DE ZEEUW tweede blad vicToria voor Stop dien hoest ABDIJSIROOP Eenige balansen. TANTE AILIE Uit de Provincie Wat er deze week voorviel 7 feuilleton biscuif en chocola AKKER's verstèrkte VAN ZATERDAG 4 JUNI 1938, Nr 207. Wij lezen in „De Standaard": Toen presideni Roosevelt de „New Deal" inzette, dus constateerde onlangs zjjn voorganger oud-president Hoover, bedroeg de staatsschuld 21 milliard dol lar. En de Vereenigde Staten hadden 12 mil'lioten werkloozen. Thans nu de methode, die men ook tec onzent aanprijst, eenige jaren heeft ge werkt, is de staatsschuld gerezen tot 42 milliard dollar. En het aantal werkloo zen bedraagt 12 millio'en. Hierin ligt toch een les. D!e New York Times schreefals waarlijk de vele millioenen, die in het maatschappelijk leven werden ingespo ten, welvaart moesten brengen, zoud'en de V.S. thans een land van grooten voor spoed moeten zijn. 'Het tegendeel is het geval. Een democratisch blad als de Balti more Sun constateerde, dat juist de onzekerheid van het staatsbudget de ma laise veroorzaakte. President Roosevelt omringde zich in het 'begin met een staf van bekwame ex perts, veelal hoogleeraren in de oecono- mie. De bekende „braintrust". Die trust is al lang verdwenen. Men constateert nu: de president is alleen. Nog heeft hij vertrouwen bij vel'en. Maar hoe zal het in 1940 zijn? Als de eindbalans wordt opgemaakt? De Fransche sociaal-democraten hou den hun congres. Ook zij kunnen een ba lans opmaken. Tot tweemalen toe heeft het z.g.n. Volksfront onder leiding der sociaal-de mocratie een ministerie gevormd, dat de verheven koopkracht-theorie in toepassing mocht brengen. Beide keeren is het kabi net gestruikeld over 'financieele moeilijk heden, wijl het vertrouwen zoek raakte en alles in de war liep. En het is niet verkeerd in deze dagen an het werkloosheidsdebat de vraag te herhalen: waar is de Belgische staatsman de Man, de man van „het plan"? Er zijn gegevens genoeg, die tot be zinning kunnen leiden Maarhet bezinnen zelf wordt 'he laas bij vel'en niet gevonden. 84) HOOFDSTUK XV. Weer thuis. „En zoo mag ik je dan weer gezond en wel terug zien, juffrouw Nannie. Ik en er echt blij om", zei Margaret, toen Z|J en haar jonge meesteres weer in de oude schoolkamer zaten, om nog eens gezellig een babbeltje over huishoude nde zaken te hebben, nu de anderen naar bed waren. De triestige morgen was overgegaan in een echten regendag. Terwille van de erltieumde reizigster was er een vuur aangelegd in de schoolkamer, waar de amilie thee had gedronken en tot Mar garets genoegen lagen er nog eenige outblokken te gloeien in den haard, apt zij beweerde altijd, dat je niet ge- eilig kon praten, tenzij je naast een ouhuur zat. De oude hond lag als ge woonlijk op het haardkleedje. Na de eerste dolle begroeting, had hij zijn jon ge meesteres geen oogenblik verlaten, ^eral was hij haar gevolgd, tot in haar MIDDELBURGSCHE BRIEVEN. Amice, Laat ik eerst het slot van mijn brief aan den Redacteur der Middelburgsc'he Courant mogen geven Verder heeft mij, M. de R., in uw arti kel een zinnetje getroffen, als dit: ge zult dit moeten tolereeren. Helaas, moeten we tolereeren dat het Ik mag u misschien herinneren aan wat Smeenik in zijn prachtwerk „Christe lijke Sociale beginselen" neerschreef: het gevaar voor al verder afglij den bij volken en overheden is groot, wanneer de band aan het Woord van God niet meer wordt gevoeld. De traditie, hoe machtig ook, kan uitslijten. Wij zien dat trouwens in het leven van onzen tijd heel duidelijk. Verslapt de moraliteit in breede kringen van ons volk, neemt de afval van de christelijke religie steeds grootere afmetingen aan, dan zullen de gevolgen daarvan ten slotte ook op het