DE ZEEUW VIM N AT I O N A L E Geen stemming maken tegen de Pachtwet. Uit de Provincie TWEEDE BLAD reinigt alles! FEUILLETON TANTE AILIE MIDDELBURG. Westkapalle. Gemeenteraad. Zaterdag vergaderde alhier de Raad on der voorzitterschap van Weth. K. Min derhoud. Afwezig waren de burgemeester en secretaris. LEVENSVERZEKERING-BANK Ideale gezinsverzorging IDEAAL-TARIEF biedt het VAN DINSDAG 19 APRIL 1938, Nr 168. Wij lezen in „Ons Platteland": Sommigen houden niet op stemming te maken tegen de Pachtwet, op wier in werking-treden thans wordt gewacht. Dit wordt in de hand gewerkt door de houding van degenen, die al te eenzijdig de Pachtwet als een maatregel tegen de eigenaars gericht, verdedigen. Onze Pachtwet rust op anderen grond slag. De wet houdt met de rechtmatige be langen van pachter en verpachter beide rekening. Het gaat niet om de regeling van een stuk klassenstrijd, waarbij de verhou ding van eigenaar en pachter die van uitzuiger en uitgezogene nabij komt. Verwerpelijk is de gedachte, dat een bescherming van landbouw-proletariërs tegen het grondkapitaal, tegen het groot grondbezit de inzet is. Het doet zonderling aan in de kamer stukken te lezen de typeering van land eigenaren als „knevelaars die een goed leven leiden ten koste van de geknechte pachters". Het doet zonderling aan, wanneer de heer Van der Sluys in de 2e Kamer be weert: „De groote-stadsarbeiders hebben op hun poot gespeeld en zijn geholpen; de pachter heeft gezwegen en men heeft hem sas zija lot overgelaten en zooals de oer,ito schrede word gezet onder hevig verzet vaa eet industriekapitaal, zoo houd ik mij overtuigd, dat het grondko- pitaal zich tot het uiterste zal verzetten tegen de bescherming van het landbouw- proletariaat". Een radicaal breken met het fabeltje van den eigenaar-kapitalist on den pach ter-proletariër is even noodzakelijk als een laten varen van de voorstelling als of voor de zuiverheid der verhoudingen uitdrijving van den groot-grondeigendom eerste vereischte zou zijn. De weibenutte uitspraak op pachters- vergaderingen gehoord: de rechtspositie van den fazant en van den trekhond is wettelijk wel, die van den pachter niet geregeld, is wel demagogisch sterk, maar overigens zwak, ja waar deloos. Op de vergadering van de Juristenver- eeniging van 1936, toen het onderwerp van wijziging der contracten aan de orde was, gewaagde de thans overleden kan tonrechter van Leeuwarden, Mr Tysma, van een zaak, waarbij de verpachter de opmerking maakte, dat hij een dag vrij had moeten vragen uit de werkverschaf fing, terwijl de pachter met een automo biel kwam aanrijden. Behandeling der zaken in de Crisis- pachtkamer leert wel, dat het uitermate moeilijk is bij de afweging van de belan gen van verpachter en pachter beider economische positie juist te waardeeren. Een pacbtregeling, die het eigendoms recht in zijn wezen aantast, snijdt in haar eigen vleesch; zij heeft niet een anti-kapitalistische, maar een anti-so ciale strekking. Zij' is niet het minst ge vaarlijk voor de talrijke kleine grond- OP ELKE BUS EEN BON VOOR GESCHENKEN VÖ3-0311a door Catharine D. Bell. (Vrij naar het Engelsch.) 51.) o— „Die heeft ze trouwens nog", zei An gus. „Ze is zacht, maar niet zwak. I'k geloof zelfs niet, dat je haar meegaand izou kunnen noemen." „Maar laat ik je nu dat plan van de broeikas eens laten zien." Edgar was een en al belangstelling om al de plannen te hooren, die Angus had gemaakt, en nog maakte om den ouden uitkijktoren tot een gezellig thuis te ma ken voor zijn aanstaande vrouw. Angus, als artist, met al den goeden smaak van een artist was er juist de man voor om zulke plannen te maken en voor E'dgar was het een prachtige gelegenheid om zijm aandacht van de ondervonden teleur stelling af te leiden. Angus