ARBEID8VERB0D VOOR GEHUWDE VROUWEN. Rechtszaken Kerknieuws. Gemengd Nieuws Opheffing van de consumptiemelkregeiing. Laatste Berichten Een voor-ontwerp bij den Hoogen Raad van Arbeid aanhangig gemaakt. Bij den Hoogen Raad van Arbeid heeft de minister van Sociale Zaken een voor ontwerp aanhangig gemaakt van een wet, houdende beperkende bepalingen inzake arbeid van gehuwde vrouwen. Aan de toelichting ontleenen wij: Naar natuurlijk bestel dient de man de kostwinner van het gezin te zijn en heeft de vrouw tot taak de verzorging van het gezin. Het is in het algemeen een mis stand, wanneer de vrouw zich aan die fa a Ir onttrekt ?n zich een anderen werk kring zoekt. Het gezin is een zoo waarde vol element in de maatschappij, dat, waar mogelijk, in het algemeen belang tegen on gezonde gezinsverhoudingen moet worden opgetreden. In het feit, dat de vrouw door beroeps bezigheden verhinderd wordt de gezinsi- belangen naar behooren te behartigen, ziet de minister een sociaal euvel van zoodanige beteekenis, dat hij optreden daartegen van overheidswege volkomen op zijn plaats acht. De minister ziet dit vraagstuk vooral als een zaak van beginsel. Zijns inziens behoort de overheid zich openlijk te scharen aan de zijde van hen, die mee- nen, dat de gehuwde vrouw, door het en kele feit, dat ze gehuwde vrouw is, haar levenstaak heeft in haar gezin en dat het gezin beschermd dient te worden, zoo veel mogelijk, tegen het verrichten van be roepswerkzaamheden door de gehuwde vrouw. De eerste vraag, welke beantwoord moet worden is deze: hoever moet op dit ge bied gegaan worden? Een practisch bruikbaren maatstaf meent de minister gevonden te hebben door voorop te stellen een algemeen verbod voor gehuwde vrou wen om werkzaamheden in een onder neming te verrichten. De regeling zal dus het terrein bestrijken, waarop in het algemeen de arbeidswetgeving geldt. Met een onderneming stelt het ontwerp gelijk, hetgeen daarmede ingevolge artikel 1, derde lid, der Arbeidswet 1919 is ge lijkgesteld. Op één punt gaat het ontwerp hierin nog wat verder, doordat het ook gehuwde vrouwen belast met het schoon houden van kantoren, bestemd voor een tak van Overheidsdienst onder de wet wil brengen. In aansluiting bij het bepaalde in het eerste lid, onder c. van artikel 1 der Ar beidswet zal de vrouw van het hoofd of den bestuurder der onderneming en de vrouw, die zelf aan het hoofd eener on- derneming staat buiten het verbod komen te vallen. Voor zooveel noodig wordt er op gewe zen, dat de uitzonderingen op het begrip „arbeid", welke de Arbeidswet in het eer ste lid van artikel 1 noemt, niet zijn over genomen, zoodat de ontworpen regeling ook omvat de gehuwde vrouwen, die in een onderneming van landbouw e.d. werk zaam zijn. Werkzaamheden in huise lijke diensten blijven, evenals bij de Arbeidswet, buiten de regeling. Het be treft hier voornamelijk de groep der z.g. werksters. Uit een oogpunt van controle zou het moeilijk zijn, deze groep van vrouwen onder de wet te brengen. Prin cipieel zou er geen bezwaar tegen be staan. Onder de uitzonderingen op artikel 2 valt in de eerste plaats te denken aan de vrouw, die de kostwinster voor het ge zin in. Er zullen dan echter de noodige waar borgen aanwezig moeten zijn, dat inder daad sprake is van noodgevallen. Degene bij wien een gehuwde vrouw werkt, anders dan ten behoeve van een huishouding zal er zich telkens van die nen te vergewissen, of zij dien arbeid ver richten mag. Er zijn bepaalde soorten van „arbeid", welke, al dan niet onder bepaalde voor waarden, door gehuwde vrouwen verricht moeten kunnen worden, zonder dat daar toe een speciale bestemming vereischt is. De minister denkt hier b.v. aan den land bouw. Het stelsel van vergunningen zal hier uiteraard niet gemist kunnen worden. Vergunningen, als in dit artikel be doeld, worden op het voetspoor van de arbeidswet e.d. in eerste instantie door de districtshoofden der arbeidsinspectie verleend. Bij de regeling