Lappen f BE ZEEUW DE ■eUft! ming erkoopen imenloopen Tijd" vast! Nogmaals de Kabinetsformatie. TEGEN DEN STROOM KLOOSTERBALSEM Zie etalages!! HULST EEIDE BLAD Uit de Provincie ELKEN WINTER IHD HIJ aan Winterhanden en Wintervoeten Telegram van Koningin Wilhelmina aan den Negus. gevangen. het antwoord op de opmerkin gen uit de eerste kamer. Inder vermel- Amsterdam, ïgst van dit en kalender, niet nodig. at wij ook in het op de beste wijze e zaak rondkijken, jaarne inlichtingen [ichting tot kopen. verspreid. NG VAN MAANDAG 3 JAN. 1938, Nr 79. In de memorie van antwoord op de algemeene beschouwingen van de Eerste Kamer over de rijksbegrooting 1938, wordt over de kabinetsformatie o.m. gezegd: Dat er tusschen de z.g. rechtsche groe pen tegenstellingen bestaan, zoo ten op zichte van de godsdienstige grondslagen als op sociaal en oeconomisch gebied, kan niet worden weersproken, al mag de vraag worden gesteld of de godsdienstige grondslagen hier ten rechte in het ge ding zijn gebracht. Van meer gewicht is de verwijzing naar tegenstellingen op sociaal en oeco nomisch gebied, maar daar houden de tegenstellingen op te bestaan, zoodra de aangezochte ministers het eens zijn over het werkprogram, dat hun was voor gelegd. Dit heeft er voorheen en thans, uit den aard der zaak toe geleid, dat verschillende wenschen, die in elk der partijen leefden, gedurende een bepaal de periode opgeborgen moesten worden. Maar een dergelijke opmerking heeft als crltiek over verloop en resultaat van de kabinetsformatie geen beteekenis, om dat bij verbreeding van de basis het aan tal van de onderwerpen, waarop het n'y touchez pas van toepassing is, uiter aard nog grooter zou zijn geworden. Om slechts een paar onderwerpen te noemen: de arbeid der gehuwde vrouw, kinder bijslagverzekering. Toch heeft de forma teur, in verhand met den nood des tijds, die nog even groot is als vier jaar ge leden, en met de noodzaak aan zoo groot mogelijke samenwerking in de parlemen taire arena, met inspannig van alle krach ten getracht aan de basis van 1933 vast te houden. Wilde dit mogelijk zijn, dan moest ech ter ook rekening worden gehouden met den uitslag der verkiezingen, die aan de z.g. rechterzijde 56 zetels had verschaft. Bij de formatie kon toch aan deze groep van 56 niet een geringere mate van in vloed worden toegekend dan aan de groep van leden, waarvan geestverwanten zit ting hadden in het dezen zomer afge treden kabinet. Dit te eischen, zou be- teekenen van den formateur iets ver langen, dat op de levensvatbaarheid van het kabinet, indien hij had kunnen door zetten, van ongunstigen invloed zou zijn geweest, doch ook had kunnen leiden tot een toestand, waarbij hem de vorming van een kabinet onmogelijk was geble ken. Weliswaar had hem in het laatste geval de weg opengestaan om ontheffing van zijn opdracht te verzoeken, maar die handelswijze zou niet een kabinet op z.g. breede basis hebben gebracht. Dit wordt natuurlijk niet betwist, doch er wordt daartegenover gesteld, dat zulk een gedragslijn bij den formateur van een hoogere opvatting zou hebben getuigd dan de nu door hem gekozen houding heeft gedaan. Hier staat de formateur voor een onoverbrugbare kloof van opvattingen. Zeker, hij kan toegeven, dat hij bij het vragen om ontheffing van zijn opdracht van bepaalde zijde gedurende enkele dagen, enkele weken misschien, met gloriekransen zou zijn overstelpt wegens onverzettelijkheid van overtuiging, kracht van wil en soortgelijke epitheta, maar zijn dat de motieven, waardoor een ka binetsformateur zich behoort te laten lelden? Of heeft hij zich uitsluitend af te vragen welke gedragslijn voor land en volk de meest wenschelijke moet wor den geacht? Eigen persoonlijke glorie of wat daarvoor geldt mag hier zelfs niet in de gedachten opkomen, laat staan een rol van beteekenis vervullen. Hij had l- EUILLËT ON. 64) door E. R. G a r r a 11. Uit het Engelsch. „Roger, Daphne vraagt naar je." „La^hne? Wel, als ik niet meende, dat Jij Daphne was," zei