Begrooting Economische Zaken. MIDDELBURG. GOES. ZUID-BEVELAND. Het Voorloopig Verslag der Eerste Kamer. verrichten van arbeid door die meisjes. Spr. wijst op de z.g. stoomcursussen voor dienstbode en zegt dat door samenwer king tusschen de overheid en de vereeni- gingen veel te bereiken is in het belang van goede sociale toestanden. Komende tot de taak van de vereeni- gingen wees spr. er op, dat de kinderen uit stichtingen als Kinderzorg iets voor hebben bij velen uit de gewone maat schappij1, waar het betreft de kans om na het lager onderwijs genoten te hebben, nog verdere kennis te verzamelen. Dit geldt vooral in de steden met verschillen de onderwijsinrichtingen voor die verdere ontwikkeling. Het is uitstekend, dat de vereenigingskinderen mede daardoor eens in een andere sfeer, in het gewone leven komen en weg komen uit alleen het ge stichtsleven. Men moet op soliede manier het kind vormen voor opname in het ge zin. Daarvoor zijn in de eerste plaats noodig bekwame opvoeders en opvoed sters. Ieder moet de vrijheid, die hem ge schonken wordt leeren aanvaarden als iets ernstigs en men moet trachten de kinderen te leeren begrijpen, wat het ge sticht voor hen was. Men moet met de pupillen geduld hebben, maar men moet ten hunnen opzichte ook inzake de vrij heid iets durven wagen. Spr. komt nu tot het opvoedingsobject, in casu de grootere meisjes. Men moet zorgen dat zoji arbeid hebben en niet maar een beetje rond loopen. Men moet haar laten genieten van de vreugde van den arbeid. Men moet de grootere meisjes naar aard en karakter in ver schillende categoriën splitsen en onder linge aanraking voorkomen, gezien het gevaar voor moreele besmetting. Bovenal moet men de meisjes in aanraking bren gen met Hbm, die alles regeert. Ds Vossers bracht den inleider dank en stelde hem twee vragen, namelijk wat men dan op de catechisatie met deze meisjes moet behandelen en ten tweede, hoe het staat met de kwestie van de opf- leiding van personeel voor de stichtingen als Kinderzorg. D© heer mr v. d. Feltz vroeg naar de meening van den inleider over het af zonderen van de gestichtskinderen als dit wordt opgelegd of gevraagd. Ds Lammerts van Bueren zeide, dat men de meisjes vertrouwd moet maken met de gestalten van de Bijbelsche figu ren, zulks binnen den kring van hun be vattingsvermogen. De personeelsopleiding is een lijdens weg. Men hoopt nu door schriftelijke cur sussen met medewerking van de leiders der verschillende gestichten tot een goed resultaat te komen. Op de vraag van den heer v. d. Feltz zeide spr. dat een maand afzondering voor vele oudere meisjes absoluut ver keerd is. Men leert in dien tijd het ka rakter toch niet volkomen kennen, juist omdat de afzondering voor velen ver keerd werkt. Men moet met den physie- ken toestand van ieder der meisjes re kening houden. Spr. is overtuigd, dat de gestiohtsopvoeding het uiterste middel is, en hij dweept er dan ook geenszins mee. Maar met een afzondering al doet men die op last of verzoek toepassen kan spr. in de meeste gevallen niet accoord gaan. De voorzitter bracht dr Lammerts van Bueren hartelijk dank voor zijn leerrijke inleiding. Hierna ging ds A. Vrijlandt voor in dankzegging. Directe belastingen. Verplaatst met ingang van i Maart 1938 de surnumerair der Registratie en Domeinen P. D. Sander se van de Inspec tie der Directe Belastingen te Goes naar de Inspectie der Registratie en Domeinen te 's-Gravenhage. Verplaatst met ingang van 1 April 1938 de assistent-dgl. der directe belas tingen enz. P. M. van Baren van Ka pelle naar Heemstede; C. Verburg van Borsele naar Kapelle; J. G. Dagevos van Nieuwveen naar Borsele. Onderscheiding. Bij Kon. besluit is