DE ZEEUW
De electriciteitsvoorziening.
1
Opheffing van tal van Polders en Waterschappen
in westelijk Zeeuwsch Vlaanderen.
Oprichting van een waterschap, Heemraadschap
^eheeten en genaamd „Het Vrije-van Sluis
TWEEDE BLAD
gen en Verpachtingen
tarieven van gemeentelijke
bedrijven.
feuilleton
TANTE AILIE
De woningproductie
achteruitgaande.
„OVERVETTE" RINSO, SPECIAAL VOOR DE WASMACHINE
Dtaris J. CHR. KRAM Jr.,
ris te Ovezande is voor-
ag 10 Juni 1938,
uur (N.T.), in de herberg
Lous te Oudelande, ten
an dhr. A. W1RTZ, in
>r te verkoopen
NHUIS met ERF en
tan de Schoolstraat te
e, groot 4 A. 94 c.A.
ng, eiken werkdag van
.T.).
ing bij de betaling, uiter-
1938.
Gemeenten Kortgene,
nsplaat, Wissenkerke
land, worden Adver-
Abonnementen aan-
oor Mej. Wed. G. DE
Wissenkerke.
oensdag werd in het
ier, ten overstaan van
i in het openbaar ver
mis met timmermans-
;uin aan de Dorpstraat
looper dhr F. de Bour-
140.
ris Blaupot ten Cate
ig 'in den Kampveer-
ik verkocht:
den Veerschen straat-
w- en weiland alhier,
of 20 G. Kooper P.
Middelburg q.q. voor
A. of 29 G. 268 R.
Kooper Mr P. Loeff te
14.600.
L3 G. 236 R. weiland,
lier voor f 87C0.
'immermans- en Met
is en meubilair,
Afbraak, de Kok.
Huis en Erf, v. d.
rke, "Woonhuis en In-
il.
ionhuis, Kram.
-en Weil., en Landb.-
nspan, v. d. Harst.
Bouw- en Weil-, v-
woonhuis, Jonkers.
dC®Kok.
VAN
DONDERDAG 2 JUNI 1938, Nr 205.
Het tot stand brengen van de noodige
koppelingen.
Aan de Memorie van Antwoord aan de
Tweede Kamer naar aanleiding van het
Voorloopig Verslag omtrent het wetsont
werp houdende algemeene regelen ter
za;ke van de electriciteitsvoorziening, is
het volgende ontleend:
Nu den Minister is gebleken, dat vele
leden overwegend bezwaar hebben tegen
provinciale regelingen en zij
het beroep op de Kroon een onvoldoende
verbetering achten, heeft de minister zich
ten aanzien van een wijziging ten princi
pale nader heraden en is hij tot de slot
som gekomen, d'at het gewenscht is om
terug te keeren tot het standpunt van de
Memorie van Toelichting.
Nu daarmede in hoofdzaak wegvalt
de mogelijkheid van toezicht van hooger
gezag op de tarieven van ge
meentel ij k e electriciteitsbe-
d r ij v e n, is de minister echter van mee
ning, dat voor deze bedrijen, aan welke
een groote mate van vrijheid is gelaten,
althans een enkel richtsnoer inzake de
tariefsgestte in de wet behoort voor te
komen. Naar zijn oordeel zal behoor,en te
worden bepaald, dat de winsten niet tot
hoogere bedragen worden opgevoerd dan
die, welke thans aan de gemeentelijke
kassen ten goede komen en. dat de van
de bedrijven gevorderde retributies niet
worden verhoogd.
De extra-winsten uit de toe
neming van het electrici-
teits verbruik te verwachten,
zullen door tariefsverlagingen moeten
worden gecompenseerd, waarbij het aan
de gemeentebesturen blijft overgelaten om
te bepalen de volgorde en de mate, waar
in ten aanzien van verschillende tarieven
verlichting wordt aangebracht.
Het is noodig voor den vervolge de
electriciteitsvoorziening als een n a t i o-
na 1 e z a a k te zien, al zal met 'bestaande
verhoudingen rekening dienen te worden
gehouden.