wist, dat hij niet het geheele huis in orde kon bren gen, maar er waren twee aardige zitka mers gelijkvloers, die op de rivier uit keken en vier of vijf zonnige, vroolij'ke kamers boven, die hij' wilde laten her stellen, behangen, verven en meubileeren en door de deur, die toegang gaf tot de eigenaren in ons land, hetzij eigengeërfd, i hetzij verpachters. Met grooten nadruk heeft de Regeering telkens herhaald dat de wet zich niet te gen de verpachters richt. „Zij wil" zoo zeide Minister van Schaik in de Tweede Kamer letterlijk „den pachter een betere sociale, economische en juri dische positie geven, zonder daarbij ech ter de rechtmatige belangen van den ver pachter uit het oog te verliezen". Dé Regeering spreekt wel van den pachter als de economisch-zwakkere partij, niet omdat hij altijd of in den re gel de financieel mindere zou zijn, maar omdat hij zijn bestaan op den grond moet vinden. Aan dien grond bestaat groote behoefte en die schaarste van den grond is oorzaak, dat de pachters een zwakke rechtspositie moeten acceptee ren. Met die zwakheid houdt de wet reke ning in een regeling, die bij alle bescher ming van den pachter, toch over het al gemeen genomen aan den eigenaar recht zoekt te doen wedervaren. Stemming maken tegen de Pachtwet is uit den booze. Wie tot haar toepassing geroepen zijn, hebben zich tot taak te stellen mee te helpen aan de formeering van een goed en rechtvaardig pachtrecht, onzen vader- landschen landbouw, het Nederlandsche gemeenebest tot heil! ZEEUWSCHE AFD. VAN DEN NED. BOND VAN JONGELINGSVEREEN. OP GEREF. GRONDSLAG. Maandag, tweede Paaschdag, hield de Zeeuwsohe Afdeeling van den Ned. Bond van J. V. op G. G. te Middelburg baar jaarlijksche vergadering. In de morgenvergadering, die gehou den werd in de bovenzaal v. d. Sociëteit „De Vergenoeging" werd door den voor zitter, dhr J. P. Kögeler, ean openings? rede uitgesproken over: „Bevestig ons den zogen". De zegen, ihier bedoeld, aldus dhr Kö- geler, ia de zegen des Heeren, die God in en door Zijn verbond schenkt, en die al lereerst hoenwijst naar de taak, die iede re geloovige in de wereld te vervullen heeft, welken zegen in den weg van ge hoorzaamheid verkregen wordt. De Bond van J. V. op G. G. nu is steeds werkzaam geweest om de eischen Gods voor het ganstfh® wereldleven te doen kennen, welk streven bewaarheid wordt door het leven van velen der Calvinisti sche voormannen. In hun werk openbaart zich den zegen des Heeren, die zich uit breidt over een geheel volk. Deze belijdenis drijft tot studie der be ginselen, omdat alleen in den weg van gehoorzaamheid aan den wil Gods den zegen bevestigd kan worden. De rapporten over het werk der Rin gen en der vereen., die hierna werden uitgebracht, gaven reden tot tevredenheid. Verder werd in deze vergadering het woord gevoerd door de eereleden der afd., de heeren A. Janse en Ghr. Melse. De namiddagvergadering vond plaats in de met palmen versierde Noorderkerk. De kerk was stampvol. Enthousiast klon ken de bonds- en vaderlandsohe liederen. De voorzitter sprak in dankbare woor den het welkom voor zooveel belangstel ling en heette in het bijzonder burgemees ter Fernhout, welkom. Daarna sprak Ds W. H. v. d. Vegt te Goes over: „De J. V. en het persoonlijk geloofsleven". Spr. begon met de opmerking, dat hij als ondertitel van zijn rede nog kon ne men: „Van stroom en tegenstroom", om dat de behandeling van zijn onderwerp verband houdt met kritiek, opgekomen te gen de tot nu toe gevolgde werkmethode van den Bond. Hierbij gaat het vooral om het persoonlijk geloofsleven dat men meer op den voorgrond wil stellen. Spr. verklaart, dat de eisch van per soonlijk geloofsleven gehandhaafd moet worden. De J. V. is zonder geloofsleven niet verklaarbaar en