DE ZEEUW
TWEEDE BLAD
TANTE AILIE
I
vond
f, Goes
iond
taan
Geweigerde vragen.
Uit de Provincie
Nationaal huldebetoon aan
H.M. de Koningin.
ng"
VLISSINGEN.
GOES.
FEUILLETON
juiste me-
krijgen."
nachts
kook ik
|iet goed?"
[o krijg je
ledrongen,
30r nodig I
goed zo
vit wordt."
begint de
let gewone
RAD 47-01IZ'
In ia niet
loedertaal
|et behulp
kunt ze
kunt ze
aeer kost.
Iris huren
|tie bij U
straat 2.
VAN
DONDERDAG 24 MAART 1938, Nr 148.
De M s b. geeft nadere inlichtingen om
trent de weigering van den Voorzitter der
Eerste Kamer, om de vragen welke Mr
v. Vessem tot de Regeering wilde richten
over Dt Colijn's jongste radio-rede, door
te zenden.
Het blad verwijst naar art. 53 (lid 1
en 2) van het Reglement van Orde der
Eerste Kamer. Dit luidt:
„Ieder lid kan, ook zonder bekomen
verlof der Kamer, naar de bepalingen
van de volgende alinea, aan één of meer
Ministers vragen doen.
Zoodanige vragen moeten kort en dui
delijk worden geformuleerd en bijl den
Voorzitter worden ingediend. Deze deelt
die mede aan den betrokken Minister, ten
zij bij hem, Wegens vorm of inhoud i
der vragen, tegen toepassing van dit arti
kel overwegend bezwaar be
st a a t."
Er zijn dus drie gronden, waarop de
Voorzitter kan weigeren, bijl hem inge
diende vragen aan den betrokken Minis
ter (of Ministers) door te zenden:
1. die vragen moeten niet alleen kort
en duidelijk zijn, maar het moeten aller
eerst vragen zijn;
2. die vragen moeten in behoorlijken
vorm gesteld zijn;
3. de vragen moeten, wat hun inhoud
betreft, bij hem geen overwegend bezwaar
ontmoeten.
Mea kan quasi wel vragen stellen, maar
feitelijk, zijl het in verkapt vragenden
vorm, een betoog houden, althans sugge-
reeren. Zulke „vragen" zijn geen vragen
in den zin van art. 53, en de President
moet dus wel weigeren, ze door te zenden.
De vragen mogen geen beleedigend ka
rakter hebben, nocb in onbetamelijke
woorden gesteld zijn. Het zijn vragen aan
de Regeering. Eu evenals het in de open
bare zitting de plicht van den Voorzitter
is, de Ministers tegen onbehoorlijk optre
den van leden te beschermen, zoo is het
ook zjjtn plicht er voor te waken, dat de
leden aan de Regeering niet in onheta-
melijken vorm gestelde vragen richten.
In deze beide gevallen zal veelal de
Voorzittter kunnen volstaan, met aan het
vragende lid eenige weglatingen of aan te
brengen wijzigingen voor te stellen. Dit
gebeurt althans in de Tweede Kamer
herhaaldelijk. En voorzoover ons be
kend, zijtn do vragende leden steeds zon
der veel bezwaaT te maken bereid, aan
de door den President gegeven wenken
gevolg te geven.
Het derde punt is het moeilijkste, om- 1
dat daar vanzelf de subjectieve meening
van den Voorzitter mede een rol speelt.
Neem bijv. het geval, dat de Voorzitter
van meening is, dat het doorzenden, en
dus puhliceeren, van hij hem ingediende
vragen in strijd zou zijn met 's Lands be
lang. Dan mag hij de vragen niet door
zenden. Maar het is duidelijk, dat het
vragende lid van een tegenovergestelde
meerling is.
Maar hij dit verschil van meening of
inzicht verliest het 't vragende lid: het
Reglement van Orde heeft het beoordee-
lings- en beslissingsrecht ten dezen aan
den Voorzitter toegekend, en dat zonder
beroep op de Kamer.
Wanneer wijl nu de vragen, welke Mr
van Vessem bij' den Voorzitter der Eerste
Kamer heeft ingediend, en die ons door
het Persbureau der N. S. B. werden toe
gezonden, rustig bezien, dan komen wij
tot de conclusie, dat de Senaats-Presi-
dent zijn weigering, om deze vragen aan
de betrokken Ministers door te zenden, op
allo drie de genoemde gronden beeft kun
nen baseeren, en dit vermoedelijk ook wel
gedaan heeft.