terrein van de Overheid gezien worden. De Overheid zal dan steeds minder wil len en zelfs kunnen afweren. Zij' on dergaat den invloed van de geestelijke en zedelijke stroomingen. En zij moet er in Wie iets wil verkoopen adverteert. Uat is logisch. Wie adverteeren wil gebruikt daarvoor „DE ZEEUW". Da* is verstandip door Catharine D. Bell. (Vrij naar het Engelsch.) f bioscoopwezen in ons land maar steeds doorgaat en door kan gaan om de volks ziel te vergiftigen. De doelstelling, ver makelijkheid en verstrooiing, heeft tien duizenden bij tienduizenden onder de habitue's dezer inrichtingen tot grenzen- loos oppervlakkige menschen gemaakt. D'ie het leven pas echt leven vinden als ze zooveel mogelijk kunnen genieten van vermakelijkheden en ontspanningen. (Ik zeg het zoo zacht mogelijk.) Sinds de centrale commissie voor de filmikeuring werkt is er eenige verbete ring waar te nemen, maar toch is het nog zoo dat blijkens bevoegde beoordee laars, van de massa der geproduceerde films, de cultureele waarde nihil of zeer gering is. Dit wordt door vele vaste bioscoopbe zoekers ook grif toegegeven. Mij. is meer malen verzekerd door dezen, dat de bioscoop een ongeschikte inrichting is voor de opgroeiende jeugd. Nu weet ik wel dat de Overheid niet op elk terrein kan komen met verbod op verbod en regel op regel. Wij hebben inderdaad rekening te hou den met een gemengde bevolking, ooik in de 'beoordee'iing van wat de Overheid ver bieden kan en mag. Maar in het onder havige geval was er m.i. geen keus. Ook niet 'voor de Overheid. En ik sta nog versteld, dat de centrale commissie voor de filmkeuring niet reeds lang van hoo- ger hand op de vingers getikt is. Het kan niet anders of veler vertrouwen in deze commissie is. ernstig geschokt. U zegt, en gij hebt die film niet eens gezien. Neen, dat is zoo. Maar wel sprak ik andersdenkende vaste bioscoopbezoe kers, die deze film wel zagen en zeer verontwaardigd waren en dagen nadien nog zeiden: het is een schandaal, dat zooiets vertoond mag worden. Menschen die overigens veel tolereeren en erg ruim van standpunt zijn. En nu hadden wij, 'verontwaardigden uit Middelburgs bevolking en dat waren er velen, wel opienlijik kunnen gaan pro testeeren en de straat op gaan om te demonstreeren, en dan had de burge meester wellicht uit vrees voor ver storing der 'openbare orde tot verbod van vertooning kunnen overgaan, maar dat hebben wij niet gedaan, omdat wij t.a.z. van het Gezag der Overheid, bepaalde, naar onze meening, welgefundeerde op vattingen hebben en misschien hebben wij. het ten deele ook wel hierom gela ten, omdat wiji zelf (en ik sluit mijzelf daarbij in) 'vaak zoo gemakzuchtig zijn en onzen weg slap aanstellen. De vuren liggen bij ons ook zoo vaaik gedoofd. En hiermede, 'M. de R., beëindig ik mijn schrijven aan U. Ik weet, amice, dat ge het met me eens zijt in deze zaak. En dat ge u ook. meermalen hebt verwonderd, dat zoovele gelijkgezinde stadgenooten week aan week het papier koopen, waarop met hun be lijdenis strijdige opvattingen zijn neerge pend en waarvan ze dan zelfs zoo nu en dan nog 'zeggen, och, daar is van dien kant bekeiken ook nog wel wat voor te zeggen. Het is ook zoo gemakkelijk mee af te drijven in den tijdstroom van levens vervlakking en „tolerantie". Er tegenop roeien 'kost inspanning 'en ongemak. slaapkamer toe en nu lag hij in zijn volle lengte voor haar stoel, zijn kop rustte op haar voeten en telkens weer keek hij naar haar op met een uitdrukking van blijdschap in zijn groote, glanzende oogen. „En alles is goed gegaan, terwijl ik weg was?" vroeg ze. „O, prachtig!" antwoordde Margaret. „Werkelijk, juffrouw Esther was zoo vriendelijk en verstandig, als men zich maar denken