Dr Colijn over het probleem der werkloosheid.
Eenheid en Samenwerking.
Dagblad voor de Provincie Zeeland
EERSTE BLAD
De strijd in Spanje.
De strijd in China.
ZATERDAG 4 JUNI 1938
52e JAARGANG - No. 207
De Minister-President geeft een uiteen
zetting van de Regeerings-politiek.
Het debat geen succes voor de oppositie.
Belangrijkste Nieuws
Uitgave: N. V. Uitgevers - Maatschappij
„Luctor et Emergo" ter exploitatie van
het blad „De Zeeuw"
Bureaux Lange Vorststraat 7 0, Goes
Postrekening 44455 Telefoon 11
Bijkantoor Middelburg: Fa. Boekhandel
J, J, F A N O Y, Lange Burg 40. Telefoon 28
Abonnementsprijs f2.50 per kwartaal
Weekabonnementen voor Middelburg
Goes en Vlissingen f 0.20
Losse nummers 5 cent
Directeur - Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA
Advertentiën 30 cent per regel
Ingezonden mcdedceiingen 00 cent per regel
Kleine Advertentiën Dinsdags en Vrijdags
f 0.75 bij vooruitbetaling
Advertentiën onder Ietter of motto
10 cent extra
Bij contract belangrijke korting
Minister Slotemaker de Bruïne heeft
dezer dagen te Leeuwarden een politieke
rede gehouden, waarin hij ook behandelde
de gevaren die het constitutioneel-parle-
mentaire leven bedreigen.
In verband hiermede werd volgens de
verslagen in de bladen o.m. het volgende
opgemerkt:
„De kracht van de volksvertegenwoor
diging is voor een belangrijk deel onge
twijfeld afhankelijk van een al of niet
verbrokkelen van het parlement. In dit
verhand wil spr. gaarne ook nadrukkelijk
zeggen, dat hij het onderscheid tusschen
anti-revolutionairen en christelijk-histo-
rischen zeer wel kent en dat hij fusie niet
verdedigen zou, maar dat niettemin in
het belang van de overtuigingen, die aan
deze partijen gemeen zijn, in het belang
van ons parlementair stelsel en in het be
lang' van het Nederlandsche volk, het be
slist geboden is, dat beide genoemde groe
pen over en weer naast elkander, met
elkander en niet tegen elkander wencen."
De hier gemaakte opmerkingen willen
wij gaarne onderstreepen.
Voor fusie van de Antirevolutionaire
partij en de Chr.-Historische Unie is nu
althans de tijd nog niet rijp. En in de
practijk zou zulk een fusie stel ze ware
bereikbaar ongetwijfeld tot nieuwe ver
brokkeling aanleiding geven.
Het zou een illusie zijn te meenen, dat
binnen afzienbaren tijd bereeniging van
beide partijen mogelijk zou zijn. En bet
zou dwaasheid zijn een fusie van wat
daarvoor nog niet rijp is te willen forcee-
ren.
Wel echter moge sterk onder ons leven
de gedachte, dat, al is dan een gescheiden
marcheeren vooralsnog noodzakelijk, de
richting waarin beide groepen zich bewe
gen toch dezelfde is en dat daarom sa
menwerking zooveel mogelijk gezocht moet
worden.
Telkens weer blijkt, dat buitenlanders,
wanneer zij zich nader met den toestand
in ons land op de hoogte stellen, vol ver
bazing zijn over de voorrechten die wij
bier bezitten.
Het godsdienstig leven kan zich in ons
land onbelemmerd ontwikkelen, aan de
Kerken wordt geen stroobreed in den
weg gelegd, wij hebben hier de vrije scho
len, onze vrije jeugdorganisaties en op so
ciaal- en economisch gebied allerlei bon
den en vereenigingen die het openlijk in
hun vaandel schrijven, dat zij het Woord
Gods als richtsnoer wenschen te nemen.
Voor een niet gering deel is dit alles
te danken aan het feit, dat er ondanks
alle verschil, toch nauwe samenwerking
was tusschen Antirevolutionairen en Chr.
