DE ZEEUW
TEGEN DEN STROOM
TWEEDE BLAD
anderen,
akingen.
:heren.
Het Communisme in de
practijk
Uit de Provincie
De opbrengst der Posterijen
iets gedaald.
Het wereldkampioenschap
Schaken.
VAN
MAANDAG 6 DEC. 1937, Nr 57.
RKE.
ponnementen
door
OOGST 1937.
Akkerbouw-
fnd, dat de
an oogst 1937,
(October 1937
ber 1937, met
gestelde voor-
'0,50 per 100
ber 1937.
|o n g e 1 u k.
had hier,
Imeentehuis,
|ats. Zekere
luxe auto
de bus, die
kwam. On-
|igen elkaar
ongetje van
Ijke woning
gen de auto
leef vreese-
het kind
blijk Dr de
I plaatse en
|er ernstige
naar 'het
vreest voor
den auto-
heeft nog
[gooid, met
draai van
In boom op
ehavend.
Plundering van de bevolking; zwarte
armoede.
De communisten werpen zich altijd op
als dei verdedigers van de arbeiders
massa.
Ze eischen afschaffing van belasting
op het arbeidsinkomen. En om voldoende
begrootingsinlkomsten te dekken, noodi-
gen zij1 de regeering uit „de rijken te la
ten betalen",
Ter „democratiseering der belasting"
eischen b.v. de Fransche communisten,
dat het aandeel van de directe belastin
gen op het inkomen in de begrooting op
aanzienlijke wijze moet toenemen. De in
directe belastingen en accijnzen worden
beschouwd strijdig te zijn met de demo
cratische principes, omdat zij den gewo
nen verbruiker treffen, zonder met zijn
kleine inkomsten rekening te houden,
Parool moet zijn: „de rijken laten be
talen."
Dat is het ideaal en het streven van de
communisten in de democratische, z.g.
„kapitalistische" landen.
Men zou dus mogen verwachten, dat
dit ideaal ten volle verwezenlijkt is bij1 de
Sovjets, de heerschers in 't land waar
't Communisme ten volle aan de macht is.
Bij de Sovjets gaat het heel andersl
De Sovjets voeden hun begrootingen
bijna uitsluitend door indirecte belastin
gen (Izvestia 18-1-36; 14-1-37; Journal
de Moscou 19-1-37), de rol der directe be
lastingen is onbeduidend; 2,6 pet. der
ontvangsten, zegge ruim achtmaal min
der dan in Nederland, waar deze belas
ting plm. 23 pet. van de ontvangsten uit
maakt.
Treffender nog: bijna de helft der ont
vangsten komen voort uit de belas
ting op brood en andere levensmid
delen. (Journal de Moscou, 19-1-37).
De rest komt van belastingen op voor
werpen van noodzakelijk levens onder
houd: kleeding, schoeisel, enz.
De druk der belasting is over
weldigend; 60 tot 90 pet. van den ver
koopprijs van levensmiddelen worden ge
heven als belasting op het omzetcijfer.
(Bulletin van de financieele wetgeving in
de U.S.S.R. nrs 28, 34, 35 van 1935 en
nr 1 van 1936).
Zoo stort de Sovjet-arbeider voor eiken
inkooip van 10 roebel 6 tot 9 roebel in de
Sovjet-schatkist/ -i
Bovendien wordt de Sovjet-arbeider
nog belast met tallooze „vrïjwi'llige
inschrijvingen", waarvan alleen al
de inschrijving voor de „Leening van het
4de jaar van bet 2e Pjatiletka" het loon
van 3 weken beteekent, afgehouden door
de administratie der Sovjet-fabrieken
(Izvestia, 2-VII-36). Maar er zijn andere,
even „vrijwillige" inschrijvingen: voor de
revolutie in Spanje, in China, Brazilië en
dan nog de lidmaatschapsgelden van de
vakvereenigingen en de Communistische
partij enz.
Het Communistisch gezag in de U.S.
S.R. laat „de armen" betalen. Het ont
neemt den arbeider met de belastingen
meer dan de helft van zijn loon.
Waarom laat het niet „de rijken beta
len" zooals bij ons de communisten het
voorstel doen.