bestaanbaar. Anders wordt het vereenigingsleven een oomedie, of lieveT: een tragedie. Toch kan men niet al te zeer nadruk leggen op het persoonlijke. Dit veronder stelt een ontwikkeling, waartoe de jonge ling nog moet geraken. Deze dingen wor overige vertrekken dicht te laten maken, hoopte hij tevens iets gezelligs en in tiems te geven aan het hoekje, dat hun thuis zou worden. Wanneer het jonge vrouwtje haar wo ning binnengevoerd zou kunnen worden, scheen onzekerder dan in het begin. Eerst had Angus er op gerekend, dat hij, zoo dra de termijn van twee jaar, die zijn oom gesteld had, verstreken zou zijn, zou kun nen trouwen. Maar zoo langzamerhand begon hij aan de mogelijkheid van de vervulling van dat plan te twijfelen. Hij! had de bezitting In droeven staat van verwaarloozing aan getroffen. Gebroken omheiningen, in el kaar gezakte bijgebouwen, uitgeput, onbe bouwd land, verwaarloosde bosschen, dat was wat hiji gevonden had. Vol moed en energie was hij1 met allerhande verbete ringen begonnen; en door zijn theoreti sche kennis en de practische ondervin ding van mijnheer Kerr beloofden die verbeteringen na verloop van tijd goede resultaten te zullen afwerpen. E'r zouden echter wel eenige jaren over heen gaan en ondertusschen waren de onkosten zeer groot en zou er de eerste twee of drie jaar weinig of geen winst tusschen de com pagnons te verdeelen zijn. Naar hij hoor de scheen de roekelooze verkwisting van zijn stiefmoeder eer toe- dan af te nemen en hij begon te twijfelen of zelfs de be den van bepaalden kant te veel uit het oog verloren, waarbij men in zijn klacht over gemis aan geloofsleven verre van I concreet is. Wèl spreekt men van Farize- isme, doch het beeld van den Farizeeër klopt dan niet op wat de Schrift van hem geeft. Zelfonderzoek blijft evenwel ook voor de J. V. geboden. Als we het maar doen met de Schrift vóór ons. Zoo signaleert spr. het gevaar van intellectualisme. Men maakt van de waarheid Gods een denk- probleem, dat men uitpuzzelt zonder te vragen naar het gebod Gods. Het Woord Gods geeft echtor steeds een opdracht. Echte beginselen werken instructief. Zoo heeft de J. V. haar leden mobiel en aktief gemaakt. In verband hiermee wordt het bezwaar onder de oogen gezien, dat bij de bespre kingen op de J. V. het hart zoo weinig ontvangt. Ook hier wijst spr. naar de Schrift. Hart is wat anders dan gevoel, het is het centrum, waaruit alle uitgan gen des levens zijn. Wie zijn hart laat spreken, zet zijn verstand allerminst op zij. De Schrift spreekt zelfs van gedach ten des harten. Een lid der J. V., dat trouw en toegewijd werkt, laat in zijn hart zien. Daartoe zijn nog geen confiden ties noodig. De dichteres Jacqueline van der Waals erkende nog, dat zij zoo moei lijk over de dingen van haar ziel kon spreken. Wat wil men dan van 1820- jarigen? Het gevaar ia niet denkbeeldig, dat we komen tot een etalage-wedstrijd van quasi-vroomheid. Of nog erger: tot vereering van het vrome ik. In elk geval zal de ego-centrische vroomheid isoleeren. Wij zijn dan bij God als eenigst kind in huis. De Schrift leert echter, dat de enkeling niet als enkeling, maar als lid van de ge meenschap staat onder de beloften Gods. Wie dit niet doorziet, komt tot individua lisme en kerkelijk indifferentisme. Er zijn gevaren van collectivisme. Maar de massaliteit behoeft het persoonlijke nog niet te dooden. De jeugd in de fas cistische staten leert ook wel iets anders. Het organisch leven der christelijke ge meenschap steunt het persoonlijk leven. En vraagt ge dan naar persoonlijke erva ring: dan is het dit, dat God Zijn werk in stand houdt. En zoekt ge persoonlijke genieting: laat ze gevonden worden in de vreugde, dat God u gebruiken wil als schakel in die groote keten van geslachten, die