DE ZEEUW TEGEN DEN STROOM RHEUNATISCHE PIJNEN KWELDEN KLOOSTERBALSEM TWEEDE BLAD Nieuw licht op de Kabinetsformatie De democratie van Rusland. OUDEN HEER VAN 60 JAAR Dank zl| den KLOOSTERBALSEM Is hij nu weer kras en monter AKKER'S ORIGINEEL TER INZAGE Uit de Provincie. Het wereldkampioenschap Schaken. Wat ui deze week voorviel ZATERDAG 18 DEC. 1037, Nr 68. Dö vrijzinnig-democraten hebben allen i dusook hun leider, Mr Oud hun stem uitgebracht tegen het wetsontwerp tot wijziging van de Dienstplichtwet. „Het Vaderland", hierop in zijn over zicht wijzende, schrijft: „Het feit, dat ook Mr Oud en de zijnen in de contramine waren, doet de vraag rijzen hoe dat had moeten gaan, indien de V. D.-aanvoerder in het nieuwe Ka binet ware overgegaan. Dat hij alleen deze versterking van onze weermacht zou hebben tegen gehouden zal hij zelf niet gelooven. Resten de mogelijkheden, dat hij zich er bij zou hebben neergelegd, dat de fractie tegen haar leider-minister zou hebben gestemd, dat de fractie om der wille van haar leider zou zijn meegegaan ofdat bij voortzetting van de onder handelingen tusschen den formateur en zijn oud-ambtgenoot van financiën diens toetreding tot het Kabinet op het mili taire program zou afgestuit zijn. Alles veronderstellingen, welke tot de conclusie leiden, dat Mr Oud c.a achteraf er niet om behoeven te treuren, dat de „positief- christelijike beginselen" tot een breuk heb ben geleid De „Maasbode" merkt hierbij op: „Ook wij meenen, dat dit tegenstemmen eenig licht werpt op de Kabinetsformatie. Verklaarde ook de formateur niet, dat er, behalve het bezwaar tegen de posi- tief-christelijke formule, nog bezwaren waren van zakelijken aard? Als men zich nu herinnert, dat de Li beralen, die voor het wetsontwerp stem den, bij de Kabinetsformatie er tot het laatste toe op rekenden, dat er nog een compromis zou worden gevonden, maar dat Mr Oud in zijn bekende Leeuwarder rede het tafellaken bereids had doorge sneden, dan ligt het voor de hand, dat men een wat duidelijker kijk krijgt op het verloop der kabinetsformatie. Er was, zoowel met de Liberalen als met de Vrijz.-democraten, het bezwaar over de bekende formule. Maar, gelijk thans overtuigend gebleken is, er was bovendien bij de Vrijz.-democraten een onoverkomelijk bezwaar tegen de defen sie-plannen. Door nu de formatie van het Kabinet op fareede basis te laten misluk ken, wegens het naar wij gaarne aan nemen, reëel bezwaar tegen de positief- christelijke formule, werd vanzelf voor komen, dat de onderhandelingen zouden afspringen op de plannen ten aanzien van de defensie. Politiek genomen was dit zeker een voordeel. D'e politieke positie van de vrij zinnig-democraten tegenover het kabinet kwam daardoor sterker te staan, terwijl het odium der mislukking geladen werd op den formateur, die al te stijf vasthield aan een formule. Ze maakten het ook voor de Liberalen uiterst moeilijk om de portefeuilles te aanvaarden. Blijft dan nog alleen op te helderen, waarom de formateur toch ook de onder handelingen afbrak met de Liberalen. Uit het debat is gebleken, dat zij vasthielden aan hun eisch: drie vrijzinigen in het Kabinet. Dat de formateur, gezien de ge ringe getalsterkte der Liberale Kamer fractie, niet bereid was dezen bovenma tigen eisch in te willigen, zal wel nie