DE ZEEUW
Wreef in één dag
RHEUMATIEK weg
KLOOSTERBALSEM
tante ailie
met den Kloosterbalsem
TWEEDE BLAD
Had een pijn In z'n schouder
om tureluursch van te worden
AKKERS ORIGINEEL TER INZAGE
Luchtdoelartilierie of
jachtvliegtuigen?
Uit de Provincie
Wat 3r dezs week verviel
Kou gevat en rillerig,
Had Schuschnigg een toe
zegging van Mussolini?
FEUILLETON
Het was mijn bedoeling U ook er van
te overtuigen dat Zeeland zoo spoedig mo-
gelijk uit dit isolement dient te worden
verlost. Ik hoor, dat er te Goes gewerkt
wordt om er twee tegelijk te krijgen, n.l.
een christelijke en een openbare.
Wie weet, hoe spoedig in "onze provin
cie de onderwijsinrichtingen voor de mis
deelde, zwakzinnige kinderen zullen ver
rijzen.
Wij wenschen den heer Van deT Welle
en zijn medestanders goed succes toe,
opdat de krachtig ondernomen pogingen
zeer spoedig wèl mogen slagen.
Als steeds
STENTOR.
*En zoo in eensl Ik kon niet meer
heen of weer. Ik houd niet van tabletjea
en liet mijn vrouw mij wrijven met
Kloosterbalsem. Niet te hard, zeg ik,
want alles, ook de geheele omgeving,
deed me zeer. Ztj wreef mij zachtjes
om te beginnennaderhand wat harder
en het was of er een wonder gebeurde.
Onder 't wrijven verminderde de pijn
al en toen het 's avonds herhaald was,
stond ik den volgenden morgen weer
even frisch op als altijd."
Fr. D. te O.
„Geen goud zoo goed"
Onovertroffen by brand-en sny wonden
Ook ongeëvenaard als wrljtmiddel by
Rheumatiek, spit en pyniyke spieren
Schroefdoos 35 ct. Potten: 62'/a ct. en f 1.04
Voor een klein land Is de luchtdoel-
artillerie van groote betoukenls.
Het Februari-nummer van het maand
blad „Luchtgevaar", orgaan van de Ned.
Vereeniging voor Luchtbescherming
schrijft o.m.:
„In een artikel van luitenant-generaal
Vandeputte in „La Belgique Militaire",
geeft deze deskundige schrijver een inte
ressante beschouwing over bovengenoemd
onderwerp.
De voordeelen van de luchtdoelartillerie
op den jachtvliegdienst, zegt hij, zijn vele.
In de eerste plaats kan het geschut
©ogenblikkelijk in actie komen, wanneer
vijandelijke vliegtuigen 'binnen zijn vuur-
bereik verschijnen, in tegenstelling met
den 'jachtvliegdienst, die eerst moet wor
den gealarmeerd, daarna moet opstijgen
en 'hoogte nemen en vervolgens de zeer
snelle bom'bardeurs, welke in het lucht
ruim vrijelijk hun weg kunnen kiezen,
moet opzoeken. Vooral in een klein land
is de kans niet gering, dat de jachtvlieg
tuigen achter het net zullen visschen. In
de tweede plaats kan de luchtdoelartille
rie, wanneer voldoende munitie aanwezig
is, elk oogenfolik van dag en nacht bin
nen haar schootsveld 'haar actie ontvou
wen, omdat haar hij de opsporing van
vijandelijke vliegtuigen tevens luchtdoel-
zoeklichten en luistertoestellen ten dienste
staan. Ook wanneer pas een vijandelijk
vliegtuig i's beschoten, kan een volgend
oogenblik opnieuw tot beschieting van
een tegenstander worden overgegaan.
Bovendien is de luchtdoelartillerie
beter dan de jachtvliegdienst in staat den
vijandelijken bombardeurs een volkomen
verrassing te bereiden.
