DE ZEEUW
VIM
N AT I O N A L E
Geen stemming maken
tegen de Pachtwet.
Uit de Provincie
TWEEDE BLAD
reinigt alles!
FEUILLETON
TANTE AILIE
MIDDELBURG.
Westkapalle. Gemeenteraad.
Zaterdag vergaderde alhier de Raad on
der voorzitterschap van Weth. K. Min
derhoud. Afwezig waren de burgemeester
en secretaris.
LEVENSVERZEKERING-BANK
Ideale gezinsverzorging IDEAAL-TARIEF
biedt het
VAN
DINSDAG 19 APRIL 1938, Nr 168.
Wij lezen in „Ons Platteland":
Sommigen houden niet op stemming te
maken tegen de Pachtwet, op wier in
werking-treden thans wordt gewacht.
Dit wordt in de hand gewerkt door de
houding van degenen, die al te eenzijdig
de Pachtwet als een maatregel tegen de
eigenaars gericht, verdedigen.
Onze Pachtwet rust op anderen grond
slag.
De wet houdt met de rechtmatige be
langen van pachter en verpachter beide
rekening.
Het gaat niet om de regeling van een
stuk klassenstrijd, waarbij de verhou
ding van eigenaar en pachter die van
uitzuiger en uitgezogene nabij komt.
Verwerpelijk is de gedachte, dat een
bescherming van landbouw-proletariërs
tegen het grondkapitaal, tegen het groot
grondbezit de inzet is.
Het doet zonderling aan in de kamer
stukken te lezen de typeering van land
eigenaren als „knevelaars die een goed
leven leiden ten koste van de geknechte
pachters".
Het doet zonderling aan, wanneer de
heer Van der Sluys in de 2e Kamer be
weert: „De groote-stadsarbeiders hebben
op hun poot gespeeld en zijn geholpen;
de pachter heeft gezwegen en men heeft
hem sas zija lot overgelaten en zooals de
oer,ito schrede word gezet onder hevig
verzet vaa
eet industriekapitaal, zoo
houd ik mij overtuigd, dat het grondko-
pitaal zich tot het uiterste zal verzetten
tegen de bescherming van het landbouw-
proletariaat".
Een radicaal breken met het fabeltje
van den eigenaar-kapitalist on den pach
ter-proletariër is even noodzakelijk als
een laten varen van de voorstelling als
of voor de zuiverheid der verhoudingen
uitdrijving van den groot-grondeigendom
eerste vereischte zou zijn.
De weibenutte uitspraak op pachters-
vergaderingen gehoord: de rechtspositie
van den fazant en van den trekhond is
wettelijk wel, die van den pachter niet
geregeld, is wel demagogisch
sterk, maar overigens zwak, ja waar
deloos.
Op de vergadering van de Juristenver-
eeniging van 1936, toen het onderwerp
van wijziging der contracten aan de orde
was, gewaagde de thans overleden kan
tonrechter van Leeuwarden, Mr Tysma,
van een zaak, waarbij de verpachter de
opmerking maakte, dat hij een dag vrij
had moeten vragen uit de werkverschaf
fing, terwijl de pachter met een automo
biel kwam aanrijden.
Behandeling der zaken in de Crisis-
pachtkamer leert wel, dat het uitermate
moeilijk is bij de afweging van de belan
gen van verpachter en pachter beider
economische positie juist te waardeeren.
Een pacbtregeling, die het eigendoms
recht in zijn wezen aantast, snijdt in
haar eigen vleesch; zij heeft niet een
anti-kapitalistische, maar een anti-so
ciale strekking. Zij' is niet het minst ge
vaarlijk voor de talrijke kleine grond-
OP ELKE BUS EEN BON
VOOR GESCHENKEN
VÖ3-0311a
door Catharine D. Bell.
(Vrij naar het Engelsch.)