mand onbegrijpelijk vinden. De liberalen zeggen nu wel: wij wilden een plaats voor Mr Oud openhouden. Maar de formateur wist, dat deze niet bereid was, de defensieplannen te aan vaarden. Voor hem was dus de eisch drie portefeuilles voor de vrijzinnigen gelijk met dien van drie portefeuilles voor de Liberalen. Het tegenstemmen van de vrijzinnig democraten tegen het Dienstplicht-ont werp werpt dus, naar onze meening, een nieuw licht op de jongste Kabinetsfor matie". FEUILLETON. door E. R. G a r r a 11. Uit het Engelsch. 54) -o- „Dat doen ze", zei Doris lachende. k Heb het vanmorgen nog ervaren. Als de menschen niet precies met de zaken op de hoogte zijn laten ze hun verbeel ding werken. Hun gevoel komt hen daar bij teh upl en zoo zetten ze dikwijls abso luut onware verhalen in elkaar. Mis schien hebt u gelijk, dat ik gelukkig tot hiertoe daarvoor bewaard gebleven ben." „Hoe maakt juffrouw Morrison het?" Deze vraag deed D'oris ietwat verschrik ken omdat ze klonk als een echo van haar gedachten. Ongetwijfeld hebben gedach ten vleugelen, zoodat ze van den een naar den ander vliegen; waarom het niet goed is in gezelschap van iemand te denken over iets waarover men niet wenscht te spreken. D'oris had tot geen prijs met mijnheer Delacot over haar vriendin wil len spreken en klaarblijkelijk hadden haar gedachten thans zijn geest beïnvloed. „Ik geloof, dat ze 'tgoed maakt; maar ze is geen drukke schrijfster", antwoord de ze; „en ze heeft ook niet gezegd, wan- MIDDELBURGSCHE BRIEVEN. Amice, Zorgvuldig1 heb ik de lange lijst van op te heffen spoorwegstations nagegaan en met een zucht van verlichting kon ik ook dat nieuws voor kennisgeving aannemen. Voor onze stad dreigt althans dat ge vaar nog niet. Het is anders de moeite waard als je zoo eens leest, hoeveel sta tions en haltes de laatste jaren reeds ver dwenen. De trein voor lange, de auto voor korte afstanden, wordt meer en meer in toepassing gebracht. Een ding heeft me sterk verwonderd na deze laatste publicatie. Dat er nog geen comité's of vereenigingen of bonden zijn of worden opgericht tot behoud van spoorwegstations. Zoo op de manier van het comité tot behoud van de Zeeuwsche kleederdrachten. Velen beschouwen dat een vechten voor een verloren zaak. An deren zijn van meening, dat er door pro paganda, door juiste voorlichting, door het kweeken van meer waardeering voor de dragers (sters) dezer kleedij, nog heel wat op te halen is. Weer anderen zien het werken van soortgelijke vereenigingen meer als nastreven van persoonlijke lief hebberijen, die zich min of meer toevallig op iets richten, in dit geval op de mooie kleederdrachten die op de Middelburgsche en Goessche wekelijksche markten toch zoo'n leuke stoffeering geven. Nog weer anderen meenen, dat al die comité's om behoud voor dit en behoud voor dat er op wijzen, dat wij menschen zoo heel erg „behoudend" zijn. Een van de grondtrekken van het men- schelijk karakter zou zijn: „behoudend heid". Alles maar zooveel mogelijk bij het oude laten en het nieuwe zooveel mogelijk in overeenstemming brengen met het oude. D'aar getuigt ook van een voorstel van B. en W. om te komen tot het plaatsen van een poortgebouw op de Haringplaats, om deze plaats daarmee als het ware af te sluiten. Vroeger bereikte men, via een uitge spaard hoekje