I
nl
Dagblad voor de Provincie Zeeland
EERSTE BLAD
De zaak-Oss.
De strijd in China.
Mensch en machine.
Belangrijkste Nieuws
a I
P f «S p
35
«s all:!
III sr
SgCp,
p,P co
a §3 CD *0
I p gT3
g p i-
S-w e.
(D 5
<1 CD uj
M. b
-* S"
o! s>
«-+•
3 3
i j
3^2-
- 0» £T
2 S IS
B S 5
p» -a p
Fo&P-
i P
S®
-K p 3
hi <j
m P-
t'?s°l
i 1 ll-
i 5 N
a a®
f a g !- a.
q g
-Ê^wf
2
f p a o-
^I'&S
<s
1
g
F
fej
ts
Si
p
p-
S
I
SB.
.K
i! W
ES-f1
B I I
a r-
«3
«Se
2 p 2
P.0SJ
8 <8
2 3 P
?2
g
B-S
P ST
O
5'
Oq
Crq pj
8 W
8"
g«
S- p"
g-fs
g'p
£8
p p-is
&1
(5-1
&S
ST*
P P
(i o
O
SP<
tsj £3-
P3
I
Is
aoa
8 g^?
I 1
g- pr tr
ïg.P
S. S5
11 r* pr
2 >-< p
g,BB.a
I P 2
a m s
i „a pT
t^ET -d
trp
P o Op
P
p PS.
ap
o
10 P'M
o P
É?B.
C3 K«T- S
K" f Efp
a N a w
p.
P Kp W
p p
0. p
p-g-B 2
pj
sis
X
5
X
c
|II|
pp s
pp S".
gfi;sg< ,.B„&
H. »PP'WP'!S&
S-S ^^0.
pp^. E p S
2
a- -«
pp i i
B 2 B 8 j
s
s g®
S" p
p
B Z%%
MAANDAG 27 JUNI 1938
52e JAARGANG - No. 225
Uitgave: N. V. Uitgevers - Maatschappij
„Luctor et Emergo" ter exploitatie van
het blad „De Zeeuw"
Bureaux Lange Vorststraat 7 0, (Joes
Postrekening 44455 Telefoon 11
Bijkantoor Middelburg: Fa. Boekhandel
J. J. F A N O Y, Lange Burg 40. Telefoon 28
Abonnementsprijs *"\5G ps~ rtar!
Weekabonnementen voor Midóaiburg
Goes en Vlissingen f 0.20
Losse nummers 5 cent
Directeur - HoofdredacteurR. ZUIDEMA
Advertentiën 30 cent per regel
Ingezonden mededeeiingen 60 cent per regel
Kleine Advertentiën Dinsdags en Vrijdag»
f 0.75 bij vooruitbetaling
Advertentiën onder Ietter of motto
10 cent extra
BIJ contract belangrijke korting
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
De behandeling van de klaagschriften
van de zes onderofficieren der brigade-
Oss van de Kon, Marechaussees tegen de
ontneming van hun opsporingsbevoegd
heid en hun overplaatsing, voor het mi
litair ambtenaren-gerecht, is Zaterdag
teneinde gebracht.
Het woord is nu aan de rechters die
binnen drie weken uitspraak zullen doen.
Verschillende bladen zijn reeds met
hun conclusie gereed. [Dit is echter wel wat
voorbarig. Wie de debatten heeft gevolgd,
zal wel zekere indrukken hebben gekre
gen, maar het past daarom nog niet op
de rechterstoelen plaats te nemen.
Verwacht kan worden, dat het gerecht
na grondige studie van de over en weer
aangevoerde argumenten een uitspraak
zal doen, waarbij het recht naar alle kan
ten wordt gehandhaafd.
Intusschen zekere indrukken zijn toch
wel gewekt.
De eerste en voornaamste indruk is ze
ker wel deze, dat er een zeer slechte ver
standhouding was tusschen het wapen
der Kon. Marechaussee en de justitieele
autoriteiten, ten nadeele van een juiste
rechtshandhaving, waarbij alles er op
wijst, dat de betrokken brigade daarvan
de dupe is geworden.
Verder is duidelijk geworden, dat de
minister van Justitie, onvolledig en een-
Tijdig was voorgelicht, met het gevolg,
dat de Minister op zijn beurt de Kamer
niet volledig op de hoogte heeft gesteld
Verwondering wekt het feit, dat waar het,
hier een geruchtmakende zaak betrof,
door den Minister niet zelfstandig een
onderzoek werd ingesteld.
