ons geen kleurenblindheid aanwezig was,
zijn wij eens verder gaan kijken en toen
bemerkten wij om de afstemschaal een serie
van tien knoppen. Door zoo'n knop in te
drukken, ontstond er een geruisch van een
motor en tegelijkertijd draaide de afstem
schaal, om plotseling te stoppen en prach
tige muziek van Hilversum was waar te
nemen. Bij het indrukken van een anderen
knop herhaalde zich dezelfde manipulatie
en hoorden wij muziek uit Droitwich schitte
rend uit den luidspreker komen. Wat was
nu het geval?
Aan de as van den afstemcondensator was
een kleine motor geschakeld, welke door
het indrukken van een knop in een bepaal
den stand stil bleef staan. Het toestel stem
de dus op die manier automatisch af. Op
ieder van de tien knoppen stond de naam
van een station en door een handige in
richting konden wij van te voren onze fa
vorite omroepstations „op de knoppen" zet
ten en dan deed iedere knop zijn dienst.
Maar nog waren niet alle snufjes be
keken. Op de afstemschaal waren, als het
ware, kleine horloges aangebracht en deze
waren gekoppeld op een electrisch klokje,
dat in het toestel ingebouwd was. Nu had
men maar op de klok van Japan te kijken,
om direct te weten hoe laat het er was,
terwijl men op een andere klok waar kon
nemen den Amerikaanschen tijd. Er waren
vijf verschillende tijdsaanwijzingen, zoodat
als men naar de ultra-kortegolf luisterde,
direct wist, welke stations naar bed en
welke in vol bedrijf waren.
Verder bezat het toestel natuurlijk de
allernieuwste snufjes, zooals automatische af
stemming, bandbreedte schakelaar, toon
regeling, stille afstemming, automatische vo
lume-controle.
Het geluidsvolume was geweldig en dit
werd bereikt met behulp van drie luidspre
kers, waarvan twee groote electrodynamische
voor het lage en midden toonbereik, terwijl
voor de allerhoogste tonen een speciale
kristalluidspreker, een z.g. tweeter, inge
bouwd was. Deze geeft alleen de hoogste
tonen weer en hoort men instrumenten met
een hoog timbre, dan is de aanwezigheid
van dezen tweeter zeer goed waar te nemen.
Teneinde de luidsprekers zooveel mogelijk
tot hun recht te doen komen is de kast,
waarin het toestel is ondergebracht, voor
zien van jalouziën aan de zijkanten, die naar
believen gesloten en geopend kunnen wor
den. Het voorpaneel is, ook al terwille van
den klank, gebouwd in V-vorm.
De geluidskwaliteit is enorm, terwijl de
„geluidshoeveelheid" of beter gezegd, de
output genoeg is voor een klein zaaltje.
Tenslotte was er nog een ingebouwde gra-
mofoonmotor met pick-up, die automatisch
acht platen speelde.
Men heeft hiervan dus een half uur gra-
mofoonmuziek achter elkaar, zonder dat men
er iets aan behoefde te doen.
Ruimte voor platenberging was vanzelf
sprekend aanwezig.
Dit snufje komt natuurlijk uit Amerika,
maar een drukknop-afstemming is ook al
hier in Holland aanwezig. Wij weten name
lijk van een Hollandsche firma, die een
toetsenbord met knoppen levert, waarmee we
door indrukken van een knop ook een sta
tion kunnen afstemmen. De motor is echter
achterwege gebleven en deze methode zon
der motor is verreweg te prefereeren.
Door het indrukken van een knop, scha
kelt men een bepaalden vasten condensator
in en deze stemt het station af. Op deze
afstemmanier komen wij nog nader terug
en hopen er een apart artikel aan te wijden.
Deze methode is ook direct toe te passen
voor amaters, zoodat deze nu eens met een
nieuw snufje kunnen komen, nog voordat dit
op de fabriekstoestellen aanwezig is. Wij
hopen u dan een methode aan te geven,
HET EERSTE GEÏLLUSTREERDE BLAD.
We kunnen, ons tegenwoordig bijna niet
voorstellen, dat er een tijd geweest is, waar
in couranten en tijdschriften zonder platen
verschenen en toch is die er geweest, al ligt
hij dan ook eenige eeuwen achter ons.