van de voorheen bekende meubelfabriek van Belderok en van Roo, boven welk hoekje het pakhuis doorliep, het steegje, de Bleek. Nu is de Bleek een doodgewone straat geworden met een behoorlijk aantal nieuwe burgerwoningen en deze straat heeft een behoorlijken toegang gekregen door van die fabriek de helft weg te bre ken. Komende van de Molenwaterzijde door de Bleek is een aardige doorkijk verkregen en gezicht op de Lange Jan. Waarom moet de Haringplaats worden afgesloten en daarmee ook één zijde van die nieuwe straat? Eigenlijk alleen hierom, dat het nieuwe nu zoo vreemd en open aandoet. En een brokstuk oud binnenmuur er zoo onoog lijk mogelijk bij staat. Ik maak me sterk als dat oud stuk muur wordt afgebroken en in de plaats daarvan wordt een nieuwe strakke muur opgetrokken van dezelfde steenen die ver werkt zijn in de voorgevels der nieuwe woningen, er heelemaal geen poortge bouw van een dikke twee duizend gulden noodig is, doch met een uitgave van een paar honderd gulden een behoorlijke op lossing kan worden verkregen. Dat zal het verkeer in die straat ook ten goede komen. Een poortgebouw als ingang van een straat is een belemmering voor het verkeer. Zooals de straat er nu bijligt is een eenrichtingsverkeer vooi alle voertuigen goed mogelijk, het is de vraag of dit bij het optrekken van een poortgebouw ook nog zoo zal zijn, daar het de bedoeling is de bestaande toegang in drieën te verdeelen, daar het nieuwe poortgebouw, drie poortopeningen krijgt. B. en W, motiveeren, dan is de beslo tenheid van het plein weer hersteld. Dan hebben we zoo ongeveer de oude toestand weer. Het oude moeten we zooveel mogelijk vasthouden. We waren 't even kwijt, ziehier de weg om het weer terug te krijgen. De Raad moet nu Woensdag uitma ken of we e?n HaringplaatsBleekpoort krijgen! We zullen zien. STENTOR. neer ze terug komt". „Komt ze dan terug?" vroeg mijnheer Delacot. Doris kon niet bepaald een bijzondere belangstelling in zijn vraag opmerken. „Ze hoopt van wel", antwoordde ze; daarna kwam dominé Emerson binnen en kwam er een eind aan hun gesprek. Ter wijl mijnheer Delacot opstond om zich naar de studeerkamer van den dominé te begeven, stak hij Doris de hand toe, met de woorden: „Als u juffrouw Morrison schrijft, ver tel haar dan, dat haar tante de laatste dagen zich niet erg lekker gevoelt en haar erg mist". „Neen, ik kan haar dat werkelijk niet 'vertellen", antwoordde Doris lachend; „Katharine heeft vacantia noodig; en ze komt geen dag eerder terug voor haar hulp dringend noodig is". Mevrouw Jameson maakte intusschen een naren tijd door. De bezoeken van Flora Brooks verloren hun bekoring al direct nadat Katharine was vertrokken. Er was nu geen grap meer aan, nu Ka tharine buiten haar bereik was om haar er mee te prikkelen; en wat het bosch- feest betrof, ze kon het woord nauwelijks meer hooren noemen. De brieven die zij zoo geregeld ontving en die vol stonden van de plannen, waren haar een nacht merrie; Flora's „beste mevrouw Jame- Stelln'» overwinning. De „Nederlander" melding makend van de vreugde, die er heerscht in de Sovjet-Unie, omdat bij de verkiezingen heel het volk zich achter Stalin stelde in sommige districten zelfs meer dan 100 pet. en over het groote percentage kie zers, dat ter stembus ging, zegt: „Tegen zulke prestaties