Heel eenvoudig: doordat dit al gedaan
is bij de geboorte van het communisti
sche regime in Rusland.
Men heeft ontnomen den burgers, den
middenstand, den welgestelden boeren
alles wat zij bezaten.
Men heeft opgeëisc'ht de reusachtige
rijkdommen >die gedurende eeuwen in
kerken en kloosters verzameld waren.
Men heeft verbeurd verklaard 40 mil
liard frank inleggelden van spaarkassen,
FEUILLETON
door E. R. G a r r a 11.
Uit het Engelsch.
45) _0-
Toen zij het huis binnenstapte vroeg
zij zich af of ze haar vader zou vertellen
wat ze gehoord had, maar ze schrok er
van terug. Dominé Emerson had er een
hekel aan te luisteren naar lasterpraat
jes, en daar zij1 zeer veel van haar vader
hield en wist hoe hij ook haar hartelijk
beminde, besloot zij hem niets van de
■schandaalpraatjes te vertellen. Zij vrees
de den blik van verontwaardiging, dien
zij op zijn gelaat zou tooveren door hem
deelgenoot te maken van wat zij had ge
hoord. En toch wist ze ook weer heel
goed, dat wanneer zij: aan haar vader
vertelde dat, wat haar zoo terneerdrukte,
hij zou luisteren naar alles wat zij1 hem
zou zeggen en zou trachten haar weer op
te beuren.
Dit alles overdenkende, hing ze haar
hoed en mantel aan den kapstok en trad
ze haars vaders studeerkamer binnen. Ze
vond hem verdiept in zijn brieven, die de
avondpost juist had gebracht. Doris ra
kelde het vuur op, juist toen dominé
Emerson den laatsten brief opende.
W el hoe ging 't vanavond met de
meisjes?", vroeg hij, maar voor Doris kon
welke aan 9Vï millioen boeren en arbei
ders toebehoorden.
Met één slag is iedereen arm geworden.
Al deze rijkdommen zijn verkwist en
weggesmeten door de communisten, be
halve misschien enkele tientallen millioe-
nen, die door Stalin en zeker ook door an
dere communistische leiders „gespaard"
zijn bij! buitenlandsche banken.
Nu komt men er dus toe meedoogen-
loos den Sovjet-arbeiders en -boeren bun
laatste centen af te persen, waardoor
bun reeds zoo beklagenswaardige toe
stand nog verergerd wordt.
Het communisme, aldus eindigt het
„Dagblad voor Twente", waaraan wij
deze gegevens ontleenen, dat is plunde
ring van de bevolking, dat is zwarte ar
moede!!
VLIEGTUIGEN VAN ONBEKENDE
NATIONALITEIT BOVEN VLISSINGEN
Naar eerst thans wordt meegedeeld,
zijn vorigen Zondagmiddag boven hei
vliegveld Vlissingen drie militaire vlieg
machines van waarschijnlijk vreemde na
tionaliteit gesignaleerd, die hoogstwaar
schijnlijk zonder hiertoe verlof te hebben
gekregen, over ons land hebben gevlogen.
D'e mtdedeelingen van eonige ooggetui
gen kunnen als volgt worden samengevat:
Zondagmiddag omstreeks kwart over
twee verscheen een oorlogsvliegtuig van
onbekende nationaliteit uit Zuidwestelijke
richting, om, vliegende naar het Noor
den, Oost-Vlissingen te passeeren. Met
tusschenpoozen van ongeveer zeven mi
nuten kwamen nog twee machines in
zicht. Zij vlogen op naar schatting 800
meter hoogte. Zij hadden in den neus
doorzichtige koepels, die hoogstwaar
schijnlijk de bewapening bevatten, en bo
ven den romp was een verhooging zicht
baar, die aan een mitrailleurkoepel deed
denken. De machines hadden zwarte ha
kenkruisen onder de vleugels en het uit
den wereldoorlog bekende ijzeren kruis op
de wang van het verticale stuurvlak. De
veronderstelling ligt voor de hand, dat
het hier om Duitsche vliegtuigen gaat,
ook al komen de geconstateerde kenmer
ken niet overeen met die van de oorlogs
vliegtuigen van de officieele Duitsche
luchtmacht. Enkele ooggetuigen vermoed
den, dat het Finsche toestellen waren, die
uit Engeland kwamen, aangezien zij een
blauw hakenkruis onder den vleugel had
den. Andere ooggetuigen verklaren ech
ter met beslistheid zwarte hakenkruisen
te hebben gezien; bovendien voeren Fin
sche militaire toestellen geen ijzeien
kruis.
