DE ZEEUW
Pleidooi voor een arbeidsdienst.
TWEEDE BLAD
TANTE AILIE
Vogelvrij-verklaring van
medeburgers.
feuilleton
Uit de Provincie.
GOES.
VAN
DINSDAG 3 MEI 1938, Nr 180.
Sociale dienstplicht Is niet ondemo
cratisch, aldus de „Nederlander".
De „Nederlands*" bespreekt in
een uitvoerig artikel over de werkloosheid
ook. de mogelijkheid van een arbeids
dienst in Nederland. Het moet er bij de
plannen tot werkverschaffing niet in de
eerste plaats om gaan den jeugdigen
werkioozen bezigheid te verschaffen. Zij
moeten een taak hebben, waardoor zij
zich weer als volwaardige leden van de
maatschappij gaan zien. In dit verband
pleit het blad «voor een verplichten ar
beidsdienst.
„Deze naam heeft in ons land een wei
nig sym'pathieken klank ©n wanneer wij
in ons land een instelling in het leven
gaan roepen, die daarmede te vergelijken
is, zullen wij verstandig doen 'het eigen
karakter daarvan ook in den naam tot
uitdrukking te brengen. Maar het zou
bekrompen zijn zulk een instelling zonder
meer af te wijzen alleen omdat men in
het natlonaal-soclalittische Duitschland
zooiets al eerder ln de practijk heeft ge
bracht. Een dergelijke kortzichtige hou
ding is goed beschouwd een voortreffe
lijke propaganda voor het nationaal-
sociallsme, terwijl daarentegen het beste
verweer tegen 'het nationaal-sooialisme is,
dat men metterdaad toont, dat wij dit
niet noodig hebben, om op krachtdadige
wijze een oplossing te zoeken voor het
probleem van de jeugdwerkloosheid.
Dat de arbeidsdienst niet past bij onze
democratische verhoudingen, is voor ons
dan ook niet de laatste wijsheid. Het is
voor ons niet meer dan de eerste mis
schien begrijpelijke reactie ivan
iemand, die de zaak niet voldoende door
dacht heeft. Is de militaire dienstplicht
misschien ondemooratisch? Waarom zou
de sociale dienstplicht, die de verdediging
tegen een vijand, die van binnenuit onze
volksgemeenschap bedreigt, ten doel heeft
dit dan wel zijn? Wanneer het water onze
dijken bedreigt, vinden wij het vanzelf
sprekend, dat aan de bewoners van een
poldergebied bepaalde verplichtingen
worden opgelegd. Zou dat dan ongeoor
loofd zijn, indien de werkloosheid ons
volksleven ondermijnt?
Wij zijn er ons volkomen ivan bewust,
dat de verwezenlijking van het denkbeeld
van den socialen dienstplicht ons voor tal
van moeilijkheden plaatst. Maar wij hou
den 'het er voor, dat die moeilijkheden
niet onoplosbaar zijn als men de zaak
maar wil aanpakken. Er moeten in dezen
tijd in het belang van de defensie aJllerlei
voorzieningen worden getroffen. Zou het
nu niet mogelijk zijn den socialen dienst
plicht onder meer op dit doel te richten?
Men beginne met in de versc'hiiende
deelen van ons land geschikte werkobjec-
ten te zoeken en richte kampen in, waar
men de verschillende geestelijke schakee
ringen zooveel mogelijk afzonderlijk huis
vest. Maar het werk zij gemeenschappe
lijk. Van meet af aan sta voorop, dat alle
bevolkingsgroepen bij dit werk betrokken
worden; is het niet mogelijk vrijwillig
dit zou in aanmerking kunnen komen in
den begintijd, als het denkbeeld nog
slechts op beperkte schaal kan worden
toegepast dan door het scheppen van
een verplichting.
En vooral: men handele spoedig en
doortastend. Dit werk kan alleen slagen,
als het van den aanvang af breed wordt
opgezet."
De jongste „verordening" van den
neer Göring tegen de Joden doet de
Avondpost schrijven:
„Deze besluiten komen dus hierop
neer: 41 hun geld, op eventueel 5000
mark na, wordt den Joden afgenomen.
door Catharine D. Bell.
„m naar bet Engelsch.)
63) o
„Daar ben ik van overtuigd", riep Nan
nie uit, haar gezichtje stralend van vreug
de; „en o, Maude ik ben zoo blij."