Daarbij is het defensie-belang
't welk vordert 't spoedig tot stand komen
van koppelingen tusschen de verschillen
de netten, opdat deze daarvan een. geheel
maken, hetwelk aan de hoogste eischen
van bedrijfszekerheid beantwoordt.
Het onderzoek inzake het koppe-
lingvraagstuk is in vollen gang,
doch nog niet beëindigd.
Wat echter buiten twijfel staat, is, dat
de zekerheid van de elctriciteitsvoorzie-
ning door koppeling in hooge mate wordt
gediend. Men kan zich nauwelijks een
voorstelling maken van den toestand, die
zou intreden, indien ten gevolge van een
calamiteit de electriciteitsvoorziening in
een groote stad zou worden onderbroken.
Nu behooriem weliswaar rampen, waarbij
een electrische centrale geheel onbruik
baar wordt gemaakt, gelukkig tot de
groote zeldzaamheid. De mogelijkheid is
er echter, dat zij; over ons zullen komen
en tegen de noodlottige gevolgen daarvan
dient men, zoo dit maar even doenlijk is,
voorzieningen te treffen.
Beziet men voorts genoemden eisch in
verband met de defensie dan krijgt die
nog een geheel andere beteekenis. In oor
logstijd kunnen, door vliegeraanvallen ver
schillende electriciteitsfabrieken worden
getroffen en van welk primair belang het
is om in het onbezette gebied de electri-
citeitslevering zoo lang en zoo volledig
mogelijk in stand te houden, behoeft ze
ker niet nader te worden toegelicht.
Het verdient alle aanbeveling om
thans met initiatief van Rijkswege en
ook met financieelen steun van het Rijk,
voorzoover deze voor het beoogde doel
door Catharine D. Bell.
(Vrij naar het Engelsch.)
82.) _0_
Deze droom had ze nog duidelijk voor
zich toen ze ontwaakte, en 't scheen haar
zorg over het geluk van haar vriendin
nog te vergrooten.
Ernstig en lang bad ze weer voor haar
en beval al haar zorgen en nooden in
Gods goedheid aan.
Ze moest zoo vroeg vertrekken, dat ze
had verwacht niets dan bedienden te zul
len zien, toen ze naar beneden naar de
ontbijtkamer ging. Maar mevrouw Fle
ming zat er al op haar te wachten. Ze was
nog stiller en terughoudender dan anders;
ze was vol attentie voor Nannie, maar
door woord noch blik doelde ze op wat
er den vorigen avond was voorgevallen.
Nannie was te vroeg klaar en zooals de
menschen in zulke gevallen meestal doen,
gingen ze naar het venster om te zien of
het rijtuig nog niet aankwam. Toen, plot
seling legde mevrouw Fleming, die wat
achter Nannie stond, haar hand op den
schouder van het meisje, en zei:
noodzakelijk blijkt, het tot stand brengen
van de noodige koppeling in gemeen
schappelijk overleg met de daarbij: be
trokken besturen, krachtig te bevorderen.
Eerst wanneer mocht blijken, dat langs
dien weg geen goede resultaten zijn te be
reiken, acht hij het tijstip aangebroken
om voor de regeering dwingende
bevoegdheden, maar dan ook tevens
de vereischte financieele volmacht, te
verwerven.
Een ander punt van algemeene betee
kenis waarvoor wettelijke regeling drin
gend gehodlen is, betreft de veiligheid en
de deugdelijkheid van electrotech-
nische materialen en toestel-
1' e n.
Naast het probleem van de bestrijding
van gevaarlijke en ondeugdelijke mate
rialen en toestellen staat het vraagstuk
van den ijk van electrotechni-
sche meettoestellen, in het bij
zonder de electriciteitsmeters. Al moet
worden erkend, dat de groote electrici-
teitsbedrijven zorg dragen voor een regel
matige en behoorlijke ijking der meters,
zoo moet toch worden vastgesteld, dat in
vele kleine gemeenten met eigen bedrijf
de toestand veel en niet zelden alles te
wenschkn overlaat.