Alhoewel uit menige schietoefening
bleek, dat vijandelijke vliegtuigen met een
betrekkelijk klein aantal schoten uit de
lucht zijn te halen, wil generaal Vande
putte ook met ongunstige omstandighe
den, zooals die in oorlogstijd kunnen
voorkomen, rekening houden en stelt hij
het aantal schoten van 75 m.m., dat in
de naaste toekomst noodig zal zijn om
een vliegtuig neer te schieten, op gemid
deld 300; een groote vooruitgang verge
leken met 1918, toen, naar gelang de in
richting van het destijds in gebruik zijn
de materiaal, van 7000 tot 3200 schoten
noodig waren om dit doel te bereiken.
Derhalve kan men thans met een uitgaaf
van omstreeks f 3000 aan munitie den
vijand een verlies toebrengen van om
streeks het veertigvoudige."
PACHTERS-JUBILEUM.
Gisteren, Vrijdag 25 Februari 1938, was
het vijf en twintig jaar geleden, dat de
heer J. Hoveyn pachter werd van de boer
derij „Middenhoeve" nabij Wisseker-
k e. Merkwaardig is daarbij het wel bij
zondere feit, dat de hoeve, welke toebe
hoort aan Mevrouw Ir M. J. Schoen, ge-
boien Keg, te Bloemendaal, reeds gedu
rende meer dan negentig jaar achter
een door de familie Hoveyn is gepacht.
De heer J. Hoveyn is namelijk de derde
uit dit geslacht en over eenigen tijd hoopt
de zoon van den jubliaris, de heer M. Ho
veyn, zijn vader als vieide pachter uit
deze familie op te volgen en het bestuur
der boerderij in handen te nemen.
Tevens zullen dan de beide arbeiders
A. Schrier en M. de Smit, die al meer
dan 30 jaar op „Middenhoeve" werkzaam
zijn, in den heer M. Hoveyn hun derde
werkgever van dien naam krijgen. Zij wa
ren namelijk ook reeds bij den vader van
den thans jubileerenden pachter in dienst.
DE MARNIX HERDENKING.
Men schrijft ons: Op initiatief der Soe-
burgsche Oranjevereeniging is, zooals
reeds eerder werd vermeid, een comité
samengesteld met het doel Marnix van
St. Alciegonde op waardige wijze natio
naal te herdenken.
Daarvoor echter heeft dit comité zich
verzekerd van de medewerking van Ne-
derlandsche en Belgische autoriteiten.
Zoo hebben de Minister-President, Dr
H. Colijn, en de Minister van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen, Prof. Slo-
temaker de Bruine, het beschermheer
schap op zich genomen, terwijl de Com
missaris der Koningin in Zeeland, Jhr
Mr Quarles van Ufford, als eere-voorzit-
ter in het comité zitting nam.
In de maand September 1938 zal een
officieele herdenking plaats vinden bij
de ter eere van Marnix opgerichte ge
denkzuil te West-Souburg, alwaar Ne-
derlandsche en Belgische autoriteiten
zullen spreken.
Naar ons wordt meegedeeld zal ook
het stadsbestuur van Antwerpen Marnix
herdenken, waartoe de Belgen met 10
schepen naar West-Souburg zullen ko
men. Verder 2al er nog getracht wor
den later een openluchtspel op te voe
ren, speciaal betrekking hebbende op de
figuur van Marnix en wel in het meer
historische fort Rammekens.
ZUID-BEVELAND.
Hansweert Donderdagavond had al
hier in de zaal van den heer P. Schot
een bijeenkomst plaats van de meisjes
en jongens van den Ring Oost Zuid-
Beveland. Na het openingswoord brach
ten de secretaris en penningmeester hun
verslag uit. D'aarna sprak Ds Koorevaar
van Zaamslag over het onderwerp: „D'e
omgang tusschen jongens en meisjes".
