DE ZEEDW fWEEDE BLAD Goedkeuring van Neder- landsche volksgasmaskers. Slukken voor de Piovinciale Staten van Zeeland. feuilleton VAN DINSDAG 31 MEI 1938, Nr. 2D3. De Minister van Sociale Zaken verleent vergunning: aan de „Hembrug" en aan de N. V. „Electro' Naar gemeld wordt, heeft de Minister van Sociale Zaken, thans gelet op de be palingen van het gasmaskerbesluit, ver gunningen verleend aan het Staatsbedrijf der Artillerie-inrichtingen aan de Hem- brug en aan de N. V. „Electro" Zuur- en Waterstoffabriek, te Amsterdam, om een gasmasker te vervaardigen, overeenkom stig de ingediende aanvrage en de daarbij behoorende bescheiden. Het nummer in het mer'k van het gas masker van de „Hembrug" zal 006 zijn, dat van de N. V. „Electro" 004. Het „Hbld" merkt hierbij op: Wat de fabricatie van de gasmaskers op de „Hembrug" betreft wijzen we er op, dat deze niet daar ter plaatse geschiedt. De „Hembrug" krijgt van onderscheidene fabrieken afzonderlijk het rubber gelaat stuk, de filterbus en de vulling voor deze bus en zet dan enkel met deze onderdee- len het masker in elkaar. Daar op gasmaskergebied ook voorts nogal wat misverstand blijkt te bestaan, meenen we ter verduidelijking nog het volgende aan het bovenstaande te moeten toevoegen: Vroeger zijn er in ons land reeds vele gasmaskers gemaakt voor leger, industrie en brandweer. In de na-oorlogsche jaren is daarnaast de vraag steeds sterker ge worden naar een goedkoop, eenvou dig v o 1 k s -gasmasker, dat iedere bur ger zic'h desgewenscht zou kunnen aan schaffen. De fabricatie van een dergelijk product bleek echter niet zoo eenvoudig en zoo doende deed zich het merkwaardige ge val voor, dat tot nu toe alleen een in België vervaardigd volksgasmasker van Fransche vinding en door een Nederlan der geïmporteerd, een Nederlandsche re- geeringsvergunning bezat. Binnenkort zal het aantal, in Neder land verkrijgbare, volksgasmasker-mer ken dus drie bedragen. Weldra zal thans derhalve aan den zon derlingen toestand een einde komen, dat het een Nederlandsoh particulier prac- tisch gesproken o n mogelijk was om zich een goedkoop volks gasmasker aan te schaffen. En waar Den Haag nu dan ein delijk eens „tot zaken doen" is gekomen, mogen we verwachten, dat ook op andere punten, betreffende de luchtbescherming, de regeering weldra iets zal doen. We denken daarbij dan in de eerste plaats aan de verschaffing van de, bij: de wet aangewezen, gelden voor de gemeen ten in de le en 2e gevarenklasse (voor den aankoop van brandweermateriaal en gas maskers en de inrichting van schuilplaat sen) en aan de beslissingen inzake het verplicht stellen van schuilkelders bij: den nieuw- en v e r -bouw van groote panden. Van eminent belang is het echter voor al, dat nu de kwestie van het volksgas masker met kracht tot een snelle oplos sing wordt gebracht. De beslissingen van den minister hebben daarvoor den weg geopend. Doch veel blijft er nog te rege len. Stosmbootdiensten c.s. Gedep. Staten hebben aan de Provin ciale Staten verschillende voorstellen ge daan, die betrekking hebben op het ver keer te water in de provincie. 11 eer le een Lel reffende de jaarstuk kon an de rov. Sloombootdiensten op e V ester- Schelde o' er 1937. aar it blijkt dat deze diensten in to- 'aal f218.914,25 verlies hebben opgele- tante Al LIE door Catharine D. Bell. (Vrij naar het Engelsch.) -o- V eer zweeg ze en toen voegde ze er met groote kalmte aan toe een kalmte, die annie diep ontroerde, daar ze zoo vol wanhoop was: ..Mijn zonde was groot, maar de straf met minder. Ik was een week en twee dagen getrouwd, toen ik een brief van Herbert ontving. Hij was naar Engeland gegaan om toestemming tot een huwelijk van zijn ouders te verkrijgen, die, naar 1J wisb moeilijk genoeg te winnen zou 2!Jn. Ik was altijd zoo eerlijk en openhar- "g tegen