WYBERT
Dagblad voor de Provincie Zeeland
EERSTE BLAD
DE LEERLINGENSCHAAL.
De strijd in China.
Handelsbetrekkingen
Italië-Nederland.
Belangrijkste Nieuws
DONDERDAG 23 DEC 1937
52e JAARGANG No. 72
Uitgave: N. V. Uitgevers - Maatschappij
„Luctor et Emergo" ter exploitatie van
het blad „De Zeeuw"
Thans ook
met menthol-smaak!
VR A-ANTI VRIE S
Bureaux Lange Vorststraat 7 0, Goes
Postrekening 44455 Telefoon 11
Bijkantoor Middelburg: Fa. Boekhandel
J, J. FANOY, Lange Burg 40. Telefoon 28
Directeur - HoofdredacteurR. ZUIDEMA
Abonnementsprijs.f3.50 per kwartaal
Weekabonnementen voor Middelburg
Goes en VHssingen f 0.20
Losse nummers 5 cent
Advertentiën 30 cent per regel
Ingezonden mededeelingen 00 cent per regel
Kleine Advertentiën Dinsdags en Vrijdags
f 0.75 bij vooruitbetaling
Advertentiën onder letter of motto
10 cent extra
Bij contract belangrijke korting
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
Onder groote belangstelling de tri
bunes waren overvol beeft gisteravond
Minister Slo-temaker de Bruine, -de in de
Tweede Kamer gemaakte opmerkingen
over de begrooting van Onderwijs, speci
aal wat betreft de leerlingenschaal, be
antwoord.
Zij, die gehoopt hadden dat de Minis
ter een tegemoetkomende houding zou
aannemen, zijn teleurgesteld.
Dewenschelijkheid van ver
laging der leerlingenschaal werd volmon
dig toegegeven. Maar alles wat wensche-
lijk is, is daarom nog niet m o g e 1 ij k.
Hierbij werd o.a. herinnerd aan de posi
tie van hen, die tengevolge van de crisis
buiten de verzekeringswetten vallen.
Verhooging van de leerlingenschaal
wordt ook door de Regeering wenschelijk
geacht, maar en hierin is het geheele
Kabinet homogeen onvermijde
lijk is zij niet.
Het eenige wat werd toegezegd was
dan ook, dat bij' gunstiger stand van
's Rijks financiën een matige verbe
tering van de leerlingenschaal in 'het
eerste gelid zal staan.
Ook voor het door den heer Tilanus ge
opperde denkbeeld: om de kweekelingen
met akte beter: onderwijzers zonder
aanstelling I een matige salarieering
mogelijk te maken bleek de Minister niet
te vinden.
Dit antwoord kwam na de voorafgegane
schriftelijke behandeling niet onverwacht.
Toch was een groot deel der Kamerleden
zichtbaar teleurgesteld.
Tot de indiening van een motie kwam het
evenwel niet, omdat van te voren vast
stond, dat daarvoor geen meerderheid
zou zijn te vinden.
En ook de leden, die er geen bezwaar
tegen hebben bij motie een wetsontwerp
te bestellen, beseffen terecht, dat geen
motie in dit geval beter is, dan een ver
worpen motie.
Mogen de omstandigheden spoedig zóó
zijn, dat wat algemeen wenschelijk wordt
geacht, althans ten deele mogelijk blijkt.
.csgsSay\
TWEEDE KAMER.
LANDBOUW EN LANDBOUW
CRISISFONDS.
Be Kamer heeft gisteren de behande
ling van de landbouwzaken voortgezet.
Be heer Hilgenga (S.D.) vraagt toe
kenning van den vrijen Zaterdagmiddag
aan het personeel van de diensten van
staatshöschbeheer. Spr. is verheugd, dat
de minister zijn aandacht wil schenken
aan werkverruiming ten platte-
lande. Be emigratie mag bij dit stre
ven niet worden vergeten. Daarnaast zul
len industrialisatie en splitsing van be
drijven als middelen moeten worden aan
gewend.
