Lappen f BE ZEEUW
DE
■eUft!
ming
erkoopen
imenloopen
Tijd"
vast!
Nogmaals de Kabinetsformatie.
TEGEN DEN STROOM
KLOOSTERBALSEM
Zie etalages!!
HULST
EEIDE BLAD
Uit de Provincie
ELKEN WINTER IHD HIJ
aan Winterhanden
en Wintervoeten
Telegram van Koningin
Wilhelmina aan den Negus.
gevangen.
het antwoord op de opmerkin
gen uit de eerste kamer.
Inder vermel-
Amsterdam,
ïgst van dit
en kalender,
niet nodig.
at wij ook in het
op de beste wijze
e zaak rondkijken,
jaarne inlichtingen
[ichting tot kopen.
verspreid.
NG
VAN
MAANDAG 3 JAN. 1938, Nr 79.
In de memorie van antwoord op de
algemeene beschouwingen van de Eerste
Kamer over de rijksbegrooting 1938, wordt
over de kabinetsformatie o.m. gezegd:
Dat er tusschen de z.g. rechtsche groe
pen tegenstellingen bestaan, zoo ten op
zichte van de godsdienstige grondslagen
als op sociaal en oeconomisch gebied, kan
niet worden weersproken, al mag de
vraag worden gesteld of de godsdienstige
grondslagen hier ten rechte in het ge
ding zijn gebracht.
Van meer gewicht is de verwijzing
naar tegenstellingen op sociaal en oeco
nomisch gebied, maar daar houden de
tegenstellingen op te bestaan, zoodra de
aangezochte ministers het eens zijn over
het werkprogram, dat hun was voor
gelegd. Dit heeft er voorheen en thans,
uit den aard der zaak toe geleid, dat
verschillende wenschen, die in elk der
partijen leefden, gedurende een bepaal
de periode opgeborgen moesten worden.
Maar een dergelijke opmerking heeft
als crltiek over verloop en resultaat van
de kabinetsformatie geen beteekenis, om
dat bij verbreeding van de basis het aan
tal van de onderwerpen, waarop het n'y
touchez pas van toepassing is, uiter
aard nog grooter zou zijn geworden. Om
slechts een paar onderwerpen te noemen:
de arbeid der gehuwde vrouw, kinder
bijslagverzekering. Toch heeft de forma
teur, in verhand met den nood des tijds,
die nog even groot is als vier jaar ge
leden, en met de noodzaak aan zoo groot
mogelijke samenwerking in de parlemen
taire arena, met inspannig van alle krach
ten getracht aan de basis van 1933 vast
te houden.
Wilde dit mogelijk zijn, dan moest ech
ter ook rekening worden gehouden met
den uitslag der verkiezingen, die aan de
z.g. rechterzijde 56 zetels had verschaft.
Bij de formatie kon toch aan deze groep
van 56 niet een geringere mate van in
vloed worden toegekend dan aan de groep
van leden, waarvan geestverwanten zit
ting hadden in het dezen zomer afge
treden kabinet. Dit te eischen, zou be-
teekenen van den formateur iets ver
langen, dat op de levensvatbaarheid van
het kabinet, indien hij had kunnen door
zetten, van ongunstigen invloed zou zijn
geweest, doch ook had kunnen leiden tot
een toestand, waarbij hem de vorming
van een kabinet onmogelijk was geble
ken. Weliswaar had hem in het laatste
geval de weg opengestaan om ontheffing
van zijn opdracht te verzoeken, maar
die handelswijze zou niet een kabinet
op z.g. breede basis hebben gebracht. Dit
wordt natuurlijk niet betwist, doch er
wordt daartegenover gesteld, dat zulk een
gedragslijn bij den formateur van een
hoogere opvatting zou hebben getuigd
dan de nu door hem gekozen houding
heeft gedaan.
Hier staat de formateur voor
een onoverbrugbare kloof van
opvattingen.