God ge diend hebben hier in Zeeland. Na deze rede voerde Ds P. N. Kruyswij'k te Hilversum het woord over: „Cultuur roeping". De cultuur is een bewogen ding, zegt spr., van opgaan, blinken en verzin ken. Op de vraag wat wij onder cultuur verstaan, antwoordt hij, dat dit alles is wat God ons in de natuur ter bearbeiding heeft gegeven. We kunnen onderscheid maken tusschen materieele en geestelijke cultuur. In de moderne cultuuruitingen is alles gericht op het aardsche leven, waarbij de mensch niet kan leven. Christenen, die leven in gehoorzaamheid aan Gods gebod, vragen naar Zijn wil en zeggen alhoe wel met grooten schroom Paulus1 na als hij zegt, dat wij Gods mede-arbeiders mo gen zijn. Spr. beantwoordt de vraag, hoe de jeugdvereenigingen in hun arbeid tegen de moderne cultuurontaarding moeten staan wat bioscoop en sport betreft en wijst er op dat het de gehoorzaamheid aan de Koningsmacht van den Opgesta- nen Christus is, die ons roept en die ons getrouw zal maken in die roeping. De voorzitter dankte allen, die meewerk ten om deze 45ste jaarvergadering tot een onvergetelijke te maken en sloot de ver gadering. UITZENDING VAN LANDARBEIDERS NAAR DUITSCHLAND. Geen dwang op de gehuwden. Uit enkele plaatsen in Zeeland wordt gemeld, dat de burgemeesters en de or ganen der arbeidsbemiddeling de werk- looze landarbeiders meer of minder dwingen naar Duitschland te gaan en daar gebruik te maken van de werkge legenheid, die er daar voor hen is. Van de zijde der landarbeidersorgani- saties wordt ons echtor gemeld, dat zij dezen dwang althans ten opzichte van gehuwden afkeuren en dat zij ook bij het onderhoud met den Minister op 28 scheiden toelage, die hij1 van zijn vader ontving wel verder uitbetaald zou kunnen worden. Moobt die ingehouden, of zelfs maar verminderd worden, dan kon hij Nannie niet eens de levenswijs geven, waaraan ze gewend was. Toen hij bemerkte, dat Edgar het pret tig vond over zijn plannen te hooren, dat het hem zelfs goed deed er over te spreken en de zorgen van zijln vriend te deelen, legde hij hem de heele situatie bloot en beraamde met hem allerlei mid delen om zoo gauw mogelijk tot een hu welijk te kunnen komen. Edgar was van meening, dat hij tot veel krachtiger maat regelen moest overgaan. „Waar je zoo lang gewacht hebt om de gril van een ouden man," zei hij', „zou ik er voor bedanken om nog langer te wachten. Als ik jou was en er stond zoo veel op het spel, dan zou ik wat meer wagen en grooter ondernemingen op touw zetten, die vlugger en beter betaal den." „Of beelemaal niet betaalden," veron derstelde Angus lachend. „Je vergeet, E'dgar, dat ik niet alleen Nannie's ver- xoofde ben, maar ook ooms rentmeester. Ik heb niet het recht zijh geld te wagen in onvoorzichtige speculaties." „Nu, dan zou ik een beetje meer op de gewone manier te werk gaan en er hee- lemaal geen geld in steken, tenminste Maart j.l. niet in dwang op de gehuwden hebben bewilligd. Wel gingen zij er mee I accoord dat er drang op de ongehuw- den zou worden uitgeoefend. Men staat bij de besturen der landar beidersorganisaties op het standpunt, dat de gelegenheid om in Duitschland werk te kunnen vinden moet worden toege juicht en dat daarvan zooveel mogelijk gebruik moet worden gemaakt. Met dankbaarheid moeten de werkkansen worden aangegrepen. Vooral jonge men- schen moeten deze mogelijkheid benutten. De bezwaren die wel worden inge bracht zijn ongegrond of overdreven. Maar Lij het onderhoud op het De partement is onomwonden gezegd, dat het ongewenscht is gezinshoofden te verplichten naar Duitschland te gaan. Tegen een periode van maanden achtereen uit het gezin heeft men ernstig bezwaar. Ook bij de werkverschaffing wordt altijd gepleit voor een regeling dat men op geregelde tijden