DE ZEEUW
tweede blad
vicToria voor
Stop dien hoest
ABDIJSIROOP
Eenige balansen.
TANTE AILIE
Uit de Provincie
Wat er deze week voorviel
7
feuilleton
biscuif en chocola
AKKER's verstèrkte
VAN
ZATERDAG 4 JUNI 1938, Nr 207.
Wij lezen in „De Standaard":
Toen presideni Roosevelt de „New
Deal" inzette, dus constateerde onlangs
zjjn voorganger oud-president Hoover,
bedroeg de staatsschuld 21 milliard dol
lar. En de Vereenigde Staten hadden 12
mil'lioten werkloozen.
Thans nu de methode, die men ook tec
onzent aanprijst, eenige jaren heeft ge
werkt, is de staatsschuld gerezen tot 42
milliard dollar. En het aantal werkloo
zen bedraagt 12 millio'en. Hierin ligt
toch een les.
D!e New York Times schreefals
waarlijk de vele millioenen, die in het
maatschappelijk leven werden ingespo
ten, welvaart moesten brengen, zoud'en de
V.S. thans een land van grooten voor
spoed moeten zijn. 'Het tegendeel is het
geval.
Een democratisch blad als de Balti
more Sun constateerde, dat juist de
onzekerheid van het staatsbudget de ma
laise veroorzaakte.
President Roosevelt omringde zich in
het 'begin met een staf van bekwame ex
perts, veelal hoogleeraren in de oecono-
mie. De bekende „braintrust". Die trust
is al lang verdwenen. Men constateert
nu: de president is alleen.
Nog heeft hij vertrouwen bij vel'en.
Maar hoe zal het in 1940 zijn? Als de
eindbalans wordt opgemaakt?
De Fransche sociaal-democraten hou
den hun congres. Ook zij kunnen een ba
lans opmaken.
Tot tweemalen toe heeft het z.g.n.
Volksfront onder leiding der sociaal-de
mocratie een ministerie gevormd, dat de
verheven koopkracht-theorie in toepassing
mocht brengen. Beide keeren is het kabi
net gestruikeld over 'financieele moeilijk
heden, wijl het vertrouwen zoek raakte en
alles in de war liep.
En het is niet verkeerd in deze dagen
an het werkloosheidsdebat de vraag te
herhalen: waar is de Belgische staatsman
de Man, de man van „het plan"?
Er zijn gegevens genoeg, die tot be
zinning kunnen leiden
Maarhet bezinnen zelf wordt 'he
laas bij vel'en niet gevonden.
84)
HOOFDSTUK XV.
Weer thuis.
„En zoo mag ik je dan weer gezond
en wel terug zien, juffrouw Nannie. Ik
en er echt blij om", zei Margaret, toen
Z|J en haar jonge meesteres weer in de
oude schoolkamer zaten, om nog eens
gezellig een babbeltje over huishoude
nde zaken te hebben, nu de anderen
naar bed waren.
De triestige morgen was overgegaan
in een echten regendag. Terwille van de
erltieumde reizigster was er een vuur
aangelegd in de schoolkamer, waar de
amilie thee had gedronken en tot Mar
garets genoegen lagen er nog eenige
outblokken te gloeien in den haard,
apt zij beweerde altijd, dat je niet ge-
eilig kon praten, tenzij je naast een
ouhuur zat. De oude hond lag als ge
woonlijk op het haardkleedje. Na de
eerste dolle begroeting, had hij zijn jon
ge meesteres geen oogenblik verlaten,
^eral was hij haar gevolgd, tot in haar
MIDDELBURGSCHE BRIEVEN.
Amice,
Laat ik eerst het slot van mijn brief
aan den Redacteur der Middelburgsc'he
Courant mogen geven
Verder heeft mij, M. de R., in uw arti
kel een zinnetje getroffen, als dit: ge zult
dit moeten tolereeren.