De autoriteiten, die er van in kennis
plegen te worden gesteld wanneer vreem
de militaire machines verlof krijgen over
ons land te vliegen, hebben hiervan geen
mededeeling ontvangen. (N. R. G.)
INSTALLATIE VAN BURGEMEESTER
SCHUIT TE KORTGENE.
Zaterdagmiddag werd Burgemeester
Schuit in een buitengewone zitting van
den Raad geïnstalleerd. Later op den
middag en 's avonds werd voor den bur
gemeester en diens echtgenoote door alle
vereenigingen van het dorp gedefileerd.
Om twee uur werd een optocht samen
gesteld. In auto's waren de beide wet
houders, alsmede de verschillende be
sturen en vertegenwoordigers der ver
eenigingen naar het veer gereden.
De stoet werd geopend met een aan
tal ruiters, onder leiding van den heer
J. Vogelaar. Daarna volgde het muziek
gezelschap E. M. M., waarna de auto's
volgden.
Toen de feestelijk versierde boot nader
de, speelde het muziekgezelschap de
„Feestmarsch" van v. d. Glas. De bur
gemeester en zijn familie werden met
luide „Hoera'sI" door de bevolking be
groet.
De heer J. E v e r s d ij 'k trad daarna
naar voren en begroette den burgemees
ter en zijn vrouw. Spr. drukte zijn blijd
schap uit over deze benoeming.
Na 15 Oct. hoopte men algemeen, dat
u de opvolger van burgemeester Koster
zou worden zoodat uw benoeming op
antwoorden wierp hij den brief dien hij
bezig was te lezen, met een uitroep van
ongeduld in het vuur.
„Dat is wat hij verdient," zei hij kal
meerend, de krant opnemend van den
vloer naast hem; ,,'t zal mij eens verwon
deren met hoeveel meer van deze brieven
ik vereerd word."
Doris, tegen den schoorsteenmantel
leunend, keek afwezig naar den branden
den brief, toen plotseling, terwijl deze
zich door de hitte keerde, haar oog viel
op het woord „Beltwood". Ze deed een
stap voorwaarts om te trachten het res
tant van den brandenden brief te redden.
„0, waarom hebt u die verbrand?"
riep ze uit.
„Waarom? omdat hij niets anders
verdiende; gooi hem weg, Doris", zei
haar vader toen zij: den halfverbranden
brief in haar hand had; „werp hem weer
in 't vuur. Het is tegen mijn principes
ongeteekende brieven te lezen, zooals je
weet."
Doris gehoorzaamde, half onwillig,
zeggende: „Maar 't ging over „Beltwood".
Is 't niet jammer vader, de oogen te slui
ten voor wat door iedereen gezegd
wordt?"
Dominé Eerson keek naai Doris over
zijn krant heen.
„Jammer?" zei hij; „neen, ik zou juist
zeggen, dat het jammer was te luisteren
naar wat iedereen hier over te vertellen
heeft. Bovendien te lezen wat in anonie
me brieven wordt meegedeeld is tijdver-
Steeds meer telefoonaansluitingen.
De opbrengst van de Posterijen in bet
3e kwartaal 1937 bedroeg f 17.001.884,
wat f 081.182 hooger is dan in 1936 en
f 372.135 lager dan bet vorige kwartaal
van 1937,
Vermoedelijk doordat de grootgebrui
kers volstonden met de in bun bezit zijn-r
de postzegelvoorraden te verbruiken, al
vorens zich van nieuwe voorraden te
voorzien, ia afgezien van bijkomstige
seizoeninvloeden de opbrengst der Pos
terijen in Augustus j.l. naar verhouding
aan den lagen kant:
1937 1936
Juli ƒ3.129.209 ƒ2.953.836
Augustus ƒ2.491.372 ƒ2.556.215
September ƒ2.831.909 ƒ2.807.700
In September 1930 en 1937 is geduren
de één week het aantal in het binnen-
landsche verkeer ontvangen poststukken
geteld,
Daarbij bleek een algemeene verkeers-
toeneming, vooral in het locale verkeer,
over de uitwerking van de invoering van
het stuiversport Kunnen zij uiteraard nog
weinig licht geven.
