Rondgang door den Dam-doolhof.
Wenken op electrisch gebied
OE BOERDERIJ AAN DE VAL
'S^IÊÊIÊ SS
s
s
r
S-i
a
3
L4
a a»
ft
a "3
a
0 fe
s*
4)
1-1 C»
D »ri
u
o
Z J®
O
0 -*-»
tt> u
•«-» 3
c
c
c
-J c
3 O
co a.
-
o
ïs z
CO
o
o
s
t/>
U
LÜ
m 03
d
<D
00 ■*-»
fl
cd cd
t3
cd
<4-1
H p;
o
-j—
<d f-i
cd q.
5
2
o
Ijs
a §3
o
.SQ-2
cd
'35®'
?'pOj
o
O
O
b0 co
5*3
2
co o
""J
2 +->
aa
m cd
- I §^3
a If s
5J
i
có cd
44
'*h O
P>CO
•Od
o
t-f
cd bo^j
o
NJ
O $)•*-» -r-«
CO rW CO
H - O
cd 3
(Q Pi cd tO-M
cd -h
co
•h'Ö fc£ cd d
oSSS'n
«rSjS
a, w »-M>
O® IP?
rd
2
rP COr^Q
fcö*"Ö
to
a c
cd
O
T5 "r*
:B7
3:
cd
- *T3
O
d d
cd
^-d
3 O
d 00 3
d o
'-Ö g
^3
3 -P?^.
h 'z*
®P
o
o
O
td
f-t u
ÖO5"»
cd G, o
d -
T3
N O^,
o o o
- s 0
O CD 5«
■i -tj o
Ö-2 *-*
§3? 3
cd -4-»
É-« P»! O
ZJ
to S
U -
I 1 d
o
t5 o cd
d
"~*q co
~c
d t -d
d
bC -
cd
fee -
ft J d
o S
2* 03
g
3 2
2 S s
TJ cd
S 2
a
p, p,
oj p
5 a
2
d F-i
bo
3 *H <0 tj
O fj 1j
03 «3 8
ri-l O
cd
KJ
•.ft? d
u
-2
Td N
1*2
O
d
:pr
'Rf
S el
S'JJ oj cd
I 5
H -r-< p'TJ
.S
Ph be in ^3 T}
O
b <u
60
6^5
-0 0
P" 2
M Pd o -d
el cd
-S "3
_J
wo to
Pi -
jb
h'g fH
s I 8
•3 si,
:n'-3
fe 2
NJ
d to
O
Pt
o
- itp
1 - sa
a d .2 a) +j
'M.3 M|
42 I fe
2
>§a^w-s
SoSd M
g g-w nS g
to fc d g 0
j is a-0-0 I
"5 fl 2 P< P
•E g -£ go
o S 0 -
a 2 0 2
C bo ap
jS a a? 0 a
o S o o>
Ci5 £*3 JSrX
2 go
bajonet achter de troepen marcheeren. Wed
strijden tusschen de verschillende afdeelin-
gen van een provincie of van het geheele
rijk vinden regelmatig plaats, om het eer
gevoel der kinderen aan te wakkeren en
maximale prestaties te bereiken. Ontelbaar
vele sportplaatsen en gymnastiekhallen zijn
aangelegd, buitendien vele zwem- en bad
inrichtingen. Hygiëne gaat meestal hand in
hand met sport, en eenige opvoeding op dit
gebied is bij den Italiaan niet geheel mis
plaatst.
Natuurlijk is ook kampeeren in het pro
gramma begrepen. Onder de vele groote
officiëele kampeerterreinen is het bekendste
dat van „Campo Dux", dat vlak voor de
poorten van Rome ligt, en waar ieder jaar
een tienduizend jongens samenkomen. Hier
worden dan gedurende het kampleven ook
verscheidene kleine oefeningscursussen ge
houden, die meestal besloten worden met
een groote sportdemonstratie en een optocht
voor den Duce.