kan en deed alles veel be ter, dan men verwacht zou hebben." „En zorgde ze goed voor vader?" „En of, bijna net zoo goed als u, juf frouw Nannie, alleen maakte ze er meer drukte over. Het was grappig om haar bezig te hooren. Ze kon niet bij juffrouw Maude komen eten, want ze wilde va der niet alleen laten en jongeheer Ed mund moest uit. En als er oen bood schap voor haar kwam om op de Greens te komen, dan aarzelde ze nog, of ze wel gaan zou, zelfs al kon ze heel goed weg." „Nu", zei Nannie glimlachend, „het is beter zoo dan andersom. En heeft ze va der voorgelezen, als hij1 hoofdpijn had?" „Zij. of jongeheer Edmund lezen hem haast eiken avond voor en ze schreef zijn brieven en voerde zijn orders uit en was net zoo druk bezig en voelde zich even belangrijk als een bijenkoningin." „En vader ziet er werkelijk goed uit, vind ik." elk geval eenige rekening mee honden, ook al zoud'en vele ambtsdragers dit lie ver niet willen. Daarom is het van zoo groot belang, dat de Kerken door pre diking en huisbezoek, dat de Chris tenen door pers en organisaties den volksgeest beïnvloeden. Aan d8n vooravond van Pinksterfeest mag ik hier wel mee eindigen, Groetend, uw STENTOR. welke U overdag kwelt en 's nachts belet te slapen. Stop dien hoest direct, maar bedenk dat die hardnekkige hoest-buien alleen maar kunnen worden verdreven door een krachtig en doeltreffend werkend mid del de nieuwe verstèrkte Abdijsiroop. Abdijsiroop is vanouds een natuurlijk kruiden- middel, bereid uit oude beproefde geneeskruiden, welker verrassende werking op aandoeningen der ademhalings-organen wordt erkend en geroemd. Bovendien echter is in de nieuwe Abdijsiroop nu nog toegevoegd de krachtigste hoest-bedwingen- de stof welke er bestaat, namelijk de „codeïne". De nieuwe versterkte Akker's Abdijsiroop ver- eentgt dus nu in zich de zachte maar grondige werking der geneeskruiden en de snelle zeer krachtige werking der codeïne en daarom noemt men Abdijsiroop: ,,'s Werelds béste Hoest-siroop". Flacon 90 ct., f 1.60, f 2.40, f 4.20. Overal verkrijgbaar. Hoe grooter flacon, hoe voordeeliger het gebruik. Kloetinge. Loop der bevolking over de maand Mei. Ingekomen: M. Meu'lenberg en gezin, zonder beroep, van Ellewouds- dijk, Patijnweg B 177; Pa. van Waarde, dienstbode, van Driewegen, Buijs Rallot- straat 108/109; M. J. Yermue, zonder beroep, van Voorhout, 's-Gravenpolder- scheweg C 49; A. F. Weststrate, leerares- ■co'stuumnaaister, van Kapelle, Kioeting- scbeweg B 130; A. Kil, timmerman van Schore, Heernisseweg B 40; Ra. M. Tie- rie, zonder beroep, echtgenoote A. Kil, van Goes, Heernisseweg B 40; Joh. Ooms en gezin, letterzetter 'van Goes, Vogel- zangscheweg B 140; Ga. M. Kloet, ver pleegster van Hulst, Kloetingscheweg B 140; Te. den Dekker, dienstbode, van 's-H. Abtskerke, Tervaten D 33; E. G. Noote- boom, dienstbode, van Goes naar Kloe tingscheweg B 143; D. Braam'se, dienst bode, van 's-H. Arendskerke, B. Ballot straat B 100; 'G. M. Boot, dienstbode, van Goes naar Nieuwstraat A 102; B. W. van Keulen, zonder beroep, van Bergen op Zoom, Noordeinde A 55. Vertrokken: Joha. G. de Graag, leer- ling-vèrpleegster naar Rotterdam, Cool- singel 117; J. A. van Bers, waterbouw kundig opzichter naar Haarlem, Schoter- weg 16; J. Kaaisteker, landarbeider, naar Goes, Julianastraat 13; 'M. de Jager, landbouwer, naar Zuid-Beijerland A 8; T. Kole, huishoudster, naar Wemeldinge, Wilhelminastraat B 152; Joh. van Akke ren en gezin, zonder beroep van Henge lo, Lindeweg 31; Pa Sonke, huishoudster, naar Goes1, 's-H. Hendrikskinderendijk 5c; L. A. Gebuijs, pakhuisknecht, naar Goudswaard, Hoogendijk B 137; H. F. Willems en gezin, stoffeerder naar Schore, Café de Sport; M. H. G. Koe