DE ZEEUW TEGEN DEN STROOM TWEEDE BLAD anderen, akingen. :heren. Het Communisme in de practijk Uit de Provincie De opbrengst der Posterijen iets gedaald. Het wereldkampioenschap Schaken. VAN MAANDAG 6 DEC. 1937, Nr 57. RKE. ponnementen door OOGST 1937. Akkerbouw- fnd, dat de an oogst 1937, (October 1937 ber 1937, met gestelde voor- '0,50 per 100 ber 1937. |o n g e 1 u k. had hier, Imeentehuis, |ats. Zekere luxe auto de bus, die kwam. On- |igen elkaar ongetje van Ijke woning gen de auto leef vreese- het kind blijk Dr de I plaatse en |er ernstige naar 'het vreest voor den auto- heeft nog [gooid, met draai van In boom op ehavend. Plundering van de bevolking; zwarte armoede. De communisten werpen zich altijd op als dei verdedigers van de arbeiders massa. Ze eischen afschaffing van belasting op het arbeidsinkomen. En om voldoende begrootingsinlkomsten te dekken, noodi- gen zij1 de regeering uit „de rijken te la ten betalen", Ter „democratiseering der belasting" eischen b.v. de Fransche communisten, dat het aandeel van de directe belastin gen op het inkomen in de begrooting op aanzienlijke wijze moet toenemen. De in directe belastingen en accijnzen worden beschouwd strijdig te zijn met de demo cratische principes, omdat zij den gewo nen verbruiker treffen, zonder met zijn kleine inkomsten rekening te houden, Parool moet zijn: „de rijken laten be talen." Dat is het ideaal en het streven van de communisten in de democratische, z.g. „kapitalistische" landen. Men zou dus mogen verwachten, dat dit ideaal ten volle verwezenlijkt is bij1 de Sovjets, de heerschers in 't land waar 't Communisme ten volle aan de macht is. Bij de Sovjets gaat het heel andersl De Sovjets voeden hun begrootingen bijna uitsluitend door indirecte belastin gen (Izvestia 18-1-36; 14-1-37; Journal de Moscou 19-1-37), de rol der directe be lastingen is onbeduidend; 2,6 pet. der ontvangsten, zegge ruim achtmaal min der dan in Nederland, waar deze belas ting plm. 23 pet. van de ontvangsten uit maakt. Treffender nog: bijna de helft der ont vangsten komen voort uit de belas ting op brood en andere levensmid delen. (Journal de Moscou, 19-1-37). De rest komt van belastingen op voor werpen van noodzakelijk levens onder houd: kleeding, schoeisel, enz. De druk der belasting is over weldigend; 60 tot 90 pet. van den ver koopprijs van levensmiddelen worden ge heven als belasting op het omzetcijfer. (Bulletin van de financieele wetgeving in de U.S.S.R. nrs 28, 34, 35 van 1935 en nr 1 van 1936). Zoo stort de Sovjet-arbeider voor eiken inkooip van 10 roebel 6 tot 9 roebel in de Sovjet-schatkist/ -i Bovendien wordt de Sovjet-arbeider nog belast met tallooze „vrïjwi'llige inschrijvingen", waarvan alleen al de inschrijving voor de „Leening van het 4de jaar van bet 2e Pjatiletka" het loon van 3 weken beteekent, afgehouden door de administratie der Sovjet-fabrieken (Izvestia, 2-VII-36). Maar er zijn andere, even „vrijwillige" inschrijvingen: voor de revolutie in Spanje, in China, Brazilië en dan nog de lidmaatschapsgelden van de vakvereenigingen en de Communistische partij enz. Het Communistisch gezag in de U.S. S.R. laat „de armen" betalen. Het ont neemt den arbeider met de belastingen meer dan de helft van zijn loon. Waarom laat het niet „de rijken beta len" zooals bij ons de communisten het voorstel doen. Heel eenvoudig: doordat dit al gedaan is bij de geboorte van het communisti sche regime in Rusland. Men heeft ontnomen den burgers, den middenstand, den welgestelden boeren alles wat zij bezaten. Men heeft opgeëisc'ht de reusachtige rijkdommen >die gedurende eeuwen in kerken en kloosters verzameld waren. Men heeft verbeurd verklaard 40 mil liard frank inleggelden van spaarkassen, FEUILLETON door E. R. G a r r a 11. Uit het Engelsch. 