DE ZEEDW
1
TEGEN DEN STROOM
GESPRONGEN
HANDEN en LIPPEN
KLOOSTERBALSEM
re Verkooping
kendmakingen.
TWEEDE BLAD
De Eerste Kamer over de
weermacht.
elk 1aar opnieuw had zij
Uit de Provincie
Wat er deze week voorviel
ERHUISJES
- Koudekerke
FEUILLETON
Dank III dan KLOOSTERBALSEM
heeft Zll die nu nooit meer!
AKKER'S
ZUID-BEVELAND.
SCHOUWEN -DUIVELAND.
DAB 19 JANUARI 1938,
dags HV2 uur te Krul-
iet hotel „Korenbeurs",
van de Wed. en Erven
den heer M. KOLE Jz.
staan van den Notaris
DUKE te Krulnlngen,
US en tuin, op den Mei-
Kruininyen, groot 5 A.
■uik te aanvaarden 1
938.
HUUR en erf te Krui-
groot 2 A. 40 c.A.
uik te aanvaarden bij
ing der kooppenningen.
ERCEEL BOUWLAND
Verloren Hoek te Krui-
groot 40 A. 60 c.A. (1
R.)
uik te aanvaarden bij
ing der kooppenningen.
LOEFF zal
1 FEBRUARI 1938,
|in Café „Centraal" te
ex art. 1223 publiek
ISJES MET GARAGE
llnon in Dishoek onder
B nos 86, 87 en 88,
ot 2 A. 67 c.A.
Ing 1 Maart 1938.
129 Januari 10—12 en
1 Februari 1012 uur.
IRIJVING TE KOOP:
met erf en tuin, a. d.
keistraat no. 33 te Goes.
Ing en betaling 1 Maart
|tigen 18 en 19 Januari
lags van 24 uur.
jigsbiljetten in te leve-
op Maandag 24 Januari
ikantore van Notaris
fNCK te Goes, alwaar
lichtingen zijn te be-
'UBLICATIE.
_ATIE VERGOEDING
EN VELDBOONEN
DOGST 1937.
rlandsche Akkerbouw-
Lakt bekend, dat de de-
rgoeding voor erwten
1937, welke zijn gedena-
Ihet tijdvak van 10 tot
J anuari 1938, 0,95 per
bedragen voor groene
handelaren gedenatu-
fjldoende aan het stan-
kr van kwaliteitsklasse
[per 100 K.G. voor voe-
door telers gedenatu-
Ivergoeding voor veld-
den oogst 1937, welke
Jtoe gestelde eischen vol-
lor telers of handelaren
lureerd in genoemd tijd-
10 per 100 K.G. bedragen,
ge, 14 Januari 1938.
rergegaan tot de uit-
latsleening met oploo-
|en een novum vormt
van ons land.
It de rente na 10 jaar
len tot 31/2 pet., wordt
e aan de beleggers ge-
neel kapitaalverlies bij
[tijging van den rente-
I vraag is echter in dit
leering zich het recht
llgeheele aflossing zal
Biswaar zal deze aflos-
leden pari kunnen ge
le belegger geen kapi-
ïijden, doch anderzijds
aflossing a pari voor
gorie van beleggers en
de groote beleggers een
p kunnen beteekenen.
Joegde aflossing zal al-
lij een eventueele vee
lden rentestand, waar-
Ie gelegenheid zou zijn
Ir voorwaarden leenin-
lor de groote beleggers
firing Maatschappijen
|tc., zou een vervroegde
htomatisch beteekenen
tgang van het rende-
Vrijkomende kapitalen
beleggingsmarkt moe-
lebracht tegen een lage-
gn de thans geldende.
Belangrijke aangelegen-
|r van Financiën naast
leen oploopende rente,
lie van „niet vervroegd
loeten doen.
itaire redact e u r
■verneemt echte
Iron, dat de Staat
|n vervroegde g
a 1 g e h e e 1 e a f 1 0 s
illen tijde heeft
■dt hierdoor natuurlijk
■ijk, daar de kans
far van de renteverhoo-
f2 niets komt.
VAN
ZATERDAG 15 JAN. 1938, Nr 90.
Aan het voorloopig verslag van de Eer
ste Kamer over de begrooting van Defen
sie ontleenen wij:
Verscheidene leden verklaarden met de
regeering van gevoelen te zijn, dat de in
ternationale toestand van het oogenblik
ook tot ons land dwingt tot het verster
ken van zijn weermacht.
