DE ZEEUW Pleidooi voor een arbeidsdienst. TWEEDE BLAD TANTE AILIE Vogelvrij-verklaring van medeburgers. feuilleton Uit de Provincie. GOES. VAN DINSDAG 3 MEI 1938, Nr 180. Sociale dienstplicht Is niet ondemo cratisch, aldus de „Nederlander". De „Nederlands*" bespreekt in een uitvoerig artikel over de werkloosheid ook. de mogelijkheid van een arbeids dienst in Nederland. Het moet er bij de plannen tot werkverschaffing niet in de eerste plaats om gaan den jeugdigen werkioozen bezigheid te verschaffen. Zij moeten een taak hebben, waardoor zij zich weer als volwaardige leden van de maatschappij gaan zien. In dit verband pleit het blad «voor een verplichten ar beidsdienst. „Deze naam heeft in ons land een wei nig sym'pathieken klank ©n wanneer wij in ons land een instelling in het leven gaan roepen, die daarmede te vergelijken is, zullen wij verstandig doen 'het eigen karakter daarvan ook in den naam tot uitdrukking te brengen. Maar het zou bekrompen zijn zulk een instelling zonder meer af te wijzen alleen omdat men in het natlonaal-soclalittische Duitschland zooiets al eerder ln de practijk heeft ge bracht. Een dergelijke kortzichtige hou ding is goed beschouwd een voortreffe lijke propaganda voor het nationaal- sociallsme, terwijl daarentegen het beste verweer tegen 'het nationaal-sooialisme is, dat men metterdaad toont, dat wij dit niet noodig hebben, om op krachtdadige wijze een oplossing te zoeken voor het probleem van de jeugdwerkloosheid. Dat de arbeidsdienst niet past bij onze democratische verhoudingen, is voor ons dan ook niet de laatste wijsheid. Het is voor ons niet meer dan de eerste mis schien begrijpelijke reactie ivan iemand, die de zaak niet voldoende door dacht heeft. Is de militaire dienstplicht misschien ondemooratisch? Waarom zou de sociale dienstplicht, die de verdediging tegen een vijand, die van binnenuit onze volksgemeenschap bedreigt, ten doel heeft dit dan wel zijn? Wanneer het water onze dijken bedreigt, vinden wij het vanzelf sprekend, dat aan de bewoners van een poldergebied bepaalde verplichtingen worden opgelegd. Zou dat dan ongeoor loofd zijn, indien de werkloosheid ons volksleven ondermijnt? Wij zijn er ons volkomen ivan bewust, dat de verwezenlijking van het denkbeeld van den socialen dienstplicht ons voor tal van moeilijkheden plaatst. Maar wij hou den 'het er voor, dat die moeilijkheden niet onoplosbaar zijn als men de zaak maar wil aanpakken. Er moeten in dezen tijd in het belang van de defensie aJllerlei voorzieningen worden getroffen. Zou het nu niet mogelijk zijn den socialen dienst plicht onder meer op dit doel te richten? Men beginne met in de versc'hiiende deelen van ons land geschikte werkobjec- ten te zoeken en richte kampen in, waar men de verschillende geestelijke schakee ringen zooveel mogelijk afzonderlijk huis vest. Maar het werk zij gemeenschappe lijk. Van meet af aan sta voorop, dat alle bevolkingsgroepen bij dit werk betrokken worden; is het niet mogelijk vrijwillig dit zou in aanmerking kunnen komen in den begintijd, als het denkbeeld nog slechts op beperkte schaal kan worden toegepast dan door het scheppen van een verplichting. En vooral: men handele spoedig en doortastend. Dit werk kan alleen slagen, als het van den aanvang af breed wordt opgezet." De jongste „verordening" van den neer Göring tegen de Joden doet de Avondpost schrijven: „Deze besluiten komen dus hierop neer: 41 hun geld, op eventueel 5000 mark na, wordt den Joden afgenomen. door Catharine D. Bell. „m naar bet Engelsch.) 