Helaas, moeten we tolereeren dat het
Ik mag u misschien herinneren aan
wat Smeenik in zijn prachtwerk „Christe
lijke Sociale beginselen" neerschreef:
het gevaar voor al verder afglij
den bij volken en overheden is groot,
wanneer de band aan het Woord van
God niet meer wordt gevoeld. De traditie,
hoe machtig ook, kan uitslijten. Wij zien
dat trouwens in het leven van onzen tijd
heel duidelijk. Verslapt de moraliteit in
breede kringen van ons volk, neemt de
afval van de christelijke religie steeds
grootere afmetingen aan, dan zullen de
gevolgen daarvan ten slotte ook op het
terrein van de Overheid gezien worden.
De Overheid zal dan steeds minder wil
len en zelfs kunnen afweren. Zij' on
dergaat den invloed van de geestelijke en
zedelijke stroomingen. En zij moet er in
Wie iets wil verkoopen adverteert.
Uat is logisch.
Wie adverteeren wil gebruikt daarvoor
„DE ZEEUW".
Da* is verstandip
door Catharine D. Bell.
(Vrij naar het Engelsch.)
f bioscoopwezen in ons land maar steeds
doorgaat en door kan gaan om de volks
ziel te vergiftigen. De doelstelling, ver
makelijkheid en verstrooiing, heeft tien
duizenden bij tienduizenden onder de
habitue's dezer inrichtingen tot grenzen-
loos oppervlakkige menschen gemaakt.
D'ie het leven pas echt leven vinden als
ze zooveel mogelijk kunnen genieten van
vermakelijkheden en ontspanningen. (Ik
zeg het zoo zacht mogelijk.)
Sinds de centrale commissie voor de
filmikeuring werkt is er eenige verbete
ring waar te nemen, maar toch is het
nog zoo dat blijkens bevoegde beoordee
laars, van de massa der geproduceerde
films, de cultureele waarde nihil of zeer
gering is.
Dit wordt door vele vaste bioscoopbe
zoekers ook grif toegegeven. Mij. is meer
malen verzekerd door dezen, dat de
bioscoop een ongeschikte inrichting is
voor de opgroeiende jeugd.
Nu weet ik wel dat de Overheid niet
op elk terrein kan komen met verbod
op verbod en regel op regel.
Wij hebben inderdaad rekening te hou
den met een gemengde bevolking, ooik in
de 'beoordee'iing van wat de Overheid ver
bieden kan en mag. Maar in het onder
havige geval was er m.i. geen keus. Ook
niet 'voor de Overheid. En ik sta nog
versteld, dat de centrale commissie voor
de filmkeuring niet reeds lang van hoo-
ger hand op de vingers getikt is. Het kan
niet anders of veler vertrouwen in deze
commissie is. ernstig geschokt.
U zegt, en gij hebt die film niet eens
gezien. Neen, dat is zoo. Maar wel sprak
ik andersdenkende vaste bioscoopbezoe
kers, die deze film wel zagen en zeer
verontwaardigd waren en dagen nadien
nog zeiden: het is een schandaal, dat
zooiets vertoond mag worden. Menschen
die overigens veel tolereeren en erg
ruim van standpunt zijn.
En nu hadden wij, 'verontwaardigden
uit Middelburgs bevolking en dat waren
er velen, wel opienlijik kunnen gaan pro
testeeren en de straat op gaan om te
demonstreeren, en dan had de burge
meester wellicht uit vrees voor ver
storing der 'openbare orde tot verbod van
vertooning kunnen overgaan, maar dat
hebben wij niet gedaan, omdat wij t.a.z.
van het Gezag der Overheid, bepaalde,
naar onze meening, welgefundeerde op
vattingen hebben en misschien hebben
wij. het ten deele ook wel hierom gela
ten, omdat wiji zelf (en ik sluit mijzelf
daarbij in) 'vaak zoo gemakzuchtig zijn
en onzen weg slap aanstellen. De vuren
liggen bij ons ook zoo vaaik gedoofd.
En hiermede, 'M. de R., beëindig ik
mijn schrijven aan U.