Historisohen. Daardoor waren deze groe
pen in staat grooten invloed op het staat
kundige leven en indirect op velerlei le
vensterrein uit te oefenen.
Het is een verheugend verschijnsel dat
deze samenwerking ook in staten en raden
veelal als vanzelfsprekend wordt toege
past.
En niet minder verheugend is, lat ook
op ander terrein samenwerking van de
Christusbelijders mogelijk bleek en koste
lijke vruchten heeft gedragen.
Wij denken aan de Nederl. Chr. Radio-
vereeniging die deze week haar algomeene
vergadering hield en die door samenwer
king tot zoo groote dingen van nationale
beteekenis in staat is gebleken. Wordt die
samenwerking verbroken, zooals sommi
gen dat schijnen te willen, dan zal het
gevolg daarvan zijn dat de invloed van
de Christelijke beginselen op dit terrein
bedenkelijk wordt verzwakt.
Wij denken ook aan den Nederi. Chr.
Vrouwenbond, die eveneens in vergade
ring bijeen kwam en waarbij Minister Co-
lijn een krachtige waarschuwing tegen
onnoodige verbrokkeling en splitsing liet
hooren.
Wij' denken aan onze Christelijke Vak
beweging, die een voorbeeld is van vrucht
bare samenwerking van personen en
groepen van verschillende richtingen,
maar die hierin éen zijn, dat zij het Ko
ningschap van Jezus Christus erkennen.
Aan de Christelijke Werkgeversvereni
ging, aan organisaties als de Christelijke
Boeren- en Tuindersbond en de Chr. Mid-
denstandsvereeniging,die nu voor ons
volksleven van zoo groote beteekenis zijn
en die nog veel meer invloed ten goede
zouden kunnen uitoefenen, wanneer alle
Christelijke boeren en tuinders en mid
denstanders verstonden hun roeping om
zich naar eigen beginsel te organiseeren.
Splitsing, scheiding kan soms op prin-
cipieele gronden wenschelijk en soms zelfs
geboden zijn.
Door Minister Colijn werd in zijn voor
den Vrouwenbond gehouden rede gewezen
op de jeugdbeweging en als vanzelf den
ken wij hierbij ook aan het onderwijs.
Maar zulk een splitsing behoeft nog
geen versnippering van kracht te betee-
kenen. Het tegendeel kan het geval zijb,
mits ook hierbij niet uit het oog wordt
verloren, dat er toch altijd nog blijft een
breed terrein van samenwerking en dat
het zoeken en bevorderen van de eenheid
een plicht is ons door Christus opgelegd.
Onze tijd roept sterker misschien
dan ooit tevoren om eenheid en sa
menwerking van allen die zich begee-
ren te buigen voor Gods Woord en die
straks het Pinksterfeest wenschen te
vieren.
Laat ook in deze dagen gezien worden
de eendracht, de samenwerking van de
belijders van den Christus, tot heil van
land en volk. En tot verheerlijking van
den Naam des Heeren.
De Minister-President Hr H. C o 1 ij n
heeft gisteren de beantwoording van de
sprekers voortgezet.
De Minister beantwoordt in de eerste
plaats den interpellant. Deze heeft zich
door het antwoord van de Regeering on
bevredigd verklaard. Verwonderd heeft
dit spr. niet. Hem is ook geen geval be
kend, dat een interpelland wel bevredigd
was.
Door de twee extremistische partijen is
gezegd, dat er bij deze maatschappelijke
structuur niets kan worden gedaan tegen
de werkloosheid. Dan zal spr. met de ver
dedigers van dit standpunt maar niet van
gedachten wisselen.
Er zijn nog steeds twee groepen, waar
mede 'het zéér moeilijk is van gedachten
ie wisselen. Een der sprekers heeft niet
zonder^ hoogmoed denigreerend over de
„onchristelijke" politiek der regeering ge
sproken. Dit betoog zal spr. dan óók stil
zwijgend voorbijgaan. Volgens een andere
tractie zou alles verbeteren als de verze
keringen, de belastingen en de katholie
ken verdwijnen.