De toestand der landarbeiders
vraagt om spoedige voorziening. Het
loonpeil is veel te laag en staat niet in
verhouding tot de vakbekwaamheid en tot
de kosten van levensonderhoud.
De heer Van den Heuvel (A.R.)
spreekt zijn instemming uit met de uit
breiding van het landbouwonder-
w ij s. Zou de minister aandacht willen
schenken aan den achterstand van h«t
protestantsch-christelijk lagere landbouw
onderwijs?
Spr. meent, dat de minister te veel hef
fingen heeft prijsgegeven. Het doel van
de crisiswetgeving is het bedrijf in stand
te houden. Dat wil zeggen, dat het be-
i, blijven bestaan op een wijze,
welke niet al te veel sociaal onrecht mee
brengt. Dit is niet steeds mogelijk ge
weest. Onder meer zijn de loonen der
landarbeiders te laag gezonken. D'aarvan
neeit spr. de regeering nooit een verwijt
gemaakt, doch nu tal van inkomsten van
net landbouwcrisisfonds worden prijs ge
geven, meent spr., dat hier verder is ge-
^an re<^eihkheid eischt.
de minister, eer hij weer overgaat
i ji?' PWen van inkomsten voor het
andbouwcrisisfonds, overwegen, of de
Pi'ijs verhooging in bepaalde gevallen niet
de voorkeur verdient15 Bij de onderhan
delingen over collectieve arbeidsovereen-
omsten behooren de boeren zekerheid te
ebben, dat de loonsverhoogingen, die zij
zouden willen toekennen, ook mogelijk
zyn.
D'e heer Ruiter (R.K.) constateert
met dankbaarheid, dat het doel der land-
bouwcrisiswet is bereikt, doch ook niet
meer. Duizenden zijn van den ondergang
gespaard doch zijn zwaar gehavend.
Spr. vraagt den minister: wat is nu
de bedoeling? Zoo de landbouwcrisiswet
slechts voor crisisdoeleinden mag worden
aangewend, wat zal dan van regeerings-
wege worden gedaan om onzen landbouw
blijvend te organiseeren, zoo, dat gij een
loonenden arbeid in dezen bedrijfstak
voor de toekomst verzekerd acht?
De beer E b e 1 s (V.D.) zegt, dat men
in de Noordelijke provinciën prijs stelt
op de zelfstandigheid der paardenstam
boeken.
Alles moet er op gericht zijn voor den
landbouw een blijvende welvaart te ver
krijgen.
Zoolang de wereldmarktprijzen niet
omhoog gaan zullen we hier een prijsre
geling van landbouwproducten noodig
hebben. Daarom is het beter zich nu maar
los te gaan maken van bet begrip „cri
sis". Met name in den tuinbouw is het
prijspeil onvoldoende. Een nadeelige fac
tor is, dat de pachten en grondprijzen
nog ver boven het oirbare uitgaan. Eir
moet gestreefd worden naar afvloeiing
van de overtollige arbeidskrachten in den
landbouw naar andere bedrijven. De mi
nister stelle een staatscommissie in ter
bestudeering van het vraagstuk der
grond- en pachtprijzen, bet be
langrijkste agrarische vraagstuk van de
zen tijd.
De beer Van Houten (G.D'.TJ.) zegt,
dat de crisismaatregelen nog onmisbaar
zijn.
Indien de crisismaatregelen achterwege
waren gebleven, zou er een ineenstorting
zijn gekomen, waarvan de gevolgen voor
de volksgemeenschap veel noodlottiger
zouden zijn geweest.
De teeltregeling eischt een controle van
staatswege, welke controle niet aan land
bouworganisaties kan worden overgedra
gen. D'e minister moet de touwtjes in
banden houden.
