De Eerste Kamer over do Rijksbegrooting.
treffend
anbod
TENTIEN.
TEGEN DEN STROOM
JRG
Uit de Provincie
De bepalingen inzake de
vaccinatie.
AG NUMMERS.
iderom gelegenheid
at op 31 December
den voldaan.
PE ZEEUW van Maandag 27 Deo. 1937. Tweede blad.
De verkiezingen en de kabinetsformatie.
in 5 regels fl.—
namen onder den
0.20. Advertentiën
HT per postwissel
i geplaatst.
ADMINISTRATIE.
t U t L L El ON.
VLÏSSINGEN.
GOES.
ZUID-BEVELAND.
WALCHEREN.
NOORD-BEVELAND.
[DSOHE SPOORWEGEN
VAN GEND LOOS.
3 Januari a.«. zal het
stukgoederen van en
auiden, 's-Heer Arends-
ewedorp, alsmede naar
idrlksklndaren, door de
rlandsche Spoorwegen
sr dagelijkschen vracht-
In samenwerking met
r.O. geschieden,
naar Spoor-, Tram- en
na kan vervoer met
che bevrachting plaats
ien zendingen worden
:enoemde plaatsen veel-
besteld.
iden goederen kunnen
ngebracht en afhaal-
en aangenomen aan het
wedorp, alsmede bij
N, den tegenwoordigen
te Arnemuiden en
ÏR, E 53 te 's-Heer
I.
oer van wagenladingen
leren in afzonderlijke
rende dieren en lijken
ations Arnemuiden (be-
m Voertuigen), 's-Heer
(behalve Kermis- en
ms) en Lewedorp (be-
n Voertuigen) geopend.
blijft tevens geopend
stukgoed.
DE DIRECTIE.
;ember 1937.
agen van dienstperso-
kleine advertentie in
ad ƒ0.75, altijd doel-
mond aan Zee.
slf.
de verlengde Juliana-
g.
J. Albaris, Amster-
oet en P. F. de Waal,
Gebrs Janse, Nisse
dse f 43800; de Pagter
ïburg f 43650; W. J-
f43636; G. Hollema
osman f42900; J- M.
gen f42900; D. Lind-
:e f 42870; L. Walrave
42800; Priem Zoon,
F. Goedemond, Goes
e, Biezelinge f 41760;
f40900; Post en Ber-
>795; H. van Sabben,
d. Poel, Oudelande
Koeveringe, Schore
Verschenen is het voorloopige verslag
van de commissie van rapporteurs der
Eerste Kamer omtrent de algemeene be
schouwingen over de Rijksbegrooting
voor het dienstjaar 1938.
De Kabinetsformatie.
Achtereenvolgens werden de volgende
punten besproken:
le. verloop en resultaat van de kabi
netsformatie, alsmede de vraag, of aan
het tegenwoordige ministerie al dan niet
een parlementair karakter moet worden
toegekend;
2e. de houding van twee partijen, mede
in verband met de kabinetsformatie, en
3e. de vraag, of de vorming van een
ministerie, rustende op anderen grond
slag dan het huidige kabinet doet, niet
meer in 's lands belang ware geweest,
Wat het eerste punt betreft, zoo acht-
ten enkele leden het orthodoxe christen
dom, genomen als basis voor politieke
samenwerking, eene niet alleen gekun
stelde, doch ook verouderde constructie
en dus ongeschikt als grondslag voor
hedendaagsche kabinetsformatie.
Met den uitslag van de verkiezingen
achtten deze leden een en ander in vol
strekten strijd.
Dezen leden was het weliswaar bekend,
dat de heer Colijn samenwerking heeft
gezocht met vrijzinnig-democraten en libe
ralen, doch zulks is, naar zij vermeenden,
geschied op voorwaarden, welke de aan
gezochte personen om des beginsels wille
niet konden aannemen.
Enkele andere leden wenschten zich te
bepalen tot het uitspreken van de hoop,
dat het kabinet zich zou onthouden van
het nemen van maatregelen, welke de,
in den volke bestaande, tegenstolllngen
zouden verscherpen.
Verscheidene leden opperden tegen de
evengenoemde basis het bezwaar, dat
daarbij wederom een scheiding wordt ge
maakt tusschen de volgelingen van de
„positief-christelijke" partijen en de an
dersdenkenden, wien daarbij min of meer
een stempel van minderwaardigheid op
het voorhoofd wordt gedrukt.