51.) o—
„Die heeft ze trouwens nog", zei An
gus. „Ze is zacht, maar niet zwak. I'k
geloof zelfs niet, dat je haar meegaand
izou kunnen noemen."
„Maar laat ik je nu dat plan van de
broeikas eens laten zien."
Edgar was een en al belangstelling om
al de plannen te hooren, die Angus had
gemaakt, en nog maakte om den ouden
uitkijktoren tot een gezellig thuis te ma
ken voor zijn aanstaande vrouw. Angus,
als artist, met al den goeden smaak van
een artist was er juist de man voor om
zulke plannen te maken en voor E'dgar
was het een prachtige gelegenheid om
zijm aandacht van de ondervonden teleur
stelling af te leiden. Angus wist, dat hij
niet het geheele huis in orde kon bren
gen, maar er waren twee aardige zitka
mers gelijkvloers, die op de rivier uit
keken en vier of vijf zonnige, vroolij'ke
kamers boven, die hij' wilde laten her
stellen, behangen, verven en meubileeren
en door de deur, die toegang gaf tot de
eigenaren in ons land, hetzij eigengeërfd, i
hetzij verpachters.
Met grooten nadruk heeft de Regeering
telkens herhaald dat de wet zich niet te
gen de verpachters richt. „Zij wil"
zoo zeide Minister van Schaik in de
Tweede Kamer letterlijk „den pachter
een betere sociale, economische en juri
dische positie geven, zonder daarbij ech
ter de rechtmatige belangen van den ver
pachter uit het oog te verliezen".
Dé Regeering spreekt wel van den
pachter als de economisch-zwakkere
partij, niet omdat hij altijd of in den re
gel de financieel mindere zou zijn, maar
omdat hij zijn bestaan op den grond
moet vinden. Aan dien grond bestaat
groote behoefte en die schaarste van den
grond is oorzaak, dat de pachters een
zwakke rechtspositie moeten acceptee
ren.
Met die zwakheid houdt de wet reke
ning in een regeling, die bij alle bescher
ming van den pachter, toch over het al
gemeen genomen aan den eigenaar recht
zoekt te doen wedervaren.
Stemming maken tegen de Pachtwet
is uit den booze.
Wie tot haar toepassing geroepen zijn,
hebben zich tot taak te stellen mee te
helpen aan de formeering van een goed
en rechtvaardig pachtrecht, onzen vader-
landschen landbouw, het Nederlandsche
gemeenebest tot heil!
ZEEUWSCHE AFD. VAN DEN NED.
BOND VAN JONGELINGSVEREEN.
OP GEREF. GRONDSLAG.
Maandag, tweede Paaschdag, hield de
Zeeuwsohe Afdeeling van den Ned. Bond
van J. V. op G. G. te Middelburg baar
jaarlijksche vergadering.
In de morgenvergadering, die gehou
den werd in de bovenzaal v. d. Sociëteit
„De Vergenoeging" werd door den voor
zitter, dhr J. P. Kögeler, ean openings?
rede uitgesproken over: „Bevestig ons den
zogen".
De zegen, ihier bedoeld, aldus dhr Kö-
geler, ia de zegen des Heeren, die God in
en door Zijn verbond schenkt, en die al
lereerst hoenwijst naar de taak, die iede
re geloovige in de wereld te vervullen
heeft, welken zegen in den weg van ge
hoorzaamheid verkregen wordt.
De Bond van J. V. op G. G. nu is steeds
werkzaam geweest om de eischen Gods
voor het ganstfh® wereldleven te doen
kennen, welk streven bewaarheid wordt
door het leven van velen der Calvinisti
sche voormannen. In hun werk openbaart
zich den zegen des Heeren, die zich uit
breidt over een geheel volk.
Deze belijdenis drijft tot studie der be
ginselen, omdat alleen in den weg van
gehoorzaamheid aan den wil Gods den
zegen bevestigd kan worden.