45) _0- Toen zij het huis binnenstapte vroeg zij zich af of ze haar vader zou vertellen wat ze gehoord had, maar ze schrok er van terug. Dominé Emerson had er een hekel aan te luisteren naar lasterpraat jes, en daar zij1 zeer veel van haar vader hield en wist hoe hij ook haar hartelijk beminde, besloot zij hem niets van de ■schandaalpraatjes te vertellen. Zij vrees de den blik van verontwaardiging, dien zij op zijn gelaat zou tooveren door hem deelgenoot te maken van wat zij had ge hoord. En toch wist ze ook weer heel goed, dat wanneer zij: aan haar vader vertelde dat, wat haar zoo terneerdrukte, hij zou luisteren naar alles wat zij1 hem zou zeggen en zou trachten haar weer op te beuren. Dit alles overdenkende, hing ze haar hoed en mantel aan den kapstok en trad ze haars vaders studeerkamer binnen. Ze vond hem verdiept in zijn brieven, die de avondpost juist had gebracht. Doris ra kelde het vuur op, juist toen dominé Emerson den laatsten brief opende. W el hoe ging 't vanavond met de meisjes?", vroeg hij, maar voor Doris kon welke aan 9Vï millioen boeren en arbei ders toebehoorden. Met één slag is iedereen arm geworden. Al deze rijkdommen zijn verkwist en weggesmeten door de communisten, be halve misschien enkele tientallen millioe- nen, die door Stalin en zeker ook door an dere communistische leiders „gespaard" zijn bij! buitenlandsche banken. Nu komt men er dus toe meedoogen- loos den Sovjet-arbeiders en -boeren bun laatste centen af te persen, waardoor bun reeds zoo beklagenswaardige toe stand nog verergerd wordt. Het communisme, aldus eindigt het „Dagblad voor Twente", waaraan wij deze gegevens ontleenen, dat is plunde ring van de bevolking, dat is zwarte ar moede!! VLIEGTUIGEN VAN ONBEKENDE NATIONALITEIT BOVEN VLISSINGEN Naar eerst thans wordt meegedeeld, zijn vorigen Zondagmiddag boven hei vliegveld Vlissingen drie militaire vlieg machines van waarschijnlijk vreemde na tionaliteit gesignaleerd, die hoogstwaar schijnlijk zonder hiertoe verlof te hebben gekregen, over ons land hebben gevlogen. D'e mtdedeelingen van eonige ooggetui gen kunnen als volgt worden samengevat: Zondagmiddag omstreeks kwart over twee verscheen een oorlogsvliegtuig van onbekende nationaliteit uit Zuidwestelijke richting, om, vliegende naar het Noor den, Oost-Vlissingen te passeeren. Met tusschenpoozen van ongeveer zeven mi nuten kwamen nog twee machines in zicht. Zij vlogen op naar schatting 800 meter hoogte. Zij hadden in den neus doorzichtige koepels, die hoogstwaar schijnlijk de bewapening bevatten, en bo ven den romp was een verhooging zicht baar, die aan een mitrailleurkoepel deed denken. De machines hadden zwarte ha kenkruisen onder de vleugels en het uit den wereldoorlog bekende ijzeren kruis op de wang van het verticale stuurvlak. De veronderstelling ligt voor de hand, dat het hier om Duitsche