man, zonder beroep, naar B'loemendaal, Westerlaan 21; J. J. Bouman, landbou wer naar Wieringermeer, Middenmeer, Koggenrandweg; S. C. A. Blanker, zon der beroep, naar IJselmuiden, De Baan 349 'D; Aug. Wagenaar, zonder beroep, naar Kattendijke A 191. Kapelle. Loop der bevolking over Mei. Ingekomen: F. K. Rijnberg en gez., van 's-H. Arendskerke naar Kapelle A 301; E. J. van Tol, van D'en Haag naar Ka- „Buitengewoon goed", vond Margaret. „Dé kapitein is werkelijk wat flinker en sterker, dan hij sinds langen tijd ge weest is, zou ik zeggen. En hij geeft het toe. Onlangs had ik de vrijmoedigheid hem te zeggen, dat hij' werkelijk wat be ter was; en hij zei: „Ik weet niet, Mar garet, maar ik geloof heusch, dat ik een beetje opknap. En je weet, dat is heel wat voor hem." „En heeft hij juffrouw Gracie niet erg gemist?" „O, ik moet zeggen, het huis leek het zelfde niet meer zonder haar lief ge zichtje en vroolijk stemmetje. Maar ze kwam hier wel twee of drie maal per dag in en uit loopen, bewegelijk kwikstaartje, dat ze is. En daar we steeds naar baar uitkeken en nooit voor uit wisten, wanneer ze komen zou, mis ten we haar niet al te erg." „En was ze niet te druk voor tante Ailie?" „Heelemaal niet. Wat mevrouw Ali son zelf betreft, was daar ook trouwens niet veel kans op; maar ik ben nog wel eens bang geweest, dat die oude dienst boden ons druk, levendig schatje moe zouden worden. Maar niets daarvan boor. Toen Susan hier gisteravond een boodschap kwam brengen, vertelde ze me in vertrouwen, dat ze gewoon niet wist, wat te beginnen zonder ons meiske. En wat Mary betreft, ze maakte zich Men kan ook een actueel en urgent vraagstuk als de werkloosheid doodpraten. Dat zagen we deze week in do Tweede Kamer. Als daarover een paar dozijn leden hun wijsheid moeton luchten, daalt al vrij spoedig de belangstelling, die dan gelukkig, want dit probleem mag niet doodgepraat geraken, weer oplaait als de Minister-President de vele sprekers be antwoordt. Toch zal het de vraag zijn of deze interpellatie metterdaad iets voor onze werkloozen beteekent en of er nu iets meer gebeurt, dan het vele, dat de regeering reeds deed aan werkver schaffing, enz. Zij staat nu eenmaal altijid aan critiek bloot. Terecht is daarop deze week nog gewezen in de goedgeslaagde vergadering van onze Zeeuwsche Chr. Boeren en Tuin ders. Zorgt de regeering voor allerlei eco nomische belangen 1 wat feitelijk haar taak niet is dan is er veel critiek, en weinig dank, maar wil zij die steunmaat regelen overhevelen naar de organisaties, dan is het óók weer niet goed. En toch zal de Overheid hoe langer zoo meer van dezen abnormalen weg moeten terugkee- ren. Dat ook ons Provinciaal bestuur niet voor critiek uit den weg gaat, bleek dezer dagen wel uit de indiening van een voor stel bij Prov. Staten, tot opheffing van een zeer groot aantal, meerendeels heel kleine polders en to t stichting van 'n nieuw heemraadschap in West Zeeuwsoh-Vlaan- deren. Van verschillende zijden heeft men zich in deze streek daartegen te weer ge steld en ook in de Prov. Staten zal allicht hiertegen verzet worden geboden, maar Ged. Staten willen toch met hun voorstel verder gaan, daar zij overtuigd zijn hier mede bet algemeen belang te dienen. De Zeeuwsche Gas Mij. (Zegam) heeft zich dezer dagen krachtig verweerd te gen de verwijten en beschuldigingen aan haar adres in de Statenvergaderingen en in vragen van enkele Statenleden gericht. Dit verweer is krachtiger dan het destijds in de vergadering der Staten was. Ook ware 'het wel gewenscht geweest, dat de cijfers en feiten, 'die nu bekend gemaakt zijn, wat vroeger waren gepubliceerd. De campagne tegen de Zegam gevoerd, zal aan deze Mij1, zeker geen goed