Zeker, hij kan toegeven, dat hij bij het
vragen om ontheffing van zijn opdracht
van bepaalde zijde gedurende enkele
dagen, enkele weken misschien, met
gloriekransen zou zijn overstelpt wegens
onverzettelijkheid van overtuiging, kracht
van wil en soortgelijke epitheta, maar
zijn dat de motieven, waardoor een ka
binetsformateur zich behoort te laten
lelden? Of heeft hij zich uitsluitend af
te vragen welke gedragslijn voor land
en volk de meest wenschelijke moet wor
den geacht? Eigen persoonlijke glorie of
wat daarvoor geldt mag hier zelfs niet
in de gedachten opkomen, laat staan een
rol van beteekenis vervullen. Hij had
l- EUILLËT ON.
64)
door E. R. G a r r a 11.
Uit het Engelsch.
„Roger, Daphne vraagt naar je."
„La^hne? Wel, als ik niet meende, dat
Jij Daphne was," zei hij, „het is Sybil,
werkelijk, wat zie je er aardig uit meisje.
Is moet hier maar eens een poosje biji me
komen als Daphne je niet noodig heeft."
„Doe niet zoo dwaas,'Roger," zei Sybil,
Mistroostig; „Daphne heeft je noodig. Ze
Js heel erg ziek herinner je je dat
met?"
„Ziek? en ze wil mij zien? Dan zal ik
komen natuurlijlk zal ik komen", zei
kjb pogende op te staan. Maar hij1 zonk
türect weer terug.
„Ik wil komen, ik will" riep hij uit, een
nieuwe poging doende om op te staan;
„net gebeurt niet vaak, dat Daphne me
noodig heeft, inaar nu ze me wil zien,
®a ik naar haar' toe. Kom," voegde hij
naar boos toe, „kun je een man niet een
andje helpen om naar zijn vrouw te
|aan, wanneer ze hem noodig heeft.
aarom sta je daar als een zak bij de
ae.ur? Roep Dutton, kun je niet?" riep
JJ- „Als Daphne me noodig heeft, wil ik"
zich af te vragen: indien ik ontheffing
van mijn opdracht vraag, zal een ander
dan met meer kans van slagen de taak
kunnen volbrengen naar den aanvanke-
lijken opzet? Zonder overschatting mag
op die vraag wel worden geantwoord,
dat, als Dr Colijn hierin niet slaagde,
een ander het er wel niet beter zou heb
ben afgebracht. Maar, zoo zal men zeg
gen, dan had een andere formateur een
zuiver rechts kabinet kunnen vormen.
Maar zulk een kabinet zou na een voor
afgegane mislukking nooit dezelfde po
sitie hebben ingenomen als die het hui
dige kabinet inneemt.
De slotsom, waartoe men bij
objectieve beschouwing van
het verloop en het resultaat
van de kabinetsformatie zal
moeten komen, kan bezwaar
lik een andere zijn dan deze,
dat onder de gegeven omstan
digheden een betere oplossing
in 's lands belang en dat is
het eenige belang, dat gelden
mag niet aanwijsbaar is.
De vraag, in hoeverre het kabinet zich
zelf een parlementair karakter mag toe
schrijven, zal eerst definitief beantwoord
kunnen worden op het oogenblik, waarop
het hetzij vrijwillig terugtreedt, hetzij een
ontslagaanvrage indient op grond van
een conflict met een der beide Kamers.
Voorshands rust het oordeel,
dat het kabinet inderdaad een
parlementair ministerie is,
slechts op vertrouwen.
Inderdaad heeft Dr Colijn tijdens de
verkiezingscampagne nóóit over de kabi
netsformatie gesproken. Van eenige poli
tieke slimmigheid kon daarbij geen spra
ke zijn. Hij mocht krachtens zijn over
tuiging, dat kabinetsformatie geen zaak
der kiezers is, over die formatie niet
reppen.
Dat roomsch-katholieken in het hui
dige kabinet een te sterke positie zouden
innemen, is een gratuite bewering, waar
voor, gelijk met zulke beweringen het
geval pleegt te zijn, elk bewijs ontbreekt.