De rapporten over het werk der Rin
gen en der vereen., die hierna werden
uitgebracht, gaven reden tot tevredenheid.
Verder werd in deze vergadering het
woord gevoerd door de eereleden der afd.,
de heeren A. Janse en Ghr. Melse.
De namiddagvergadering vond plaats
in de met palmen versierde Noorderkerk.
De kerk was stampvol. Enthousiast klon
ken de bonds- en vaderlandsohe liederen.
De voorzitter sprak in dankbare woor
den het welkom voor zooveel belangstel
ling en heette in het bijzonder burgemees
ter Fernhout, welkom.
Daarna sprak Ds W. H. v. d. Vegt te
Goes over: „De J. V. en het persoonlijk
geloofsleven".
Spr. begon met de opmerking, dat hij
als ondertitel van zijn rede nog kon ne
men: „Van stroom en tegenstroom", om
dat de behandeling van zijn onderwerp
verband houdt met kritiek, opgekomen te
gen de tot nu toe gevolgde werkmethode
van den Bond. Hierbij gaat het vooral om
het persoonlijk geloofsleven dat men meer
op den voorgrond wil stellen.
Spr. verklaart, dat de eisch van per
soonlijk geloofsleven gehandhaafd moet
worden. De J. V. is zonder geloofsleven
niet verklaarbaar en bestaanbaar. Anders
wordt het vereenigingsleven een oomedie,
of lieveT: een tragedie.
Toch kan men niet al te zeer nadruk
leggen op het persoonlijke. Dit veronder
stelt een ontwikkeling, waartoe de jonge
ling nog moet geraken. Deze dingen wor
overige vertrekken dicht te laten maken,
hoopte hij tevens iets gezelligs en in
tiems te geven aan het hoekje, dat hun
thuis zou worden.
Wanneer het jonge vrouwtje haar wo
ning binnengevoerd zou kunnen worden,
scheen onzekerder dan in het begin. Eerst
had Angus er op gerekend, dat hij, zoo
dra de termijn van twee jaar, die zijn oom
gesteld had, verstreken zou zijn, zou kun
nen trouwen.
Maar zoo langzamerhand begon hij aan
de mogelijkheid van de vervulling van
dat plan te twijfelen. Hij! had de bezitting
In droeven staat van verwaarloozing aan
getroffen. Gebroken omheiningen, in el
kaar gezakte bijgebouwen, uitgeput, onbe
bouwd land, verwaarloosde bosschen, dat
was wat hiji gevonden had. Vol moed en
energie was hij1 met allerhande verbete
ringen begonnen; en door zijn theoreti
sche kennis en de practische ondervin
ding van mijnheer Kerr beloofden die
verbeteringen na verloop van tijd goede
resultaten te zullen afwerpen. E'r zouden
echter wel eenige jaren over heen gaan
en ondertusschen waren de onkosten zeer
groot en zou er de eerste twee of drie jaar
weinig of geen winst tusschen de com
pagnons te verdeelen zijn. Naar hij hoor
de scheen de roekelooze verkwisting van
zijn stiefmoeder eer toe- dan af te nemen
en hij begon te twijfelen of zelfs de be
den van bepaalden kant te veel uit het
oog verloren, waarbij men in zijn klacht
over gemis aan geloofsleven verre van I
concreet is. Wèl spreekt men van Farize-
isme, doch het beeld van den Farizeeër
klopt dan niet op wat de Schrift van hem
geeft.
Zelfonderzoek blijft evenwel ook voor
de J. V. geboden. Als we het maar doen
met de Schrift vóór ons. Zoo signaleert
spr. het gevaar van intellectualisme. Men
maakt van de waarheid Gods een denk-
probleem, dat men uitpuzzelt zonder te
vragen naar het gebod Gods.
Het Woord Gods geeft echtor steeds
een opdracht. Echte beginselen werken
instructief. Zoo heeft de J. V. haar leden
mobiel en aktief gemaakt.