Vervolgens werd een tooneelstukje opge
voerd hetwelk getiteld was „Als de poor
ten opengaan". Daarna werd de bijeen
komst gesloten en keerden allen weer
voldaan huiswaarts. Het geheel stond
onder leiding van D's Sickesz van Ril
land.
i De hier onlangs opgerichte zang-
vereeniging heeft men de „Zuiderstem-
men" genoemd. Er bestaat veel belang
stelling voor.
Het ledige motorschip „Saigon" op
weg van Dordrecht naar Antwerpen
kreeg op de Westerschelde machine-
schade. Het schip kon nog op eigen
kracht in de haven terugkomen. De
sleepboot „Magnolia" is op weg van
Antwerpen om de boot naar zijn bestem
ming te sleepen.
Een week van spanning op internatio
naal gebied ligt achter ons.
Eerst was er de geruchtmakende Fvijks-
dagredo vaa H:.iier, een r,«l- waarvan
zooaie bij nadere beschouwing bieew, de
inhoud niet evenredig was aan ds lengte,
en waarin weinig nieuws gezegd werd.
Het was één verheerlijking van het nati-
onaal-socialistische systeem, een rede
zooals Nebucadnezar er een gehouden kon
hebben toen hij roemde op 'het groote
Babel, dat h ij gebouwd bad. De natio-
naal-socialisten spreken van groote din
gen en tegen het buitenland slaan zij, zich
bewust van hun macht en kracht een toon
aan, alsof ze zoo ongeveer heel de we
reld beheerachen.
En toch, in bun hart zijn ze bang.
Zij hebben niet den moed aan de pers
vrijheid te geven zich binnen de perken
van de wet, uit te spreken. En als Ds
Niemöller voor zijn reohtera verschijnt,
dan vreezen ze zoozeer de openbare mee
ning, dat alles met gesloten deuren wordt
behandeld en dat met de zwaarste straf
fen bedreigd worden zij, die ook maar iets
van bet verloop van het proces zouden
publiceeren. Angst voor de waar
heid. En dat is ook hier een bewijs van
innerlijke zwakheid.
Meer nog dan de rede van Hitier trok
de aandacht 'het gebeurde in Engeland,
het meeningsversc'hil in den boezem van
het Britsche kabinet en het aftreden van
Eden.
Aanvankelijk werd dit heengaan in de
fascistische en nationaal-sooialistische
landen met uitbundigen jubel begroet en
naar het schijnt met reden. AI spoedig is
echter 'het gejuich verstomd, omdat men
niet zeker was, dat in Engeland werkelijk
van een nieuwe koers kan worden ge
sproken.
En dan was er voorts nog do rede van
den Ocstenrijksc'ken Bondskanselier, die
do aandacht gespannen hield en die den
indruk maakte, dat Oostenrijk ten opzich
te van Duitschland toch meer zelfstandig
is gebleven dan de laatste dagen gevreesd
en vermoed werd.
Alles bij elkaar genomen krijgt men
den indruk dat de internationale verhou
dingen iets minder gespannen zijn en dat
de kans op nieuwe conflicten een weinig
is verminderd.
Intussc'hen wordt de oorlog in Spanje,
evenals de strijd tusschen Japan en China
met onverminderde kracht voortgezet. De
Francotroepen hebben in Spanje een be
langrijk succes behaald door de bezetting
van Teruel, na uiterst bloedige gevechten.
Het einde van den burgerkrijg is eo'hter
nog niet in zicht. In China zijn de Ja
panners een weinig geavanceerd, maar
als het zoo doorgaat, kan het toch nog
langen tijd duren eer een definitieve over
winning is behaald. Geen wonder, dat in
sommige Japansche kringen eenige onte
vredenheid openbaar wordt. Men had er
n.l. op gerekend, dat eind December 1937
de „bestraffing van China" achter den
rug zou zijn.
Voor ons land is van belang, dat
deze week de Defensiebegrooting en de
wijziging van de Dienstplichtwet ook door
de Eerste Kamer werden aangenomen.