Wie acht geeft op de sterkte der politieke
groepen in de volksveretegenwoordiging
zal ook zonder afgodische vereering van
de cijferkunst, tot de conclusie moeten
komen, dat men aan r.k. zijde niet aan
onbescheidenheid heeft geleden en het
den formateur niet moeilijk is gemaakt.
En wat nu de beteekenis der porte
feuilles betreft is het voor het kabinet
bepaaldelijk verrassend financiën, defen
sie, onderwijs, kunsten en wetenschappen
en binnenlandsche zaken als van de twee
de orde te zien gekwalificeerd.
Breedere medewerking aan het door
den formateur opgestelde regeeringspro-
gram zou ook hem aangenamer zijn ge
weest. Anders had hij niet enkele weken
achtereen getracht dien wensch te ver
vullen.
Evenwel kon daarbij niet worden los
gelaten de eisch, die ook in den uitslag
der verkiezingen bevestiging had gevon
den, dat op de handhaving en verster
king van de Christelijke beginselen onzer
samenleving in het staatsbeleid voor de
komende jaren meer nadruk behoorde te
worden gelegd. Wie bereid was daartoe
mede te werken was welkom. Dit was
het standpunt, dat van meet af aan door
den formateur is ingenomen.
Toen hem ten slotte bleek, dat bepaal
de aangezochte personen bezwaar
hadden op den door hem gefor-
muleerden grondslag voor het
kabinet deel van het ministe
rie uit te maken en toen
tevens gerechtvaardigde twij-
feu rees aan de mogelijkheid
van samenwerking op een be
langrijk punt van regeerings-
beleid, kwam de vraag voor hem te
staan in dezen vorm: wanneer de twee
leidende gedachten, die de formatie voor
hem beheerschten, niet beide bereikt kon
den worden en één er van moest worden
prijs gegeven, welke van die twee moest
dit dan zijn? Moest de formuleering van
den grondslag worden prijs gegeven,
waarin toch niets onredelijks- gevraagd
werd, moest wellicht ook nog geschip
perd worden op een of meer punten van
het ontworpen regeeringsprogram, of
moest de breedere samenwerking worden
prijsgegeven? Hierbij mocht, ja moest, ook
Se sterke verhouding der verschillende
groepen in het parlement een woord mee
spreken, althans indien men de voor het
land beslissende vraag: hoe wordt een
rustig verloop van het staatkundig leven
in de eerstvolgende vier jaren het best
bevorderd, op den voorgrond stelt,
maar toen hij overeind was gekomen,
waggelde hiji en viel terug, terwijl Sybil,
vreeselijk geschrokken, de trap opvloog
naar haar moeder. Maar deze lette niet
op baar. Ze stond voorovergebogen over
D&phne, luisterend naar de laatste woor
den, die deze sprak.
Daphne's oogen waren open, en ze wa
ren rusteloos naar de deur gekeerd.
„Ik wil Roger zien," -bleef ze zeggen;
„zeg Roger dat hij komt. Moeder, waar
om roept u hem niet?"
„Lieve, je bent niet sterk genoeg om
met hem te praten," zei mevrouw Dumas,
die heel goed wist, dat Roger niet in staat
was te verschijnen; „morgen komt hij."
Daphne sloot de oogen en een traan
rolde over haar ingevallen wangen.
„Ik ben - ik ben niet goed voor hem
geweest," fluisterde ze haar moeder in 't
oor, en ik wil bet hem graag zeggen."
„Schat, je bent een goed vrouwtje ge
weest," zei haar moeder.
„U begrijpt het niet," -zei Daphne zwak;
„ik had hem moeten helpen. Vraag Ro
ger te komen."
Maar toen een half uur later Roger
Maitland, met de hulp van Dutton, aan
den buitenikant van de deur stond, vra
gend om te mogen binnenkomen, ver
scheen Sybil voor hem met een uitdruk
king op haar gelaat, die hij nimmer
vergat.
De gezonken „Snij".
Aan de Belgische bergingsmaatschappij
Towage and Salvage Union is opgedragen
om het bij Baalboek op de Westerschel-
de gezonken Joego-Slavische stoomschip
„Srdj" te lichten. Thans wordt de lading
pyriet in lichters gelost, waarna een dui-
keronderzoek zal plaats hebben. Voor de
gaten in den scheepswand en boven de
luiken zal een noodbekisting worden aan
gebracht, waarna getracht zal worden de
ruimen leeg te pompen.