De eerste drukker-uitgever, die vond, dat
men niet alleen iets te lezen, maar ook wat te
zien moest hebben, was een Zuid-Nederlan
der, Abraham Verhoeve, wonende te Ant
werpen.
Hij had in 1605 een tijdschrift opgericht,
dat een klein formaat had, meestal zes blad
zijden telde, twee of driemaal per maand
verscheen, en nog wel in twee talen.
Van de handelsbetrekkingen, die er be
stonden tusschen Antwerpen en het buiten
land, wist hij een dankbaar gebruik te ma
ken om nieuwsberichten te verzamelen, die
hij dan in zijn tijdschriftje verwerkte.
Daar Verhoeve een veelzijdig man was en
ook de kunst van graveeren verstond, kwam
hij op de gedachte om gebeurtenissen in
metaal te graveeren en daarvan afdrukken te
maken in zijn orgaan.
Dat was iets nieuws en het gevolg was dat
er voor de geïllustreerde „gazette" groote be
langstelling bestond. Het uitbreken van den
oorlog tusschen Bolland en aartshertog Al-
bert, was voor den redacteur-uitgever,druk-
ker-teekenaar een welkome aanleiding om
te laten zien waartoe hij in staat was. Hij
wist van onze regeering het recht te verkrijg
gen om het nieuwste oorlogsnieuws te pu-
bliceeren en krijgsverrichtingen in beeld te
brengen.
Dat was voor die dagen een groote gebeur
tenis.
"Wanneer men echter het eerste geïllu
streerde blad van drie eeuwen geleden ver
gelijkt met wat in onzen tijd op dit gebied
geproduceerd wordt, dan maakt het wel een
uiterst primitieven indruk. En dan blijkt
ook, welke ontzaglijke vorderingen sinds
dien tijd zijn gemaakt.
Ook met betrekking tot de geïllustreerde
pers kunnen we spreken van de wonderen
der techniek.
Groot is de vooruitgang. Maar ook niet
gering zajn de gevaren die met dezen
vooruitgang verband houden.
De snelle vermenigvuldiging en de tech
nisch bijna volmaakte uitvoering van bladen
en tijdschriften kan een zegen zijn, wan
neer de lectuur en de illustraties ten doel
hebben, de harten te verheffen tot God. Ze
i s helaas maar al te vaak een vloek, of zoo-
als Da Costa het uitdrukte, een stap ter hel.
Het is daarom noodig nauwkeurig toe te
zien welke lectuur en wat voor illustraties
onze huiskamer binnenkomen. Laat ons
slechts steunen datgene, wat de geest wer
kelijk ikan verrijken.
waarbij u de drukknop-afstemming en de
gewone afstemming naar believen kunt ge
bruiken.
Vragen. J. S. te O. Wij kunnen, indien
U ons geen meerdere gegevens geeft, U on
mogelijk zeggen wat de storing is, die U in
Uw toestel hebt. Allereerst zouden wij wil
len weten of U een gelijk- of een wissel
stroomtoestel hebt.
Als één oorzaak kunnen wij U noemen
de negatieve roosterspanning der eindlamp.
Daarmee is misschien iets niet heelemaal
in orde. Meet U het batterijtje eens na en
hebt U automatische negatieve roosterspan
ning meet dan den kathode-weerstand eens
door. Is deze nog wel heel? D'an kan het
euvel gezocht worden in een niet goede
schermroosterspanning of iets dergelijks.
Speelt een pick-up goed op Uw toestel?
Als U ons een paar inlichtingen kunt ver
schaffen, willen wij U gaarne verder in
lichten.
De eventueele kosten kunnen wij, niet
wetende waar één en ander zijn oorzaak
vindt, niet opgeven.
D. G. te G. De naam van den importeur
zullen wij U zoo vlug mogelijk meedeelen.
Op 't oogenblik is het adres niet in ons bezit.
De toestellen zijn zeer goed en zijn vol
komen betrouwbaar. De geluidskwaliteit is
zelfs superieur aan andere toestellen.
door H. ZEEBERG.
41) -o—
„Vanzelf", vond Ina vroolijk. ,,'t Is mis
schien geen onderwerp voor vrouwen, maar
we zetten de radio om half acht open, hoor."
