Begrooting Economische Zaken.
MIDDELBURG.
GOES.
ZUID-BEVELAND.
Het Voorloopig Verslag der Eerste Kamer.
verrichten van arbeid door die meisjes.
Spr. wijst op de z.g. stoomcursussen voor
dienstbode en zegt dat door samenwer
king tusschen de overheid en de vereeni-
gingen veel te bereiken is in het belang
van goede sociale toestanden.
Komende tot de taak van de vereeni-
gingen wees spr. er op, dat de kinderen
uit stichtingen als Kinderzorg iets voor
hebben bij velen uit de gewone maat
schappij1, waar het betreft de kans om
na het lager onderwijs genoten te hebben,
nog verdere kennis te verzamelen. Dit
geldt vooral in de steden met verschillen
de onderwijsinrichtingen voor die verdere
ontwikkeling. Het is uitstekend, dat de
vereenigingskinderen mede daardoor eens
in een andere sfeer, in het gewone leven
komen en weg komen uit alleen het ge
stichtsleven. Men moet op soliede manier
het kind vormen voor opname in het ge
zin. Daarvoor zijn in de eerste plaats
noodig bekwame opvoeders en opvoed
sters.
Ieder moet de vrijheid, die hem ge
schonken wordt leeren aanvaarden als
iets ernstigs en men moet trachten de
kinderen te leeren begrijpen, wat het ge
sticht voor hen was. Men moet met de
pupillen geduld hebben, maar men moet
ten hunnen opzichte ook inzake de vrij
heid iets durven wagen.
Spr. komt nu tot het opvoedingsobject,
in casu de grootere meisjes.
Men moet zorgen dat zoji arbeid hebben
en niet maar een beetje rond loopen. Men
moet haar laten genieten van de vreugde
van den arbeid. Men moet de grootere
meisjes naar aard en karakter in ver
schillende categoriën splitsen en onder
linge aanraking voorkomen, gezien het
gevaar voor moreele besmetting. Bovenal
moet men de meisjes in aanraking bren
gen met Hbm, die alles regeert.
Ds Vossers bracht den inleider dank
en stelde hem twee vragen, namelijk wat
men dan op de catechisatie met deze
meisjes moet behandelen en ten tweede,
hoe het staat met de kwestie van de opf-
leiding van personeel voor de stichtingen
als Kinderzorg.
D© heer mr v. d. Feltz vroeg naar de
meening van den inleider over het af
zonderen van de gestichtskinderen als dit
wordt opgelegd of gevraagd.
Ds Lammerts van Bueren zeide, dat
men de meisjes vertrouwd moet maken
met de gestalten van de Bijbelsche figu
ren, zulks binnen den kring van hun be
vattingsvermogen.
De personeelsopleiding is een lijdens
weg. Men hoopt nu door schriftelijke cur
sussen met medewerking van de leiders
der verschillende gestichten tot een goed
resultaat te komen.
Op de vraag van den heer v. d. Feltz
zeide spr. dat een maand afzondering
voor vele oudere meisjes absoluut ver
keerd is. Men leert in dien tijd het ka
rakter toch niet volkomen kennen, juist
omdat de afzondering voor velen ver
keerd werkt. Men moet met den physie-
ken toestand van ieder der meisjes re
kening houden. Spr. is overtuigd, dat de
gestiohtsopvoeding het uiterste middel is,
en hij dweept er dan ook geenszins mee.
Maar met een afzondering al doet men
die op last of verzoek toepassen kan
spr. in de meeste gevallen niet accoord
gaan.
De voorzitter bracht dr Lammerts van
Bueren hartelijk dank voor zijn leerrijke
inleiding.
Hierna ging ds A. Vrijlandt voor in
dankzegging.
Directe belastingen.
Verplaatst met ingang van i Maart
1938 de surnumerair der Registratie en
Domeinen P. D. Sander se van de Inspec
tie der Directe Belastingen te Goes naar
de Inspectie der Registratie en Domeinen
te 's-Gravenhage.
Verplaatst met ingang van 1 April
1938 de assistent-dgl. der directe belas
tingen enz. P. M. van Baren van Ka
pelle naar Heemstede; C. Verburg van
Borsele naar Kapelle; J. G. Dagevos van
Nieuwveen naar Borsele.
Onderscheiding.