De verschillen nu tusschen de regee-
ringspartijen ten opzichte van essenti-
eele onderwerpen van regeeringsbeleid
achtten deze leden zoo groot, dat huns
inziens het ministerie niet in staat zal
zijn veel constructieven, vruchtbaren ar
beid te praesteeren.
Eenige leden gaven als hun gevoelen
te kennen) dat uit den uitslag van de
verkiezingen huns inziens had moeten
volgen óf het aanblijven van het vorige
kabinet-Colijn, of de vorming van een
ander ministerie-Colijn met sterkeren in
slag, van „eenheid door democratie".
Verscheidene leden verklaarden dit ka
binet met vertrouwen tegemoet te treden,
omdat zij met den principiëelen grond
slag ervan konden instemmen. Zulks
sloot niet uit, dat zij betreurden, dat het
niet is mogen gelukken, op de gekozen
basis medewerking te verkrijgen van
eenige vooraanstaande politieke figuren,
niet behoorende tot de rechterzijde.
Wat de formatie zelve betreft, beperk
ten deze leden zich tot het betuigen van
instemming met de door den formateur
gevolgde methode, alleen met de uitge-
noodigde personen en niet met de frac
ties overleg te plegen.
Wat nu betreft de van verschillende
zijden tegen de formatie en de kabinets
basis ingebrachte bezwaren, zoo werd
allereerst betoogd, -iat bij de beoordee
ling daarvan niet moet worden gerekend
met den directen uitslag der verkiezingen,
doch met de samenstelling van de Kamer
als gevolg van de gehouden stemmingen.
Tegen de stelling, dat tusschen de drie
rechtsche groepen onderling op zekere
punten verschil van opvatting bestaat,
werd aangevoerd, dat tusschen dezelfde
partijen eenstemmigheid heerscht aan
gaande de essentialia, naamelijk de be-
ginselvragen.
Geenerlei splitsingsgedachte heeft hij de
kabinetsformatie voorgezeten, doch de
wensch, eenen positieven grondslag voor
samenwerking te leggen hetgeen mede
hierom van zoo groot belang is, aange-
door E. R. G a r r a 11.
Uit het Engelsch.
60-) -o-
»Hij was altijd verlegen in gezelschap
an vrouwen," antwoordde de ander, „en
'naakte uit verlegenheid vaak de meest'
belachelijke opmerkingen. Maar ik wist
niet, dat hij nu in zulke moeilijke om
standigheden verkeerde 't komt omdat
jaren niets van hem had gehoord,
hl is je neef, zooals je zei?"
i.Ja, hij is mijn oudste neef. Nu, ik
''Oor mij geloof, dat een belofte onder
6Z® omstandigheden moeilijk te houden
ïf'iic was' moet i® weten, met1 niet ten
olie bewust, wat het beteekende; had hij
et geweten zonder twijfel zou hij de zaak
nclers aangepakt hebben. Hij is een ty
pische figuur maar, hij is een eeuw
laat geboren, naar 't mij voorkomt. Ik
eb met hem uren geargumenteerd, maar
b verklaart, dat het een belofte was, die
iet gebroken mag worden. Verbreking
zou zonde zijn."
»H,ij voelt nogal religieus aan, niet?"
j'w is een buitengewoon beste, rid-
r Ike kerel, en heeft een zeer hooge
zien nu onderwerpen, die onder het vo
rige ministerie juist om wille van den
t breederen grondslag, waarop dit steunde,
niet in behandeling konden worden ge
nomen, thans tot regeling kunnen wor
den gebracht, zooals bijvoorbeeld het hu
welijksgoederenrecht en de kwestie van
artikel 177 der Indische staatsregeling.
Wat aangaat de kwestie, of aan dit
kabinet al dan niet oen parlementair
karakter moet worden toegeschreven, wa
ren eenige leden van oordeel, dat wij
hier inderdaad hebben te doen met een
parlementair ministerie.
Defensie.
Eenige leden, die tot dusverre hunne
stem aan hoofdstuk 8 der rijksbegroot-
ting hadden onthouden, verklaarden
thans voornamelijk met het oog op
den gespannen internationalen toestand
bereid te zijn, hunne medewerking te
verleenen aan de totstandkoming van
maatregelen ter versterking van onze de
fensie. Zulks sloot evenwel niet in, dat
zij alle voorstellen, dienaangaande door
de regeering gedaan, aannemelijk achtten.