van het beroep artikel 5, derde lid heeft de minis ter de bedrijfsraden ingeschakeld als be roepsinstanties. Hiermede krijgen de be drijfsraden dus een nieuwe taak. Bij het ontbreken van den bedrijfsraad is de minister de normale beroepsinstan tie. Evenals de arbeidswet kent ook de on derhavige regeling groepsvergunningen Vooral ook voor den landbouw in zijn verschillende takken kunnen deze van groote beteekenis zijn. Zij worden ver leend door den minister. De minister zal behalve in spoedeischende gevallen het advies van den bedrijfsraad moeten in winnen alvorens zulk een vergunning te verleenen. De procedure dient alleen, om mogelijke voordeelen voor de Z.E.G.A.M. te beha len, zoodat op den rug van het personeel feitelijk een strijid tusschen twee mach tige lichamen wordt gestreden. Adressant meende consciëntieus hieraan niet te mo gen meewerken. Naar zijn meening mag hij niet als slachtoffer van wraak vallen, daar een dergelijk onedelmoedig optreden toch ze ker nimmer de goedkeuring van de Sta ten kan wegdragen. Een ander lid van het personeel, de heer Stofkopier, is eveneens zonder be hoorlijke pensioneering, dan alleen voor den tijd dat hij in dienst was bij de ZE'GAM zonder te rekenen met zijn diensttijd bij! het bedrijf van 35 jaar ont slagen (en dat nog wel tijdens ziekte). Adressant verzocht de Staten eerbiedig te willen ingrijpen, opdat hem behoorlijk schadeloosstelling wordt gegeven, tenein de hem en zijh gezin voor ondergang te behoeden, als gevolg van het even onedel moedig als onrechtvaardig optreden van de ZE'GAM. Aan het schrijlven van de directie der ZEGAM, die berust bij de N.V. Ned. Ind. Gas Mij., ontleenen wij verder, dat de Raad van Commissarissen de directie gemachtigd heeft den heer Abrahamse met ingang van 1 Dec. te ontslaan, doch dat de directie vanaf 1 November niet meer van zijn diensten gebruik wenschte maken en dus over October en Novem ber het salaris ten volle zou worden uitbetaald. Ten titel van tegemoetkoming was de directie, indien de beer Abra hamse daartoe vóór 15 November het verzoek deed, bereid hem nog een extra vergoeding van twee maanden salaris te geven en aan den Raad van Commissa rissen voor te stellen hem, hoewel op den grondslag der Pensioenwet daartoe niet gerechtigd, toch een pensioen, al of met uitgesteld, toe te kennen met als grondslag de 3 jaren, die hij per 1 Nov. m dienst der Maatschappij! zou zdjln. Zeer in den breede zet de directie dan e redenen voor het ontslag, uiteen. O.a. lezen wij verder, dat volgens de directie de eigering van dhr Abrahamse om zich egenover zijn vroegere werkgeefster in rechte te stellen, al vond en vindt zij dit, oor nem en zijh gezin, uiterst gevaarlijk, m als een man sierde. De directie vond n heer Abrahamse toen inderdaad een karakter. Er is zelfs niet aan gedacht om hem destijds voor te dragen te^el. Hij is in de drie van n u meer dan op voet gelijkheid met de anderen behandeld, few 18 ?^ldbaar, dat de heet welke d1 ,vertrouwenspositie, sctiann* kad, bescheiden van de maat- wi j° mt het verkeer tusschen •wei 8n directie, aan anderen en nog afL jS T9 anderen, openbaart en in sluit rt! ,g9eft- Ziet daar aldus be- emit de ontslagbrief wat den Raad van Commissarissen en ons noopte tot uw ontslag. Thans laten wij als slot het'voornaam ste volgen uit den brief dd. 12 Nov. 1934 aan den heer Hoegen, de b.ief dus, die tot het ontslag leidde. Hierbij zend ilk u afschrift van 'tstuk hetwelk op 8 dezer door mij is geteekend. Hoewel ik meen, dat er geen bezwarende dingen in staan, merk ik op dat genoemd stuk niet uit mijn vrijen wil zou zijh ont staan. Het is gesuggereerd door mr B., nadat mdj eerst allerlei vragen gesteld waren. Na van 's middags 3 uur tot des avonds ruim half zeven met mij aan één stuk door te zijn bezig geweest, is het stuk onder zeer hoogen druk van de zijde der heeren B. en S. tot stand gekomen. In drie verschillende Ikeeren is men nu in totaal 8 uur met mij bezig