Het vredige gelaat van de boerin vertoon
de opeens niet dan schrik.
„Maar, Ina.neen, dat kan niet.
Want de hoer.
„Nu, wat zou dat?"
Ongewild scherp kwam die vraag er
uit. Ina begreep, dat nu het moment ge
komen was, waarop zq moest doortas* m.
„Neen, dat kan niet. De radio moet dicht
blijven. De baas zou het niet dulden, dat de
stem van Piet.
„Zal ik klit tijdschrift dan maar ver
scheuren?"
Ina deed, of zij het werkelijk van plan
was.
„Neen, neen, waarom toch?"
„Wel, dat kijkt de boer toch ook altijd in.
Dat lijkt me nog gekker. Want dan ziet hij
in eenen de foto van zijn zoon."
„Ja, ja. Hoe moet dat nu? Je kunt het
niet verscheuren. Want wat moet ik dan
zeggen?"
„U zoudt kunnen zeggen, geheel naar
waarheid, dat het verscheurd is, omdat er
een foto van uw zoon in stond", vond Ina,
met een effen gelaat sprekend.
Haastig keek de boerin haar aan: spotte
het meisje nu? Maar wat beteekenden
die tranen?
„Wat heb je?" vroeg zij ongerust.
„Kijk eens goed naar de foto", Ina
sprak moeilijk „en zie mij dan eens
aan."
Onwillekeurig deed vrouw Mieras het.
„Men zegt in Arnhem, dat ik sprekend
op uw zoon gelijk. Vindt u dat ook?"
„Ja, ik heb direct gezegd, dat je gezicht
mij bekend voorkwam. Maar je bent een
Neerlandt. Vermoedelijk heel ver familie. De
familietrek zit er tenminste in. Ja, je
hebt gelijk, je lijkt sprekend op Piet."
„Ik geloof niet, dat ik verre familie van
u ben. Ik weet wel zeker van niet."
„'Het is wel mogelijk. Maar de familie
trek
„Ik ben van heel nabij familie van u",
zeide Ina fluisterend.
En zij legde haar hoofd op den arm van
de verbaasde boerin, terwijl zij' tranen van
blijdschap en emotie snikte, opeens gevoe
lend, dat zij haar geheim niet langer zou
kunnen dragen.
„Kind, wat heb je? Ik.ik., begrijp
niet.. En tóch voel ik.."
„Ik heet Ina Neerlandt Mieras.
„Maar dan.. Heere, dat is te veel., dan
ben je.
„Uw kleindochter, Grootmoeder. De
jongste dochter van uw zoon Piet. Ver
geef me, dat ik mij als een vreemde heb
voorgedaan. Maar dat kon niet anders."
De verontschuldigende woorden hoorde
de nu ook weenende vrouw Mieras niet
Zij kustte het meisje hartstochtelijk, uit
roepend: „Heere, wat een ongedachte ze
gen; wat maakt Gij het goed met mij!"
Geruimen tijd werd er door de beide
vrouwen geen woord gesproken. De boerin,
als het ware niet te verzadigen door het
beeld, deed niets dan telkens Ina aansta
ren.
„Je hebt de trekken van Piet", zeide zij.
Dat ik het niet eerder gezien heb! En hoe
is het mogelijk, dat je het hebt kunnen ver
zwijgen. We waren zoo vaak vertrouwelijk.
Het is geen wonder, dat je mij1 onmiddellijk
hebt aangetrokken!"
„Het heeft inij moeite genoeg gekost, om
niet te spreken, Grootmoedertje. Maar het
kon moeilijk anders. Ik moest eerst het ter
rein verkennen, 't Is nu te laat. Straks ko
men de mannen eten. Maar als u vanmiddag
gerust hebt, zal ik u het heele verhaal vertel
len, dan begrijpt u alles. Voorloopig blijf ik
de vreemde hoor, Grootmoeder. We moeten
vanmiddag saampjes eens overleggen, hoe
we doen zullen."
Ina had haar opgewekte stem teruggekre
gen. Maar spoedig bespeurde zij, dat haar
Grootmoeder niet opgewekt was .En zij be-
IN STORM EN NOODWEER.
Donk're wolkgevaarten
Jagen langs het zwerk;
Stormwind scheurt, als kaarten,
Boomen, oud en sterk.