Daar wij niet aan de publicatie van on
behoorlijkheden wenscben mee te wer
ken, kunnen wij dit oordeel niet nader
motiveeren,
TOT BEHOUD DER
ZEEUWSCHE KLEEDERDRACHTEN
Het bestuur van de vereeniging tot be
houd van de Zeeuwsche kleederdxaohten
beeft een tweetal gedrukte zendbrieven
opgesteld en verspreid; de eene is gericht
tot de plattelandsbewoners dezer provin
cie en de andere tot het onderwijzend per
soneel in Zeeland.
Aan den eersten zendbrief zij het vol
gende ontleend:
„D'e landbouw is het fundament van het
economisch levenl Schaamt U dus niet,
tot de Zeeuwsche landbouwende bevol
king te bebooren en het provinciaal coa-
tuum te dragen! Integendeel I "Weest er
trotsoh opl De Zeeuwsche kleederdracht
toch is ontleend aan de kleeding der ede
len en aanzienlijken en hun vrouwen uit
de 13e tot 17e eeuw. Be gladde muts der
Walohersche en de geplooide muts der
Zuid-Bevelandsche vrouwen b.v. zijn af
komstig van de kleedij der edelvrouwen.
Het zij U derhalve een eer, deze schoone
traditie van een nobel verleden in het
heden te mogen voortdragenl
Legt in geen geval de Zeeuwsche klee-
derdraoht afl Moeders! Kleedt Uwe kin
deren en zeer zeker Uwe dochters, in de
mooie Zeeuwsche dracht!
"Wanneer men dienstboden noodig heeft
of personeel voor hotels of pensions, zette
men er in de advertentie vooral bij:
„Liefst in Zeeuwsch eostuum". Zoo'n uit
lating toont de meisjes, hoezeer de dracht
op prijs wordt gesteld, hetgeen het be
houd ten goede komt.
Voor geschenken aan gezinnen ten
plattenlande geve men Zeeuwsche kleeren
en Zeeuwsche sieraden.
Uit den zendbrief aan bet Onderwijzend
personeel in Zeeland lichten wij het vol
gende:
„Wij zouden bet zeer op prijs stellen
wanneer U Uwe leerlingen bij alle moge
lijke gelegenheden wildet wijzen op de
schoonheid van het Zeeuwsch eostuum,
en daarvoor belangstelling en liefde op
wekken. B.v. wanneer een leerling(e) voor
het eerst in de dracht verschijnt, ware
zulks te prijzen; wanneer er een(e) de
dracht mocht hebben afgelegd, te laken
3>e jeugd moet woorden geleerd trotsch
er op te zijn, het voorrecht te hébhen,
zulk een sierlijk eostuum te mogen dra
gen.
De pruimeboomen in bloei.
Wie dezer dagen een tochtje door het
Goesche land maakte, zal hebben opge
merkt, dat de pruimeboomen reeds in
vollen bloei staan.
Dinsdag j.l. vond zelfs een fruitkwee-
ker te K a p e 11 e reeds de eerste ker
senbloesem in zijn boomgaard.
Dammen.
De uitslag van den in de 2e kl. afd. A
van den Z.D.B. gespeelden damwedstrijd
luidt als volgt:
Goes D.I.D.Middelburg II: H. Slab-
bekoornG. Overt veld 11; M. v. d. Lin
deB. Verburg O2, G. KoleM. Dom
misse 11, A. Foudraine—-J. Traas O2,
G. J. TemmermanJ. Freekenhorst 2O,
W. Dekker—J. Bliek O2, J. v. d. Kreeke
W. Semeyn 11, J. NieuwdorpG. de
Blaay OJ. KnuistH. Overtveld 2
O, G. SimonseK. Louwerse O2. Off.
uitslag 713.
