DE ZEEUW De electriciteitsvoorziening. 1 Opheffing van tal van Polders en Waterschappen in westelijk Zeeuwsch Vlaanderen. Oprichting van een waterschap, Heemraadschap ^eheeten en genaamd „Het Vrije-van Sluis TWEEDE BLAD gen en Verpachtingen tarieven van gemeentelijke bedrijven. feuilleton TANTE AILIE De woningproductie achteruitgaande. „OVERVETTE" RINSO, SPECIAAL VOOR DE WASMACHINE Dtaris J. CHR. KRAM Jr., ris te Ovezande is voor- ag 10 Juni 1938, uur (N.T.), in de herberg Lous te Oudelande, ten an dhr. A. W1RTZ, in >r te verkoopen NHUIS met ERF en tan de Schoolstraat te e, groot 4 A. 94 c.A. ng, eiken werkdag van .T.). ing bij de betaling, uiter- 1938. Gemeenten Kortgene, nsplaat, Wissenkerke land, worden Adver- Abonnementen aan- oor Mej. Wed. G. DE Wissenkerke. oensdag werd in het ier, ten overstaan van i in het openbaar ver mis met timmermans- ;uin aan de Dorpstraat looper dhr F. de Bour- 140. ris Blaupot ten Cate ig 'in den Kampveer- ik verkocht: den Veerschen straat- w- en weiland alhier, of 20 G. Kooper P. Middelburg q.q. voor A. of 29 G. 268 R. Kooper Mr P. Loeff te 14.600. L3 G. 236 R. weiland, lier voor f 87C0. 'immermans- en Met is en meubilair, Afbraak, de Kok. Huis en Erf, v. d. rke, "Woonhuis en In- il. ionhuis, Kram. -en Weil., en Landb.- nspan, v. d. Harst. Bouw- en Weil-, v- woonhuis, Jonkers. dC®Kok. VAN DONDERDAG 2 JUNI 1938, Nr 205. Het tot stand brengen van de noodige koppelingen. Aan de Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer naar aanleiding van het Voorloopig Verslag omtrent het wetsont werp houdende algemeene regelen ter za;ke van de electriciteitsvoorziening, is het volgende ontleend: Nu den Minister is gebleken, dat vele leden overwegend bezwaar hebben tegen provinciale regelingen en zij het beroep op de Kroon een onvoldoende verbetering achten, heeft de minister zich ten aanzien van een wijziging ten princi pale nader heraden en is hij tot de slot som gekomen, d'at het gewenscht is om terug te keeren tot het standpunt van de Memorie van Toelichting. Nu daarmede in hoofdzaak wegvalt de mogelijkheid van toezicht van hooger gezag op de tarieven van ge meentel ij k e electriciteitsbe- d r ij v e n, is de minister echter van mee ning, dat voor deze bedrijen, aan welke een groote mate van vrijheid is gelaten, althans een enkel richtsnoer inzake de tariefsgestte in de wet behoort voor te komen. Naar zijn oordeel zal behoor,en te worden bepaald, dat de winsten niet tot hoogere bedragen worden opgevoerd dan die, welke thans aan de gemeentelijke kassen ten goede komen en. dat de van de bedrijven gevorderde retributies niet worden verhoogd. De extra-winsten uit de toe neming van het electrici- teits verbruik te verwachten, zullen door tariefsverlagingen moeten worden gecompenseerd, waarbij het aan de gemeentebesturen blijft overgelaten om te bepalen de volgorde en de mate, waar in ten aanzien van verschillende tarieven verlichting wordt aangebracht. Het is noodig voor den vervolge de electriciteitsvoorziening als een n a t i o- na 1 e z a a k te zien, al zal met 'bestaande verhoudingen rekening dienen te worden gehouden. Daarbij is het defensie-belang 't welk vordert 't spoedig tot stand komen van koppelingen tusschen de verschillen de netten, opdat deze daarvan een. geheel maken, hetwelk aan de hoogste eischen van bedrijfszekerheid beantwoordt. Het onderzoek inzake het koppe- lingvraagstuk is in vollen gang, doch nog niet beëindigd. Wat echter buiten twijfel staat, is, dat de zekerheid van de elctriciteitsvoorzie- ning door koppeling in hooge mate wordt gediend. Men kan zich nauwelijks een voorstelling maken van den toestand, die zou intreden, indien ten gevolge van een calamiteit de electriciteitsvoorziening in een groote stad zou worden onderbroken. Nu behooriem weliswaar rampen, waarbij een electrische centrale geheel onbruik baar wordt gemaakt, gelukkig tot de groote zeldzaamheid. De