Ik weet, amice, dat ge het met me
eens zijt in deze zaak. En dat ge u ook.
meermalen hebt verwonderd, dat zoovele
gelijkgezinde stadgenooten week aan week
het papier koopen, waarop met hun be
lijdenis strijdige opvattingen zijn neerge
pend en waarvan ze dan zelfs zoo nu en
dan nog 'zeggen, och, daar is van dien
kant bekeiken ook nog wel wat voor te
zeggen. Het is ook zoo gemakkelijk mee
af te drijven in den tijdstroom van levens
vervlakking en „tolerantie". Er tegenop
roeien 'kost inspanning 'en ongemak.
slaapkamer toe en nu lag hij in zijn volle
lengte voor haar stoel, zijn kop rustte
op haar voeten en telkens weer keek hij
naar haar op met een uitdrukking van
blijdschap in zijn groote, glanzende
oogen.
„En alles is goed gegaan, terwijl ik
weg was?" vroeg ze.
„O, prachtig!" antwoordde Margaret.
„Werkelijk, juffrouw Esther was zoo
vriendelijk en verstandig, als men zich
maar denken kan en deed alles veel be
ter, dan men verwacht zou hebben."
„En zorgde ze goed voor vader?"
„En of, bijna net zoo goed als u, juf
frouw Nannie, alleen maakte ze er meer
drukte over. Het was grappig om haar
bezig te hooren. Ze kon niet bij juffrouw
Maude komen eten, want ze wilde va
der niet alleen laten en jongeheer Ed
mund moest uit. En als er oen bood
schap voor haar kwam om op de Greens
te komen, dan aarzelde ze nog, of ze wel
gaan zou, zelfs al kon ze heel goed weg."
„Nu", zei Nannie glimlachend, „het is
beter zoo dan andersom. En heeft ze va
der voorgelezen, als hij1 hoofdpijn had?"
„Zij. of jongeheer Edmund lezen hem
haast eiken avond voor en ze schreef zijn
brieven en voerde zijn orders uit en was
net zoo druk bezig en voelde zich even
belangrijk als een bijenkoningin."
„En vader ziet er werkelijk goed uit,
vind ik."
elk geval eenige rekening mee honden,
ook al zoud'en vele ambtsdragers dit lie
ver niet willen. Daarom is het van zoo
groot belang, dat de Kerken door pre
diking en huisbezoek, dat de Chris
tenen door pers en organisaties
den volksgeest beïnvloeden.
Aan d8n vooravond van Pinksterfeest
mag ik hier wel mee eindigen,
Groetend, uw
STENTOR.
welke U overdag kwelt en 's nachts belet
te slapen. Stop dien hoest direct, maar
bedenk dat die hardnekkige hoest-buien
alleen maar kunnen worden verdreven door
een krachtig en doeltreffend werkend mid
del de nieuwe verstèrkte Abdijsiroop.
Abdijsiroop is vanouds een natuurlijk kruiden-
middel, bereid uit oude beproefde geneeskruiden,
welker verrassende werking op aandoeningen der
ademhalings-organen wordt erkend en geroemd.
Bovendien echter is in de nieuwe Abdijsiroop nu
nog toegevoegd de krachtigste hoest-bedwingen-
de stof welke er bestaat, namelijk de „codeïne".
De nieuwe versterkte Akker's Abdijsiroop ver-
eentgt dus nu in zich de zachte maar grondige
werking der geneeskruiden en de snelle zeer
krachtige werking der codeïne en daarom noemt
men Abdijsiroop: ,,'s Werelds béste Hoest-siroop".
Flacon 90 ct., f 1.60, f 2.40, f 4.20. Overal verkrijgbaar.
Hoe grooter flacon, hoe voordeeliger het gebruik.