Van alle dienstonderdeelen blijft de te
lefonie den krachtigsten vooruitgang too-
nen. De in steeds sneller tempo toenemen
de automatiseering blijkt een sterken
prikkel op het verkeer uit te oefenen.
Terwijl het gemiddelde dagverkeer van
1934 op 1935 toenam met 13.4 pet. en van
1935 op 1936 met 14.8 pet., was de toene
ming over de eerste 9 maanden van dit
jaar, vergeleken met dezelfde periode van
1936, ongeveer 25 pet.
In de Rijkstelefoonnetten wordt thans
27 pet. van het verkeer automatisch af
gewikkeld. Zeer duidelijk spreekt de groei
van de telefonie ook uit de toeneming van
het aantal aansluitingen.
In de eerste 3 kwartalen van 1937 wer
den 16.111 nieuwe aansluitingen gevraagd
tegen 14.106 in hetzelfde tijdvak van 1936.
Hoewel 1936 met een totaal aantal aan
vragen van 19.119 reeds ver boven dat
van 1935 met 15.517 aansluitingen uit
ging, staat thans reeds vast, dat 1937 het
aantal van bet vorige jaar weder belang
rijk zal overschrijden.
Ook het internationaal telefoonverkeer
stijgt voortdurend.
22 Nov. met groote voldoening vernomen
werd.
Wij hebben volkomen vertrouwen, dat
u de karakter-eigenschappen, welke u
als secretaris bemind hebben gemaakt,
nóg meer zult ontplooien bij de uitoefe
ning van uw nieuwe ambt.
Wij hopen, dat gij beiden vele en ge
lukkige jaren op Kortgene zult mogen
doorbrengen.
De heer S e h u i t; dankte mede namens
zijn vrouw voor de ontvangst. Onze blijd
schap is groot. Samen willen wij de be
langen der gemeente gaan behartigen.
Spr. hoopt, dat het in hem gestelde ver
trouwen niet beschaamd mag worden.
De geheele stoet ging, nadat de bur
gemeester met zijn echtgenoote en hun
zoontje in een open auto waren gestapt,
naar het gemeentehuis.
Overal hingen de vlaggen uit en
het burgemeesterspaar werd luide ver
welkomd. Toen het burgemeesterpaar bij
het gemeentebestuur arriveerde, stonden
daar de kinderen uit de Chr. Bewaar
school onder leiding van mej. Barent-
sen.
De installatie.
De gemeentekamer was feestelijk ver
sierd. Behalve de wethouders en den
Raad waren o.a. aanwezig de burgemees
ters van Colijnsplaat, Wissenkerke en
Wolphaartsdijk. Verder was de zaal ge
heel gevuld met gemeente-personeel en
hun dames, terwijl verschillende nota
belen uit de gemeente tegenwoordig wa
ren.
Weth. Sal om opende de vergade
ring en heette de aanwezigen welkom.
Spr. feliciteerde de wederzijdsche ouders
met de opnoeming van hun zoon en
schoonzoon, en hoopte, dat zij tot in
knoeien."
„Maar," Doris aarzelde, „als u bet van
alle kanten hoort, zou het toch ongetwijh
feld beter zijn het te onderzoeken en de
waarheid uit te vinden."
„Niet, wanneer .men weet alles wat
men wenscht te weten. Ik verlang heusch
niet meer te weten, dan ik al weet van
den eigenaar van „Beltwood". Ik ben er
van overtuigd, dat hij1 een beste man is.
en dat is voldoende voor mij."
„Is u daarvan overtuigd?" vroeg Doris
op een somberen, tevens belangstellenden
toon.