geweest te trachten met allerlei ongeoorloofde mid delen mij tot een voor mij onwaardige daad over te halen. Daarbijl kwam Donderdag 1.1. ter spra ke de mogelijkheid van niet-aanstelling, wanneer ik niet aan hun verzoek zou willen voldoen. Omdat ik een niet-aan stelling niet kan accepteeren, immers ik ben reeds aangesteld, werd mij duidelijk gemaakt dat dan ontslag binnen een maand zou kunnen volgen. Dit is de moderne „pijhbank" en ik verwacht dat men Donderdag a.s. de nog straffere Amerikaansche manier zal toe passen. Een misdadiger kan niet erger behandeld worden en dit alles heeft dan plaats op verlangen en met goedvinden van het College van Gedep. Staten. Dit is natuurlijk niet waar, maar ik vind het dan wel zeer erg, dat men zich daar achter verschuilt. Ik heb den beeren vrijheid gevraagd deze kwestie met de leden van Gedep. Staten afzonderlijk of met het college te bespreken. Mr B. zou het die richting uit sturen, dat in een vergadering van Ged. Staten, B. en W. van Vlissingen en de N.I.G.M. ik gehoord zou worden. Dat was niet mijn bedoeling, maar zou het daar toe komen, dan geloof ik niet dat er be zwaar tegen behoeft te bestaan van mijn kant. Dit is in het kort een overzicht van hetgeen er zoo ongeveer heeft plaats ge had op Donderdag 1.1. Bij het einde van de conferentie heb ik den heeren B. en S. nog eens met grooten nadruk gezegd, dat niets mij van mijh eenmaal ingenomen standpunt zal afbrengen." Faillissement. Het faillisse ment van L. RijkBoonman, vroeger wo nende te Gadzand, thans te Oostburg, is geëindigd door bet verbindend worden van de eenige uitdeelingslijst, met een uit- keering aan concurrente crediteuren van 3.978 pet. Procureur Mr J. Ekasmus te Oostburg. Ned. Herv. Kerk. Tweetal te IJshrechtum, J. Smidt te Oosterlittens en A. R. Scholten te Olde- holtwolde. Beroepen te Eemnes-Buiten, J. J. Poot te Bunschoten. Aangenomen naar Made, J. B. Oskamp cand. te Den Helder. Bedankt voor Eist, C. M. van Endt te Groenlo. Geref. Kerken. Beroepen te Stadskanaal, D. Vreugden- hil te Appelsga. Aangenomen naar Deventer, H. Mulder te HornhuizenKloosterburen. Naar SöhiebroekHilligersberg, Jac. Jonker te Zuidbroek. Cbr. Geref. Kerk. Bedankt voor Werkendam, N. de Jong te Den Haag-West. i E m e r i t a at. D's M. J. F. Sc h n- f o 1 d, predikant der Ned. Herv. gemeen te van Keppel, heeft wegens 40-jarigen diensttijd, tegen 1 Mei emeritaat aange vraagd. Oostkapelle. Herkozen tot ouderling in de Ned. Herv. Kerk dhr A. Malj aars Azn. Gekozen tot ouderling inplaats van dhr J. Poppe, die niet meer in aanmer- merking wenschte te komen dhr J. de Visser Jzn. Herkozen tot diaken dhr Jac. Wondergem en gekozen in de plaats van dhr J. de Visser dhr P. Wijkhuis. Colijnsplaat. Het kiescollege der Ned. Herv. Gemeente heeft tot ouderlingen her kozen de heeren L. Pouwer en S. Visser en tot diakenen de heeren C. J. Anemaat en J. Eversdijk. (Belangeloos bericht.) Zaamslag. In de Ned. Herv. Kerk is tot ouderling herkozen dhr H. K. Mar kussen en als diaken dhr J. Hamelink. Gekozen als ouderling dhr F. D. Dekker en als diaken dhr M. D'ees Abrz. Spoorwegarbeider dood op den weg gevonden. Gisternacht te 2 uur is te Moerdijk de 39-jarige v. d, H., spoorwegambtenaar badend in zijn bloed op den rijksweg aangetroffen. Vlak bij bem lag ook zijn rijwiel, v. d. H. moet liggende op den weg door een auto zijn overreden en vrijwel onmiddellijk zijn gedood. Een uitgebreid onderzoek naar dit mysterieuze geval wordt ingesteld. De man was gehuwd en laat een vrouw en vier jeugdige kinderen na. Scherpe grenscontrole. Sinds de vorige week wordt er in het Oost-Geldersche grensgebied van Duitsche zijde een extra grensbewaking ingesteld. Op gezette tijden worden de douane diensten veranderd en krij'gt men nieu we bezettingen, welke van de centrale nieuwe orders doorkrijgen. Het gevolg is geweest van een en ander, dat het passeeien van de grens, dat voorheen al niet gemakkelijk was, nog weer verscherpt