DE ZEEUW Wreef in één dag RHEUMATIEK weg KLOOSTERBALSEM tante ailie met den Kloosterbalsem TWEEDE BLAD Had een pijn In z'n schouder om tureluursch van te worden AKKERS ORIGINEEL TER INZAGE Luchtdoelartilierie of jachtvliegtuigen? Uit de Provincie Wat 3r dezs week verviel Kou gevat en rillerig, Had Schuschnigg een toe zegging van Mussolini? FEUILLETON Het was mijn bedoeling U ook er van te overtuigen dat Zeeland zoo spoedig mo- gelijk uit dit isolement dient te worden verlost. Ik hoor, dat er te Goes gewerkt wordt om er twee tegelijk te krijgen, n.l. een christelijke en een openbare. Wie weet, hoe spoedig in "onze provin cie de onderwijsinrichtingen voor de mis deelde, zwakzinnige kinderen zullen ver rijzen. Wij wenschen den heer Van deT Welle en zijn medestanders goed succes toe, opdat de krachtig ondernomen pogingen zeer spoedig wèl mogen slagen. Als steeds STENTOR. *En zoo in eensl Ik kon niet meer heen of weer. Ik houd niet van tabletjea en liet mijn vrouw mij wrijven met Kloosterbalsem. Niet te hard, zeg ik, want alles, ook de geheele omgeving, deed me zeer. Ztj wreef mij zachtjes om te beginnennaderhand wat harder en het was of er een wonder gebeurde. Onder 't wrijven verminderde de pijn al en toen het 's avonds herhaald was, stond ik den volgenden morgen weer even frisch op als altijd." Fr. D. te O. „Geen goud zoo goed" Onovertroffen by brand-en sny wonden Ook ongeëvenaard als wrljtmiddel by Rheumatiek, spit en pyniyke spieren Schroefdoos 35 ct. Potten: 62'/a ct. en f 1.04 Voor een klein land Is de luchtdoel- artillerie van groote betoukenls. Het Februari-nummer van het maand blad „Luchtgevaar", orgaan van de Ned. Vereeniging voor Luchtbescherming schrijft o.m.: „In een artikel van luitenant-generaal Vandeputte in „La Belgique Militaire", geeft deze deskundige schrijver een inte ressante beschouwing over bovengenoemd onderwerp. De voordeelen van de luchtdoelartillerie op den jachtvliegdienst, zegt hij, zijn vele. In de eerste plaats kan het geschut ©ogenblikkelijk in actie komen, wanneer vijandelijke vliegtuigen 'binnen zijn vuur- bereik verschijnen, in tegenstelling met den 'jachtvliegdienst, die eerst moet wor den gealarmeerd, daarna moet opstijgen en 'hoogte nemen en vervolgens de zeer snelle bom'bardeurs, welke in het lucht ruim vrijelijk hun weg kunnen kiezen, moet opzoeken. Vooral in een klein land is de kans niet gering, dat de jachtvlieg tuigen achter het net zullen visschen. In de tweede plaats kan de luchtdoelartille rie, wanneer voldoende munitie aanwezig is, elk oogenfolik van dag en nacht bin nen haar schootsveld 'haar actie ontvou wen, omdat haar hij de opsporing van vijandelijke vliegtuigen tevens luchtdoel- zoeklichten en luistertoestellen ten dienste staan. Ook wanneer pas een vijandelijk vliegtuig i's beschoten, kan een volgend oogenblik opnieuw tot beschieting van een tegenstander worden overgegaan. Bovendien is de luchtdoelartillerie beter dan de jachtvliegdienst in staat den vijandelijken bombardeurs een volkomen verrassing te bereiden. Alhoewel uit menige schietoefening bleek, dat vijandelijke vliegtuigen met een betrekkelijk klein aantal schoten uit de lucht zijn te halen, wil generaal Vande putte ook met ongunstige omstandighe den, zooals die in oorlogstijd kunnen voorkomen, rekening houden en stelt hij het aantal schoten van 75 m.m., dat in de naaste toekomst noodig zal zijn om een vliegtuig neer te schieten, op gemid deld 300; een groote vooruitgang verge leken met 1918, toen, naar gelang de in richting van het destijds in gebruik zijn de materiaal, van 7000 tot 3200 schoten noodig waren om dit doel te bereiken. Derhalve kan men thans met een uitgaaf van omstreeks f 3000 aan munitie den vijand een verlies