D!e minister ziet geen reden om de
reeds veel omvattende taak van den eiec-
triciteitsraad te doen opgaan in dien van
een Energieraad, waarin trouwens
ook met andere energiebronnen dan elec-
triciteit en gas rekening zou moeten wor
den gehouden. Hij stelt zich voor de op
richting van een energieraad in nadere
overweging te nemen, zoodra hij de he
ischikking heeft over al die gegevens, wel
ke noodig zijn om de beteekenis van de
verschillende energiebronnen voor het
economisch leven hier te lande vast te
stellen. In hoeverre de Electriciteitsraad
na oprichting van een Energieraad over
bodig mocht zijn, zal te zijner tijd kun
nen blijken.
fen uitwateringswaterschappen, 289 func
ties, bezet door 183 personen,1 eventueel
bestaande vacatures meegerekend.
Voor deze samenvoeging zijn de argu
menten talrijk. Zij zijn zoowel van alge-
meenen als van bijzonderen aard.
Allereerst de wegen. Wat die der pri
maire groep aangaat, is zeker nog niet
alles gedaan, wat billijkerwijze mag wor
den gevraagd. Ook de secundaire
wegen zijn nog niet, wat ze moeten zijn,
zelfs spoedig moeten zijn. Een grooter wa
terschap zal niet alleen spoediger bereid
zijn, om den Rijkswaterstaat te nopen tot
krachtig (krachtiger) doorzetten van de
plannen en voornemens, maar zal ook, tot
zulk een actie overgaande, beter oor bij
den Rijkswaterstaat vinden. Anderzijds zal
de 25 pet., welke de onderhoudsplichtigen
van thans voor de kosten der verbete-
Op vele plaatsen op het platteland
heerscht absolute woningnood.
Aan het jaarverslag over 1937 van den
nationalen woningraad, algemeene bond
van woningbouwverenigingen, ontleenen
wij het volgende:
De woningproductie liep in het afgeloo-
pen jaar opnieuw terug. De netto-ver
meerdering van het aantal woningen be
droeg 24.980 tegen 27.328 in 1936 en meer
dan 40.000 in de daaraan voorafgaande
jaren. Weliswaar kan aan de hand van
de gegevens omtrent de in uitvoering ge
nomen woningen voor 1938 een hoogere
productie worden verwacht, maar het aan-
ringsplannen hebben te voteeren, gemak- j *al za' toch beduidend blijven beneden het
keiijker bij het groote waterschap, één li- voor 1936 geldende peil.
ohaam voor het geheele in aanmerking Bovendien doet de stijging van de be
komende gebied, gevonden worden dan hij drijvigheid zich slechts voor bij den par-
een zoo talrijke hoeveelheid kleine licha- I ticulieren woningbouw. Zij schijnt zeer
Bij1 besluit van 18 December 1934 beslo
ten de i rov. Staten over de dienstjaren
1935 en 1936 een bedrag van f 50U0 ter
beschikking van Gedep. Stalen te stellen,
teneinde „daaruit de kosten te bestrijden
ter zake van een vooronderzoek in ver
hand met eventueele samenvoeging van
polders."
Beven tal van overwegingen aanleiding
tot vorming van grootere waterschappen,
de wenscGeiijkheid en noodzakelijkheid
daarvan springt bij den in waterstaatkun
dig opzicht zeer versplinterden bodem in
Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen voor den
onbevangen en objectieven beoordeelaar
in het oog.
Reeds jaren geleden werd bij velen in
Westelijk Zeeawsch-Vlaanderen behoefte
gevoeld om te onderzoeken, hoe in deze
streek verbetering ware aan te brengen.
Laar toch trof men talloos vele kleine
j polders aan. Dit is een gevolg van het ge-
ieidelijk indijken van dichtgestikte geulen
of kleinere en grootere aanwassen, die na
de indijking een afzonderlijken polder
vormden.