„Ik ben ook blij", zei Maude, wat ge
makkelijker sprekend, nu ze eenmaal
zoover was. „En Nannie, behalve, dat het
een zegen is, geloof ik, dat het me voor
een groot gevaar kan behoeden."
„Wat voor een gevaar? Ik begrijp je
niet heelemaal."
„Neen, dat kun je ook niet; soms begrijp
ik mezelf niet. Maar ik heb er wel eens
erg naar verlangd, dat ook van mij
iemand zooveel hield, dat ik samen met
hem door het leven kon gaan, dat ik voor
hem kon zorgen, hem kon steunen op
den levensweg. En wanneer men zulk
een verlangen koestert, een verlangeen,
dat niet eens zondig zijn kan, dan loopt
mén toch gevaar, dat men zich gaat ver
gissen... dat men de dingen niet zoo
zuiver ziet, als wel gewenscht is, om een
onberaden stap te voorkomen."
„En toch Maude", begon Nannie vol
Het liefst heeft men, dat ze bet land
voor goed verlaten. Maar meer dan 5000
mark mogen ze dan toch niet meenemen.
De rest komt aan den Staat. D'e heer G ö-
r i n g kan (zal) beslissen, dat de staat
er gebruik van maakt.
Als rechtsgrond wordt opgegeven, „dat
een groot deel van deze vermogens op
onrechtmatige wijze is verworven". "Men
weet dit wel niet, maar men „noemt
het a an", en wel „met zeker-
h e i d". Daarom worden ze onteigend.
De Joden is men liever kwijt dan rijk,
maar hun geld houdt men voor alle „ze
kerheid" vast. Het is wel „onrechtmatig
verkregen", maar zegt het spreek
woord „geld stinkt niet" en de fascis
tische staat kan het prachtig gebrui
ken
D'e mensch went in dit aardsche leven
san alles, zelfs aan onrecht. We worden
in onze dagen zóó vertrouwd met het ge
weld in allerlei vorm, dat, nu ja, het
treft ons nog wel, maar het verzet en het
protest ex tegen verliezen hun spits. Eb
dit is jammer. Zóó gewend zijn we, het
fascisme tot daden van onrecht en ge
weld zijn toevlucht te zien nemen, dat
het ons niet eens meer erg treft. Daarbij
komt, dat deze onvolkomen samenleving
ons telkens dwingt tot een compromis,
tot aanvaarding van „het voldongen feit',
zooals b.v. de onderdrukking van Abes-
synië in steeds breeder kring wordt er
kend, en hoe hebben we er tegen ge-
protesteord, en hoe nobel en sterk was
ons aller verontwaardigingI
Laat ons echter i n n e r 1 ij k het ver
zet en de woede tegen onrecht niet ver
liezen, ook al verslapt het in zijn uitin
gen.
Laat ons, Nederlanders, ook het on
recht onderkennen, dat gelegen is in die
nieuwe bepalingen van den machtigen
Göring, machtig niet door recht maar
door geweld, die daar met één penne-
streek de eigendommen ontneemt aan
talrijke Joden, zonder onderscheid, en
daarvoor dit motief bijeenknutselt en bij-
eenknoeit, dat het wel „onrechtmatig"
zal zijn verworven, maar die dan toch
dit oneerlijk verkregen geld voor „cultu-
reele staatsdoeleinden zal aanwenden".
Commissie uit de Ingezetenen over de
grenswijziging.
Gistei avond vergadeide onder leiding
van den burgemeester de commissie uit
de ingezetenen ter bespreking van de
grenswijziging. Afwezig waren de heeren
Karhof en Mr Zaaijer.
Nadat de heeren de voorgeschreven
eeden of beloften hebben afgelegd, geeft
de voorzitter een korte inleiding en toe-
vuur, maar plotseling zweeg ze tot over
haar ooren kleurend.
Maude had Nannie niet aangekeken.
Met een soort trotsche schuwheid had ze
het hoofd afgewend gehouden, terwijl ze
haar geheimste gevoelens openbaarde. Nu
keek ze verbaasd op en was het Nannie's
beurt om de oogen af te wenden.
„En toch?" vroeg Maude.
Nannie scheen een antwoord liever te
ontwijken, maar Maude drong aan.
„En toch heb ik gedacht", zei ze, terwijl
haar kleur nog dieper werd, „soms heb
ik wel eens gedacht, dat dat die groote
liefde gekomen was, dat dat ook jij
een Angus gevonden had."