toebrengen van om streeks het veertigvoudige." PACHTERS-JUBILEUM. Gisteren, Vrijdag 25 Februari 1938, was het vijf en twintig jaar geleden, dat de heer J. Hoveyn pachter werd van de boer derij „Middenhoeve" nabij Wisseker- k e. Merkwaardig is daarbij het wel bij zondere feit, dat de hoeve, welke toebe hoort aan Mevrouw Ir M. J. Schoen, ge- boien Keg, te Bloemendaal, reeds gedu rende meer dan negentig jaar achter een door de familie Hoveyn is gepacht. De heer J. Hoveyn is namelijk de derde uit dit geslacht en over eenigen tijd hoopt de zoon van den jubliaris, de heer M. Ho veyn, zijn vader als vieide pachter uit deze familie op te volgen en het bestuur der boerderij in handen te nemen. Tevens zullen dan de beide arbeiders A. Schrier en M. de Smit, die al meer dan 30 jaar op „Middenhoeve" werkzaam zijn, in den heer M. Hoveyn hun derde werkgever van dien naam krijgen. Zij wa ren namelijk ook reeds bij den vader van den thans jubileerenden pachter in dienst. DE MARNIX HERDENKING. Men schrijft ons: Op initiatief der Soe- burgsche Oranjevereeniging is, zooals reeds eerder werd vermeid, een comité samengesteld met het doel Marnix van St. Alciegonde op waardige wijze natio naal te herdenken. Daarvoor echter heeft dit comité zich verzekerd van de medewerking van Ne- derlandsche en Belgische autoriteiten. Zoo hebben de Minister-President, Dr H. Colijn, en de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, Prof. Slo- temaker de Bruine, het beschermheer schap op zich genomen, terwijl de Com missaris der Koningin in Zeeland, Jhr Mr Quarles van Ufford, als eere-voorzit- ter in het comité zitting nam. In de maand September 1938 zal een officieele herdenking plaats vinden bij de ter eere van Marnix opgerichte ge denkzuil te West-Souburg, alwaar Ne- derlandsche en Belgische autoriteiten zullen spreken. Naar ons wordt meegedeeld zal ook het stadsbestuur van Antwerpen Marnix herdenken, waartoe de Belgen met 10 schepen naar West-Souburg zullen ko men. Verder 2al er nog getracht wor den later een openluchtspel op te voe ren, speciaal betrekking hebbende op de figuur van Marnix en wel in het meer historische fort Rammekens. ZUID-BEVELAND. Hansweert Donderdagavond had al hier in de zaal van den heer P. Schot een bijeenkomst plaats van de meisjes en jongens van den Ring Oost Zuid- Beveland. Na het openingswoord brach ten de secretaris en penningmeester hun verslag uit. D'aarna sprak Ds Koorevaar van Zaamslag over het onderwerp: „D'e omgang tusschen jongens en meisjes". Vervolgens werd een tooneelstukje opge voerd hetwelk getiteld was „Als de poor ten opengaan". Daarna werd de bijeen komst gesloten en keerden allen weer voldaan huiswaarts. Het geheel stond onder leiding van D's Sickesz van Ril land. i De hier onlangs opgerichte zang- vereeniging heeft men de „Zuiderstem- men" genoemd. Er bestaat veel belang stelling voor. Het ledige motorschip „Saigon" op weg van Dordrecht naar Antwerpen kreeg op de Westerschelde machine- schade. Het schip kon nog op eigen kracht in de haven terugkomen. De sleepboot „Magnolia" is op weg van Antwerpen om de boot naar zijn bestem ming te sleepen. Een week van spanning op internatio naal gebied ligt achter ons. Eerst was er de geruchtmakende Fvijks- dagredo vaa H:.iier, een r,«l- waarvan zooaie bij nadere beschouwing bieew, de inhoud niet evenredig was aan ds lengte, en waarin weinig nieuws gezegd werd. Het was één verheerlijking van het nati- onaal-socialistische systeem, een rede zooals Nebucadnezar er een gehouden kon hebben toen hij roemde op 'het groote Babel, dat h ij gebouwd bad. De natio- naal-socialisten spreken van groote din gen en tegen het buitenland slaan zij, zich bewust van hun macht en kracht een toon aan, alsof