mogelijkheid is er echter, dat zij; over ons zullen komen en tegen de noodlottige gevolgen daarvan dient men, zoo dit maar even doenlijk is, voorzieningen te treffen. Beziet men voorts genoemden eisch in verband met de defensie dan krijgt die nog een geheel andere beteekenis. In oor logstijd kunnen, door vliegeraanvallen ver schillende electriciteitsfabrieken worden getroffen en van welk primair belang het is om in het onbezette gebied de electri- citeitslevering zoo lang en zoo volledig mogelijk in stand te houden, behoeft ze ker niet nader te worden toegelicht. Het verdient alle aanbeveling om thans met initiatief van Rijkswege en ook met financieelen steun van het Rijk, voorzoover deze voor het beoogde doel door Catharine D. Bell. (Vrij naar het Engelsch.) 82.) _0_ Deze droom had ze nog duidelijk voor zich toen ze ontwaakte, en 't scheen haar zorg over het geluk van haar vriendin nog te vergrooten. Ernstig en lang bad ze weer voor haar en beval al haar zorgen en nooden in Gods goedheid aan. Ze moest zoo vroeg vertrekken, dat ze had verwacht niets dan bedienden te zul len zien, toen ze naar beneden naar de ontbijtkamer ging. Maar mevrouw Fle ming zat er al op haar te wachten. Ze was nog stiller en terughoudender dan anders; ze was vol attentie voor Nannie, maar door woord noch blik doelde ze op wat er den vorigen avond was voorgevallen. Nannie was te vroeg klaar en zooals de menschen in zulke gevallen meestal doen, gingen ze naar het venster om te zien of het rijtuig nog niet aankwam. Toen, plot seling legde mevrouw Fleming, die wat achter Nannie stond, haar hand op den schouder van het meisje, en zei: noodzakelijk blijkt, het tot stand brengen van de noodige koppeling in gemeen schappelijk overleg met de daarbij: be trokken besturen, krachtig te bevorderen. Eerst wanneer mocht blijken, dat langs dien weg geen goede resultaten zijn te be reiken, acht hij het tijstip aangebroken om voor de regeering dwingende bevoegdheden, maar dan ook tevens de vereischte financieele volmacht, te verwerven. Een ander punt van algemeene betee kenis waarvoor wettelijke regeling drin gend gehodlen is, betreft de veiligheid en de deugdelijkheid van electrotech- nische materialen en toestel- 1' e n. Naast het probleem van de bestrijding van gevaarlijke en ondeugdelijke mate rialen en toestellen staat het vraagstuk van den ijk van electrotechni- sche meettoestellen, in het bij zonder de electriciteitsmeters. Al moet worden erkend, dat de groote electrici- teitsbedrijven zorg dragen voor een regel matige en behoorlijke ijking der meters, zoo moet toch worden vastgesteld, dat in vele kleine gemeenten met eigen bedrijf de toestand veel en niet zelden alles te wenschkn overlaat. D!e minister ziet geen reden om de reeds veel omvattende taak van den eiec- triciteitsraad te doen opgaan in dien van een Energieraad, waarin trouwens ook met andere energiebronnen dan elec- triciteit en gas rekening zou moeten wor den gehouden. Hij stelt zich voor de op richting van een energieraad in nadere overweging te nemen, zoodra hij de he ischikking heeft over al die gegevens, wel ke noodig zijn om de beteekenis van de verschillende energiebronnen voor het economisch leven hier te lande vast te stellen. In hoeverre de Electriciteitsraad na oprichting van een Energieraad over bodig mocht zijn, zal te zijner tijd kun nen blijken. fen uitwateringswaterschappen, 289 func ties, bezet door 183 personen,1 eventueel bestaande vacatures meegerekend. Voor deze samenvoeging zijn de argu menten talrijk. Zij zijn zoowel van alge- meenen als van bijzonderen aard. Allereerst de wegen. Wat die der pri maire groep aangaat, is zeker nog niet alles gedaan, wat billijkerwijze mag wor den gevraagd. Ook de secundaire wegen zijn nog niet, wat ze moeten zijn, zelfs spoedig moeten zijn. Een grooter wa terschap zal niet alleen spoediger bereid zijn, om den Rijkswaterstaat te nopen tot krachtig (krachtiger) doorzetten van de plannen en voornemens, maar zal ook, tot zulk een actie overgaande, beter oor bij den Rijkswaterstaat vinden. Anderzijds zal de 25 pet., welke de onderhoudsplichtigen van thans voor de kosten der verbete- Op vele plaatsen op het platteland heerscht absolute woningnood. Aan het jaarverslag over 1937 van den nationalen woningraad, algemeene bond van woningbouwverenigingen, ontleenen wij het volgende: De woningproductie liep in het afgeloo- pen jaar opnieuw terug. De netto-ver meerdering van het aantal woningen be droeg 24.980 tegen 27.328 in 1936 en meer dan 40.000 in de daaraan voorafgaande jaren. Weliswaar kan aan de hand van de gegevens omtrent de in uitvoering ge nomen woningen voor 1938 een hoogere productie worden verwacht, maar het aan- ringsplannen hebben te voteeren, gemak- j *al za' toch beduidend blijven beneden het keiijker bij het groote waterschap, één li- voor 1936 geldende peil. ohaam voor het geheele in aanmerking Bovendien doet de stijging van de be komende gebied, gevonden worden dan hij drijvigheid zich slechts voor bij den par- een zoo talrijke hoeveelheid kleine licha- I ticulieren woningbouw. Zij schijnt zeer Bij1 besluit van 18 December 1934 beslo ten de i rov. Staten over de dienstjaren 1935 en 1936 een bedrag van f 50U0 ter beschikking van Gedep. Stalen te stellen, teneinde „daaruit de kosten te bestrijden ter zake van een vooronderzoek in ver hand met eventueele samenvoeging van polders." Beven tal van overwegingen aanleiding tot vorming van grootere waterschappen, de wenscGeiijkheid en noodzakelijkheid daarvan springt bij den in waterstaatkun dig opzicht zeer versplinterden bodem in Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen voor den onbevangen en objectieven beoordeelaar in het oog. Reeds jaren geleden werd bij velen in Westelijk Zeeawsch-Vlaanderen behoefte gevoeld om te onderzoeken, hoe in deze streek verbetering ware aan te brengen. Laar toch trof men talloos vele kleine j polders aan. Dit is een gevolg van het ge- ieidelijk indijken van dichtgestikte geulen of kleinere en grootere aanwassen, die na de indijking een afzonderlijken polder vormden. Bij ons werd de overtuiging gevestigd, dat voor de deugdelijke ontwikkeling van deze op zich zelf zoo vruchtbare land streek over een grooter gebied de be hartiging van de publieke belangen en dies de publiekrechtelijke laak \an het waterschap zich moet uitstrekken, zal op den duur in onzen tijd dit deel van Zeeuwsch-Vlaanderen niet bij andere streken achter blijven, tot schade niet al leen van zijn bewoners, maar ook van de Frovincie en het landsgeheel Het meest nauwkeurig onderzoek en de meest nauwkeurige overweging heeft na rijp beraad Gedep. Staten doen besluiten, een voorstel aan de Prov. Staten te doen om de in Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen gelegen polders en waterschappen, voor zoover niet calamiteus, noch internatio naal, tot één waterschap te vereenigen. Daarbij zijrn ook de werkelijke bezwaren, die ter kennis van Gedep. Staten gebracht zijn, bij het hooren der polders en water schappen, voorzoover deze gegrond wer den bevonden en daaraan tegemoet geko men kon worden, zooveel mogelijk onder vangen. Het voorstel beoogt, een 76-tal polders en waterschappen in Zeeuwsch-Vlaande- rens westelijk gedeelte (de calamiteuze polders Adornis, Hoofdplaat en Thomaes, de calamiteuze waterschappen Tienhon- derd-en-Zwarte en Oud-en-Jong-Breskens en de in Nederland gelegen gronden, be kend staande als Middelburgsche polder, waterschaipi Robbemoreel-Gouverneur-en- Craeyens en Kleine-Boompolder zijn daaronder niet begrepen) op te heffen, be nevens een vijftal uitwateringswater schappen, welke in het genoemde gebied bestaan, te weten: het waterschap-voor- de-uitwatering-van-de-polders - te - Bier vliet, het waterschap-voor-de-uitwatering- van-de-polders-te-Oostburg, genaamd het „Nannie, één