Andere leden, behoorende tot dezelfde
politieke groep als zij, wier opmerkingen
hierboven zijn weergegeven, verklaarden
op principiëele gronden landsverdediging
te verwerpen.
Het standpunt der vrljzlnnlo-
democraten.
Enkele leden achtten het gewenscht,
het ook door hen aanvaarde stand
punt, dat de vrijzinnig-democratische
bond ten opzichte van het defensievraag-
stuk inneemt, nader toe te lichten.
De leden van dien bond zijn het hier
over eens, dat de voorstellen, door de
regeering thans gedaan, te ver gaan.
Tal van sociale belangen laat men
thans onverzorgd, ten einde de beschik
bare gelden te kunnen besteden voor de
defensie.
Sommige leden betoogden, dat Neder
land thans de wrange vruchten plukt van
een vroegere politiek, toen, deels onder
zekere invloeden, deels door al te groot
vertrouwen in het werk van Genève een
eenzijdig pacifisme, een primair belang
als de defensie ernstig werd verwaar
loosd.
Ten stelligste betwistten deze leden, dat
ons land niet in staat zou zijn, de ter
versterking van onze weermacht vereisch-
te lasten te dragen.
De verdediging van Neder-
landsch-lndië.
Verscheidene leden bepleitten een zeer
krachtige verdediging van Nederlandsch-
Indië. Zij waren beducht, dat de regee
ring in de eerste plaats aandacht schenkt
aan de verdediging van ons grondgebied
in Europa.
Vast staat immers, dat het materiëel,
thans in Nederlandsch-Indië aanwezig,
voor de verdediging van het rijksgebied
aldaar ten eenenmale onvoldoende is.
Het financieele beleid van de regeering.
Vele leden betuigden hun onverdeelde
instemming met het financiëele beleid
van de regeering. De toestand des lands
eischt ook huns inziens vooralsnog het
betrachten van de grootst mogelijke zui
nigheid, als gevolg waarvan tal van wen-
schen, op zichzelf beschouwd gerecht
vaardigd, voor verwezenlijking thans niet
in aanmerking kunnen komen, te min
der nu de defensie een bedrag van f 64
millioen vordert, waarvan slechts f20
millioen door belastingverhooging zal
worden verkregen.
Enkele leden, die zich voor het overige
met het financiëel regeeringsbeleid kon
den vereenigen, betreurden nochtans, dat
voor de uitbreiding van. de
ouderdomsverzorging geen gel
den zijn uitgetrokken. Zij achtten zoo
danige uitbreiding een bij uitstek christe
lijk desideratum, dat dient te worden
ingewilligd, desnoods ten koste van het
sluiten der begrooting.
Eenige leden waren van oordeel, dat
deze begrooting niet getuigt van goed
financiëel beheer. Wordt op dien weg
voortgegaan dan snelt hun inziens de
Nederl. staat zijn bankroet tegemoet.
opvatting van plichten. Maar er is meer
dan dit. Wat deze zaak betreft, ik ben
van oordeel, dat hij veel verder gaat dan
noodzakelijk, zelfs goed is. Denk eens
welk een nuttig lid van de soos hij zou
zijln als daar niet was die fatale band,
die hem zulks verhinderde. Welk een toe
komst zou hij hebben wanneer hiji in de
politiek ging of zich op de een of andere
manier voor de maatschappij verdienste
lijk maakte. Maar niets kan hem bewe
gen haar alleen te laten. Zijn heele leven
wordt bedorven door die vreeselijke
vrouw. Hij zit op „Beltwood" opgesloten,
het eene jaar in het andere uit, zonder
ooit een sterveling te zien."
Daar Katharina's buren zich niet de
moeite gedaan hadden op gedempten toon
te spreken, had zij met eenige belang
stelling naar 't gesprek geluisterd, toen zij
den naam „Beltwood" hoorde overtoog
oen blos haar wangen.
Het regende, maar zij wilde nu liever
niet langer blijven zitten; zij wenschte
haar gedachten den vrijen loop te laten;
zij wilde nog eens overdenken wat zij ge
hoord had en zich een meening vormen
over wat het gesprek inhield; ze stond
daarom op en wandelde naar een box,
die uitzicht bood op Paignton, welke box
hoewel niet zoo droog als de andere toch
beter was dan niets.
