Wijziging Belastingheffing.
Dagblad voor de Provincie Zeeland
EERSTE BLAD
Oe strijd in China.
ZATERDAG 7 MEI 1938
52c JAARGANG No. 184
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
De voorgestelde wijziging
in de Onderwijzers
opleiding.
Belangrijkste Nieuws
Dreigende Kabinetscrisis
in België.
Uitgave: N. V. Uitgevers - Maatschappij
„Luctor et Emergo" ter exploitatie van
het blad „De Zeeuw"
Bureaux Lange Vorststraat 7 0, üoes
Postrekening 44455 Telefoon 11
Bijkantoor Middelburg: Fa. Boekhandel
J, J, F A N O Y, Lange Burg 40. Telefoon 28
Directeur HoofdredacteurR. ZUIDEMA
Abonnementsprijs f2,50 per kwartaal
Weekabonnementen voor Middelburg
Ooes en Vlisslngen f 0.20
Losse nummers I cent
Advertentlën 30 cent per rege!
Ingezonden mededeelingen 60 cent per regel
Kleine Advertentiën Dinsdags en Vrijdags
10.75 bij vooruitbetaling
Advertentlën onder letter of motto
10 cent extra
BIJ contract belangrijke korting
Nu zoo langzamerhand de meeningen
owr het ontwerp-onderwijzersopleiding
van de daarbij geïnteresseerden gepubli
ceerd worden in adressen en persartike
len is hot misschien wel goed er de aan
dacht eens op te vestigen in ons Zeeuw-
rche dagblad.
De onderwijzersopleiding heeft immers
in Zeeland altijd groote belangstelling
gehad, ook in Christelijke kringen. Dit
blijkt uit den bloei der Christelijke
Kweekschool te Middelburg in vorige ja
ren. Vanzelfsprekend is haar aantal leer
lingen in de laatste jaren gedaald (waar
gebeurde dat niet?I) doordat er zooveel
onderwijzers niet aan den slag kunnen
komen, of met een zeer laag bezoldigde
betrekking tevreden moeten zijn. Doch
dit zal veranderen, als, eerder dan velen
denken waarschijnlijk, geslaagden al
spoedig na hun eindexamen een aanstel
ling als onderwijzer kunnen krijgen.
Ter oriënteering vermelden we nog
even, dat minister Slotemaker de Bruïne
door zijn ontwerp de driejarige onder
wijzersopleiding tot een vierjarige wil
maken, zonder noemenswaardige ver
meerdering van kosten (f 30.000). Het
aantal lesuren zal in totaal ongeveer ge
lijk blijven, maar straks over vier jaren
\erdeeld worden, zoodat meer tijd be
schikbaar komt voor practische voorbe
reiding, d.w.z. voor werken in een klas
van een lagere school om het schoolhou
den te leeren. D'at de onderwijzero een
jaar ouder zijn dan nu, als ze voor de
klas komen, acht de minister ook een
voordeel, zooals ook, dat de aflevering
van onderwijzers een jaar stil staat. Als
laatste voordeel noemt de minister, dat
de financieele gelijkstelling tusschen het
openbaar en het bijzonder kweekschool-
onderwijs zal tot stand gekomen zijn als
zijn voorstellen worden aangenomen.
Laten we nu nagaan, wat het pas aan
de Tweede Kamer gezonden adres van
den bond van protestantsch-christelijke
kweekscholen over dit ontwerp te zeggen
heeft. Na drie voordeelen gememoreerd
te hebben geeft het ongeveer dertig op
merkingen.
Het eerste voordeel is, dat er nu een
regeling bij de wet komt, zoodat er
meer vastheid zal zijn in de opleiding.
Immers een regeling bij de wet kan al
leen veranderd worden door samenwer
king van regeering en volksvertegen
woordiging; terwijl een regeling bij' Ko
ninklijk besluit door de regeering alleen
kan worden gewijzigd.
Als tweede voordeel wordt genoemd,
dat er meer tijd zal komen voor practi
sche oefening.
Het derde voordeel bestaat daarin,
dat er één jaar geen eindexamen zal
worden gehouden, omdat de opleiding
van drie-, vier jarig wordt. Het aan
tal onderwijzers zonder betrekking zal
dus één jaar niet vermeerderd worden
roet geslaagden der kweekscholen.
Maar nu de bezwaren en opmerkin
gen (die we natuurlijk niet alle zullen
ter sprake brengen).
Drie hoofdpunten worden genoemd.
lo. Dat er een regeling bij de wet
xomt lijkt mooier, dan het is. Want wat
er in de wet zal komen te staan is te
weinig, en 't overige zal verordend wor
den bijKoninklijk Besluit 1 Met
name wordt gewezen op de bepalingen
voor de opleiding-hoofdakte en die voor
een afdeeling C (waardoor het mogelijk
zal worden cursussen aan een kweek
school te verbinden).