Bij Kon. besluit is verleend de eere
medaille, verbonden aan de Orde van
Oranje-Nassau, in brons, aan S. Wandel,
te Nieuwerkerk (Z.), arbeider in vasten
dienst op de provinciale wegen.
Verplaatst met ingang van 1 Maart
1938 de telefoniste bij den Interlocalen
dienst, G. A. van Sambeek, van het post
en telegraafkantoor te Goes naar het
telefoonkantoor te Amsterdam.
—i Vereeniging „De Am-
bachtsschoo 1". Gisteravond hield de
Vereeniging „De Ambachtsschool" in het
schoolgebouw aan het Molenwater haar
jaarlijksche algemeene vergadering onder
voorzitterschap van den heer J. A. Ver-
tregt.
Aan het jaarverslag van den secretaris,
den heer S. Caljouw, ontleenen wij, dat
het onderwijs zijn geregelden gang heeft
gehad en dat de resultaten er van bevre
digend mogen worden genoemd. In ver
band met den eisoh van den Minister van
O, K. en W. betreffende verhooging van
het getal leerlingen per klas, is het 'be
stuur genoodzaakt een plan voor vergroo
ting der lokalen in de school te ontwer
pen. Dit plan is eind 1937 aan den Minis
ter toegezonden. Mocht dit plan 's Minis
ters goedkeuring verwerven, dan zal een
aanzienlijke verandering in het gebouw
tot stand worden gebracht.
In 1937 telde de Vereeniging 2 eere
leden, 38 leden en belangstellenden. In
1936 was dit laatste getal 42. De contri
buties bedroegen f 120.50, terwijl de ver
eeniging van particuliere instellingen te
zamen f 110 ontving.
De groote aangifte voor de metaalbe
werking, maakte het mogelijk de gecom
bineerde le klasse B (electriciens en
bankwerkers) te splitsen. Deze splitsing
was niet alleen in het belang van het
onderwijs, maar bovendien bevorderlijk
voor het benaderen van de gemiddelde
bezetting van 24. Gedrag en vlijt der leer
lingen waren voldoende; 21 leerlingen
verlieten tusschentijds zonder diploma om
verschillende redenen de school en 9
werden tusschentijds toegelaten.
De nieuwe cursus is aangevangen met
321 leerlingen, nl. 119 in de eerste klasse,
83 in de tweede, 79 in de derde en 40
op den cursus voor scheepswerktuig'kun-
dige. Van de 321 leerhngen wonen er 214
of precies 2 derden buiten Middelburg.
Er zijn 21 leerlingen, die vrijstelling van
betaling genieten.
Waar voorheen de Kon. Mij. „De
Schelde" te Vlissingen de op de school
gediplomeerde leerlingen afwees, is het
voor het bestuur aangenaam te kunnen
vermelden, dat zij thans bereid is, hen
in haar fabriek op te nemen. Ongeveer
4 maanden na het verlaten der school
hadden alle gediplomeerden een plaats
gevonden.
Het jaarverslag werd goedgekeurd,
evenals de rekening van den heer Cal-
jouw als penningmeester, die een eind
cijfer aanwijst van f 72299.32. De verga
dering herkoos tot bestuursleden de hee-
ren J. W. den Hollander en A. G. Ju
lianus.
i Eenheid door democratie.
Gisteravond heeft de afdeeling Middel
burg en omstreken van de Nederlandsche
beweging „Eenheid door Democratie" een
gewone ledenvergadering gehouden. De
voorloopige voorzitter der afdeeling, Mr
M. W. 'G. van der Veur deelde o.a. mede,
dat een openbare propaganda-vergade-
ring in voorbereiding is.
De voorzitter deelde nog mede van den
heer J. Oudendijk bericht te hebben ont
vangen, dat deze om gezondheidsredenen
zijn lidmaatschap van het voorloopig af-
deelingsbestuur niet kan bestendigen.
Met verwijzing naar een de vorige
week geplaatste advertentie, brengen wij
in herinnering dat morgenavond Martien
Beversluis in „De Prins van Oranje" zijn
Prinses Beatrix-hymne „De Gracht van
't Landt bestaedt" hoopt te declameeren,
waarbij door mej. Corrie Huinink, piano,
medewerking wordt verleend. Te Middel
burg en Domburg maakte deze declamatie
een diepen indruk, terwijl ook het spel
van mej. Huinink hoog werd gewaar
deerd.