Daar zat zij thans diep in gedachten.
De oudheidkamer ie Brouwershaven.
Te Brouwershaven bestaan plannen
voor de stichting van een oudheidkamer
Deze zou dan voorloopig worden onder
gebracht in het oude stadhuis,
Burgemeestersbenoeming.
Bij K. B. is met ingang van 1 Januari
1938 benoemd tot burgemeester der ge
meente Waterlandkerkje, de heer H. de
Haan.
De nieuwe burgemeester van Water
landkerkje is geboren 12 Juli 1903. Hij is
thans ambtenaar ter gemeentesecretarie
van Leerdam.
Besmettelijke ziekten.
In de week van 12 tot en met 18 De
cember kwamen in onze provincie 7 ge
vallen van besmettelijke ziekten voor, n.l.
2 gevallen van roodvonk in elk der ge
meenten 's Gravenpolder en Oost- en
West-Souburg (beide in één gezin),
een geval te Heinkenszand en Hoede-
kenskerke en één diphteriegeval te Vo
gelwaarde.
Eervol ontslag.
Ged. Staten hebben met ingang van 1
April 1938, op zijn verzoek, eervol ont
slag verleend aan den heer J. J. Kerk-
meijer, adjunct-commies ter provinciale
griffie, zulks mot dankbetuiging voor zijn
langdurige diensten.
De heer Keikmeijer trad 1 Oct. 1893
in dienst en werd met ingang van 1 Jan.
1908 adjunct-commies.
Vreemde manieren. Bij de
politie alhier kwamen de laatste maan
den geregeld klachten binnen van men-
schen, die hun rijwielen een oogenblik
onbeheerd hadden gelaten en dan tot de
minder aangename ontdekking kwamen
dat hun fiets was verdwenen. Bijna al
deze rijwielen werden later teruggevon
den, meestal te Souburg, waar zij maar
ergens waren neergezet.
Het is de politie gelukt den dader te
grijpen. Het bleek te zijn een 12-jarigen
jongen, wonende alhier en werkzaam te
Souburg. De fiets van den jongen was
kapot en daar hij geen geld had voor
reparatie, gebruikte hij maar steeds een
onbeheerd staand rijwiel om naar zijn
werk te gaan, welk rijwiel hij dan te
Souburg maar ergens neerp'antte. Op
één dezer fietsen had een regenjas ge
zeten, welke jas de jongen zich had toe
geëigend. De jas werd in zijn woning
aangetroffen. De jongen is aan het bu
reau van politie in bewaring gesteld.
(M. C.)
De heer L. A. van Opstal, die be
noemd was verklaard tot lid van den
Raad in de vacature-Simons, heeft die
benoeming niet aangenomen.
Als opvolger zal nu benoemd verklaard
worden de heer J. van der Voort, die in
middels uit Goes is vetrokken. Hierna
komen achtereenvolgens aan de beurt de
heeren A. Baars en P. Chamuleau.
Wemeldinge. Onder voorzitterschap van
den heer Chr. Glerum werd de algemeene
vergadering der Oranjevereeniging ge
houden. Uit het jaarverslag van den pen
ningmeester, den heer Van Moort, bleek,
dat over het afgeloopen boekjaar was ont
vangen f 628,82%. uitgegeven f 591,87, al-
zoo een goed slot van f 36,95%.
Het volgende punt betrof de periodieke
aftreding van de heeren Joh. Felius, Adr.
Lindenbergh Pz., A. de Bruijn en wegens
bedanken van den heer P. J. Keijzer
wegens vetrek uit deze gemeente. Eerst-
genoemden, Felius en Lindonbergh, wer
den herkozen, terwijl in de vacature van
A. de Bruijn, na vele stemmingen en her
stemmingen gekozen werd de heer S.
Pagter. In de vacature van Burgemeester
Keijzer werd gekozen de heer P. J. J.
Dekker Wz.