ze zoo ongeveer heel de we reld beheerachen. En toch, in bun hart zijn ze bang. Zij hebben niet den moed aan de pers vrijheid te geven zich binnen de perken van de wet, uit te spreken. En als Ds Niemöller voor zijn reohtera verschijnt, dan vreezen ze zoozeer de openbare mee ning, dat alles met gesloten deuren wordt behandeld en dat met de zwaarste straf fen bedreigd worden zij, die ook maar iets van bet verloop van het proces zouden publiceeren. Angst voor de waar heid. En dat is ook hier een bewijs van innerlijke zwakheid. Meer nog dan de rede van Hitier trok de aandacht 'het gebeurde in Engeland, het meeningsversc'hil in den boezem van het Britsche kabinet en het aftreden van Eden. Aanvankelijk werd dit heengaan in de fascistische en nationaal-sooialistische landen met uitbundigen jubel begroet en naar het schijnt met reden. AI spoedig is echter 'het gejuich verstomd, omdat men niet zeker was, dat in Engeland werkelijk van een nieuwe koers kan worden ge sproken. En dan was er voorts nog do rede van den Ocstenrijksc'ken Bondskanselier, die do aandacht gespannen hield en die den indruk maakte, dat Oostenrijk ten opzich te van Duitschland toch meer zelfstandig is gebleven dan de laatste dagen gevreesd en vermoed werd. Alles bij elkaar genomen krijgt men den indruk dat de internationale verhou dingen iets minder gespannen zijn en dat de kans op nieuwe conflicten een weinig is verminderd. Intussc'hen wordt de oorlog in Spanje, evenals de strijd tusschen Japan en China met onverminderde kracht voortgezet. De Francotroepen hebben in Spanje een be langrijk succes behaald door de bezetting van Teruel, na uiterst bloedige gevechten. Het einde van den burgerkrijg is eo'hter nog niet in zicht. In China zijn de Ja panners een weinig geavanceerd, maar als het zoo doorgaat, kan het toch nog langen tijd duren eer een definitieve over winning is behaald. Geen wonder, dat in sommige Japansche kringen eenige onte vredenheid openbaar wordt. Men had er n.l. op gerekend, dat eind December 1937 de „bestraffing van China" achter den rug zou zijn. Voor ons land is van belang, dat deze week de Defensiebegrooting en de wijziging van de Dienstplichtwet ook door de Eerste Kamer werden aangenomen. Aan Minister van Dijk is terecht van ver schillende zijden warme 'hulde gebracht voor de wijze waarop hij zijn defensie plannen heeft voorbereid en verdedigd. Van beteekenis is voorts nog, dat Dr de Groot, die geruimen tijd op het paleis te Soestdijk vertoefde, in verband met de geboorte van Prinses Beatrix, deze week naar huis is terug gekeerd. Het laatste door hem uitgegeven bulletin sprak van de uitstekende gezondheid van het kleine Prinsesje en hare Moeder. En zoo hebben Vorstenhuis en volk re den om God te danken voor de ontvangen zegeningen. zwaar in hoofd en ledematen, grieperig? „Mijnhardtjes" herstellen U hiervan snel en goed. (Het zijn hartvormige cachets). 12 stuks 50 ct., proefdoosje 2 stuks 10 ct. ('APV) VAN ZATERDAG 26 FEBR. 1938, Nr 126. ZIJN ZELFBEWUSTE WOORDEN ZOUDEN ZIJN GEBASEERD OP ZEER GERUSTSTELLENDE VERKLARINGEN GISTEREN UIT ROME ONTVANGEN. Aan een correspondentie uit Weenen in het Hdbl. is het 'volgende ontleend: Schuschnigg is na afloop van de rede voering, welke hij in den Bondsraad heeft gehouden, de eerste werkelijk groot'sche en spontane volkshuldiging ten deel ge vallen sedert hij Bondskanselier is. Dit zal 'hem goed hebben gedaan na al die lange dagen, dat hij moest zwijgen, ter wijl hij hoorde hoe moedeloos het volk was, dat hem de schuld gaf van wat men thans onafwendbaar achtte; het onder het juk komen van Duitschland. Waarom is thans ineens, zonder dat er een zichtbaar teeken voor was, dat dit gevaar was afgewend, het vertrouwen in