kunnen wij hier niet op. Wij erkennen het, met de hand op het hart: de toekomst is aan de demo- catie van Rusland. Er is slechts één vraag, die klemmend blijft. Hoe komt het toch, dat in een land, dat met zóó weergaloos élan zijn dictator zijn groote liefde betuigt, van tijd tot tijd nog executies noodig zijn? Waar een volk op zoo ontroerende wijze aan zijn gebie der zijn genegenheid betuigt, hoe valt daar nog de noodzakelijkheid van terecht stellingen te verwachten? Het is een allerzonderlingst verschijnsel; hierom trent tasten we in een ondoordringbaar duister. Of hapert er bij den dictator iets aan diens liefde voor zijn volk en is hij alleen maar een wreede tyran, die er behagen in schept zoo eens bij wijze van tijdpasseering enkele van zijn lieve onderdanen om hals te laten brengen? Wij spraken hierboven van één vraag, die nog klemmen bleef. Goed bezien is er toch ook nog een andere. Het is deze: waar waren, bij zoo groote geestdrift voor de uitoefening van den kiezersplicht, al die duizenden wagens der „sleepcommando's" in de groote steden dan nog voor noodig? Stonden zij daar gestationeerd, om even- tueele laksche kiezers de stille waarschu wing te geven: ga nu maar, anders wordt ge gebrècht? Of hebben zij inderdaad diensten verricht en bereikten de Russen op diè manier hun grandioze record? Hoe het echter zij, Stalin kan tevreden zijn. Bijna al de kiezers zijn ter stem bus geweest en bijna allen van hen, die kwamen, hebben hun stem uitgebracht op hèm. Hij kan nu rustig verder gaan met zijn gouvernement en de wereld zal wel spoedig merken, op wélke wijze hij het voortzet." rTot mijn 50ste jaar mankeerde ik nooit iets, maar toen begonnen hevige rheu- matiek-aanvallen mijn leven te ver gallen. Reeds begon ik te wanhopen, toen een vriend van mijn leeftijd mij vertelde welke wonderbaarlijke onder vindingen hij had opgedaan met Kloos terbalsem. Nu ik zelf dit wonderlijke middel heb toegepast, kan ik verklaren, dat ik mij weer jeugdig en monter gevoel als een knaap van 30 jaar, al hoop ik eerstdaags 60 jaar te worden." J. Vr. te H. „Geen goud zoo goed" Onovertroflen bij brand-en snfjwonden Ook ongeëvenaard als wrljfmiddel bij Rheumatiek, spit en pijnlijke spieren Schroefdoos 35 ct. Potten: 62'/a ct. en f 1.04 Besmettelijke ziekten. In de week van 5 tot en met 11 De cember 'kwamen in onze provincie 2 ge vallen van besmettelijke 'ziekten voor, nl. een geval van Poliomyelitis anterior acuta en een geval van roodvonk te Hoofdplaat. Koudekerke. Loop der bevolking. Gevestigd: mej. M. Jobse E 379, van Middelburg; A. Schout B 335 van Vlis- singen; mej. G. A. Köpke D' 45 van Mid delburg; mej. P. A. Ventevogel E 398 van O. en W. Souburg; C. I. Meliefste en ge- son, denkt u niet, dat dit of dat erg pret tig zou zijn?" en haar overdreven instem ming met de voorstellen van mevrouw Jameson, hoe verkeerd en onmogelijk die ook waren, waren haar een dagelijksche ergernis. Ze snakte naar Katharine's cri- tis-che opmerkingen, naar haar spotlach jes, naar de koele wijze waarop deze de plannen van haar tante terzijde schoof, zeggende, dat ze dwaas waren; ze smacht te naar den frisschen geest, die haar nicht bij haar aanwezigheid in het bui ten bracht; ze zuchtte naar een blik van die eerlijke, klare oogen; naar 't geluid van Katharine's