In verband hiermee wordt het bezwaar
onder de oogen gezien, dat bij de bespre
kingen op de J. V. het hart zoo weinig
ontvangt. Ook hier wijst spr. naar de
Schrift. Hart is wat anders dan gevoel,
het is het centrum, waaruit alle uitgan
gen des levens zijn. Wie zijn hart laat
spreken, zet zijn verstand allerminst op
zij. De Schrift spreekt zelfs van gedach
ten des harten. Een lid der J. V., dat
trouw en toegewijd werkt, laat in zijn
hart zien. Daartoe zijn nog geen confiden
ties noodig. De dichteres Jacqueline van
der Waals erkende nog, dat zij zoo moei
lijk over de dingen van haar ziel kon
spreken. Wat wil men dan van 1820-
jarigen? Het gevaar ia niet denkbeeldig,
dat we komen tot een etalage-wedstrijd
van quasi-vroomheid. Of nog erger: tot
vereering van het vrome ik. In elk geval
zal de ego-centrische vroomheid isoleeren.
Wij zijn dan bij God als eenigst kind in
huis.
De Schrift leert echter, dat de enkeling
niet als enkeling, maar als lid van de ge
meenschap staat onder de beloften Gods.
Wie dit niet doorziet, komt tot individua
lisme en kerkelijk indifferentisme.
Er zijn gevaren van collectivisme. Maar
de massaliteit behoeft het persoonlijke
nog niet te dooden. De jeugd in de fas
cistische staten leert ook wel iets anders.
Het organisch leven der christelijke ge
meenschap steunt het persoonlijk leven.
En vraagt ge dan naar persoonlijke erva
ring: dan is het dit, dat God Zijn werk in
stand houdt.
En zoekt ge persoonlijke genieting: laat
ze gevonden worden in de vreugde, dat
God u gebruiken wil als schakel in die
groote keten van geslachten, die God ge
diend hebben hier in Zeeland.
Na deze rede voerde Ds P. N. Kruyswij'k
te Hilversum het woord over: „Cultuur
roeping". De cultuur is een bewogen ding,
zegt spr., van opgaan, blinken en verzin
ken. Op de vraag wat wij onder cultuur
verstaan, antwoordt hij, dat dit alles is
wat God ons in de natuur ter bearbeiding
heeft gegeven. We kunnen onderscheid
maken tusschen materieele en geestelijke
cultuur.
In de moderne cultuuruitingen is alles
gericht op het aardsche leven, waarbij de
mensch niet kan leven. Christenen, die
leven in gehoorzaamheid aan Gods gebod,
vragen naar Zijn wil en zeggen alhoe
wel met grooten schroom Paulus1 na als
hij zegt, dat wij Gods mede-arbeiders mo
gen zijn.
Spr. beantwoordt de vraag, hoe de
jeugdvereenigingen in hun arbeid tegen
de moderne cultuurontaarding moeten
staan wat bioscoop en sport betreft en
wijst er op dat het de gehoorzaamheid
aan de Koningsmacht van den Opgesta-
nen Christus is, die ons roept en die ons
getrouw zal maken in die roeping.
De voorzitter dankte allen, die meewerk
ten om deze 45ste jaarvergadering tot een
onvergetelijke te maken en sloot de ver
gadering.
UITZENDING VAN LANDARBEIDERS
NAAR DUITSCHLAND.
Geen dwang op de gehuwden.
Uit enkele plaatsen in Zeeland wordt
gemeld, dat de burgemeesters en de or
ganen der arbeidsbemiddeling de werk-
looze landarbeiders meer of minder
dwingen naar Duitschland te gaan en
daar gebruik te maken van de werkge
legenheid, die er daar voor hen is.