Spr. vraagt tegemoetkoming in den
nood der landarbeiders en steun aan de
landbouwboekh ondbur eaux
De beer Groen (R.K.) ziet in veel cri
sismaatregelen een brug naar een defini
tieve regeling van den landbouw, Spr. wil
ze niet permanent zien. De landarbeiders
ontvangen nog te lage loonen. Geen mid
delen tot verbetering van de loonen zul
len mogelijk blijken zonder een gunstige
prijsstelling.
Het zou onverantwoord zijn de crisis
maatregelen zonder meer te liquideeren.
Wat de steunregeling aan de kleine
boeren betreft, vraagt spr. een verbete
ring ten opzichte der leeftijdsgrens.
De oorzaak van den nood der „kleine
tuinders" is, dat deze menschen in jaren
geen behoorlijken prijs hebben gekregen.
Spr. is benieuwd, waarin de bijzondere
steunregeling aan den kleinen tuinder zal
bestaan.
D'e heer D' i e t e r s N.S.B.) richt zich
tegen productiebeperking, welke een leger
van ambtenaren eischt. Deze kan nooit
een middel tot verbetering zijn, evenmin
als de teeltbeperking.
Spr. bepleit een stelsel van beffingen
aan de grens ter bescherming van het
binnenlandsche prijspeil.
Hij spoort den minister aan tot afschaf
fing van den crisisrompslomp en de teelt
beperking.
D'e heer K e i s t e n (S.G.) noemt de
toekomst voor de jonge boeren somber.
Van de vestiging van industriën op het
platteland verwacht spr. weinig heil. Wel
licht is van emigratie meer te verwach
ten. Spr. bestrijdt de teeltbeperking. De
crisismaatregelen behooren te worden op
geheven. De minister late aan de bedrijfs-
genooten zelf over regelingen te treffen.
D'e heer Van Poll (R.K.) dringt aan
op verlaging der jachtrechten.
De vergadering wordt geschorst tot acht
uur
JAPANSCHE LEZING VAN HET
INCIDENT VAN DE „PANAY".
De woordvoerder van het departement
van buitenlandsche zaken heeft een voor-
loopig rapport bekend gemaakt van de
Japansche militaire autoriteiten betref
fende het incident van „Panay".
In bet begin van het rapport wordt ver
klaard, dat de Japansche militaire autori
teiten alles in het werk hebben gesteld
om de feiten na te gaan, maar dat ver
schillende legereenheden inmiddels over
een breed gebied verspreid zijn, zoodat
het onderzoek vertraagd wordt Voor
zoover tot dusverre kon worden gecon
stateerd zijn er wel Japansche soldaten
aan boord van de „Panay" gekomen,
maar met vriendschappelijke bedoelingen
en er zijn geen bewijzen gevonden, dat de
„Panay" doelwit is geweest van mitrail-
ieurvuur der Japanners.
In het rapport wordt .er vervolgens op
gewezen, dat de „Panay" aanvankelijk
voor een Chineesch schip werd aangezien
Toen de Japanners bemerkten dat de
„Panay" een Amerikaanseh schip was,
hebben zij de Japansche vliegers door
signalen trachten duidelijk te maken, dat
zij hun bombardement moesten staken. D'e
vliegers hebben deze seinen evenwel niet
opgemerkt.
Het rapport geeft dan in een uitvoerig
relaas een beschrijving van wat naar de
meening der Japansche autoriteiten ge
beurd is. Het vuur, dat van de Japansche
motorbooten was geopend, was niet be
stemd voor de „Panay", maar voor een
schip met Chineesche soldaten aan boord.
Misschien hebben kogels de „Panay" ge
troffen, er is echter nooit met opzet op de
„Panay" gevuurd. Dat Japansche mili
tairen aan boord van de „Panay" geko
men zijn, voor dat het schip zonk, is ge
schied met het doel zoo noodig hulp te
verleenen. Toen zij echter zagen, dat het
schip zonk en dat er zich niemand aan
boord bevond verlieten zij het schip spoe
dig weer. Kortom, aldus besluit dit rap
port, de daden der Japansche militairen
hadden geen enkele vijandelijke bedoeling
jegens bet Amerikaansche schip.