Aan deze en de drie andere bedoelde
groepen raadt spr. aan, de moeite van
un betoogen uit te stellen tot er meer
kaf js> dat de regeering er op in gaat.
Andere fracties hebben velerlei détails
aangevoerd. Het gaat niet aan, al deze
*e beantwoorden.
Eén uitzondering wil spr. maken: het
reft de vermelding van steunuitkeerin-
gen, welke een belemmering zouden be-
6 m nen V00r geneigdheid tot arbeiden.
iv bier te maken met fouten,
welke aan een algemeene regeling in
slechts zeer 'bepaalde gevallen kleven.
Er is echter reden om op dit punt de
steunregeling te herzien en de regeering
is daartoe bereid.
'Intussohen is er wel eenige bedenking
tegen het Zweedsche systeem, volgens het
welk het steunbedrag maximaal 70 pet.
bedraagt van 'het werkverschaffingsloon;
en dit ligt op de hoogte van het laagste
vrije loon voor ongeschoolden.
Voor het zoeken naar werkobjecten is
het overigens verdienstelijk opgestelde
„Blauwe Boek" van het N. V. V. niet noo
dig. Van de 674 werken, die
dit boek als Werkfonds-
werken aanwijst, waren er
reed® 316 bij het werkfonds
in uitvoering en 358 Werk
fond s o b j e c t e n d,i e in uit
voering zijn, 'k o men in dat
boek niet voor!
Intuisschen zullen alle deugdelijke sug
gesties door de regeering in overweging
worden genomen.
D'e door den interpellant betwiste cijfers
door spr. in eersten termijn genoemd, zijn
juist. Spr. geeft een uitvoerige specificatie
daarvan.
Aan openbare werken zal dit jaar ten
minste f 125 millioen meer worden be
steed dan het gemiddelde der laatste vijf
jaar. Het is juist, dat het verschil in 1937
niet zoo groot is, maar dit tast spr.'s be
toog niet aan.
Over de oor zaken der werk
loosheid is weinig verschil van
meening gebleken. D'e hoofdoorzaken zijn
van internationalen aard,
ook volgens den interpellant. Maar dan
moet men deze erkenning toch laten door
werken in het oordeel over de regeerings-
politiek.
De regeering kan bij de werkloosheids
bestrijding slechts de secundaire oorza
ken aantasten. Nu verwijt de heer Van
Gelderen de regeering de bedrijvigheid in
den lande te hebben lam gelegd.
'De regeering heeft er nooit naar ge
streefd, de uitvoering van openbare wer
ken waartoe de gemeenten financieel in
staat waren, tegen te gaan. In baar eigen
belang is echter de uitvoering van wer
ken aan de gemeenten verhinderd, wan
neer haar financieele draagkracht daar
toe niet toereikend was.
Intussohen is, medegerekend de werken
van Waterstaat en van het Werkfonds, in
de laatste vijf jaar aan openbare werken
ongeveer evenveel uitgegeven, dan in de
daaraan vooraf gegane vijf jaar. Men
moet daar dan bij rekenen, wat voor steun
aan landbouw en industrie 1 ook verrui
ming der werkgelegenheid is uitgege
ven. Laat Prof. Van Gelderen hier ook
eens 1937 tegenover 1938 stellen. Dan
blijkt, dat ook ten opzichte der gemeenten
een stijging is waar te nemen.
Het totaal der gemeentelijke aanbeste
dingen was in het vetste jaar 1927 f 52
millioen. Het is gedaald tot f 8 millioen.
In 1937 was het weer f 36.5 millioen, ja,
met medewerking van de aanbestedingen
van semi-officieele lichamen, was dit be
drag f 96.5 millioen.