Van de zijde der landarbeidersorgani-
saties wordt ons echtor gemeld, dat zij
dezen dwang althans ten opzichte van
gehuwden afkeuren en dat zij ook bij het
onderhoud met den Minister op 28
scheiden toelage, die hij1 van zijn vader
ontving wel verder uitbetaald zou kunnen
worden. Moobt die ingehouden, of zelfs
maar verminderd worden, dan kon hij
Nannie niet eens de levenswijs geven,
waaraan ze gewend was.
Toen hij bemerkte, dat Edgar het pret
tig vond over zijn plannen te hooren,
dat het hem zelfs goed deed er over te
spreken en de zorgen van zijln vriend te
deelen, legde hij hem de heele situatie
bloot en beraamde met hem allerlei mid
delen om zoo gauw mogelijk tot een hu
welijk te kunnen komen. Edgar was van
meening, dat hij tot veel krachtiger maat
regelen moest overgaan.
„Waar je zoo lang gewacht hebt om de
gril van een ouden man," zei hij', „zou ik
er voor bedanken om nog langer te
wachten. Als ik jou was en er stond zoo
veel op het spel, dan zou ik wat meer
wagen en grooter ondernemingen op
touw zetten, die vlugger en beter betaal
den."
„Of beelemaal niet betaalden," veron
derstelde Angus lachend. „Je vergeet,
E'dgar, dat ik niet alleen Nannie's ver-
xoofde ben, maar ook ooms rentmeester.
Ik heb niet het recht zijh geld te wagen
in onvoorzichtige speculaties."
„Nu, dan zou ik een beetje meer op de
gewone manier te werk gaan en er hee-
lemaal geen geld in steken, tenminste
Maart j.l. niet in dwang op de gehuwden
hebben bewilligd. Wel gingen zij er mee I
accoord dat er drang op de ongehuw-
den zou worden uitgeoefend.
Men staat bij de besturen der landar
beidersorganisaties op het standpunt, dat
de gelegenheid om in Duitschland werk
te kunnen vinden moet worden toege
juicht en dat daarvan zooveel mogelijk
gebruik moet worden gemaakt. Met
dankbaarheid moeten de werkkansen
worden aangegrepen. Vooral jonge men-
schen moeten deze mogelijkheid benutten.
De bezwaren die wel worden inge
bracht zijn ongegrond of overdreven.
Maar Lij het onderhoud op het De
partement is onomwonden gezegd, dat
het ongewenscht is gezinshoofden te
verplichten naar Duitschland te
gaan. Tegen een periode van maanden
achtereen uit het gezin heeft men ernstig
bezwaar. Ook bij de werkverschaffing
wordt altijd gepleit voor een regeling dat
men op geregelde tijden weer thuis kan
komen.
Dit bezwaar dat voor de grens
plaatsen wellicht minder groot is heeft
men op het Departement erkend.
Men acht het in de kringen der vak
organisaties onaanvaardbaar en verwer
pelijk om de vaders te verplichten maan
den aaneen uit hun gezin te gaan. Wie
het vrijwillig wil doen moet dat weten,
maar dwang mag op de gehuwden niet
worden toegepast.
Mochten er gemeenten zijn waar die
dwang wel wordt uitgeoefend dan zal
men zich hiertegen krachtig verzetten.
Dat jonge kerels bij moeders pappot
1 lijven is verkeerd, maar de vaders tegen
hun zin maanden aaneen van hun gezin
los te rukken, moet onvoorwaardelijk
worden afgekeurd.
Een serenade. Zaterdag
avond beeft do muziekvereon, „Crescen
do" een serenade gebracht aan het echt
paar H. Poerstamper-—de Schrijver bij
gelegenheid van hun 85-jange echtver-
eeaiging.
Bijl monde van den voorzitter van
„Crescendo", den heer W. F. Willeras,
werden de echtlieden namens Crescen
do gecomplimenteerd, waarna het be
stuur werd binnen genoodigd. Na dit be
zoek liet het korps nog een marsch hoo
ren en trok men weer terug naar het re
petitielokaal, waar de muzikanten wer
den onthaald.