ding heb ik je nog niet verteld, je nog niet uitgelegd en dat is mijn gedrag jegens jou en Angus, mijn verkwistende levenswijze, die het mijn man onmogelijk maakt voor jullie te doen. I wat hij behoorde te doen." Nannie schrok op en voelde zich niet op haar gemak. Ze wenschte, dat dit on derwerp maar niet was aangeroerd. Ze had het vergeten en het speet haar, dat het haar weer in herinnering werd ge bracht. Waar ze zoo met haar vriendin j meevoelde, speet het haar herinnerd te worden aan een daad, die ze onmogelijk kon goedkeuren. Mevrouw Fleming kon haar gelaat niet zien en zonder iets van haar gevoelens te vermoeden, ging ze voort. „Nog niet zoolang geleden had ik niet ki nnen denken, dat iets me in de verlei ding zou kunnen brengen om zoo'n zelf zuchtige rol te spelen. Maar ik begrijp mezelf volkomen, hoewel het misschien niet zoo gemakkelijk zal zijn, jou mijn houding ook te doen begrijpen. Ik ver telde je, dat ik den strijd had aange bonden met mijn eigen gevoelens en dapper en vastberaden had gestreden. Een goede strijd was het, maar niet uit gevochten op de goede manier niet gestreden, zooals jij hem gestre den zoudt hebben. Mijn eenig doei was, men, die 't grootere belang niet zien, ook wel, juist om hun beperkte grenzen, som tijds niet zien willen of niet zien kunnen. Maar bovenal komt hier het belang der tertiaire wegen in overweging. Kleinere polders kunnen die niet be- j hoorlijk onderhouden en vernieuwen; de kosten daarvan moeten drukken op een grooter gebied, in casu op de geheele belanghebbende verkeerssfeer. Nu loopt misschien een teriaire weg en zijne logi sche verlenging door onderscheidene kleine autonome gebieden; het eene be stuur onderhoudt slecht, het andere goed, het derde tamelijk goed of weer gebrek kig; het eene acht zich, terecht of ten onrechte, reeds zwaar genoeg belast met andere uitgaven en bezuinigt op wegen- zorg, het andere heeft gunstiger finan- tieele omstandigheden, maar mist het juiste inzicht in de vraag om wegen, het derde heeft gunstige finantieele omstan digheden en een goed inzicht, maar kan niet vooruit, omdat anderen remmen; hier wordt, komt het plaatselijk tot ver beteringen, asfalt geprefereerd, ginds klinkers elders weer keien, dikwijls slechte. Het lijdt geen twijfel, dat men, over het geheele wegennet gerekend, op den duur met aanmerkelijk minder kosten dan de tegenwoordige onvoldoende staat der wegen vordert, een veel bevredigender toestand zal kunnen scheppen en behou den. Er zijn bovendien in de polders en wa terschappen nog tal van wegen, welke niet tot de genoemde drie klassen be- hooren, maar die niettemin voor de be trokkenen wier landerijen daaraan palen, of daarop uitwegen en wier landbouwpro ducten en gebruiksbenoodigdheden, daar langs moeten worden vervoerd, van groot belang zijn. Vele daarvan beantwoorden in geenen deele aan de eischen van het moderne verkeer. Veel van dergelijke wegen zijn in wes telijk Zeeuwsch-Vlaanderen niet eens ver- waterschaip-op-de-Groote-Suatie-te-Oost- burg, het waterschap-der-Sluis-aan-de- Wielingen, het waterschap-voor-de-uit watering - van-de-vereenigde-polders-der- Sluis-tegen-den-Magdalenapolder en het waterschap -voor-de-uitwatering-door-de- Sluizen - biji-Nummer-Een-in-den-Hoofd- plaatpolder. De eerstgenoemde groep om vat de volgende 76 polders en waterschap pen: Aardenhurgsche haven, Amelia, Ange lina, Annex of Kleine Henricus, Auster- litz, Beooster-Eede en Hoogland van St. Kruis, Beukels, Bewester Eede benoorden St. 1 ietersdijk, Bewester Eede bezuiden St. Pietersdijk, Biezen, Brils, Brugsche vaart of kanaal, Cadzand, Clara, Crane, Diomede, Eiland en Brandkreek, Elisa beth, Geertruida, Generale Prins Willem, Gouden, Groede en Baanst, Groote Boom en Goodsvliet, Groote Cornelia, Groot en Klein Baarzande, Groote en Kleine Zoute, Groote en Kleine Zuiddiepe, Groote Henricus, Groote Jonkvrouw be noorden, Groote Jonkvrouw bezuiden, Groote