De krijgsverrichtingen.
D'e Japanners zijn er in geslaagd den
krachtigen tegenaanval ten Zuidwesten
van Sjanghai, tusschen het Taimeer en
Hangtsjau, tot staan te brengen. In een
mededeeling, die Reuter van Japansche
zijde heeft ontvangen, wordt gezegd, dat
de Chineezen, zij bet met moeite, konden
worden teruggedreven. De rechtervleugel
heeft Mokansjan, op 50 km ten Noord
westen van Hangtsjau veroverd, de lin
kervleugel belegert Tsjangan op 30 km
afstand van Hangtsjau.
Ook uit het district Nanking zijn Ja
pansche overwinningslberichten, ontvan
gen.
Uit Tsingtau wordt gemeld, dat thans
ook de nog niet verwoeste Japansche be
zittingen in brand staan en dat alle slaap
gelegenheden van het personeel der Ja
pansche textielfabriek eveneens zijn ver
nield. Nadat negen plunderaars waren
terechtgesteld en 200 gearresteerd, keer
de de rust weer.
CHINEESCH-RUSSISCHE SAMEN
WERKING.
Aanleg van een weg tusschen Toetsjoean
en Rusland.
Volgens een Chineesche mededeeling
werken zevenhonderdduizend werklieden
onder toezicht >an eenige duizenden in
genieurs en opzichters dag en nacht aan
een weg, welke de Provincie Toetsjoean
met de sovjet-Russische grens moet ver
binden en welke een lengte van bijna vijf
duizend kilometer zal hebben.
Wanneer deze weg gereed zal zijn zul
len wapentransporten uit de sovjetunie
in veertien dagen in China aankomen, in
plaats van in zes maanden, zooals tot nu
toe het geval is.
Dit gigantische werk wordt vergeleken
met den bouw van den Chineeschen
Muur.
H«t werk staat onder toezicht van
vele honderden Chineesche ingenieurs,
die in het buitenland hun opleiding heb
ben genoten. Er wordt de grootste spoed
betracht, doch niettemin gelooft men
niet, dat de werkzaamheden binnen kor
ter tijd dan eenige maanden gereed zul
len zijn.
Van Zeeland naar Londen uitgenoodigd.
Naar verluidt heeft de Britsche regee
ring den Belgischen oud-minister-presi-
dent Van Zeeland uitgenoodigd een be
zoek te brengen aan Londen in verband
met zijn economische opdracht.
Te Rome teksten van aantal accoorden
geparafeerd.
Gisteren hebben de Nederlandsche ad
junct-directeur van de handelsacooorden,
mr A. van Kleffens, en de Italiaansche
regeeringsvertegenwoordiger Giannini de
tóksten geparafeerd van een aantal ac
coorden, welke het handels- en betalings
verkeer tusschen Italië en Nederland ge
durende 1938 zullen regelen.
Te verwachten valt, dat deze overeen
komsten spoedig in werking zullen tre
den, daar de bestaande verdragen op 1
Januari zullen vervallen. Ongetwijfeld zal
aan den inhoud der nieuwe regeling, zoo
dra deze definitief van kracht is gewor
den, nadere bekendheid' worden gegeven.
Voorshands 'kon nog niet meer worden
medegedeeld, d'an dat de Nederlandsche
delegatie, die gisteravond is afgereisd',
zich niet ontevreden toonde over het be
reikte resultaat en daarvan een verdere
verbetering van de handelsbetrekkingen
meent te mogen verwachten.
ERNSTIGE SCHOUWBURGBRAND TE
BOEKAREST.
Paniek onder toeschouwers.
In bet grootste Variété-theater van
Boekarest de Vox-Eforie, brak gister
avond een brand uit, die snel naar bet
dak oversloeg.
