Rondgang door den Dam-doolhof. Wenken op electrisch gebied OE BOERDERIJ AAN DE VAL 'S^IÊÊIÊ SS s s r S-i a 3 L4 a a» ft a "3 a 0 fe s* 4) 1-1 C» D »ri u o Z J® O 0 -*-» tt> u •«-» 3 c c c -J c 3 O co a. - o ïs z CO o o s t/> U LÜ m 03 d <D 00 ■*-» fl cd cd t3 cd <4-1 H p; o -j— <d f-i cd q. 5 2 o Ijs a §3 o .SQ-2 cd '35®' ?'pOj o O O b0 co 5*3 2 co o ""J 2 +-> aa m cd - I §^3 a If s 5J i có cd 44 '*h O P>CO •Od o t-f cd bo^j o NJ O $)•*-» -r-« CO rW CO H - O cd 3 (Q Pi cd tO-M cd -h co •h'Ö fc£ cd d oSSS'n «rSjS a, w »-M> O® IP? rd 2 rP COr^Q fcö*"Ö to a c cd O T5 "r* :B7 3: cd - *T3 O d d cd ^-d 3 O d 00 3 d o '-Ö g ^3 3 -P?^. h 'z* ®P o o O td f-t u ÖO5"» cd G, o d - T3 N O^, o o o - s 0 O CD 5« ■i -tj o Ö-2 *-* §3? 3 cd -4-» É-« P»! O ZJ to S U - I 1 d o t5 o cd d "~*q co ~c d t -d d bC - cd fee - ft J d o S 2* 03 g 3 2 2 S s TJ cd S 2 a p, p, oj p 5 a 2 d F-i bo 3 *H <0 tj O fj 1j 03 «3 8 ri-l O cd KJ •.ft? d u -2 Td N 1*2 O d :pr 'Rf S el S'JJ oj cd I 5 H -r-< p'TJ .S Ph be in ^3 T} O b <u 60 6^5 -0 0 P" 2 M Pd o -d el cd -S "3 _J wo to Pi - jb h'g fH s I 8 •3 si, :n'-3 fe 2 NJ d to O Pt o - itp 1 - sa a d .2 a) +j 'M.3 M| 42 I fe 2 >§a^w-s SoSd M g g-w nS g to fc d g 0 j is a-0-0 I "5 fl 2 P< P •E g -£ go o S 0 - a 2 0 2 C bo ap jS a a? 0 a o S o o> Ci5 £*3 JSrX 2 go bajonet achter de troepen marcheeren. Wed strijden tusschen de verschillende afdeelin- gen van een provincie of van het geheele rijk vinden regelmatig plaats, om het eer gevoel der kinderen aan te wakkeren en maximale prestaties te bereiken. Ontelbaar vele sportplaatsen en gymnastiekhallen zijn aangelegd, buitendien vele zwem- en bad inrichtingen. Hygiëne gaat meestal hand in hand met sport, en eenige opvoeding op dit gebied is bij den Italiaan niet geheel mis plaatst. Natuurlijk is ook kampeeren in het pro gramma begrepen. Onder de vele groote officiëele kampeerterreinen is het bekendste dat van „Campo Dux", dat vlak voor de poorten van Rome ligt, en waar ieder jaar een tienduizend jongens samenkomen. Hier worden dan gedurende het kampleven ook verscheidene kleine oefeningscursussen ge houden, die meestal besloten worden met een groote sportdemonstratie en een optocht voor den Duce. Ook worden veelvuldig zeereizen en kruis vaarten gemaakt, met het doel, de jongens ook buiten de grenzen van het vaderland met de wereld vertrouwd te maken. Meestal voeren deze tochten naar de havens van Lybië, naar de kustplaatsen van de Middel- landsche Zee, naar de indrukwekkende plaatsen als Athene en Jeruzalem; of er wordt een zeereis ondernomen om geheel Italië heen. Ook worden kampen bezocht, in Duitschland, Oostenrijk en Hongarije, of een uitwisseling vindt plaats met buiten- landsche sportvereenigingen. Om de belang stelling van de jongens op te wekken voor de zee en zeevaartkunde, werd een speciale matrozenafdeeling gesticht voor Ballila en Avanguardisten, die theoretisch en prac- tisch alles omvat wat een jonge zeeman leeren moet. Na de voleindiging van het achttiende levensjaar begint de, sinds 1930 verplicht gestelde vóórmilitaire diensttijd, die eigenlijk een onderafdeeling is van het leger. Deze cursussen worden gehouden op Zaterdag en Zondag, en om uitvluchten te voorkomen, werd een half jaar geleden de „sabato fascista" ingevoerd, die eigenlijk het zelfde is als de „Engelsche Zaterdag", alleen met dit verschil, dat de vrije middag ver plicht gebruikt moet worden voor sportieve en militaire oefeningen, in de vereeniging waar men is aangesloten, of door e.v. niet ingeschrevenen in de vereeniging, waar de werkgever