Nu volgde bespreking feestviering ter
gelegenheid van de a.s. blijde gebeurte
nis in het Koninklijk Huis. Volgens het
ontworpen plan zouden bij het vernemen
van het heuglijk bericht, indien het tijd
stip daarvoor geschikt is, vreugdescho
ten worden gelost, schoolkinderen wor
den getrakteerd en een lichtstoet worden
D'at de beide mannen met elkaar ge
sproken hadden over mijnheer Delacot en
diens zaken, bad zij diiect begrepen toen
zij den naam „Beltwood" hoorde noemen
Dat zijn neef een hooge gedachte van hem
bad, herinnerde zij zich met een gevoel
van blijdschap. Hij had gezegd, dat hij
een beste, ridderlijke figuur was, eeD
hooge opvatting had van zijn plichten en
tot geen prijs zijn woord wilde breken. Ze
dacht na over alles wat de man over
mijnheer Delacot gezegd had, 'tgaf haar
een bevredigend gevoel te kunnen consta-
teeren, dat haar meening over hem niet
onjuist was en zij was er blij om, dat zij
ondapks de sombere geruchten die door
Doris tot haar over hem waren gekomen,
en ondanks de lasterpraat, die er over
hem was rondgestrooid was in zijn
vriendschap was blijven deelen en zelf
nooit getwijfeld had aan de waardigheid,
de eerlijkheid van zijn persoon.
Zij was in hem blijven gelooven on
danks alles wat ze over hem had gehoord.
Maar wat beteekende die belofte van
hem, wat die fatale hand waarmee hij
met verlies van veel anders wat hem eer
en aanzien had kunnen bezorgen, was
gebonden, en die hem zijn leven zoo moei
lijk maakte, eigenlijk had bedorven? Kon
dat gelaat voor het raam, dat zij gemeend
had te hebben gezien op den bewusten
dag, nu enkele maanden geleden, toen zij
georganiseerd. Een en ander zal worden
opgeluisterd door de Muziekgezelschap
pen „O.K.K." en „Concordia".
Kapells. Mej. C. KI. te Biezelinge had
het ongeluk zoodanig te vallen, dat ge-
naesikundige hulp moest worden inge
roepen. Een armbreuk werd geconsta
teerd.
St. Laurens. Donderdagavond verga
derde de afdeeling der Z.L.M. alhier on
der voorzitterschap van den heer Joh.
Marinissen. Mede aanwezig waren do
heeren Mr M. C. van der Minne, C. Fran
se en M. Kleinepier, respectievelijk voor
zitter, vice-voorzitter en secretaris van
den kring Walcheren.
Na afdoening der huishoudelijke werk
zaamheden, waarin o.m. besloten werd
aan de rundveekeuring en de te houdeu
ploegwedstrijd de gewone jaarlijksche bij
drage te verleenen, werd door den heer C.
Franse een lezing over de Pachtwet ge
houden. Verschillende vragen daarover
werden door spreker beantwoord.
Naar aanleiding van het veelvuldig
voorkomen van mond- en klauwzeer,
mede in verband met het bestrijdingsmid
del daartegen van den heer van den Berg,
deelde Mr v. d. Minne mede, >an dieren
arts Bom vernomen te hebben, dat de
breed opgezette verwachtingen in West-
Brabant op niets uitliepen.
De heer M. Kleinepier besprak de be
langen van den zuivel en de veehouderij
en bracht inzonderheid naar voren de
noodzakelijkheid om te komen tot oprich
ting van controle-, stieren- en fokvereeni-
gingen.
Blggekerke. Donderdagavond vergader
de de afd. van de Z.L.M. onder voorzit
terschap van dhr L. Simonse Lz. Sr. Be
sloten werd voor een bedrag van f2,50
toe te treden als begunstiger van het
musschengilde. Voor het jaar 1938 wer
den de volgende subsidies toegekend: a.
f 2,50 voor een te houden ploegwedstrijd;
b. f 5 voor een te houden veekeuring.
De begrooting voor 1938 werd vastge
steld op een bedrag van ontvangst en uit
gaaf van f 162.
Herkozen werd het aftredend bestuurs
lid dhr L. Simonse. Op de te houden
jaarvergadering zal als spreker worden
uitgenoodigd Ir Koopman te Zierikzee.
Dhr Philipse, directeur van de Coop.
„Eiland Walcheren" besprak de andere
(nieuwe) werkwijze van de coöperatie.
Door dhr Ir Ovinge werd vervolgens
een lezing gehouden over: De pachtwet"..
Elen drukke gedachtenwisseling volgde.