Ook worden veelvuldig zeereizen en kruis
vaarten gemaakt, met het doel, de jongens
ook buiten de grenzen van het vaderland
met de wereld vertrouwd te maken. Meestal
voeren deze tochten naar de havens van
Lybië, naar de kustplaatsen van de Middel-
landsche Zee, naar de indrukwekkende
plaatsen als Athene en Jeruzalem; of er
wordt een zeereis ondernomen om geheel
Italië heen. Ook worden kampen bezocht,
in Duitschland, Oostenrijk en Hongarije, of
een uitwisseling vindt plaats met buiten-
landsche sportvereenigingen. Om de belang
stelling van de jongens op te wekken voor
de zee en zeevaartkunde, werd een speciale
matrozenafdeeling gesticht voor Ballila en
Avanguardisten, die theoretisch en prac-
tisch alles omvat wat een jonge zeeman
leeren moet. Na de voleindiging van het
achttiende levensjaar begint de, sinds 1930
verplicht gestelde vóórmilitaire diensttijd,
die eigenlijk een onderafdeeling is van het
leger. Deze cursussen worden gehouden op
Zaterdag en Zondag, en om uitvluchten te
voorkomen, werd een half jaar geleden de
„sabato fascista" ingevoerd, die eigenlijk het
zelfde is als de „Engelsche Zaterdag", alleen
met dit verschil, dat de vrije middag ver
plicht gebruikt moet worden voor sportieve
en militaire oefeningen, in de vereeniging
waar men is aangesloten, of door e.v. niet
ingeschrevenen in de vereeniging, waar de
werkgever is aangesloten. Gevolg hiervan
is, dat iedere recruut reeds een militaire
scholing achter zich heeft, zoodat de Staat
de werkelijke oproepingen tot een minimum
kan beperken, zonder dat de verdediging
van het land hier onder lijdt."
Uit het voorafgaande blijkt duidelijk, dat
bij alles wat voor het individu gedaan wordt,
dit niet geschiedt ter wille van het individu
zelf, maar dat het doel is: het heil van den
Staat. De Staat is in alles no. 1 en het
uiteindelijk doel van de opvoeding is: den
Staat te dienen en te verdedigen. Men mag
dus met recht spreken van een staatsdienst,
die tot godsdienst geworden is; al wordt er
voor den vorm ook godsdienstonderricht ge
geven, voornamelijk echter, om, zooals de
schrijfster van het bovengenoemde artikel
het uitdrukt: „de ouders er gemakkelijker
toe te brengen hun kinderen bij de Ballila
aan te melden". P. W. J. S.
RADIO TECHNISCHE VRAAGBAAK.
Isolatie-materiaal.
Wij kunnen nog altijd met 7eel genoegen
terugdenken aan den tijd, waarin wij onze
eerste ontvanger bouwden, waarmee men
eigenlijk maar weinig 1 «luisteren kon, die
het dan eens deed en dan weer niet, waar
voor we zelf condensatoren moesten maken
en die soms een tijd buiten gebruik stond,
omdat het aanschaffen van een nieuwe lamp
(die wij met een schroevendraaier door kort
sluiting hadden doorgebrand) heel hooge
kosten met zich meebracht.
Vergelijken we de onderdeelen, die wij toen
gebruikten met de onderdeelen van tegen-
wooidig, dan valt het verschil al dadelijk op.
Aan onze zelfgemaakte condensatoren zat
„beet" zooals we dat noemen. Ze waren ze
ker drie maal zoo gToot als de tegenwoordig
in gebruik zijnde.
Ei wordt ook over 't algemeen beweerd,
dat het goede eboniet, waarvan men de front
plaat maakte, niet meer in den handel zou
zijn. Die frontplaten waren meestal erg
duur en onze vraag was nooit: is dat wel
goed isolatiemateriaal, maar blijft de kleur
wel goed. En wat waren wij niet blij, als we
tenslottv, een mooi stuk eboniet hadden „ge
loord'' zonder dat er verder ongelukken van
breken e.d. waren gebeurd.