hem geweest, dat hij niet kon vermoeden, dat mijn gevoelens al even diep geworteld waren als de zijne, en al mocht dat zoo zijln, dan was ik er me in ieder geval toch nog niet van bewust, meen'de hij:. En zoo zeer was hij1 op dat noodlottige oogenblik van streek geweest, dat hjj heelemaal niet wist, in hoeverre hy zich verraden had. Hij was weggegaan zonder te vermoeden in welken toestand hij mij, achterliet; en nu schreef hij met verd en wel als volgt: nadeelig exploita tiesaldo dienst VlissingenBreskens f 5502,32; VlissingenNeuzen f 9220,90; Neuzen Hoedekenskerke f 76.187,65; Hansweert Walsoorden f 107,783,90; nadeelig exploitatie-saldo van het reser ve-schip „Luctor et Emergo" f5880,27; diverse lasten autobus-dienst Hansweert— HruiningenIerseke f4339,21 en reser vering voor onderhoud f 10.000. De exploitatie der schepen leverde een tekort op van f483.538.15 en de exploi tatiekosten van de aanlegplaatsen enz. bedroegen f 160.639,55. Voor de diensten VlissingenBreskens, NeuzenHoedekenskerke en Hansweert Walsoorden draagt het Rijk 80 pet. in het verlies bij1. Er werden totaal vervoerd 534.803 pas sagiers, waarvan op de lijn Vlissingen Breskens 341.034 (le klasse 103.785 en 2e kl. 237.249); lijn NeuzenHoedekens kerke 80.899 (13.369 en 67.530); lijn HansweertWalsoorden 73.976 (7476 en Ö6.5CO); lijn VlissingenNeuzen 38.894 ,0106 en 35.788). Op de vier genoemde lijnen werden resp. 44.149, 6001, 13.04-9 en 156 auto's overgezet. Ten tweede een voorstel over de jaar stukken van den Prov. Stoombootdienst op de O- o s t e r-S c h e 1 d e. Deze lever de een nadeelig saldo op van f 53.180.79, welk bedrag geheel voor rekening van de provincie komt. Er zijn in 1937 45.816 passagiers ver voerd, waarvan 12.124 in de eerste en ^3.69-2 in de tweede klasse. Overgezet zijn 5033 auto's. Ten derde een voorstel tot wijziging van het reg lement op het vervoer van passagiers en rijwielen met debooten der stoom bootdiensten, omdat dit reglement niet langer be antwoordt aan de eischen van den tijd en zijn toepas sing in de practijk moei lijkheden oplevert. Biji vergelijking van het oude en het nu voorgestelde reglement, merkten wij o.a. de volgende wijzigingen op: De inspecteur krijgt dezelfde bevoegdheid als de direc teur, de kapitein en de agenten bij! het handhaven van de orde op de booten of de aanlegplaatsen. Een verbod is opgenomen om motor rijtuigen op meer dan twee wielen aan boord te rijden zonder toestemming van het -personeel en zonder dat de bestuurder voorzien is van een geldig vervoerbewijs, hetwelk vooraf aan het kantoor van den stoombootdienst of biji -den plaatselijken agent moet worden genomen. Nieuwe bepalingen zijn, om zonder voorafgaande vergunning van den kapi tein of diens vervanger op de booten mu ziek te maken of daarvoor eenige vergoe ding te vragen en om op- de booten de be langen van eenige andere verkeersonder neming te behartigen op zoodanige wijze, dat daarvan door andere passagiers over last wordt ondervonden. Het volgende voorstel is dat om met ingang van 1 Juli a. s. in te trekken het Statenbesluit van Janua- r i 1933 tot toekenning van een jaarlijksche subsidie van ten hoogste f 2000 aan de R. T. M. voor den stoom bootdienst van Zijipe en Anna-Jacobapolder naar Stavenisse. Dit voorstel vindt zijn oorzaak in de ontwikkeling van het vervoer en mede in een brief van den Inspecteur-generaal van het verkeer, waaruit bleek, dat Ier verbetering van de veerverbinding Anna- JacobaZijpe, in verband met de be perkte afmetingen der betreffende havens, de bestaande ponton in de haven van Anna-Jacoba en een der pontons in de haven van Zijpe zouden dienen te ver vallen, hetgeen neerkomt op opheffing van den dienst naar Stavenisse. In 1933 was het vervoer 394.109 kg goederen, 115 stuks vee en 702 passagiers; in 1934 