vliegtuigen gaat, ook al komen de geconstateerde kenmer ken niet overeen met die van de oorlogs vliegtuigen van de officieele Duitsche luchtmacht. Enkele ooggetuigen vermoed den, dat het Finsche toestellen waren, die uit Engeland kwamen, aangezien zij een blauw hakenkruis onder den vleugel had den. Andere ooggetuigen verklaren ech ter met beslistheid zwarte hakenkruisen te hebben gezien; bovendien voeren Fin sche militaire toestellen geen ijzeien kruis. De autoriteiten, die er van in kennis plegen te worden gesteld wanneer vreem de militaire machines verlof krijgen over ons land te vliegen, hebben hiervan geen mededeeling ontvangen. (N. R. G.) INSTALLATIE VAN BURGEMEESTER SCHUIT TE KORTGENE. Zaterdagmiddag werd Burgemeester Schuit in een buitengewone zitting van den Raad geïnstalleerd. Later op den middag en 's avonds werd voor den bur gemeester en diens echtgenoote door alle vereenigingen van het dorp gedefileerd. Om twee uur werd een optocht samen gesteld. In auto's waren de beide wet houders, alsmede de verschillende be sturen en vertegenwoordigers der ver eenigingen naar het veer gereden. De stoet werd geopend met een aan tal ruiters, onder leiding van den heer J. Vogelaar. Daarna volgde het muziek gezelschap E. M. M., waarna de auto's volgden. Toen de feestelijk versierde boot nader de, speelde het muziekgezelschap de „Feestmarsch" van v. d. Glas. De bur gemeester en zijn familie werden met luide „Hoera'sI" door de bevolking be groet. De heer J. E v e r s d ij 'k trad daarna naar voren en begroette den burgemees ter en zijn vrouw. Spr. drukte zijn blijd schap uit over deze benoeming. Na 15 Oct. hoopte men algemeen, dat u de opvolger van burgemeester Koster zou worden zoodat uw benoeming op antwoorden wierp hij den brief dien hij bezig was te lezen, met een uitroep van ongeduld in het vuur. „Dat is wat hij verdient," zei hij kal meerend, de krant opnemend van den vloer naast hem; ,,'t zal mij eens verwon deren met hoeveel meer van deze brieven ik vereerd word." Doris, tegen den schoorsteenmantel leunend, keek afwezig naar den branden den brief, toen plotseling, terwijl deze zich door de hitte keerde, haar oog viel op het woord „Beltwood". Ze deed een stap voorwaarts om te trachten het res tant van den brandenden brief te redden. „0, waarom hebt u die verbrand?" riep ze uit. „Waarom? omdat hij niets anders verdiende; gooi hem weg, Doris", zei haar vader toen zij: den halfverbranden brief in haar hand had; „werp hem weer in 't vuur. Het is tegen mijn principes ongeteekende brieven te lezen, zooals je weet." Doris gehoorzaamde, half onwillig, zeggende: „Maar 't ging over „Beltwood". Is 't niet jammer vader, de oogen te slui ten voor wat door iedereen gezegd wordt?" Dominé Eerson keek naai Doris over zijn krant heen. „Jammer?" zei hij; „neen, ik zou juist zeggen, dat het jammer was te luisteren naar wat iedereen hier over te vertellen heeft. Bovendien te lezen wat in anonie me brieven wordt meegedeeld is tijdver- Steeds meer telefoonaansluitingen. De opbrengst van de Posterijen in bet 3e kwartaal 1937 bedroeg f 17.001.884, wat f 081.182 hooger is dan in 1936 en f 372.135 lager dan bet vorige kwartaal van 1937, Vermoedelijk doordat de grootgebrui kers volstonden met de in bun bezit zijn-r de postzegelvoorraden te verbruiken, al vorens