Ook de fabrikanten verwerkten een hoe
veelheid eboniet in de toestellen, waar we nu
bij moderne toestellen geen spoor meer van
kunnen ontdekken. Men zou haast zeggen,
dat er inplaats van een hoeveelheid isolatie
materiaal een aantal metalen, goed gelei
dende, deelen voor in de plaats gekomen zijn.
Enkele jaren geleden bouwde men bij voor
keur toestellen in ebonieten kasten en hoe
heeft een amateur soms niet gemopperd,
daar het hem bijna onmogelijk was een der
gelijke kast te bemachtigen.
Tegenwoordig, wil men net als vroeger,
hout, dat zich door de eeuwen heen als uit
gezocht materiaal voor meubelen heeft kun
nen handhaven. En wat is tegenwoordig een
radiotoestel anders geworden dan een meu
belstuk, dat zijn plaats in de huiskamer
heeft opgeëischt.
Bovendien is bakeliet gebonden aan be
paalde vormen. Men kan maar niet elk wil
lekeurig model persen, zooals men aan hout
bijna iedere gewenschte vorm kan geven.
De kast van onze ontvanger is echter bij
zaak in vergelijking met het binnenwerk.
Wie eenige ervaring heeft opgedaan met
de nieuwe isolatiematerialen, zooals stealiet
trolitiel, waarop men spoelen is gaan wik
kelen, zal het onmiddellijk met ons eens zijn,
dat het een fiasco wordt, wanneer een fa
brikant nieuwe spoelen in den handel brengt
en éénknops-afstemming propageert, terwijl
hij den gebruiker vrij laat in de keuze der
draaicondensatoren.
Wat er gewonnen wordt met betrekking tot
selectiviteit en geluidssterkte, wordt hopeloos
teniet gedaan door de slechte kwaliteit van
de oude draaicondensatoren.
Geheel in de lijn der ontwikkeling van het
moderne materiaal ligt dus, de constructie
van spoelen en condensatoren in één hand te
houden. Eerst dan kan er sprake zijn van
echte éénknops afstemming.
Bij de lampvoetjes hebben bakeliet, eboniet
en andere oude bekende isolatiematerialen
het veld moeten ruimen voor nieuwe, betere.
Setatiet, de nieuwe keranische stof en troil-
tiel, het glasachtige materiaal, zijn zonder
twijfel hun rol gaan spelen.
Nog steeds zoekt men naar nieuwe isolatie
materialen, terwijl we ook al de keramische
condensatoren kennen, die bij eenzelfde ca
paciteit een veel kleiner afmeting hebben.
Zoo is het mogelijk met behulp van een
nieuw materiaal: „kerafai" al blokcondensa-
toren te maken, die de grootte hebben van
een cent bij een capaciteit van 300 cM.
Door deze nieuwe materialen wordt het
mogelijk de enorme afmetingen, die radio
toestellen soms hadden, tot een minimum te
beperken. Misschien hebt U wel eens zoo'n
klein Amerikaansch ontvangertje gezien, wat
de grootte van een sigarenkist had. Dat dit
ondingen zijn gebleken, zit niet in het nieuwe
isolatie-materiaal, maar in andere onder
deelen, die men daarin gebruikte van in
ferieure kwaliteit, al moeten wij direct toe
geven, dat de allernieuwste kleine toestel
letjes toch ook weer aan bepaalde eischen
voldoen.
Nu wij eenmaal de beschikking hebben
over deze nieuwe isolatie-materialen, is er
voor den amateur weer een nieuw arbeids
veld vrij gekomen, dat met succes bewerkt
kan worden.
Vragen.
J. D. te K. Wij danken U voor Uw schrij
ven. Bouwde U de Varley Super of een an
dere? Ook wij bouwden eenige maanden ge
leden een dergelijk toestel en het succes
was uitstekend.
L. W. te R. Wij geven U nu een volledige
beantwoording van Uw vragen:
1. Het schema voor een U.K.G. voorzet-
apparaat plaatsen wij volgende week.
Een octode voor accuvoeding is tegen
woordig ook in den handel.