is aangesloten. Gevolg hiervan is, dat iedere recruut reeds een militaire scholing achter zich heeft, zoodat de Staat de werkelijke oproepingen tot een minimum kan beperken, zonder dat de verdediging van het land hier onder lijdt." Uit het voorafgaande blijkt duidelijk, dat bij alles wat voor het individu gedaan wordt, dit niet geschiedt ter wille van het individu zelf, maar dat het doel is: het heil van den Staat. De Staat is in alles no. 1 en het uiteindelijk doel van de opvoeding is: den Staat te dienen en te verdedigen. Men mag dus met recht spreken van een staatsdienst, die tot godsdienst geworden is; al wordt er voor den vorm ook godsdienstonderricht ge geven, voornamelijk echter, om, zooals de schrijfster van het bovengenoemde artikel het uitdrukt: „de ouders er gemakkelijker toe te brengen hun kinderen bij de Ballila aan te melden". P. W. J. S. RADIO TECHNISCHE VRAAGBAAK. Isolatie-materiaal. Wij kunnen nog altijd met 7eel genoegen terugdenken aan den tijd, waarin wij onze eerste ontvanger bouwden, waarmee men eigenlijk maar weinig 1 «luisteren kon, die het dan eens deed en dan weer niet, waar voor we zelf condensatoren moesten maken en die soms een tijd buiten gebruik stond, omdat het aanschaffen van een nieuwe lamp (die wij met een schroevendraaier door kort sluiting hadden doorgebrand) heel hooge kosten met zich meebracht. Vergelijken we de onderdeelen, die wij toen gebruikten met de onderdeelen van tegen- wooidig, dan valt het verschil al dadelijk op. Aan onze zelfgemaakte condensatoren zat „beet" zooals we dat noemen. Ze waren ze ker drie maal zoo gToot als de tegenwoordig in gebruik zijnde. Ei wordt ook over 't algemeen beweerd, dat het goede eboniet, waarvan men de front plaat maakte, niet meer in den handel zou zijn. Die frontplaten waren meestal erg duur en onze vraag was nooit: is dat wel goed isolatiemateriaal, maar blijft de kleur wel goed. En wat waren wij niet blij, als we tenslottv, een mooi stuk eboniet hadden „ge loord'' zonder dat er verder ongelukken van breken e.d. waren gebeurd. Ook de fabrikanten verwerkten een hoe veelheid eboniet in de toestellen, waar we nu bij moderne toestellen geen spoor meer van kunnen ontdekken. Men zou haast zeggen, dat er inplaats van een hoeveelheid isolatie materiaal een aantal metalen, goed gelei dende, deelen voor in de plaats gekomen zijn. Enkele jaren geleden bouwde men bij voor keur toestellen in ebonieten kasten en hoe heeft een amateur soms niet gemopperd, daar het hem bijna onmogelijk was een der gelijke kast te bemachtigen. Tegenwoordig, wil men net als vroeger, hout, dat zich door de eeuwen heen als uit gezocht materiaal voor meubelen heeft kun nen handhaven. En wat is tegenwoordig een radiotoestel anders geworden dan een meu belstuk, dat zijn plaats in de huiskamer heeft opgeëischt. Bovendien is bakeliet gebonden aan be paalde vormen. Men kan maar niet elk wil lekeurig model persen, zooals men aan hout bijna iedere gewenschte vorm kan geven. De kast van onze ontvanger is echter bij zaak in vergelijking met het binnenwerk. Wie eenige ervaring heeft opgedaan met de nieuwe isolatiematerialen, zooals stealiet trolitiel, waarop men spoelen is gaan wik kelen, zal het onmiddellijk met ons eens zijn, dat het een fiasco wordt, wanneer een fa brikant nieuwe spoelen in den handel brengt en éénknops-afstemming propageert, terwijl hij den gebruiker vrij laat in de keuze der draaicondensatoren. Wat er gewonnen wordt met betrekking tot selectiviteit en geluidssterkte, wordt hopeloos teniet gedaan door de slechte kwaliteit van