63) o „Daar ben ik van overtuigd", riep Nan nie uit, haar gezichtje stralend van vreug de; „en o, Maude ik ben zoo blij." „Ik ben ook blij", zei Maude, wat ge makkelijker sprekend, nu ze eenmaal zoover was. „En Nannie, behalve, dat het een zegen is, geloof ik, dat het me voor een groot gevaar kan behoeden." „Wat voor een gevaar? Ik begrijp je niet heelemaal." „Neen, dat kun je ook niet; soms begrijp ik mezelf niet. Maar ik heb er wel eens erg naar verlangd, dat ook van mij iemand zooveel hield, dat ik samen met hem door het leven kon gaan, dat ik voor hem kon zorgen, hem kon steunen op den levensweg. En wanneer men zulk een verlangen koestert, een verlangeen, dat niet eens zondig zijn kan, dan loopt mén toch gevaar, dat men zich gaat ver gissen... dat men de dingen niet zoo zuiver ziet, als wel gewenscht is, om een onberaden stap te voorkomen." „En toch Maude", begon Nannie vol Het liefst heeft men, dat ze bet land voor goed verlaten. Maar meer dan 5000 mark mogen ze dan toch niet meenemen. De rest komt aan den Staat. D'e heer G ö- r i n g kan (zal) beslissen, dat de staat er gebruik van maakt. Als rechtsgrond wordt opgegeven, „dat een groot deel van deze vermogens op onrechtmatige wijze is verworven". "Men weet dit wel niet, maar men „noemt het a an", en wel „met zeker- h e i d". Daarom worden ze onteigend. De Joden is men liever kwijt dan rijk, maar hun geld houdt men voor alle „ze kerheid" vast. Het is wel „onrechtmatig verkregen", maar zegt het spreek woord „geld stinkt niet" en de fascis tische staat kan het prachtig gebrui ken D'e mensch went in dit aardsche leven san alles, zelfs aan onrecht. We worden in onze dagen zóó vertrouwd met het ge weld in allerlei vorm, dat, nu ja, het treft ons nog wel, maar het verzet en het protest ex tegen verliezen hun spits. Eb dit is jammer. Zóó gewend zijn we, het fascisme tot daden van onrecht en ge weld zijn toevlucht te zien nemen, dat het ons niet eens meer erg treft. Daarbij komt, dat deze onvolkomen samenleving ons telkens dwingt tot een compromis, tot aanvaarding van „het voldongen feit', zooals b.v. de onderdrukking van Abes- synië in steeds breeder kring wordt er kend, en hoe hebben we er tegen ge- protesteord, en hoe nobel en sterk was ons aller verontwaardigingI Laat ons echter i n n e r 1 ij k het ver zet en de woede tegen onrecht niet ver liezen, ook al verslapt het in zijn uitin gen. Laat ons, Nederlanders, ook het on recht onderkennen, dat gelegen is in die nieuwe bepalingen van den machtigen Göring, machtig niet door recht maar door geweld, die daar met één penne- streek de eigendommen ontneemt aan talrijke Joden, zonder onderscheid, en daarvoor dit motief bijeenknutselt en bij- eenknoeit, dat het wel „onrechtmatig" zal zijn verworven, maar die dan toch dit oneerlijk verkregen geld voor „cultu- reele staatsdoeleinden zal aanwenden". Commissie uit de Ingezetenen over de grenswijziging. Gistei avond vergadeide onder leiding van den burgemeester de commissie uit de ingezetenen ter bespreking van de grenswijziging. Afwezig waren de heeren Karhof en Mr Zaaijer. Nadat de heeren de voorgeschreven eeden of beloften hebben afgelegd, geeft de voorzitter een korte inleiding en toe- vuur, maar plotseling zweeg ze tot over haar ooren kleurend. Maude had Nannie niet aangekeken. Met een soort trotsche schuwheid had ze het hoofd afgewend gehouden, terwijl ze haar geheimste gevoelens openbaarde. Nu keek ze verbaasd op en was het Nannie's beurt om de oogen af te wenden. „En toch?" vroeg Maude. Nannie scheen een antwoord liever te ontwijken, maar Maude drong aan. „En