Angstig, bang is buiten
't Elementenspel;
Loeien, gieren, fluiten:
'tls het noodweer wél!
't Leven kent zijn tijden
Zoo vol angst en nood;
Vol onzegbaar lijden,
Smarten van den dood!
Heerlijk, als wij binnen
Vrij van alle pijn,
Dicht bij Dien wij minnen;
Dicht bij Jezus zijn!
greep onmiddellijk de reden: de blijdschap
werd getemperd door de vrees voor Groot
vader, voor wat zou kunnen gebeuren. Wat
was dat toch?
De mannen kwamen thuis en deden, als
steeds, het maal alle eer aan. Maar vrouw
Mieras, overstelpt door indrukken en ietwat
van streek, kon met geen mogelijkheid eten.
Ook Ina had er moeite mee.
E'r heerschte aan tafel gedwongenheid. Za-
charias Mieras, die aanvankelijk vroolijk
tot zijn vrouw sprak, bespeurde weldra, dat
zij anders was dan den vorigen avond en
dien morgen. Met ongerustheid zag hij, hoe
zij niet at. En haar geruststellend antwoord
op zajin vraag, of zij zich minder voelde, stel
de hem in werkelijkheid niet gerust.
Met een bezwaard hart ging hij; aan den
arbeid, bij het weggaan nog zeggend, dat zij
naar bed moest gaan.
Natuurlijk dacht de boerin er geen oogen
blik aan. Zij verlangde naar de oogenblik-
ken, dat zij met Ina alleen was. Haar hart
was berstens vol vragen.
M)aar zij werd volkomen bevredigd. Want,
terwijl buiten de zwoele zomerwarmte hing,
verhaalde Ina in de stille intimiteit van het
koele vertrek alles van huis, van haar vader,
moeder en zuster; van haarzelf, van het ge
sprek met haar vader in de duinen van
Wijk aan Zee, toen zij voor het eerst dat
vreeselijke gewaar werd; van haar gesprek
ken met dominé Westwoud. Zij haalde de
brieven van haar vader en las die voor. En
zoo, stukje voor stukje, kreeg de moeder
een beeld van het gezin van haar zoon, dat
niet was als het hare. En dat door de schuld
van haar man, die in zijn trots en boeren-
waan zijn zoon had verstooten, waardoor
deze God den rug had toegekeerd, al bleek
uit zijn brief, dat hij persoonlijk toch niet
los was van zijp. opvoeding in de vreeze des
Heeren.
Maar welk een wonderlijke leidingen! Het
kind, opgevoed naar de wereld, werd ge
grepen en moest naar Zuidstad komen, om
Jezus volkomen te leeren aanbidden!
En méér nog: dat kind moest worden de
schakel, die de zoon weer met de ouders
verbond. Na zoovele jaren. Die voor haar
als een nachtmerrie waren voorbijgegaan.
Zij was nooit de oude meer geweest
En zou de zoon nu komen? Het lag niet
aan hem, niet aan haaT. Maar aan haar
man. O, hoe moest zij handelen? Zij kon er
niet met hem over spreken, vreezend, dat
het tooneel van toen weer zou terugkee-
ren. Hoe zou hij optreden tegenover Ina, als
hij: het wist
Raadde Ina haar gedachten?
„En nu moeten wij eens praten over
Grootvader, Opoe. Het klinkt nog zoo vreemd
in mijn ooren, het woordje „opoe". Ik zeg-
het maar, zooals de menschen het hier zeg
gen. HToe moet het nu verder?"
„Kind, ik weet het niet. Ik zit er over in
zorg."
„Mag ik eens wat vragen? Misschien vindt
u het wel vrij, maar die vraag brand mij al
lang op de tong. Is u bang, om het Groot-
vad' r te vertellen?"
„Je kent Grootvader niet, Ina. Je vader
begrijpt het veel beter. Dat blijkt duidelijk
uit zijn brieven. Nooit is je vaders naam
meer over de lippen van den baas gekomen.
Ik ben bang, er over te beginnen, llij beeft
mij strikt verboden, er ooit weer over te
praten. Ik. vrees, als ik het deed en je
Grootvader kwam te weten, wie je bent, dat
hetzelfde tooneel van jaren geleden hier zou
worden gezien."