'Zonder den omvang der werkloosheid
gering te schatten, wil spr. overdreven
voorstellingen tegengaan. Er zijn tegen de
cijfers van het percentage der werklozen
kassen bezwaren. Maar is er een betere
maatstaf? De cijfers der bij de organen
van arbeidsbemiddeling ingeschrevenen
zijn ook onzuiver, daar de inschrijving
van werkloozen scherper is geworden dan
vroeger.
De daling van het werk
loosheidscijfer is in tempo ver
traagd, maar zij is er toch. Het cijfer was
April 1936: 415.584; April 1937: 368.051;
en April 1938: 354.715. In het laatste jaar
was dus nog een daling van 14.000, wel
ke zich eind April tot half Mei met 7000
heeft voortgezet. Dit zijn geen cijfers om
groot op te gaan, maar zij demonstree-
ren tóch een daling. In Engeland is er het
laatste jaar een stijging van 300.000 man
geweest.
Van 'het cijfer der werkloosheid moet
men ter berekening van de abnormale
werkloosheid de ongeschikten en de nor
male werkloosheid aftrekken. Het aantal
ongeschikten op 11 pet. stellend, moet men
dus 38.000 man daarvan aftrekken, de
normale werkloosheid op 3.5 pet. van alle
arbeiders stellend, moet men dus 70.000
man aftrekken.
In den 'hoogsten bloeitijd van Engeland
en Duitschland waren de cijfers zoodanig,
dat dit cijfer hier te lande ook wel op
110.000 zou kunnen worden gesteld. Dit
moet men in het oog houden, om den om
vang der abnormale werkloosheid te kun
nen berekenen.
Dit zegt spr. niet om het
kwaad te verkleinen. Het
is erg genoeg met 24 0.000
werkloozen wegens abnor
male werkloosheid te zit
ten. Rekent men, dat de werkverschaf
fing 75.000 man per jaar opneemt, dan
blijven er 165.000 over. Het is daarom zoo
moeilijk deze mensohen weer aan 't werk
te stellen, omdat een groot aantal dezer
arbeiders door rationalisatie is uitgescha
keld.
Zou men echter aan rationalisatie niet
meedoen, dan zouden er door de interna
tionale concurrentie bedrijven worden ge
sloten en nog méér werkloozen worden ge
maakt.
Met ergernis moet spr. 'het verwijt van
de hand wijzen, dat de regeering uitslui
tend naar een sluitend budget ziet en daar
den mensch bij ten achter stelt. In de jaren
19311037 is toch de staatsschuld toe
genomen met f 1.124.000.000 (inbegrepen
f 179 millioen schuld aan de fondsen) en
is voor f 1.264.000.0'OO ingeteerd.
Het is niet weersproken dat primair is
de werkverruiming in het bedrijfsleven.
Geen enkel middel sluit spr. daartoe a pri
ori uit.
Dit standpunt kan ertoe leiden, dat
met bet oog op de 'binnenlandsohe markt
de invoer van bewerkte producten nog
verder zal moeten worden beperkt en dat
aan bestaande of nieuwe industrieën steun
zal worden verleend. Op dit terrein liggen
voetangels en klemmen, en het is moge
lijk, dat een gedragslijn, die ons vroeger
groote welvaart heeft gebracht, zal moeten
worden verlaten. Dit is zeker geen gemak
kelijke beslissing voor een overtuigden
free trader als spr. is.
In overleg met bet bedrijfsleven en
waar noodig met de organisaties der ar
beiders zal naar middelen worden gezocht
tot verruiming van den export.
Spr. noemt de arbeiders, omdat hun
streven naar loonsverhoogingen den ex
port bij voorbaat belemmert. Indien bij de
arbeiders de mentaliteit heerscht, die de
zer dagen een vrijgestelde deed spreken:
„Liever geen schip meer in de haven, dan
afzien van de 10 pet. loonsverhooging" en
die bij de Amsterdamsche taxi-conflicten
liever 100 Chauffeurs goed betaald en 300
werkloos zag, dan 400 chauffeurs tegen
laag loon aan het werk, dan komen we
er nooit.