Doch evenzeer dwingt realiteitsbesef,
aldus vervolgden deze leden, tot het in
zicht, dat verhooging van de defensie-uit
gaven, zoo zij niet wordt gemeten aan de
financieele draagkracht des lands, moet
leiden tot het toebrengen van ontoelaat
bare schade aan de sociale en cultureele
voorzieningen, aan de volkskracht dus.
De voorstellen van de regeering zullen
over vier jaar leiden tot een jaarlijksche
verhooging van de defensiebegrooting, in
vergelijking met die van 1937, met een
bedrag van rond f 60 millioen. Na zorg
vuldige overweging van de groote belan
gen die bier in bet geding zijn, moesten
deze leden echter tot de slotsom komen,
dat zulk een last de draagkracht van het
Nederlandsche volk te boven gaat, tenzij
men de cultureele voorzieningen in on
voldoenden staat zou willen laten.
Enkele leden verwachtten van de natio
nale defensie voor ons land geen heil.
Het eenige, waarin zij een kans op be
veiliging zij bet ook gepaard met groot
risico zagen, was verdediging in col
lectief verband.
Verschillende leden, de noodzakelijk
heid van verdediging van het rijk in
Europa vooropstellende, vreesden noch
tans, dat in de naaste toekomst het groot
ste gevaar Indië zal bedreigen. Zij be
twijfelden, of bij de ontworpen plannen
wel voldoende zorg is gedragen voor ver
dediging door vliegtuigen.
Vele leden spraken den wensch uit, dat
de militairen zich buiten de sfeer van de
politiek zullen houden.
EERSTE KAMER.
ALGEMEENE BESCHOUWINGEN
OVER DE RIJKSBEGROOTING.
MINISTER COLIJN BEANTWOORDT
GEMAAKTE OPMERKINGEN.
De Eerste Kamer heeft gisteren de al
gemeens beschouwingen over de Rijksbe-
grooting voortgezet.
De Voorzitter van den Mini-
terraad, Dr Col ij n, vangt zijn ant-
woordrede aan met woorden van dank aan
degenen, die het kabinet hun steun heb-
Dr. H. Colijn
hen toegezegd en voorts aan Her Maje
sty's loyal opposition. Bepaalde critiek
is er niet veel geweest.
In den principiëelen grond
slag van het kabinet is geen wijziging
gebracht sedert sprekers benoeming tot
door E. R. G a r r a 11.
Uit het Engelsch.
-o-
„Ik wil", zei Katharine, maar toen zij
e torenkamer naderde liet baar kalmte
iaar plotseling in den steek; haar hart
Z°° kev*?' ZÜ zou terugdeinzen,
-uaar 't was niet voor niets geweest, dat
^oor jaren Katharine zich gewend had
an zelf-controle en zelf-bewustheid. Met
e® sterken wil. herwon zij op dit cri-
trt 0°§eilblik in haar leven, haar gees-
e Hie kracht, en ze volgde mijnheer De-
uoor de buitendeur van het toren-
Uls» langs de wenteltrap naar boven,
j„ zonder zich af te vragen wat zij
aaarboven zou vinden.
erwijl zijl hem volgde in het schemer-
v^erontdekte ze» dat het torenhuis in
l stond met het huis en dat de
ea waarom hij haar niet door het huis
w hierin was gelegen, dat de
deu j[ltenom korter was. Toen hij de
Ka tb en ,aan d0 trap opende, bevond
1^1 arine zich in een lange, met tapijten
Sue gang, en terwijl zij door de open
kabinetsformateur in 1937. Spr. had het
zelfde program voorgelegd aan enkele
personen, die niet tot het nieuwe kabinet
zijn toegetreden, doch wel daartoe uit-
genoodigd.
Spreker had in zijn redevoering voor
de verkiezingen twee hoofdpunten naar
voren gebracht: handhaving niet slechts
maar ook beveiliging, bevestiging, ver
sterking en versteviging van de christe
lijke grondslagen van onze samenleving
en deelneming op zoo breed mogelijke
basis aan de regeering.
Het kabinet, dat komen moest, diende
allereerst te streven naar samenwerking,
gezien de resultaten van de verkiezingen.
De uitspraak was niet twijfelachtig. Drie
van de groote partijen hadden den ver
kiezingsstrijd gevoerd op grondslagen,
waarover haar standpunt duidelijk was.