St. Anna en Nieuwehoven, Helena, H'erdijikte Zwarte, Isabella benoorden Aardenburg, Jong Baarzande, Kievitte, Kleine Cornelia( Kleine Jonkvrouw be noorden, Kleine Lodij'k, Kleine Pas of Waesherghe, Kleine St. Anna, Koningin nen, Lampzins, Lapschuurschegat, Mag- dalena (Biervliet), Magdalena (Schoon- dijke),Manteau, Maria (Biev-"'iet), Maria (Sluis), Maurits, Nieuwe Haven, Nieuwe Passageule, Olieslagers, Oranje, Oranje Dierentijd, Oude Haven of Zoetwater, Pa rochie, Pauline, Retranchement, Sluissche Haven Snouck-Hurgronje, Sophia, Stam- pershcek, St. Anna, St. Pieter, Thibaut, Van der Beke, Van der Lingens, Van Dunné, Veerhoek, Versche, Wilhelmina en Zacharias 3e gedeelte, Willem Leopold, Zacharias le gedeelte, Zacharias 2e ge deelte en Zwin. Deze 76 polders en waterschappen be slaan een oppervlakte van 26.350 ha. kadastrale grootte, en van 24.909 ha. be lastbare grootte. Daaronder zijn er vier van nog geen 10 ha., 7 'van 1020 ha., 3 van 2030 ha., 6 van 3040 ha., 3 van 4050 ha., 3 van 50'60 ha., 1 van 6070 ha., 2 van 7080 ha., 3 van 8090 ha., 1 van 90100 ha., 11 van 100200 ha., 9 van 200300 ha., 6 van 300400 ha., 3 van 400500 ha., 2 van 500600 ha., 2 van 700800 ha., 2 van 800900 ha., 3 van 9001000 ha., 2 van goed een ongekende helderheid krijgt en U, na het witte sterk verband le houden met de aan den dag tredende neiging van kapitaalbezit ters om belegging te zoeken in onroeren de goederen en de behoefte aan goede en betaalbare arbeiderswoningen wordt er dan ook niet rechtstreeks door 'bevredigd. In de groote steden had de daling der woningproductie een afneming van het aantal leegstaande woningen ten gevolge. Op het platteland is de toestand over het algemeen heel anders dan in de groote steden. Terwijl in deze laatste, ondanks de daling van den laatsten tijd, het aantal leegstaande woningen nog altijd bedui dend is, heerscht er op tal van plaatsen op het platteland absolute woningnood. Ook met den vereenigingsbouw ging het in het algeloopen jaar allesbehalve naar wensch. Het aantal voltooide vereenigings woningen bedroeg slechts 1831. Laat men het 'bijzondere crisisjaar 1933 buiten be schouwing, dan is deze productie de laag ste in de algeloopen 25 jaar. hard een gevolg van de versplintering van de streek in tal van gemeenschapjes, die op zich zelf niet bij machte zijn, deze hun taak voor de wegen te volbrengen van wege de daaraan verbonden kosten. Eenheid is inderdaad dringend noodig. Naast de veel betere behartiging van de wegenzorg, is ook de taak, om het binnenwater naar buiten af te voe ren en het buitenwater buiten te houden veiliger en meer afdoende in handen van een meer centraal gezag; dit betreft dus de waterloozing en de dijkszorg. Ieder inwoner van Zeeuwsch-Vlaande ren, vooral van het westelijk gedeelte, weet, dat telken jare toestanden inzake den waterafvoer voorkomen, welke hoogst onbevredigend zijn. De tegenwoordige uit wateringswaterschappen, hoezeer ze on getwijfeld naar beste weten en kunnen hun plicht hebben pogen te doen, kun nen aan de huidige eischen niet in vol doende mate het hoofd bieden. De nieuwe, „overvette" Rinso doet beslist wonderen in de was machine. Eén pak Rinso op 30 liter water geeft een ongelofelijki hoeveelheid sop. En door het bijzonder hoge vetgehalte het Rinso sop zo volmaakt reinigend, dat Uw was- is 1000—2000 ha., 1 van 2000—3000 ha., en 2 van meer dan 3000 ha. De wedden van de leden der dagelijksche 'besturen, dijkgraven, plaatsvervangende dijkgraven en gezworenen dezer polders en water schappen beloopen f 6682.50; die der ont vangers-griffiers f 7210; met die der vijf uitwateringswaterschappen nadert het to taalcijfer evenwel reeds de f 16.000. Er zijn in en 'bij deze polders en water schappen, met inbegrip der vijf op te hef- mijn gedachten afleiding te geven, me zelf geen tijd te gunnen tot denken, mijn geest voortdurend bezig te houden met \an alles en nog wat, zoodat