hij, „het is Sybil, werkelijk, wat zie je er aardig uit meisje. Is moet hier maar eens een poosje biji me komen als Daphne je niet noodig heeft." „Doe niet zoo dwaas,'Roger," zei Sybil, Mistroostig; „Daphne heeft je noodig. Ze Js heel erg ziek herinner je je dat met?" „Ziek? en ze wil mij zien? Dan zal ik komen natuurlijlk zal ik komen", zei kjb pogende op te staan. Maar hij1 zonk türect weer terug. „Ik wil komen, ik will" riep hij uit, een nieuwe poging doende om op te staan; „net gebeurt niet vaak, dat Daphne me noodig heeft, inaar nu ze me wil zien, ®a ik naar haar' toe. Kom," voegde hij naar boos toe, „kun je een man niet een andje helpen om naar zijn vrouw te |aan, wanneer ze hem noodig heeft. aarom sta je daar als een zak bij de ae.ur? Roep Dutton, kun je niet?" riep JJ- „Als Daphne me noodig heeft, wil ik" zich af te vragen: indien ik ontheffing van mijn opdracht vraag, zal een ander dan met meer kans van slagen de taak kunnen volbrengen naar den aanvanke- lijken opzet? Zonder overschatting mag op die vraag wel worden geantwoord, dat, als Dr Colijn hierin niet slaagde, een ander het er wel niet beter zou heb ben afgebracht. Maar, zoo zal men zeg gen, dan had een andere formateur een zuiver rechts kabinet kunnen vormen. Maar zulk een kabinet zou na een voor afgegane mislukking nooit dezelfde po sitie hebben ingenomen als die het hui dige kabinet inneemt. De slotsom, waartoe men bij objectieve beschouwing van het verloop en het resultaat van de kabinetsformatie zal moeten komen, kan bezwaar lik een andere zijn dan deze, dat onder de gegeven omstan digheden een betere oplossing in 's lands belang en dat is het eenige belang, dat gelden mag niet aanwijsbaar is. De vraag, in hoeverre het kabinet zich zelf een parlementair karakter mag toe schrijven, zal eerst definitief beantwoord kunnen worden op het oogenblik, waarop het hetzij vrijwillig terugtreedt, hetzij een ontslagaanvrage indient op grond van een conflict met een der beide Kamers. Voorshands rust het oordeel, dat het kabinet inderdaad een parlementair ministerie is, slechts op vertrouwen. Inderdaad heeft Dr Colijn tijdens de verkiezingscampagne nóóit over de kabi netsformatie gesproken. Van eenige poli tieke slimmigheid kon daarbij geen spra ke zijn. Hij mocht krachtens zijn over tuiging, dat kabinetsformatie geen zaak der kiezers is, over die formatie niet reppen. Dat roomsch-katholieken in het hui dige kabinet een te sterke positie zouden innemen, is een gratuite bewering, waar voor, gelijk met zulke beweringen het geval pleegt te zijn, elk bewijs ontbreekt. Wie acht geeft op de sterkte der politieke groepen in de volksveretegenwoordiging zal ook zonder afgodische vereering van de cijferkunst, tot de conclusie moeten komen, dat men aan r.k. zijde niet aan onbescheidenheid heeft geleden en het den formateur niet moeilijk is gemaakt. En wat nu de beteekenis der porte feuilles betreft is het voor het kabinet bepaaldelijk verrassend financiën, defen sie, onderwijs, kunsten en wetenschappen en binnenlandsche zaken als van de twee de orde te zien gekwalificeerd. Breedere medewerking aan het door den formateur opgestelde regeeringspro- gram zou ook hem aangenamer zijn ge weest. Anders had hij niet enkele weken achtereen getracht dien wensch te ver vullen. Evenwel kon daarbij niet worden los gelaten de eisch, die ook in den uitslag der verkiezingen bevestiging had gevon den, dat op de handhaving en verster king van de Christelijke beginselen onzer samenleving in het staatsbeleid voor de komende jaren meer nadruk behoorde te worden gelegd. Wie bereid was daartoe mede te werken was welkom. Dit was het standpunt, dat van meet af aan door den formateur is ingenomen. Toen hem ten slotte bleek, dat bepaal de aangezochte personen bezwaar hadden op den door hem gefor- muleerden grondslag voor het kabinet deel van het ministe rie uit te maken en toen tevens gerechtvaardigde twij- feu rees aan de mogelijkheid van samenwerking op een be langrijk punt