2o. De vrijheid van de bijzondere
kweekscholen is niet voldoende gewaar
borgd. Zij' zijn te veel gebonden aan het
crenplan der rijkskweekscholen en zullen
dus misschien haar beginselvakken niet
genoeg tot hun recht kunnen laten komen.
Daarom wordt gevraagd de bepaling, „dat
tenminste vier vijfde deel van het getal
lessen, voor elk vak voorgeschreven voor
het leerplan der Rijkskweekscholen, wordt
gegeven". Sterker drukt het adres zich uit
nver de bepalingen inzake het gods
dienstonderwijs. „Het is o. i. onaan
vaardbaar, dat de wet de subsi diee-
ring van bijzondere kweekscholen zou re
gelen zonder een bepaald aantal gesub
sidieerde lessen in godsdienstonderwijs,
dit bij uitstek belangrijke vak eener
Christelijke kweekschool, in de wet te
garandeeren. Daarom dient o.i. in het
voorgestelde artikel 159, lid 1, te worden
bepaald, dat voor godsdienstonderwijs 12
lessen voor dit vak voor vergoeding in
aanmerking komen."
3o. D'e financieele gelijkstelling ia niet
voldoende doorgevoerd. Slechte lets van
wat bij dit punt in 't adres behandeld
wordt, kan hier genoemd worden; veel
is technisch van aard. Verzocht wordt
„een redelijk bedrag voor afschrijving,
tevens bestemd voor aflossingen" te ge
ven. „Zonder zoodanige bepa
ling zal meer dan een van de
bij- onzen Bond aangesloten
scholen niet kunnen blijven
b e s t a a n." Waar de wet bepalingen zal
bevatten, om financieel nadeel voor het
.ijk te voorkomen door verdeeling van
de lessen over een te groot aantal leera
ren, wordt gevraagd, deze bepalingen
ook te doen gelden voor de rijkskweek
scholen. Immers: „De tegenwoordige
practijk bewijst, hoe licht het Rijk nor
men, welke voor de bijzondere kweek
scholen gelden, zonder uitdrukkelijk
voorschrift niet toepast op de Rijks
kweekscholen." Wat de exploitatie-kos
ten betreft, wordt opgemerkt: „Een bere
kening, als de Minister voorstelt, leidt
dus tot onzuiver resultaat ten nadeele
van de bijzondere kweekscholen". Ook
met de regeling der rentevergoeding voor
het bedrag, dat voor 't verkrijgen van
grond, gebouw en eerste inrichting is
uitgegeven, is de Bond niet tevreden. Het
wil die regelen naar de geschatte waar
de op 1 Juli 1914 (als bij de lagere scho
len) of (voor scholen daarna gebouwd)
naar de waarde ten tijde van de opening
der school en naar een andere rente
maatstaf, dan het wetsontwerp aangeeft.
Van de opmerkingen noemen we: lo.
Voor meisjes moet vrijstelling van wis
kunde op 't eindexamen mogelijk blijven;
io. het minimum-aantal geslaagden, dat
noodig is om volledige subsidie te ver
krijgen, moet over de laatste vijf jaar
50 bedragen. (Tot dusver was het 90, de
vorige maand werd hoi verlaagd tot 75);
3o. de onderwijzers, bij wie de kweeke-
lingen in de klas komen om practisch
werkzaam te zijn, behooren een vergoe
ding te ontvangen; 4o. de wet trede eerst
in werking op 1 September 1939 (de be
doeling van den Minister is 1938) „om
overhaasting bij de invoering te voorko
men".
Het adres eindigt aldus: „Wij veroor-
looven ons Uw College te verzoeken het
ontwerp aan te nemen, indien aan de
voornaamste door ons hierboven ontwik
kelde bezwaren zal zijn tegemoet geko
men". Hieruit volgt, dat als daaraan niet
wordt tegemoet gekomen, het wetsont
werp door de besturen der protestantsch-
christelijke kweekscholen onaanvaard
baar wordt geacht. Op de vergadering,
waar dit adres is geconcipieerd, is dit
wel heel duidelijk gezegd; het blijkt ogk,
uit wat we in de bezwaren onderstreep
ten. Trouwens, de drie genoemde voor
deelen, waarvan eigenlijk toch alleen
maar het tweede een essentieel voor
deel is, kunnen niet opwegen (ook niet
als men er hij neemt het niet genoemde
voordeel van verlichting der nu te zware
driejarige studie) tegen het nadeel, dat,
als het ontwerp onveranderd wordt aan
genomen, enkele scholen (zooals werd
meegedeeld op de vergadering) onher
roepelijk zullen verdwijnen en de meeste
overige belangrijk zullen achteruitgaan
in financieel opzicht terwijl de finan
cieele toestand n u al niet rooskleurig is.