Tezamen verwierven die drie partijen 56
zetels in de Tweede Kamer. Het was
noodzakelijk daarmede rekening te
houden.
De vraag is nu door Prof. Kranenburg
gesteld: was de uitnoodiging aan de ver
tegenwoordigers der 10 pet. van de stem
verhouding om aan het kabinet deel te
nemen, wel gerechtvaardigd? Naar spr.'s
aanvankelijken indruk: zeer zeker. In-
tusschen heeft spr. getracht een vrucht
te plukken, die nog niet rijp was. Hij
hoopt, dat later zal blijken,, dat hij te
vroeg gelijk heeft gehad.
Spreker is overtuigd, dat de toepassing
van de christelijke grondbeginselen in
veel breederen kring instemming vindt
dan door de politieke partijen, welke op
dien grondslag berusten, wordt aange
geven.
Religieus-ethische gedachten kan men
spr, is dat volkomen met Prof. Kra
nenburg eens niet door wetsbepalin
gen aan de bevolking opleggen. Men
mag dat zelfs niet doen.
Het gaat om de bescherming van ons
christelijk volksleven tegen ontbindende
invloeden.
Spr. betreurt, dat het niet
mogelijk is gebleken, de mede
werking van de linksche mi
nisters te verkrijgen bij de sa
menstelling van het kabinet
op den geschetsten Christel ij
ken grondslag, maar hij hoopt, dat
te zijner tijd een inkeer zal komen en
dat men ook aan dien kant zal komen
tot aanvaarding van den evangelischen
grondslag.
Met breede basis bedoelt spr. een
groot aantal groepen, die bereid zijn, op
de principiëele grondgedachte mede te
werken aan de regeering.
Toen de opzet, dien spreker gedacht
had, aanvankelijk bleek niet te kunnen
slagen, had spreker naar het oordeel van
Prof. Kranenburg zijn opdracht behooren
neer te leggen.
Wat zou er dan gebeurd zijn? Dan was
een kabinet op rechtschen grondslag
gevormd, waarin Dr Colijn geen zitting
zou hebben gehad. Spr. gelooft evenwel,
dat zoodanig kabinet niet sterker zou
zijn geweest dan het thans zitting heb
bende.
Het kabinet dient zich aan als parle
mentair. Naar het oordeel van den
heer de Zeeuw hadden ook de heeren
Kersten en van Houten daarin zitting
dienen te hebben, indien het kabinet zich
parlementair wilde blijven noemen. Spr.
is het daarmede niet eens, daar die hee
ren opvattingen huldigen, welke tegen
die van de drie rechtsche groepen ingaan.
Men heeft ook een uitlating van dr
Slotemaker de Bruine van 1913 gebezigd
om zijn standpunt tegenover de roomsch-
katholieken te stellen. Maar in 1913 was
dr Slotemaker de Bruine nog een volko
men a-politiek wezen. Na 25 jaar valt
hem dit niet te verwijten.
Ten aanzien van de samenwerking tus
schen de 3 groepen van rechts gewaagde
de heer Van Lanschot van een
laatste kans. Inderdaad, indien
men voortgaat zooals in de laatste jaren
geschiedde met elkander te bejegenen,
dan behooren de parlementaire kabinet
ten heel spoedig tot het verleden. Of er
dan kans is op 'n combinatie roomsch-
r 0 0 d, wil spreker öp het oogenblik in
het midden laten.
Spreker achtte de houding van
minister Slotemaker de
Bruine ten aanzien van de onderwij's-
verlangens in de Tweede Kamer zeer
juist. Er was en er is geen geld en
deuren van de verschillende kamers, die
zij voorbijging, naar binnen keek, trof
haar de aanblik van het comfort en de
weelde die zdji boden. Maar slechts een
oogopslag was haar gegund want mijnheer
Delacot liep snel verder. Door de ven
sters, die zij voorbijkwamen drongen de
kreten van de steeds meer naderende
menschenmenigte tot hen door, en daar
het steeds donkerder werd, zag Katha
rine nu ook in werkelijkheid het licht der
fakkels, dat zijl straks zich had verbeeld
te zien. Maar zij sprak niet en toonde
geen schrik bij 't zien der lichten en het
hooren van de kreten der mannen. Zij
was zich ten volle bewust, dat haar gids
de massa ook opmerkte terwijl hij voor
haar uit snelde.