Bij ons werd de overtuiging gevestigd,
dat voor de deugdelijke ontwikkeling van
deze op zich zelf zoo vruchtbare land
streek over een grooter gebied de be
hartiging van de publieke belangen en
dies de publiekrechtelijke laak \an het
waterschap zich moet uitstrekken, zal op
den duur in onzen tijd dit deel van
Zeeuwsch-Vlaanderen niet bij andere
streken achter blijven, tot schade niet al
leen van zijn bewoners, maar ook van de
Frovincie en het landsgeheel
Het meest nauwkeurig onderzoek en de
meest nauwkeurige overweging heeft na
rijp beraad Gedep. Staten doen besluiten,
een voorstel aan de Prov. Staten te doen
om de in Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen
gelegen polders en waterschappen, voor
zoover niet calamiteus, noch internatio
naal, tot één waterschap te vereenigen.
Daarbij zijrn ook de werkelijke bezwaren,
die ter kennis van Gedep. Staten gebracht
zijn, bij het hooren der polders en water
schappen, voorzoover deze gegrond wer
den bevonden en daaraan tegemoet geko
men kon worden, zooveel mogelijk onder
vangen.
Het voorstel beoogt, een 76-tal polders
en waterschappen in Zeeuwsch-Vlaande-
rens westelijk gedeelte (de calamiteuze
polders Adornis, Hoofdplaat en Thomaes,
de calamiteuze waterschappen Tienhon-
derd-en-Zwarte en Oud-en-Jong-Breskens
en de in Nederland gelegen gronden, be
kend staande als Middelburgsche polder,
waterschaipi Robbemoreel-Gouverneur-en-
Craeyens en Kleine-Boompolder zijn
daaronder niet begrepen) op te heffen, be
nevens een vijftal uitwateringswater
schappen, welke in het genoemde gebied
bestaan, te weten: het waterschap-voor-
de-uitwatering-van-de-polders - te - Bier
vliet, het waterschap-voor-de-uitwatering-
van-de-polders-te-Oostburg, genaamd het
„Nannie, één ding heb ik je nog niet
verteld, je nog niet uitgelegd en dat is
mijn gedrag jegens jou en Angus, mijn
verkwistende levenswijze, die het mijn
man onmogelijk maakt voor jullie te doen.
I wat hij behoorde te doen."
Nannie schrok op en voelde zich niet
op haar gemak. Ze wenschte, dat dit on
derwerp maar niet was aangeroerd. Ze
had het vergeten en het speet haar, dat
het haar weer in herinnering werd ge
bracht. Waar ze zoo met haar vriendin
j meevoelde, speet het haar herinnerd te
worden aan een daad, die ze onmogelijk
kon goedkeuren. Mevrouw Fleming kon
haar gelaat niet zien en zonder iets van
haar gevoelens te vermoeden, ging ze
voort.
„Nog niet zoolang geleden had ik niet
ki nnen denken, dat iets me in de verlei
ding zou kunnen brengen om zoo'n zelf
zuchtige rol te spelen. Maar ik begrijp
mezelf volkomen, hoewel het misschien
niet zoo gemakkelijk zal zijn, jou mijn
houding ook te doen begrijpen. Ik ver
telde je, dat ik den strijd had aange
bonden met mijn eigen gevoelens en
dapper en vastberaden had gestreden.
Een goede strijd was het, maar niet uit
gevochten op de goede manier niet
gestreden, zooals jij hem gestre
den zoudt hebben. Mijn eenig doei was,
men, die 't grootere belang niet zien, ook
wel, juist om hun beperkte grenzen, som
tijds niet zien willen of niet zien kunnen.
Maar bovenal komt hier het belang der
tertiaire wegen in overweging.
Kleinere polders kunnen die niet be-
j hoorlijk onderhouden en vernieuwen; de
kosten daarvan moeten drukken op een
grooter gebied, in casu op de geheele
belanghebbende verkeerssfeer. Nu loopt
misschien een teriaire weg en zijne logi
sche verlenging door onderscheidene
kleine autonome gebieden; het eene be
stuur onderhoudt slecht, het andere goed,
het derde tamelijk goed of weer gebrek
kig; het eene acht zich, terecht of ten
onrechte, reeds zwaar genoeg belast met
andere uitgaven en bezuinigt op wegen-
zorg, het andere heeft gunstiger finan-
tieele omstandigheden, maar mist het
juiste inzicht in de vraag om wegen, het
derde heeft gunstige finantieele omstan
digheden en een goed inzicht, maar kan
niet vooruit, omdat anderen remmen;
hier wordt, komt het plaatselijk tot ver
beteringen, asfalt geprefereerd, ginds
klinkers elders weer keien, dikwijls
slechte.