de oude draaicondensatoren. Geheel in de lijn der ontwikkeling van het moderne materiaal ligt dus, de constructie van spoelen en condensatoren in één hand te houden. Eerst dan kan er sprake zijn van echte éénknops afstemming. Bij de lampvoetjes hebben bakeliet, eboniet en andere oude bekende isolatiematerialen het veld moeten ruimen voor nieuwe, betere. Setatiet, de nieuwe keranische stof en troil- tiel, het glasachtige materiaal, zijn zonder twijfel hun rol gaan spelen. Nog steeds zoekt men naar nieuwe isolatie materialen, terwijl we ook al de keramische condensatoren kennen, die bij eenzelfde ca paciteit een veel kleiner afmeting hebben. Zoo is het mogelijk met behulp van een nieuw materiaal: „kerafai" al blokcondensa- toren te maken, die de grootte hebben van een cent bij een capaciteit van 300 cM. Door deze nieuwe materialen wordt het mogelijk de enorme afmetingen, die radio toestellen soms hadden, tot een minimum te beperken. Misschien hebt U wel eens zoo'n klein Amerikaansch ontvangertje gezien, wat de grootte van een sigarenkist had. Dat dit ondingen zijn gebleken, zit niet in het nieuwe isolatie-materiaal, maar in andere onder deelen, die men daarin gebruikte van in ferieure kwaliteit, al moeten wij direct toe geven, dat de allernieuwste kleine toestel letjes toch ook weer aan bepaalde eischen voldoen. Nu wij eenmaal de beschikking hebben over deze nieuwe isolatie-materialen, is er voor den amateur weer een nieuw arbeids veld vrij gekomen, dat met succes bewerkt kan worden. Vragen. J. D. te K. Wij danken U voor Uw schrij ven. Bouwde U de Varley Super of een an dere? Ook wij bouwden eenige maanden ge leden een dergelijk toestel en het succes was uitstekend. L. W. te R. Wij geven U nu een volledige beantwoording van Uw vragen: 1. Het schema voor een U.K.G. voorzet- apparaat plaatsen wij volgende week. Een octode voor accuvoeding is tegen woordig ook in den handel. Dte extrastroom uit Uw anodebatterij zal niet zoo groot zijn, dat dit overbelast wordt. 2. Een omvormer is een heel mooi instru ment. U hebt dan noodig een roteerende omvormer. Deze kosten ongeveer f 30. De triller omvormer is meestal iets goedkoo- per, maar voor het doel minder geschikt. Het maken van zoo'n omvormer zouden wij U niet raden daar dit zeer precies werk is. De omvormer geeft meestal 250 Volt bij 40 mA. 3. De eischen voor zendvergunning gaven we U al op. Er is een paar keer per jaar gelegenheid het examen af te leggen. Het N.V.V.R., waarvan wij het adres U nog pre cies zullen opgeven geeft iedere gewenschte inlichting op dit gebied en geeft ook een boek uit, waarin de stof voor het geheele examen behandeld wordt door H. ZEEBERG. 28) „Als je dan zoo humeurig bent als op het oogenhlik, heeft Ina wel een prettig leven thuis „Dan zal ik wel heen gaan. Is me dat een leven!" Veiontwaardigd, vol gekrenkte trots, ver liet Gretha het vertrek, door haar moeder angstig nagestaard. Maar haar vader bleef volmaakt kalm. Hij lette niet eens op baar en zag den brief van Ina weer in. „Wat heeft Gretha?" vroeg hij dan. „Och, dat gedoe van Ina brengt haar bui ten zichzelf", antwoordde mevrouw Neer- landt, de ware oorzaak verzwijgend. „Er is geen enkele reden voor, hoor. Ina kan best alleen loopen." „Dus je keurt dit ook weer goed?" „Wat?" „Doe nu niet zoo afwezig. Het is immers krankzinnigheid van Ina, om daar als parti culier verpleegster te gaan optreden? Wat komt er zoo van haar rustkuur terecht? Ik snap ter wereld niet, dat die dominé dat toe staat!" „Ina is toch zeker haar eigen baas? Zij voelt zich natuurlijk in