Schuschnigg teruggekeerd? Blijkbaar om dat men toch het volle vertrouwen in Schusc'hnigg's oprechtheid heeft behou den, en dat men daarom zijn plechtige verklaring„d at hij' weet, dat hij het'Volie vertrouwen kan heb ben en dat hij garanties bezit, welke hem mogelijk zullen ma ken zijn taak te vervullen", op zijn woord gelooft. Slechts in ingewijde kringen beweert men thans te weten, waarop deze zelf bewuste woorden waren gebaseerd, en waarom Schuschnigg niettegenstaande alles wat sedert 12 Februari is gebeurd, in zijn redevoering toch met zooveel lof en vertrouwen over de waarde der proto collen van Rome en over de stille vriend schap van Mussolini sprak. Er schijnen uit Rome zeer geruststellende verklaringen te zijn gekomen. Zooals overigens niet anders te verwachten was, blijft men daar zeer geïnteresseerd in de onafhan kelijkheid 'van Oostenrijk, hetwelk moet voorkomen dat het leger, dat volgens Hit- Ier thans reeds verreweg 'het sterkste leger van Europa is, niet nog sterker wordt. Overigens moet 'het deze leger macht ook op 'geruststellenden afstand van den Brenner houden. Theoretisch is dus Oostenrijk weer voor een tijd gerustgesteld. Schuschnigg heeft gezworen, verder voor de onafhankelijk heid te zullen strijden, en 'hij 'schijnt daar toe weer den noodigen ruggesteun te heb ben gekregen. En het overwegende deel van de bevolking van Weenen, naar on partijdige schatting 90 pet. menscben van alle klassen en leeftijden, tegen 10 pet. haast louter onvolwassenen, heeft daar over zijn uitbundige vreugde kenbaar ge maakt. door Catharine D. Bell. (Vrij naar het Engelsch.) 16) _o_ „Denkt u, dat ik dacht dat te doen?" vroeg Nannie nadenkend. geloof, dat je er dikwijls erg toe m de 'verleiding komt. Je weet, dat het Je vader leed zou berokkenen, als hij wist, dat Edmunds gezondheid niet zoo goed 18' /tat Esther moeilijk te regeeren is, dat Johnnie eigenzinnig en Arc'hie lui is; en M doet ik weet niet wat, om dat alles in °rae te brengen en het tegelijk voor hem verborgen te houden. Maar Nan, alles wel beschouwd zijn het zijn kinderen en niet de jouwe. En hij moelst dus hun fouten verbeteren, hun goede eigenschappen aanmoedigen." „Zeer zéker zou hij 'het veel beter doen dan ik," zei -ze bescheiden. „Het is altijd het beste den waren toe- ana van zaken te kennen", vervolgde mevrouw Fleming, „omdat God het zoo fechrkt heeft. En Nannie, mijn kind, Hij eet beter dan wij hoeveel bittere drup- Pe s dagelijks in ieders beker te mengen. all 1S4 ®0et* en zooals hoort, dat >jij 08 doet wat in je macht staat om je MIDDELBURGSCHE BRIEVEN. Amice, Deze week heeft wel gestaan in het tee ken van het onderwijs. Ten minste wat mij betreft. Of liever gezegd, voor mijn besef is dat zoo. Dat begon al in 'het begin van de week met het aangekondigde wetsvoorstel be treffende de verlenging van den oplei dingsduur op de Kweekscholen. Als je twee Kweekscholen in je stad hebt, ga je als vanzelf met het wel en wee dier in richtingen meevoelen. Toen eenige jaren terug de duur der opleiding van vier tot drie jaar werd ingekrompen, hebben zeer velen met mij dit wel als een zwaar offer op het altaar der bezuiniging aangemerkt Gelukkig begint voor deze inrichtingen het zonnetje weer door de donkere bezui nigingswolken heen te breken. De hoop is bij mij gewekt dat het voor de Ambachtsscholen, die ook zoo gewel dig zijn ingeperst in het benauwende keurslijf van 2 jaren, op den duur ook wel eens zal gaan dagen. In ieder geval, wat de Kweekscholen betreft, dit zal nu wel in orde komen. En voor de Nijverheidsscholen houden we goeden moed. Het grootste genoegen beleefde ik op de deze week gehouden Ouderavond van de scholen aan de Heerengracht, Graven straat en Nieuwe Haven. De