weer thuis kan komen. Dit bezwaar dat voor de grens plaatsen wellicht minder groot is heeft men op het Departement erkend. Men acht het in de kringen der vak organisaties onaanvaardbaar en verwer pelijk om de vaders te verplichten maan den aaneen uit hun gezin te gaan. Wie het vrijwillig wil doen moet dat weten, maar dwang mag op de gehuwden niet worden toegepast. Mochten er gemeenten zijn waar die dwang wel wordt uitgeoefend dan zal men zich hiertegen krachtig verzetten. Dat jonge kerels bij moeders pappot 1 lijven is verkeerd, maar de vaders tegen hun zin maanden aaneen van hun gezin los te rukken, moet onvoorwaardelijk worden afgekeurd. Een serenade. Zaterdag avond beeft do muziekvereon, „Crescen do" een serenade gebracht aan het echt paar H. Poerstamper-—de Schrijver bij gelegenheid van hun 85-jange echtver- eeaiging. Bijl monde van den voorzitter van „Crescendo", den heer W. F. Willeras, werden de echtlieden namens Crescen do gecomplimenteerd, waarna het be stuur werd binnen genoodigd. Na dit be zoek liet het korps nog een marsch hoo ren en trok men weer terug naar het re petitielokaal, waar de muzikanten wer den onthaald. Veel werk. Als men Middelburg doorkruist, ontwaart men alom bedrijvig heid. Niet alleen de verbouwing van het gasthuis geeft nu reeds maanden werk, doph ook het werk voor vergrooting van de kazerne aan de zijde van de Koning straat schiet flink op. Daarbij zijh nu twee werken in het eerste stadium van voorbereiding en zullen ook enkele maan den werk aan vele rappe handen geven. We doelden op het graafwerk voor de heiput op het terrein aan den Zuidsingel, waar het nieuwe schoolgebouw voor de S.D.O.A. zal verrijzen en op de sloo ping van de gebouwen aan den Vlissing- schen Singel, waar de N.V. P.Z.E.M. baar kantoorgebouw zal vestigen. ZUID-BEVELAND. Kloetingie. Grenswijziging. Donderdag 21 April a.s. des avonds te 6 uur vergadert de gemeenteraad. Aan de orde komt o.a. een voorstel van B. en W. aangaande het uit te brengen advies aan Ged. Staten inzake de grenswijziging. Borseie. Donderdagavond vergaderde de A.R. Kiesvereen. alhier onder lei ding van den heer M. de Regt Jz. De heer G. A. Bax bracht verslag uit van de ver gaderingen van de Centrale te Goes. Het AiRJA-lid N. J. de Regt leverde een in leiding over Dr Kuyper en zijn beteeke- nis voor Staat en Maatschappij. Een goe de bespreking volgde. De vergadering was matig bezocht. Ellewoudsdijk. Verhooging dijkgesohot. In de vergadering van ingelanden van het waterschap Elle woudsdijk is oen bestuursvoorstel om het dijkgeschot met f2 per ha te verhoogen aangenomen. lerseke. De schatting van de overge bleven mosselen zal Woensdag aanvan gen. Leiders van de drie door het Cen traal Verkoopkantoor benoemde schat tingscommissies zijn de heeren W. v. d. Berge Dz. van Bruinisse, Gustave Ram mels van Philippine en J. Schot van Zierikzee. Doel is te onderzoeken wie nu rog werkelijk groote mosselen over heeft. Hansweert. Dhr Griep, die drie weken geleden op het sluisplateau werd aange reden door een motorrijwiel, bestuurd door dhr B. uit lerseke, is in den nacht van Zaterdag op Zondag in het zieken huis te Goes overleden. De lading pyriet, afkomstig uit de zeeboot SRDJ en welke hier ligt opge slagen, is deze week publiek verkocht. De partij is gegund aan de hoogste bieder, zijnde de N. V. Gemengde metaalertsen te Budel voor de som van f 19,000. Wemeldinge. Dhr F. Wabeke Ez., vroe ger alhier, is aangesteld tot hulpkommies voor de grensbewaking met aanwijzing als standplaats de gemeente Rekken. WALCHEREN. Nadat de openbare vergadering eerst in een beslotene was gegaan, kwam na heropening in bospreking verharding van den Groenoweg. De voorzitter deelde moe, dat een bespreking had plaats gehad mot belanghebbende