staat, dat werk te doen. Anders deed zij het niet. Zij heeft toch meermalen geschreven, dat zij met den dag sterker wordt? Me dunkt, dat het ver blijf in Zuidstad Ina goed doet." „Dus je bent niet van plan, haar terug te roepen? Ik bad nu toch werkelijk gedacht, dat je over dezen brief verwonderd zoudt zijn." „Dat ben ik inderdaad." „Welnu dan?" „Maar dat is geen reden, om haar te schrijven, dat zij naar huis moet komen. Deze brief is een teeken, dat zij het daar juist heel goed maakt. Zeg, Adri." Mevrouw Neerlandt keek verbaasd op. „Ik moet vandaag of morgen eens lustig met je praten over een belangrijke zaak." „Wat heb je, Piet?" vroeg zij nieuwsgie rig. „Kun je dat nu niet doen?" „Mijn tijd is nu wat beperkt. Bovendien kan Gretha elk oogenhlik komen binnenval len en die heeft er voorloopig niet mee te maken." „Betreft het Gretha?" vroeg zij opeens. „Het betreft ons allen." „Spreek alsjeblieft niet zoo in raadselen." „Je hoort er wel nader van." „Na het diner? Gretha is vanavond uit." „D&n kan het vanavond wel. Maar eerst moet ik Van Santhoven ontvangen. Die heeft mij te spreken gevraagd. 'kWeet niet, wat die van m ij verlangt." „Do oude Van Santhoven?" Mevrouw Neerlandt was onrustig, van brandende nieuwsgierigheid. „De oude? Neen, de jonge. Hoe heet hij?" „Louis? Of Karei?" ,,'k Weet niet. Waar is0, hier heb ik het briefje. Bah, het lijkt wel een briefje van een jongedame! Eén en al odeur. L. van Santhoven. Dat is de oudste, niet? Die veel belovende student!" spotte hij. „Ja, de jong ste heet Karei. Dat is een flinke vent. Het ras van zijn vader!" BESCHAMEND WOORD. Een zendeling in Zuid-Afrika vertelde dat een neger tot hem had gezegd: Wat gij Chris tenen doet spreekt zoo luid, dat ik niet verstaan kan, wat gij zegt. Een beschamend woord. De daden van de Christenen spreken lui der, dan de woorden van het Evangelie dat zij belijden. Ook in onze samenleving spreken de da den van hen die zich Christenen noemen een wel duidelijke, maar niet altijd Christelijke taal. „Dus Louis van Santhoven heeft je te spreken gevraagd?" Mevrouw Neerlandt kon haar blijdschap schier niet bedwingen. 'tWas ook opval lend. „Wat heb je, Adri?" „Begrijp je niet, waarvoor Louis komt?" „Nog niet. Weet jij het soms?" „Maar, mijn lieve man, waar zitten je her sens en oogen toch! Louis maakte al eenige maanden werk van Gretha! Hij komt natuur lijk haar hand vragen. „Je raaskalt toch zeker?" vroeg hij zicht baar onthutst. „Natuulrlijk niet. Gretha wacht op hem. Haar hartewensch wordt vervuld. En 'k wil er wel bij! voegen, de mijne ook." „Gretha met zoo'n doeniet; met een, die nergens voor deugt! Hjijl is al vijf jaar in Leiden student en komt geen steek verder. Het geld van zijn ipipa opmatken, dat kan hij"." „Het kapitaal van Van Santhoven is niet op te maken. Bovendien overdrijf je schro melijk. Gretha kan geen betere partij doen. Hoeveel meisjes benijden haar." Doordringend zag ingenieur Neerlandt zajn vrouw aan. „Denk je dat werkelijk, Adri? Laat mij dan zeggen, kind, dat je je deerlijk vergist. Dian ben ik beter op de hoogte. Louis van Santhoven wordt door niemand gerespec teerd. Eb zeker niet door jonge meisjes, die eergevoel bezitten. Dat jongmensch leidt een losbandig leven." „Je vergist je ten eenenmale. Ik weet er alles van." „En daareven wist je nauwelijks zijn naam," zeide zijl triomfeerend. „Ik vergiste mij met die twee namen. Ik ken beide Van Santhovens. De jongste is een flinke vent. Als die om Gretha kwam, mijn toestemming kreeg hij onmiddellijk. Maar de oudste mijn schoonzoon? Geen den ken