verleend de eere medaille, verbonden aan de Orde van Oranje-Nassau, in brons, aan S. Wandel, te Nieuwerkerk (Z.), arbeider in vasten dienst op de provinciale wegen. Verplaatst met ingang van 1 Maart 1938 de telefoniste bij den Interlocalen dienst, G. A. van Sambeek, van het post en telegraafkantoor te Goes naar het telefoonkantoor te Amsterdam. —i Vereeniging „De Am- bachtsschoo 1". Gisteravond hield de Vereeniging „De Ambachtsschool" in het schoolgebouw aan het Molenwater haar jaarlijksche algemeene vergadering onder voorzitterschap van den heer J. A. Ver- tregt. Aan het jaarverslag van den secretaris, den heer S. Caljouw, ontleenen wij, dat het onderwijs zijn geregelden gang heeft gehad en dat de resultaten er van bevre digend mogen worden genoemd. In ver band met den eisoh van den Minister van O, K. en W. betreffende verhooging van het getal leerlingen per klas, is het 'be stuur genoodzaakt een plan voor vergroo ting der lokalen in de school te ontwer pen. Dit plan is eind 1937 aan den Minis ter toegezonden. Mocht dit plan 's Minis ters goedkeuring verwerven, dan zal een aanzienlijke verandering in het gebouw tot stand worden gebracht. In 1937 telde de Vereeniging 2 eere leden, 38 leden en belangstellenden. In 1936 was dit laatste getal 42. De contri buties bedroegen f 120.50, terwijl de ver eeniging van particuliere instellingen te zamen f 110 ontving. De groote aangifte voor de metaalbe werking, maakte het mogelijk de gecom bineerde le klasse B (electriciens en bankwerkers) te splitsen. Deze splitsing was niet alleen in het belang van het onderwijs, maar bovendien bevorderlijk voor het benaderen van de gemiddelde bezetting van 24. Gedrag en vlijt der leer lingen waren voldoende; 21 leerlingen verlieten tusschentijds zonder diploma om verschillende redenen de school en 9 werden tusschentijds toegelaten. De nieuwe cursus is aangevangen met 321 leerlingen, nl. 119 in de eerste klasse, 83 in de tweede, 79 in de derde en 40 op den cursus voor scheepswerktuig'kun- dige. Van de 321 leerhngen wonen er 214 of precies 2 derden buiten Middelburg. Er zijn 21 leerlingen, die vrijstelling van betaling genieten. Waar voorheen de Kon. Mij. „De Schelde" te Vlissingen de op de school gediplomeerde leerlingen afwees, is het voor het bestuur aangenaam te kunnen vermelden, dat zij thans bereid is, hen in haar fabriek op te nemen. Ongeveer 4 maanden na het verlaten der school hadden alle gediplomeerden een plaats gevonden. Het jaarverslag werd goedgekeurd, evenals de rekening van den heer Cal- jouw als penningmeester, die een eind cijfer aanwijst van f 72299.32. De verga dering herkoos tot bestuursleden de hee- ren J. W. den Hollander en A. G. Ju lianus. i Eenheid door democratie. Gisteravond heeft de afdeeling Middel burg en omstreken van de Nederlandsche beweging „Eenheid door Democratie" een gewone ledenvergadering gehouden. De voorloopige voorzitter der afdeeling, Mr M. W. 'G. van der Veur deelde o.a. mede, dat een openbare propaganda-vergade- ring in voorbereiding is. De voorzitter deelde nog mede van den heer J. Oudendijk bericht te hebben ont vangen, dat deze om gezondheidsredenen zijn lidmaatschap van het voorloopig af- deelingsbestuur niet kan bestendigen. Met verwijzing naar een de vorige week geplaatste advertentie, brengen wij in herinnering dat morgenavond Martien Beversluis in „De Prins van Oranje" zijn Prinses Beatrix-hymne „De Gracht van 't Landt bestaedt" hoopt te declameeren, waarbij door mej. Corrie Huinink, piano, medewerking wordt verleend. Te Middel burg en Domburg maakte deze declamatie een diepen indruk, terwijl ook het spel van mej. Huinink hoog werd gewaar deerd. DOODELIJK ONGEVAL TE