„Geheel en al; ik respecteer den man
en geloof dat hij een oprecht Christen is.
Dat is voldoende voor mij. Bovendien,
wanneer iemand meent hem te moeten
blameeren, laat hij1 het dan openlijk doen
in een onderteekenden brief. Intusschen
lieve, verontrust je niet door de laster
praat van kwaadsprekers, 't Is niet de
moeite waard, mijn kind."
„Ik ben blij! vader, dat u hem een
beste man vindt," zei Doris met een half
onderdrukte zucht.
Haar vader was stil. Wist hij alles
wat er gezegd werd? vroeg Doris zich af.
Ze had graag gewild, dat haar vader
verder op de zaak was ingegaan, maar er
was iets in zijn blik, dat haar deed zwij
gen. Klaarblijkelijk voelde hijl ei niet voor
er verder over te spreken.
Doris ging naar haar kamer, met een
bezwaard hart. Naar gewoonte schreef
ze een lange lijst van zaken, die den vol-
hoogen ouderdom het genot zullen mogen
smaken getuigen te zjjn van het geluk
van hun kinderen.
Burgemeester Schuit, welke in een an
dere kamer vertoefd had, werd daarna
in de raadzaal geroepen.
Wethouder S a 1 o m hield vervolgens
een rede, waarin hij er op wees, dat dez8
benoeming de goedkeuring van de ge
heele bevolking wegdraagt. Spr. riep den
burgemeester een hartelijk welkom toe.
Als secretaris geniet u reeds ieders
■waardeering, dus wq twijfelen geen oogen-
blik, of die band zal nog vaster worden
aangehaald.
En wij van onzen kant zullen zien te
zorgen, dien band onverbreekbaar te ma
ken. Daarom hartelijk geluk gewenscht
met deze benoeming.
De heer Dorst en ik zullen nu onzen
zesden burgemeester hebben gedurende
onze raadsloopbaan. Op prettige wijze
hebben wij steeds met allen samenge
werkt, in het bijzonder met hem, wiens
plaats u nu gereed staat in. te nemen.
Wij hopen, dat u tot in lengte van
dagen de bekleeder van dit ambt zult
mogen zijn. Spr. hing daarna den ambts
keten om, ^waarna de burgemeester aan
het woord kwam.
Spr. dankte eerst H. M. de Koningin
voor de benoeming, den Minister van
Binnenlandsche Zaken en den Commis
saris der Koningin in deze provincie,
die hem hebben willen voordragen.
U allen zult wel begrijpen, dat deze
hooge onderscheiding om op een zoo
jeugdigen leeftijd tot dit hooge ambt te
worden geroepen mij tot blijdschap stemt,
doch dit doet het te meer, omdat ik met
mijn gezin reeds ruim 4 jaar in deze ge
meente woonachtig ben en weet, dat de
gemeentenaren aan wier hoofd ik thans
geplaatst ben, mijn benoeming hebben
gewild.
U, wethouder Salomó wil ik een woord
van hartelijken dank brengen voor de
wijze waarop gij onze gemeente gedu
rende den tijd waarin het ambt van bur
gemeester vacant was, als loco-burge
meester 'hebt gediend.
Ik spreek de hoop uit, dat het u nog
vele jaren gegeven mag zijn om in goede
gezondheid op de uw rustige, kalme
en zakelijke wijze de belangen onzer ge
meente te helpen behartigen.
Ook weth. Wolse dank ik hartelijk
voor de aangename samenwerking steeds
van hem ondervonden en ik weet, dat wjj
het ook in de toekomst steeds in de ver
gaderingen van B. en W. met elkaar kun
nen vinden.
Ook de leden van den raad diank ik
hartelijk voor de prettige wijze, waarop
ik steeds in uw midden als secretaris
heb mogen veikeeren. Wij weten elkan
ders goede eigenschappen en wij' kennen
ook elkanders gebreken. Ik ben mij ook
ten volle bewust niet zonder gebreken
te zijn, doch ik hoop in de toekomst
met uw medewerking op de meest
nauwgezette en eerlijke wijze de belan
gen onzer gemeente te behartigen.
