I nl Dagblad voor de Provincie Zeeland EERSTE BLAD De zaak-Oss. De strijd in China. Mensch en machine. Belangrijkste Nieuws a I P f «S p 35 «s all:! III sr SgCp, p,P co a §3 CD *0 I p gT3 g p i- S-w e. (D 5 <1 CD uj M. b -* S" o! s> «-+• 3 3 i j 3^2- - 0» £T 2 S IS B S 5 p» -a p Fo&P- i P S® -K p 3 hi <j m P- t'?s°l i 1 ll- i 5 N a a® f a g !- a. q g -Ê^wf 2 f p a o- ^I'&S <s 1 g F fej ts Si p p- S I SB. .K i! W ES-f1 B I I a r- «3 «Se 2 p 2 P.0SJ 8 <8 2 3 P ?2 g B-S P ST O 5' Oq Crq pj 8 W 8" g« S- p" g-fs g'p £8 p p-is &1 (5-1 &S ST* P P (i o O SP< tsj £3- P3 I Is aoa 8 g^? I 1 g- pr tr ïg.P S. S5 11 r* pr 2 >-< p g,BB.a I P 2 a m s i „a pT t^ET -d trp P o Op P p PS. ap o 10 P'M o P É?B. C3 K«T- S K" f Efp a N a w p. P Kp W p p 0. p p-g-B 2 pj sis X 5 X c |II| pp s pp S". gfi;sg< ,.B„& H. »PP'WP'!S& S-S ^^0. pp^. E p S 2 a- -« pp i i B 2 B 8 j s s g® S" p p B Z%% MAANDAG 27 JUNI 1938 52e JAARGANG - No. 225 Uitgave: N. V. Uitgevers - Maatschappij „Luctor et Emergo" ter exploitatie van het blad „De Zeeuw" Bureaux Lange Vorststraat 7 0, (Joes Postrekening 44455 Telefoon 11 Bijkantoor Middelburg: Fa. Boekhandel J. J. F A N O Y, Lange Burg 40. Telefoon 28 Abonnementsprijs *"\5G ps~ rtar! Weekabonnementen voor Midóaiburg Goes en Vlissingen f 0.20 Losse nummers 5 cent Directeur - HoofdredacteurR. ZUIDEMA Advertentiën 30 cent per regel Ingezonden mededeeiingen 60 cent per regel Kleine Advertentiën Dinsdags en Vrijdag» f 0.75 bij vooruitbetaling Advertentiën onder Ietter of motto 10 cent extra BIJ contract belangrijke korting Dit nummer bestaat uit 2 bladen. De behandeling van de klaagschriften van de zes onderofficieren der brigade- Oss van de Kon, Marechaussees tegen de ontneming van hun opsporingsbevoegd heid en hun overplaatsing, voor het mi litair ambtenaren-gerecht, is Zaterdag teneinde gebracht. Het woord is nu aan de rechters die binnen drie weken uitspraak zullen doen. Verschillende bladen zijn reeds met hun conclusie gereed. [Dit is echter wel wat voorbarig. Wie de debatten heeft gevolgd, zal wel zekere indrukken hebben gekre gen, maar het past daarom nog niet op de rechterstoelen plaats te nemen. Verwacht kan worden, dat het gerecht na grondige studie van de over en weer aangevoerde argumenten een uitspraak zal doen, waarbij het recht naar alle kan ten wordt gehandhaafd. Intusschen zekere indrukken zijn toch wel gewekt. De eerste en voornaamste indruk is ze ker wel deze, dat er een zeer slechte ver standhouding was tusschen het wapen der Kon. Marechaussee en de justitieele autoriteiten, ten nadeele van een juiste rechtshandhaving, waarbij alles er op wijst, dat de betrokken brigade daarvan de dupe is geworden. Verder is duidelijk geworden, dat de minister van Justitie, onvolledig en een- Tijdig was voorgelicht, met het gevolg, dat de Minister op zijn beurt de Kamer niet volledig op de hoogte heeft gesteld Verwondering wekt het feit, dat waar het, hier een geruchtmakende zaak betrof, door den Minister niet zelfstandig een onderzoek werd ingesteld. Met meer dan gewone belangstelling, maar ook in het volle vertrouwen dat een uitspraak -zal worden gedaan, die het rechtsgevoel in alle opzichten bevredigt, zien wij 'de uitspraak van het ambtena rengerecht tegemoet. Een uitspraak, die ongetwijfeld van in vloed zal 'zijn op de verdere behandeling van deze zaak in de Tweede Kamer. Merkwaardig is in dit verband de met vette en kapitale letters gedrukte beschul digingen van „De Banier". Dit Staat'k. 