Het was bij de laatste deur in de gang,
dat mijnheer Delacot ten slotte bleef
staan en haar aankeek met de hand aan
den sleutel.
„Gebruik nu de wilskracht, die God u
heeft gegeven," zei hij zacht, „en alles zal
goed gaan. Wees absoluut niet beangst.
Ze is onnoozel, ofschoon soms wat lastig.
Geen leed zal echter over u komen. En
wat buiten moge gebeuren, deze toren
kamer zal mijn eerste gedachte hebben.
Is u zeker, dat u het kunt dragen?"
Hoe het Katharine mogelijk was, in
antwoord op deze vraag zoo kalm „ja" te
daaraan kan niemand iets veranderen.
Het is opmerkelijk hoezeer men in de
pers bij de formatie van het tegenwoor
dige kabinet gemeend heeft koerswijzi
ging te kunnen constateeren door het ge
bruik maken van wetsontwerpen, die wa
ren ingediend door het vorige kabinet,
zooals de wijziging van de Crisis-invoer-
wet en Vestigingswet-Kleinbedrijf.
Ten aanzien van de de
fensie is er geen schijn of
schaduw van verschil tus-
schen de leden in het ka
binet. Allen zijn het er vol
maakt over eens, dat de
defensie aanzienlijk be
hoort te worden versterkt.
Dat neemt niet weg, dat ook sociale voor
zieningen zijn voorgesteld. Voorop blijft
evenwel de defensie, met dien verstande,
dat wordt overwogen in hoeverre daar
naast samenwerking mogelijk is om in de
leerlingenschaal eenige verbe
tering te brengen.
Wat nuttig zijn kan voor den groei en
den bloei van het b e d r ij. f s 1 e v e n en
de bevordering daarvan, wordt gedaan.
Geen enkele weg om de maatschappelijke
toestanden te verbeteren, wordt bij voor
baat onbegaanbaar verklaard. Behoudens
I één uitzondering, de regeering
wil geen staatssocialisme.
Vraagstukken welke 's lands oeconomie
raken worden geregeld in den minister
raad behandeld.
Prof. Woltjer antwoordt Spr. dat de
regeering zich zal beraden om het onder
zoek naar de staatsrechtelijke bezwaren
tot oplossing te brengen.
Wat tenslotte de rede van mir Van
Vessem aangaat, deze was een aaneen
schakeling van historische beschouwin
gen, loopende van Karei V tot Mussert,
Hbe wil men van nationaal-socialistische
zijde zonder leeningen honderden milli-
oenen vinden en toch belasting verlagen?
Eén werk als de afsluiting van de Zui
derzee, dat tot nu toe 128 millioen heeft
gekost kan men in beperkten tijd niet uit
voeren zonder leening. Hoe lang zou
het dan moeten duren?
De heer Hi ernst ra (s.d.)128 jaar.
Minister Col ijl n wijlst er nog op,
dat ook Kamer V wel leeningen sloot.
Spr. eindigt met een waarschuwing, dat
de werkelijkheid ons nooit mag ontmoe
digen. Hoe ernstiger die werkelijkheid is,
des te meer moeten we ons inspannen.
Werken tot het einde is het parool voor
Spr. en voor het geheele kabinet. En
daarbij moeten we bidden om hulp en
bijstand.
Hierna wordt gepauzeerd.
,'tWas een gruwelijke last en het deed
geweldig zeer. Het bloed stond er al
tijd voor. Allerlei huismiddeltjes deed
ik er op, het beet geweldig, maar tel
kens kwamen de kloven terug. Gewone
huid-crêmes hielpen mij evenmin. Maar
nu heb ik geen last meer ervan. Nu
wrijf ik eiken ochtend en avond Klooster
balsem er op. Dat doet géén zeer en
de huid is en blijft prachtig glad èn
gezond, ook al kom ik met mijn han
den vaak in het water. Het was een
uitkomst." a de J% te 'S.H_
ORIGINEEL TER INZAOI
Geen goud zoo goed"
Onovertroffen bij brand-en snfjwonden
Ook ongeëvenaard als wrijfmlddel bij
Rheumatlek, spit en pj|nljjke spieren
Schroefdoos 33 ct Potten: 62'/j ct. en f 1.04
Een kleine advertentie in de rubriek
„Vraag en Aanbod" kost slechts 7S cent
bij vooruitbetaling.
zeggen, ze wist het niet. Haar hart
bonsde onstuimig; ze had het wel kunnen
uitschreeuwen, maar zij bedwong zich;
alles wat Lij zag, toen hij haar ernstig,
maar rustig aankeek, was een kalm en
bleek gezicht en een paar oogen, waaruit
astberadenheid sprak. Daarna ontsloot'
hij de deur en ging met haar binnen.