is. Mochten vroeger grensbewoners met een dagpasje of met een bewjjs van Nederlanderschap vrij over de grens gaan, dat is nu afgeloopen. Tegenwoordig wordt geëischt een volledige pas en zelfs Ne- derlandsche postmannen, die brieven moeten bezorgen aan Nederlanders, die wonen langs de hoofdwegen, welke pa rallel met de grens loopen, mogen daar niet meer de grens passeeren en moeten langs binnenwegen of door weiland hun post bezorgen op Nederlandsch gebied. Deze verscherpte maatregelen houden oók verband met strenger toezicht op den de- viezensmokfcel, welke den laatsten tijd blijkbaar weer is toegenomen. Handelsreiziger omgeko men. Gistermiddag voer een 10-jarige jongen met een wraJk bootje op den Ouden Rijn. Een 35-jarige handelsreizi ger, die veel haast scheen te hebben, vroeg den jongen hem naar den over kant te zetten, opdat hij niet tot de brug zou behoeven te loopen. De 'knaap wees den man er op, dat het bootje niet stevig was en dat het wel zou kunnen omslaan. De reiziger stoorde zich hier niet aan en sprong op het vaartuigje. Toen het bootje halverwege de rivier was, drong door een lek water naar binnen. De boot sloeg om en beide inzittenden vielen in bet water; de jon gen wist zich te redden. De reiziger evenwel verdween in de diepte en kwam om het leven. Een kat levend verbrand. Ee n week gevangenisstraf. Voor den politierechter te Haarlem is een er gerlijk geval van dierenmishandeling be handeld. Een 23-jarige bakker had van een kennis een kat gekregen met het verzoek het dier te willen dooden. De kat zat in een zak. De bakker gaf het dier eerst een klap, doch het scheen daarna niet dood te zijn. Daarom heeft hij het toen in het vuur van den oven gegooid. Het arme dier had tevergeefs geprobeerd door het rookkanaal te ont vluchten, en het is tenslotte in het vuur omgekomen. Verdachte zei voor den politierechter, dat hij dacht, dat de kat van den eer sten klap al dood was. Toen zij in den oven lag, bemerkte hij dat zij nog leefde. De officier van justitie vond het een ergerlijk geval van dierenmishandelingen eischte f 15 boete. De politierechter ver oordeelde hem tot een week gevangenis straf. Minister acht overgangsmaatregelen niet noodig. Op de vragen van den heer dr Vos, betreffende opheffing van de crisisrege ling voor consumptiemelk in bet z.g. buitenwettelijk gebied beeft de minister van Economische Zaken geantwoord: Hét is juist dat de crisisiegeling voor consumptiemelk in het z.g. buitenwet telijk gebied met ingang van 1 December is opgeheven. Reeds in December 1936 werd door '8 ministers ambtsvoorganger aan belang hebbenden ter kennis gebracht, dat het in de bedoeling lag met ingang van 1 April 1937 die regeling op te heffen. Aan gezien dit tjjdstip in de periode van stijgende melkproductie viel en opheffing in een zoodanige periode moeilijkheden zou kunnen veroorzaken, werd door dien ambtsvoorganger besloten, de opheffing tot 1 Augustus 1937 op te schorten. De minister gaf er echter de voorkeur aan, de opheffing der regeling tot 1 December 1937 uit te stellen, aangezien hij de mo gelijkheid wilde openstellen, dat belang hebbenden in de streken, waar zij zulks noodzakelijk achtten, zelf een regeling zouden opbouwen. Op 25 Juli is zulks in een persbericht ter algemeene kennis gebracht. Gezien dit verloop, wil het hem voorkomen, dat belanghebbenden voldoende tijd en gelegenheid hebben gehad 'óm nieuwe particuliere regelingen te ontwerpen. Deze regelingen zijn nog niet goedgekeurd. Een spoedige afdoening wordt zooveel mo gelijk bevorderd. De minister vreest niet, dat voor be langhebbenden in de streken, waarvoor een regeling is ontworpen, na 1 Decem ber een toestand zal ontstaan welke als een niet voldoende geregelde toestand moet worden beschouwd. Dat de bonafide handel en veehouders onder die omstandigheden nadeelige ge volgen zullen ondervinden, vreest demi- nister evenmin. Wat de veehouders be treft, moge hij er op wijzen, dat de