Aan Minister van Dijk is terecht van ver
schillende zijden warme 'hulde gebracht
voor de wijze waarop hij zijn defensie
plannen heeft voorbereid en verdedigd.
Van beteekenis is voorts nog, dat Dr
de Groot, die geruimen tijd op het paleis
te Soestdijk vertoefde, in verband met de
geboorte van Prinses Beatrix, deze week
naar huis is terug gekeerd. Het laatste
door hem uitgegeven bulletin sprak van
de uitstekende gezondheid van het kleine
Prinsesje en hare Moeder.
En zoo hebben Vorstenhuis en volk re
den om God te danken voor de ontvangen
zegeningen.
zwaar in hoofd en ledematen, grieperig?
„Mijnhardtjes" herstellen U hiervan snel
en goed. (Het zijn hartvormige cachets).
12 stuks 50 ct., proefdoosje 2 stuks 10 ct.
('APV)
VAN
ZATERDAG 26 FEBR. 1938, Nr 126.
ZIJN ZELFBEWUSTE WOORDEN
ZOUDEN ZIJN GEBASEERD OP ZEER
GERUSTSTELLENDE VERKLARINGEN
GISTEREN UIT ROME ONTVANGEN.
Aan een correspondentie uit Weenen
in het Hdbl. is het 'volgende ontleend:
Schuschnigg is na afloop van de rede
voering, welke hij in den Bondsraad heeft
gehouden, de eerste werkelijk groot'sche
en spontane volkshuldiging ten deel ge
vallen sedert hij Bondskanselier is. Dit
zal 'hem goed hebben gedaan na al die
lange dagen, dat hij moest zwijgen, ter
wijl hij hoorde hoe moedeloos het volk
was, dat hem de schuld gaf van wat men
thans onafwendbaar achtte; het onder
het juk komen van Duitschland.
Waarom is thans ineens, zonder dat er
een zichtbaar teeken voor was, dat dit
gevaar was afgewend, het vertrouwen in
Schuschnigg teruggekeerd? Blijkbaar om
dat men toch het volle vertrouwen in
Schusc'hnigg's oprechtheid heeft behou
den, en dat men daarom zijn plechtige
verklaring„d at hij' weet, dat hij
het'Volie vertrouwen kan heb
ben en dat hij garanties bezit,
welke hem mogelijk zullen ma
ken zijn taak te vervullen", op
zijn woord gelooft.
Slechts in ingewijde kringen beweert
men thans te weten, waarop deze zelf
bewuste woorden waren gebaseerd, en
waarom Schuschnigg niettegenstaande
alles wat sedert 12 Februari is gebeurd,
in zijn redevoering toch met zooveel lof
en vertrouwen over de waarde der proto
collen van Rome en over de stille vriend
schap van Mussolini sprak.
Er schijnen uit Rome zeer
geruststellende verklaringen
te zijn gekomen. Zooals overigens
niet anders te verwachten was, blijft men
daar zeer geïnteresseerd in de onafhan
kelijkheid 'van Oostenrijk, hetwelk moet
voorkomen dat het leger, dat volgens Hit-
Ier thans reeds verreweg 'het sterkste
leger van Europa is, niet nog sterker
wordt. Overigens moet 'het deze leger
macht ook op 'geruststellenden afstand
van den Brenner houden.
Theoretisch is dus Oostenrijk weer voor
een tijd gerustgesteld. Schuschnigg heeft
gezworen, verder voor de onafhankelijk
heid te zullen strijden, en 'hij 'schijnt daar
toe weer den noodigen ruggesteun te heb
ben gekregen. En het overwegende deel
van de bevolking van Weenen, naar on
partijdige schatting 90 pet. menscben van
alle klassen en leeftijden, tegen 10 pet.
haast louter onvolwassenen, heeft daar
over zijn uitbundige vreugde kenbaar ge
maakt.
door Catharine D. Bell.
(Vrij naar het Engelsch.)