Kloetinge. Loop der bevolking over de
maand Mei. Ingekomen: M. Meu'lenberg
en gezin, zonder beroep, van Ellewouds-
dijk, Patijnweg B 177; Pa. van Waarde,
dienstbode, van Driewegen, Buijs Rallot-
straat 108/109; M. J. Yermue, zonder
beroep, van Voorhout, 's-Gravenpolder-
scheweg C 49; A. F. Weststrate, leerares-
■co'stuumnaaister, van Kapelle, Kioeting-
scbeweg B 130; A. Kil, timmerman van
Schore, Heernisseweg B 40; Ra. M. Tie-
rie, zonder beroep, echtgenoote A. Kil,
van Goes, Heernisseweg B 40; Joh. Ooms
en gezin, letterzetter 'van Goes, Vogel-
zangscheweg B 140; Ga. M. Kloet, ver
pleegster van Hulst, Kloetingscheweg B
140; Te. den Dekker, dienstbode, van 's-H.
Abtskerke, Tervaten D 33; E. G. Noote-
boom, dienstbode, van Goes naar Kloe
tingscheweg B 143; D. Braam'se, dienst
bode, van 's-H. Arendskerke, B. Ballot
straat B 100; 'G. M. Boot, dienstbode, van
Goes naar Nieuwstraat A 102; B. W. van
Keulen, zonder beroep, van Bergen op
Zoom, Noordeinde A 55.
Vertrokken: Joha. G. de Graag, leer-
ling-vèrpleegster naar Rotterdam, Cool-
singel 117; J. A. van Bers, waterbouw
kundig opzichter naar Haarlem, Schoter-
weg 16; J. Kaaisteker, landarbeider, naar
Goes, Julianastraat 13; 'M. de Jager,
landbouwer, naar Zuid-Beijerland A 8;
T. Kole, huishoudster, naar Wemeldinge,
Wilhelminastraat B 152; Joh. van Akke
ren en gezin, zonder beroep van Henge
lo, Lindeweg 31; Pa Sonke, huishoudster,
naar Goes1, 's-H. Hendrikskinderendijk
5c; L. A. Gebuijs, pakhuisknecht, naar
Goudswaard, Hoogendijk B 137; H. F.
Willems en gezin, stoffeerder naar
Schore, Café de Sport; M. H. G. Koe
man, zonder beroep, naar B'loemendaal,
Westerlaan 21; J. J. Bouman, landbou
wer naar Wieringermeer, Middenmeer,
Koggenrandweg; S. C. A. Blanker, zon
der beroep, naar IJselmuiden, De Baan
349 'D; Aug. Wagenaar, zonder beroep,
naar Kattendijke A 191.
Kapelle. Loop der bevolking over Mei.
Ingekomen: F. K. Rijnberg en gez., van
's-H. Arendskerke naar Kapelle A 301;
E. J. van Tol, van D'en Haag naar Ka-
„Buitengewoon goed", vond Margaret.
„Dé kapitein is werkelijk wat flinker en
sterker, dan hij sinds langen tijd ge
weest is, zou ik zeggen. En hij geeft het
toe. Onlangs had ik de vrijmoedigheid
hem te zeggen, dat hij' werkelijk wat be
ter was; en hij zei: „Ik weet niet, Mar
garet, maar ik geloof heusch, dat ik een
beetje opknap. En je weet, dat is heel
wat voor hem."
„En heeft hij juffrouw Gracie niet
erg gemist?"
„O, ik moet zeggen, het huis leek het
zelfde niet meer zonder haar lief ge
zichtje en vroolijk stemmetje. Maar ze
kwam hier wel twee of drie maal per
dag in en uit loopen, bewegelijk
kwikstaartje, dat ze is. En daar we
steeds naar baar uitkeken en nooit voor
uit wisten, wanneer ze komen zou, mis
ten we haar niet al te erg."
„En was ze niet te druk voor tante
Ailie?"
„Heelemaal niet. Wat mevrouw Ali
son zelf betreft, was daar ook trouwens
niet veel kans op; maar ik ben nog wel
eens bang geweest, dat die oude dienst
boden ons druk, levendig schatje moe
zouden worden. Maar niets daarvan
boor. Toen Susan hier gisteravond een
boodschap kwam brengen, vertelde ze
me in vertrouwen, dat ze gewoon niet
wist, wat te beginnen zonder ons meiske.