toch heb ik gedacht", zei ze, terwijl haar kleur nog dieper werd, „soms heb ik wel eens gedacht, dat dat die groote liefde gekomen was, dat dat ook jij een Angus gevonden had." „Je bedoelt mijnheer Nugent", zei Mau de onmiddellijk, terwijl er een flauw blosje naar haar wangen steeg. „Wel Nannie, om heelemaal eerlijk tegen je te zijn, ik heb ook wel eens zoo gedacht. Ik bewonder en respecteer hem meer dan iemand anders, dien ik ken en ik ben graag in zijn gezelschap maar maar dat is alles." Ze zweeg even, glimlachte om haar eigen gedachte en ging voort: „Terwijl dat verlangen naar een groote liefde in me was, terwijl ik overal in de wereld rondtrok, iets zoekend om me aan te wijden, meende ik wel eens, dat er meer was en gaf ik me wel eens aan lichting op het plan tot grenswijziging. Dhr W. L. B. J. D e k k e r (A.R.) merkt op, dat de uitbreiding van Goes gaat ten koste van een andere gemeente. Destijds Heeft Spr. zicb verzet tegen opheffing der gemeente Kattendijke. En nu zien we weer, dat de kleinste gemeente het onderspit moet delven. De Raad van Goes is heel gemakkelijk heengestapt over het in de knel komen van de auto nomie van een gemeente. Als A.-R. beeft Spr. daartegen echter bezwaar. De voorzitter merkt op, dat het bier niet gaat om autonomie van een ge meente of over annexatie. Het gaat al leen over grenswijziging. Dhr Dekker verschilt hierin van meening met den voorzitter. Kloetinge, althans een deel daarvan, wordt bij wijze van koehandel overgele verd aan Goes. Niet alleen de autono mie, ook het historisch gewordene wordt aangetast. Het protest van Kloetinge kan Spr. onderschrijven. Kloetinge heeft geen bezwaar tegen grenswijziging bij Berg pad, Vogelzangsche weg en Patijnweg. Maar met de Buijs Ballotstraat is het heel anders gesteld. Daar wonen het is hier een historisch gegroeide toestand echte Kloetingenaars. Spr. zou willen voorstellen de Buijs Ballotstraat en den 'p Gravenpolderschen straatweg bij Kloe tinge te laten. Die voorzitter ziet principieel ver schil tusschen een annexatie en een grenswijziging. De laatste is hier in 't ge ding. Ook de autonomie heeft hier niets mee te maken. Dhr Akkerman (s.-d.) meent, dat het principe wel niet geheel kan worden losgelaten, maar de hoofdzaak is toch de doelmatigheid. Deze grenswijziging is voor Goes noodzakelijk, Goes is een groeiend centrum van Zuid-Beveland en Zeeland. Goes is gegroeid in een bepaal de richting, die van Kloetinge en heeft behoefte aan een uitbreidingsplan, dat aan bepaalde eischen voldoet. De bepa ling van de grens is volgens Spr. juist gekozen. Aan het dorpskarakter van Kloetinge wordt geen afbreuk gedaan. Deze gemeen te behoudt voldoende gelegen heid voor uitbreiding. Spr. vraagt, waar om aan de grens 50 M. afstand moet worden gelaten. Dhr Simons (R.K.) gelooft niet, dat Goes beschuldigd kan worden van land- iionger. Goes heeft behoefte aan uitbrei ding, al is het voor een groep personen onaangenaam straks meer lasten te moe ten gaan betalen. Spr. gelooft niet, dat voor de Buijs Ballotstraat een uitzonde ring gemaakt kan worden, al vindt Spr. het een schaduwzijde, dat werkelijke Kloetingenaars bij Goes gevoegd zullen worden. Dhr de Kruijter (C.H.) acht uit breiding ten Z. van de spoorlijn niet ge- droomen over. Mooie, prettige droomen waren het, maar slechts droomen. Toen hadden die droomen misschien wel in iets meer ernstigs kunnen overgaan, maar nu niet meer. Zelfs al kon hij een Angus voor mij' zijn, ik zie nu in, dat ik geen Nannie voor hem was en nooit kan zijn ook. En ik ben zoo