„Je bedoelt mijnheer Nugent", zei Mau
de onmiddellijk, terwijl er een flauw
blosje naar haar wangen steeg. „Wel
Nannie, om heelemaal eerlijk tegen je
te zijn, ik heb ook wel eens zoo gedacht.
Ik bewonder en respecteer hem meer dan
iemand anders, dien ik ken en ik ben
graag in zijn gezelschap maar maar
dat is alles."
Ze zweeg even, glimlachte om haar
eigen gedachte en ging voort:
„Terwijl dat verlangen naar een groote
liefde in me was, terwijl ik overal in de
wereld rondtrok, iets zoekend om me aan
te wijden, meende ik wel eens, dat er
meer was en gaf ik me wel eens aan
lichting op het plan tot grenswijziging.
Dhr W. L. B. J. D e k k e r (A.R.) merkt
op, dat de uitbreiding van Goes gaat ten
koste van een andere gemeente. Destijds
Heeft Spr. zicb verzet tegen opheffing
der gemeente Kattendijke. En nu zien
we weer, dat de kleinste gemeente het
onderspit moet delven. De Raad van
Goes is heel gemakkelijk heengestapt
over het in de knel komen van de auto
nomie van een gemeente. Als A.-R. beeft
Spr. daartegen echter bezwaar.
De voorzitter merkt op, dat het
bier niet gaat om autonomie van een ge
meente of over annexatie. Het gaat al
leen over grenswijziging.
Dhr Dekker verschilt hierin van
meening met den voorzitter.
Kloetinge, althans een deel daarvan,
wordt bij wijze van koehandel overgele
verd aan Goes. Niet alleen de autono
mie, ook het historisch gewordene wordt
aangetast. Het protest van Kloetinge kan
Spr. onderschrijven. Kloetinge heeft geen
bezwaar tegen grenswijziging bij Berg
pad, Vogelzangsche weg en Patijnweg.
Maar met de Buijs Ballotstraat is het
heel anders gesteld. Daar wonen het
is hier een historisch gegroeide toestand
echte Kloetingenaars. Spr. zou willen
voorstellen de Buijs Ballotstraat en den
'p Gravenpolderschen straatweg bij Kloe
tinge te laten.
Die voorzitter ziet principieel ver
schil tusschen een annexatie en een
grenswijziging. De laatste is hier in 't ge
ding. Ook de autonomie heeft hier niets
mee te maken.
Dhr Akkerman (s.-d.) meent, dat
het principe wel niet geheel kan worden
losgelaten, maar de hoofdzaak is toch de
doelmatigheid. Deze grenswijziging is
voor Goes noodzakelijk, Goes is een
groeiend centrum van Zuid-Beveland en
Zeeland. Goes is gegroeid in een bepaal
de richting, die van Kloetinge en heeft
behoefte aan een uitbreidingsplan, dat
aan bepaalde eischen voldoet. De bepa
ling van de grens is volgens Spr. juist
gekozen. Aan het dorpskarakter van
Kloetinge wordt geen afbreuk gedaan.
Deze gemeen te behoudt voldoende gelegen
heid voor uitbreiding. Spr. vraagt, waar
om aan de grens 50 M. afstand moet
worden gelaten.
Dhr Simons (R.K.) gelooft niet, dat
Goes beschuldigd kan worden van land-
iionger. Goes heeft behoefte aan uitbrei
ding, al is het voor een groep personen
onaangenaam straks meer lasten te moe
ten gaan betalen. Spr. gelooft niet, dat
voor de Buijs Ballotstraat een uitzonde
ring gemaakt kan worden, al vindt Spr.
het een schaduwzijde, dat werkelijke
Kloetingenaars bij Goes gevoegd zullen
worden.
Dhr de Kruijter (C.H.) acht uit
breiding ten Z. van de spoorlijn niet ge-
droomen over. Mooie, prettige droomen
waren het, maar slechts droomen. Toen
hadden die droomen misschien wel in
iets meer ernstigs kunnen overgaan,
maar nu niet meer. Zelfs al kon hij een
Angus voor mij' zijn, ik zie nu in, dat ik
geen Nannie voor hem was en nooit kan
zijn ook. En ik ben zoo dankbaar, o
zoo dankbaar, dat ik het bijtijds heb mo
gen inzien."