Dte extrastroom uit Uw anodebatterij zal
niet zoo groot zijn, dat dit overbelast wordt.
2. Een omvormer is een heel mooi instru
ment. U hebt dan noodig een roteerende
omvormer. Deze kosten ongeveer f 30. De
triller omvormer is meestal iets goedkoo-
per, maar voor het doel minder geschikt.
Het maken van zoo'n omvormer zouden
wij U niet raden daar dit zeer precies
werk is. De omvormer geeft meestal 250
Volt bij 40 mA.
3. De eischen voor zendvergunning gaven
we U al op. Er is een paar keer per jaar
gelegenheid het examen af te leggen. Het
N.V.V.R., waarvan wij het adres U nog pre
cies zullen opgeven geeft iedere gewenschte
inlichting op dit gebied en geeft ook een
boek uit, waarin de stof voor het geheele
examen behandeld wordt
door H. ZEEBERG.
28)
„Als je dan zoo humeurig bent als op het
oogenhlik, heeft Ina wel een prettig leven
thuis
„Dan zal ik wel heen gaan. Is me dat een
leven!"
Veiontwaardigd, vol gekrenkte trots, ver
liet Gretha het vertrek, door haar moeder
angstig nagestaard. Maar haar vader bleef
volmaakt kalm. Hij lette niet eens op baar
en zag den brief van Ina weer in.
„Wat heeft Gretha?" vroeg hij dan.
„Och, dat gedoe van Ina brengt haar bui
ten zichzelf", antwoordde mevrouw Neer-
landt, de ware oorzaak verzwijgend.
„Er is geen enkele reden voor, hoor. Ina
kan best alleen loopen."
„Dus je keurt dit ook weer goed?"
„Wat?"
„Doe nu niet zoo afwezig. Het is immers
krankzinnigheid van Ina, om daar als parti
culier verpleegster te gaan optreden? Wat
komt er zoo van haar rustkuur terecht? Ik
snap ter wereld niet, dat die dominé dat toe
staat!"
„Ina is toch zeker haar eigen baas?
Zij voelt zich natuurlijk in staat, dat werk
te doen. Anders deed zij het niet. Zij heeft
toch meermalen geschreven, dat zij met den
dag sterker wordt? Me dunkt, dat het ver
blijf in Zuidstad Ina goed doet."
„Dus je bent niet van plan, haar terug te
roepen? Ik bad nu toch werkelijk gedacht,
dat je over dezen brief verwonderd zoudt
zijn."
„Dat ben ik inderdaad."
„Welnu dan?"
„Maar dat is geen reden, om haar te
schrijven, dat zij naar huis moet komen.
Deze brief is een teeken, dat zij het daar
juist heel goed maakt. Zeg, Adri."
Mevrouw Neerlandt keek verbaasd op.
„Ik moet vandaag of morgen eens lustig
met je praten over een belangrijke zaak."
„Wat heb je, Piet?" vroeg zij nieuwsgie
rig. „Kun je dat nu niet doen?"
„Mijn tijd is nu wat beperkt. Bovendien
kan Gretha elk oogenhlik komen binnenval
len en die heeft er voorloopig niet mee te
maken."
„Betreft het Gretha?" vroeg zij opeens.
„Het betreft ons allen."
„Spreek alsjeblieft niet zoo in raadselen."
„Je hoort er wel nader van."
„Na het diner? Gretha is vanavond uit."
„D&n kan het vanavond wel. Maar eerst
moet ik Van Santhoven ontvangen. Die heeft
mij te spreken gevraagd. 'kWeet niet, wat
die van m ij verlangt."
„Do oude Van Santhoven?"
Mevrouw Neerlandt was onrustig, van
brandende nieuwsgierigheid.
„De oude? Neen, de jonge. Hoe heet hij?"
„Louis? Of Karei?"
,,'k Weet niet. Waar is0, hier heb
ik het briefje. Bah, het lijkt wel een briefje
van een jongedame! Eén en al odeur. L. van
Santhoven. Dat is de oudste, niet? Die veel
belovende student!" spotte hij. „Ja, de jong
ste heet Karei. Dat is een flinke vent. Het
ras van zijn vader!"