Van groote beteekenis is ook de a r-
beids spr aiding, o.m. door het
beurtelings laten weiken van arbeiders,
waardoor de vakbekwaamheid behouden
blijft.
De strijd tegen de werk
loosheid is een proces
van langen du ur. Spr. heeft
van tien jaar gesproken om uit te druk
ken dat het lang zou duren. Dat de werk
loosheid op' den kop af in tien jaar kan
worden weggenomen, heeft spr. niet be
doeld.
In dit tijidsverloop zal men tijdelijke
middelen moeten aanwenden om de werk
loosheid te verzachten.
Indien men spr. vraagt of de abnor
male werkloosheid binnen afzienbaren tijd
kan verdwijnen, dan antwoordt spr. ont
kennend. Er is geen belang mee gediend
valsche verwachtingen te wekken. Een
verdwijning zou alleen wegens den veran
derden opbouw der bevolking al onmoge
lijk zijn. Wel hoopt spr., dat de regee-
ringspolitiek de werkloosheid aanzienlijk
z;al kunnen verminderen.
Wat nu details betreft, aandacht zal
worden besteed aan de snellere verwer
king van de bedragen, voor oprui
ming van krotwoningen en
voor verbetering van arbeiderswoningen
bestemd.
Als de regeering weigert nog meer gel
den beschikbaar te stellen voor uitvoering
van openbare werken, dan beteekent dit
niet, dat, indien de verwerking der Werk-
fondsgelden snel vordert, deze verwer
king zal worden stop gezet als zij: het
gestelde bedrag van f 50 millioen in dit
jaar overschrijdt.
Aan arbeidsdienst in den
zin van staatsopvoeding
denkt de regeering niet.
Dit zou on-Nederlandsch zijn en door het
volk niet worden aanvaard. Wel denkt de
regeering aan sterkere aanmoediging van
het particuliere initiatief op dit punt.
Naar het spr. voorkomt, zal er wel
drang doch niet door aanlokking
met geld noodig zijn om de deelneming
aan de kampen te bevorderen.
De werkverschaffing, welke
meestal blijvende werkgelegenheid nalaat,
blijft bij spr. een eerste plaats innemen.
Ten slotte noemt spr. de werkloosheids
bestrijding een eersten eisch van staat
kundig beleid, ook met het oog op het
behoud onzer staatsinstellingen.
Met het oog op de toekomst van ons
volk mogen echter de eischen der finan
cieele voorzichtigheid niet uit het oog
worden verloren, om te voorkomen, dat
het nageslacht voor een ontreddering zal
komen te staan. Het is staatsmans- en
Christenplicht de werkloosheid te bestrij
den, doch evenzeer is het zulk een plicht
te waken tegen ontreddering van de fun
damenten van het volksleven.
Wij' zullen, aldus spr., doen wat mo
gelijk is, doch nalaten alles wat het va
derland in den afgrond zou voeren.
Bij1 de replieken werden door den heer
Van Gelderen twee moties ingediend.
In de eerste motie noodigt de Kamer
de regeering uit, de werkzaamheden
van het Werkfonds zoodanig te versnel
len, dat het verwerkte bedrag voor den
eerstvolgenden tijd wordt opgevoerd tot
den minste 150 millioen per jaar.
De tweede motie beoogt, dat, ter snelle
vermindering van de werkloosheid uit het
Werkfonds aan de gemeenten niet slechts
vooi schotten doch ook bijdragen a fonds
perdu zullen worden verstrekt.
Minister Colijn achtte beide moties on
uitvoerbaar.
Het geven van bedragen a fonds perdu
aan de gemeenten zou de financieele ver
houding tusschen rijk en gemeenten ge
heel verstoren, en wat den eisch van f 150
millioen per jaar betreft, de regeering
wenscht de koorden van de beurs in han
den te houden.
De beide moties werden verworpen met
46 tegen 28 stemmen (voor de soc.-dem.,
de N.S.B., de communisten en de chr.-
dem)..
Het wetsontwerp verhooging crediet
voor werkverruiming werd hierna zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
Binnenland.