zich van nieuwe voorraden te voorzien, ia afgezien van bijkomstige seizoeninvloeden de opbrengst der Pos terijen in Augustus j.l. naar verhouding aan den lagen kant: 1937 1936 Juli ƒ3.129.209 ƒ2.953.836 Augustus ƒ2.491.372 ƒ2.556.215 September ƒ2.831.909 ƒ2.807.700 In September 1930 en 1937 is geduren de één week het aantal in het binnen- landsche verkeer ontvangen poststukken geteld, Daarbij bleek een algemeene verkeers- toeneming, vooral in het locale verkeer, over de uitwerking van de invoering van het stuiversport Kunnen zij uiteraard nog weinig licht geven. Van alle dienstonderdeelen blijft de te lefonie den krachtigsten vooruitgang too- nen. De in steeds sneller tempo toenemen de automatiseering blijkt een sterken prikkel op het verkeer uit te oefenen. Terwijl het gemiddelde dagverkeer van 1934 op 1935 toenam met 13.4 pet. en van 1935 op 1936 met 14.8 pet., was de toene ming over de eerste 9 maanden van dit jaar, vergeleken met dezelfde periode van 1936, ongeveer 25 pet. In de Rijkstelefoonnetten wordt thans 27 pet. van het verkeer automatisch af gewikkeld. Zeer duidelijk spreekt de groei van de telefonie ook uit de toeneming van het aantal aansluitingen. In de eerste 3 kwartalen van 1937 wer den 16.111 nieuwe aansluitingen gevraagd tegen 14.106 in hetzelfde tijdvak van 1936. Hoewel 1936 met een totaal aantal aan vragen van 19.119 reeds ver boven dat van 1935 met 15.517 aansluitingen uit ging, staat thans reeds vast, dat 1937 het aantal van bet vorige jaar weder belang rijk zal overschrijden. Ook het internationaal telefoonverkeer stijgt voortdurend. 22 Nov. met groote voldoening vernomen werd. Wij hebben volkomen vertrouwen, dat u de karakter-eigenschappen, welke u als secretaris bemind hebben gemaakt, nóg meer zult ontplooien bij de uitoefe ning van uw nieuwe ambt. Wij hopen, dat gij beiden vele en ge lukkige jaren op Kortgene zult mogen doorbrengen. De heer S e h u i t; dankte mede namens zijn vrouw voor de ontvangst. Onze blijd schap is groot. Samen willen wij de be langen der gemeente gaan behartigen. Spr. hoopt, dat het in hem gestelde ver trouwen niet beschaamd mag worden. De geheele stoet ging, nadat de bur gemeester met zijn echtgenoote en hun zoontje in een open auto waren gestapt, naar het gemeentehuis. Overal hingen de vlaggen uit en het burgemeesterspaar werd luide ver welkomd. Toen het burgemeesterpaar bij het gemeentebestuur arriveerde, stonden daar de kinderen uit de Chr. Bewaar school onder leiding van mej. Barent- sen. De installatie. De gemeentekamer was feestelijk ver sierd. Behalve de wethouders en den Raad waren o.a. aanwezig de burgemees ters van Colijnsplaat, Wissenkerke en Wolphaartsdijk. Verder was de zaal ge heel gevuld met gemeente-personeel en hun dames, terwijl verschillende nota belen uit de gemeente tegenwoordig wa ren. Weth. Sal om opende de vergade ring en heette de aanwezigen welkom. Spr. feliciteerde de wederzijdsche ouders met de opnoeming van hun zoon en schoonzoon, en hoopte, dat zij tot in knoeien." „Maar," Doris aarzelde, „als u bet van alle kanten hoort, zou het toch ongetwijh feld beter zijn het te onderzoeken en de waarheid uit te vinden." „Niet, wanneer .men weet alles wat men wenscht te weten. Ik verlang heusch niet meer te weten, dan ik al weet van den eigenaar van „Beltwood". Ik