Het lijdt geen twijfel, dat men, over
het geheele wegennet gerekend, op den
duur met aanmerkelijk minder kosten
dan de tegenwoordige onvoldoende staat
der wegen vordert, een veel bevredigender
toestand zal kunnen scheppen en behou
den.
Er zijn bovendien in de polders en wa
terschappen nog tal van wegen, welke
niet tot de genoemde drie klassen be-
hooren, maar die niettemin voor de be
trokkenen wier landerijen daaraan palen,
of daarop uitwegen en wier landbouwpro
ducten en gebruiksbenoodigdheden, daar
langs moeten worden vervoerd, van groot
belang zijn. Vele daarvan beantwoorden
in geenen deele aan de eischen van het
moderne verkeer.
Veel van dergelijke wegen zijn in wes
telijk Zeeuwsch-Vlaanderen niet eens ver-
waterschaip-op-de-Groote-Suatie-te-Oost-
burg, het waterschap-der-Sluis-aan-de-
Wielingen, het waterschap-voor-de-uit
watering - van-de-vereenigde-polders-der-
Sluis-tegen-den-Magdalenapolder en het
waterschap -voor-de-uitwatering-door-de-
Sluizen - biji-Nummer-Een-in-den-Hoofd-
plaatpolder. De eerstgenoemde groep om
vat de volgende 76 polders en waterschap
pen:
Aardenhurgsche haven, Amelia, Ange
lina, Annex of Kleine Henricus, Auster-
litz, Beooster-Eede en Hoogland van St.
Kruis, Beukels, Bewester Eede benoorden
St. 1 ietersdijk, Bewester Eede bezuiden
St. Pietersdijk, Biezen, Brils, Brugsche
vaart of kanaal, Cadzand, Clara, Crane,
Diomede, Eiland en Brandkreek, Elisa
beth, Geertruida, Generale Prins Willem,
Gouden, Groede en Baanst, Groote
Boom en Goodsvliet, Groote Cornelia,
Groot en Klein Baarzande, Groote en
Kleine Zoute, Groote en Kleine Zuiddiepe,
Groote Henricus, Groote Jonkvrouw be
noorden, Groote Jonkvrouw bezuiden,
Groote St. Anna en Nieuwehoven, Helena,
H'erdijikte Zwarte, Isabella benoorden
Aardenburg, Jong Baarzande, Kievitte,
Kleine Cornelia( Kleine Jonkvrouw be
noorden, Kleine Lodij'k, Kleine Pas of
Waesherghe, Kleine St. Anna, Koningin
nen, Lampzins, Lapschuurschegat, Mag-
dalena (Biervliet), Magdalena (Schoon-
dijke),Manteau, Maria (Biev-"'iet), Maria
(Sluis), Maurits, Nieuwe Haven, Nieuwe
Passageule, Olieslagers, Oranje, Oranje
Dierentijd, Oude Haven of Zoetwater, Pa
rochie, Pauline, Retranchement, Sluissche
Haven Snouck-Hurgronje, Sophia, Stam-
pershcek, St. Anna, St. Pieter, Thibaut,
Van der Beke, Van der Lingens, Van
Dunné, Veerhoek, Versche, Wilhelmina en
Zacharias 3e gedeelte, Willem Leopold,
Zacharias le gedeelte, Zacharias 2e ge
deelte en Zwin.