Het werkloosheidsdebat in de Tweede
Kamer. Twee moties verworpen, Cre
diet voor werkverruiming toegestaan.
Wetsontwerp tot wijziging van de wet op
de geneeskunst.
Buitenland.
De strijd om Teruel in Spanje.
Weer een nieuw offensief in China op
komst?
Ben kleine advertentie
in de
rubriek
„Vraag en Aanbod" kost
slechts
75 cent
bij vooruitbetaling.
mw
V
HEVIGE GERECHTEN OM TERUEL
D'e gevechten om Teruel waren gisteren
uiterst verbitterd. Miaja's troepen zijn in
den sector van 'Castellon aangekomen en
in den strijd gebracht in de heuvels ten
Zuiden van den weg naar Sagunto, tegen
over Puebla de Val ver de, waar de regee-
ringstroepen groote concentraties 'hebben
samengebracht, om Franco's opmarsch te
gen te bouden.
D'e weg van Saragossa naar Valencia is
vrijwel over den ge-heelen afstand van 75
mijl tusschen Teruel naar Sagunto inge
sloten door bergen en de regeeringstroe-
pen zijn op het oogenblik in het bezit van
beide zijden van den weg, waar zij ver
sterkingen aanbrengen. Hetzelfde geldt
voor de twee spoorlijnen in die streek.
Er komen thans berichten binnen, dat
de schepen der opstandelingen nieuwe af-
deelingen Moorsche en Spaansöhe recru-
ten uit de oefenkampen in Marokko aan
voeren.
Men ziet hierin een aanwijzing, dat een
nieuw groot offensief op handen is.
JAPANNERS HERVATTEN
OPMARSCH NAAR KA I FENG.
Van Japansche zijde wordt gemeld:
De Japansche aanval in de richting
van Kaifeng en Tsjengtsjau is met kracht
hervat. Een Japansche af deeling, die
langs den Loenghai-spoorweg opereert,
maakt goede vorderingen. De Chineezen
trekken zich terug naar Kaifeng. De Ja
pansche troepen ten Zuiden van Langfeng
zijtn opgerukt tot aan de Gele Rivier.
Volgens een persofficier
van den Japanschen leger
staf „staan thans de
poorten naar het hart van
m i d d e n-C hina wijd ope n."
Uit Japansche bron wordt gemeld, dat
bij Tsjangtsjau in de provincie Foekien
honderdduizend man Chineesche troepen
geconcentreerd zijn. Deze zullen waar
schijnlijk binnenkort trachten het eiland
Amoy te heroveren.
De luchtbombardementen.
In het E'ngelsche lagerhuis zijh vragen
gesteld over de herhaalde bombardemen
ten door Japansche vliegers op de burger
bevolking van Kanton.
De minister-president Chamberlain ant
woordde hierop, dat de Britsche ambas
sadeur te Tokio opdracht had ontvangen
persoonlijk te protesteeren tegen het bom
bardeeren, in het wilde weg, van door
burgers bewoonde gebieden, in het bijzon
der van volkrijke streken.
In antwoord op een vraag, of hij) met
het oog op de speciale verplichtingen der
onderteekenaars van het negenmogendhe-
denverdrag, zal overwegen dezen mogend
heden voor te stellen een gemeenschappe
lijk vertoog tot Japan te richten, verklaar
de Chamberlain, alles te willen doen, wat
naar zijtn meening werkelijk ertoe kan bij
dragen, om te voorkomen, dat de Japan
sche regeering dergelijke bombardemen
ten sanctionneert, maar hij voegde er aan
toe, er niet zeker van te zijn, dat zulk een
speciale stap eenig succes zou hebben.
Formeele verbreking der Japansch
Chineesche betrekkingen.
Vernomen wordt uit betrouwbare bron,
dat de Chineesche regeering a.s. Vrijdag
de sluiting der ambassade te Tokio for
meel zal bekend maken en daarmede de
diplomatieke betrekkingen zal verbreken.
De ambassadeur is reeds maanden gele
den teruggekeerd.