'Geref. blad had reeds vóór de pleidooien waren afg'eloopen het von nis geveld. En het voegde daaraan toe een beschuldiging van de „politieke hee- ren, die om der wille van de- coalitie- liefde in de Tweede Kamer onmogelijk hebben gemaakt dat al deze ergerlijke, het recht krenkende dingen in een en quête werden onderzocht. De doofpot, die de Anti-Revolutionairen en Chr. 'Histori- schen in broederlijke eensgezindheid met de Roomschen hebben -gesloten, is 'ge opend en nu wij weten wat zij be vatte is onze verontwaardiging over de „voorlichting" die minister 'Goiseling durfde geven -grooter dan ooit." Een zeer zonderlinge 'beschuldiging. Immers alle aanwezige Anti-revolu tionaire, 'Chr. Historische en R. Katho- lieke leden van de Tweede Kamer hebben hun stem gegeven aan het voorstel- Albarda-Oud, dat bedoelt een grondige behandeling van de zaak mogelijk te ma ken. Begeerte naar politiek gewin recht vaardigt niet het geven van een voorstel- ing vierkant in strijd met de waarheid. EEN „CONFLICT", DAT LANG KAN DUREN. Er wordt thans verwoed gestreden te atang aan den zuidelijken oever van de angtse, waar Japansche troepen aan tand gegaan zijn, teneinde de Chineesche s elhngen aan te vallen, die de versper ring m de rivier bewaken, welke verhin dert, dat de Japansche vloot naar Han- ou kan opstoomen. De Chineesche troe pen doen krachtige aanvallen op de lan- mgsdivisies, waardoor deze niet in de tigen6n Z^n' ^aar hellingen te beves- Voorts meldt Hankou: rMer dekking van het nachtelijk don- hebben twaalf Japansche stoomboo- ren getracht troepen aan land te zetten te J!anPan' K.M. beneden Toenglioe, ■as .phineesche verdediging der Tp„ verdrijven. Bij het naderen der od^u111101^ s'aa8'(ie de riviermaoht er in nvo er s°hepen tot zinken te brengen. De bot nu- wer<*en verdreven, aldus meldt Chineesche telegraafagentschap. Strijd van langen duur. De Japansche generaal Itagaki heeft Zaterdag aan journalisten te Tokio een inteview verleend, waarin hij o.m. de mogelijkheid onder oogen zag, dat het Japansch-Chineesch conflict nog tien of twintig jaar zal duren. Het is noodig, dat de Japanners er op voorbereid zijn den strijd, zelfs voor een periode van 20 jaar, voort te zetten. DE SPAANSCHE REGEERING ZOU DREIGEN MET REPRESAILLES TEGEN ITALIË EN DUITSCHLAND Parijs en Londen manen tot voorzichtigheid Uit goede bron verkregen inlichtingen bevestigen, dat de Spaansche regeering den regeeringen van Frankrijk en Groot- Brittannië heeft medegedeeld, dat, indien de luchtbombardementen op open steden, welke den dood van vele vrouwen en kin deren veroorzaken, niet gestaakt worden, zij er waarschijnlijk toe gebracht zal wor den, tot represaillemaatregelen over te gaan, niet slechts tegen con centraties in het gebied van Franco, maaróóktegen de steden der vreemdelan den, op welke althans voor een deel de verantwoorde- lijkheid voor deze bombar dementen rust. Na ontvangst van deze mededeeling, heeft de Fransche regeering terstond de regeering te Barcelona tot voor zich tigheid gemaand, en wel in de meest krachtige ter men. Er is reden om aan te nemen, dat een gelijk vertoog tot de autoriteiten van Bar celona gericht is door de Britsche regee ring. De ambassade van Spanje te Parijs deelt het volgende mede: „Inzake de ge ruchten, welke verspreid zijn betreffende de houding der Spaansche regeering ten aanzien van het bomhardeeren van open steden door een in dienst der opstande lingen staande luchtmacht, wordt er aan herinnerd, dat de ambassade van Spanje reeds herhaalde malen met een aandrang, welke zijn oorzaak vond in de dringende noodzaak, om een eind te maken aan deze weerzinwekkende methode van oorlogvoe ring, de Fransche regeering gewezen heeft op de felle protesten der Spaansche re geering tegen een dergelijk