gedaan hebben. Maar nu zij zich eindelijk verde digt, doet zij het ook goed. De critici zul len nu geen gemakkelijke taak hebben. Of zij moeten doen als een lid van Ged. Sta ten, dat nu verklaart in zijn houding te genover de Zegam verkeerd gehandeld te hebben en bet belang dezer Mij., en dus van de Provincie, in dezen niet gediend te hebben. De moord op den Oekrain-schen leider Konovalec, te Rotterdam gepleegd, is nu ook opgehelderd. Hij kan als een der erg ste terroristische daden beschouwd wor den. Voorbereid en gepleegd in een sfeer van de zonderlingste geheimzinnigheid, uitgevoerd op een geraffineerde, geweten- looze, niets en niemand ontziende manier. In dit systeem speelt de mensoh geen rol meer alleen de zaai welke de terrorist voor oogen beeft. Of onschuldigen, menschen, die met de zaak niets, niéts te maken heb ben, gedood of voor hun leven verminkt worden, legt geen enkel gewicht in de schaal. In Rotterdam had het ook zóó kunnen zijn, dat een der groote en druk bezochte café's door de ontploffing was ingestort. Een vreeselijfc gevaar, dat terrorisme. Een voortdurende bedreiging van den vrede in Europa. In Tsjecho Slovakije is de rust nog niet weergekeerd. Voortdurend worden inci denten gemeld. In de Duitscfae pers blijft een scherpe toon van teleurstelling en verbittering doorklinken wegens, het feit, dat zoovele mogendheden op een of andere wijze een rol in het Duitsch-Tsjecho Slovaaksche conflict spelen. Deze felle uitbarstingen zouden zóó uit gelegd kunnen worden, dat men in Berlijn terneergeslagen is, wijl de „mooie" tijd van voldongen feiten voor goed voorbij is. Op het slagveld in 'Spanje gaat de strijd voort en in de posities van de beide partijen komen slechts weinig verande ringen. D'e opstandelingen maken van Teruel uit langzame vorderingen in de richting van Valencia, welks verovering zij zich als eerste doel gesteld schijnen te hebben. Nochtans rekenen zij er niet op de stad voor Juli te kunnen bezetten en het zou heelemaal niets bijzonders zijn, indien daar nog eenige maanden bij zou den komen. Met dat al wordt het steeds duidelijker, dat indien de beslissing op het slagveld moet worden 'verkregen, deze waarschijnlijk niet in dit jaar zal komen. De mogelijkheid, dat de oorlog nog een winter zal voortduren, wordt steeds aan nemelijker. Alleen buitenlandsche bemid deling kan 'helpen om d'en oorlog vlugger tot een einde te brengen. Het schijnt dat Engeland een poging daartoe wil wagen. pe'lle A 233a; Me. de Waard en gezin, van Schore naar Biezelinge D' 71; Ma. Balkenende, van Wissekerke naar Kapel le A 218; D. Dijl van Waarde naar Ka pelle A 194; J. A. Burger van Amster dam naar Kapelle A 397; Ga. Marits van Schore naar Biezelinge D 124; M. A. van de Sande van Heinkenszand naar Bieze linge D 218; J. Bruijnooge van Loos- dreeht naar Kapelle A 138; J. M. Lom- mers van Steenwijk naar Kapelle A 233b; Ne. J. Schipper ivan Ierseke naar Ka pelle B 28. Vertrokken: Ja. Westerweele van Ka pelle naar ':sJHeerenhoek; H. Blok en gezin, van Biezelinge naar 's-Heer Abts kerke; Adr. Zandee van Biezelinge naar Krimpen aan den IJssel; Aa. F. West strate van Kapelle naar Kloetinge; Ma. G. Wemelsfelder, van Kapelle naar Goes; G. W. Hundersmarck, van Biezelinge naar Schore; Me. J. Ernaar van Kapelle naar 's-Gravenpolder. Wemeldinge. Loop der bevolking over de maand Mei. Ingekomen: A. C. Jobse, van Schore naar Postbrug G 48; W. Moelker en gezin van 's H. Arendskerke naar Westel. Kanaaldijk G 9; J. Nagel- kerke van 's Gravenpolder naar Ruisweg A 17; R. L. M. Bleijenbergh van Bergen op Zoom naar Bonzijweg G 22; A. M. Tange van Sneek naar Dorpsstr. B 190; G. Dobbelaar van Ter Neuzen naar Ka naaldijk C 42b; P. Dobbelaar