Het is wel noodig, dat onze mannen
in de Kamer van wie we vertrouwen, -dat
ze instemmen met de hoofdbezwaren van
't adres, met argusoogen toezien bij de
behandeling van het ontwerp. Gelukkig,
dat één van hen lid is van het bestuur
van den Bond, en een zéér actief en ac
curaat lid, met groote kennis van de op
leiding-materie.
M. K. H.
MINISTER DE WILDE INSTAL
LEERT COMMISSIE VAN ADVIES.
Inkomstenbelasting geheven bij de bron?
Tegemoetkoming aan bezitters van
landgoederen.
Gistermiddag heeft de Minister van
Financiën een commissie' geïnstalleerd
welke hem van advies zal dienen omtrent
vraagstukken op belastinggebied.
Mr. I A. de Wilde
De minister sprak daarbij een rede uit,
waarin hij o.m. het volgende zeide:
Zooals u uit de opdracht zult hebben
gezien, zijn het aanvankelijk twee vraag
stukken, die aan uw oordeel worden on
derworpen.
Het eerste betreft de vraag of het niet
gewenscht is tot verandering van stelsel
ever te gaan ten aanzien van het bere
kenen van het inkomen, dat ten grondslag
ligt aan de aanslagen in de inkom
stenbelasting. Dit stelsel, dat op
logische en ook verder voortreffelijke
wijze in de tegenwoordige wet op de in
komstenbelasting is uitgewerkt, tracht te
benaderen wat iemand geacht kan wor
den op een bepaald oogenblik, zijinde 1
Mei, aan inkomen te hebben. Voor zoo
ver dit mogelijk is, sluit men zich daar
bij aan, aan het reëel genoten inkomen in
het voorafgaande kalender- of boekjaar.
Het is het z.g. hronnenstelsel.
Dit systeem brengt echter onvermijde
lijk mede, dat voortdurend met allerhande
ficties moet worden gewerkt. Ook heeft
het de ongewenschte consequentie, dat al
lerlei inkomsten, genoten uit bronnen, die
op 1 Mei niet meer bestaan, buiten de
belasting vallen, terwijl bronnen, op1 1 Mei
wel bestaande, maar waarvan men nog
geen inkomen heeft genoten, wel door
de belasting worden getroffen.
Steeds sterker doet zich
de vraag gevoelen of wij
in Nederland niet, even
zeer als in vele andere
landen geschiedt, de in
komstenbelasting veel
meer moeten heffen zooals
men dat noemt bij de bron,
dus bijvoorbeeld de belas
ting, die drukt op de loo-
nen, te doen afhouden doot
den werkgever.
Eén dergelijk systeem van heffing is
echter niet mogelijk zoolang het bronnen-
stelsel gehandhaafd blijft. Ik weet zeer
goed, dat de overgang van het tot nu toe
gevolgde stelsel naar een ander zeer moei
lijk is en ik geloof, dat ik niet overdrijf,
wanneer ik zeg, dat vooral die moeilijk
heden oorzaak zijn dat wij in Nederland
nog steeds het hronnenstelsel hebben.
Moeilijkheden mogen ons echter niet
weerhouden noodzakelijke verbeteringen
aan te brengen, te meer niet, nu deze
zaak langzamerhand in een dermate
acuut stadium is gekomen, dat naar een
oplossing moet worden gezocht.
Het tweede punt waaromtrent uw ad
vies gevraagd wordt, betreft een vraag
stuk van meer actueele beteekenis. Bijt de
behandeling van de begrooting voor het
jaar 1938 in de Staten-Generaal zijn de
naar veler oordeel te drukkende belas
tingen van de landgoedbe-
Zitters ter sprake gebracht en van
verschillende zijden heeft men betoogd,
dat het vooral de druk van de zware be-
.Ijastingenj is, die veroorzaakt dat vele
landgoederen onbewoond blijven of wor
den. Bij bet verzamelen van gegevens
dienaangaande is bet mij wel zeer dui
delijk geworden, dat inderdaad veel land-
goedbezitters in de directe belastingen
worden aangeslagen tot een bedrag, dat
niet meer in redelijke verhouding staat tot
bun inkomen. Nu weet ik zeer goed, dat
het waarlijk niet alleen de belastingen
zijn, die het onbewoond zijn van land
goederen veroorzaken; maar de belasting
heffing ten aanzien van veel landgoed-
bezitters is toch wel gebleken niet juist
te zijn.
.Ik meen dan ook dat ten
deze door de regeering
ten spoedigste maatrege
len moeten worden geno
men. Indien eenigszins mo
ge 1 ij k zou ik deze maatre
gelen zelfs willen aan
kondigen biji het indienen
van de begrooting voor
het jaar 1939.