optreden. Volgens uit Spanje ontvangen inlichtin gen is het zeker, dat de verontwaardiging der Spaansche 'bevolking over deze tot systeem geworden bombardementstactiek, vormen dreigt aan te nemen, welke het de republikeinsche regeering onmogelijk maken, deze moordpartijen, waaraan de in dienst der opstandelingen staande bui- tenlandsche luchtmacht zich te buiten gaat, zonder reactie gade te slaan". De „Giornale d'Italia" publiceert in sen- sationeelen. vorm het aan de regeering van Barcelona toegeschreven voornemen om tot represaille-maatregelen over te gaan tegen de havens en schepen der met ge neraal Franco bevriende landen, indien de luchtmacht der opstandelingen haar bombardementen niet staakt. „Indien dit voornemen", aldus de „Gi ornale", „zou worden uitgevoerd, zou hierop van de zijde van Italië en D uitschland een onverwijlde en onverbid delijke militaire reactie v o 1 g e n". Beweerd wordt, dat vliegtuiggroepen der regeeringsluchtmacht op de vliegvel den van Valencia, Carthagena en Rosas gereed staan, om aanvallen te doen op buitenlandsche schepen, in het bijzonder Italiaansche, die havens der opstandelin gen verlaten. Sir Robert Hodgson, de Britsche agent te Burgos, zal waarschijnlijk tegen het midden dezer week te Londen aankomen, teneinde 't antwoord van generaal Franco over te brengen op de Britsche vertoo- gen naar aanleiding van de bombarde menten op Britsche schepen in de Spaan sche territoriale wateren. Ofschoon men te Londen nog niet be vestigt, dat ook maar een voorloopige me dedeeling reeds' aan Hodgson is overhan digd, is men niettemin in politieke krin gen van oordeel, dat de vooruitzichten op een gunstig antwoord de laatste dagen verbeterd zijn. Zaterdag hebben verscheiden escadril les Junkers-vliegtuigen boven het ooste lijk deel van Alicante gevlogen. Er zijn 12 dooden en 59 gewonden. Ook hebben vliegtuigen der opstande lingen een 20-tal bommen op Valencia geworpen. Er zijn geen slachtoffers. DS. NIEMöLLER EEN JAAR INGESLOTEN. Het is thans een jaar geleden, dat ds Niemöller werd ingesloten. Gisteren zijn in alle kerken der confessioneele kerk ge beden voor hem opgezonden. Er zijn thans nog 12 predikanten en andere leden der belijdende kerk in Duitschland, onder wie zich enkele vrou wen bevinden, in hechtenis. Drie en tach tig predikanten zijn tot dusverre afgezet. Zes en dertig mogen het land niet verla ten, een en vijftig mogen niet prediken. OVERVLOED VAN GRAAN. De Parijsche correspondent van de Fi nancial Times schrijft, dat men in Frank rijk zit met een overschot van graan. Het plan om het te gebruiken voor distillatie tot alcohol is ongunstig ontvangen en zou bovendien slechts een deel van het sur plus opheffen. Verhooging van de graan reserve zou biji gebrek aan opslagplaat sen te veel kosten en tëgen het gebruik van graan als veevoeder is weer bezwaar omdat daardoor de uitvoer van Indo-Ghi- na zou lijden, dat op Frankrijk is aange wezen, sinds het China als afzetgebied heeft verloren. De Fransche autoriteiten bestudeeren daarom de mogelijkheid van uitvoer naar Italië, dat behoefte schijnt to hebben aan invoer van graan. Hier be staan echter verschillende bezwaren tegen. In de eerste plaats zou Italië een langdu rig crediet eisohen en voorts is het van wege het bestaan van de clearing-over- eenkomsten meer geneigd graan te koo- pen van Hongarije, Zuid-Slavië en Argen tinië. Uitvoer naar andere landen heeft bovendien nog het bezwaar, dat men ge noegen zou moeten nemen met den prijs, die lager is dan de wettig vastgestelde prijs voor het binnenland. Men zou het graan voor binnenlandsoh gebruik nog booger