596.225, 106 en 311; in 1935 751.679, 60 en 281; in 1936 703.279, 136 en 196; in 1937 561.738, 57 en 198. Bestrijding tuberculose onder rundvee. lOvereenkomstig het verzoek van het bestuur der „Vereeniging tot bestrijding van de tuberculose onder het rundvee en van andere veeziekten in de Provincie Zeeland" stellen Gedep. Staten aan de Prov. Staten voor aan die vereeniging tot wederopzegging te beginnen met 1938 een subsidie te verleenen van ten hoogste f 1000. Verlaging tarief stroomleve ring voor kerken en vereeni- gingsgebouwen. Bij de behandeling der Provinciale Be grooting 1938 bepleitten enkele leden der Prov. Staten de wenschelijkheid van ver laging van het tarief voor stroomlevering aan kerken en verenigingsgebouwen. Van den Raad der N.V. „P.Z.E.M." ont vingen Gedep. Staten in verband daar mede verschillende mededeelingen. Daaruit blijkt, dat van één tarief voor stroomlevering voor kerken geen sprake is; sommige kerken ontvangen den stroom tegen lichttarief, andere gedeeltelijk tegen licht-, gedeeltelijk tegen krachttarief, weer andere tegen licht- en verwarmingstarief. Het meerendeel heeft het enkelvoudige lichttarief. In totaal zijn 276 kerken aan gesloten. Zij verbruikten in 1937 samen 36.762 kwu en betaalden daarvoor f 8391,86 of gemiddeld 22,8 cent per kwu. i er kerk werd gemiddeld betaald f 35.55. De verbruiken loopen echter sterk uiteen, mede tengevolge van de omstandigheid, dat door sommige kerken uitsluitend stroom voor verlichting, door andere ook voor kracht, door weer andere ook voor verwarming wordt gebruikt. De belangen van het bedrijf vorderen, dat bij de tariefstelling de aard van den verbruiker geen rol speelt; daarentegen I zijn de aard en de hoeveelheid van het i verbruik zeer belangrijke factoren. Nu 1 wordt over het algemeen de electriciteit i in kerkgebouwen slechts gedurende kor ten tijd gebruikt en de verhouding tus- J schen het verbruik en het gevraagde ver mogen is zeer ongunstig. Evenwel wordt over het algemeen een groot deel van den stroom op Zondagen afgenomen, in tijden van geringe belasting der centralen. D e Raad van Bestuur heeft daarin een motief gevon den om te beginnen met 1 Juli van.dit jaar, de op Zondagen afgenomen stroom te berekenen tegen slechts 4- c t. per kwu. Het meten van de op Zondagen betrokken hoeveelheid stroom zou de opstelling van kostbare meetapparaten noodig maken; -de daar voor te betalen meterhuur zou in verschil lende gevallen het voordeel van den la- geren stroomprijs verscheidene malen overtreffen. Het ligt daarom in de bedoe ling, opstelling van speciale meters ach terwege te laten, doch den kerkbesturen te verzoeken, in het begin van 1939 op te geven hoeveel kwu in het tweede halfjaar 1938 op Zondagen zijn verbruikt en over dat aantal een restitutie van het verschil tusschen den in rekening gebrachten stroomprijs en 4 ct. p. kwu te geven. Voor de godsdienstoefeningen van het Leger des Heils zal dezelfde maatregel worden toegepast. Het treffen eener regeling voor ver- eenigingsgebouwen stuitte, behalve op het gebrek aan zakelijke gronden voor verla ging, af op de vaagheid van het begrip. De eigendom is niet beslissend, er zijn vereenigingslo'kalen, die aan gemeenten toebehooren, er zijn ook lokalen die aan vereenigingen toebehooren, doch geen „verenigingslokalen" zijn. Verschillende verenigingslokalen worden met behoor lijke baten geëxploiteerd; in gevallen, t waar de ontvangsten de uitgaven niet dekken, rijst de vraag, of het juist is, de FiZEIM het tekort geheel of gedeeltelijk te doen dragen in den vorm van lagere stroomprijzen. Voor een verlaging van stroomprijzen voor vereenigingsgebouwen bestaat te minder aanleiding, omdat deze categorie van verbruikers den stroom tegen vast rechttarief geleverd kan 'krijgen, welk ta rief reeds bij verscheidene