De uitslag van den in de 2e kl. afd. B
van den Z. B. B. gespeelden competitie
wedstrijd luidt:
Wemeldinge IIerseke EE: G. de Schip
perD. v. Boven O2. G. Hoogesteger—
P. v. Hekken 2O, Joh. GijsselA. de
Koeier 11, N. FeliusK. de Wee 2O,
E. GijsselA. v. d. Boomgaard 11, M.
Mieras—-A. J. Mol O2, E. Moorman—
M. J. Huissoon O2, A. v. d. Cingel
N. Poley 11, Joh. HubrechtseJ. Goe
man 0—2, Chr. de ZeeuwJ. Linden-
bergh O2. Off. uitslag 713.
Be ontvluchte Span
jaarden. Gisteravond kwam alhier op
de reede het Portugeesche stoomschip
„Alminarte Alexandrino" aan boord
waarvan zich de vijf Spanjaarden bevon
den, die destijds met anderen 't internee-
ringskamp alhier in strijd met hun eere
woord ontvluchtten en nu uit Spanje
naar Nederland werden teruggezonden.
Een vrij sterke politiemacht heeft zich
met de sleepboot „Engeland" naar het
op de reede liggende schip begeven en
de vijf vrij jeugdige mannen, die er goed
verzorgd uitzagen en die ook een behoor-
lijke bagage bijl zich hadden in de buiten
haven aan wal gebracht, waarop zij met
taxi's naar het politiebureau werden
overgebracht om daar den nacht door te
brengen. Vanmorgen zijn zij naar Ben
Haag vertrokken, waar zij voorloopig in
het Huis van Bewaring werden onderge
bracht.
Aangezien hier nog steeds behoefte
bestaat, besloot de woningbouwvereen.
„Goed Wonen" tot den bouw van 150 wo
ningen, van hetzelfde type als de 51, die
zij kort geleden deed verrijzen.
Be kustartillerie hield gisteravond
in samenwerking met de marine en de ge
nietroepen zoeklicht- en schietoefeningen.
Vandaag worden luchtbeschermingsoefe
ningen gehouden.
Aan het verslag van de Goessche
Wijkverpleging ontleenen wij: Al te
groote financieele zorgen hebben we
niet, al moeten we telkens weer op terug
gang van inkomsten wijzen. Zeker, we
werden verleden jaar verblijd met twee
erflatingen, één van f2000 en één van
f200, maar waar die sommen niet in de
gewone rekening mogen worden ver
werkt, daar, hoe vreemd het klinke, ver
tegenwoordigen ze verlies. Immers in
den heer A. Bekker die ons de f2000
legateerde, verloren we een contribuant
wiens bijdragen verre overtroffen wer
den door de rente, die de erflating ons
geeft, terwijl ook Mej. Rembges, die ons
de f200 toebeschikte, ons in contributie
jaarlijks steunde.
Het is dit jaar de t.b.c.-bestrijding, die
met een tekort sluit. We zullen trachten
dat tekort weg te werken door in den
loop van het jaar vergunning te vragen
voor een verloting.
Door de Zusters T. Ouwehand en J.
van DalenAnthonisse werden in 1937
bijna 10.000 bezoeken gebracht. 183 pa
tiënten werden geholpen, van wie 38
mannen, 102 vrouwen en 43 kinderen.
Bij plotselinge sterfgevallen werd acht
maal hulp verleend.
In 1937 deed Zuster Ouwehand met
succes examen voor t.b.o.-huisbezoekster,
voor welke functie ze in 1938 een drie-
lal maanden bij het consultatie-bureau
te Haarlem verder practisoh wordt be
kwaamd,
40 gezinnen ontvingen Kerstpakket
ten, 12 gezinnen levensmiddelen en aan
17 gezinnen kon een versnapering wor
den gezonden.
Zuster Ten Hoeve bericht van haar
werk: het aantal voor huisbezoek inge
schreven gezinnen, daalde ook dit jaar
weer aanmerkelijk.
1 Januari 1937 waren in Goes en Wil-
helminadorp samen ingeschreven voor
huisbezoek 83 gezinnen met 108 patiën
ten. In den loop van het jaar werden
24 gezinnen met 30 patiënten afgeschre
ven. Dééls door overlijden of vertrek,
maar ook een enkele omdat men het toe
zicht niet wilde en dwaas genoeg was
om adviezen te negeeren.
Ingeschreven werden 7 gezinnen met
8 patiënten, zoodat op 1 Januari het ge
tal ingeschreven gezinnen bedroeg 66
met 86 patiënten. In die gezinnen wer
den 2006 bezoeken gebracht.