In het schemerdonker zag Katharine
de gestalte van een vrouw, zittend hij1 een
der vensters in een armstoel; ze maakte
wat vreemde onsamenhangende geluiden,
terwijl zij naar mijnheer Delacot keek, ge
luiden, die Katharine herinnerden aan
zoo iets als het grommen van een hond.
Dat zij bedoelc? waren als het tegenover
gestelde van een welkom, daaraan twiji-
felde ze niet.
„Clara," zei hij rustig, terwijl hij; naar
het venster ging, om vluchtig haar toe
stand op te nemen; „ik heb een vriendin
meegebracht, die je een poosje komt ge
zelschap houden terwijl Amos er niet is.
Je zult wel vriendelijk tegen haar zijn,
is 't niet, en haar je prentenboeken la
ten zien? Ik zal spoedig terug zijln."
Er kwam geen antwoord. De gestalte
in den armstoel zat met gesloten oogen en
op elkaar geknepen lippen.
Gedurende enkele oogenhlikken zag
Katharine mijnheer Délacot hij de deur
aarzelen; dan met een bemoedigende
Hansweert. Het bergingsvaartuig Bruin-
visch heeft Donderdagavond het anker
met 75 vadem ketting van de Dhitsche zee
boot Gneisenau gevischt. Het schip is er
mee naar Antwerpen vertrokken om het
aldaar aan de boot af te leveren.
Wemeidinge. Donderdagavond hield de
Burgerwacht haar algemeene jaarverga
dering. Het jaarverslag van den secre
taris, dat van een gezond en bloeiend
vereenigingslever» getuigde, werd goed
gekeurd. Uit het verslag van den pen
ningmeester bleek, dat er een klein batig
saldo is. De aftr. bestuursleden de heeren
J. Hannewijk en A. Kosten werden her
kozen. Hierna werden de behaalde eere-
teekenen uitgereikt door den loco-burge
meester J. A. Dominicus, welke begon
met te wijzen op de goede verstandhou
ding welke er tusschen het gemeente-be
stuur en de Burgerwacht bestaat. Voorts
schetste hij de beteekenis van het trouw
zijn aan het gezag, daarbij: wijzende op de
toestanden in verschillende andere lan
den. Verder feliciteerde hij de vereeniging
met den goeden gang van zaken en reikte
vervolgens de medailles voor het schieten
met scherp en met de bulks uit aan den
heer J. Hhnnewijk die deze heide medail
les voor de vijfde maal achtereen en te
vens beide medailles nu 10 maal in to
taal gewonnen heeft. Zeer vermoedelijk
is dit een unicum in ons land. Besloten
werd om bij de a.s. installatie van den
nieuwen burgemeester een eerewacht te
vormen. Verder werd besloten een kleine
contributie te heffen voor het bestrijden
der kosten welke aan de wedstrijden ver
bonden zijn.
Bruinisse. Donderdagavond werd een
zeer goed bezochte vergadering gehou
den van de Oranjevereoniging. Het be
stuur trad, zooals besloten is, en bloo af.
Nu rees de vraag: „Wil de burgerij! dat
er een Oranje-vereeniging blijft bestaan
onder een nieuw bestuur?"
Na eenige discussie werd met alg.
goedkeuring besloten, een oommissie te
vormen uit de verschillende kerkelijke
richtingen eni buurtvereenigingen. Deze
commissie zal zich handhaven tot na het
40-jarig jubileum van H. M. de Koningin.
Om bet noodige geld voor het feest bij
de a.s. blijde gebeurtenis te verkrijgen,
zal een collecte langs de huizen worden
gehouden.
In de gehouden vergadering van de
aid. van den Kon. Ned. Middenstands
bond had een bestuursmutatie plaats. De
voorz. J. G. Verhage, de penningm. M.
G. Felius en A. de Koning, lid, traden af.
In hun plaats werden gekozen: J. van der
Wal, voorz., L. Stoel, vice-voorz. en D.
v. d. BeTge, penningm.