aan!" „Piet, drijf Gretha niet tot het uiterste. Je breekt je dochter het hart." Mevrouw Neerlandt was buiten zichzelf van woede. O'p deze mogelijkheid had zij in de verste verte geen vermoeden gehad. „Het hart van Gretha is niet zoo spoedig gebroken, vrouw," spotte hij:. „Ik geloof er niets van, dat bij Gretha liefde een rol speelt. Het is haar om een goede partij te doen. Maar ik verleen mijn medewerking hier aan niet." „Maar het is een schandaal. Dat is. „Wind je nu niet zoo op, Adri. Dat is in het welbegrepen belang van Gretha.." ,,'t Is een klap in haar gezicht. En 't is een blamage voor de Van Santhovens. Ik weet dat mevrouw Van Santhoven deze ver bintenis gaarne ziet." ,,'t Is best mogelijk. Misschien heeft zij er haar reden voor. Maar dat zal mij niet beletten, dat jongmensch mijn meening te zeggen." „Je bent tocb niet van plan," siste zij buiten zichzelf van verontwaardiging. „Ik heb geen enkel plan, Adri. 'k Wist im mers niet eens waarvoor die deugniet mij' te spréken vroeg? Als hij de hand van Gretha vraagt, zooals je vermoedt, zal ik hem die in beleefde termen weigeren. Meer niet. Alleen wanneer hij er bepaald op aandringt maar dat verwacht ik niet de reden der weigering te vernemen, zal ik hem die zeg gen." Mevrouw Neerlandt zag wel, dat het haar man volkomen ernst was. En ziji wist ook, dat hij van zijn voornemen niet was af te brengen. Niet door haar woede. Ook niet door tranen. „Kwam hij maar voor Ina!" hoonde zij. „Adri, wees nu verstandiger dan Gretha, die altijd een wig tusschen haar en Ina schuift. Wanneer dat jongmensch voor Ina kwam, kreeg hij precies hetzelfde bescheid. Ik vind het niet prettig voor Gretha. Maar het is in haar eigen belang. Later zal zijl dat ongetwijfeld inzien, tenzij Louis van Santhoven zijn leven betert." „Ddn zou je je daad betreuren." Mevrouw Neerlandt sprak in eenen kal mer, daar zij overwoog, of de situatie nog te redden was. „0 neen, geen sprake van." „Maar als het nu waar is, wat ik niet ge loof, dat Louis een niet onbesproken levens wandel leidt, kan Gretha hem dan niet op het goede pad brengen?" „Dat is mogelijk. Maar niet waarschijnlijk. In elk geval wensch ik daaraan Gretha niet op te offeren." „Wat gebruik je toch dikke woorden! Je hebt nu eenmaal een antipathie tegen de Van Santhovens, zooais tegen zoovelen van onze kennissen, die nu eenmaal niet zoo bekrompen zijn als jij." „Heuseh, je ziet het verkeerd, Adri. Maar laat ons er niet langer over praten. We wor den het toch niet eens. Je zult me later gelijk geven." „Ik vind het een blamage voor de Van Santhovens, om zoo bot te weigeren. En hier in huis wordt het leven een hel, want Gretha is, 'k zal het je nu maar zeggen, al onhandelbaar, omdat Louis niets van zich hooren laat. Als die weigering van jou er nu nog over heen komt, is zij niet te houden." Onder Recfactie van Jur. Schroder, Sta dionstraat 29, Amsterdam-Z. Alles deze ru briek betreffende te richten aan dit adres. De uitslag. Prijswinnaar werd de heer Jacob Poelman te Wemeldinge. Voor hen, wier oplossingen door vorm en uitvoerigheid uit hebben gemunt, stelden wij troostprijsjes beschikbaar. Zij werden toegewezen aan H.H. B. Schreuder en A. Corstanje te Goes; A. Matthijsse Czn te Nisse en Jan Sinke Dzn te Kloetinge. Alle problemen werden goed opgelost door: M. v. Nieuwenhuijzen te Kruiningen, J. v. d. Kreeke, J. Knuist, B. Schreuder, A. Cor stanje en H. M. Slabbekoorn te Goes; Adri- aan Braamse te Nieuwdorp; A. Matthijsse Czn te Nisse; D. Hugense, A. Willemse en W. Wouters te Aagtekerke; A. v. Oosten te Biezelinge; A. Walraven te Middelburg; „Dammers" te Sluis; Joh. Breure Nzn te Kolijnsplaat; Anth. den Hollander te Baar land; Jan Sinke Dzn te Kloetinge en Jacob Poelman te Wemeldinge. 