Vier kinderen gingen naar Zonneveld.
Naar het Kleuterbosch „de Krabbebos-
schen" ging 1 kind voor 4 maanden.
Naar gezondheidkolonies gingen 26
kinderen. E'én patiënt ging naar het Sa
natorium „Zonnegloren". Eén bleef nog
door Catharine D. Bell.
(Vrij naar het Engelsch.)
34.) _o_
Weer lachte Maude.
„Maar waar is Nannie toch?"
„Ze is geen twee minuten voor u thuis
gekomen. Ze is naar haar kamer ge>-
gaan."
„Daar mag ik haar zeker wel gaan
opzoeken. Want ik heb niet zoo heel veel
tijd. Haar oude 'kamer zeker nog?" en ze
was al bij de deur, toen deze openging
en Nannie binnentrad.
„Maude!"
„Nanniel" en verdere woorden werden
gvsmoord in een lange, innige omhelzing.
Maude was de eerste, die weer sprak.
„Nannie, Nannie," zei ze. „Ik heb je
toch zoo gemist. Ik had ook niemand, die
Jou plaats kon innemen. Ik heb geen
enkele Nannie ontmoet, sinds i'k jou
verlaten heb."
„Omdat je ook zoo onredelijk bent",
antwoordde Nannie haar glimlachend
aanziend, ofschoon er tranen in haar
°ogen stonden. „Tenzij alle Nannie's, die
Bij het 40-jarig regeeringsjubileum.
Ter voorbereiding van het nationaal
huldebetoon aan H. M. de Koningin bij
haar 40-jarig regeeringsjubileum heeft
zich gevormd het „Nationaal Jubileum
Comité 1938", waarvan voorzitter is mr
L. J. A. Trip en secretaris de heer G.
Vat tier Kraane.
Voorts hebben in dit comité de navol
gende personen daartoe aangewezen
door de Commissarissen der Koningin
zitting genomen als vertegenwoordigers
van de provinoies, welke achter hun na
men genoemd worden:
Jhr. mr A. F. O. van Sasse van Ysselt
(Noord-Brabant), mr J. A. G. baron de
Vos van Steenwijk (Gelderland), mr G.
van Béren (Zuid-Holland), mr S, H. Ve-
ning Meinesz (Noord-Holland), mr dr R.
W. graaf van Lijnden (Zeeland), mr H.
Waller (Utrecht), jhr. mr J. M. van Bey-
ma (Friesland), mr I. A. van Royen
(Overijsel), mr E. J. Thomassen a Thues-
sink van der Hoop van Slochteren (Gro
ningen), mr J. Bothenius Lohman (Dren
the), jhr. mr G. A. H. Michiels van Kes-
senich (Limburg).
Het heeft H. M. de Koningin behaagd
Haar goedkeuring te hechten aan het
voornemen om Hare Majesteit op Dins
dag 6 September 1938 op den Dam te
Amsterdam een nationaal huldebetoon
te brengen.
Op het geëlectrificeerde baanvak Den BoschEindhoven is Dinsdag proef gereden met het nieuwe electrische mate
riaal. Per stoomtraotie arriveerde de nieuwe trein aan het station te Dén Bosch om vandaar op eigen kracht den
proeftocht te aanvaarden,
altijd in het Sanatorium „Berg en
Bosch", terwijl 6 patiënten in een zie
kenhuis werden opgenomen. Verder kon
den we 8 patiënten steunen met melk of
room. Aan 2 personen werd een bijdrage
verstrekt in de verpleging, 3 ontvingen
huurtoeslag en even zoovelen hulp in de
huishouding.
Ook Zuster Ten Hoeve kon op Kerst
feest verschillende gezinnan verrassen.
Bevolking. Ingekomen: J. A.
Struyk, inspecteur dir. bel., van Terneu-
zen, Wijngaardstr. 13; W. H. Kaaks en
gezin, waterb. opz., van Wemeldinge,
's H.H.kinderendijk 68; J. de Graaf geb.
van Splunter, en gezin, huishoudster,
van Vlissingen, Wijngaardstr. 22; A.
Aartsen, kleermaker, van Haarlem, Mid-
delb. str. 25; A. Scheffers en echtg., ra
diomonteur, van Soeburg, Piccardtstr. 66;
M. J. Bustraan en gezin, arbeider, van
Schore, Noordeinde 3; J. J. de Feijiter,
zonder beroep, van Barneveld, Tulpstr.