van Ter- neuzen naar Kanaaldijk G 42b; P. G. Sonke van Kattendijke naar Noordel. Achterweg B 272; T. Kole van Kloetinge naar Wilhelminastr. B 152; C. Kooman van Schore naar Noordel. Achterweg B 259; C. J. Bruggeman van Kruiningen naar Wilhelminastr. B 109 a; B. G. de Kok van 's H. Abtskerke naar Ruisweg gewoon tot een soort slavin van 't kleine ding, verzorgde haar als een koningin netje, liep haar overal achterna en was zoo trotscb op baar, als een ben op haar kiekens." „E'n de jongens, hebben die het tante Ailie niet lastig gemaakt?" „Niets daarvan. Ze zijn niemand tot last geweest. Het grootste deel van den dag waren ze uit, en gingen varen met Tom, den matroos, of de bosschen in en soms nam kapitein Shelburne hen mee op de jacht. Mary kon hun niet dankbaar genoeg zijn. Maar juffrouw Nannie, nu beeft u me nog niets van Birkenlee en mijnheer Angus verteld en boe u er in geslaagd is, toch nog een glimpje van hem te zien te krijgen." „O, heb je daar al iets van geboord?" vroeg Nannie glimlachend en blozend. „Ja zeker, juffrouw Esther kwam het me onmiddellijk vertellen. Juffrouw Nannie, het was een goede daad die u aan juffrouw Esther en mij bewezen hebt, toen u over uw geheim vertelde. Toen ze bemerkte, dat ik van alles op de hoogte was, gaf het een echt prettige verhouding tusschen ons. Ze kwam vaak naar mijn kamertje, zooals u zelf ook wel doet, juffrouw Nannie, om over u en mijnheer Angus te praten en ze vertelde me al het nieuws, als er een brief van hem kwam." A 15; A. Bonnes van Gorinchem naar Daniëlstr. B 101; M. G. Leunis van Sas van Gent naar Julianastr. G If; A. de Schipper van Middelburg naar Zwaak- scbe weg G 44; G. Hamel van Waspik naar Julianastr. G If; M. M. Verschuur© van Yerseke naar Wilhelminastr. B 109a. Vertrokken: J. P. Jobse, van Postbrug G 48 naar Schore; M. G. Fraanje en vr. van Julianastr. G lu naar Schore; D. G. A. Adriaanse van Wilhelminastr. B 107; naar Ierseke, Damstr. 10; A. de Schipper van Noordel. Achterweg B 272 naar Mid delburg; C. Laven, van Wilhelminastr. B 108 naar Goes; D. de Rijke van Westel. Kanaaldijk G 17 naar Ierseke; J. T. de Moor van Julianastr. G 2i naar Zierik- see; J. Hout van Julianastr. Gif naar Stavenisse; H. Leendertse van Noordel. Achterweg B 259 naar Wissekerke; A. Jobse van Postbrug G 48 naar Ierseke; W. van Velzen van Oranjeboomstr. B 79 naar Rotterdam; C. P. Mieras van Dorps str. B 30 naar Wassenaar. OP ELKE BUS EEN BON VOOR GESCHENKEN V67-O3ï1o „Ja, ik was erg blij, toen ik van tante Ailie boorde, dat jij en Esther het zoo goed samen konden vinden. Ik was bang, dat ze je zou plagen en uit je hu meur brengen, zooals ze wel doen kan. Wil je gelooven", voegde ze er aan toe en legde haar hand op de knie van de oude vrouw, „dat het een van mijn be zwaren was om weg te gaan?" „Tut, tut, daar had u zich heusch het hoofd niet over behoeven te breken", zei Margaret. „Ongetwijfeld is ze soms een lastig wezentje en ik pak wel eens har der tegen baar uit, dan ik doen moest; maar ik meen bet nooit zoo erg. On danks alles houd ik van haar en zou van haar blijven houden, al was ze ook honderd keer lastiger, daar ze toch een dochtertje blijft van mijn geliefde mees teres, die van uit haar hemelsche wo ning over haar waakt. Maar het ergste, dat er van het arme ding gezegd kan worden, is, dat zè nog maar een meisje is; en het gaat haar zooals de meeste meisjes, voor ze leeren beseffen, hoe zwak en dwaas' ze zijn, is ze een beetje aanmatigend en dan prikkelt ze een oude mopperpot, als ik ben, wel eens, als ze me dingen wil leeren, die ik al kende, lang voordat ze geboren was of er ooit aan dacht." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1938 | | pagina 5