DOODELIJK ONGEVAL TE
R1LLAND-BATH.
Gisteravond omstreeks half zeven had
op den Rijksweg, vlak bij den 2en weg,
een ongeluk plaats, waarbij helaas een
doode valt te betreuren.
Een vrachtauto van Sturm uit Middel
burg, welke werd bestuurd door W. J.
J. van R,, aldaar, stond onverlicht ter
rechterzijde van den weg met gebroken
achteras. Dte chauffeur was hulp gaan ha
len toen het nog dag was, maar was opge
houden. Vanuit dezelfde richting kwam
een personenauto, bpstuurd door J. B.
Franken, wonende te Bergen op Zoom.
Deze vloog in volle vaart op de vrachtauto
in. De schok was zoo hevig, dat de perso
nenauto onmiddellijk in brand vloog. Een
ooggetuige kon het portier nog open ruk
ken, doch kon den bestuurder niet meer
uit de auto krijgen. Het 'slachtoffer is
geheel verbrand. Hij was gehuwd, va
der van twee kinderen en 47 jaar oud.
De Burgemeester dezer gemeente en de
gemeenteveldwachter waren spoedig ter
plaatse. Het verkoolde lijk is overge
bracht naar het lijkenhuisje op de be
graafplaats alhier. Het opruimingswerk
werd met spoed ter hand genomen, zoo
dat de weg in korten tijd weer vrij voor
het verkeer was.
BURGEMEESTERSINSTALLATIE TE
WEMELDINGE.
Hedenmiddag werd de heer A. C.
Willemsen geïnstalleerd als burge
meester der gemeente Wemeldinge.
Nadat hij te ongeveer één uur aan de
grens der gemeente door het gemeentebe
stuur was ontvangen, werd naar het
dorp gereden. Vóór het Gemeentehuis
brachten de schoolkinderen een aubade.
Daarna ving de Raadsvergadering aan.
De oudste wethouder, de heer J. A.
Dominicus, opende de vergadering
en bracht eerst een woord van dank tot
zijn mede-wethouder, den heer Dekker,
voor de wijze waarop hij hem gedurende
deze vrij lange burgemeestersvacature,
heeft terzij en bijgestaan, aan den secre
taris en het secretarie-personeel voor wat
door deze in deze drukke wintermaan
den is gepresteerd, zoodat ook zonder
burgemeester alles zijn geregelden voort
gang kon hebben en aan gemeente- en
rijkspolitie voor de door hen verstrekte
adviezen in politiezaken.
En thans, Weledelachtbare Heer Wil
lemsen is het oogenblik gekomen, dat ik
U als burgemeester onzer gemeente mag
welkom heeten, U als 'voorzitter van on
zen Raad en inzonderheid van het col
lege van B. en W., mag begroeten, en
eveneens dat mag doen als hoofd van al
de gemeente-ambtenaren, welke bij mon
de van een hunner mij verzochten dat te
doen.
't Begin van dezen winter stond in het
teek en der Vondel-herdenking. Eén woord
van dezen grooten vaderlander luidt
Wanneer 't gemeen U roept. Bezorg het
als Uw eigen.
De taak van burgemeester is niet meer
wat die drievierde eeuw of misschien
50 jaar geleden nog was eent eere
baantje.
Het verheugt ons te weten, dat u zich
de noodige kennis heeft eigen gemaakt,
èn door uwe studie èn door uwe prac-
tische opleiding op de secretarie van het
nabije Ierseke.
U ite een Zeeuw een dorpeling als
wij. Ierseke en Wemeldinge zijn wel geen
gelijksoortige dorpen te noemen, maar
eenige overeenkomst is er toch wel te
vinden.
Vormt de schelp- en schaaldieren-vis-
sc'herij en -handel daar de voornaamste
bron van inkomen ook land- en tuin
bouw worden er in niet geringe mate be
oefend.
Zijn land- en tuinbouw hier de pijlers
waar ons gemeentelijk volksbestaan in
zonderheid op rust, op een enkel oester-
bedrijf kunnen ook wij wijzen, terwijl ook
kreeften van hieruit wórden verzonden.
Ierseke en Wemeldinge zijn onderge
bracht in denzelfden kring voor de uit
oefening van de vleesch-keuringswet en
voor dien voor bouw- en woningtoezicht
zal dat wellicht in de toekomst ook weer
zoo zijn.