dankbaar, o zoo dankbaar, dat ik het bijtijds heb mo gen inzien." Nannie keek haar wat bezorgd aan doch Maude ving dien blik op en lachte met een vroolijikheid en luchthartigheid, dje haar vriendin volkomen gerust stelde. „O, jij probeert al weer er een hart roerende geschiedenis van te maken," zei ze, „maar dat kun je niet. Geloof me, lieve Nan," voegde ze er wat ernstiger aan toe, „ik houd je niet voor den gek en evenmin mezelf. Ik trachtte van mijn heer Nugent te gaan houden, omdat ik zoo graag van iemand wilde gaan hou den en hij was hij is heelemaal de man, voor wien ik iets zou kunnen voe len. Maar op de een of andere manier ben ik er niet in geslaagd. En nu de leegte is gevuld, naar ik hoop op de ware duurzame manier nu het leven me beuzelachtigheidjes lijkt ben ik dank baarder dan ik je zeggen kan, dat het anders is geloopen." „En als je dat werkelijk van harte wenscht. Te veel nadruk wordt op het Zuiden van Goes gelegd en het Noorden wordt al stiller. Alles concentreert zich op den grooten verkeersweg. De markt moet zooveel mogelijk het centrum blijven. Spr. ziet in het voorstel geen finan cieel voordeel. Sprekers rechtvaardig heidsgevoel komt op tegen bet afnemen van V» van Kloetinge. Er zit in bet voor stel een kern van onrechtvaardigheid. Spr. zou de grens willen bepalen op 60 M. ten W. van de Buijs Ballotstraat. Verder vraagt Spr. of vermeerdering van zielental voor Goes verhooging van sala rissen beteekent. Dhr Vingerling (A.R.) heeft ook enkele bezwaren gevoeld. Het gaat hier over uitbreidingsmogelijkheid voor Goes. E'n nu is die mogelijkheid er z.i. niet aan de Buijs Ballotstraat en 's Gravenpoldersche weg. Men zegt, dat deze straten bij Goes moeten komen van wege een rioleeringsplan. Spr. meent echter, dat de afval van den Kloeting- schen weg wel weggevoerd kan worden naar den watergang over Goesch gebied. Spr. zou graag Buijs Ballotstraat en 's Gravenpoldersche weg bij Kloetinge willen laten. In Bouwplan III en het plan aan den 'sH. Hendrikskinderendijk is nog uitbreidingsmogelijkheid genoeg. Aan bet plan, zooals het er nu ligt, kan Spr. moeilijk zijn stem goven. Dhr Jonkers (V.B.) wil uitbreidings mogelijkheid voor Goes, Zij, die bij Goes hooren, moeten er kunnen wonen. De Buijs Ballotstr. is echter de normale uit breiding van Kloetinge. Deze straat is ont staan omdat giootgrondbezitters te Kloe tinge geen vierkante M. wilden afstaan. Deze straat wordt bewoond door echte Kloetingenaars. Het is een zuiver, een echt gedeelte van Kloetinge, bewoond door behoorlijk gefortuneerde menschen. Goes heeft die straat niet noodig voor uitbreiding en zijn burgers wonen er niet. Over den 'e Gravenpolderschen straatweg denkt Spr. anders. Om ver schillende redenen wil Spr. dien bij Goes rekenen. Kloetinge mag er geen bezwaar tegen hebben, dat zij, die' in Kloetinge vanwege de belastingen zijn gaan wonen, maar feitelijk bij Goes behooren, weer bij Goes worden gevoegd. D'hr B u ij s (s.-d.) herinnert er aan, dat Kloetinge destijds accoord ging met de opheffing van Kattendijke en nu maakt het bezwaar tegen verlies van Buijs Ballotstraat en Patijnweg. Dat is niet logisch en consequent. Spr. zal voor het voorstel stemmen. Dhr Dekker wijst er op, dat Kloe tinge heeft geadviseerd tegen opheffing van Kattendijke. De voorzitter beantwoordt de sprekers. Spr. meent, dat alleen het voor stel van Goesch standpunt hier moet worden bekeken. Iedere gemeente moet dit van eigen standpunt doen. Hier zijn cpmerkingen gemaakt, die in Kloetinge thuis hooren, en die gebaseerd zijn op