Nannie keek haar wat bezorgd aan
doch Maude ving dien blik op en lachte
met een vroolijikheid en luchthartigheid,
dje haar vriendin volkomen gerust stelde.
„O, jij probeert al weer er een hart
roerende geschiedenis van te maken,"
zei ze, „maar dat kun je niet. Geloof me,
lieve Nan," voegde ze er wat ernstiger
aan toe, „ik houd je niet voor den gek
en evenmin mezelf. Ik trachtte van mijn
heer Nugent te gaan houden, omdat ik
zoo graag van iemand wilde gaan hou
den en hij was hij is heelemaal de
man, voor wien ik iets zou kunnen voe
len. Maar op de een of andere manier
ben ik er niet in geslaagd. En nu de
leegte is gevuld, naar ik hoop op de ware
duurzame manier nu het leven me
beuzelachtigheidjes lijkt ben ik dank
baarder dan ik je zeggen kan, dat het
anders is geloopen."
„En als je dat werkelijk van harte
wenscht. Te veel nadruk wordt op het
Zuiden van Goes gelegd en het Noorden
wordt al stiller. Alles concentreert zich
op den grooten verkeersweg.
De markt moet zooveel mogelijk het
centrum blijven.
Spr. ziet in het voorstel geen finan
cieel voordeel. Sprekers rechtvaardig
heidsgevoel komt op tegen bet afnemen
van V» van Kloetinge. Er zit in bet voor
stel een kern van onrechtvaardigheid.
Spr. zou de grens willen bepalen op
60 M. ten W. van de Buijs Ballotstraat.
Verder vraagt Spr. of vermeerdering van
zielental voor Goes verhooging van sala
rissen beteekent.
Dhr Vingerling (A.R.) heeft ook
enkele bezwaren gevoeld. Het gaat hier
over uitbreidingsmogelijkheid
voor Goes. E'n nu is die mogelijkheid er
z.i. niet aan de Buijs Ballotstraat en
's Gravenpoldersche weg. Men zegt, dat
deze straten bij Goes moeten komen van
wege een rioleeringsplan. Spr. meent
echter, dat de afval van den Kloeting-
schen weg wel weggevoerd kan worden
naar den watergang over Goesch gebied.
Spr. zou graag Buijs Ballotstraat en
's Gravenpoldersche weg bij Kloetinge
willen laten. In Bouwplan III en het plan
aan den 'sH. Hendrikskinderendijk is
nog uitbreidingsmogelijkheid genoeg. Aan
bet plan, zooals het er nu ligt, kan Spr.
moeilijk zijn stem goven.
Dhr Jonkers (V.B.) wil uitbreidings
mogelijkheid voor Goes, Zij, die bij Goes
hooren, moeten er kunnen wonen. De
Buijs Ballotstr. is echter de normale uit
breiding van Kloetinge. Deze straat is ont
staan omdat giootgrondbezitters te Kloe
tinge geen vierkante M. wilden afstaan.
Deze straat wordt bewoond door echte
Kloetingenaars. Het is een zuiver, een
echt gedeelte van Kloetinge, bewoond
door behoorlijk gefortuneerde menschen.
Goes heeft die straat niet noodig voor
uitbreiding en zijn burgers wonen er
niet. Over den 'e Gravenpolderschen
straatweg denkt Spr. anders. Om ver
schillende redenen wil Spr. dien bij Goes
rekenen.
Kloetinge mag er geen bezwaar tegen
hebben, dat zij, die' in Kloetinge vanwege
de belastingen zijn gaan wonen, maar
feitelijk bij Goes behooren, weer bij Goes
worden gevoegd.
D'hr B u ij s (s.-d.) herinnert er aan,
dat Kloetinge destijds accoord ging met
de opheffing van Kattendijke en nu
maakt het bezwaar tegen verlies van
Buijs Ballotstraat en Patijnweg. Dat is
niet logisch en consequent. Spr. zal voor
het voorstel stemmen.
Dhr Dekker wijst er op, dat Kloe
tinge heeft geadviseerd tegen opheffing
van Kattendijke.
De voorzitter beantwoordt de
sprekers. Spr. meent, dat alleen het voor
stel van Goesch standpunt hier moet
worden bekeken. Iedere gemeente moet
dit van eigen standpunt doen. Hier zijn
cpmerkingen gemaakt, die in Kloetinge
thuis hooren, en die gebaseerd zijn op
medelijden. Het is niet met vreugde, dat
Kloetinge leed wordt gedaan. Maar het
beeft jaien geprofiteerd van lal van Goe-
senaren.