Onder de toeschouwers brak een pa
niek uit, tengevolge waarvan vele perso
nen werden gewond.
Het aantal slachtoffers staat nog niet
vast, maar naar allen schijn zal het zeer
hoog zijn.
Nader wordt gemeld, dat het geheele
theater in vlammen is opgegaan, evenals
drie belendende perceelen. Vijftien perso
nen werden gekwetst, waarvan verschei
dene ernstig.
GEEN VERSTERKING DER
ENGELSCHE VLOOT IN HET
VERRE OOSTEN.
De Engelsche Kabinetsraad van giste
ren heeft vier en een half uur geduurd.
Naar verluidt hebben de ministers den
toestand in het Verre 'Oosten aan een
nauwkeurige beschouwing onderworpen.
D'e ministers zouden tot
de conclusie gekomen zijn
dat bet op het oogenblik
niet noodig is de vloot in
de Chineesche wateren
aanzienlijk te versterken.
Er zou alleen sprake zijn van het zen
den van slagschepen en zware kruisers
indien de Britsche belangen op ernstige
wijze zouden worden bedreigd. De minis
ters schenen niet ongerust te zijn over de
oogenblikkelijke situatie te Hongkong en
men vreest niet, dat de Japanners van
plan zijn het Britsche grondgebied te
schenden.
Korta Berichten.
Van de 18.400 taxi-chauffeurs in
New York zijn er 4300 in staking gegaan.
De Zuidwestkust van Korea is door
hevige stormen geteisterd. Zeshonderd
visschersschepen met een bemanning van
drieduizend personen zijn door den storm
meegesleurd. Onmiddellijk zijn reddings
vaartuigen uitgevaren, doch de hooge zee
maakt het zeer moeilijk hulp te bieden.
DE LICHTING 1938.
D'e minister van defensie heeft de sterk
te der ploegen bepaald van de dienst
plichtigen der lichting 1938.
Deze bedraagt per regiment infanterie
(waaronder het regiment Grenadiers en
het regiment Jagers begrepen) totaal 550
(vorig jaar 579) man, verdeeld als volgt:
Officiersopleiding: 15 (eerste ploeg 3,
tweede ploeg 12);
opleiding tot onderofficier-administra
teur: 6, allen van de eerste ploeg;
overigen: pl.m. 527 (eerste ploeg pl.m.
359, tweede ploeg pl.m. 168).
Van de totale lichtingsterkte der lich
ting 1938 (n.l. 25.917 man) is iets meer
dan de helft bestemd voor den dienst bij
de regimenten infanterie.
Treedt evenwel de in behandeling zijn
de wijziging van de dienstplichtwet in
werking, dan zal de totale sterkte der
lichting 1938 vier derde maal zoo groot
worden (34.556 man totaal). De sterkte
van elk infanterieregiment wordt dan
van de beide ploegen der lichting 1938
bijeengenomen, totaal 733 man.
STEUN AAN DE PLUIMVEETEELT.
De minister van Economische Zaken
heeft vastgesteld de crisis-steunbeschik-
king 1938 voor pluimvee.
Binnenland.
Geen wijziging van de leerlingenschaal.
De steun aan de pluimveeteelt.
De Tweede Kamer over de landbouw
zaken.
Het Nederlandsche initiatief inzake de
kwestie ItaliëAbessynië.
Een steunregeling voor kleine tuinders.
Buitenland.
Een weg van China naar Sovjet-Rusland.
ANTIROEST
I Vraagt Uw garagehouder
1 f 3.50 per 5 Iitef bus
De steun zal worden verleend over van
eigen bedrijf afkomstige, door fokkers en
houders van vermeerderingsbedrijven af
geleverde kuikens en voor broeden be
stemde eieren, die als zoodanig worden
gebriukt, met dien verstande, dat oen
kippenkuiken en een eendenkuiken zullen
gelden resp. voor P/a en 4 eieren en dat
de steun slechts zal worden verleend over
ten hoogste 25 eieren per op hel betrok
ken bedrijf op 1 Jan. 1938 in overeen
stemming met de voorschriften der cen
trale aanwezige goedgekeurde hen of
eend.