ben er van overtuigd, dat hij1 een beste man is. en dat is voldoende voor mij." „Is u daarvan overtuigd?" vroeg Doris op een somberen, tevens belangstellenden toon. „Geheel en al; ik respecteer den man en geloof dat hij een oprecht Christen is. Dat is voldoende voor mij. Bovendien, wanneer iemand meent hem te moeten blameeren, laat hij1 het dan openlijk doen in een onderteekenden brief. Intusschen lieve, verontrust je niet door de laster praat van kwaadsprekers, 't Is niet de moeite waard, mijn kind." „Ik ben blij! vader, dat u hem een beste man vindt," zei Doris met een half onderdrukte zucht. Haar vader was stil. Wist hij alles wat er gezegd werd? vroeg Doris zich af. Ze had graag gewild, dat haar vader verder op de zaak was ingegaan, maar er was iets in zijn blik, dat haar deed zwij gen. Klaarblijkelijk voelde hijl ei niet voor er verder over te spreken. Doris ging naar haar kamer, met een bezwaard hart. Naar gewoonte schreef ze een lange lijst van zaken, die den vol- hoogen ouderdom het genot zullen mogen smaken getuigen te zjjn van het geluk van hun kinderen. Burgemeester Schuit, welke in een an dere kamer vertoefd had, werd daarna in de raadzaal geroepen. Wethouder S a 1 o m hield vervolgens een rede, waarin hij er op wees, dat dez8 benoeming de goedkeuring van de ge heele bevolking wegdraagt. Spr. riep den burgemeester een hartelijk welkom toe. Als secretaris geniet u reeds ieders ■waardeering, dus wq twijfelen geen oogen- blik, of die band zal nog vaster worden aangehaald. En wij van onzen kant zullen zien te zorgen, dien band onverbreekbaar te ma ken. Daarom hartelijk geluk gewenscht met deze benoeming. De heer Dorst en ik zullen nu onzen zesden burgemeester hebben gedurende onze raadsloopbaan. Op prettige wijze hebben wij steeds met allen samenge werkt, in het bijzonder met hem, wiens plaats u nu gereed staat in. te nemen. Wij hopen, dat u tot in lengte van dagen de bekleeder van dit ambt zult mogen zijn. Spr. hing daarna den ambts keten om, ^waarna de burgemeester aan het woord kwam. Spr. dankte eerst H. M. de Koningin voor de benoeming, den Minister van Binnenlandsche Zaken en den Commis saris der Koningin in deze provincie, die hem hebben willen voordragen. U allen zult wel begrijpen, dat deze hooge onderscheiding om op een zoo jeugdigen leeftijd tot dit hooge ambt te worden geroepen mij tot blijdschap stemt, doch dit doet het te meer, omdat ik met mijn gezin reeds ruim 4 jaar in deze ge meente woonachtig ben en weet, dat de gemeentenaren aan wier hoofd ik thans geplaatst ben, mijn benoeming hebben gewild. U, wethouder Salomó wil ik een woord van hartelijken dank brengen voor de wijze waarop gij onze gemeente gedu rende den tijd waarin het ambt van bur gemeester vacant was, als loco-burge meester 'hebt gediend. Ik spreek de hoop uit, dat het u nog vele jaren gegeven mag zijn om in goede gezondheid op de uw rustige, kalme en zakelijke wijze de belangen onzer ge meente te helpen behartigen. Ook weth. Wolse dank ik hartelijk voor de aangename samenwerking steeds van hem ondervonden en ik weet, dat wjj het ook in de toekomst steeds in de ver gaderingen van B. en W. met elkaar kun nen vinden. Ook de leden van den raad diank ik hartelijk voor de prettige wijze, waarop ik steeds in uw midden als secretaris heb mogen veikeeren. Wij