R1LLAND-BATH. Gisteravond omstreeks half zeven had op den Rijksweg, vlak bij den 2en weg, een ongeluk plaats, waarbij helaas een doode valt te betreuren. Een vrachtauto van Sturm uit Middel burg, welke werd bestuurd door W. J. J. van R,, aldaar, stond onverlicht ter rechterzijde van den weg met gebroken achteras. Dte chauffeur was hulp gaan ha len toen het nog dag was, maar was opge houden. Vanuit dezelfde richting kwam een personenauto, bpstuurd door J. B. Franken, wonende te Bergen op Zoom. Deze vloog in volle vaart op de vrachtauto in. De schok was zoo hevig, dat de perso nenauto onmiddellijk in brand vloog. Een ooggetuige kon het portier nog open ruk ken, doch kon den bestuurder niet meer uit de auto krijgen. Het 'slachtoffer is geheel verbrand. Hij was gehuwd, va der van twee kinderen en 47 jaar oud. De Burgemeester dezer gemeente en de gemeenteveldwachter waren spoedig ter plaatse. Het verkoolde lijk is overge bracht naar het lijkenhuisje op de be graafplaats alhier. Het opruimingswerk werd met spoed ter hand genomen, zoo dat de weg in korten tijd weer vrij voor het verkeer was. BURGEMEESTERSINSTALLATIE TE WEMELDINGE. Hedenmiddag werd de heer A. C. Willemsen geïnstalleerd als burge meester der gemeente Wemeldinge. Nadat hij te ongeveer één uur aan de grens der gemeente door het gemeentebe stuur was ontvangen, werd naar het dorp gereden. Vóór het Gemeentehuis brachten de schoolkinderen een aubade. Daarna ving de Raadsvergadering aan. De oudste wethouder, de heer J. A. Dominicus, opende de vergadering en bracht eerst een woord van dank tot zijn mede-wethouder, den heer Dekker, voor de wijze waarop hij hem gedurende deze vrij lange burgemeestersvacature, heeft terzij en bijgestaan, aan den secre taris en het secretarie-personeel voor wat door deze in deze drukke wintermaan den is gepresteerd, zoodat ook zonder burgemeester alles zijn geregelden voort gang kon hebben en aan gemeente- en rijkspolitie voor de door hen verstrekte adviezen in politiezaken. En thans, Weledelachtbare Heer Wil lemsen is het oogenblik gekomen, dat ik U als burgemeester onzer gemeente mag welkom heeten, U als 'voorzitter van on zen Raad en inzonderheid van het col lege van B. en W., mag begroeten, en eveneens dat mag doen als hoofd van al de gemeente-ambtenaren, welke bij mon de van een hunner mij verzochten dat te doen. 't Begin van dezen winter stond in het teek en der Vondel-herdenking. Eén woord van dezen grooten vaderlander luidt Wanneer 't gemeen U roept. Bezorg het als Uw eigen. De taak van burgemeester is niet meer wat die drievierde eeuw of misschien 50 jaar geleden nog was eent eere baantje. Het verheugt ons te weten, dat u zich de noodige kennis heeft eigen gemaakt, èn door uwe studie èn door uwe prac- tische opleiding op de secretarie van het nabije Ierseke. U ite een Zeeuw een dorpeling als wij. Ierseke en Wemeldinge zijn wel geen gelijksoortige dorpen te noemen, maar eenige overeenkomst is er toch wel te vinden. Vormt de schelp- en schaaldieren-vis- sc'herij en -handel daar de voornaamste bron van inkomen ook land- en tuin bouw worden er in niet geringe mate be oefend. Zijn land- en tuinbouw hier de pijlers waar ons gemeentelijk volksbestaan in zonderheid op rust, op een enkel oester- bedrijf kunnen ook wij wijzen, terwijl ook kreeften van hieruit wórden verzonden. Ierseke en Wemeldinge zijn onderge bracht in denzelfden kring voor de uit oefening van de vleesch-keuringswet en voor dien voor bouw- en woningtoezicht zal dat wellicht in de toekomst ook weer zoo zijn. 