Het eerste vraagstuk, waarover ik uw
advies heb gevraagd is er dus een van
principieele beteekenis en ik begrijp, dat
een advies daarover tijd zal kosten.
Waarschijnlijk zal een onderzoek ter be
antwoording van de tweede vraag min
der tijidroovend zijn en, aangezien bet bier
een zaak van urgentie betreft, hoop en
vertrouw ik, dat bet u mogelijk zal blijken
mij dienaangaande binnen niet al te lan
gen tijd van advies te dienen.
De opdracht van uw commissie is ver
der, van advies te dienen over die punten
op belastinggebied, waaromtrent ik uw
nader advies zal vragen. De samenstelling
van uw oommissie is mij borg, dat de ver
schillende inzichten in de vraagstukken,
die ten aanzien van de te behandelen be
lastingaangelegenheden bestaan, in uw
commissie tot uiting zullen komen.
Binnenland.
Commissie voor belastingvraagstukken
geïnstalleerd.
Cultureele zorg voor werkloozen.
Buitenland.
Dreigende kabinetscrisis in België.
Fransch-Britsche stap te Praag.
Als U nergens kon slagen, slaagt
TT TfllfflT* i rt
„HET STOFFENHUIS", GOES.
Op modegebied toonaangevend.
(Adv.)
Het 25.000 ton metende Fransche motorschip „La Fayette", liggende in een droogdok te Havre, is door brand ver
nield. Een luchtfoto van het fel brandende gevaarte.
DE JAPANNERS IN PEKING
BEDREIGD.
De spanning te Peking wordt steeds
grooter. Veile Qhineezen gelooven, dat een
herovering van Peking door de Ghinee-
zen ivoor de deur staat.
De positie der Japanners is in zeker
opzicht kritiek. En zijn te Peking slechts
weinig troepen, wijl bet grootste deel
naar het front in Sjantoeng gezonden is.
De treinverbinding met Toeng Tsjau is
verbroken en dientengevolge is de spoor
lijn naar Tientsin de eenige veilige ver
binding.
De Japansche militairen en de gecon
troleerde Ghineesche politie nemen
strenge voorzorgen en letten scherp op
iedereen, die zich op straat bevindt.
Slechts de Japansche bezoekers ontko
men aan een nauwkeurig onderzoek.
Overal werden huiszoekingen verricht,
wat groote opwinding en een merkbare
ontstemming teweeg gebracht heeft.
In de stad Ikan men de explosies van
bommen hoeren. Het gerucht gaat, dat de
Japanners bezig zijn alle dorpen in de
omgeving met den grond gelijk te maken,
om daardoor de guerilla tegen te hou
den.
Biji navraag bij de Japansche autori
teiten gaf men ten antwoord, dat de ex
plosies slechts afkomstig waren van
schietoefeningen.
Aan enkele poorten houdt men alles,
waarin maar met mogelijkheid wapens
verborgen kunnen zijn, aan. Zelfs begra
fenisstoeten worden tegengehouden de
dragers en klagers worden gefouilleerd en
zelfs de doodkisten onderzoekt men.
De premier zal Dinsdag aanstaande de
vertrouwenskwestie stellen.
Vrijdag is te Brussel andermaal druk
geconfereerd over de moeilijkheden, ont
staan rondom de nieuwe belastingverhoo-
gingen door de regeering voorgesteld.
In de Kamercommissie voor financiën
werd door de Katholieken, Rexisten en
Vlaamsche nationalisten een regeerings-
amendement betreffende de inkomstenbe
lastingen verworpen.
Men ontveinst zich niet, dat de regee
ring zich momenteel in een moeilijke po
sitie bevindt. Het gerucht deed vandaag
zelfs de ronde, dat Jason er sterk over
dacht, Maandag het ontslag van de regee
ring aan den koning aan te bieden.
Van drie tot ongeveer acht uur werd
Vrijdagnamiddag een ministerraad gehou
den, waarin de kritieke situatie grondig
werd besproken. De conclusie hiervan was
dat Janson aan zijn aanvankelijk voor
nemen zal gevolg geven, namelijk om a.s.
Dinsdag met zijn regeering voor het par
lement te verschijnen. De minister van
financiën zal alsdan een uiteenzetting
geven van den toestand en de regeerings-
voorstellen betreffende de belasting nader
toelichten. Hierna zal minister-president
Janson de kwestie van vertrouwen stellen.
De Kamer zal dan zelf moeten uitmaken,
of zij de regeering al dan niet wil volgen.
FRANSCH-BRITSCHE STAP TE
PRAAG.
Vandaag zullen de gezanten van
Groot-Brittannië en Frankrijk bij de re
geering van Praag den stap doen waar
toe bij' de besprekingen te Londen werd
besloten.
De stap zal worden gedaan bij den
minister van buitenlandsche zaken. Er
is bij de bevriende of verbonden regee
ringen geen sprake van een zich men-