Ik beloof u, dat ik bij de uitoefening
van mijn ambt boven alle politieke par
tijen zal staan. Ik zal ieders godsdiens
tige of politieke zienswijze ten volle res
pecteeren, maar ik meen ook te mogen
eischen, dat men dat de mjne zal doen.
Verder doe ik een beroep op alle in
dienst der gemeente zijnde ambtenaren,
op mijn gemeenteveldwachter Prins, op
den brigadier der rijksveldwacht Dekker
en verder op allen, die op eenigerlei wijze
met de gemeente verbonden zijn.
Een woord van hartelijken dank wil ik
hier van deze plaats brengen aan mijn
ambtsvoorganger den heer Koster, thans
burgemeester van Heerde, die gaarne op
dit oogenblik is ons midden was tegen
woordig geweest, doch daartoe verhin
derd is. Ik weet, dat het voor mij moei
lijk zal zijn zijn voetstappen te drukken,
doch ik hoop niettemin tot heil onzer ge
meente te mogen werkzaam zijn.
Ten slotte breng ik nog een woord van
hartelijken dank aan mijn ambtgenooten
van Colijnsplaat, Wissenkerke en Wol
phaartsdijk.
En hiermede aanvaard ik met de
bede, dat God mij de noodige kracht en
wijsheid moge geven om onze gemeente
naar mijn beste weten te mogen besturen
genden dag een beurt moesten hebben;
ze zuchtte toen zij zag hoeveel het er
wel waren; en daarna zat ze bij het vuur
met haar hoofd in de handen, denkende
aan Molly en aan wat deze had verteld.
Dan plotseling vlogen haar gedachten te
rug naar den dag toen zij in 't schemer
donker, dicht biji de poort van „Beltwood"
mijnheer Delacot met zij'n vreemde gezel
lin had gezien zonder zelf opgemerkt te
zijn. Kon die dame soms „de juffrouw
van de torenkamer" zijn van wie Molly
gesproken had?
HOOFDSTUK XVII.
De Bazaar.
De bewoners van de wijk in Coalfield,
een voorstad van Stonely, verkeerden in
afwachting van de dingen, die komen
zouden. „D'e groote bazaar" was vastge
steld op den eersten Dinsdag in Maart en
velen waren er voor in touw geweest. Ze
waren aan het werk geweest, dat het een
lust was om te zien en nu ze 't resultaat
van bun arbeid overzagen, geloofden ze
steevast een goede duizend gulden te zul
len overhouden ter aflossing van de
schuld, die nog altijd op de St. Lukas-
kerk rustte.
Een gTOOte zaal was voor den verkoop
afgehuurd, en op den morgen van den
grooton dag zag deze er zeldzaam aardig
uit met een aankleeding van bloemen en
groen.
De 25sie partij afgebroken.
In de groote zaal van den Dierentuin te
Dén Haag is Zaterdagavond de 25ste
partij van den wedstrijd om het wereld
kampioenschap gespeeld.
Wit; dr Euwe. Zwart: dr Aljechin.
1, <12d4
Pg8—f6
2. c2c4
e7e6
3. Fblc3
Lf8b4
4. e2e3
0—0
5. Pgl—e2
d7d5
6. a2a3
Lb4—e7
7. c4Xd5
e6Xd5
8. Pe2g3
c7c5
9. d4Xc5
Le7Xc5
10. b2—h4
d5d4
11. b4Xcö
d4Xc3
12. Ddlc2
Dd8a5
13. Tal—bl
Lc8d7
14. Tblb3
Ld4a4
15. Dc2Xo3
Daöd8
16, Lflc4
Pb8a6
17. Lc4Xa6
b7Xa6
18. 0-0
La4Xb3
19. Dc3Xb3
Ta8b8
20. Db3o2
Dd8dö
21. e3'e4
Ddöb3
22, Dc2e2
Db3—bö
23, D©2—f3
Db5Xc5
24. Pg3—fö
Tb8—bl
25. DfSï4
Pf6Xe4
2-0. h2h4
Tf8e8
27. Tflel
Deöc3
28. Tel—dl
Pe4d2
29. TdlXd2
TblXclf
30. Kglh2
Dc3c7
31. Td2d6
Tel—c5
32. g2g3
Te8—f8
33. g3g4
f7—f6
34. Kh2h3
h7h5
35. Df4d2
höXgéf
36. Kh3Xg4
Dc7—f7
37. h4hö
TcöXfö
38. Kg4Xf5
Df7Xh5"
39. Kf5—f4
DhöbA'
40. Kf4—f3
Dh4~h3"
(Afgebroken.)