De scheepvaart ondervindt geen hinder
val het wrak.
De geredden van het gezonken Joego-
Slavische stoomschip „Srdj" zijn allen
thans ondergebracht in het Zeemans
huis te Antwerpen en zijn erg terneer
geslagen door de scheepsramp en voor
namelijk wel door het verlies van twee
hunner landgeuooten.
Een der geredden heeft door de ramp
een zware borstvliesontsteking opgedaan
en moest ter verpleging naar het gast
huis te Antwerpen overgebracht worden.
Zijn toestand is thans bevredigend.
Aan boord van het Zweedsche stoom
schip „Haga", dat voor anker lag en
waartegen de „Srdj" is aangedreven, was
men zich hoegenaamd niet bewust van
het ernstige van den toestand. Dergelijke
aandrijvingen komen meermalen voor,
zonder dat er verder aandacht aan
wordt geschonken.
Van de „Srdj" is niet veel meer te
zien. Alleen de twee masten, de schoor
steen en een stukje van den voorsteven
komen nog boven den waterspiegel.
OanK zij den KLOOSTERBALSEM
komt hij daar voor goed van af,
JOoor mijn oeroep moest ik den ge-
geheelen dag op straat loopen en daar
door gingen de plekken altijd open en
begonnen te zweren. Van alles pro
beerde ik, maar baat vond ik niet. tot
dat ik met Kloosterbalsem begon El-
ken ochtend en avond deed ik die op
de plekken. Ze genazen binnen een
week prachtig en voor goed. A-u smeer
ik als 't koud. Wordt van te voren mijn
handen en voeten eiken ochtend met
Kloosterbalsem in en heb sedert dien
geen last meer van winterhanden en
-voeten gehad." w >öf>
II If If FD'C OKiOIHCtl Tt« INZAG!/
„Geen goud zoo goed"
movertroffen t>U brand-en snfjwonaen
Ook ongeëvenaard als wrijfmiddel bQ
Rheumaliek. spit en pfji ljjke spieren
Schroefdooa 35 ct. Potten: 62'/j ct. en f 1.04
Dammen.
Op uitnoodiging van de damclubs Z i e-
rikzee en Brouwershaven werd
aldaar in de afgeloopen week, resp-
Maandag- en Donderdagavond een si-
multaan-séance gegeven door den heer
J. A. van Dixhoorn te Zaamslag.
Te Zierikzee werd door een 17-tal spe
lers de strijd tegen den simultaanspeler
aangebonden. Het resultaat voor den
heer v. D. was: 12 gewonnen, 4 remise en
1 verloren.
De heer I. Hage wist zijn partij te win
nen, terwijl de heeren F. Brandenburg,
R. Eiigema, Ghr. Scbouls en J. Stoel, de
laatste van Brouwershaven, remise be
haalden.
Donderdag avond gaf de heer Van
„Het is te laat, zei ze; „ze zal je nooit
weer roepen."
Toen het feit, dat zijin vrouw dood was,
goed tot Roger Maitland was doorge
drongen, scheen hij als versuft.
Hij vergat alles met betrekking tot
Daphne, behalve haar sctLoonheid en
haar liefde gedurende de eerste dagen
van hun huwelijksleven. Haar koele hou
ding, haar hardheid, haar opzettelijk ne-
geeren van hem en van zijn wenschen,
niets er van kwam in zijn herinnering op.
Hij was vol wroeging en diep ellendig,
en wilde niemand zien behalve Dutton.
Toen zijn schoonmoeder, die zichzelf
moest overwinnen om hem zijfa houding
in het uur van Daphne's sterven, te ver
geven, een onderhoud met hem wenschte
te hebben en wel zoo spoedig mogelijk,
weigerde hij baar te ontvangen. Toen de
verpleegster zijn zoon beneden bracht om
hem die te laten zien, zei hiji haar den
kleinen jongen weg te nemen bij ver
langde geen huilende baby in zijn nabij
heid. Dutton berichtte in de keuken, dat
mijnheer heelemaal van de wijs was;
waar dat op zou uitloopen, hij wist het
niet.