moeten belasten om het verlies op den uitvoer goed te maken en ook daar tegen bestaan weer bezwaren. HET MODERNE DUITSCHE HEIDENDOM. Vuuraanbidders. In den nacht van Zaterdag op Zon dag werd voor 25.000 mannen op den top van den Hessël'berg, „den heiligen berg" der nationaal-socialisten in Frankenland, door Streic'her het woord gevoerd. Hij1 zeide o.m.: „Wij' hebben geen zwarte mannen noodig om te biechten en om krachten te putten voor het komende jaar. Wij aanschouwen de vlammen van den heiligen brandstapel en wij werpen onze zonden in het vuur. Wij kunnen ver volgens van dezen berg afdalen met zui vere ziel. Wiji zijn onze eigen priesters geworden en zijn dichter bij' God na dezen berg te hebben beklommen. Laat de vreemdeling critiek uitoefenen op deze aanbidding, zooals 'hij' wil. Het is een feit, dat 'God altijd met Duitschland is geweest, zelfs1 duizenden jaren geleden, toen er geen profeten of kerken waren." Na de plechtigheid, die bestond in het ontsteken van een brandstapel ter ver heerlijking van 'het vuur en het licht, be ëindigden oefeningen op het veld en vliegtuigdemonstraties1 dit nachtelijk feest. Gistermiddag heeft Streic'her opnieuw op den heiligen berg het woord gevoerd voor 200.000 Duitschers. DE SPELLINGSKWESTIE IN BELGIE. Verklaring van den minister van onderwijs. In antwoord op schriftelijke vragen 'van een kamerlid betreffende de spellings kwestie in België, heeft de Belgische minister van openbaar onderwijs bet vol gende geantwoord „Ik houd mij, in alle opzichten, aan de verklaringen door mijn geaohten voor ganger, Dt J. Hoste, in zake het spelling vraagstuk afgelegd. Aan de commissie is niet de taak op gedragen, een voorbereidende studie tot de vereenvoudiging van de spelling der Nederlandsche taal te leveren. Een spellingwijziging zou slechts uit kracht van een wet verplicht gesteld kunnien worden voor de scholen en de openhare besturen. Tot 'dusver is niet gebleken, dat het tot stand komen van zoodanige wet aan een behoefte beantwoordt. Er bestaan, in tegendeel, afdoende redenen, waarop mijn achtbare voorganger heeft gewezen, om de spelling van De Vries en Te Winkel te handhaven. Toch is het van belang zekere bijzon dere vraagstukken in behandeling te ne men, zooals de schrijfwijze van de bas taardwoorden en van moeilijke woorden en het geslacht van zekere woorden. Deze bijzondere vraagstukken maken het pro gramma van werkzaamheden der Belgi sche commissie uit. Ook de Nederlandsche commissie zal ze bestudeeren, weshalve zij besprekingen zal voeren met de Belgische. De Nederlandsche commissie zal, bo vendien, naar een oplossing zoëken voor de technische moeilijkheden van de spel ling Marcbant ien de Belgische commis sie in kennis stellen met den uitslag van haar werkzaamheden in vehband daar mede. Hierdoor krijgt de Belgische com missie de gelegenheid om, zoo de om standigheden dit meebrengen, de kwestie in haar geheel te beschouwen. Naar aanleiding van het ingebruik stel len van een hypermoderne sorteermachi- ne in het stationspostkantoor te Utrecht, maakt „De Gelderlander" de opmerking, „dat te veel uit het oog wordt verloren, dat een bedrijf er is voor de menschen en dat een onderneming geen doel is op zichzelf. „Dezer dagen hebben wij in verband met de besprekingen op het Bossche congres inzake jeugdwerkloosheidsbiestrijding op deze groote waarheid de aandacht geves tigd. Als duizenden en duizenden, die werken willen en kunnen, snakken naar arbeid, als er zooveel leed heerscht in vele gezin nen, is het dan verantwoord al maar door arbeid besparende machines in te voeren? In het onderhavige geval zal misschien worden geredeneerd: maar het P. T. T.