Serooskerke (W.). Vrijdagavond kwam
onder leiding van dhr W. de Buck van
Meliskerke de Vereen, van Oudleerlingen
afd. B.V.G. bijieen.
Dhr Jac. Sanderse sprak over „Zuivel
bereiding op de boerderij'".
Een drukke gedachtenwisseling volgde.
Verschillende zaken het organisatieleven
betreffende werden bespraken en ge-
geld.
Meliskerke. Woensdag vergaderde de
Raad voltallig. De Commisie voor het
streekplan heeft een schrijven ingezon
den, waaruit blijkt, dat deze gemeente
voor dit doel moet betalen in '27 f 0,90
en in '38 f15.
Op voorstel van B. en W. wordt beslo
ten om bij de Vereen, van Ned. gemeen
ten een verzekering aan te gaan tegen
fraude-risico.
De N.V. Bank voor Nederl. gemeenten
bericht, dat voor gelden in deposito boven
10 ten 100 van de loopende begrooting
geen rente meer zal gegeven worden, zoo
lang de rentestandaard zoo laag blijft.
Een verzoek van Ged. Staten wordt in
gewilligd om een verordening vast te stel
len tot het heffen van leges op en voor
het verstrekken van inlichtingen uit het
bevolkingsregister.
De heeren D. Kodde, Zoutelande; Jan
Poppe en T. Louws te Meliskerke en
C. en J. van Keulen te Biggekerke heb
ben bezwaar tegen hun schoolgeldaan
slag en vragen ontheffing voor 1937.
Deze verzoeken worden met de stem
van de heeren Francke en de Visser tegen
afgewezen.
Rondvraag: Dhr Dekker vraagt
naar de voorbereidende werkzaamheden
van B. en W. betreffende de uitvoering
van den te bestraten weg a.s. voorjaar.
met den eigenaar van „Beltwood" langs
het buiten wandelde, er werkelijk zijn ge
weest? En aan wie behoorde dat gelaat?
Soms aan die „vreeselijke vrouw" over
wie zij gesproken hadden? Welke relatie
bestond er tusschen haar en mijnheer
Delacot?
Katharine herinnerde zich, dal hij, die
gemeend had, dat mijnheer Delacot het
volste recht had, zijn belofte te breken,
de knapste van de twee mannen was. Er
was iets ferms geweest, heide in zijn
woorden en in zijn houding' en hij had
het voorkomen van een besten man, die
ten volle achting verdiende. Waarom was
hij er niet in geslaagd mijnheer Delacot
te bewegen zijn eens gegeven belofte terug
te nemen?
Over al deze vragen dacht Katharine
na. Eerst was zij pijnlijk getroffen door
de gedachte aan de aanwezigheid van een
vrouw op „Beltwood", maar nu ze alles
en alles nog eens overdacht, veranderde
zij als spoedig van opinie en bleef zij
slechts zich afvragen aan wie hij een be
lofte gedaan had en wat die inhield.
Toen zij de box verliet en haar oogen
naar de haven wendde, zag zij een regen
boog de haven overspannen. Zij stond
stil, vol van bewondering. En terwijl zij
er naar keek, vervulde een gevoel van
geluk en rust haar hart, want had ze ook
zoo juist nog niat gehoord uit den mond
Voorloopig verslag der Eerste Kamer.
Blijkens het afdeelingsverslag der Eer
ste Kamer over het ontwerp van wet tot
verlenging van den geldigheidsduur van
tijdelijke bepalingen betreffende de vacci
natie, verklaarden verscheidene leden te
betreuren, dat een voorstel tot nieuwe re
geling van den vaccinatieplicht nog steeds
uitblijft.
Zij spraken de hoop uit, dat althans in
den loop van het aanstaande kalender
jaar die regeling tot stand zou komen,
aangezien een spoedige oplossing van
deze aangelegenheid voor de volksgezond
heid van essentieel belang moet worden
geoordeeld.
Sommige andere leden drongen even
eens op oen zeer spoedige oplossing aan,
onder verwijzing naar het verontrustend
aantal niet-gevaccineerden ten onzent,
dat de 2.000.000 nadert. Niettemin waren
zij ditmaal nog bereid hun stem aan dit
wetsontwerp te geven.
Eenige leden achtten de Regeering ten
aanzien van de oplossing van het vacci-
natieprcbleem ernstig in gebreke.