16) _o_
„Denkt u, dat ik dacht dat te doen?"
vroeg Nannie nadenkend.
geloof, dat je er dikwijls erg toe
m de 'verleiding komt. Je weet, dat het
Je vader leed zou berokkenen, als hij wist,
dat Edmunds gezondheid niet zoo goed
18' /tat Esther moeilijk te regeeren is, dat
Johnnie eigenzinnig en Arc'hie lui is; en
M doet ik weet niet wat, om dat alles in
°rae te brengen en het tegelijk voor hem
verborgen te houden. Maar Nan,
alles wel beschouwd zijn het zijn
kinderen en niet de jouwe. En hij moelst
dus hun fouten verbeteren, hun goede
eigenschappen aanmoedigen."
„Zeer zéker zou hij 'het veel beter doen
dan ik," zei -ze bescheiden.
„Het is altijd het beste den waren toe-
ana van zaken te kennen", vervolgde
mevrouw Fleming, „omdat God het zoo
fechrkt heeft. En Nannie, mijn kind, Hij
eet beter dan wij hoeveel bittere drup-
Pe s dagelijks in ieders beker te mengen.
all 1S4 ®0et* en zooals hoort, dat >jij
08 doet wat in je macht staat om je
MIDDELBURGSCHE BRIEVEN.
Amice,
Deze week heeft wel gestaan in het tee
ken van het onderwijs. Ten minste wat
mij betreft. Of liever gezegd, voor mijn
besef is dat zoo.
Dat begon al in 'het begin van de week
met het aangekondigde wetsvoorstel be
treffende de verlenging van den oplei
dingsduur op de Kweekscholen. Als je
twee Kweekscholen in je stad hebt, ga je
als vanzelf met het wel en wee dier in
richtingen meevoelen. Toen eenige jaren
terug de duur der opleiding van vier tot
drie jaar werd ingekrompen, hebben zeer
velen met mij dit wel als een zwaar offer
op het altaar der bezuiniging aangemerkt
Gelukkig begint voor deze inrichtingen
het zonnetje weer door de donkere bezui
nigingswolken heen te breken.
De hoop is bij mij gewekt dat het voor
de Ambachtsscholen, die ook zoo gewel
dig zijn ingeperst in het benauwende
keurslijf van 2 jaren, op den duur ook wel
eens zal gaan dagen.
In ieder geval, wat de Kweekscholen
betreft, dit zal nu wel in orde komen. En
voor de Nijverheidsscholen houden we
goeden moed.
Het grootste genoegen beleefde ik op de
deze week gehouden Ouderavond van de
scholen aan de Heerengracht, Graven
straat en Nieuwe Haven.
De Ouderavonden van die scholen zijn
de meest prettige van de vereenigings-
aivonden die ik in het vergaderseizoen
meemaak. Maar die van deze week was
buitengewoon interessant.
Een paedagoog par exellence heeft ge
sproken over het buitengewoon lager on
derwijs.
Dit onderwijs is nog niet tot de Zeeuw-
sche kleigronden doorgedrongen. In alle
provincies treft men deze onderwijsinrich
tingen aan. Natuurlijk niet overal even
dik gezaaid, b.v. in een provincie als
Friesland maar één zoo'n school, maar in
het geheele land is het aantal leerlingen,
dat bij het buitengewoon lager onderwijs
is ondergebracht toch ongeveer 11000.
Maar in onze provincie zal men tever
geefs zoo'n inrichting zoeken. Wij Zeeu
wen komen dus wel leelijk achteraan.
Maar dit zal nu zoo lang niet meer
duren. In onze stad hebben we een comi
té, waarvan de heer R. v. d. Welle de
stuwende kracht is. Op uitnemende wij'ze
heeft hij o>p de hiervoren bedoelde ouder
avond het bestaansrecht van een school
voor zwakzinnige schoolplichtige kinde
ren in onze stad aangetoond. Uit den aard
der zaak zal dit een streekschool worden.