Rechtbank te Middelburg
Oplichting.
D. F. P., 51 j., schipper te Antwerpen,
thans verblijvende in het Huis van Be
waring, stond terecht wegens oplichting.
Verdachte was n.l. op 9 October 1.1. te
Terneuzen gekomen bij een slager
en had dezen valschelijk en be-
driegelijk medegedeeld, dat hij schipper
was van het te Terneuzen liggende schip
„Marcel", en met dit schip gelegen was
ter hoogte van het station, dat hij
wenschte dat aan boord van zijn schip
zou worden bezorgd 1 kg. rosbief, lVa kg.
soepvleesch, 34 kg. gehakt met wat soep-
beenen; vervolgens dat deze bestelling
omstreeks 6 uur in den namiddag moest
worden bezorgd, daar anders verdachte's
vrouw niet aan boord zou zijn. Nadat
verdachte den winkel had verlaten kwam
hij eenigen tijd later terug en vroeg een
rijksdaalder ter leen aangezien hij nog
eenige boodschappen in de stad moest
doen. Dit geleende geld kon dan wel bij de
bestelde boodschappen worden opgeschre
ven. Dit geld werd hem verstrekt, en toen
men in den namiddag de bestelling aan
boord wilde afgeven, bleek geen schip van
den opgegeven naam te Terneuzen te ver
blijven en ook niet te zijn geweest, zoodat
de slager door verdachte voor een bedrag
van een rijksdaalder is opgelicht.
Verdachte was niet verschenen. Eisch 2
maanden gevangenisstraf.
glimlach tot haar, deed hij de deur ach
ter zich dicht en en dit deed haar hart
even stilstaan draaide haar op slot.
Katharine ging langzaam naar het
raam en keek naar huiten. Zij zag nu
waarom mijnheer Delacot zoo haastig
was heengegaan. De kamer zag uit in te
genovergestelde richting als Stonely en
hij was klaarblijkelijk blij, dat zij', die
thans in de torenkamer waren, niet ver
schrikt werden door het gezicht, dat hij
had aan den voorkant van het huis. Het
venster was, naar Katarine opmerkte,
getralied, waardoor zij, in haar reeds on-
behaaglijken toestand, het gevoel kreeg
een gevangene te zijn.
Een schelle stem deed haar opschrik
ken.
„Ben je zijn vriendin?" vroeg de
vrouw, die in den armstoel zat, op scher
pen, onnatuurlijken toon.
„Hij komt mijn tante geregeld bezoe
ken", antwoordde Katharine ontwijkend,
op een stoel naast haar plaats nemend.
„Ik ben blij, dat je niet zijln vriendin
bent, want dan zul je me beter begrijpen.
Hij heeft mijn geld gestolen en houdt mij
hier gevangen. Hij laat me alleen vrij,
wanneer hij' bij mijl is. Ik haat hem!" De
spreekster sprak deze woorden op een
woedenden toon.
Katharine werd koud van schrik.
De Interpellatie, die deze week in de
Eerste Kamer gehouden werd over de
stappen van onze regeering inzake de
erkenning van den Koning van Italië
als Keizer van Ethiopië, heeft geen al
gemeen bevredigend verloop gehad. Er is
een gevoel van onbehaaglijkheid achter
gebleven en het betoog van den Minister
van Buitenlandsche Zaken heeft geen af
doend antwoord gebracht op de vraag,
waarom onze regeering, de regeering
van een klein land, deze stappen nu
toch heeft ondernomen. We zijn waarlijk
niet vergeten de brutale overrompeling
van het zwakke Abessynië door het veel
sterkere Italië. Er zijn zoo van die din
gen, welke zóó indruischen tegen ons
rechtsgevoel, dat we door geen Ministe-
riëele redevoeringen worden overtuigd.
Terecht is deze week herinnerd aan de
fiere woorden van Groen van Prinsterer,
neergeschreven in zijn „Nederlandsche
Gedachten": „In een tot stand gekomen
feit, hoedanig ook, baatzuchtig of vrees»-
achtig te berusten, is niet een stelregel of
usantie aan de geschiedenis van Neder
land en Oranje ontleend".
Het trof wel merkwaardig, dat juist
in deze week de Amerikaansche regeering
de commerciëele onderhandelingen met
Italië heeft geschorst omdat zij daarbij
niet tot erkenning van den koning
van Italië tot keizer van Ethiopië wilde
overgaan.