Veel werk. Als men Middelburg
doorkruist, ontwaart men alom bedrijvig
heid. Niet alleen de verbouwing van het
gasthuis geeft nu reeds maanden werk,
doph ook het werk voor vergrooting van
de kazerne aan de zijde van de Koning
straat schiet flink op. Daarbij zijh nu
twee werken in het eerste stadium van
voorbereiding en zullen ook enkele maan
den werk aan vele rappe handen geven.
We doelden op het graafwerk voor de
heiput op het terrein aan den Zuidsingel,
waar het nieuwe schoolgebouw voor de
S.D.O.A. zal verrijzen en op de sloo
ping van de gebouwen aan den Vlissing-
schen Singel, waar de N.V. P.Z.E.M.
baar kantoorgebouw zal vestigen.
ZUID-BEVELAND.
Kloetingie. Grenswijziging.
Donderdag 21 April a.s. des avonds te
6 uur vergadert de gemeenteraad. Aan de
orde komt o.a. een voorstel van B. en W.
aangaande het uit te brengen advies aan
Ged. Staten inzake de grenswijziging.
Borseie. Donderdagavond vergaderde
de A.R. Kiesvereen. alhier onder lei
ding van den heer M. de Regt Jz. De heer
G. A. Bax bracht verslag uit van de ver
gaderingen van de Centrale te Goes. Het
AiRJA-lid N. J. de Regt leverde een in
leiding over Dr Kuyper en zijn beteeke-
nis voor Staat en Maatschappij. Een goe
de bespreking volgde. De vergadering
was matig bezocht.
Ellewoudsdijk. Verhooging
dijkgesohot. In de vergadering
van ingelanden van het waterschap Elle
woudsdijk is oen bestuursvoorstel om het
dijkgeschot met f2 per ha te verhoogen
aangenomen.
lerseke. De schatting van de overge
bleven mosselen zal Woensdag aanvan
gen. Leiders van de drie door het Cen
traal Verkoopkantoor benoemde schat
tingscommissies zijn de heeren W. v. d.
Berge Dz. van Bruinisse, Gustave Ram
mels van Philippine en J. Schot van
Zierikzee. Doel is te onderzoeken wie nu
rog werkelijk groote mosselen over heeft.
Hansweert. Dhr Griep, die drie weken
geleden op het sluisplateau werd aange
reden door een motorrijwiel, bestuurd
door dhr B. uit lerseke, is in den nacht
van Zaterdag op Zondag in het zieken
huis te Goes overleden.
De lading pyriet, afkomstig uit de
zeeboot SRDJ en welke hier ligt opge
slagen, is deze week publiek verkocht. De
partij is gegund aan de hoogste bieder,
zijnde de N. V. Gemengde metaalertsen te
Budel voor de som van f 19,000.
Wemeldinge. Dhr F. Wabeke Ez., vroe
ger alhier, is aangesteld tot hulpkommies
voor de grensbewaking met aanwijzing
als standplaats de gemeente Rekken.
WALCHEREN.
Nadat de openbare vergadering eerst
in een beslotene was gegaan, kwam na
heropening in bospreking verharding van
den Groenoweg. De voorzitter deelde moe,
dat een bespreking had plaats gehad mot
belanghebbende aangelanden.
Op do vraag van dhr H. Cijsouw, of de
Raad tooh met verharding van dien weg
kan doorgaan, nu in de vergadering der
aangelanden de meerderheid zich tegen
verharding uitsprak, deelde Weth H.
Huibregtse mede, dat in die vergadering
is gezegd, dat de beslissing aan den Raad
bleef.
Na nog eenige bespreking bracht de
voorzitter het voorstel van B. en W„ n.l.
tot verharding van den weg, in stemming.
Voor stemden dhrn: H. Cijsouw, P. Hui
bregtse, J. Lous, H. Huibregtse en K.