46; M. de Regt, dienstb., van Wolfaarts-
dijlk, v. d. Goeskade 73; J. Lambregtse,
dienstbode, van Rilland-Bath, v. d. Goes
kade 51; M. Ridderhof, dienstbode, van
Baarn, Groote Markt 38.
Vertrokken: W. M. Beenhakkers,
dienstbode, van Westwal 22 naar Breda;
H. M. Mouw en gezin, controleur, van
Kamperfoeliestr. 2 E, naar Voorburg; M.
Nieuwkamer geb. Westveer, huisjuffr.,
van Opr. Beestenmarkt 1 naar den Haag;
L. van Oosten, dienstbode, van K. Kerk-
str. 11 naar Börsele; J. de Fouw, dienstb.,
van P, Jaspersepl. 5 naar Wolf aartsdijk;
W. v. d. Weele, werkster, van Schelde-
str. 52, naar Vlissingen; G. A. van Sam-
beék, telefoniste, van 's H. H.kinderenstr.
39 naar Amsterdam; J. G. Daane geb.
Mulder, zonder beroep, van Julianastr.
15A naar Middelburg; P. G. v. d. Berg,
kapper, van Ganzepoortstr. 3 naar Koog
a. d. Zaan; J. P. A. Vaes, venter, van L.
Vorststr. 5 naar Sommelsdijk; P. A.
Breas, dienstbode, van Beestenmarkt 10
naar Kattendijlke; J. G. Duijnhouwer, zon
der her., van Wilhelminastr. 36 naar
Haamstede; Wed. Huizinga geb. Bruel,
zonder beroep, van Scheldestr. 39 naar
Leiden; H. J. W. Hengeveld en echtg.,
plantageopz., van Leliestr. 85 naar Ned.-
Indië; M. P. Meijiaard en gezin, fruit-
kweeker, van Sipiegelstr. 7, naar Oude-
lande; J. Schaalje, dienstbode, van Rim-
melandpl. 9 naar Wolfaartsdijk; I. J.
Noorahoek, hulp huish., van Ganzep.str.
10 naar Biggekerke; M. Legerstee, dienst
bode, van v. d. Goeskade 73 naar Vlissin
gen; J. Langebeéke, dienstbode, van Oude
Vischmarkt 4 naar Arendskerke; A. Vin-
ke, winkelbediende, van Piccardtstr. 72
naar Sas-van Gent; A. Dirriks, zonder
beroep, van Scheldeatr. 76 naar Kapalle;
W. P. 't Gilde, typograaf, van St, Jacob-
slr. 4-8 naar Neuzen; A, J. v. d. Berg en
echtg,, marinier, van Gouwervestr, 69
je ontmoet precies hetzelfde zijn als die
eene speciale, van wie je houdt, geef je
niet om ze."
„Precies hetzelfde! Neen, zoo onrede
lijk ben ik niet, dat te verwachten. Maar
ze zij|n allemaal zoo totaal verschillend
van je; als je eens wist hoe anders ieder
een is dan jij iedereen, die ik ont
moet heb tenminste. Zelfs oude Marga
ret deed me dat verschil in de eerste vijf
minuten al voelen. Lieve Nannie," ver
volgde ze op ernstiger toon, „sinds ik
hier weg ben gegaan, heb ik nooit meer
iemand hooren zeggen, zooals zij dat kan:
„Wat de Heere stuurt". Eü o, Nannie,
als ik maar bij je had kunnen komen,
toen God je zulk leed stuurde, hoe dank
baar zou ik dan geweest zijn."
Nannie begreep den zijwaartschen blik,
dien Maude op den stoel wierp, welke al
tijd-door mevrouw Colville gebruikt waa.
„Ik heb erg naar je verlangd toen,
Maude," zei ze zacht. „Maar het werd me
duidelijk gemaakt, dat God me alles en
alles kon en wilde vergoeden, wat Hij van
me weghield of me ontnam."
„Ik heb dat nog steeds niet leeren
voelen, Nannie," zei Maude met onge
wone droefheid in haar stem. „Er was
niemand om het me te leeren."
Nannie keek haar vol liefde aan.