Deze 76 polders en waterschappen be
slaan een oppervlakte van 26.350 ha.
kadastrale grootte, en van 24.909 ha. be
lastbare grootte. Daaronder zijn er vier
van nog geen 10 ha., 7 'van 1020 ha.,
3 van 2030 ha., 6 van 3040 ha., 3
van 4050 ha., 3 van 50'60 ha., 1 van
6070 ha., 2 van 7080 ha., 3 van
8090 ha., 1 van 90100 ha., 11 van
100200 ha., 9 van 200300 ha., 6 van
300400 ha., 3 van 400500 ha., 2 van
500600 ha., 2 van 700800 ha., 2 van
800900 ha., 3 van 9001000 ha., 2 van goed een ongekende helderheid krijgt en U, na het witte
sterk verband le houden met de aan den
dag tredende neiging van kapitaalbezit
ters om belegging te zoeken in onroeren
de goederen en de behoefte aan goede en
betaalbare arbeiderswoningen wordt er
dan ook niet rechtstreeks door 'bevredigd.
In de groote steden had de daling der
woningproductie een afneming van het
aantal leegstaande woningen ten gevolge.
Op het platteland is de toestand over
het algemeen heel anders dan in de groote
steden. Terwijl in deze laatste, ondanks de
daling van den laatsten tijd, het aantal
leegstaande woningen nog altijd bedui
dend is, heerscht er op tal van plaatsen
op het platteland absolute woningnood.
Ook met den vereenigingsbouw ging het
in het algeloopen jaar allesbehalve naar
wensch. Het aantal voltooide vereenigings
woningen bedroeg slechts 1831. Laat men
het 'bijzondere crisisjaar 1933 buiten be
schouwing, dan is deze productie de laag
ste in de algeloopen 25 jaar.
hard een gevolg van de versplintering van
de streek in tal van gemeenschapjes, die
op zich zelf niet bij machte zijn, deze hun
taak voor de wegen te volbrengen van
wege de daaraan verbonden kosten.
Eenheid is inderdaad dringend noodig.
Naast de veel betere behartiging van
de wegenzorg, is ook de taak, om het
binnenwater naar buiten af te voe
ren en het buitenwater buiten te houden
veiliger en meer afdoende in handen van
een meer centraal gezag; dit betreft dus
de waterloozing en de dijkszorg.
Ieder inwoner van Zeeuwsch-Vlaande
ren, vooral van het westelijk gedeelte,
weet, dat telken jare toestanden inzake
den waterafvoer voorkomen, welke hoogst
onbevredigend zijn. De tegenwoordige uit
wateringswaterschappen, hoezeer ze on
getwijfeld naar beste weten en kunnen
hun plicht hebben pogen te doen, kun
nen aan de huidige eischen niet in vol
doende mate het hoofd bieden.
De nieuwe, „overvette" Rinso doet beslist wonderen in de was
machine. Eén pak Rinso op 30 liter water geeft een ongelofelijki
hoeveelheid sop. En door het bijzonder hoge vetgehalte
het Rinso sop zo volmaakt reinigend, dat Uw was-
is
1000—2000 ha., 1 van 2000—3000 ha.,
en 2 van meer dan 3000 ha. De wedden
van de leden der dagelijksche 'besturen,
dijkgraven, plaatsvervangende dijkgraven
en gezworenen dezer polders en water
schappen beloopen f 6682.50; die der ont
vangers-griffiers f 7210; met die der vijf
uitwateringswaterschappen nadert het to
taalcijfer evenwel reeds de f 16.000.
Er zijn in en 'bij deze polders en water
schappen, met inbegrip der vijf op te hef-
mijn gedachten afleiding te geven, me
zelf geen tijd te gunnen tot denken, mijn
geest voortdurend bezig te houden met
\an alles en nog wat, zoodat er voor die
eene gedachte, dat eene verlangen geen
plaats zou overblijven. Ik heb me gewor
pen op alles, wat me maar eenige aflei-
i ding kon verschaffen, me iets te doen,
iets te denken gaf. Had ik van het begin
af van jullie verloving geweten waar
schijnlijk had ik dan voldoende bezigheid
en afleiding gevonden in het behartigen
van jullie belangen.