medelijden. Het is niet met vreugde, dat Kloetinge leed wordt gedaan. Maar het beeft jaien geprofiteerd van lal van Goe- senaren. De historie zet zich voort, zoodat hel historisch gewordene zich dient te wijzi gen. Goes heeft behoefte aan expansie. Elk voorstel dat Goes destijds aan Kloe tinge deed, werd afgewezen. Toen kwam in 1935 het voorstel tot opheffing van Kat tendijke, dat niet is doorgegaan. Goes zelf beeft nimmer om het' nu voorgestelde ge vraagd, maar steeds vertrouwen gesteld in neutrale colleges en autoriteiten als Ged. Staten en de Minister. Voor ruimere bebouwing is er de Pa tijnweg en de 's Heer Hendrikskinderen dijk. Voor gesloten bebouwing hebben we behoefte aan de 58 H.A. Spr. juicht het toe, dat de Minister een /oor jaren afdoende grenswijziging heeft voorgesteld. Geen prutswerk dus. De groei van Goes is gezond en nor maal, gevolg van zijn geografische ge steldheid en aan de voortreffelijke ver keersmiddelen. We moeten geen uitbrei- dingspolitiek van stukjes en beetjes, maar een plan van groote lijnen, dat voor ja ren en jaren voldoende is. Het mag niet langer voorkomen, dat menschen, die in Goes hun werk hebben, even over de grens zich vestigen. De financieele gevolgen worden met Kloetinge geregeld. Het kan daarvoor al lerminst ondankbaar zijn. meent," zei Nannie, „o Maude, dan ben ik van ganscher harte dankbaar voor je." „Ik wist, dat je blij zou zijn, als je hoorde, wat ik den laatsten tijd onder vonden heb en ik heb het je al verschei dene malen willen vertellen," zei Maude zacht. „Maar je weet, Nan, hoe trotsch ik ben; ik was bang, beschaamd om zelfs mezel'f te erkennen, hoeveel er altijd ont broken had aan mijn leven, hoe arm ik was aan waar, oprecht gevoel, terwijl ik mezelf al dien tijd zoo rijk achtte. En ik kon het jou heelemaal niet vertellen, hoe graag ik ook wilde, en zelfs nu zou ik het je niet verteld hebben, had ik je geen prettige gedachte mee willen geven op een reis, die je, naar ik weet, eigen lijk met tegenzin begint." En er woonde blijdschap in Nannie's hart, die haar moed gaf om een vroolij'k gezicht te zetten- bij het afscheid van haar huisgenooten en gedurende haar lange, eenzame reis. Ze bracht haar' tocht spoedig ten ein de. Mijnheer Fleming had den huis knecht gestuurd heelemaal naar Seatown om haar te begeleiden. En voor een jon ge, onervaren reizigster als Nannie was dit een heele steun en verlichting. Ze kwam niet door de stad, waar Angus het meest kwam, want ofschoon Birkenlee en Northlands over de heuvels slechts Met verontwaardiging en verachting heeft Spr, gehoord, dat gezegd wordt in de gemeente, dat burgemeester en secre taris voor het voorstel zijn, omdat ze in salaris vooruit gaan. Dit is echter niet het geval, De salarissen in de groote ge meenten worden niet bepaald naar het zielental. Er is voor Spr, en den secre taris hier geen enkel financieel belang in 't geding. Geen enkel salaris gaat er in Goes op vooruit. Er zullen voor Goes meer ontvangsten en meer uitgaven komen. De laatste wor den gedekt door de eerste. De 50 M. niemandsland aan do grens is een novum. Het is voorgesteld om con flicten met de bouwplannen te voorkomen. Spr. wil wel vragen daarvan af te zien. De opmerking van den heer Vingerling over de rioleering is voor Spr. nieuw. Wel zijn er moeilijkheden met de rioleering van het R.