'k Weet wel, aan het hoofd der ge meente staat volgens de grondwet de ge meenteraad, maar ik meen in de praktijk toch wel gezien te hebben, dat de burge meester de man is die achter het stuur rad zit, met den voet op het gaspedaal, terwijl hand en voetrem in zijn onmid dellijke nabijheid zijn. Ik hoop dat U onzen gemeentelijken wagen zoo zult kunnen sturen, dat bot singen worden voorkomen. Werkloosheid, werkverschaffing en steunmaatregelen vragen eenerzijds uw aandacht. Zorg voor onze gemeentefinan- ciën zal anderzijds een punt van ernstige studie voor U moeten vormen. U vindt in portefeuille een stratenplan door uw ambtsvoorganger ontworpen, waarvan een eerste een klein ge deelte in uitvoering is i maar waarvan de voltooiing nog wel geruimen tijd op zich zal moeten laten wachten. Plannen tot grenswijziging hangen nog steeds in de lucht. Verbreeding van onzen communicatie-weg met Kapelle is in bewerking en het bouwen van een nieuwe school is door den Raad reeds aangenomen. Een ambtswoning staat voor U gereed; gelukkig U behoeft die niet alleen te be trekken, naar wij hopen. Ik moge dan ook uw toekomstige echt- genoote eveneens thans reeds een provi sioneel welkom toeroepen in onze ge meente, hopende het later definitief te kunnen doen. Ik wil ook niet nalaten van deze plaats de wederzijd'sche familieleden hartelijk geluk te wenschen met dezen voor hen zoo blijden dag. Ik vraag U t'hans de eer mij te ver gunnen U den ambtsketen te mogen om hangen. En alzoo staat U dan nu gereed uw arbeid ten bate onzer gemeente aan te vangen. U zult dat wel niet wenschen te doen in eigen kracht. Ik wil dan ook besluiten met den wensc'h, dat in uw hart moge rijzen de bede welke eenmaal was in het hart van den wijzen koning Salomo, toen hij van i zijn God begeerde een verstandig en wijs hart om zijn volk te richten. Moge des Heeren zegen op uwen ar beid rusten. Zijn naam ter eer en onze gemeente tot heil. Hiermede reik ik u den hamer over en verklaar u voor geïnstalleerd. De burgemeester voerde vervol gens het woord. Aan zijn rede ontleenen wij het volgende: Na God is het mij een behoefte hier in het openbaar mijn eerbiedigen dank te betuigen aan Hare Majesteit, wie het ,heeft behaagd mij voor het ambt van bur gemeester uwer gemeente te benoemen; aan Zijne Excellentie, den Minister van Binnenlandsche Zaken, die mij! ter benoe ming heeft voorgedragen en jegens den heer Commissaris der Koningin voor zijtn aanbeveling. Spr. dankt daarna zijn ouiders, voor wie geen uitgaven te groot waren om zijn opleiding zoo doeltreffend mogelijk te maken. Moge het u gegeven worden nog vele jaren getuige te zijn van een rijken zegen op mijn arbeid. Ook degenen, die mij behulpzaam zijn geweest om mij in de practijk van de gemeente-administratie wegwijs te ma ken, n.l. den heer burgemeester en secre taris der gemeente Ierseke, komt een woord van lof toe. Als ik vervolgens in dankbare herinne ring bedenk wat mijn voorgangers burge meester "Wabeke en Keyzer voor deze ge meente hebben gedaan, dan komt het ver langen in mij! op dat het ook mij gegeven moge worden om, evenals zij, mijn beste krachten aan deze gemeente te kunnen geven. Mag ik mij thans richten tot U geachte 'heer Dominicus. Drie maanden lang hebt gij, naast uw vele en drukke werkzaamhe den uw tijd gewijld aan de belangen der gemeente en uw oogen laten gaan over alles wat de gemeentezaken betreft. Een woord van dank voor de wijfee waarop gij dit hebt gedaan is niet alleen op zijln plaats, doch hoogst noodzakelijk. De sympathieke welkomstwoorden, die gij zoo juist tot mij hebt gericht, hebben mij goed gedaan. Met u, mijnheer Dekker, heb ik reeds gedurende enkele jaren de aangelegen heden van het Vreemdelingenverkeer be hartigd. Ik vertrouw dat het verschil in politieke richting geen beletsel zal zijn voor een