Ouderavonden van die scholen zijn de meest prettige van de vereenigings- aivonden die ik in het vergaderseizoen meemaak. Maar die van deze week was buitengewoon interessant. Een paedagoog par exellence heeft ge sproken over het buitengewoon lager on derwijs. Dit onderwijs is nog niet tot de Zeeuw- sche kleigronden doorgedrongen. In alle provincies treft men deze onderwijsinrich tingen aan. Natuurlijk niet overal even dik gezaaid, b.v. in een provincie als Friesland maar één zoo'n school, maar in het geheele land is het aantal leerlingen, dat bij het buitengewoon lager onderwijs is ondergebracht toch ongeveer 11000. Maar in onze provincie zal men tever geefs zoo'n inrichting zoeken. Wij Zeeu wen komen dus wel leelijk achteraan. Maar dit zal nu zoo lang niet meer duren. In onze stad hebben we een comi té, waarvan de heer R. v. d. Welle de stuwende kracht is. Op uitnemende wij'ze heeft hij o>p de hiervoren bedoelde ouder avond het bestaansrecht van een school voor zwakzinnige schoolplichtige kinde ren in onze stad aangetoond. Uit den aard der zaak zal dit een streekschool worden. En het gebied van deze streek is natuur lijk Walcheren. Ik schrijf dat zoo gemakkelijk neer. Maar hoeveel moeilijkheden zijn hier niet te overwinnen. De sc'hool, die mijnheer Van der Welle wensoht is een christelijke. Dat waren wij allemaal direct met hem eens. Maar dan komt de vraag van 't school gebouw. Daarvoor moet de hulp en medewer king van 'het gemeentebestuur worden in geroepen. Hier zal de moeilijkheid wel niet groo- ter zijn dan de mogelijkheid om te slagen. En ik meen, dat medewerking al is toe gezegd. Vervolgens komt de kwestie der ver- voergelegenheid der kinderen aan de orde. Dat is niet zoo eenvoudig. En in ieder geval kostbaar. Gelukkig, dat de uit stekende wegen die ons eiland rijk is en de veilige auto-bussen, die we tegenwoor dig hebben, hier de richting aanwijzen waarin de oplossing te zoeken is. De ouders dezer kinderen, die in de buiten gemeenten wonen moeten ook in dit op zicht met evenveel gerustheid 'hun kinde ren aan de vervoerders als aan de school kunnen toevertrouwen, En dan de kosten. Dit onderwijs is cir ca drie maal zoo duur als het gewoon la ger onderwijs. Ook in het schoolgeld zal dit tot uitdrukking komen. Per 18 leer lingen wordt een onderwijskracht door het rijk vergoed. Maar dit is wel het maxi mum wat aan één leerkracht kan worden opgedragen. Het onderwijs is immers in hoofdzaak individueel en niet klassikaal. (Is dit laatste goed gezegd, mijn vriend de paedagoog?) 'Ik begin op glad ij® te komen. zieken vader te steunen. Spaar hem zoo veel mogelijk verdriet en ontstemming, maar als 'het verdriet er i's, dan mag je niet trachten het voor hem te verbergen, stel je niet tusschen je vader en het dage- lijksche kruisje, waarmee God hem ze gent." Nannie overwoog dien raad rijpelijk, terwijl ze naar huis terug wandelde. Die was juist in overeenstemming met haar bijzonder karakter; ze zocht altijd naar de waarheid was steeds verlangend te doen, wat 'God van haar verwachtte. En ze voelde de redelijkheid van de redenee ring van haar tante. Waar zij zoo 'ver langend was 'haar werk te verrichten, mocht ze anderen er de gelegenheid niet toe ontnemen. Na het middageten, toen zij- en haar vader voor een poosje alleen werden gelaten, besloot ze maar onmid dellijk te beginnen over de moeilijkheden met Esther. Kapitein Colville bood er haar onbewust een mooie gelegenheid voor. „Treurend over Angus, mijn kleine Nan?" vroeg hij, liefkozend ajijn hand op haar 'hoofd leggend, daar ze in een laag stoeltje naast hem zat. „Neen, vader, ik dacht niet aan An- gu's', antwoordde ze, met een lichte blos naar hem omkijkend. „Ik dacht aan Es ther. Ik maak me wat