Dinsdag voortzetting.
het ambt van burgemeester van Kort
gene. Ik heb gezegd. (Applaus.)
Het oudste raadslid, de heer Dorst,
hield daarna namens den Raad een rede.
Het is nu ruim vier jaar geleden, dat U
wegens ziekte van den heer Schuilwervs
werd benoemd tot waarnemend secretaris
dezer gemeente. U kwam hier op een kan
toor, dat ondanks den bekwamen en
werkzamen secretaris, natuurlijk door de
langdurige ongesteldheid van den func
tionaris wel wat achter was op verschil
lend gebied. Gij hebt niettegenstaande de
tegenwerking van den toen aanwezigen
ambtenaar in korten tijd alles in goede
banen geleid zeer ten genoege van het ge
meentebestuur. Als blijk van Uw accura
tesse werd U dan ook na het overlijden
van den heer Schuilwerve met bijna al
gemeene stemmen tot secretaris dezer
gemeente benoemd, welk ambt U nu se
dert 4 jaar met de meeste nauwgezetheid
bekleedt. Thans doet bet mij genoegen U
namens den Raad hartelijk welkom te
heeten en te feliciteeren met de benoe
ming als burgemeester en ik spreek daar
bij den wensch uit, dat U een lange reeks
van jaren aan het hoofd dezer gemeente
mag staan, tot groote tevredenheid en
welzijn van de burgers van Kortgene.
(Applaus.)
Ds van der Most van Spijk feli
citeerde den heer Schuit met dezen dag.
Drie dingen zijn het die U vóór hebt: le.
gij zijt geen vreemdeling; 2e. gij zijt ge
heel ingeburgerd en 3e. gij kent de men
taliteit van de inwoners. Maar bet voor
heeft ook een tegen. Men kan té overbe
kend zijn. Als ik U gelukwensch, hoop ik,
dat gij ruggegraat zult behouden, dat gij
recht door zee zult gaan en dat gij U
plaatsen zult boven alle politieke en gods
dienstige partijen. Ik wensch U toe, dat
gij in Uw hart moogt bezitten datgene wat
koning Salomo bezat toen hij zijn volk
moest regeeren.
Burgemeester Stüte van Oolijnsplaat
sprak daarna zijn jonge collega toe. Het
burgemeestersambt is van geheel andere
Al de dames uit de' wijk waren ge
vraagd een handje te helpen; deels om in.
de verschillende stalletjes te staan, an
derdeels om wat muziek ten gehoore te
brengen of mee te spelen in het tooneel-
stukje, dat in den namiddag zou worden
opgevoerd ter aanmoediging van het be
zoek. Met uitzondering van een of twee
van haar, die verzocht waren in een stal
letje te bedienen, waren al de aanwezi
gen zeer opgewekt. Mevrouw Simpkins
was ernstig ontstemd omdat de dame van
het stalletje naast haar enkele slabbetjes
ten verkoop had, terwijl zij alleen afge
werkte goederen in baar stalletje zou
hebben en mevrouw Watkins was boos op
de dame in bet stalletje tegenover haar
omdat deze geweigerd had haar een paar
aardige dingen uit haar voorraad af te
staan; maar overigens keken de dames
alle even opgeruimd en spraken ze zeer
druk over de vraag of het einde van den
dag voor haar een belooning zou zijn
voor bet maandenlange harde werken. Er
zou heel wat verkocht moeten worden
want er waren ook heel wat onkosten,
't Was wel jammer, maar er was nu een
maal niets aan te doen. Als er nog maar
een goede duizend gulden overbleef, was
er toch reden tot tevredenheid en was al
die arbeid toch niet voor niets geweest.
(Wordt vervolgd.)