BESCHAMEND WOORD.
Een zendeling in Zuid-Afrika vertelde dat
een neger tot hem had gezegd: Wat gij Chris
tenen doet spreekt zoo luid, dat ik niet
verstaan kan, wat gij zegt.
Een beschamend woord.
De daden van de Christenen spreken lui
der, dan de woorden van het Evangelie dat
zij belijden.
Ook in onze samenleving spreken de da
den van hen die zich Christenen noemen een
wel duidelijke, maar niet altijd Christelijke
taal.
„Dus Louis van Santhoven heeft je te
spreken gevraagd?"
Mevrouw Neerlandt kon haar blijdschap
schier niet bedwingen. 'tWas ook opval
lend.
„Wat heb je, Adri?"
„Begrijp je niet, waarvoor Louis komt?"
„Nog niet. Weet jij het soms?"
„Maar, mijn lieve man, waar zitten je her
sens en oogen toch! Louis maakte al eenige
maanden werk van Gretha! Hij komt natuur
lijk haar hand vragen.
„Je raaskalt toch zeker?" vroeg hij zicht
baar onthutst.
„Natuulrlijk niet. Gretha wacht op hem.
Haar hartewensch wordt vervuld. En 'k wil
er wel bij! voegen, de mijne ook."
„Gretha met zoo'n doeniet; met een, die
nergens voor deugt! Hjijl is al vijf jaar in
Leiden student en komt geen steek verder.
Het geld van zijn ipipa opmatken, dat
kan hij"."
„Het kapitaal van Van Santhoven is niet
op te maken. Bovendien overdrijf je schro
melijk. Gretha kan geen betere partij doen.
Hoeveel meisjes benijden haar."
Doordringend zag ingenieur Neerlandt
zajn vrouw aan.
„Denk je dat werkelijk, Adri? Laat mij
dan zeggen, kind, dat je je deerlijk vergist.
Dian ben ik beter op de hoogte. Louis van
Santhoven wordt door niemand gerespec
teerd. Eb zeker niet door jonge meisjes, die
eergevoel bezitten. Dat jongmensch leidt een
losbandig leven."
„Je vergist je ten eenenmale. Ik weet er
alles van."
„En daareven wist je nauwelijks zijn
naam," zeide zijl triomfeerend.
„Ik vergiste mij met die twee namen. Ik
ken beide Van Santhovens. De jongste is
een flinke vent. Als die om Gretha kwam,
mijn toestemming kreeg hij onmiddellijk.
Maar de oudste mijn schoonzoon? Geen den
ken aan!"
„Piet, drijf Gretha niet tot het uiterste.
Je breekt je dochter het hart."
Mevrouw Neerlandt was buiten zichzelf
van woede. O'p deze mogelijkheid had zij
in de verste verte geen vermoeden gehad.
„Het hart van Gretha is niet zoo spoedig
gebroken, vrouw," spotte hij:. „Ik geloof er
niets van, dat bij Gretha liefde een rol speelt.
Het is haar om een goede partij te doen.
Maar ik verleen mijn medewerking hier
aan niet."
„Maar het is een schandaal. Dat is.
„Wind je nu niet zoo op, Adri. Dat is in
het welbegrepen belang van Gretha.."
,,'t Is een klap in haar gezicht. En 't is
een blamage voor de Van Santhovens. Ik
weet dat mevrouw Van Santhoven deze ver
bintenis gaarne ziet."
,,'t Is best mogelijk. Misschien heeft zij
er haar reden voor. Maar dat zal mij niet
beletten, dat jongmensch mijn meening te
zeggen."
„Je bent tocb niet van plan," siste zij
buiten zichzelf van verontwaardiging.