bezorgd over haar, weet u?" Zijn gelaat vertoonde onmiddellijk dien trék, die Nannie zoo gevreesd had er op te zien, een trek van vermoeidheid en moedeloosheid, alsof hij zich heelemaal niet in staat voelde aan zorgen te denken, moeilijkheden het hoofd te bieden. Zoo voelde hij het misschien ook; maar Nannie liet 'hem geen tijd er uitdrukking aan te geven. Al haar moed bijeenrapend om nu maar in eens door te zetten, ver volgde ze „Ik geloof nooit, dat de school van juffrouw Smith goed is voor Esther, vader." „Dat geloof ik ook niet," gaf hij toe, blijkbaar zeer verlicht, dat Nannie's zor gen niet dieper gingen. „Ik geloof niet, dat de meisjes daar goeden omgang voor haar zijn." „D'aar kon je wel eens gelijk in heb ben. Uit wat ik van ze gezien heb, meen i'k te mogen afleiden, dat het een minder waardig 'soort meisjes is. En waar Esther zoo vlug is, zoo'n 'heldere opmerkings gave 'bezit, is er te meer kans, dat ze er nadeel van zal ondervinden." „Ze spreken zoo dwaas over dingen, die ze nog niet kunnen begrijpen", zei Nannie, „en ze hebben er zulke wonder lijke ideeën over." „Waarover?" „Wel vader," antwoordde ze blozend de oogen neerslaand, „misschien ben ik op het oogenblik wat gevoeliger op dat punt dan andere menscben; maar waar ik voel welk een rijken zegen het is een man als Angus werkelijk lief te 'hebben, kan ik het niet verdragen Esther lucht hartig te 'hooren spreken over liefde en huwelijk, alsof dat maar heel doodgewone dingen waren, een zaak, die je nuchter moet beschouwen, alsof iedereen te een of anderer tijd door de liefde beroerd wordt en er dan mee afgedaan heeft." „Het verbaast me niets, dat je daar een tegenzin in koestert, mijn kind," zei hij met ongewone energie. „Je lieve moeder placht altijd te zeggen, dat haar geen moeite te veel zou zijn om te zorgen, dat zulke praatjes je nooit ter oore kwamen. Zij meende, dat het kwaad, dat daaruit voortspruit vrijwel niet meer te boven is gekomen." „Als ik mocht hopen, dat Esther, als ze er oud genoeg voo-r is, een groote liefde zou opvatten voor een, werkelijk goed man," zei Nannie verlegen lachend en met een feller kleur, „dan zou ik niet zoo bang voor baar zijn." „Denk je dan, dat het haar goed zou doen?" „Ik weet aan mezelf" zei ze onbevan gen, „dat, al had ik er van te voren ook nog zooveel onzin over gehoord, het alle maal verdwenen zou zijn als sneeuw voor de zon, toen het echte kwam. D'e ware liefde is zoo hemelsbreed verschillend van al wat men zich voorstelt; en ze doet je zooveel goed, ze maakt je zachter, geeft je 'hoogere gedachten en gevoelente voor allerlei. Je kunt nooit meer met de liefde spelen, als je eenmaal weet, wat ze wer kelijk zijn kan." „Juist dat spelen met liefde vrees ik voor Esther," zei hij ernstig. „Als een meisje een beetje romantisch is aangelegd en graag over liefde spreekt, voor ze er toe gerijpt is, dan is ze maar al te zeer geneigd, zich te verbeelden, dat ze houdt van iemand, die harer heele maal niet waardig is of die geen weder liefde in ruil 'kan geven." „Zooals tante Ailie spreekt over die dwaze bakvischjes, met de hoofdjes vol onzin over dergelijke onderwerpen, die klaar zijn om over de ooren verliefd te worden op den eersten den besten man, die ze een complimentje maakt." „Ik denk, dat Esthers scherpe, nuch tere blik haar wel voor zoo'n lot zal be waren. Maar zooals je begon te zeggen, Nannie, op het oogenblik hebben we alle reden tot bezorgdheid, omdat haar ka rakter wordt bedorven door dat ij'dele gelach en gepraat over dingen, die ze op het oogenblik nog niet begrijpen of aan voelen kan. Ik maak er me ernstig be zorgd over, maar ik weet niet, wat er aan te doen." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1938 | | pagina 5