Met meer dan gewone belangstelling,
maar ook in het volle vertrouwen dat
een uitspraak -zal worden gedaan, die het
rechtsgevoel in alle opzichten bevredigt,
zien wij 'de uitspraak van het ambtena
rengerecht tegemoet.
Een uitspraak, die ongetwijfeld van in
vloed zal 'zijn op de verdere behandeling
van deze zaak in de Tweede Kamer.
Merkwaardig is in dit verband de met
vette en kapitale letters gedrukte beschul
digingen van „De Banier".
Dit Staat'k. 'Geref. blad had reeds vóór
de pleidooien waren afg'eloopen het von
nis geveld. En het voegde daaraan toe
een beschuldiging van de „politieke hee-
ren, die om der wille van de- coalitie-
liefde in de Tweede Kamer onmogelijk
hebben gemaakt dat al deze ergerlijke,
het recht krenkende dingen in een en
quête werden onderzocht. De doofpot, die
de Anti-Revolutionairen en Chr. 'Histori-
schen in broederlijke eensgezindheid met
de Roomschen hebben -gesloten, is 'ge
opend en nu wij weten wat zij be
vatte is onze verontwaardiging over de
„voorlichting" die minister 'Goiseling
durfde geven -grooter dan ooit."
Een zeer zonderlinge 'beschuldiging.
Immers alle aanwezige Anti-revolu
tionaire, 'Chr. Historische en R. Katho-
lieke leden van de Tweede Kamer hebben
hun stem gegeven aan het voorstel-
Albarda-Oud, dat bedoelt een grondige
behandeling van de zaak mogelijk te ma
ken.
Begeerte naar politiek gewin recht
vaardigt niet het geven van een voorstel-
ing vierkant in strijd met de waarheid.
EEN „CONFLICT", DAT LANG KAN
DUREN.
Er wordt thans verwoed gestreden te
atang aan den zuidelijken oever van de
angtse, waar Japansche troepen aan
tand gegaan zijn, teneinde de Chineesche
s elhngen aan te vallen, die de versper
ring m de rivier bewaken, welke verhin
dert, dat de Japansche vloot naar Han-
ou kan opstoomen. De Chineesche troe
pen doen krachtige aanvallen op de lan-
mgsdivisies, waardoor deze niet in de
tigen6n Z^n' ^aar hellingen te beves-
Voorts meldt Hankou:
rMer dekking van het nachtelijk don-
hebben twaalf Japansche stoomboo-
ren getracht troepen aan land te zetten te
J!anPan' K.M. beneden Toenglioe,
■as .phineesche verdediging der
Tp„ verdrijven. Bij het naderen der
od^u111101^ s'aa8'(ie de riviermaoht er in
nvo er s°hepen tot zinken te brengen. De
bot nu- wer<*en verdreven, aldus meldt
Chineesche telegraafagentschap.
Strijd van langen duur.
De Japansche generaal Itagaki heeft
Zaterdag aan journalisten te Tokio een
inteview verleend, waarin hij o.m. de
mogelijkheid onder oogen zag, dat het
Japansch-Chineesch conflict nog tien of
twintig jaar zal duren.
Het is noodig, dat de Japanners er op
voorbereid zijn den strijd, zelfs voor een
periode van 20 jaar, voort te zetten.
DE SPAANSCHE REGEERING ZOU
DREIGEN MET REPRESAILLES
TEGEN ITALIË EN DUITSCHLAND
Parijs en Londen
manen tot voorzichtigheid
Uit goede bron verkregen inlichtingen
bevestigen, dat de Spaansche regeering
den regeeringen van Frankrijk en Groot-
Brittannië heeft medegedeeld, dat, indien
de luchtbombardementen op open steden,
welke den dood van vele vrouwen en kin
deren veroorzaken, niet gestaakt worden,
zij er waarschijnlijk toe gebracht zal wor
den, tot represaillemaatregelen over te
gaan, niet slechts tegen con
centraties in het gebied
van Franco, maaróóktegen
de steden der vreemdelan
den, op welke althans voor
een deel de verantwoorde-
lijkheid voor deze bombar
dementen rust.
Na ontvangst van deze mededeeling,
heeft de Fransche regeering terstond de
regeering te Barcelona tot voor zich
tigheid gemaand, en wel
in de meest krachtige ter
men.