dergelijke in richtingen wordt toegepast. Z. K. H. Prins Bernhard bracht Zaterdag een bezoek aan de Haagsche padvinders. Voor het hoofdkwartier sloeg de Prins voor het eerst in padvinders-tenue, het défilé gade en hield een inspectie. volledige toestemming van zijn ouders om me te vragen zijn vrouw te worden. Het was me een oneindige verlichting, dat hij vrij- bleek van alle blaam; en wat mijl be treft, wie zal mijn ellende beschrijven?" Nannie werd door medelijden en smart bewogen. Ze kon niet denken aan het kwaad dat gesticht was, slechts aan dat groote verdriet, waar ze getuige van was. Ze kon niet spreken maar ze legde haar hand in die van Ada met een beweging, die meer zei dan woorden. Ada greep ze en kuste ze weer en telkens weer. „Ja, denk zacht over me, Nannie," riep ze uit; „laat me niet in den steek; geef me niet op; en denk niet slechter over me dan ik hen. Meen niet, dat ik zulke gevoe lens en herinneringen met genoegen op>- haal. Toen ik me bewust werd van de po sitie, waarin ik me bevond, begon ik een hevigen strijd met mezelf, waarin ik wil de overwinnen of bezwijken. En ik heb overwonnen. Herbert is niet langer voor mij1 wat hij eens was. Een bitter verlangen naar den schoonen droom, dien ik ver loren heb, overweldigt me soms. Het leven schijnt me zoo eenzaam en leeg toe, zoo weinig de moeite waard. Berouw over het onrecht, dat ik mijn goeden echtge noot heb aangedaan, mijn gebrek aan oprechtheid jegens hem verbitteren mijn vredigste oogenblikken; en voortdurend I verlang ik ernaar terug te gaan naar het j verleden, weer het droefgeestige, eenzame, i maar eerlijke en oprechte meisje te zijn, dat ik eens was. Maar ik treur meer om mijn vroeger ik, dan om hem. En kon ik al die verkeerdheden weer herstellen en weer eerlijk, oprecht en warm van hart zijn zooals vroeger, dan zou ik kalm in stille droefheid aan hem kunnen denken als aan een vriend, dien ik door den dood verloren heb, dien ik nooit weer zal zien, maar wiens aandenken me altijd lief en dierbaar zal blijven. Ja, die hartstochtelijke, alles overwel digende liefde, die ik eens voor hem voel de, heb ik met wertel en al uitgetrokken en uit mijn hart gebannen. Maar," fluis terde ze op een toon van oneindige droef heid, „ik heb soms het gevoel, of ik alles wat goed en mooi, alles, wat zacht en vrouwelijks en beminnenswaard was, mee heb verbannen." En weer verborg ze haar hoofd op de armleuning om de overmaat van gevoel te verbergen, die ze niet kon overmeeste ren. Een paar minuten zwegen beiden, toen keek ze .op en zag Nannie's gezichtje bleek en nat van tranen. „O, wat ben ik toch afschuwelijk zelf zuchtig," riep ze uit, „om je zoolang uit bed te houden, terwijl je morgenochtend al weer zoo vroeg op moet. Maar Nannie wil je me een gunst toestaan? Ik voel me geluikkiger en kalmer, als ik hij je ben. Mag ik hier nog een poosje blijven zitten? Je kunt je gerust klaar maken om naar bed te gaan. Lees een hoofdstuk uit je bijbel en bid als gewoonlijk. Het zal me goed doen je te zien. Ik zal niet praten, je niet storen. Laat me alleen hier zit ten, stil en rustig. Mag ik?" „Natuurlijk, als u dat graag wilt," ant woordde Nannie, en stond onmiddellijk op om aan haar verlangen te voldoen. Ze ontkleedde zich, las een stukje uit haar bijbel en knielde toen neer om te bidden. Maar ze bad niet voor zichzelf, maar in de eerste plaats voor degenen, die haar het naaste stonden. Haar heele ziel was vervuld van een vurige smeekbede voor haar die door geen menschelijk kun nen geholpen kon worden. En zeker weer spiegelde zich op haar gelaat, waar haar ziel zoo dringend om-bad; want toen ze ten laatste oprees, trad haar vriendin op haar toe, en terwijl ze zacht de handen op haar schouders liet rusten, als om haar goed in het gelaat te kunnen zien, zeide ze diep