En het gebied van deze streek is natuur
lijk Walcheren.
Ik schrijf dat zoo gemakkelijk neer.
Maar hoeveel moeilijkheden zijn hier
niet te overwinnen.
De sc'hool, die mijnheer Van der Welle
wensoht is een christelijke.
Dat waren wij allemaal direct met hem
eens.
Maar dan komt de vraag van 't school
gebouw.
Daarvoor moet de hulp en medewer
king van 'het gemeentebestuur worden in
geroepen.
Hier zal de moeilijkheid wel niet groo-
ter zijn dan de mogelijkheid om te slagen.
En ik meen, dat medewerking al is toe
gezegd.
Vervolgens komt de kwestie der ver-
voergelegenheid der kinderen aan de
orde. Dat is niet zoo eenvoudig. En in
ieder geval kostbaar. Gelukkig, dat de uit
stekende wegen die ons eiland rijk is en
de veilige auto-bussen, die we tegenwoor
dig hebben, hier de richting aanwijzen
waarin de oplossing te zoeken is. De
ouders dezer kinderen, die in de buiten
gemeenten wonen moeten ook in dit op
zicht met evenveel gerustheid 'hun kinde
ren aan de vervoerders als aan de school
kunnen toevertrouwen,
En dan de kosten. Dit onderwijs is cir
ca drie maal zoo duur als het gewoon la
ger onderwijs. Ook in het schoolgeld zal
dit tot uitdrukking komen. Per 18 leer
lingen wordt een onderwijskracht door het
rijk vergoed. Maar dit is wel het maxi
mum wat aan één leerkracht kan worden
opgedragen. Het onderwijs is immers in
hoofdzaak individueel en niet klassikaal.
(Is dit laatste goed gezegd, mijn vriend
de paedagoog?)
'Ik begin op glad ij® te komen.
zieken vader te steunen. Spaar hem zoo
veel mogelijk verdriet en ontstemming,
maar als 'het verdriet er i's, dan mag je
niet trachten het voor hem te verbergen,
stel je niet tusschen je vader en het dage-
lijksche kruisje, waarmee God hem ze
gent."
Nannie overwoog dien raad rijpelijk,
terwijl ze naar huis terug wandelde. Die
was juist in overeenstemming met haar
bijzonder karakter; ze zocht altijd naar
de waarheid was steeds verlangend te
doen, wat 'God van haar verwachtte. En
ze voelde de redelijkheid van de redenee
ring van haar tante. Waar zij zoo 'ver
langend was 'haar werk te verrichten,
mocht ze anderen er de gelegenheid niet
toe ontnemen. Na het middageten, toen
zij- en haar vader voor een poosje alleen
werden gelaten, besloot ze maar onmid
dellijk te beginnen over de moeilijkheden
met Esther. Kapitein Colville bood er
haar onbewust een mooie gelegenheid
voor.
„Treurend over Angus, mijn kleine
Nan?" vroeg hij, liefkozend ajijn hand op
haar 'hoofd leggend, daar ze in een laag
stoeltje naast hem zat.
„Neen, vader, ik dacht niet aan An-
gu's', antwoordde ze, met een lichte blos
naar hem omkijkend. „Ik dacht aan Es
ther. Ik maak me wat bezorgd over haar,
weet u?"
Zijn gelaat vertoonde onmiddellijk dien
trék, die Nannie zoo gevreesd had er op
te zien, een trek van vermoeidheid en
moedeloosheid, alsof hij zich heelemaal
niet in staat voelde aan zorgen te denken,
moeilijkheden het hoofd te bieden. Zoo
voelde hij het misschien ook; maar Nannie
liet 'hem geen tijd er uitdrukking aan te
geven. Al haar moed bijeenrapend om
nu maar in eens door te zetten, ver
volgde ze
„Ik geloof nooit, dat de school van
juffrouw Smith goed is voor Esther,
vader."