voetstappen. EU ze haatte de aanwezigheid van bijna ieder andere dan haar nicht. Per slot van rekening kregen Flora Brooks en haar zuster, ondanks al de attentie, die dezen haar bewezen ge durende de afwezigheid van Katharine, en ondanks al haar gretigheid waarmee ze elk idee van mevrouw Jameson aan vaardden, haar congé; en dat op een ma nier, die mevrouw Jameson nog wel be leefd vond, maar die overigens weinig met beleefdheid gemeen had. En me vrouw Jameson trok zich meer en meer terug, weigerend elk Lezoek te ontvangen; behalve dat van mijnher Delacot naar wiens komst ze nog wel verlangend uit zag. „Die nicht van mij", zei ze op zekeren dag tegen mijnheer Delacot, „is er een uit Gisteren is de laatste partij van de match tusschen dr Euwe en dr Aljechin gespeeld. Het resultaat was dat de partij door dr Euwe werd gewonnen. De match is dus geëindigd in den vol genden stand: dr M. Euwe: 12% punt, met 6 gewonnen partijen; dr A. Aljechin 17s/s punt, met 11 gewonnen partijen; 13 partijen zijn in remise geëindigd. Het verloop van de laatste partij laten wij hier volgen; Wit: dr Aljechin. Zwart dr Euwe. 1. Pgl—f3 d7—d5 2. c2—c4 e7e0 3. d2d4 Fg8—f6 4. Pblo3 c7cö 5, c4Xd5 PföXdö 6. g2g3 Ph8—c3 7. Lflg2 Pc8Xd4 8. Pf3Xd4 Fd5Xc3 9. b2Xc3 c5Xd4 10. Ddl X d4 Dd8Xd4 11. c3Xd4 Lf8—d6 12. a2a4 Ta8b8 13. Lela3 Ke8e7 14. La3Xd6f Ke7 X d6 15. Kei—d2 Lc8—d7 10. Thl—cl Th 8c8 17. TclXc8 Tb8Xc8 18. Lg2Xb7 Tc8c4 19. a4a5 Tc4Xd4t 20. Kd2c3 Kd6c5 21. a5a6 Ld7b-5 22. Tala2 Td4c4f 23. Kc3b3 Tc4b4f 24. Kb3c3 Lb5a4 25. e2e3 Tb4b3f 26. Kc3d2 La4b5 27. Lb7e4 Lb5'c4 28. Le4Xh7 g7g6 29. Kd2c2 Tb3b8 30. Ta2b-2 Th-8—h8 31. Tb-2b7 Th8Xh7 32. Tb7—c7f Kc5b5 33. Kc2c3 Th7Xh2 34. Tc7Xf7 Lc4d5 35. Tf7Xa7 Th2Xf2 36. Ta7g7 Tf2—f3 37. Tg7Xg6 Tf3Xe3t 38. Kc3d4 Te3e4f 39. Kd4d3 Kh5Xa6 40. g3g4 Ka6L5 Hier werd de partij', na eenig beraad, door dr Aljechin opgeheven. zin, B 464 van N. en St. Joosland; mej. W. Sïmpelaarde Bree A 188 van Big- gekerke; P. Rinth, G 31 van Boedapest; J. van den Boomgaard en gezin, E 235 van Vlissingen; A. Vogel en gezin, E 233 van Vlissingen; L. van Haveren en gezin, D 50 van Middelburg; mej. N. van der Graaf, B 460 van Vlissingen. Vertrokken: G. A. P. Dellaert en gezin, E 308 naar Vlissingen; J. G. Ei. Wijffels, E 308 naar Vlissingen; M. A. Terwoert, A 72 naar Utrecht; mej. de wed. A. LouwsMeijers, D 173 naar Vlissingen; mevr. A. F. M. MetzWemelsfelder en gezin, G 33 b naar Dén Helder; J. de Witte, B 186 naar Vlissingen; J. J. de Kuijper, E 44 naar Ierseke; mej. A. van Valkenburg D' 45 naar Eindhoven. (V. G.) Groede. De Ghr. Meisjesver. „Dorkas" alhier mocht gisteren het feit herdenken, dat zij 60 jaar bestond. De presidente, mej. E. Bood, opende de druk bezochte vergadering en verwel komde de afgevaardigden van zusterver- eenigingen en begunstigers. Doch bovenal was er een danktoon aan God, die alles zoo geleid had, dat dit jubileum kon her dacht worden. Da Stol, Luth. predikante, die door de presidente was dankgezegd voor baar groot aandeel in de voorbereiding en voor haar besluit leidster te willen zijn in de plaats van Da Dufour, las eerst Matb. 16 vs 13 tot 25 en bield naar aan leiding van bet laatste vers een inlei ding. Het programma, dat verder zang, voordracht en samenspraak bevatte, werd vlot afgewerkt. Om plm. half twaalf