Er is reden om aan te nemen, dat een
gelijk vertoog tot de autoriteiten van Bar
celona gericht is door de Britsche regee
ring.
De ambassade van Spanje te Parijs
deelt het volgende mede: „Inzake de ge
ruchten, welke verspreid zijn betreffende
de houding der Spaansche regeering ten
aanzien van het bomhardeeren van open
steden door een in dienst der opstande
lingen staande luchtmacht, wordt er aan
herinnerd, dat de ambassade van Spanje
reeds herhaalde malen met een aandrang,
welke zijn oorzaak vond in de dringende
noodzaak, om een eind te maken aan deze
weerzinwekkende methode van oorlogvoe
ring, de Fransche regeering gewezen heeft
op de felle protesten der Spaansche re
geering tegen een dergelijk optreden.
Volgens uit Spanje ontvangen inlichtin
gen is het zeker, dat de verontwaardiging
der Spaansche 'bevolking over deze tot
systeem geworden bombardementstactiek,
vormen dreigt aan te nemen, welke het
de republikeinsche regeering onmogelijk
maken, deze moordpartijen, waaraan de
in dienst der opstandelingen staande bui-
tenlandsche luchtmacht zich te buiten
gaat, zonder reactie gade te slaan".
De „Giornale d'Italia" publiceert in sen-
sationeelen. vorm het aan de regeering van
Barcelona toegeschreven voornemen om
tot represaille-maatregelen over te gaan
tegen de havens en schepen der met ge
neraal Franco bevriende landen, indien
de luchtmacht der opstandelingen haar
bombardementen niet staakt.
„Indien dit voornemen", aldus de „Gi
ornale", „zou worden uitgevoerd, zou
hierop van de zijde van
Italië en D uitschland een
onverwijlde en onverbid
delijke militaire reactie
v o 1 g e n".
Beweerd wordt, dat vliegtuiggroepen
der regeeringsluchtmacht op de vliegvel
den van Valencia, Carthagena en Rosas
gereed staan, om aanvallen te doen op
buitenlandsche schepen, in het bijzonder
Italiaansche, die havens der opstandelin
gen verlaten.
Sir Robert Hodgson, de Britsche agent
te Burgos, zal waarschijnlijk tegen het
midden dezer week te Londen aankomen,
teneinde 't antwoord van generaal Franco
over te brengen op de Britsche vertoo-
gen naar aanleiding van de bombarde
menten op Britsche schepen in de Spaan
sche territoriale wateren.
Ofschoon men te Londen nog niet be
vestigt, dat ook maar een voorloopige me
dedeeling reeds' aan Hodgson is overhan
digd, is men niettemin in politieke krin
gen van oordeel, dat de vooruitzichten op
een gunstig antwoord de laatste dagen
verbeterd zijn.
Zaterdag hebben verscheiden escadril
les Junkers-vliegtuigen boven het ooste
lijk deel van Alicante gevlogen. Er zijn 12
dooden en 59 gewonden.
Ook hebben vliegtuigen der opstande
lingen een 20-tal bommen op Valencia
geworpen. Er zijn geen slachtoffers.
DS. NIEMöLLER EEN JAAR
INGESLOTEN.
Het is thans een jaar geleden, dat ds
Niemöller werd ingesloten. Gisteren zijn
in alle kerken der confessioneele kerk ge
beden voor hem opgezonden.
Er zijn thans nog 12 predikanten en
andere leden der belijdende kerk in
Duitschland, onder wie zich enkele vrou
wen bevinden, in hechtenis. Drie en tach
tig predikanten zijn tot dusverre afgezet.
Zes en dertig mogen het land niet verla
ten, een en vijftig mogen niet prediken.
OVERVLOED VAN GRAAN.
De Parijsche correspondent van de Fi
nancial Times schrijft, dat men in Frank
rijk zit met een overschot van graan. Het
plan om het te gebruiken voor distillatie
tot alcohol is ongunstig ontvangen en zou
bovendien slechts een deel van het sur
plus opheffen. Verhooging van de graan
reserve zou biji gebrek aan opslagplaat
sen te veel kosten en tëgen het gebruik
van graan als veevoeder is weer bezwaar
omdat daardoor de uitvoer van Indo-Ghi-
na zou lijden, dat op Frankrijk is aange
wezen, sinds het China als afzetgebied
heeft verloren. De Fransche autoriteiten
bestudeeren daarom de mogelijkheid van
uitvoer naar Italië, dat behoefte schijnt
to hebben aan invoer van graan. Hier be
staan echter verschillende bezwaren tegen.