weten elkan ders goede eigenschappen en wij' kennen ook elkanders gebreken. Ik ben mij ook ten volle bewust niet zonder gebreken te zijn, doch ik hoop in de toekomst met uw medewerking op de meest nauwgezette en eerlijke wijze de belan gen onzer gemeente te behartigen. Ik beloof u, dat ik bij de uitoefening van mijn ambt boven alle politieke par tijen zal staan. Ik zal ieders godsdiens tige of politieke zienswijze ten volle res pecteeren, maar ik meen ook te mogen eischen, dat men dat de mjne zal doen. Verder doe ik een beroep op alle in dienst der gemeente zijnde ambtenaren, op mijn gemeenteveldwachter Prins, op den brigadier der rijksveldwacht Dekker en verder op allen, die op eenigerlei wijze met de gemeente verbonden zijn. Een woord van hartelijken dank wil ik hier van deze plaats brengen aan mijn ambtsvoorganger den heer Koster, thans burgemeester van Heerde, die gaarne op dit oogenblik is ons midden was tegen woordig geweest, doch daartoe verhin derd is. Ik weet, dat het voor mij moei lijk zal zijn zijn voetstappen te drukken, doch ik hoop niettemin tot heil onzer ge meente te mogen werkzaam zijn. Ten slotte breng ik nog een woord van hartelijken dank aan mijn ambtgenooten van Colijnsplaat, Wissenkerke en Wol phaartsdijk. En hiermede aanvaard ik met de bede, dat God mij de noodige kracht en wijsheid moge geven om onze gemeente naar mijn beste weten te mogen besturen genden dag een beurt moesten hebben; ze zuchtte toen zij zag hoeveel het er wel waren; en daarna zat ze bij het vuur met haar hoofd in de handen, denkende aan Molly en aan wat deze had verteld. Dan plotseling vlogen haar gedachten te rug naar den dag toen zij in 't schemer donker, dicht biji de poort van „Beltwood" mijnheer Delacot met zij'n vreemde gezel lin had gezien zonder zelf opgemerkt te zijn. Kon die dame soms „de juffrouw van de torenkamer" zijn van wie Molly gesproken had? HOOFDSTUK XVII. De Bazaar. De bewoners van de wijk in Coalfield, een voorstad van Stonely, verkeerden in afwachting van de dingen, die komen zouden. „D'e groote bazaar" was vastge steld op den eersten Dinsdag in Maart en velen waren er voor in touw geweest. Ze waren aan het werk geweest, dat het een lust was om te zien en nu ze 't resultaat van bun arbeid overzagen, geloofden ze steevast een goede duizend gulden te zul len overhouden ter aflossing van de schuld, die nog altijd op de St. Lukas- kerk rustte. Een gTOOte zaal was voor den verkoop afgehuurd, en op den morgen van den grooton dag zag deze er zeldzaam aardig uit met een aankleeding van bloemen en groen. De 25sie partij afgebroken. In de groote zaal van den Dierentuin te Dén Haag is Zaterdagavond de 25ste partij van den wedstrijd om het wereld kampioenschap gespeeld. Wit; dr Euwe. Zwart: dr Aljechin. 1, <12d4 Pg8—f6 2. c2c4 e7e6 3. Fblc3 Lf8b4 4. e2e3 0—0 5. Pgl—e2 d7d5 6. a2a3 Lb4—e7 7. c4Xd5 e6Xd5 8. Pe2g3 c7c5 9. d4Xc5 Le7Xc5 10. b2—h4 d5d4 11. b4Xcö d4Xc3 12. Ddlc2 Dd8a5 13. Tal—bl Lc8d7 14. Tblb3 Ld4a4 15. Dc2Xo3 Daöd8 16, Lflc4 Pb8a6 17. Lc4Xa6 b7Xa6 18. 