-K. Ziekenhuis, maar het is nu niet het psychologisch moment om ilie samen met Kloetinge op te lossen. (Gelach.) Resumberende zegt Spr., dat dit is een plan in grooten stijl, dat brengt wat Goes noodig heeft. Laten we nu niet voorstellen het terrein over het spoor te verdeelen. Dan staan we over tien jaar weer voor moeilijkheden. Het spijt Spr. dat de goede buur Kloetinge met zijn uit stekend gemeentebestuur leed wordt ge daan. Dhr Vingerling krijgt nog ten ant woord, dat de kwestie Buijs Ballotstraat niet samenhangt met een rioleerings plan. Naar 's voorzitters meening wil de Mi nister een definitieve oplossing, die een afgerond geheel brengt. Dhr Vingerling gelooft niet, dat iemand ooit achter de Buijs Ballotstraat zal gaan bouwen. Dö voorzitter acht dit niet uitge sloten. We moeten geen genoegen nemen met een politiek van een paar jaar. Dhr Dekker vraagt of er over dit plan is gehandeld door Goes met Kloe tinge en met Ged. Staten en of Goes ooit hjeft gevraagd om de Buijs Ballotstraat. De voorzitter antwoordt, dat over tl i t plan niet door Goes met Kloetinge is gesproken. Dit ligt niet in de procedure en is ook niet gewenscht. Goes heeft evenmin om de Buijs Ballotstraat ge vraagd als destijds om Kattendijke. Maar dit plan is de eenige oplossing. We moe ten deze zaak niet klein, maar groot zien. Dhr Potter (C.-H.) vraagt of de Mi nister misschien geheel Kloetinge aan Goes wil geven. De voorzitter antwoordt ontken nend. Dhr Vingerling blijft bezwaar houden tegen toewijzing van de Buijs Ballotstraat bij Goes. Dhr Jonkers staat op ditzelfde standpunt. Er is nog wel voor 100 jaar voldoende bouwgrond tusschen Goes en Kloetinge voorradig. We hebben geen grond achter de Buijs Ballotstr. noodig. Dhr Akkerman gelooft niet, dat de Buijs Ballotstraat door Goes kan worden gemist. Deze straat is een onnatuurlijke uitbreiding van Kloetinge, een uitwas. Dhr Vingerling bestrijdt dit. Er is nog voldoende uitbreiding voor Goes. De voorzitter concludeert, dat de commissie instemt met het plan, maar dat enkele heeren een oplossing willen, waardoor de Buijs Ballotstraat bij Kloe tinge blijft. Dhr Dekker vestigt er den nadruk op, dat het plan mèt de Buijs Ballotstr. voor Spr. onaannemelijk is. Dhr Jonkers wil graag een uit spraak hoeveel leden tegen de toevoe ging van de Buijs Ballotstraat zijn. De voorzitter acht dit niet noodig en niet wenschelijk. De Minister let niet acht mij'l van elkaar verwijderd lagen, bedroeg die afstand langs den hoofdweg veel meer. En Nannie en haar geleider moesten de postkoets een halte voor A. verlaten. Hier wachtte het rijtuig van Northlands haar en de laatste twaalf of veertien mij'l had ze achter den rug voor ze het goed wist. De landstreek, waar ze door heen reed was beboscht en vruchtbaar. Hier en daar kwamen heuvels in zicht en Nannie 'keek er vol belangstelling naar, zicb af vragend, of het dezelfde waren, die An gus haar beschreven had en waarnaar hij eiken dag keek. Hoe vaak ze Northlands ook 'had, hoo ren beschrijven, de schoonheid van de (bezitting overtrof toch nog haar ver wachtingen. Het 'huis stond in een bree- de, vruchtbare vallei en zooals de naam al aanduidde, aan den Noordkant. Het was op een kleinen heuvel gebouwd, om geven door bosschen en grasvlakten, tor- wijl hier en daar grij'ze rotsblokken zich boven de boomkruinen verhieven, als om wat afwisseling in het tooneel te brengen. Reeds op een mijl afstand kon men het zien. De weg, die er naar toe leidde, voer de nu eens door de bosschen, dan weer over open grasvlakten, vanwaar men een mooi uitzicht had over de vallei. (Wordt vervolgd.) woordt H. K. H. Prinses Juliana met op Haar arm de kleine Prinses Beatrix de enthousiaste toejuichingen.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1938 | | pagina 5