van regeerings- beleid, kwam de vraag voor hem te staan in dezen vorm: wanneer de twee leidende gedachten, die de formatie voor hem beheerschten, niet beide bereikt kon den worden en één er van moest worden prijs gegeven, welke van die twee moest dit dan zijn? Moest de formuleering van den grondslag worden prijs gegeven, waarin toch niets onredelijks- gevraagd werd, moest wellicht ook nog geschip perd worden op een of meer punten van het ontworpen regeeringsprogram, of moest de breedere samenwerking worden prijsgegeven? Hierbij mocht, ja moest, ook Se sterke verhouding der verschillende groepen in het parlement een woord mee spreken, althans indien men de voor het land beslissende vraag: hoe wordt een rustig verloop van het staatkundig leven in de eerstvolgende vier jaren het best bevorderd, op den voorgrond stelt, maar toen hij overeind was gekomen, waggelde hiji en viel terug, terwijl Sybil, vreeselijk geschrokken, de trap opvloog naar haar moeder. Maar deze lette niet op baar. Ze stond voorovergebogen over D&phne, luisterend naar de laatste woor den, die deze sprak. Daphne's oogen waren open, en ze wa ren rusteloos naar de deur gekeerd. „Ik wil Roger zien," -bleef ze zeggen; „zeg Roger dat hij komt. Moeder, waar om roept u hem niet?" „Lieve, je bent niet sterk genoeg om met hem te praten," zei mevrouw Dumas, die heel goed wist, dat Roger niet in staat was te verschijnen; „morgen komt hij." Daphne sloot de oogen en een traan rolde over haar ingevallen wangen. „Ik ben - ik ben niet goed voor hem geweest," fluisterde ze haar moeder in 't oor, en ik wil bet hem graag zeggen." „Schat, je bent een goed vrouwtje ge weest," zei haar moeder. „U begrijpt het niet," -zei Daphne zwak; „ik had hem moeten helpen. Vraag Ro ger te komen." Maar toen een half uur later Roger Maitland, met de hulp van Dutton, aan den buitenikant van de deur stond, vra gend om te mogen binnenkomen, ver scheen Sybil voor hem met een uitdruk king op haar gelaat, die hij nimmer vergat. De gezonken „Snij". Aan de Belgische bergingsmaatschappij Towage and Salvage Union is opgedragen om het bij Baalboek op de Westerschel- de gezonken Joego-Slavische stoomschip „Srdj" te lichten. Thans wordt de lading pyriet in lichters gelost, waarna een dui- keronderzoek zal plaats hebben. Voor de gaten in den scheepswand en boven de luiken zal een noodbekisting worden aan gebracht, waarna getracht zal worden de ruimen leeg te pompen. De scheepvaart ondervindt geen hinder val het wrak. De geredden van het gezonken Joego- Slavische stoomschip „Srdj" zijn allen thans ondergebracht in het Zeemans huis te Antwerpen en zijn erg terneer geslagen door de scheepsramp en voor namelijk wel door het verlies van twee hunner landgeuooten. Een der geredden heeft door de ramp een zware borstvliesontsteking opgedaan en moest ter verpleging naar het gast huis te Antwerpen overgebracht worden. Zijn toestand is thans bevredigend. Aan boord van het Zweedsche stoom schip „Haga", dat voor anker lag en waartegen de „Srdj" is aangedreven, was men zich hoegenaamd niet bewust van het ernstige van den toestand. Dergelijke aandrijvingen komen meermalen voor, zonder dat er verder aandacht aan wordt geschonken. Van de „Srdj" is niet veel meer te zien. Alleen de twee masten, de schoor steen en een stukje van den voorsteven komen nog boven den waterspiegel. OanK zij den KLOOSTERBALSEM komt hij daar voor goed van af, JOoor mijn oeroep moest ik den ge- geheelen dag op straat loopen en daar door gingen de plekken altijd open en begonnen te zweren. Van alles pro beerde ik, maar baat vond ik niet. tot dat ik met Kloosterbalsem begon El- ken ochtend en avond deed ik die op de plekken. Ze genazen binnen een week prachtig en voor goed. A-u smeer ik als 't koud. Wordt van te voren mijn handen en voeten eiken ochtend met Kloosterbalsem in en heb sedert dien geen last meer van winterhanden en -voeten gehad." w >öf> II If If FD'C OKiOIHCtl Tt« INZAG!