0-0 La4Xb3 19. Dc3Xb3 Ta8b8 20. Db3o2 Dd8dö 21. e3'e4 Ddöb3 22, Dc2e2 Db3—bö 23, D©2—f3 Db5Xc5 24. Pg3—fö Tb8—bl 25. DfSï4 Pf6Xe4 2-0. h2h4 Tf8e8 27. Tflel Deöc3 28. Tel—dl Pe4d2 29. TdlXd2 TblXclf 30. Kglh2 Dc3c7 31. Td2d6 Tel—c5 32. g2g3 Te8—f8 33. g3g4 f7—f6 34. Kh2h3 h7h5 35. Df4d2 höXgéf 36. Kh3Xg4 Dc7—f7 37. h4hö TcöXfö 38. Kg4Xf5 Df7Xh5" 39. Kf5—f4 DhöbA' 40. Kf4—f3 Dh4~h3" (Afgebroken.) Dinsdag voortzetting. het ambt van burgemeester van Kort gene. Ik heb gezegd. (Applaus.) Het oudste raadslid, de heer Dorst, hield daarna namens den Raad een rede. Het is nu ruim vier jaar geleden, dat U wegens ziekte van den heer Schuilwervs werd benoemd tot waarnemend secretaris dezer gemeente. U kwam hier op een kan toor, dat ondanks den bekwamen en werkzamen secretaris, natuurlijk door de langdurige ongesteldheid van den func tionaris wel wat achter was op verschil lend gebied. Gij hebt niettegenstaande de tegenwerking van den toen aanwezigen ambtenaar in korten tijd alles in goede banen geleid zeer ten genoege van het ge meentebestuur. Als blijk van Uw accura tesse werd U dan ook na het overlijden van den heer Schuilwerve met bijna al gemeene stemmen tot secretaris dezer gemeente benoemd, welk ambt U nu se dert 4 jaar met de meeste nauwgezetheid bekleedt. Thans doet bet mij genoegen U namens den Raad hartelijk welkom te heeten en te feliciteeren met de benoe ming als burgemeester en ik spreek daar bij den wensch uit, dat U een lange reeks van jaren aan het hoofd dezer gemeente mag staan, tot groote tevredenheid en welzijn van de burgers van Kortgene. (Applaus.) Ds van der Most van Spijk feli citeerde den heer Schuit met dezen dag. Drie dingen zijn het die U vóór hebt: le. gij zijt geen vreemdeling; 2e. gij zijt ge heel ingeburgerd en 3e. gij kent de men taliteit van de inwoners. Maar bet voor heeft ook een tegen. Men kan té overbe kend zijn. Als ik U gelukwensch, hoop ik, dat gij ruggegraat zult behouden, dat gij recht door zee zult gaan en dat gij U plaatsen zult boven alle politieke en gods dienstige partijen. Ik wensch U toe, dat gij in Uw hart moogt bezitten datgene wat koning Salomo bezat toen hij zijn volk moest regeeren. Burgemeester Stüte van Oolijnsplaat sprak daarna zijn jonge collega toe. Het burgemeestersambt is van geheel andere Al de dames uit de' wijk waren ge vraagd een handje te helpen; deels om in. de verschillende stalletjes te staan, an derdeels om wat muziek ten gehoore te brengen of mee te spelen in het tooneel- stukje, dat in den namiddag zou worden opgevoerd ter aanmoediging van het be zoek. Met uitzondering van een of twee van haar, die verzocht waren in een stal letje te bedienen, waren al de aanwezi gen zeer opgewekt. Mevrouw Simpkins was ernstig ontstemd omdat de dame van het stalletje naast haar enkele slabbetjes ten verkoop had, terwijl zij alleen afge werkte goederen in baar stalletje zou hebben en mevrouw Watkins was boos op de dame in bet stalletje tegenover haar omdat deze geweigerd had haar een paar aardige dingen uit haar voorraad af te staan; maar overigens keken de dames alle even opgeruimd en spraken ze zeer druk over de vraag of het einde van den dag voor haar een belooning zou zijn voor bet maandenlange harde werken. Er zou heel wat verkocht moeten worden want er waren ook heel wat onkosten, 't Was wel jammer, maar er was nu een maal niets aan te doen. Als er nog maar een goede duizend gulden overbleef, was er toch reden tot tevredenheid en was al die arbeid toch niet voor niets geweest. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1937 | | pagina 5