'k Weet wel, aan het hoofd der ge
meente staat volgens de grondwet de ge
meenteraad, maar ik meen in de praktijk
toch wel gezien te hebben, dat de burge
meester de man is die achter het stuur
rad zit, met den voet op het gaspedaal,
terwijl hand en voetrem in zijn onmid
dellijke nabijheid zijn.
Ik hoop dat U onzen gemeentelijken
wagen zoo zult kunnen sturen, dat bot
singen worden voorkomen.
Werkloosheid, werkverschaffing en
steunmaatregelen vragen eenerzijds uw
aandacht. Zorg voor onze gemeentefinan-
ciën zal anderzijds een punt van ernstige
studie voor U moeten vormen.
U vindt in portefeuille een stratenplan
door uw ambtsvoorganger ontworpen,
waarvan een eerste een klein ge
deelte in uitvoering is i maar waarvan
de voltooiing nog wel geruimen tijd op
zich zal moeten laten wachten.
Plannen tot grenswijziging hangen
nog steeds in de lucht. Verbreeding van
onzen communicatie-weg met Kapelle is
in bewerking en het bouwen van een
nieuwe school is door den Raad reeds
aangenomen.
Een ambtswoning staat voor U gereed;
gelukkig U behoeft die niet alleen te be
trekken, naar wij hopen.
Ik moge dan ook uw toekomstige echt-
genoote eveneens thans reeds een provi
sioneel welkom toeroepen in onze ge
meente, hopende het later definitief te
kunnen doen.
Ik wil ook niet nalaten van deze plaats
de wederzijd'sche familieleden hartelijk
geluk te wenschen met dezen voor hen
zoo blijden dag.
Ik vraag U t'hans de eer mij te ver
gunnen U den ambtsketen te mogen om
hangen.
En alzoo staat U dan nu gereed uw
arbeid ten bate onzer gemeente aan te
vangen. U zult dat wel niet wenschen te
doen in eigen kracht.
Ik wil dan ook besluiten met den
wensc'h, dat in uw hart moge rijzen de
bede welke eenmaal was in het hart van
den wijzen koning Salomo, toen hij van
i zijn God begeerde een verstandig en wijs
hart om zijn volk te richten.
Moge des Heeren zegen op uwen ar
beid rusten. Zijn naam ter eer en onze
gemeente tot heil.
Hiermede reik ik u den hamer over en
verklaar u voor geïnstalleerd.
De burgemeester voerde vervol
gens het woord. Aan zijn rede ontleenen
wij het volgende:
Na God is het mij een behoefte hier in
het openbaar mijn eerbiedigen dank te
betuigen aan Hare Majesteit, wie het
,heeft behaagd mij voor het ambt van bur
gemeester uwer gemeente te benoemen;
aan Zijne Excellentie, den Minister van
Binnenlandsche Zaken, die mij! ter benoe
ming heeft voorgedragen en jegens den
heer Commissaris der Koningin voor zijtn
aanbeveling.
Spr. dankt daarna zijn ouiders, voor
wie geen uitgaven te groot waren om zijn
opleiding zoo doeltreffend mogelijk te
maken. Moge het u gegeven worden nog
vele jaren getuige te zijn van een rijken
zegen op mijn arbeid.
Ook degenen, die mij behulpzaam zijn
geweest om mij in de practijk van de
gemeente-administratie wegwijs te ma
ken, n.l. den heer burgemeester en secre
taris der gemeente Ierseke, komt een
woord van lof toe.
Als ik vervolgens in dankbare herinne
ring bedenk wat mijn voorgangers burge
meester "Wabeke en Keyzer voor deze ge
meente hebben gedaan, dan komt het ver
langen in mij! op dat het ook mij gegeven
moge worden om, evenals zij, mijn beste
krachten aan deze gemeente te kunnen
geven.
Mag ik mij thans richten tot U geachte
'heer Dominicus. Drie maanden lang hebt
gij, naast uw vele en drukke werkzaamhe
den uw tijd gewijld aan de belangen der
gemeente en uw oogen laten gaan over
alles wat de gemeentezaken betreft. Een
woord van dank voor de wijfee waarop gij
dit hebt gedaan is niet alleen op zijln
plaats, doch hoogst noodzakelijk. De
sympathieke welkomstwoorden, die gij
zoo juist tot mij hebt gericht, hebben mij
goed gedaan.