In de eerste plaats zou Italië een langdu
rig crediet eisohen en voorts is het van
wege het bestaan van de clearing-over-
eenkomsten meer geneigd graan te koo-
pen van Hongarije, Zuid-Slavië en Argen
tinië. Uitvoer naar andere landen heeft
bovendien nog het bezwaar, dat men ge
noegen zou moeten nemen met den prijs,
die lager is dan de wettig vastgestelde
prijs voor het binnenland. Men zou het
graan voor binnenlandsoh gebruik nog
booger moeten belasten om het verlies op
den uitvoer goed te maken en ook daar
tegen bestaan weer bezwaren.
HET MODERNE DUITSCHE
HEIDENDOM.
Vuuraanbidders.
In den nacht van Zaterdag op Zon
dag werd voor 25.000 mannen op den top
van den Hessël'berg, „den heiligen berg"
der nationaal-socialisten in Frankenland,
door Streic'her het woord gevoerd.
Hij1 zeide o.m.: „Wij' hebben geen
zwarte mannen noodig om te biechten en
om krachten te putten voor het komende
jaar. Wij aanschouwen de vlammen van
den heiligen brandstapel en wij werpen
onze zonden in het vuur. Wij kunnen ver
volgens van dezen berg afdalen met zui
vere ziel. Wiji zijn onze eigen priesters
geworden en zijn dichter bij' God na
dezen berg te hebben beklommen. Laat de
vreemdeling critiek uitoefenen op deze
aanbidding, zooals 'hij' wil. Het is een
feit, dat 'God altijd met Duitschland is
geweest, zelfs1 duizenden jaren geleden,
toen er geen profeten of kerken waren."
Na de plechtigheid, die bestond in het
ontsteken van een brandstapel ter ver
heerlijking van 'het vuur en het licht, be
ëindigden oefeningen op het veld en
vliegtuigdemonstraties1 dit nachtelijk feest.
Gistermiddag heeft Streic'her opnieuw
op den heiligen berg het woord gevoerd
voor 200.000 Duitschers.
DE SPELLINGSKWESTIE IN BELGIE.
Verklaring van den minister van
onderwijs.
In antwoord op schriftelijke vragen 'van
een kamerlid betreffende de spellings
kwestie in België, heeft de Belgische
minister van openbaar onderwijs bet vol
gende geantwoord
„Ik houd mij, in alle opzichten, aan de
verklaringen door mijn geaohten voor
ganger, Dt J. Hoste, in zake het spelling
vraagstuk afgelegd.
Aan de commissie is niet de taak op
gedragen, een voorbereidende studie tot
de vereenvoudiging van de spelling der
Nederlandsche taal te leveren.
Een spellingwijziging zou slechts uit
kracht van een wet verplicht gesteld
kunnien worden voor de scholen en de
openhare besturen.
Tot 'dusver is niet gebleken, dat het tot
stand komen van zoodanige wet aan een
behoefte beantwoordt. Er bestaan, in
tegendeel, afdoende redenen, waarop mijn
achtbare voorganger heeft gewezen, om
de spelling van De Vries en Te Winkel te
handhaven.
Toch is het van belang zekere bijzon
dere vraagstukken in behandeling te ne
men, zooals de schrijfwijze van de bas
taardwoorden en van moeilijke woorden
en het geslacht van zekere woorden. Deze
bijzondere vraagstukken maken het pro
gramma van werkzaamheden der Belgi
sche commissie uit.
Ook de Nederlandsche commissie zal
ze bestudeeren, weshalve zij besprekingen
zal voeren met de Belgische.
De Nederlandsche commissie zal, bo
vendien, naar een oplossing zoëken voor
de technische moeilijkheden van de spel
ling Marcbant ien de Belgische commis
sie in kennis stellen met den uitslag van
haar werkzaamheden in vehband daar
mede. Hierdoor krijgt de Belgische com
missie de gelegenheid om, zoo de om
standigheden dit meebrengen, de kwestie
in haar geheel te beschouwen.
Naar aanleiding van het ingebruik stel
len van een hypermoderne sorteermachi-
ne in het stationspostkantoor te Utrecht,
maakt „De Gelderlander" de opmerking,
„dat te veel uit het oog wordt verloren,
dat een bedrijf er is voor de menschen
en dat een onderneming geen doel is op
zichzelf.