De historie zet zich voort, zoodat hel
historisch gewordene zich dient te wijzi
gen. Goes heeft behoefte aan expansie.
Elk voorstel dat Goes destijds aan Kloe
tinge deed, werd afgewezen. Toen kwam in
1935 het voorstel tot opheffing van Kat
tendijke, dat niet is doorgegaan. Goes zelf
beeft nimmer om het' nu voorgestelde ge
vraagd, maar steeds vertrouwen gesteld
in neutrale colleges en autoriteiten als
Ged. Staten en de Minister.
Voor ruimere bebouwing is er de Pa
tijnweg en de 's Heer Hendrikskinderen
dijk. Voor gesloten bebouwing hebben we
behoefte aan de 58 H.A.
Spr. juicht het toe, dat de Minister een
/oor jaren afdoende grenswijziging heeft
voorgesteld. Geen prutswerk dus.
De groei van Goes is gezond en nor
maal, gevolg van zijn geografische ge
steldheid en aan de voortreffelijke ver
keersmiddelen. We moeten geen uitbrei-
dingspolitiek van stukjes en beetjes, maar
een plan van groote lijnen, dat voor ja
ren en jaren voldoende is. Het mag niet
langer voorkomen, dat menschen, die in
Goes hun werk hebben, even over de
grens zich vestigen.
De financieele gevolgen worden met
Kloetinge geregeld. Het kan daarvoor al
lerminst ondankbaar zijn.
meent," zei Nannie, „o Maude, dan ben
ik van ganscher harte dankbaar voor je."
„Ik wist, dat je blij zou zijn, als je
hoorde, wat ik den laatsten tijd onder
vonden heb en ik heb het je al verschei
dene malen willen vertellen," zei Maude
zacht. „Maar je weet, Nan, hoe trotsch
ik ben; ik was bang, beschaamd om zelfs
mezel'f te erkennen, hoeveel er altijd ont
broken had aan mijn leven, hoe arm ik
was aan waar, oprecht gevoel, terwijl ik
mezelf al dien tijd zoo rijk achtte. En ik
kon het jou heelemaal niet vertellen, hoe
graag ik ook wilde, en zelfs nu zou ik het
je niet verteld hebben, had ik je geen
prettige gedachte mee willen geven op
een reis, die je, naar ik weet, eigen
lijk met tegenzin begint."
En er woonde blijdschap in Nannie's
hart, die haar moed gaf om een vroolij'k
gezicht te zetten- bij het afscheid van
haar huisgenooten en gedurende haar
lange, eenzame reis.
Ze bracht haar' tocht spoedig ten ein
de. Mijnheer Fleming had den huis
knecht gestuurd heelemaal naar Seatown
om haar te begeleiden. En voor een jon
ge, onervaren reizigster als Nannie was
dit een heele steun en verlichting. Ze
kwam niet door de stad, waar Angus het
meest kwam, want ofschoon Birkenlee
en Northlands over de heuvels slechts
Met verontwaardiging en verachting
heeft Spr, gehoord, dat gezegd wordt in
de gemeente, dat burgemeester en secre
taris voor het voorstel zijn, omdat ze in
salaris vooruit gaan. Dit is echter niet
het geval, De salarissen in de groote ge
meenten worden niet bepaald naar het
zielental. Er is voor Spr, en den secre
taris hier geen enkel financieel belang in
't geding. Geen enkel salaris gaat er in
Goes op vooruit.
Er zullen voor Goes meer ontvangsten
en meer uitgaven komen. De laatste wor
den gedekt door de eerste.
De 50 M. niemandsland aan do grens
is een novum. Het is voorgesteld om con
flicten met de bouwplannen te voorkomen.
Spr. wil wel vragen daarvan af te zien.
De opmerking van den heer Vingerling
over de rioleering is voor Spr. nieuw. Wel
zijn er moeilijkheden met de rioleering
van het R.-K. Ziekenhuis, maar het is
nu niet het psychologisch moment om
ilie samen met Kloetinge op te lossen.
(Gelach.)