- drijf krijgt er toch maar een mooie be grooting door. Inderdaad, maar ten koste van uitscha keling van weer zooveel en zooveel werk krachten, ten koste ook van verzwaring van de begrooting voor Sociale zaken. En doet het bovendien niet pijnlijk aan, dat hier en daar het P, T. T,-bedrijf nog een langoren arbeidsdag heeft dan acht uur? Wat overigens de mechanisatie van het bedrijfsleven betreft, machines, ook mo derne machines, kan onze samenleving niet ontberen. Maar de mensch is door God met rede begiftigd, om tot heil van zichzelf en zijn medemenscben bier op aarde te kunnen handelen. Doch is het redelijk, is het goed sociaal handelen, indien een groote werkloosheid 't menschdom teistert, dat dan toch nieu we, op groote schaal arbeid sparende ma chines in werking worden gesteld? De vraag stellen is haar beantwoor den". De zaak schijnt ons minder eenvoudig dan het hier wordt voorgesteld. Maar het betreft hier een, vooral in dezen tijd uiterst belangrijke kwestie, die waard is van alle kanten bekeken te wor den. Wij kunnen niet de ontwikkeling van de techniek stop zetten. Maar misschien zou in bepaalde gevallen eenigszins rem mend kunnen worden opgetreden. De Belgische commissie zal slechts haar werkzaamheden beginnen na aan stelling van de Nederlandsche commissie. Het is niet mogelijk gebleken een datum te bepalen voor het indienen van haar voorstellen. Evenals mijn geachte voorganger, ben ik van -oordeel, dat rechtmatige belangen zouden geschaad worden zoo geen over gangsperiode van ten minste vijf'jaren voorzien werd, indien in België, langs officieelen weg, een spellingswuziging zou tot stand komen." HEFFING VAN OPCENTEN. Verlenging der 20 opeenten op dividend en tantièmebelasting. Bij- de Tweede Kamer is ingediend een wetsontwerp tot wijziging van de wet van 20 December 1935, tot heffing van opcenten op enkele belastingen ter ver sterking van de middelen tot dekking van de uitgaven des rijks. De memorie van toelichting zegt o.m.: De heffing van opcenten op verschil lende belastingen zal 31 December 1938 of 30 April 1939 afloopen. Te zijner tijd zal dienen te worden over wogen of de heffing van deze opcenten al dan niet moet worden verlengd. Ten aanzien van de 20 opcenten op de dividend- en tantièmebelasting duldt deze beslissing echter geen uitstel. Dit is een gevolg van het feit, dat volgens de be staande wettelijke omschrijving de beant woording van de vraag of deze opcenten al dan niet moeten worden geheven, af hankelijk is van het tijdstip van aanvang van het boekjaar, waarover de belaste uitdeeling wordt gedaan. Thans moeten reeds aanslagen worden geregeld over boekjaren, welke met of in 1938 zijn aan gevangen, met name ter zake van inte- rimuitkeerigen over het boekjaar 1938 en ter zake van liquidatieuitkeeringen over dat boekjaar. Voorgesteld wordt de onderwerpelijke heffing van 20 opcenten thans tot 1 Mei 1938 te verlengen. De heffing van alle rijksopcenten op de dividend- en tan tième-belasting loopt dan gelijk af. Bij' de overweging te zijner tijd in hoeverre op- centenheffing moet worden geconti nueerd, zullen dan alle opcenten tegelijk worden bezien; ook kunnen dan eventueel ter vereenvoudiging de voorschriften wor den gecombineerd. Binnenland. De behandeling van de Ossehe kwestie. i De Zegam-zaaik. De Imperial wendt zich tot Gedep. Staten. Buitenland. I Spanje dreigt met represailles. De strijd in China. De spellingskwestie in België. GUMMI-SNELBINDERS AAN FIETSEN Een ernstige waarschuwing. De geneeskundige en pharmaceutische hoofdinspecteur van het 'Staatstoezicht op de