Maar den volgenden dag, toen Roger
de deur van de kamer van de verpleeg
ster open vond, en zich er van had ver
gewist dat niemand binnen was, sloop
Nederland heeft niet het voornemen over
te gaan tot een erkenning „de jure" van
de Italiaaniche heerschappij.
De Ahessijnsche legatie te Londen heeft
een mededeeling gepubliceerd, volgens
welke H. M. Koningin "Wilhelmina een
telegram heeft gezonden aan den Negus,
waarin o.m. wordt gezegd, dat Neder
land, terwijl het zich houdt aan de poli
tiek van het Volkenrecht, rekening moet
houden met de verovering van Abessynië,
welke de Volkenbondsmaatregelen, waar
aan Nederland heeft deelgenomen, niet
hebben kunnen verhinderen.
Het telegram voegt hieraan toe, aldus
deze mededeeling van de Abessynische
legatie, dat de Nederlandsche regeering
zioh in verbinding heeft gesteld met de
andere mogendheden, teneinde haar ie
raadplegen over „een regularisatte van
de betrekkingen met Italië. Mijn regee
ring heeft niet het voornemen over te
gaan tot een erkenning de jure,"
De Negus heeft op dit telegram een
antwoord gezonden, waarin hiji o.m. zegt,
dat hij dankbaar is voor de getrouwheid,
waarmede Nederland de Volkenbonds
maatregelen heeft toegepast. De Negos
voegt hieraan toe, dat het Abessynische
volk er nooit in zal berusten zich te on
derwerpen aan de Italiaansche overheer-
sohing,
„Ik begrijp wel," zoo gaat de Negus
verder, „de zorgen van diplomatieken
aard, die de regeering van Uwe Majesteit
bezig houden, maar ik heb de vaste hoop,
dat zij geen oplossing zal aanvaarden,
die zou kunnen worden uitgelegd als een
aanvaarding van een algemeen veroor
deelden toestand."
Dixhoorn een séance te Brouwershaven.
Niet minder dan 33 personen, waaronder
verschillende spelers der damclub Zierik
zee, alsmede die van Haamstede, Nieu-
werlkerk en Zonnemaire, benevens een
tweetal spelers uit Gadzand en Kloetinge,
bonden hier den strijd tegen den simul
taanspeler aan.
Het resultaat was hier: 16 gewonnen,
11 remise en 6 verloren. De heeren J.
van As, F. Brandenburg, F. Roggeband,
C. Schouls en R. de Waal te Zierikzee en
W. v. d. Berge te Haamstede wisten bun
partij te winnen, terwijl de heeren I. Ber-
revoets, J. Drosman en M. van de Kloos
ter te Brouwershaven, I. Hage, A. Theu-
ne en D. Viergever te Zierikzee, J. Bun
schoten en N. Smalheer te Zonnemaire,
C. Boot te Haamstede, D. J. van Dijke te
Nieuwerkerk en D. Schipper te Kloetinge
remise behaalden.
Na afloop dankte de heer Van Dix
hoorn het bestuur der dafnelub voor de
keurige organisatie en betuigde zijn te
vredenheid over het geanimeerde verloop
tijdens deze séance. Vervolgens reikte de
simultaanspeler een drietal door hemzelf
gratis beschikbaar gestelde fraaie boek
werken op damgebied uit, resp. aan de
damclub Zierilkzee en Brouwershaven,
benevens aan den Benjamin der deelne
mers, den 14-jarigen F. Brandenburg te
Zierikzee, welke attentie ten zeerste op
prijs werd gesteld.
MIDDELBURG.
Het ontwerp Politieverordening.
Zooals wij reeds meldden is bet ont
werp voor de nieuwe politieverordening
gepubliceerd.