/ „Geen goud zoo goed" movertroffen t>U brand-en snfjwonaen Ook ongeëvenaard als wrijfmiddel bQ Rheumaliek. spit en pfji ljjke spieren Schroefdooa 35 ct. Potten: 62'/j ct. en f 1.04 Dammen. Op uitnoodiging van de damclubs Z i e- rikzee en Brouwershaven werd aldaar in de afgeloopen week, resp- Maandag- en Donderdagavond een si- multaan-séance gegeven door den heer J. A. van Dixhoorn te Zaamslag. Te Zierikzee werd door een 17-tal spe lers de strijd tegen den simultaanspeler aangebonden. Het resultaat voor den heer v. D. was: 12 gewonnen, 4 remise en 1 verloren. De heer I. Hage wist zijn partij te win nen, terwijl de heeren F. Brandenburg, R. Eiigema, Ghr. Scbouls en J. Stoel, de laatste van Brouwershaven, remise be haalden. Donderdag avond gaf de heer Van „Het is te laat, zei ze; „ze zal je nooit weer roepen." Toen het feit, dat zijin vrouw dood was, goed tot Roger Maitland was doorge drongen, scheen hij als versuft. Hij vergat alles met betrekking tot Daphne, behalve haar sctLoonheid en haar liefde gedurende de eerste dagen van hun huwelijksleven. Haar koele hou ding, haar hardheid, haar opzettelijk ne- geeren van hem en van zijn wenschen, niets er van kwam in zijn herinnering op. Hij was vol wroeging en diep ellendig, en wilde niemand zien behalve Dutton. Toen zijn schoonmoeder, die zichzelf moest overwinnen om hem zijfa houding in het uur van Daphne's sterven, te ver geven, een onderhoud met hem wenschte te hebben en wel zoo spoedig mogelijk, weigerde hij baar te ontvangen. Toen de verpleegster zijn zoon beneden bracht om hem die te laten zien, zei hiji haar den kleinen jongen weg te nemen bij ver langde geen huilende baby in zijn nabij heid. Dutton berichtte in de keuken, dat mijnheer heelemaal van de wijs was; waar dat op zou uitloopen, hij wist het niet. Maar den volgenden dag, toen Roger de deur van de kamer van de verpleeg ster open vond, en zich er van had ver gewist dat niemand binnen was, sloop Nederland heeft niet het voornemen over te gaan tot een erkenning „de jure" van de Italiaaniche heerschappij. De Ahessijnsche legatie te Londen heeft een mededeeling gepubliceerd, volgens welke H. M. Koningin "Wilhelmina een telegram heeft gezonden aan den Negus, waarin o.m. wordt gezegd, dat Neder land, terwijl het zich houdt aan de poli tiek van het Volkenrecht, rekening moet houden met de verovering van Abessynië, welke de Volkenbondsmaatregelen, waar aan Nederland heeft deelgenomen, niet hebben kunnen verhinderen. Het telegram voegt hieraan toe, aldus deze mededeeling van de Abessynische legatie, dat de Nederlandsche regeering zioh in verbinding heeft gesteld met de andere mogendheden, teneinde haar ie raadplegen over „een regularisatte van de betrekkingen met Italië. Mijn regee ring heeft niet het voornemen over te gaan tot een erkenning de jure," De Negus heeft op dit telegram een antwoord gezonden, waarin hiji o.m. zegt, dat hij dankbaar is voor de getrouwheid, waarmede Nederland de Volkenbonds maatregelen heeft toegepast. De Negos voegt hieraan toe, dat het Abessynische volk er nooit in zal berusten zich te on derwerpen aan de Italiaansche overheer- sohing, „Ik begrijp wel," zoo gaat de Negus verder, „de zorgen van diplomatieken aard, die de regeering van Uwe Majesteit bezig houden, maar ik heb de vaste hoop, dat zij geen oplossing zal aanvaarden, die zou kunnen worden uitgelegd als een aanvaarding van een algemeen veroor deelden toestand." Dixhoorn een séance te Brouwershaven. Niet minder dan 33 personen, waaronder verschillende spelers der damclub Zierik zee, alsmede die van Haamstede, Nieu- werlkerk en Zonnemaire, benevens een tweetal spelers uit Gadzand en Kloetinge, bonden hier den strijd tegen den simul taanspeler aan. Het resultaat was hier: 16 gewonnen, 11 remise en 6 verloren. De heeren J. van As, F. Brandenburg, F. Roggeband, C. Schouls en R. de Waal te Zierikzee en W. v. d. Berge te Haamstede wisten bun partij te winnen, terwijl de heeren I. Ber- revoets, J. Drosman en M. van de Kloos ter te Brouwershaven, I. Hage, A. Theu- ne