Ettelijke leden "keurden het voornemen
der Regeering, een staatscommissie in te
stellen ter bestudeering van het vaccina-
tievraagstuk af. Zij zagen daarin opnieuw
uitstel van een zoo dringend noodzake
lijke definitieve oplossing van dat vraag
stuk.
Vele leden verklaarden het standpunt,
door den Minister te dezer zake ingeno
men, te deelen.
De voorz. geeft inlichtingen over de
opdracht tot het maken van een bestek
door een deskundige. Definitief is er nog
niets.
Een wijdloopende bespreking volgt hier
op, waarin alle raadsleden het eens zijn,
dat de werkloozen zooveel als mogelijk
is bij de uitvoering moeten worden te
werk gesteld en dat verder de verdiensten
zooveel mogelijk moeten blijven in de
gemeente.
De heer de Buck vraagt naar het aan
tal werkloozen en wat voor deze te doen
is in de komende weken.
De voorz. zegt, dat er momenteel nog
weinig zijn, en somt verder op wat de
plannen zijn en wat reeds is gedaan.
De voorz. geeft nog kennis, dat het
Oranjecomité gevraagd heeft om een bij
drage om de kinderen te tracteeren, als
een Prins of Prinses wordt geboren. Hij
stelt voor f 0,25 per kind te geven. De
wethouders zijn er niet voor. Deze willen
wachten tot het regeeringsjubileum a.s.
zomer. Daarom is het geen voorstel van
B. en W. Dhr de Buck wil dit bedrag
verhoogen tot f 50 in totaal. Er zijn 140
kinderen. Dit wordt aangenomen met de
stem van de wethouders tegen. Hierna
sluiting.
Wlssenkerke. Gemeenteraad. Ha
ven te Kamperland aange
kocht. Donderdag vergaderde de ge
meenteraad voltallig. De collecte voor het
kleeding-, schoeisel- en dekkingsfonds had
f 87 opgebracht.
Een adres van de erven J. Fortuin be
treffende het door B. en W. genomen be
sluit, inzake het houden van dieren on
der het vergaderlokaaltje van de Geref.
Kerk lokte een lange bespreking uit. B.
en W. hadden voor de verkooping van
het betrokken perceel de adressanten met
hun besluit tot het verbieden van mest-
verzameling op de hoogte gebracht. De
adressanten meenden dat hierdoor de
^erkoopswaarde van het betrokken per
ceel zeer was gedaald. Le voorzitter
lichtte het besluit van B. en W. nader
toe en zeide dit besluit te handhaven, on
geacht of het adres door den raad voor
kennisge ing werd aangenomen of niet.
li'hr Meulenberg informeerde, hoe het
zal gaan met den mestput van wethouder
van der Maas en van D. Fortuin. De voor
zitter zegt: daar wonen geen menschen
boven.
Met 8 tegen 3 st. werd het adres voor
kennisgeving aangenomen.
Op voorstel van B. en W. werd even
als vorig jaar de brandstoffenbjjslag be
paald op f 1 per week.
Le Kerstgave lekte eenige bespreking
uit, maar tenslotte werd besloten even
van de beide mannen, dat de God, Die ook
de regenboog zond, was de God van haar
besten vriend?
HOOFDSTUK XXII.
Molly verzet zich.
„Wel Frank, wat heb je voor nieuws.
Knapt ze op?"
Dokter Young antwoordde eerst niet.
't Was ook niet noodig want zijn vrouw
las het antwoord op zijn gezicht.
„Ze is ernstig", zei ze; „zeg me, is er
geen hoop?"
Dokter Young volgde zijn vrouw naar
de eetkamer, waar de late maaltijd hem
wachtte, en de deur sluitend, zei hij rus
tig:
„Ze is stervende; er is voor haar geen
hoop meer".
Hij ging werktuigelijk zitten en schoof
zijn stoel van de tafel weg.
„Het is wel zoo droef mogelijk", zei hij.
„Is zij: bij bewustzijn?"
„Zoo nu en dan; en dan merkt men,
dat zij in vroeger dagen veel van haar
man moet gehouden hebben. Zijn naam is
doorloopend op haar lippen".
„Arire mevrouw Maitland! Hoe is
't met haar kindje?"
(Wordt vervolgd.)