melk- schaarschte ten gevolge van het winter seizoen eventueele nadeelige gevolgen tot een minimum zal doen beperken. Het ontstaan van een ongewenschten concurrentiestrijd bij den handel in de plaatsen, waar een regeling in voorbe reiding is, is voorkomen door de mede- deelingen, vervat in het in de avond bladen van 30 November gepubliceerde persbericht, waarbij de aandacht er op is gevestigd, dat de statuten der op te richten organisaties zullen bepalen, dat daarin slechts zullen worden opgenomen zij, die vóór 1 December 1937 in het bezit waren van een tot dusver vernachte en door de Nederlandsche Zuivelcentrale uitgereikte vergunning en op dien da tum daadwerkelijk het melkslijtersbedrijf uitoefenen, terwijl nieuwe bedrijven slechts indien zij aan nader te stellen veïeischten voldoen, te zijner tijd zul len kunnen worden toegelaten. Zooals uit het voorgaande blijkt, is de minister niet van mieening, dat nog biji- zondere overgangsmaatregelen of andere maatregelen ter bescherming van de bo nafide belanghebbenden noodig zijn. CHR. BOEREN- EN TUINDERSBOND. (Afd. Walcheren.) De voorzitter, de heer J. B o s s e 1 a a r, opende deze Maandagmiddag te Mid delburg gehouden vergadering niet Schriftlezing en gebed. Daarna heette hij o.a. welkom den heer Femhout, burgemeester van Mid delburg, den oud-voorzitter dhr G. v. d. Putte, Mr v. d. Feltz en dhr Zwagerman. ,De wereld rondom ons, aldus spr., lijkt wel een Babylonische spraakverwarring. De Christelijk© grondslagen van het leven worden in vele landen bedreigd, doch hier is nog organisatie op Christelijke basis mogelijk. Hier is nog critiek geoor loofd op de crisiswetgeving. Hier mag de boer nog eigen bedrijf exploiteeren. We moeten dankbaar zijn voor de re- geeringsmaatregelen. Dhr Polderman bracht kort verslag uit over de slacbtveeverzékering. Hierna was het woord aan den heer Zwagerman, veeteeltconsulent, met het onderwerp: „Verplichte stierenkeuring". Op Walcheren is de veeteelt overheer- schend. 68 pet. van den bodem is hier voor in gebruik. De boterproductie echter heeft groote concurrenten in andere landen als N.- Zeeland, Australië en Denemarken, die voor lagere prijzen kunnen leveren en in de spijsvetten. Verlaging der produo tiékosten is dus plicht tot zelfbehoud. Het bedrijf kan rendabel worden door: 1. rationeele veevoeding, 2. goede prijzen voor de melk, 3. een goede prijs voor het vee. De melkproductie wordt bevorderd door: 1. mel'kcontrole, toegepast in De nemarken en Duitschland, maar ook in Friesland en Zeeland. 2. bet gebruiken van le klasse stieren en koeden met booge melkproductie. Op Walcheren zijn plm. 400 stieren. Dit aantal is te hoog, want goede stieren zijn zeldzaam. Verplichte keuring zou verbetering brengen. Deze zou moeten plaatsvinden volgens een provinciaal re glement. In enkele provincies bestaat de ver plichte stierenkeuring sinds lang. In N. Brabant mogen afgekeurde dieoren in 't geheel niet gebruikt worden, in Limburg, Gelderland en Utrecht slechts in het eigen bedrijf. Spreker verklaarde zich voor het soe pele Limbuig8ch-Geldersche stelsel. De vrijheidszin van ons volk moet worden ontzien. Da deskundige boer moet den eigen stier voor eigen veestapel kunnen gebruiken. Het strenge Rrabantsche stel sel zou in Zeeland een geweldige con trole vereischen; de opkweek van jong vee zou er door worden belemmerd; het afkeuren van vela dieren zou de fok kerij in gevaar brengen. Aan de Prov. Staten zal worden ver zocht de soepele verplichte stierenkeuring op de agenda te plaatsen. Op deze rede volgde een levendige be spreking, waaruit bleek, dat de over groot© meerderheid der aanwezigen zich met het uiteengezette stelsel vereenigde. Bij de rondvraag werd besproken da wetnsch en de mogelijkheid een eigen Pro vinciaal blad uit te geven. De vergadering werd door den eere- zifcter, dhr v. d. Putte, met dankgebed Moet een berijder van een paard 's avonds voorzien zijn van lichten? Wij lezen in bet „Z. Landb. blad": In verband met de vraag: Moet de be rijder van een paard 's avonds voorzien zijn van lichten? welk onderwerp behan deld werd in ons blad van 27 November 1937 moeten wij het volgende mededee- len: Mr Z. is van meening, dat een derge lijk bestuurder niet strafbaar is, omdat die berijder op normale wijze aan het ver keer deelneemt en niet op abnormale wijze zijn rijdier bestuurt of berijdt, zoodat de veiligheid van het verkeer door dien be stuurder niet in gevaar gebracht wordt, doch de veiligheid van het verkeer in ge vaar gebracht wordt door iederen auto mobilist, die 's avonds in het donker met zoodanige snelheid rijdt, dat hij geen kans meer heeft zijn automobiel tot stil stand te brengen binnen het tijdsverloop dat hij een paard op den weg ontdekt en het bereiken van het paard. Dat noch in het pas gewijzigde Motor en Rijwielreglement, noch in het Rijks wegenreglement, berustend op de wegen verkeersweg een bepaling voorkomt, dat rij- en trekdieren 's avonds verlicht moe ten zijn, wijst er op, dat de wetgever niet bedoeld heeft een dergelijk voorschrift te geven. Echter meenen wij, in belang van de veiligheid van geleiders en bestuurders van rij- en trekdieren en vee en van die beesten, die door ben bestuurd of geleid worden, aan al deze personen den raad te moeten geven om 's avonds een lantaarn mede te voeren, zoodat ieder hen achter op rijdend voertuig door die lantaarn ge waarschuwd wordt. Het is nog niet zoo eenvoudig op te los sen. Als een knecht in het donker achter de paarden loopt, zou hij b.v. een stallan taarn in de hand kunnen meedragen, maar dat straalt wit licht uit, zoodat dit weer verwarring kan stichten; in dit ge val zou misschien een stallantaarn met rood glas beter zijn. Loopt hij links naast de paarden wat ons al heel gevaarlijk voor dien knecht lijkt dan zou hij een gewone stallan taarn kunnen dragen, die naar alle kan ten wit licht uitstraalt, ofschoon ook dit verwarring kan geven. Een licht voor den kop van het paard kan niet want dan kan het beest zelf niets zien. Twee koplampen en een rood achter licht lijkt ideaal, maar hoe moeten ze aan het beest bevestigd worden? Men zou dan 's avonds het paard in een krat moe ten laten loopen en aan de uiteinden de lampen bevestigen. Ontevredenheid over de kalverteelt. In de te Leeuwarden gehouden jaar vergadering van den Frieschen Agrari- schen Bond, constateerde de voorzitter, dat de positie van het platteland thans na een korte periode van opleving, op nieuw teekenen van inzinking vertoont. „De lage producten-prijzen geven aan leiding tot de veronderstelling, dat da invloed van het agrarische deel van ons volk nog steeds te gering is, om het in gelijke positie te stellen met andere". Het meest benauwende onderdeel der huidige crisis-politiek noemde spreker de kalvert eel tbeperking. Nu het mond- en klduwzeer er nog bijkomt, loopt de maat over. Hoe ver blijkt men in Den Haag van den boer af te staan, als men daar gaat twisten over de vraag, of de toe wijzingen met 7, dan wel met 10 pet. moeten worden uitgebreid. De Centrale Landbouworganisaties vroegen minimaal 10 pet. Dit advies werd kalm ter zijde ge legd voor het ambtelijk advies 1 Met het gevolg, dat Friesland slechts 5 pet. meer toewijzingen zal krijgen, hetgeen voor normale bedrijven practisch neerkomt op geen grooter aantal schetsen. Zeeuwsch genootschap der wetenschappen Het Zeeuwsch Genootschap der Weten schappen te Middelburg heeft in bewa ring en t ot wederopzegging ontvangen van bet bestuur der Godshuizen een re gentenstuk van bet Gasthuis te Middel burg van 1755 en geschilderd door J. Palthe. Dit stuk, dat tot nu toe hing in de regentenkamer van het afgebroken gasthuis, waarvoor een nieuw in de plaats komt, stelt 5 gasthuismeesters en den vader van 't gesticht voor. De gast huismeesters waren destijds: mr Jacob van Citters, H. Boursse, Jacob Helle-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1937 | | pagina 3