en D. Viergever te Zierikzee, J. Bun schoten en N. Smalheer te Zonnemaire, C. Boot te Haamstede, D. J. van Dijke te Nieuwerkerk en D. Schipper te Kloetinge remise behaalden. Na afloop dankte de heer Van Dix hoorn het bestuur der dafnelub voor de keurige organisatie en betuigde zijn te vredenheid over het geanimeerde verloop tijdens deze séance. Vervolgens reikte de simultaanspeler een drietal door hemzelf gratis beschikbaar gestelde fraaie boek werken op damgebied uit, resp. aan de damclub Zierilkzee en Brouwershaven, benevens aan den Benjamin der deelne mers, den 14-jarigen F. Brandenburg te Zierikzee, welke attentie ten zeerste op prijs werd gesteld. MIDDELBURG. Het ontwerp Politieverordening. Zooals wij reeds meldden is bet ont werp voor de nieuwe politieverordening gepubliceerd. Het zal verboden zijn op of aan den openbaren weg of op of aan voor het pu bliek toegankelijke plaatsen winkels daar onder begrepen automaten of dergelijke toestellen aanwezig te hebben welke be stemd zijn of gebruikt worden om daar mede tegen voldoening aan eenige voor waarde te spelen of deelneming daaraan toe te laten tegen inzet van geld of van in geld wisselbare voorwerpen. Het gaat voornamelijk tegen z.g. fruit automaten, die ook hier reeds zijn ver schenen en tot klachten bij de politie ge leid hebben, s Een nieuwe bepaling is die, waarbij het zitten op de leuningen en het staan, lig gen of loopen op de zittingen der banken in plantsoenen enz. strafbaar wordt ge steld. Het gooien van sneeuwballen naar hij naar binnen alsof hij een overtreder was, en ging naar het mooie wiegje, dat bij den haard stond, en waarin hij wist, dat hij zijn zoon zou vinden. Hij boog zich over de wieg heen en keek naar het kind, dat rustig lag te slapen. Eén handje lag op het spreitje. Dus dat was nu zijn zoon en erfgenaam! Wat een lief klein kereltje was het! Hij lei zijn groote hand naast het kleine handje op het spreitje en barstte in lachen uit over het zeldzame contrast. Het was een lief klein kereltje. Wat in de wereld echter moest hij er mee aanvangen? Hij stond een langen tijd te kijken, zich indenkend, dat Daphne hem dit kind had nagelaten. Het was het kind van Daphne... en van hem. Toen de verpleegster eenige minuten later terug kwam, zag ze tot haar groote verwondering mijnheer Maitland bij de wieg van zijn zoon staan, zeer ernstig kijkend. ,,'t Is een vreemde kleine bedelaar", was alles wat hij zei, toen hij zich om- keerend, de kamer verliet. Mevrouw Dumas, die niet bij Daphne was geweest sinds haar huwelijk tot haar ziekte, had geen enkel idee van Rogers drinkgewoonten. Daphne had haar het nooit verteld en zij had hartelijk gehoopt, dat het huwelijk beter zou uitvallen, dan i zij had gevreesd. De eenigste zaak, die voorbijgangers of naar woningen wordt verboden. Het op den openbaren weg noo- deloos schreeuwen of eenig ander rumoer maken, is niet alleen als er van burenge rucht sprake is, maar ook zonder dat vol gens het ontwerp strafbaar. Een verbod is ook opgenomen betref fende het aansteken of dooven van straat lantaarns, en ook inzake het openen van straatroosters, deksels of afsluitingen, be- hoorende tot riolen, of gas- of waterlei dingen. Het zal verboden zijn glas, doorns of andere voor het verkeer gevaarlijke voor werpen, op den openbaren weg te werpen of, na daarop geworpen te hebben, te la ten liggen. Het is volgens het ontwerp een ieder, die duiven in eigendom of op an dere wijze onder zich heeft, gedurende een door B. en W. in het belang van den landbouw te bepalen en bekend te maken termijn, verboden één of meer duiven te doen uitvliegen of te laten uitvliegen. Tegen siraatfotogirafen en bedelende Arnemuidschc vrouwen. Het zal verboden worden op den open baren weg het beroep van fotograaf of eenig handwerk uit te oefenen, tenzij met vergunning van B. en W. Ook zal het ver boden zijn zich of anderen door woorden, gebaren, hinderlijk volgen of op eeniger- I loi andere wijze aan personen op te drin