„Dacht u, dat Grootvader mij zou wegja
gen? Nu, daar geloof ik niets van, hoor."
„Je denkt er te licht over, kind. Het is
niet zoo eenvoudig."
„Opoe, ik geloof nog steeds, wat ik u ver
leden week zeide: Grootvader is niet rustig
onder het gebeurde. Het zou een zegen voor
zijn gemoedsrust zijp, als het met vader weer
in orde was."
Zij bemerkte tot haar bekommernis, dat
haar Grootmoeder niet overtuigd was.
„U behoeft er niet over te praten, Opoe.
Tenminste nog niet. U moet Grootvader
maar eens bestudeeren, als hij1 het radiotijd-
schrift ziet en Woensdagavond de stem van
vader hoort."
„Maar dat moet niet, kind," zei vrouw
Mieras angstig.
„Dat moet wél, Opoe. Ik geloof heusch,
dat het mijn plicht is, met Grootvader te pra
ten. Maar niet onmiddellijk. Misschien moet
het nog weken duren, al hoop ik dat niet.
Zoo lang moet ik een vreemde blijven. Als
ik nu bij vergissing maar niet „Opoe" zeg!
Ik zal mij afwennen, met twee woorden te
spreken."
„Maar wat ben je nu van plan?"
„Niets, Opoe, o neen, géén twee woorden;
niets. Alles blijft, zooals het was. Alleen wij
tweetjes en natuurlijk dominé en me
vrouw Westwoud weten het geheim. Maar
nu wil ik toch eens afwachten, hoe Opa
reageert, wanneer hij het tijdschrift ziet.
Best mogelijk, dat hij niets zegt. Maar zijta
houding kan veel zeggen. En dan zet ik
Woensdagavond om een uur of zeven de ra
dio open en dan zullen wij weer zien. Verg
ik nu het onmogelijke van u?"
De boerin moest erkennen, dat zulks niet
het geval was, al vreesde zij voor den af
loop.
Maar hoe werd haar vrees ten eenenmale
beschaamd!
Aan den avond van dien Zaterdag de
oude boer was nog even „naar stad" ge
weest op de fiets opende hij, na de cou
rant te hebben gelezen, als steeds het radio-
tijdschrift, half luid lezend, wie er den vol
lenden dag preekte voor de radio.
Dan bladerde hij verder, met spanning
gadegeslagen door Ina, die opzettelijk wat
achteraf was gegaan, en ook door zajn
vrouw.
Hij tuurde op de foto en las den naam,
dat stond voor de beide vrouwen vast. Eb
op hetzelfde oogenblik, neen hij slaakte
niet een kreet, maar hij! greep den rand van
de tafel en legde het tijdschrift neer. Dan
trok hij met geweld aan zijin pijp, stond op
en zei met een stem, die nog nooit zoo schor
had geklonken; ,,'kGa nog even een luchtje
scheppen en meteen het licht aansteken."
Hij liep niet, maar hij waggelde door het
vertrek en verdween over het erf en den
weg achter den dijk.
Hoe gaarne was Ina hem gevolgd, maar
zij durfde niet, daar zij niet wist, wat er
van te denken: was dit aandoening bij Groot
vader of was het opkomende toorn, die hij
omdat zij, immers een vreemde, tegen
woordig was met kracht bedwong?
Wanneer zij hem gevolgd was, had zij
gezien, hoe haar Grootvader aan de zeezijde
tegen den berm van den dijk zat, het hoofd
in de handen, steunend als een, die pijn
lijdt
Aan haar Grootmoeder, die haar man na
keek, durfde zijl ook niets te vragen. Eh deze
zweeg.
Het was niet een prettige Zaterdagavond.
Na een uur keerde Zacharias Mieras tej-ug
naar de boerderij en sprak verder zoo goed
als geen woord.
Het merkwaardige en meest opvallende
was evenwel, dat hij! den volgenden morgen
verklaarde, niet wel te zijn en niet naar de
kerk te fcuïmen gaan. 't Was nog nooit voor
gevallen.
Dus peddelde Ina, met een hart vol on
rust om Grootvader, daar zij vreezen ging,
dat Grootvader dien morgen, als zij er niet
was, praten zou, naar Zuidstad, om na den
dienst even een apartje te hebben met do-