Resumberende zegt Spr., dat dit is een
plan in grooten stijl, dat brengt wat
Goes noodig heeft. Laten we nu niet
voorstellen het terrein over het spoor te
verdeelen. Dan staan we over tien jaar
weer voor moeilijkheden. Het spijt Spr.
dat de goede buur Kloetinge met zijn uit
stekend gemeentebestuur leed wordt ge
daan.
Dhr Vingerling krijgt nog ten ant
woord, dat de kwestie Buijs Ballotstraat
niet samenhangt met een rioleerings
plan.
Naar 's voorzitters meening wil de Mi
nister een definitieve oplossing, die een
afgerond geheel brengt.
Dhr Vingerling gelooft niet, dat
iemand ooit achter de Buijs Ballotstraat
zal gaan bouwen.
Dö voorzitter acht dit niet uitge
sloten. We moeten geen genoegen nemen
met een politiek van een paar jaar.
Dhr Dekker vraagt of er over dit
plan is gehandeld door Goes met Kloe
tinge en met Ged. Staten en of Goes ooit
hjeft gevraagd om de Buijs Ballotstraat.
De voorzitter antwoordt, dat over
tl i t plan niet door Goes met Kloetinge is
gesproken. Dit ligt niet in de procedure
en is ook niet gewenscht. Goes heeft
evenmin om de Buijs Ballotstraat ge
vraagd als destijds om Kattendijke. Maar
dit plan is de eenige oplossing. We moe
ten deze zaak niet klein, maar groot zien.
Dhr Potter (C.-H.) vraagt of de Mi
nister misschien geheel Kloetinge aan
Goes wil geven.
De voorzitter antwoordt ontken
nend.
Dhr Vingerling blijft bezwaar
houden tegen toewijzing van de Buijs
Ballotstraat bij Goes.
Dhr Jonkers staat op ditzelfde
standpunt. Er is nog wel voor 100 jaar
voldoende bouwgrond tusschen Goes en
Kloetinge voorradig. We hebben geen
grond achter de Buijs Ballotstr. noodig.
Dhr Akkerman gelooft niet, dat de
Buijs Ballotstraat door Goes kan worden
gemist. Deze straat is een onnatuurlijke
uitbreiding van Kloetinge, een uitwas.
Dhr Vingerling bestrijdt dit. Er
is nog voldoende uitbreiding voor Goes.
De voorzitter concludeert, dat de
commissie instemt met het plan, maar
dat enkele heeren een oplossing willen,
waardoor de Buijs Ballotstraat bij Kloe
tinge blijft.
Dhr Dekker vestigt er den nadruk
op, dat het plan mèt de Buijs Ballotstr.
voor Spr. onaannemelijk is.
Dhr Jonkers wil graag een uit
spraak hoeveel leden tegen de toevoe
ging van de Buijs Ballotstraat zijn.
De voorzitter acht dit niet noodig
en niet wenschelijk. De Minister let niet
acht mij'l van elkaar verwijderd lagen,
bedroeg die afstand langs den hoofdweg
veel meer. En Nannie en haar geleider
moesten de postkoets een halte voor A.
verlaten. Hier wachtte het rijtuig van
Northlands haar en de laatste twaalf of
veertien mij'l had ze achter den rug voor
ze het goed wist.
De landstreek, waar ze door heen reed
was beboscht en vruchtbaar. Hier en
daar kwamen heuvels in zicht en Nannie
'keek er vol belangstelling naar, zicb af
vragend, of het dezelfde waren, die An
gus haar beschreven had en waarnaar
hij eiken dag keek.
Hoe vaak ze Northlands ook 'had, hoo
ren beschrijven, de schoonheid van de
(bezitting overtrof toch nog haar ver
wachtingen. Het 'huis stond in een bree-
de, vruchtbare vallei en zooals de naam
al aanduidde, aan den Noordkant. Het
was op een kleinen heuvel gebouwd, om
geven door bosschen en grasvlakten, tor-
wijl hier en daar grij'ze rotsblokken zich
boven de boomkruinen verhieven, als om
wat afwisseling in het tooneel te brengen.
Reeds op een mijl afstand kon men het
zien. De weg, die er naar toe leidde, voer
de nu eens door de bosschen, dan weer
over open grasvlakten, vanwaar men een
mooi uitzicht had over de vallei.
(Wordt vervolgd.)
woordt H. K. H. Prinses Juliana met op Haar arm de kleine Prinses
Beatrix de enthousiaste toejuichingen.