aangelanden. Op do vraag van dhr H. Cijsouw, of de Raad tooh met verharding van dien weg kan doorgaan, nu in de vergadering der aangelanden de meerderheid zich tegen verharding uitsprak, deelde Weth H. Huibregtse mede, dat in die vergadering is gezegd, dat de beslissing aan den Raad bleef. Na nog eenige bespreking bracht de voorzitter het voorstel van B. en W„ n.l. tot verharding van den weg, in stemming. Voor stemden dhrn: H. Cijsouw, P. Hui bregtse, J. Lous, H. Huibregtse en K. Minderhoud; tegen dhrn L. Minderhoud en J. Polderman. Bij de rondvraag vroeg dhr Lous, of op het indertijd ingediend verzoek van de ijsco-venters alhier nog geen beslissing kan genomen worden. De voorzitter deelde mede, dat de burgemeester eerst nog eeni ge inlichtingen bij naburige gemeenten zal inwinnen. Op de vraag van dhr Polderman over de voorbereiding van een waterleiding gaven de wethouders eenige mededeelin- gen van het gesprokene op een daarvoor belegde vergadering in Middelburg, waar bij de dagelijksche besturen van enkele gemeenten uitgenoodigd waren. Dhr P. Huibregtse woeg nadere inlich tingen betreffende uitzending van land arbeiders naar Duitschland. Inhouden van steun bij weigering achtte spr. een dwang, welke bij afkeurde. ROTTERDAM mal 20 Jaarlijkse rente Vraagt prospectus I zoo weinig als maar kan. Dan zou het land je een matige opbrengst verzekeren en al die grootscbe verbeteringen zou je uit kunnen stellen, tot je er een beetje be ter voor staat." „En wat komt er dan van mijn belofte om het land en het geld van mijn oom naar mijn beste weten te gebruiken?" „O, maar terwille van Nannie zou ik dien zuren, ouden mopperaar in zijn eigen vet laten gaar smoren en mijn eigen be lang zoo veel mogelijk in 't oog houden." „Juist ter wille van Nannie kan ik zoo iets beelemaal niet doen', antwoordde An gus. „Ik houd te veel van haar. Ik acht haar te hoog, dan dat ik zou kunnen verdragen, dat ze een man kreeg, die zijn beloften niet geheel en al na kwam of in eenig opzicht laakbaar was. Terwille van haar zou ik het nog liever tien jaar zon der haar stellen, dan mijn liefde een excuus te doen zijn om mijn plicht te ver zaken." „O, het is maar voor een jaar of twee, tot de zaken op Northlands een beetje meer geregeld zijn of tot die zelfde oude oom sterft en je een hoop geld nalaat. Eh dan doe je natuurlijk verstandig er van te maken wat er van te maken valt. Maar nu zou ik, als ik jou was, het de eerste jaren maar op mijn slofjes aandoen en met al die verbeteringen nog een poosje wachten." „Geen dag, geen uur," klonk het ener gieke antwoord. „Ik ben dit jaar even zeer verplicht te doen wat ik het beste acht voor het land als het volgend, nu ik arm ben net zoo goed als wanneer ik rijk zou zijn. De mensch, die vandaag zijin plicht niet doet, weet niet of bij' een morgen zal hebben om zijn verzuim goed te maken. En vertrouwen op wat mijn oom me na zal laten of dat mijn vader mettertijd mijtn toelage wel zal kunnen verhoogen, dat wil ik niet. Ik heb me voorgenomen zelf voor Nannie en mezelf te zorgen en ik wil niet meer van het toeval en van iemand anders afhankelijk zijn." „Maar al die arbeiderswoningen, die je voor de werklieden laat bouwen, daar heeft je oom toch zeker geen voordeel van. Het geld, dat daaraan besteed wordt, moet je toch zeker wel betreuren." „Neen en zoo zou jij er ook niet over spreken, als je wist hoe die menschen op het oogenblik behuisd zijn. Je zult er wel anders over gaan demken, als je mor gen met me mee wilt gaan om de var kenskrotten te zien, die zij hun woning noemen." „Maar ik wed, dat zij toch tevreden zijn met hun „varkenskrotten", hield Ed gar lachend vol. (Wordt vervolgd.) J

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1938 | | pagina 5