Maar voor ik er iets van vernam, had
ik me al hals over kop gestort in die
buitensporigheden, waardoor jullie zulk
een onrecht is aangedaan; en uit een ge
voel van angst en schrik, gedwongen te
worden tot denken, tot voelen, en dat
wilde ik niet, het was een obsessie voor
me geworden, wilde ik me niet in jullie
toestand of gevoelens verplaatsen, wilde
ik niet trachten mijn plicht te doen. Mijn
verkwisting vond eerst zijn oorzaak in
Het dwaze verlangen iedereen te toonen,
dat ik een schitterend huwelijk had ge
sloten. Van nature voel ik niets voor ai
dat weeldeb-etoon. Maar ik wist, dat mijn
omgang met den heer Nugent door onze
lieve vrienden op dezelfde lijn zou ge
plaatst worden met de vele plannen en
complotten, waardoor mijn zusters zich
sop
goed, ook nog het gekleurde goed in hetzelfde
prachtig schoon wast. De nieuwe Rinso is werkelijk een
wonder van doelmatigheid en zuinigheid! En niet
alleen in elke wasmachine, maar ook in elke tobbe!
Bovendien op elk pak een bon voor fraaie geschenken.
R 39-0309
berucht hadden gemaakt. Het was niets
dan berekening van me geweest, dat ik
me zoo onschuldig en ongekunsteld had
voorgedaan, zei men, en ik had er bijna
mijn doel mee bereikt Maar hij had me
nog intijds doorzien en had weten te
ontsnappen. Vroeger had ik zulke
praatjes en verzinsels met een verachte
lijk gebaar terzijde kunnen schuiven maar
nu stak het mij en het bracht mijn gevoel
van eigenwaarde in opstand. Ik kon het
niet verdragen. Mijn doel was hen te
doen gelooven, dat ik mijn man om zijn
geld getrouwd had, niet omdat er met
mijn genegenheid gespeeld was. Als ze
dan met alle geweld over me wilden bab
belen, dan zou het zijn over mijn prach
tig huis, mijn kleeding en mijn paarden
en rijtuigen en niet over mijn gevoelens.
Mijn goede man had alles voor me over,
voorkwam mijn geringste wenschen en
zoowel in Florence, ais in Londen wa
ren ons huis, o'nze meubileering, onze
rijtuigen, onze partijen, de weelderige
manier, waarop we leefden, onze origi-
neele partijtjes het onderwerp, waar
ieder over sprak. T'oen ik er eenmaal
mee begonnen was, voldeed die levens
wijs me best in mijn toenmalige stem
ming. Een weelderig huishouden te be
stieren, mijn uiterste best te doen om
üles eleganter en met meer smaak in te
richten dan iemand anders, in de beste
kringen te verkeeren, in het kort, sensa
tie te verwekken, dat alles gaf me ge
noeg te denken en te doen om me bezig
te houden. En hoe ik in mijn diepste we
zen al dat ijdele gedoe, dat ik najoeg
ook mocht verachten, toch kon ik de
drukte, het bezig zijn, de opwinding niet
opgeven, die me tenminste één dienst
bewezen ze gunden me geen tijd om
me aan minder prettige gedachten over
te geven. Zelfs toen op Birkenlee tante
Ailie me slechts eenige weken geleden
op jullie belangen, jullie rechten, wees,
wilde ik er niet naar luisteren, of liever,
ik voelde dat ik niet kon toegeven. Het
kwam me voor, dat, als ik eenmaal mijn
gevoel weer liet spreken, het de deur zou
openen voor alle ellende, die ik met zoo
veel moeite onderdrukt had.
Nu echter Nannie, is dat alles veran
derd. Nu ik je eenmaal mijn hart heb
blootgelegd, kan ik niet in dien toestand
van roekelooze verhardheid terugtreden.
Ik heb mijn besluit genomen. Van dezen
dag af zal ik al mijn energie gebruiken
om jou belangen en die van Angus te be
vorderen en ik zal niet rusten voor ik
mijn uitgaven tot een zoodanig bedrag
beperkt heb, dat mijn man in staat zal
zijn zijn plicht tegenover zijn zoon te
vervullen". (Wordt vervolgd.)