„Dezer dagen hebben wij in verband met
de besprekingen op het Bossche congres
inzake jeugdwerkloosheidsbiestrijding op
deze groote waarheid de aandacht geves
tigd.
Als duizenden en duizenden, die werken
willen en kunnen, snakken naar arbeid,
als er zooveel leed heerscht in vele gezin
nen, is het dan verantwoord al maar door
arbeid besparende machines in te voeren?
In het onderhavige geval zal misschien
worden geredeneerd: maar het P. T. T.-
drijf krijgt er toch maar een mooie be
grooting door.
Inderdaad, maar ten koste van uitscha
keling van weer zooveel en zooveel werk
krachten, ten koste ook van verzwaring
van de begrooting voor Sociale zaken.
En doet het bovendien niet pijnlijk aan,
dat hier en daar het P, T. T,-bedrijf nog
een langoren arbeidsdag heeft dan acht
uur?
Wat overigens de mechanisatie van het
bedrijfsleven betreft, machines, ook mo
derne machines, kan onze samenleving
niet ontberen. Maar de mensch is door
God met rede begiftigd, om tot heil van
zichzelf en zijn medemenscben bier op
aarde te kunnen handelen.
Doch is het redelijk, is het goed sociaal
handelen, indien een groote werkloosheid
't menschdom teistert, dat dan toch nieu
we, op groote schaal arbeid sparende ma
chines in werking worden gesteld?
De vraag stellen is haar beantwoor
den".
De zaak schijnt ons minder eenvoudig
dan het hier wordt voorgesteld.
Maar het betreft hier een, vooral in
dezen tijd uiterst belangrijke kwestie, die
waard is van alle kanten bekeken te wor
den.
Wij kunnen niet de ontwikkeling van
de techniek stop zetten. Maar misschien
zou in bepaalde gevallen eenigszins rem
mend kunnen worden opgetreden.
De Belgische commissie zal slechts
haar werkzaamheden beginnen na aan
stelling van de Nederlandsche commissie.
Het is niet mogelijk gebleken een datum
te bepalen voor het indienen van haar
voorstellen.
Evenals mijn geachte voorganger, ben
ik van -oordeel, dat rechtmatige belangen
zouden geschaad worden zoo geen over
gangsperiode van ten minste vijf'jaren
voorzien werd, indien in België, langs
officieelen weg, een spellingswuziging zou
tot stand komen."
HEFFING VAN OPCENTEN.
Verlenging der 20 opeenten op dividend
en tantièmebelasting.
Bij- de Tweede Kamer is ingediend een
wetsontwerp tot wijziging van de wet
van 20 December 1935, tot heffing van
opcenten op enkele belastingen ter ver
sterking van de middelen tot dekking van
de uitgaven des rijks.
De memorie van toelichting zegt o.m.:
De heffing van opcenten op verschil
lende belastingen zal 31 December 1938
of 30 April 1939 afloopen.
Te zijner tijd zal dienen te worden over
wogen of de heffing van deze opcenten
al dan niet moet worden verlengd.
Ten aanzien van de 20 opcenten op de
dividend- en tantièmebelasting duldt deze
beslissing echter geen uitstel. Dit is een
gevolg van het feit, dat volgens de be
staande wettelijke omschrijving de beant
woording van de vraag of deze opcenten
al dan niet moeten worden geheven, af
hankelijk is van het tijdstip van aanvang
van het boekjaar, waarover de belaste
uitdeeling wordt gedaan. Thans moeten
reeds aanslagen worden geregeld over
boekjaren, welke met of in 1938 zijn aan
gevangen, met name ter zake van inte-
rimuitkeerigen over het boekjaar 1938 en
ter zake van liquidatieuitkeeringen over
dat boekjaar.
Voorgesteld wordt de onderwerpelijke
heffing van 20 opcenten thans tot 1 Mei
1938 te verlengen. De heffing van alle
rijksopcenten op de dividend- en tan
tième-belasting loopt dan gelijk af. Bij' de
overweging te zijner tijd in hoeverre op-
centenheffing moet worden geconti
nueerd, zullen dan alle opcenten tegelijk
worden bezien; ook kunnen dan eventueel
ter vereenvoudiging de voorschriften wor
den gecombineerd.
Binnenland.
De behandeling van de Ossehe kwestie.
i De Zegam-zaaik. De Imperial wendt zich
tot Gedep. Staten.