Met u, mijnheer Dekker, heb ik reeds
gedurende enkele jaren de aangelegen
heden van het Vreemdelingenverkeer be
hartigd. Ik vertrouw dat het verschil in
politieke richting geen beletsel zal zijn
voor een goede samenwerking.
Aan het voorloopig verslag der Eerste
Kamer over de begrooting van oecono-
mische zaken voor 't dienstjaar 1938
ontleenen wij het volgende:
Sommige leden spraken hun teleurstel
ling er over uit, dat het departe
ment van landbouw en vis-
scherij ten vorigen jare was samenge-'
voegd met dat van handel, nijverheid en
scheepvaart.
Deze leden achtten den landbouw, als
grondslag van ons volk'bestaan, zoo be
langrijk, dat huns inziens de behartiging
van alle er mede verband houdende be
langen bij een afzonderlijk departement
van algemeen bestuur behoort te berus
ten.
Eenige leden betreurden de samenvoe
ging ook wegens het vrijwel volkomen in
dustrieel georiënteerd zijn van dezen
minister, hetgeen huns inziens aan het
behartigen van de landbouwbelangen niet
ten goede zal komen.
Vele andere leden juichten de samen
voeging toe. Vooral in dezen tijd achtten
zij de samentrekking van zooveel mogelijk
oeconomische belangen in één hand drin
gend gewenscht, wegens den zeer nauwen
samenhang er tusschen.
Ettelijke leden verklaarden eenigermate
te zijn teleurgesteld door de oecono
mische politiek van dit kabinet.
Zij hadden van dit ministerie een be
leid verwacht, dat in belangrijke mate
zou afwijken van het destijds gevoerde,
zulks te meer omdat in dit kabinet zit
ting hebben personen, behoorende tot die
groep van de R.K. Staatspartij, van welke
uit steeds ernstige critiek op de vroegere
oeconomische politiek was geoefend.
Voorts zouden zij gaarne vernemen,
hoe de minister een verlaging van
de kosten van levensonder
houd denkt te bereiken.
Deze leden drongen aan op een or
dening in grooten stijl en be-
drijfsgewijze, en op het ten spoedigste
nemen van maatregelen, ten einde daar
toe te komen.
Enkele leden, die zich niet hadden
kunnen vereenigen met de monetaire po
litiek van de beide vorige kabinetten-
Colijn en van meening waren, dat te dier
zake te laat het roer was gewend, acht
ten althans het depreciatie-percentage
van den gulden te gering en belemme
rend voor het concurrentievermogen van
onze industrie.
Verscheidene leden verklaarden, in te
stemmen met de algemeene oeconomische
politiek der regeering. Mét voldoening
gewaagden zij daarbij van den sinds
eenige jaren te dier zake onmiskenbaar
gevolgden nieuwen koers, zooals deze in
menig opzicht tot uiting komt.
Vooreerst vermeldden zij de grootere
en doeltreffende bemoeiing met het be
drijfsleven, mede door het bevorderen,
van overheidswege, van ordening daarin.
Voorts noemden zij, ten bewijze van de
activiteit der regeering, den uitnemend
toegerusten oeconomischen voorlichtings
dienst, waarbij zoowel handel als indus
trie in hooge mate zijn gebaat, en pre
zen zij de door haar gevoerde handels
politiek.
Verscheidene leden betuigden hun bij
zondere instemming met de thans ge
voerde actieve handelspolitiek
waarvan zij belangrijke resultaten ver
wachtten voor het bedrijfsleven en de
werkverruiming.
Weer andere leden bepleitten, dat bo
venal zou worden getracht de voor een
groot gedeelte van onze agrarische pro
ducten verloren gegane D' u i t s c h e
markt te herwinnen. Zij hadden den
indruk dat de regeering in dezen niet
voldoende diligent is.
Weder drongen verscheidene leden aan
op krachtige bevordering van
industrialisatie.
Andere leden maanden te dezen op
zichte tot behoedzaamheid.
Algemeen drong men er op aan, dat
opdrachten, van de regeering uitgaande,
zooveel mogelijk bij Nederland'sche indus
trieën zouden worden geplaatst. Met na
me had men hierbij het oog op de talrijke
opdrachten, welke vanwege het departe
ment van defensie staan te worden ver
leend.