„Dat geloof ik ook niet," gaf hij toe,
blijkbaar zeer verlicht, dat Nannie's zor
gen niet dieper gingen.
„Ik geloof niet, dat de meisjes daar
goeden omgang voor haar zijn."
„D'aar kon je wel eens gelijk in heb
ben. Uit wat ik van ze gezien heb, meen
i'k te mogen afleiden, dat het een minder
waardig 'soort meisjes is. En waar Esther
zoo vlug is, zoo'n 'heldere opmerkings
gave 'bezit, is er te meer kans, dat ze er
nadeel van zal ondervinden."
„Ze spreken zoo dwaas over dingen,
die ze nog niet kunnen begrijpen", zei
Nannie, „en ze hebben er zulke wonder
lijke ideeën over."
„Waarover?"
„Wel vader," antwoordde ze blozend
de oogen neerslaand, „misschien ben ik
op het oogenblik wat gevoeliger op dat
punt dan andere menscben; maar waar
ik voel welk een rijken zegen het is een
man als Angus werkelijk lief te 'hebben,
kan ik het niet verdragen Esther lucht
hartig te 'hooren spreken over liefde en
huwelijk, alsof dat maar heel doodgewone
dingen waren, een zaak, die je nuchter
moet beschouwen, alsof iedereen te een
of anderer tijd door de liefde beroerd
wordt en er dan mee afgedaan heeft."
„Het verbaast me niets, dat je daar een
tegenzin in koestert, mijn kind," zei hij
met ongewone energie. „Je lieve moeder
placht altijd te zeggen, dat haar geen
moeite te veel zou zijn om te zorgen, dat
zulke praatjes je nooit ter oore kwamen.
Zij meende, dat het kwaad, dat daaruit
voortspruit vrijwel niet meer te boven is
gekomen."
„Als ik mocht hopen, dat Esther, als
ze er oud genoeg voo-r is, een groote liefde
zou opvatten voor een, werkelijk goed
man," zei Nannie verlegen lachend en
met een feller kleur, „dan zou ik niet
zoo bang voor baar zijn."
„Denk je dan, dat het haar goed zou
doen?"
„Ik weet aan mezelf" zei ze onbevan
gen, „dat, al had ik er van te voren ook
nog zooveel onzin over gehoord, het alle
maal verdwenen zou zijn als sneeuw voor
de zon, toen het echte kwam. D'e ware
liefde is zoo hemelsbreed verschillend van
al wat men zich voorstelt; en ze doet je
zooveel goed, ze maakt je zachter, geeft
je 'hoogere gedachten en gevoelente voor
allerlei. Je kunt nooit meer met de liefde
spelen, als je eenmaal weet, wat ze wer
kelijk zijn kan."
„Juist dat spelen met liefde vrees ik
voor Esther," zei hij ernstig.
„Als een meisje een beetje romantisch
is aangelegd en graag over liefde spreekt,
voor ze er toe gerijpt is, dan is ze maar
al te zeer geneigd, zich te verbeelden, dat
ze houdt van iemand, die harer heele
maal niet waardig is of die geen weder
liefde in ruil 'kan geven."
„Zooals tante Ailie spreekt over die
dwaze bakvischjes, met de hoofdjes vol
onzin over dergelijke onderwerpen, die
klaar zijn om over de ooren verliefd te
worden op den eersten den besten man,
die ze een complimentje maakt."
„Ik denk, dat Esthers scherpe, nuch
tere blik haar wel voor zoo'n lot zal be
waren. Maar zooals je begon te zeggen,
Nannie, op het oogenblik hebben we alle
reden tot bezorgdheid, omdat haar ka
rakter wordt bedorven door dat ij'dele
gelach en gepraat over dingen, die ze op
het oogenblik nog niet begrijpen of aan
voelen kan. Ik maak er me ernstig be
zorgd over, maar ik weet niet, wat er
aan te doen."
(Wordt vervolgd.)