Buitenland.
I Spanje dreigt met represailles.
De strijd in China.
De spellingskwestie in België.
GUMMI-SNELBINDERS AAN FIETSEN
Een ernstige waarschuwing.
De geneeskundige en pharmaceutische
hoofdinspecteur van het 'Staatstoezicht
op de Volksgezondheid schrijft ons:
Sinds mijn laatste waarschuwing in de
dagbladen ten aanzien van het bevestigen
van gummi-snelbinders aan fietsen, zijn
weer verschillende ernstige gevallen van
oogverwondingen voorgekomen, welke
door deze snelbinders zijn veroorzaakt.
Ik kan het publiek er niet met genoeg
klem op wijzen, dat het er in zijn eigen
belang op moet ietten, dat de metalen ring
van den snelbinder zóó aan de fiets ver
bonden is, dat hij niet los kan schieten.
INDIJKING VAN HET VERDRONKEN
LAND TE SAEFTINGEN.
Een vraag in het Belgische parlement.
Onlangs werd in het Belgische parle
ment door den katholieken senator baron
Nothomb gewezen voorzitter van het
Comité de Politique Nationale aan den
minister van 'buitenlandsche zaken, Mr
Spaak, een vraag gesteld betreffende d e
voorgenomen indij'king van
het verdronken land te
Saeftingen. op Nederlandsch ge
bied en de gevolgen welke dit werk zou
kunnen hebben voor het hydraulische
regime van de Schelde en de veiligheid
van de oeverbewoners stroomopwaarts.
„De vraag rijst aldus baron Nothomb
„of de Nederlandsche Regeering het
recht heeft werken uit te voeren in de
bedding van de Schelde, zonder vooraf
gaand acooord met België, en of België
zijn instemming verleend heeft. Ik meen
niet hier de teksten te moeten weergeven
van het eindverdrag van Weenen en van
de geldende Hollandsch-Belgische verdra
gen. Niets in die verdragen machtigt de
Nederlandsche Regeering zonder ons ac
ooord over te gaan tot de afschaffing of
afdamming van een arm of van een geul
van de Zeeschelde, evenmin als tot de be
dijking van gronden, die zich op den
stroom of langsheen de tusschenwateren
bevinden. De leidende gedachte der gel
dende overeenkomsten is die van het ge
meenschappelijk overleg voor het goed
onderhouden en de verbetering van den
stroom.
Men bewere niet, dat de verzanding
eener strook van 2500 m van geen belang
zou zijn in verhouding tot de oppervlakte
der baai van Saeftingen, want dit werk
is waarschijnlijk maar het begin van de
oprichting van een ontzaglijken dijk, die
de drooglegging van bet grootste deel van
de verdronken gronden voor gevolg moet
hebben.
Telkens wanneer ik de eer had den mi
nister van openbare werken te wijzen op
dit vraagstuk en op andere van denzelf
den aard, verwees hij mij naar den minis
ter van buitenlandsche zaken. En de mi
nister van buitenlandsche zaken heeft
mij nooit geantwoord.
Met genoegen zou ik vernemen dat de
regeering niet onverschillig is voor dit
vraagpunt en dat zij niet dit nieuw en
gevaarlijk „precedent" zal laten ontstaan
tegen ons. Het blijkt dringend, dat de Bel
gische overheden zouden optreden bij de
regeering van Nederland en haar aan
dacht zouden vestigen op de gevolgen die
kunnen voortvloeien uit de beoogde wer
ken voor de Scheepvaart door de Schaar
van den Noort en ook voor de veiligheid
der oeverbewoners stroomopwaarts, die
meer en meer door de overstroomingen
worden bedreigd. Sedert de Waterstaat
de vlugge inpoldering van de Sloe en van
de O'ostersohelde heeft verwekt, is het
peil der hooge tijen gevaarlijk gestegen,
zoodanig, dat de ophooging van al de dij
ken van de Schelde, van den Rupel en
andere bijrivieren der Schelde, naar ge
zegd wordt, ten slotte zal vereischt zijn".
Op deze schriftelijke vraag heeft de mi
nister-president, in zijn kwaliteit van mi
nister van buitenlandsche zaken thans
het volgende geantwoord:
„De inpolderings- en indijkingswerken
in kwestie houden de aandacht gaande
der Belgische Regeering, welke dienaan
gaande besprekingen voert met de Neder
landsche Regeering".