goede samenwerking. Aan het voorloopig verslag der Eerste Kamer over de begrooting van oecono- mische zaken voor 't dienstjaar 1938 ontleenen wij het volgende: Sommige leden spraken hun teleurstel ling er over uit, dat het departe ment van landbouw en vis- scherij ten vorigen jare was samenge-' voegd met dat van handel, nijverheid en scheepvaart. Deze leden achtten den landbouw, als grondslag van ons volk'bestaan, zoo be langrijk, dat huns inziens de behartiging van alle er mede verband houdende be langen bij een afzonderlijk departement van algemeen bestuur behoort te berus ten. Eenige leden betreurden de samenvoe ging ook wegens het vrijwel volkomen in dustrieel georiënteerd zijn van dezen minister, hetgeen huns inziens aan het behartigen van de landbouwbelangen niet ten goede zal komen. Vele andere leden juichten de samen voeging toe. Vooral in dezen tijd achtten zij de samentrekking van zooveel mogelijk oeconomische belangen in één hand drin gend gewenscht, wegens den zeer nauwen samenhang er tusschen. Ettelijke leden verklaarden eenigermate te zijn teleurgesteld door de oecono mische politiek van dit kabinet. Zij hadden van dit ministerie een be leid verwacht, dat in belangrijke mate zou afwijken van het destijds gevoerde, zulks te meer omdat in dit kabinet zit ting hebben personen, behoorende tot die groep van de R.K. Staatspartij, van welke uit steeds ernstige critiek op de vroegere oeconomische politiek was geoefend. Voorts zouden zij gaarne vernemen, hoe de minister een verlaging van de kosten van levensonder houd denkt te bereiken. Deze leden drongen aan op een or dening in grooten stijl en be- drijfsgewijze, en op het ten spoedigste nemen van maatregelen, ten einde daar toe te komen. Enkele leden, die zich niet hadden kunnen vereenigen met de monetaire po litiek van de beide vorige kabinetten- Colijn en van meening waren, dat te dier zake te laat het roer was gewend, acht ten althans het depreciatie-percentage van den gulden te gering en belemme rend voor het concurrentievermogen van onze industrie. Verscheidene leden verklaarden, in te stemmen met de algemeene oeconomische politiek der regeering. Mét voldoening gewaagden zij daarbij van den sinds eenige jaren te dier zake onmiskenbaar gevolgden nieuwen koers, zooals deze in menig opzicht tot uiting komt. Vooreerst vermeldden zij de grootere en doeltreffende bemoeiing met het be drijfsleven, mede door het bevorderen, van overheidswege, van ordening daarin. Voorts noemden zij, ten bewijze van de activiteit der regeering, den uitnemend toegerusten oeconomischen voorlichtings dienst, waarbij zoowel handel als indus trie in hooge mate zijn gebaat, en pre zen zij de door haar gevoerde handels politiek. Verscheidene leden betuigden hun bij zondere instemming met de thans ge voerde actieve handelspolitiek waarvan zij belangrijke resultaten ver wachtten voor het bedrijfsleven en de werkverruiming. Weer andere leden bepleitten, dat bo venal zou worden getracht de voor een groot gedeelte van onze agrarische pro ducten verloren gegane D' u i t s c h e markt te herwinnen. Zij hadden den indruk dat de regeering in dezen niet voldoende diligent is. Weder drongen verscheidene leden aan op krachtige bevordering van industrialisatie. Andere leden maanden te dezen op zichte tot behoedzaamheid. Algemeen drong men er op aan, dat opdrachten, van de regeering uitgaande, zooveel mogelijk bij Nederland'sche indus trieën zouden worden geplaatst. Met na me had men hierbij het oog op de talrijke opdrachten, welke vanwege het departe ment van defensie staan te worden ver leend. Enkele leden drongen aan op een spoedige wettelijke regeling tot beper king vain de