„Ik heb geen enkel plan, Adri. 'k Wist im
mers niet eens waarvoor die deugniet mij' te
spréken vroeg? Als hij de hand van Gretha
vraagt, zooals je vermoedt, zal ik hem die in
beleefde termen weigeren. Meer niet. Alleen
wanneer hij er bepaald op aandringt
maar dat verwacht ik niet de reden der
weigering te vernemen, zal ik hem die zeg
gen."
Mevrouw Neerlandt zag wel, dat het haar
man volkomen ernst was. En ziji wist ook,
dat hij van zijn voornemen niet was af te
brengen. Niet door haar woede. Ook niet
door tranen.
„Kwam hij maar voor Ina!" hoonde zij.
„Adri, wees nu verstandiger dan Gretha,
die altijd een wig tusschen haar en Ina
schuift. Wanneer dat jongmensch voor Ina
kwam, kreeg hij precies hetzelfde bescheid.
Ik vind het niet prettig voor Gretha. Maar
het is in haar eigen belang. Later
zal zijl dat ongetwijfeld inzien, tenzij Louis
van Santhoven zijn leven betert."
„Ddn zou je je daad betreuren."
Mevrouw Neerlandt sprak in eenen kal
mer, daar zij overwoog, of de situatie nog
te redden was.
„0 neen, geen sprake van."
„Maar als het nu waar is, wat ik niet ge
loof, dat Louis een niet onbesproken levens
wandel leidt, kan Gretha hem dan niet op
het goede pad brengen?"
„Dat is mogelijk. Maar niet waarschijnlijk.
In elk geval wensch ik daaraan Gretha niet
op te offeren."
„Wat gebruik je toch dikke woorden! Je
hebt nu eenmaal een antipathie tegen de
Van Santhovens, zooais tegen zoovelen van
onze kennissen, die nu eenmaal niet zoo
bekrompen zijn als jij."
„Heuseh, je ziet het verkeerd, Adri. Maar
laat ons er niet langer over praten. We wor
den het toch niet eens. Je zult me later
gelijk geven."
„Ik vind het een blamage voor de Van
Santhovens, om zoo bot te weigeren. En
hier in huis wordt het leven een hel, want
Gretha is, 'k zal het je nu maar zeggen,
al onhandelbaar, omdat Louis niets van
zich hooren laat. Als die weigering van jou
er nu nog over heen komt, is zij niet te
houden."
Onder Recfactie van Jur. Schroder, Sta
dionstraat 29, Amsterdam-Z. Alles deze ru
briek betreffende te richten aan dit adres.
De uitslag.
Prijswinnaar werd de heer Jacob Poelman
te Wemeldinge.
Voor hen, wier oplossingen door vorm en
uitvoerigheid uit hebben gemunt, stelden
wij troostprijsjes beschikbaar. Zij werden
toegewezen aan H.H. B. Schreuder en A.
Corstanje te Goes; A. Matthijsse Czn te
Nisse en Jan Sinke Dzn te Kloetinge.
Alle problemen werden goed opgelost door:
M. v. Nieuwenhuijzen te Kruiningen, J. v. d.
Kreeke, J. Knuist, B. Schreuder, A. Cor
stanje en H. M. Slabbekoorn te Goes; Adri-
aan Braamse te Nieuwdorp; A. Matthijsse
Czn te Nisse; D. Hugense, A. Willemse en
W. Wouters te Aagtekerke; A. v. Oosten te
Biezelinge; A. Walraven te Middelburg;
„Dammers" te Sluis; Joh. Breure Nzn te
Kolijnsplaat; Anth. den Hollander te Baar
land; Jan Sinke Dzn te Kloetinge en Jacob
Poelman te Wemeldinge.
2 Problemen losten goed op: A. v. Sorge te
Soeburg, S. de Vries te Middelburg en Jac.
de Brave te Vlissingen.
Als nieuwe oplossers (No. 11) heeten we
welkom: Toon Kaat te Kapelle-Biezelinge,
N.N. te Oostburg en „Schijf" te Kapelle.
De prijsjes worden op onze simultaan-
avonden uitgereikt. De winnaars worden dus
óf te Goes öf te Middelburg verwacht.