sprak de oud voorzitster mej. Bood, die bijna 70 jaar is en reeds 43 jaar de vereen, leidt, een dankbaar slotwoord voor dezen zoo wel geslaagden avond. duizend. We passen uitstekend bij elkaar. Ze betaalt mij nu mijn veronachtzaming van baar toen ze bij mij was; en beiden zijn we te trotsch om toe te geven. Ik zal 't zeker niet doen; en ik weet dat ook zij bet niet wil. Het is jammer, juist omdat zooals ik reeds zei, we zoo uitstekend bij elkaar pasten." De oogen van mijnheer Delacot lachten hoewel zijn gelaat ernstig was. Hij had nooit te voren zich een oogen- blik gerealiseerd, dat er eenige gelijkenis was tusschen mevrouw Jameson en haar nicht. De laatste had hem altijd toege schenen een voorbeeld van zachtheid, goedheid en van onzelfzuchtigheid; de eerste kende hij als een vrouw, die van anderen eischte, dat zij aandacht aan haar zouden schenken; een harde vrouw, moeilijk om mee om te gaan. Het was voor hem een openbaring, dat Katharine ook een karakterfout had, trotsch was en op zijn tijd niet toegeeflijk; en hij was verrast; de ernst op zijn gelaat maakte plaats voor een glimlach toen hij me vrouw Jameson de opmerking maakte, dat haar nicht en zij veel van elkaar hadden. D'at was, naar hij dacht, een ab solute onmogelijkheid. „Wat zou u me nu adviseer en?" zei mevrouw Jameson, plotseling haar werk neerleggend en haar bezoeker onderzoe kend over haar brilleglazen aanziende. De Tweede Kamer was deze week weer ijverig met den hegreotingsarbeid bezig. Verschillende (hoofdstukken vroegen de aandacht, waarbij ook de spellingkwestie ter sprake kwam. Door middel van enke de aangenomen moties kreeg de minis ter een duwtje om verder te gaan met de Marchas t-spelling. Of de Minister daar aan gehoorzaam zal voldoen is echter de vraag. Over de vraag, of deze spelling, die door velen nu eenmaal niet wordt be wonderd, door da departementen zal ge bruikt worden, spreken ook anderen meel Dat de wijziging der dienstplichtwet met zuik een groote meerderheid werd aangenomen (de geheele rechterzijde, plus Vrijheidshond, N. S. B.-ers en Staatk. Ge reformeerden stemden voor) ia zeker een groote voldoening voor Minister Van Dijk, die haar met volle, krachtige over tuiging heeft verdedigd, Hij liet zich hierbij uitsluitend door het landsbelang leiden en was zich ten volle bewust van de zware lasten die hierdoor op ons volk werden gelegd. Verblijdend was weer de opbrengst der rijksmiddelen over November. Als De cember zich ook goed houdt, kunnen we niet anders dan dankbaar zijn. Of het ech ter mogelijk zal zijn te voldoen aan den wensch der R. K. Kamerfractie, inzake wijziging der leerlingenschaal, is de vraag. De defensie zal straks zeer vele millioenen opeischen, waarvan ook weer versohillende ondernemingen en gemeen ten (o.a. Vlissingen) zullen profiteeren. Het uittreden van Italië uit den Vol kenbond is dan nu een feit geworden. Het is heel kalm opgenomen, behalve dan wellicht door Mussolini zelf en een aantal opgewonden Italianen. Men staat alleen wat verbaasd, dat Mussolini zoo'n volksbijeenkomst noodig heeft geoordeeld om iets, wat men in Ita lië allernatuurlijkst moet vinden, mede te deelen. Algemeen was de verwachting, dat Mussolini, behalve het verlaten van den bond, nog andere belangrijke dingen zou vertellen. Hij heeft