er voor die eene gedachte, dat eene verlangen geen plaats zou overblijven. Ik heb me gewor pen op alles, wat me maar eenige aflei- i ding kon verschaffen, me iets te doen, iets te denken gaf. Had ik van het begin af van jullie verloving geweten waar schijnlijk had ik dan voldoende bezigheid en afleiding gevonden in het behartigen van jullie belangen. Maar voor ik er iets van vernam, had ik me al hals over kop gestort in die buitensporigheden, waardoor jullie zulk een onrecht is aangedaan; en uit een ge voel van angst en schrik, gedwongen te worden tot denken, tot voelen, en dat wilde ik niet, het was een obsessie voor me geworden, wilde ik me niet in jullie toestand of gevoelens verplaatsen, wilde ik niet trachten mijn plicht te doen. Mijn verkwisting vond eerst zijn oorzaak in Het dwaze verlangen iedereen te toonen, dat ik een schitterend huwelijk had ge sloten. Van nature voel ik niets voor ai dat weeldeb-etoon. Maar ik wist, dat mijn omgang met den heer Nugent door onze lieve vrienden op dezelfde lijn zou ge plaatst worden met de vele plannen en complotten, waardoor mijn zusters zich sop goed, ook nog het gekleurde goed in hetzelfde prachtig schoon wast. De nieuwe Rinso is werkelijk een wonder van doelmatigheid en zuinigheid! En niet alleen in elke wasmachine, maar ook in elke tobbe! Bovendien op elk pak een bon voor fraaie geschenken. R 39-0309 berucht hadden gemaakt. Het was niets dan berekening van me geweest, dat ik me zoo onschuldig en ongekunsteld had voorgedaan, zei men, en ik had er bijna mijn doel mee bereikt Maar hij had me nog intijds doorzien en had weten te ontsnappen. Vroeger had ik zulke praatjes en verzinsels met een verachte lijk gebaar terzijde kunnen schuiven maar nu stak het mij en het bracht mijn gevoel van eigenwaarde in opstand. Ik kon het niet verdragen. Mijn doel was hen te doen gelooven, dat ik mijn man om zijn geld getrouwd had, niet omdat er met mijn genegenheid gespeeld was. Als ze dan met alle geweld over me wilden bab belen, dan zou het zijn over mijn prach tig huis, mijn kleeding en mijn paarden en rijtuigen en niet over mijn gevoelens. Mijn goede man had alles voor me over, voorkwam mijn geringste wenschen en zoowel in Florence, ais in Londen wa ren ons huis, o'nze meubileering, onze rijtuigen, onze partijen, de weelderige manier, waarop we leefden, onze origi- neele partijtjes het onderwerp, waar ieder over sprak. T'oen ik er eenmaal mee begonnen was, voldeed die levens wijs me best in mijn toenmalige stem ming. Een weelderig huishouden te be stieren, mijn uiterste best te doen om üles eleganter en met meer smaak in te richten dan iemand anders, in de beste kringen te verkeeren, in het kort, sensa tie te verwekken, dat alles gaf me ge noeg te denken en te doen om me bezig te houden. En hoe ik in mijn diepste we zen al dat ijdele gedoe, dat ik najoeg ook mocht verachten, toch kon ik de drukte, het bezig zijn, de opwinding niet opgeven, die me tenminste één dienst bewezen ze gunden me geen tijd om me aan minder prettige gedachten over te geven. Zelfs toen op Birkenlee tante Ailie me slechts eenige weken geleden op jullie belangen, jullie rechten, wees, wilde ik er niet naar luisteren, of liever, ik voelde dat ik niet kon toegeven. Het kwam me voor, dat, als ik eenmaal mijn gevoel weer liet spreken, het de deur zou openen voor alle ellende, die ik met zoo veel moeite onderdrukt had. Nu echter Nannie, is dat alles veran derd. Nu ik je eenmaal mijn hart heb blootgelegd, kan ik niet in dien toestand van roekelooze verhardheid terugtreden. Ik heb mijn besluit genomen. Van dezen dag af zal ik al mijn energie gebruiken om jou belangen en die van Angus te be vorderen en ik zal niet rusten voor ik mijn uitgaven tot een zoodanig bedrag beperkt heb, dat mijn man in staat zal zijn zijn plicht tegenover zijn zoon te vervullen". (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1938 | | pagina 5