„Ik weet zeker, dat je het wel zult lee
ren, liefste Maude," zei ze. „Ik weet ze
ker, dat God Zelf het je zal leeren."
„Ik hoop het en evenzeer ter wille
van jou, als terwille van mezelf," ant
woordde .Maude, trachtend wat opgewek
ter te spreken. „D&n hoef ik jou niet lan
ger lastig te vallen met mijn gemopper en
geklaag."
„Je weet, dat je er mij niet mee lastig
valt," antwoordde Nannie. „Maar kom,
ga nu eens rustig zitten en vertel me alles
van je zelf en je familie. Waarom duur
de het zoo lang, voor jullie naar huis
kwamen? We hoorden dat je in het begin
van November komen zou."
„We hadden gedacht, dat Alice en Sir
William de kerstdagen bij ons zouden
doorbrengen. Maar er schijnt iets tus-
sohenbeide te zijn gekomen, waardoor het
onmogelijk was en daardoor waren we
gedwongen inplaats daarvan hun nog
een bezoek te brengen." In haar toon
klonk een lichte bitterheid en sarcasme,
wat Nannie niet ontging. Ze keek vragend
op, maar zei niets. Maude beantwoordde
den blik.
„Sir William heeft steeds een ontelbare
hoeveelheid zaken, die niet uitgesteld
kunnen worden, en die op de meest on
verwachte oogenblikken alle plannen in
de war sturen," zei ze met een glimlach,
die Nannie niet prettig aandeed.
„Is het de eerste keer, dat je Alice ge
zien hebt, sinds haar huwelijk?" vroeg ze.
„Ja. Onmiddellijk na het huwelijk ver
lieten ze Florence met de belofte terug te
keeren en den herfst en den winter daar
met ons door te brengen. Maar toen we
ajla mogelijke schikkingen hadden ge
troffen, kamers voor onszelf en voor hen
hadden gehuurd, kwam er een brief Het
speet Sir William erg ons teleur te moe
ten stellen, maar hij was genoodzaakt on
middellijk naar zijn bezittingen terug te
keeren; zijn plichten als landheer en zoo
voort, riepen hem. We zochten onze ka
mers zoo gauw mogelijk kwijt te raken en
kwamen tegen het eind van October naar
Engeland, verwachtend, zooals ik al zei,
dat ze de kerstdagen bij ons op de Pr on
zouden doorbrengen. Maar weer kwamen
die drukkende plichten van landheer tus-
sohenbeide, dat zei hij tenminste en we
waren verplicht hun een bezoek te bren
gen."
„Maüde," vroeg Nannie ongerust, „wil
je daarmee zeggen, dat Alice geen goeden
echtgenoot heeft gekregen? dat ze niet
gelukkig is?"
Die vraag heb ik al wel honderd 'keer
gesteld, maar ik kan er geen antwoord
op geven of vinden."
„Maar wat denk je?"
„Dat is nu juist, wat ik niet weel
Soms denk ik dit, soms weer iets heel
anders. Ik hoop, ja, ik ben er vrijiwel
zeker van, dat Alice nu gelukkig is, om
dat ze haar oogen gesloten houdt. Maar,"
viel ze zichzelf in de rede, „het lijkt me
niet den juisten weg om eerst te trouwen
en dan je man goed te leeren kennen!"
„Neen, daar heb je gelijk in," ant
woordde Nannie beslist en ze bedacht hoe
door en door ze haar eigen Angus kende.
„Maar Maude, Alice heeft dien man toch
niet kunnen huwen zonder hem lief te
hebben en ze kon hem niet leeren lief
hebben zonder hem te kennen."
„O, wat dat betreft, ze boudt heel veel
van hem; maar wat baar kennis van zijn
karakter betreft hm, ik kan me na
tuurlijk vergissen; Alice kent hem mis
schien beter dan ik. Maar het kvtam me
zoo voor, dat Alice en ik, wat dat betreft
zoo wat gelijk stonden. Én wat mij aan
gaat, sinds den dag, waarop alles bepaald
was heb ik steeds en steeds weer dingen
van hem ontdekt, waardoor ik hem min
der graag mooht, en ik begon hoe langer
hoe meer te beseffen, dat niets ter wereld
me er toe had kunnen bewegen om met
hem te trouwen."
(Wordt vervolgd.)