RADIO-RAAD EN RADIO-CONTROLE
COMMISSIE.
Voor het tijdvak van 1 Jan. 1938 tot
en met 31 Dec. 1941 zijn opnieuw be
noemd tot leden van den Radio-raad:
prof. mr P. S. Gerbrandy te Amsterdam,
tevens voorzitter; de beer L. J. Bakker te
Amsterdam; mevr. B. BoonVan der
Starp te 's Gravenhage; de beer A. J. da
Costa te Amsterdam; de heer D. Crom-
melin te Bloemendaal; mr B. de Gaay
Fortman te A'dam; de beer W. Graadt
van Roggen te Utrecht; mr P. J. A. Klee-
ne te Roermond; prof. dr J. Lindeboom
te Groningen; prof. W. Nolet te Amster
dam; prof. dr J. Schmutzer te Utrecht;
de heer J. W. de Vries te Amstelveen, mr
W. H. M. Werker te Amsterdam.
Voorts zijn opnieuw benoemd tot leden
van de Radio-Omroep Controle-Commis
sie: prof. mr P. S. Gerbrandy, tevens
voorzitter; mr W. J. Berger te 's Graven
hage, mr P. E. Briët te Leiden; mr J. Th.
G'oo'ssens te 's Gravenhage; mr E. N.
van Kleffens te 's Gravenhage; de heer J.
W. de Vries te Amstelveen; mr W. H. M.
Weriker te Amsterdam.
WAARSCHUWING INZAKE HET
GEBRUIK VAN EENDENEIEREN.
Wegens gevallen van paratyphus-
besmetting.
De afdeeling Volksgezondheid van het
ministerie van Sociale Zaken schrijft:
Nu en dan worden gevallen van paraty-
phusbesmetting bekend, veroorzaakt door
het gebruik van eendeneieren.
Om het optreden van deze ziekte door
het gebruik van eendeneieren te voorko
men, is het noodig voor direct gebruik
deze eieren bard te koken (8 minuten) en
ze in bakwaren slechts te gebruiken, in
dien deze hard gebakken worden.
Aangeraden wordt daarom: eendeneie
ren niet te gebruiken voor de bereiding
van pudding, vla, slagroommengsels e.d.
taartvullingen, zacht gebak, kortom: niet
voor eetwaren, welke niet of onvoldoende
verhit worden. Voor consumptie-ijs is bet
gebruik van eendeneieren verboden.
ERKENNING VAN SOUVEREINITEIT
VAN ITALIë OVER ABESSYNIë?
Vragen van den heer Wijnkoop.
Het Tweede Kamerlid Wijnkoop beeft
aan den Minister van Buitenlandsche Za
ken de volgende vragen gesteld:
Is het juist, dat de Nederlandsche Re-
Jgteering! bet initiatief nam of stappen
deed in deze richting, om de z.g. Oslo-
Staten of althans eenige Europeesche
regeeringen tot overleg te bewegen om te
komen tot de erkenning van de souve-
reiniteit van Italië over Abessinië?
Indien dit zoo is, wat is dan de reden
dat de Nederlandsche regeering een der
gelijk initiatief nam, terwijl de groote
mogendheden, bijl den Volkenbond aan
gesloten, wegens de daaraan verbonden
nadoelen, de erkenning nog steeds heb
ben geweigerd.
Is de Regeering niet van meening dat,
waar het zelfbeschikkingsrecht aan de
bevolking van Abessinië tegen haar wil
is ontnomen, een dergelijk optreden van
Nederland er toe leidt, de onafhankelijk
heid van kleine of zwakke staten meer
dan ooit in gevaar te brengen?