ontroerd: „Nannie, wil je me een ding beloven?" „Als ik het kan, dan zeer zeker," ant woordde deze zacht. „Bid altijd voor me, zooals je vannacht gedaan hebt. Wil je me beloven, dat je, Zestig jaar was Maandag het echtpaar G. Steman en M. StemanBosland te Nieuwendam getrouwd en zestig jaar reeds wonen zij in hetzelfde huisje aan den Nieuwendammerdijk. Waarheen met de delfgrond? Indien een waterleiding aan een zijde door een weg of een dijksbeloop zonder tusschengelegen berm wordt begrensd, doet zich de vraag voor, waar men met den delfgrond moet blijven. Inzake be grenzing door een weg is reeds bepaald, dat de delfgrond voor de helft of zooveel minder als door het polderbestuur dien stig wordt geoordeeld, op den wegsberm wordt gelegd en de eigenaren of gebrui kers der erven of gronden aan de andere zijde der waterleiding verplicht zijn, op hun erven of gronden de overige specie te ontvangen. Gedep. Staten stellen voor een gelijke bepaling te maken, voor de gevallen, dat de waterleiding aan een zijde door een dijksbeloop wordt begrensd en daarbij voor te schrijven, dat indien de verplich ting tot delven voor de helft rust op den gebruiker van het dijksbeloop, deze zorg moet dragen, dat het delven door hem zooveel mogelijk, ter beoordeeling van het polderbestuur, tegelijkertijd geschiedt met het delven van de andere helft der wa terleiding. Rechisgeding over aanvaring. Gedep. Staten stellen, overeenkomstig het advies van den rechtskundig adviseur, mr J. F. v. Deinse, voor, zich zoo noodig in hooger beroep en in cassatie te verweren tegen de rechtsvordering, ingesteld tegen de Provincie door A. Huijsen, schipper te Ellewoudsdijik, naar aanleiding van de aanvaring op 1 December j.l. tusschen zijn motorboot „Westerschelde" en de Prov. motorboot „Prins Willem I" voor de ha ven van Hoedekenskerke. De vordering bedraagt f 1669,69. Wijziging Ambtenarenregle ment Zeeland 1928. Volgens de bepalingen van het Ambte narenreglement Zeeland heeft een ambte naar in vasten dienst der Provincie, in dien zijn diensttijd als zoodanig minder dan 5 jaar bedraagt bij' ontslag wegens opheffing zijner betrekking geen recht op wachtgeld. Het wil Gedep. Staten gewenscht voor komen, dat ook deze categorie ambtena ren recht op wachtgeld aan het ambtena renreglement kan ontleenen. Ook achten zij een beperking van den duur van het wachtgeld tot 4 jaar minder billijk. Een bepaling krachtens welke de duur van het wachtgeld gelijk is aan den diensttijd, komt hun redelijk voor. Le Commissie van Overleg kon zich met een en ander goed vereenigen, maar zoolang we beiden op deze wereld vertoe ven, nooit zult ophouden voor me te bid den?" „Dat wil ik gaarne beloven," zei Nannie ernstig en zich naar voren buigend, beze gelde ze haar belofte met eeji kus. „God zegen je," was mevrouw Flemings eenig antwoord; ze beantwoordde de kus, liet het meisje los en verliet zonder ver der iets te zeggen de kamer. Zooals men zich wel denken kan, bracht Nannie geen erg rustigen nacht door en sliep ze niet veel. Telkens weer moest ze denken aan de droeve geschiede nis, die ze pas vernomen had. En zelfs in haar slaap bleef die haar vervolgen. Eerst droomde ze, dat ze Ada en mijnheer Fleming voor het altaar zag staan; dat ze al haar best deed om naar voren te stappen en zich tusschen hen te plaatsen; dat ze trachtte haar toe te roepen, waar om mijnheer Nugent haar verlaten had; maar een onzichtbare hand hield haar te rug en haar stem stierf weg in gefluister. Toen meende ze, dat Ada's geluk op de een of andere geheimzinnige manier af hankelijk was van het feit, dat zij' wakker bleef, maar een onweerstaanbare slaap overmeesterde haar en drukte haar de oogleden toe ondanks al haar pogingen om ze open te houden. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1938 | | pagina 5