En wat Mary betreft, ze maakte zich
Men kan ook een actueel en urgent
vraagstuk als de werkloosheid doodpraten.
Dat zagen we deze week in do Tweede
Kamer. Als daarover een paar dozijn
leden hun wijsheid moeton luchten,
daalt al vrij spoedig de belangstelling, die
dan gelukkig, want dit probleem mag niet
doodgepraat geraken, weer oplaait als de
Minister-President de vele sprekers be
antwoordt. Toch zal het de vraag zijn of
deze interpellatie metterdaad iets
voor onze werkloozen beteekent en of er
nu iets meer gebeurt, dan het vele, dat
de regeering reeds deed aan werkver
schaffing, enz.
Zij staat nu eenmaal altijid aan critiek
bloot. Terecht is daarop deze week nog
gewezen in de goedgeslaagde vergadering
van onze Zeeuwsche Chr. Boeren en Tuin
ders. Zorgt de regeering voor allerlei eco
nomische belangen 1 wat feitelijk haar
taak niet is dan is er veel critiek, en
weinig dank, maar wil zij die steunmaat
regelen overhevelen naar de organisaties,
dan is het óók weer niet goed. En toch
zal de Overheid hoe langer zoo meer van
dezen abnormalen weg moeten terugkee-
ren.
Dat ook ons Provinciaal bestuur niet
voor critiek uit den weg gaat, bleek dezer
dagen wel uit de indiening van een voor
stel bij Prov. Staten, tot opheffing van
een zeer groot aantal, meerendeels heel
kleine polders en to t stichting van 'n nieuw
heemraadschap in West Zeeuwsoh-Vlaan-
deren. Van verschillende zijden heeft men
zich in deze streek daartegen te weer ge
steld en ook in de Prov. Staten zal allicht
hiertegen verzet worden geboden, maar
Ged. Staten willen toch met hun voorstel
verder gaan, daar zij overtuigd zijn hier
mede bet algemeen belang te dienen.
De Zeeuwsche Gas Mij. (Zegam) heeft
zich dezer dagen krachtig verweerd te
gen de verwijten en beschuldigingen aan
haar adres in de Statenvergaderingen en
in vragen van enkele Statenleden gericht.
Dit verweer is krachtiger dan het destijds
in de vergadering der Staten was. Ook
ware 'het wel gewenscht geweest, dat de
cijfers en feiten, 'die nu bekend gemaakt
zijn, wat vroeger waren gepubliceerd.
De campagne tegen de Zegam gevoerd,
zal aan deze Mij1, zeker geen goed gedaan
hebben. Maar nu zij zich eindelijk verde
digt, doet zij het ook goed. De critici zul
len nu geen gemakkelijke taak hebben. Of
zij moeten doen als een lid van Ged. Sta
ten, dat nu verklaart in zijn houding te
genover de Zegam verkeerd gehandeld te
hebben en bet belang dezer Mij., en dus
van de Provincie, in dezen niet gediend
te hebben.
De moord op den Oekrain-schen leider
Konovalec, te Rotterdam gepleegd, is nu
ook opgehelderd. Hij kan als een der erg
ste terroristische daden beschouwd wor
den. Voorbereid en gepleegd in een sfeer
van de zonderlingste geheimzinnigheid,
uitgevoerd op een geraffineerde, geweten-
looze, niets en niemand ontziende manier.
In dit systeem speelt de mensoh geen rol
meer alleen de zaai welke de terrorist voor
oogen beeft. Of onschuldigen, menschen,
die met de zaak niets, niéts te maken heb
ben, gedood of voor hun leven verminkt
worden, legt geen enkel gewicht in de
schaal. In Rotterdam had het ook zóó
kunnen zijn, dat een der groote en druk
bezochte café's door de ontploffing was
ingestort.
Een vreeselijfc gevaar, dat terrorisme.
Een voortdurende bedreiging van den
vrede in Europa.
In Tsjecho Slovakije is de rust nog niet
weergekeerd. Voortdurend worden inci
denten gemeld.