Volksgezondheid schrijft ons: Sinds mijn laatste waarschuwing in de dagbladen ten aanzien van het bevestigen van gummi-snelbinders aan fietsen, zijn weer verschillende ernstige gevallen van oogverwondingen voorgekomen, welke door deze snelbinders zijn veroorzaakt. Ik kan het publiek er niet met genoeg klem op wijzen, dat het er in zijn eigen belang op moet ietten, dat de metalen ring van den snelbinder zóó aan de fiets ver bonden is, dat hij niet los kan schieten. INDIJKING VAN HET VERDRONKEN LAND TE SAEFTINGEN. Een vraag in het Belgische parlement. Onlangs werd in het Belgische parle ment door den katholieken senator baron Nothomb gewezen voorzitter van het Comité de Politique Nationale aan den minister van 'buitenlandsche zaken, Mr Spaak, een vraag gesteld betreffende d e voorgenomen indij'king van het verdronken land te Saeftingen. op Nederlandsch ge bied en de gevolgen welke dit werk zou kunnen hebben voor het hydraulische regime van de Schelde en de veiligheid van de oeverbewoners stroomopwaarts. „De vraag rijst aldus baron Nothomb „of de Nederlandsche Regeering het recht heeft werken uit te voeren in de bedding van de Schelde, zonder vooraf gaand acooord met België, en of België zijn instemming verleend heeft. Ik meen niet hier de teksten te moeten weergeven van het eindverdrag van Weenen en van de geldende Hollandsch-Belgische verdra gen. Niets in die verdragen machtigt de Nederlandsche Regeering zonder ons ac ooord over te gaan tot de afschaffing of afdamming van een arm of van een geul van de Zeeschelde, evenmin als tot de be dijking van gronden, die zich op den stroom of langsheen de tusschenwateren bevinden. De leidende gedachte der gel dende overeenkomsten is die van het ge meenschappelijk overleg voor het goed onderhouden en de verbetering van den stroom. Men bewere niet, dat de verzanding eener strook van 2500 m van geen belang zou zijn in verhouding tot de oppervlakte der baai van Saeftingen, want dit werk is waarschijnlijk maar het begin van de oprichting van een ontzaglijken dijk, die de drooglegging van bet grootste deel van de verdronken gronden voor gevolg moet hebben. Telkens wanneer ik de eer had den mi nister van openbare werken te wijzen op dit vraagstuk en op andere van denzelf den aard, verwees hij mij naar den minis ter van buitenlandsche zaken. En de mi nister van buitenlandsche zaken heeft mij nooit geantwoord. Met genoegen zou ik vernemen dat de regeering niet onverschillig is voor dit vraagpunt en dat zij niet dit nieuw en gevaarlijk „precedent" zal laten ontstaan tegen ons. Het blijkt dringend, dat de Bel gische overheden zouden optreden bij de regeering van Nederland en haar aan dacht zouden vestigen op de gevolgen die kunnen voortvloeien uit de beoogde wer ken voor de Scheepvaart door de Schaar van den Noort en ook voor de veiligheid der oeverbewoners stroomopwaarts, die meer en meer door de overstroomingen worden bedreigd. Sedert de Waterstaat de vlugge inpoldering van de Sloe en van de O'ostersohelde heeft verwekt, is het peil der hooge tijen gevaarlijk gestegen, zoodanig, dat de ophooging van al de dij ken van de Schelde, van den Rupel en andere bijrivieren der Schelde, naar ge zegd wordt, ten slotte zal vereischt zijn". Op deze schriftelijke vraag heeft de mi nister-president, in zijn kwaliteit van mi nister van buitenlandsche zaken thans het volgende geantwoord: „De inpolderings- en indijkingswerken in kwestie houden de aandacht gaande der Belgische Regeering, welke dienaan gaande besprekingen voert met de Neder landsche Regeering".

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1938 | | pagina 1