Minderhoud; tegen dhrn L. Minderhoud
en J. Polderman.
Bij de rondvraag vroeg dhr Lous, of op
het indertijd ingediend verzoek van de
ijsco-venters alhier nog geen beslissing
kan genomen worden. De voorzitter deelde
mede, dat de burgemeester eerst nog eeni
ge inlichtingen bij naburige gemeenten
zal inwinnen.
Op de vraag van dhr Polderman over
de voorbereiding van een waterleiding
gaven de wethouders eenige mededeelin-
gen van het gesprokene op een daarvoor
belegde vergadering in Middelburg, waar
bij de dagelijksche besturen van enkele
gemeenten uitgenoodigd waren.
Dhr P. Huibregtse woeg nadere inlich
tingen betreffende uitzending van land
arbeiders naar Duitschland. Inhouden
van steun bij weigering achtte spr. een
dwang, welke bij afkeurde.
ROTTERDAM
mal 20 Jaarlijkse rente
Vraagt prospectus I
zoo weinig als maar kan. Dan zou het
land je een matige opbrengst verzekeren
en al die grootscbe verbeteringen zou je
uit kunnen stellen, tot je er een beetje be
ter voor staat."
„En wat komt er dan van mijn belofte
om het land en het geld van mijn oom
naar mijn beste weten te gebruiken?"
„O, maar terwille van Nannie zou ik
dien zuren, ouden mopperaar in zijn eigen
vet laten gaar smoren en mijn eigen be
lang zoo veel mogelijk in 't oog houden."
„Juist ter wille van Nannie kan ik zoo
iets beelemaal niet doen', antwoordde An
gus. „Ik houd te veel van haar. Ik acht
haar te hoog, dan dat ik zou kunnen
verdragen, dat ze een man kreeg, die zijn
beloften niet geheel en al na kwam of in
eenig opzicht laakbaar was. Terwille van
haar zou ik het nog liever tien jaar zon
der haar stellen, dan mijn liefde een
excuus te doen zijn om mijn plicht te ver
zaken."
„O, het is maar voor een jaar of twee,
tot de zaken op Northlands een beetje
meer geregeld zijn of tot die zelfde oude
oom sterft en je een hoop geld nalaat. Eh
dan doe je natuurlijk verstandig er van
te maken wat er van te maken valt. Maar
nu zou ik, als ik jou was, het de eerste
jaren maar op mijn slofjes aandoen en
met al die verbeteringen nog een poosje
wachten."
„Geen dag, geen uur," klonk het ener
gieke antwoord. „Ik ben dit jaar even
zeer verplicht te doen wat ik het beste
acht voor het land als het volgend, nu ik
arm ben net zoo goed als wanneer ik rijk
zou zijn. De mensch, die vandaag zijin
plicht niet doet, weet niet of bij' een
morgen zal hebben om zijn verzuim goed
te maken. En vertrouwen op wat mijn
oom me na zal laten of dat mijn vader
mettertijd mijtn toelage wel zal kunnen
verhoogen, dat wil ik niet. Ik heb me
voorgenomen zelf voor Nannie en mezelf
te zorgen en ik wil niet meer van het
toeval en van iemand anders afhankelijk
zijn."
„Maar al die arbeiderswoningen, die
je voor de werklieden laat bouwen, daar
heeft je oom toch zeker geen voordeel van.
Het geld, dat daaraan besteed wordt, moet
je toch zeker wel betreuren."
„Neen en zoo zou jij er ook niet over
spreken, als je wist hoe die menschen
op het oogenblik behuisd zijn. Je zult er
wel anders over gaan demken, als je mor
gen met me mee wilt gaan om de var
kenskrotten te zien, die zij hun woning
noemen."
„Maar ik wed, dat zij toch tevreden
zijn met hun „varkenskrotten", hield Ed
gar lachend vol.
(Wordt vervolgd.)
J