gen, kennelijk rae,t de bedoeling zich of j anderen door die personen te laten foto- grafeeren en dan door vragen, ophouden van de hand, roepen of op eenigerlei an dere wijze te bewegen of traohten te be wegen een belooning of een grootere be looning, dan reeds gegeven is, te geven. Inzake de dierenbescherming is een be paling ontworpen, waarbij het verboden is varkens, nuobtere kalveren, gevogelte of knaagdieren aan den staart, de huid of de ooren te vervoeren. Een volgend artikel is gericht tegen den hinder, die ondervonden wordt van gramofoon- en radio en verbiedt het aan houdend geluid maken, dat voor de om geving ernstigen hinder veroorzaakt. De ijssport zal door een wijziging ge diend zijn, want nu zal in de toekomst ook het beschadigen of ontreinigen van openbare ijsbanen, en van bakens, plan ken enz. verboden zijn evenals het be rijden of betreden van het afgezette ter rein voor een haidrijderij of ijsfeest, ten zij daartoe gemachtigd of voorzien van een toegangsbewijs. Het aangeven van een gevonden voor werp wordt thans verplichtend gesteld en wel zulks binnen 24 uur bij de politie. Het venten door bonafide kooplieden uit andere gemeenten is niet meer verbo den, als men voorzien is van een verkla ring ter zake van B. en W. der betrokken gemeente. Wel is verboden bij het venten op Zon dag of op andere dagen na des avonds 7 uur of voor 7 uur des morgens luidkeels te roepen of door middel van een bel of gong of op andere geruchtmakende wijze te trachten de aandacht te trekken. Het geldt hier o.a. de ijsventers, die ook Zon dags mogen venten volgens de wet, maar dat nu voortaan in stilte moeten doen. In verband met eventueele dreigende ongeregeldheden zullen B. en W. in bet belang van de vrijheid of veiligheid van het verkeer straten of wegen kunnen aan wijzen, waarop gedurende bepaalden tijd, gedrukte of geschreven stukken of afbeel dingen te verkoopen, te verspreiden aan te bevelen, aan te kondigen of bekend te maken, verboden is en ook met eenig voorwerp, bestemd tot het maken van propaganda of reclame, rond te gaan. Het zonder geleide of toezicht rond la ten loopen van honden tusschen des avonds 11 uur en des morgens 5 uur is verboden. Deze honden kunnen worden opgevangen en bij niet terugvordering met machtiging van B. en W. worden afge maakt. Blijkbaar gevaarlijke honden kun nen in die uren terstond door de politie worden afgemaakt. Nieuw is ook de bepaling, dat eigenaars van heggen, beplantingen, struiken of boomen, welke in of nabij kruisingen of bochten van openbare wegen het vrije uit zicht belemmeren, verplicht zijn op aan schrijving van B. en W. deze op aan te geven hoogte af te knippen of te hakken of wel op te snoeien. (Wordt vervolgd.) haar tot nadenken had gestemd, was het feit, dat Daphne haar nooit gevraagd had te komen logeeren. Het had mevrouw Dumas pijnlijk getroffen, maar nu be greep ze alles en ze had er groote moei te mee haar schoonzoon te vergeven, dat hij het leven van haar dochter zoo had vergald. Ze was nu voornemens het kleine kind je aan den invloed van Roger te onttrek ken. Als het kind aan zijn zorgen bleef toevertrouwd dan, daarvan was ze zeker zou het kind schromelijk verwaarloosd worden. Ze was daarom besloten Rogers toestemming te vragen om het kind mee naar haar huis te nemen. Maar hoe kreeg ze kans hem te spreken te krijgen? Dat was de groote moeilijkheid. Hij had zich zelf opgesloten sinds den morgen van, het overlijden van zijn vrouw, hij gebruikte zelfs zijn eten op zijn kamer, en behalve bij de begrafenis, had ze hem niet te zien gekregen hij had zelfs geweigerd haar te zien. Zij kwam tot de conclusie, dat haar eenigste kans was hem bij ver rassing te ontmoeten; waarom ze op een morgen, twee of drie dagen na de be grafenis van Daphne, de rooksalon bin nentrad met een ietwat angstig kloppend hart. Ze was bang voor haar schoonzoon, en wist niet welk een onthaal haar zou wachten. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1938 | | pagina 5