warenhuizen, de eenheidsprijsmagazijnen en de filiaalbe drijven, welker bestaan fnuikend is voor den middenstand. Eenige leden zouden gaarne 's minis ters oordeel vernemen betreffende de ge varen, welke den middenstand be dreigen door de zgn. crisisconventies. In zonderheid vroegen zij inlichtingen over de 'beteekenis van de margarine- en de olie-conventie. Verscheidene leden hier aan het woord achtten de door de concur- reerende Belgische zeehavens toegekende Rijnvaart premies een beletsel voor onze Nederlandsche havensteden om haar aandeel in het vervoer van ar beidsintensieve stukgoederen te herove ren. Zij drongen aan op het toekennen van gelijke premies in onze nationale havens. De positie van het kleine boe- re n b e d r ij f in onze volksgemeenschap had de belangstelling van verscheidene leden. Sommige leden gaven der regeering in overweging het initiatief te nemen tot een conferentie van afgevaardigden van de verschillende aangrenzende landen, teneinde te komen tot een uniforme b e - strijding van het mond- en klauwzeer. Eenige leden drongen er bij den minister met kracht op aan, geen ver gunningen te geven om de z.g. lange jacht in gesloten jachttijd te beoefenen. Het jagen met harriers achter hazen is op zich zelf reeds een wreed vermaak, doch des te wreeder wordt dit, indien vergunning daartoe wordt verleend in de maand Januari, wanneer de hazen drachtig zijn. Het bestuur der Vereeniging van Vrouwelijke Studenten te Leiden overhandigde Maandag ten Paleize iSoestdijk een geschenk voor H. K. H. Prinses Beatrix, n.l. een kinderbordje. De deputatie. Geachte heer Secretaris, bij het aange name onderhoud,dat wij kort geleden met elkaar hadden, heeft u mij reeds bij voor baat uw steun toegezegd. De sympathieke woorden, waarmede gij dat gedaan hebt, hebben mij diep getroffen. Ik twijfel er dan ook geen oogenblik aan of onze ver houding zal in alle opzichten hartelijk zijn. Ik beschouw u als mijn rechterhand, als de man die mij in vele zaken door zijn groote ervaring tot leermeester kunt zijn. Ik reken op een ernstig plichtsbesef van gemeente-personeel en -politie. Ik zal trachten een redelijk patroon en hoofd te zijn en vertrouw dat gij, zooals gij dat steeds hebt gedaan, de taak, die u opge dragen wordt, met nauwgezetheid zult vervullen. Een goede samenwerking tusschen mij en de rijksveldwacht, maréchaussee en sluispersoneel zal door mij op prijs wor den gesteld. Spr. doet daarna een beroep op de Raadsleden. Uw medewerking, aldus spr., roep ik in bijzondere mate in bij de aan vaarding van mijn ambt. Het feit, dat in politiek opzicht vogels van diverse pluimage hier vertegenwoordigd zijn om de belangen der gemeente te behartiger, behoeft geen belemmering voor een goede samenwerking te zijn. Ik van mijn kan' zal ieders meening en politieke opvatting respecteeren, als ik aanvoel dat het t>fl ernstige bedoeling is om het welzijn der gemeente op uw wijze te willen beharti gen. Als gijl van uw kant met de-zelfde voornemens bezield zijt, dan twijfel A geen oogenblik, of we zullen over de ver schillen heen kunnen zien. De tijiden zijn zorgelijk. Rijk, provincie en gemeenten, ze gaan allen gebukt onder den last der economische en financieele moeilijkheden. Moeilijke tijiden brengen groote verant woordelijkheid mee voor degenen, die daarin gewichtige beslissingen moeten nemen. Het belang der gemeente alleen mag daarbij op- den voorgrond staan. Het heeft Hare Majesteit behaag mij hier voor deze plaats te benoemen en wij, die het gezag hoog houden, eer biedigen dit besluit en gezien de harte lijke ontvangst die mij hier is ten de

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1938 | | pagina 2