2 Problemen losten goed op: A. v. Sorge te Soeburg, S. de Vries te Middelburg en Jac. de Brave te Vlissingen. Als nieuwe oplossers (No. 11) heeten we welkom: Toon Kaat te Kapelle-Biezelinge, N.N. te Oostburg en „Schijf" te Kapelle. De prijsjes worden op onze simultaan- avonden uitgereikt. De winnaars worden dus óf te Goes öf te Middelburg verwacht. In de volgende rubriek begint de nieuwe wedstrijd. Deze keer weer eens in twee af- deelingen: Beginners en Gevorderden. Op veelvuldig verzoek. Uit de partij. Damredacteuren de goede niet te na ge sproken hebben de gewoonte om partijen in hun rubrieken te publiceeren, welke door hen gewonnen zijn. Men loopt met zijn ver lies nu eenmaal niet graag te koop. Aan deze „hebbelijkheid" wil ik niet mee doen. In den wedstrijd om het kampioenschap van Amsterdam verloor ik mijn eerste partij tegen den oud-kampioen van Amsterdam, Jan Metz. In tijdnood (5 zetten in 1 minuut) deed ik een onbegrijpelijken zet. Het was in dezen stand: Jur. Schroder (zwart). 1 2 3 4 lf> 2fi 35 45 47 48 49 50 Jan Metz (wit). Zwart: 13 schijven op: 8, 9, 11, 13, 14, 16, 18, 19, 20, 21, 23, 24 en 26. Wit: 13 schijven op: 22, 25, 27, 28, 30, 31 35, 37, 39, 40 en 43. Zwart aan zet! Zwart speelde hier 1117? Waarom zoo zult U bij rustige bestudeering van den stand vragen niet 812? In den angst voor de tijdsoverschrijding zag zwart een „hersen schim". Hij dacht, dat wit kon spelen: 2217, zwart: 11X22; wit: 28X8; zwart 13X2; wit: 3731; zwart 26X28 en wit, dam door 33X41 Ziet u de damblindheid? Zwart moet n.l. als eersten zet niet 11X22, maar hij moet doorslaan: 11X42! Na 812 zou wit heel moeilijk spel heb ben gekregen. De beste minst slechte voortzetting, zou geweest zijn: 3329, schijf- verlies. Als u de partij dan eens verder naspeelt, zult u voor verrassende tempo gebreken komen te staan. Zwart blijft ech ter belangrijk voordeel houden. Had zwart 812 gespeeld en zou wit met 4338 geantwoord hebben, dan zwart 1217 en wit staat totaal verloren. Speelbaar voor wit na 812 in den diagramstand zou nog zijn 3731. Dan: Wit: 1. 37—31 2. 32X41 3. 27X38 4. 33—28 B Zwart: 26X37 23X32 A 18X27 24—29 11—17 -i. 21X32 18X27 5. 34X23 niet A 2 3. 28X37 want dan: 4. 33—28 5. 37X28 en nu zal zwart öf met 2732 öf met 2429 moeten vervolgen. 23X32 „Het dambord is glad!" en „een wedstrijd- klok laat onbegrijpelijke zetten doen". Tegen dit laatste is één remedie: vlugger spelen! Accoord! Maar... standen als de onderhavige vereischen enorm veel tijd, omdat zulk „lijf- aan-lijf-werk" veel berekening vereischt met het oog op de laatste tempo. Correspondentie. J. P. te W.: Dank voor uw dambericht. Het resultaat is voor de deelnemers heel mooi! T. K. te B.: Welkom! Jan S. Dzn te K.: Uw problemen thans nagezien. Zal mijn bevindingen u per brief melden. A. M. te Nisse: Boekje verzonden! Dam- reglement kost 10 cent1). IJ. M. S. te Goes: Dank voor uw bemoei ingen. A. H. M. te Waarde: Het boekje „Zó wordt u een goed dammer" gaat heden aan u af. A. W. te Middelburg: Op een briefkaart moet 4 cent port (niet drie). Dat is voor 1 X niet zóó erg, maar door velen en vele keeren loopt dat op. A. C. te Goes: Uw oplossingen munten steeds uit en getuigen van groote damliefde. Mijn compliment. Zal gezonden partij standen nazien. x) na ontvangst van 2 postz. a 5 cent, zend ik het u toe.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1938 | | pagina 8