In de volgende rubriek begint de nieuwe
wedstrijd. Deze keer weer eens in twee af-
deelingen: Beginners en Gevorderden. Op
veelvuldig verzoek.
Uit de partij.
Damredacteuren de goede niet te na ge
sproken hebben de gewoonte om partijen
in hun rubrieken te publiceeren, welke door
hen gewonnen zijn. Men loopt met zijn ver
lies nu eenmaal niet graag te koop. Aan
deze „hebbelijkheid" wil ik niet mee doen.
In den wedstrijd om het kampioenschap van
Amsterdam verloor ik mijn eerste partij
tegen den oud-kampioen van Amsterdam,
Jan Metz. In tijdnood (5 zetten in 1 minuut)
deed ik een onbegrijpelijken zet. Het was
in dezen stand:
Jur. Schroder (zwart).
1 2 3 4
lf>
2fi
35
45
47 48 49 50
Jan Metz (wit).
Zwart: 13 schijven op: 8, 9, 11, 13, 14, 16,
18, 19, 20, 21, 23, 24 en 26.
Wit: 13 schijven op: 22, 25, 27, 28, 30, 31
35, 37, 39, 40 en 43.
Zwart aan zet!
Zwart speelde hier 1117? Waarom zoo
zult U bij rustige bestudeering van den stand
vragen niet 812? In den angst voor de
tijdsoverschrijding zag zwart een „hersen
schim". Hij dacht, dat wit kon spelen: 2217,
zwart: 11X22; wit: 28X8; zwart 13X2; wit:
3731; zwart 26X28 en wit, dam door 33X41
Ziet u de damblindheid? Zwart moet n.l.
als eersten zet niet 11X22, maar hij moet
doorslaan: 11X42!
Na 812 zou wit heel moeilijk spel heb
ben gekregen. De beste minst slechte
voortzetting, zou geweest zijn: 3329, schijf-
verlies. Als u de partij dan eens verder
naspeelt, zult u voor verrassende tempo
gebreken komen te staan. Zwart blijft ech
ter belangrijk voordeel houden.
Had zwart 812 gespeeld en zou wit met
4338 geantwoord hebben, dan zwart 1217
en wit staat totaal verloren.
Speelbaar voor wit na 812 in den
diagramstand zou nog zijn 3731. Dan:
Wit:
1. 37—31
2. 32X41
3. 27X38
4. 33—28 B
Zwart:
26X37
23X32 A
18X27
24—29
11—17
-i. 21X32
18X27
5. 34X23
niet A 2
3. 28X37
want dan:
4. 33—28
5. 37X28
en nu zal zwart öf met 2732 öf met 2429
moeten vervolgen.
23X32
„Het dambord is glad!" en „een wedstrijd-
klok laat onbegrijpelijke zetten doen". Tegen
dit laatste is één remedie: vlugger spelen!
Accoord! Maar... standen als de onderhavige
vereischen enorm veel tijd, omdat zulk „lijf-
aan-lijf-werk" veel berekening vereischt met
het oog op de laatste tempo.
Correspondentie.
J. P. te W.: Dank voor uw dambericht.
Het resultaat is voor de deelnemers heel
mooi!
T. K. te B.: Welkom!
Jan S. Dzn te K.: Uw problemen thans
nagezien. Zal mijn bevindingen u per brief
melden.
A. M. te Nisse: Boekje verzonden! Dam-
reglement kost 10 cent1).
IJ. M. S. te Goes: Dank voor uw bemoei
ingen.
A. H. M. te Waarde: Het boekje „Zó wordt
u een goed dammer" gaat heden aan u af.
A. W. te Middelburg: Op een briefkaart
moet 4 cent port (niet drie). Dat is voor
1 X niet zóó erg, maar door velen en vele
keeren loopt dat op.
A. C. te Goes: Uw oplossingen munten
steeds uit en getuigen van groote damliefde.
Mijn compliment. Zal gezonden partij standen
nazien.
x) na ontvangst van 2 postz. a 5 cent,
zend ik het u toe.