In de Duitscfae pers blijft een scherpe
toon van teleurstelling en verbittering
doorklinken wegens, het feit, dat zoovele
mogendheden op een of andere wijze een
rol in het Duitsch-Tsjecho Slovaaksche
conflict spelen.
Deze felle uitbarstingen zouden zóó uit
gelegd kunnen worden, dat men in Berlijn
terneergeslagen is, wijl de „mooie" tijd
van voldongen feiten voor goed voorbij is.
Op het slagveld in 'Spanje gaat de
strijd voort en in de posities van de beide
partijen komen slechts weinig verande
ringen. D'e opstandelingen maken van
Teruel uit langzame vorderingen in de
richting van Valencia, welks verovering
zij zich als eerste doel gesteld schijnen te
hebben. Nochtans rekenen zij er niet op
de stad voor Juli te kunnen bezetten en
het zou heelemaal niets bijzonders zijn,
indien daar nog eenige maanden bij zou
den komen. Met dat al wordt het steeds
duidelijker, dat indien de beslissing op
het slagveld moet worden 'verkregen, deze
waarschijnlijk niet in dit jaar zal komen.
De mogelijkheid, dat de oorlog nog een
winter zal voortduren, wordt steeds aan
nemelijker. Alleen buitenlandsche bemid
deling kan 'helpen om d'en oorlog vlugger
tot een einde te brengen. Het schijnt dat
Engeland een poging daartoe wil wagen.
pe'lle A 233a; Me. de Waard en gezin,
van Schore naar Biezelinge D' 71; Ma.
Balkenende, van Wissekerke naar Kapel
le A 218; D. Dijl van Waarde naar Ka
pelle A 194; J. A. Burger van Amster
dam naar Kapelle A 397; Ga. Marits van
Schore naar Biezelinge D 124; M. A. van
de Sande van Heinkenszand naar Bieze
linge D 218; J. Bruijnooge van Loos-
dreeht naar Kapelle A 138; J. M. Lom-
mers van Steenwijk naar Kapelle A 233b;
Ne. J. Schipper ivan Ierseke naar Ka
pelle B 28.
Vertrokken: Ja. Westerweele van Ka
pelle naar ':sJHeerenhoek; H. Blok en
gezin, van Biezelinge naar 's-Heer Abts
kerke; Adr. Zandee van Biezelinge naar
Krimpen aan den IJssel; Aa. F. West
strate van Kapelle naar Kloetinge; Ma. G.
Wemelsfelder, van Kapelle naar Goes;
G. W. Hundersmarck, van Biezelinge
naar Schore; Me. J. Ernaar van Kapelle
naar 's-Gravenpolder.
Wemeldinge. Loop der bevolking over
de maand Mei. Ingekomen: A. C. Jobse,
van Schore naar Postbrug G 48; W.
Moelker en gezin van 's H. Arendskerke
naar Westel. Kanaaldijk G 9; J. Nagel-
kerke van 's Gravenpolder naar Ruisweg
A 17; R. L. M. Bleijenbergh van Bergen
op Zoom naar Bonzijweg G 22; A. M.
Tange van Sneek naar Dorpsstr. B 190;
G. Dobbelaar van Ter Neuzen naar Ka
naaldijk C 42b; P. Dobbelaar van Ter-
neuzen naar Kanaaldijk G 42b; P. G.
Sonke van Kattendijke naar Noordel.
Achterweg B 272; T. Kole van Kloetinge
naar Wilhelminastr. B 152; C. Kooman
van Schore naar Noordel. Achterweg B
259; C. J. Bruggeman van Kruiningen
naar Wilhelminastr. B 109 a; B. G. de
Kok van 's H. Abtskerke naar Ruisweg
gewoon tot een soort slavin van 't kleine
ding, verzorgde haar als een koningin
netje, liep haar overal achterna en was
zoo trotscb op baar, als een ben op haar
kiekens."
„E'n de jongens, hebben die het tante
Ailie niet lastig gemaakt?"