Onze Minister van Sociale Zaken blijkt
een zeer productief man te zijn. Nog maar
net is zijn voor-ontwerp kinderbijslag
regeling om advies naar den Hoogen
Raad van Arbeid, of er wordt reeds bij
dezen Raad een voorontwerp inzake een
verplichte werkloosheidsverzekering inge
diend.
De Minister van Financiën heeft dezer
dagen besloten den stouten conversie-
sprong te wagen. Hij wil trachten allo
aflosbaar te stellen 4 leeningen (1700
miljoen) te converteoren in een 38-jarige
leening, die de eerste 10 jaren 3 en
daarna 3% rente zal geven. Het zal
de vraag zijn, of hij hierin geheel zal
slagen. Veel zal afhangen van de vraag
of het Rijk zich een vervroegde aflossing
voorbehoudt. Indien dit het geval is, zal
de animo wel eens niet zoo heel groot
kunnen zijn, omdat dan de 3y2 rente
na tien jaar wel eens een doode musch
zou kunnen zijn, waarmee men zich lie
ver niet wil blij maken.
Frankrijk heeft weer eens een kabinets
crisis. Het eigenaardige is, dat ze ont
staan is zonder de verwerping van een
begrooting, wetsontwerp of motie van ver
trouwen. De „regeerlngscombinatie" viel
uiteen, waarvan een der voornaamste oor
zaken wel de sociale verwarring in het
land zal geweest zijn. Op dit oogenblik
is nog niet te zeggen, welke do gevol
gen ook op monetair gebied zullen zijn
en hoe deze crisis zal kunnen worden
opgelost. Het zal wel weer krammen en
lijmen worden.
Een belangrijke conferentie werd te
Boedapest gehouden tusschen de staats
lieden van Italië, Hongarije en Oostenrijk.
Schokkende mededeelingen werden daar
van verwacht, maar het is nogal mee
gevallen.
Gelijk te verwachten was, wordt
instemming met de as Rome—Berlijn be
tuigd; niets echter wijst er op, dat Oos
tenrijk en Hongarije ook maar de gering
ste neiging vertoonen om zich bij de as
aan tq sluiten.
Hetzelfde geldt van het anti-komintern
verdrag tusschen Duitschland, Japan en
Italië.
Dat Oostenrijk en Hongarije de regee
ring-Franco de jure erkennen, is een
voudig de hernieuwde bekendmaking van
een bekend feit.
Verder wordt gezegd, dat Oostenrijk en
Hongarije het heelemaal niet eens zijn
met de volkenbondspolitiek van Italië en
deze als een achteruitgang beschouwen.
De overige vier punten over de her
bewapening van Hongarije, de Hon-
gaarsch-Roemeensche betrekkingen, de
economische situatie en de samenwerking
met anderen bevatten weinig nieuws.
Vermoedelijk zal Italië wel eenigszins
teleurgesteld zijn. Niet alleen over Boe
dapest, maar ook over den strijd in
Spanje. Er is en er wordt wellicht nog
hevig in en om Teruel gestreden. Zoo
„Laat me je prentenboeken zien," zei
ze, hopend de gedachten van de vronw in
andere richting te leiden. Maar tot haar
verrassing was stilzwijgen het eenigst
antwoord dat zij kreeg.
Glara, of wie ze was, was klaarblijike-
lij'k beleedigd doordat elk blijk van in
stemming uit bleef. Katharine was blij;
met het stilzwijgen, maar terwijl het
steeds donkerder begon te worden, begon
zij te snakken naar licht en geluid. Zij
durfde zich niet bewegen uit vrees voor
eventueele gevolgen. De vrouw zat met
gesloten oogen en de minste beweging
van haar kant zou haar doen overeind
komen en Katharine voelde op dat
oogenblik, dat haar zenuwen dat niet
konden verdragen.
Met haar oogen doorboorde ze de don-
derte in de hoop ergens lucifers te zien,
maar nergens ontdekte zij ze, wat haar
overigens niet behoefde te verwonderen,
daar het in de kamer thans nagenoeg
donker was.
Dan keek ze de vrouw voor zoover
't haar mogelijk^was, onderzoekend aan.
Haar geheele verschijning klopte met
de beschrijving die Doris gaf van de
vrouw, die zij in November van 't vorig
jaar met mijnheer Delacot had zien wan
delen.
(Wordt vervolgd.)