Enkele leden drongen aan op een
spoedige wettelijke regeling tot beper
king vain de warenhuizen, de
eenheidsprijsmagazijnen en de filiaalbe
drijven, welker bestaan fnuikend is voor
den middenstand.
Eenige leden zouden gaarne 's minis
ters oordeel vernemen betreffende de ge
varen, welke den middenstand be
dreigen door de zgn. crisisconventies. In
zonderheid vroegen zij inlichtingen over
de 'beteekenis van de margarine- en de
olie-conventie.
Verscheidene leden hier aan het
woord achtten de door de concur-
reerende Belgische zeehavens toegekende
Rijnvaart premies een beletsel
voor onze Nederlandsche havensteden
om haar aandeel in het vervoer van ar
beidsintensieve stukgoederen te herove
ren. Zij drongen aan op het toekennen
van gelijke premies in onze nationale
havens.
De positie van het kleine boe-
re n b e d r ij f in onze volksgemeenschap
had de belangstelling van verscheidene
leden.
Sommige leden gaven der regeering in
overweging het initiatief te nemen tot
een conferentie van afgevaardigden van
de verschillende aangrenzende landen,
teneinde te komen tot een uniforme b e -
strijding van het mond- en
klauwzeer.
Eenige leden drongen er bij den
minister met kracht op aan, geen ver
gunningen te geven om de z.g. lange
jacht in gesloten jachttijd te beoefenen.
Het jagen met harriers achter hazen is
op zich zelf reeds een wreed vermaak,
doch des te wreeder wordt dit, indien
vergunning daartoe wordt verleend in de
maand Januari, wanneer de hazen
drachtig zijn.
Het bestuur der Vereeniging van Vrouwelijke Studenten te Leiden overhandigde
Maandag ten Paleize iSoestdijk een geschenk voor H. K. H. Prinses Beatrix,
n.l. een kinderbordje. De deputatie.
Geachte heer Secretaris, bij het aange
name onderhoud,dat wij kort geleden met
elkaar hadden, heeft u mij reeds bij voor
baat uw steun toegezegd. De sympathieke
woorden, waarmede gij dat gedaan hebt,
hebben mij diep getroffen. Ik twijfel er
dan ook geen oogenblik aan of onze ver
houding zal in alle opzichten hartelijk
zijn. Ik beschouw u als mijn rechterhand,
als de man die mij in vele zaken door
zijn groote ervaring tot leermeester kunt
zijn.
Ik reken op een ernstig plichtsbesef
van gemeente-personeel en -politie. Ik zal
trachten een redelijk patroon en hoofd te
zijn en vertrouw dat gij, zooals gij dat
steeds hebt gedaan, de taak, die u opge
dragen wordt, met nauwgezetheid zult
vervullen.
Een goede samenwerking tusschen mij
en de rijksveldwacht, maréchaussee en
sluispersoneel zal door mij op prijs wor
den gesteld.
Spr. doet daarna een beroep op de
Raadsleden. Uw medewerking, aldus spr.,
roep ik in bijzondere mate in bij de aan
vaarding van mijn ambt. Het feit, dat in
politiek opzicht vogels van diverse
pluimage hier vertegenwoordigd zijn om
de belangen der gemeente te behartiger,
behoeft geen belemmering voor een goede
samenwerking te zijn. Ik van mijn kan'
zal ieders meening en politieke opvatting
respecteeren, als ik aanvoel dat het t>fl
ernstige bedoeling is om het welzijn der
gemeente op uw wijze te willen beharti
gen. Als gijl van uw kant met de-zelfde
voornemens bezield zijt, dan twijfel A
geen oogenblik, of we zullen over de ver
schillen heen kunnen zien.
De tijiden zijn zorgelijk. Rijk, provincie
en gemeenten, ze gaan allen gebukt onder
den last der economische en financieele
moeilijkheden.
Moeilijke tijiden brengen groote verant
woordelijkheid mee voor degenen,
die
daarin gewichtige beslissingen moeten
nemen. Het belang der gemeente alleen
mag daarbij op- den voorgrond staan.
Het heeft Hare Majesteit behaag
mij hier voor deze plaats te benoemen
en wij, die het gezag hoog houden, eer
biedigen dit besluit en gezien de harte
lijke ontvangst die mij hier is ten de