Het zal verboden zijn op of aan den
openbaren weg of op of aan voor het pu
bliek toegankelijke plaatsen winkels daar
onder begrepen automaten of dergelijke
toestellen aanwezig te hebben welke be
stemd zijn of gebruikt worden om daar
mede tegen voldoening aan eenige voor
waarde te spelen of deelneming daaraan
toe te laten tegen inzet van geld of van in
geld wisselbare voorwerpen.
Het gaat voornamelijk tegen z.g. fruit
automaten, die ook hier reeds zijn ver
schenen en tot klachten bij de politie ge
leid hebben, s
Een nieuwe bepaling is die, waarbij het
zitten op de leuningen en het staan, lig
gen of loopen op de zittingen der banken
in plantsoenen enz. strafbaar wordt ge
steld.
Het gooien van sneeuwballen naar
hij naar binnen alsof hij een overtreder
was, en ging naar het mooie wiegje,
dat bij den haard stond, en waarin hij
wist, dat hij zijn zoon zou vinden.
Hij boog zich over de wieg heen en
keek naar het kind, dat rustig lag te
slapen. Eén handje lag op het spreitje.
Dus dat was nu zijn zoon en erfgenaam!
Wat een lief klein kereltje was het! Hij
lei zijn groote hand naast het kleine
handje op het spreitje en barstte in
lachen uit over het zeldzame contrast.
Het was een lief klein kereltje. Wat
in de wereld echter moest hij er mee
aanvangen? Hij stond een langen tijd te
kijken, zich indenkend, dat Daphne hem
dit kind had nagelaten. Het was het kind
van Daphne... en van hem.
Toen de verpleegster eenige minuten
later terug kwam, zag ze tot haar groote
verwondering mijnheer Maitland bij de
wieg van zijn zoon staan, zeer ernstig
kijkend.
,,'t Is een vreemde kleine bedelaar",
was alles wat hij zei, toen hij zich om-
keerend, de kamer verliet.
Mevrouw Dumas, die niet bij Daphne
was geweest sinds haar huwelijk tot haar
ziekte, had geen enkel idee van Rogers
drinkgewoonten. Daphne had haar het
nooit verteld en zij had hartelijk gehoopt,
dat het huwelijk beter zou uitvallen, dan
i zij had gevreesd. De eenigste zaak, die
voorbijgangers of naar woningen wordt
verboden. Het op den openbaren weg noo-
deloos schreeuwen of eenig ander rumoer
maken, is niet alleen als er van burenge
rucht sprake is, maar ook zonder dat vol
gens het ontwerp strafbaar.
Een verbod is ook opgenomen betref
fende het aansteken of dooven van straat
lantaarns, en ook inzake het openen van
straatroosters, deksels of afsluitingen, be-
hoorende tot riolen, of gas- of waterlei
dingen.
Het zal verboden zijn glas, doorns of
andere voor het verkeer gevaarlijke voor
werpen, op den openbaren weg te werpen
of, na daarop geworpen te hebben, te la
ten liggen.
Het is volgens het ontwerp een
ieder, die duiven in eigendom of op an
dere wijze onder zich heeft, gedurende
een door B. en W. in het belang van den
landbouw te bepalen en bekend te maken
termijn, verboden één of meer duiven te
doen uitvliegen of te laten uitvliegen.
Tegen siraatfotogirafen en bedelende
Arnemuidschc vrouwen.
Het zal verboden worden op den open
baren weg het beroep van fotograaf of
eenig handwerk uit te oefenen, tenzij met
vergunning van B. en W. Ook zal het ver
boden zijn zich of anderen door woorden,
gebaren, hinderlijk volgen of op eeniger-
I loi andere wijze aan personen op te drin
gen, kennelijk rae,t de bedoeling zich of
j anderen door die personen te laten foto-
grafeeren en dan door vragen, ophouden
van de hand, roepen of op eenigerlei an
dere wijze te bewegen of traohten te be
wegen een belooning of een grootere be
looning, dan reeds gegeven is, te geven.
Inzake de dierenbescherming is een be
paling ontworpen, waarbij het verboden
is varkens, nuobtere kalveren, gevogelte
of knaagdieren aan den staart, de huid
of de ooren te vervoeren.