echter niets daarvan gedaan. De definitieve breuk van Italië met den Volkenbond do-et opnieuw de vraag rijzen welk verschiet zich voor den bond opent. Het is een feit: de Volkenbond heeft in menig opzicht zij-n doel gemist. Wij herinneren nog aan zij'n figuur bij den aanval op het Abessijnsche volk en nu weer in het Japansch-Ghineesche „in cident", zooals men dat van Japansche zij'de gelieft te noemen, al heeft hij ook wel eens enkele successen in kleine con flicten mogen boeken. D'e wereld is nu in drie hoopen ver deeld: le het JapanschDuitsch-Itali- aansche bloc, 2e de Volkenbondsstaten en 3e Sovjet-Rusland, dat helaas wel in den Volkenbond is opgenomen, maar toch in wezen heel andere bedoelingen heeft. Zal de volkenhond nu uit het interna tionale leven verdwijnen? Zal hij1 grondig gereorganiseerd worden? Zal hij worden tot een verbond, dat scherp komt te staan tegenover de mogendheden, welke zich bij het anti-kominternpiact aansluiten? Of zal hij vergroeien tot een entente tusschen een groep landen, welke zich tegen de as Rome-Berlijin aaneensluiten? Altemaal vragen, waar nu nog geen antwoord op te geven is. Iu het Verre Oosten heeft het deze Week gespannen. Groote verontwaardi ging heerschte in Engeland en Amerika over de aanvallen op Engelsche schepen en het in den grond boren van een Ame- rikaansche kanonneerboot. Bitter en .scherp waren, zooals begrijipelijik is, de bewoordingen der protest-nota's. Japan wordt steeds driester in zij'n optreden, vooral nu Nanking gevallen is. Het is thans bezig zijn militaire succes sen in Noord-China zoo snel mogelijk in politiek opzicht te verzilveren. Te Peking is thans een „voorloopige regeering der republiek China" geïnstalleerd. Heti is, naar het schijnt, de bedoe ling van Tokio, deze voorloopige re geering te doen optreden als tegenspeler van de regeering van maarschalk Tsjang- Kai-sjek. Deze is nog altijld de wettige regeering van het Chineesche volk, en Tsjang Kai-isjlek heeft bekendgemaakt, dat hij ook na het zrware verlies van Nan king, de officieele hoofdstad der repu bliek, het verzet tegen de Japansche le gers onbezweken zal voortzetten. „Ik beken u, dat ik haar slecht heb be handeld; elk ander meisje dan Katharine zou woedend zijn weggeloopen. Katharine is weggegaan, zeker, maar best gehu meurd en we zijn in vriendschap ge scheiden." Ze gaf me een klap in 't gezicht, maar altijd met een lach. Nu, i'k heb dit nog aan niemand verteld, en vooral aan Katharine niet doen weten, maar ik voel mijl allerminst prettig zonder haar; ik mis haar meer, dan ik ooit gedacht had, dat het geval zou zijn. Ik zou graag eens uw eerlijke meening over 't geval hebben. D'enkt u dat het te erg vernederend voor een tante is, bij' haar nicht aan te klop pen om genade-brood en haar te vragen terug te komen?" Mevrouw Jameson lachte toen zij deze vraag stelde, maar ze keek daarbijl zeer begeerig naar haar be zoeker alsof zij'n antwoord van heel, heel groote waarde zou zijln. „U stelt me zoo plotseling voor de vraag," zei mijnheer Delacot lachende, „dat u me eerst tijid moet laten om de zaak beter te overzien. In de eerste plaats, had ik niet kunnen denken, dat juffrouw Morrison zoo streng op haar stuik staat, als u wel zegt." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1937 | | pagina 5