„Niets daarvan. Ze zijn niemand tot
last geweest. Het grootste deel van den
dag waren ze uit, en gingen varen met
Tom, den matroos, of de bosschen in en
soms nam kapitein Shelburne hen mee
op de jacht.
Mary kon hun niet dankbaar genoeg
zijn. Maar juffrouw Nannie, nu beeft u
me nog niets van Birkenlee en mijnheer
Angus verteld en boe u er in geslaagd
is, toch nog een glimpje van hem te zien
te krijgen."
„O, heb je daar al iets van geboord?"
vroeg Nannie glimlachend en blozend.
„Ja zeker, juffrouw Esther kwam het
me onmiddellijk vertellen. Juffrouw
Nannie, het was een goede daad die u
aan juffrouw Esther en mij bewezen
hebt, toen u over uw geheim vertelde.
Toen ze bemerkte, dat ik van alles op
de hoogte was, gaf het een echt prettige
verhouding tusschen ons. Ze kwam vaak
naar mijn kamertje, zooals u zelf ook
wel doet, juffrouw Nannie, om over u en
mijnheer Angus te praten en ze vertelde
me al het nieuws, als er een brief van
hem kwam."
A 15; A. Bonnes van Gorinchem naar
Daniëlstr. B 101; M. G. Leunis van Sas
van Gent naar Julianastr. G If; A. de
Schipper van Middelburg naar Zwaak-
scbe weg G 44; G. Hamel van Waspik
naar Julianastr. G If; M. M. Verschuur©
van Yerseke naar Wilhelminastr. B
109a.
Vertrokken: J. P. Jobse, van Postbrug
G 48 naar Schore; M. G. Fraanje en vr.
van Julianastr. G lu naar Schore; D. G.
A. Adriaanse van Wilhelminastr. B 107;
naar Ierseke, Damstr. 10; A. de Schipper
van Noordel. Achterweg B 272 naar Mid
delburg; C. Laven, van Wilhelminastr. B
108 naar Goes; D. de Rijke van Westel.
Kanaaldijk G 17 naar Ierseke; J. T. de
Moor van Julianastr. G 2i naar Zierik-
see; J. Hout van Julianastr. Gif naar
Stavenisse; H. Leendertse van Noordel.
Achterweg B 259 naar Wissekerke; A.
Jobse van Postbrug G 48 naar Ierseke;
W. van Velzen van Oranjeboomstr. B 79
naar Rotterdam; C. P. Mieras van Dorps
str. B 30 naar Wassenaar.
OP ELKE BUS EEN
BON VOOR GESCHENKEN
V67-O3ï1o
„Ja, ik was erg blij, toen ik van tante
Ailie boorde, dat jij en Esther het zoo
goed samen konden vinden. Ik was
bang, dat ze je zou plagen en uit je hu
meur brengen, zooals ze wel doen kan.
Wil je gelooven", voegde ze er aan toe
en legde haar hand op de knie van de
oude vrouw, „dat het een van mijn be
zwaren was om weg te gaan?"
„Tut, tut, daar had u zich heusch het
hoofd niet over behoeven te breken", zei
Margaret. „Ongetwijfeld is ze soms een
lastig wezentje en ik pak wel eens har
der tegen baar uit, dan ik doen moest;
maar ik meen bet nooit zoo erg. On
danks alles houd ik van haar en zou
van haar blijven houden, al was ze ook
honderd keer lastiger, daar ze toch een
dochtertje blijft van mijn geliefde mees
teres, die van uit haar hemelsche wo
ning over haar waakt. Maar het ergste,
dat er van het arme ding gezegd kan
worden, is, dat zè nog maar een meisje
is; en het gaat haar zooals de meeste
meisjes, voor ze leeren beseffen, hoe
zwak en dwaas' ze zijn, is ze een beetje
aanmatigend en dan prikkelt ze een oude
mopperpot, als ik ben, wel eens, als ze
me dingen wil leeren, die ik al kende,
lang voordat ze geboren was of er ooit
aan dacht."
(Wordt vervolgd.)