Een volgend artikel is gericht tegen
den hinder, die ondervonden wordt van
gramofoon- en radio en verbiedt het aan
houdend geluid maken, dat voor de om
geving ernstigen hinder veroorzaakt.
De ijssport zal door een wijziging ge
diend zijn, want nu zal in de toekomst
ook het beschadigen of ontreinigen van
openbare ijsbanen, en van bakens, plan
ken enz. verboden zijn evenals het be
rijden of betreden van het afgezette ter
rein voor een haidrijderij of ijsfeest, ten
zij daartoe gemachtigd of voorzien van
een toegangsbewijs.
Het aangeven van een gevonden voor
werp wordt thans verplichtend gesteld
en wel zulks binnen 24 uur bij de politie.
Het venten door bonafide kooplieden
uit andere gemeenten is niet meer verbo
den, als men voorzien is van een verkla
ring ter zake van B. en W. der betrokken
gemeente.
Wel is verboden bij het venten op Zon
dag of op andere dagen na des avonds
7 uur of voor 7 uur des morgens luidkeels
te roepen of door middel van een bel of
gong of op andere geruchtmakende wijze
te trachten de aandacht te trekken. Het
geldt hier o.a. de ijsventers, die ook Zon
dags mogen venten volgens de wet, maar
dat nu voortaan in stilte moeten doen.
In verband met eventueele dreigende
ongeregeldheden zullen B. en W. in bet
belang van de vrijheid of veiligheid van
het verkeer straten of wegen kunnen aan
wijzen, waarop gedurende bepaalden tijd,
gedrukte of geschreven stukken of afbeel
dingen te verkoopen, te verspreiden aan
te bevelen, aan te kondigen of bekend te
maken, verboden is en ook met eenig
voorwerp, bestemd tot het maken van
propaganda of reclame, rond te gaan.
Het zonder geleide of toezicht rond la
ten loopen van honden tusschen des
avonds 11 uur en des morgens 5 uur is
verboden. Deze honden kunnen worden
opgevangen en bij niet terugvordering met
machtiging van B. en W. worden afge
maakt. Blijkbaar gevaarlijke honden kun
nen in die uren terstond door de politie
worden afgemaakt.
Nieuw is ook de bepaling, dat eigenaars
van heggen, beplantingen, struiken of
boomen, welke in of nabij kruisingen of
bochten van openbare wegen het vrije uit
zicht belemmeren, verplicht zijn op aan
schrijving van B. en W. deze op aan te
geven hoogte af te knippen of te hakken
of wel op te snoeien.
(Wordt vervolgd.)
haar tot nadenken had gestemd, was het
feit, dat Daphne haar nooit gevraagd had
te komen logeeren. Het had mevrouw
Dumas pijnlijk getroffen, maar nu be
greep ze alles en ze had er groote moei
te mee haar schoonzoon te vergeven,
dat hij het leven van haar dochter zoo
had vergald.
Ze was nu voornemens het kleine kind
je aan den invloed van Roger te onttrek
ken. Als het kind aan zijn zorgen bleef
toevertrouwd dan, daarvan was ze zeker
zou het kind schromelijk verwaarloosd
worden. Ze was daarom besloten Rogers
toestemming te vragen om het kind mee
naar haar huis te nemen. Maar hoe kreeg
ze kans hem te spreken te krijgen? Dat
was de groote moeilijkheid. Hij had zich
zelf opgesloten sinds den morgen van, het
overlijden van zijn vrouw, hij gebruikte
zelfs zijn eten op zijn kamer, en behalve
bij de begrafenis, had ze hem niet te
zien gekregen hij had zelfs geweigerd
haar te zien. Zij kwam tot de conclusie,
dat haar eenigste kans was hem bij ver
rassing te ontmoeten; waarom ze op een
morgen, twee of drie dagen na de be
grafenis van Daphne, de rooksalon bin
nentrad met een ietwat angstig kloppend
hart. Ze was bang voor haar schoonzoon,
en wist niet welk een onthaal haar zou
wachten.
(Wordt vervolgd.)