VOOR ONZE ABONNE'S SLECHTS 30 CENT Een ontslagkwestie bij de Z. E. G. A. M. Een bijzondere aanbieding voor de a bonne's van „De Zeeuw" Deze zeer fraai uitgevoerde Maandkalender voor het jaar 1938 waarvan de normale prijs 0.75 bedraagt, kost Deze speciale premie wordt in een beperkt aantal exemplaren uitgegeven, zoodat het aanbeveling verdient spoedig te bestellen bij onze administratie of bij de agenten. (Levering geschiedt alleen bij vooruitbetaling.) A-M- Land- en Tuinbouw Telegrammen Marktberichten. Burgerlijke Stand Ware grootte 24 x 34 oM. Een oordeel over do houding der Imperial. Op 16 November j.l. ontvingen. Ged. Staten een adres met bijlagen van den heer P. L. Abrahamse, betrekking hebbende op het hem verleende ontslag als boekhouder bij de Z.E.G. Daarin verzocht hij hulp ten einde hem en zijin gezin voor ondergang te behoe den, ais gevolg van het onedelmoedig als onrechtvaardig optreden van de Z. E. G. A. M. Ged. Staten zonden dit adres aan de Commissarissen der N.V. Z.E.G.A.M., met verzoek hun daaromtrent hun be schouwingen te willen kenbaar maken. Daarop ontvingen Ged. Staten van Commissarissen en Directie der N.V. Z. E.G.A.M. een uitvoerig schrijven. Naar het oordeel van Ged. Staten is het aan den heer Abrahamse verleende ontslag op de gronden, in dat schrijven ontwikkeld, als gerechtvaardigd te be schouwen. Zij geven in overweging, het stuk voor kennisgeving aan te nemen. Aan de beschouwingen van de N.V. Zeeuwsche Gasmaatschappij (ZEGAM) is het volgende ontleend: In zooverre de heer Abrahamse bedoelt een pensioen te verkrijgen van onze Maat schappij zal hij dit langs den door hem ingeslagen weg wel nimmer kunnen be reiken. Immers onze Vennootschap wordt geregeerd door de organen, daar toe in de statuten aangewezen. Alleen deze organen, voor zoover daartoe door de statuten bevoegd verklaard, zijn com petent om op een dergelijk verzoek een beslissing te nemen. Bij de onderhandelingen, welke hebben gevoerd tot den aankoop van de gasfa briek te Vlissingen, is van de zijde van de Imperial Continental Gas Association niets gesteld ten aanzien van het in ha ren dienst zijnde personeel. Op 31 Augustus 1934 heeft de verte genwoordiger van de Imperial, de heer H o e g e n, het personeel schriftelijk ont slag aangezegd tegen 1 Nov. 1934. Het personeel heeft bijl schrijven van 10 Sep tember 1934 de ontvangst van den ont slagbrief bevestigd en zich tevens uit drukkelijk al zijn rechten voorbehouden op ouderdoms-, invaliditeits-, weduwe- en weezenpensioen, respectievelijk uit gesteld ouderdomspensioen en behoud van uitzicht op invaliditeits-, weduwe- en weezenpensioen. Op dezen brief heeft de heer Hoegen als volgt geantwoord: „Uw schrijven d.d. 10 SeptemLer 1934 aan mij als vertegenwoordiger van de Imperial Continental Gas Association geeft mij aanleiding u op te merken, dat de Imperial ten Uwen aanzien geener lei verplichtingen tot ouderdoms-, we duwe- en weezenpensioen, resp. uitge steld ouderdomspensioen of welke andere verplichting ook heeft of erkent en tegen haar dan ook geene der rechten, welke Gij voorbehoudt, kunnen worden uitge oefend, dewijl deze tegenover haar niet bestaan, zoodat ook al mocht een nieuwe gasmaatschappij u niet overnemen of geen pensioenregeling, van welken aard ook voor u invoeren, gijl daaraan toch geenerlei rechten tegenover de Imperial ontleent." Van de z ijl de van de Impe rial schroomde menboven- dièln niet door te dreigen met de intrekking van reeds toegekende pensioe nen aan vroegere werkne mers,'die haar in 'het verle den jarenlang hadden ge diend, invloed op bet per soneel uit te oefenen, ten einde dit van elke aotie te weerhouden. D'e Imperial had haar personeel dus heengezon den met ledige handen; de bestaande pensioenrege ling wilde de maatschappij niet 'handhaven, noch daar voor een bill ijl k e regeling inde plaats stellen, ter wijl bovendien geen mid del te erg werd geacht om het personeel van den gang naar den rechter te rug te houden. De Nederlandsch Indische Gas-Maat schappij had voor rekening van de in op richting zijnde Zeeuwsche Gasmaat- schapsChappij van de Imperial gekocht, fabrieksterreinen en gebouwen, gashou ders, leidingen, enz., zonder dat haar eenige verplichting was opgelegd ten op zichte van het personeel van de Imperial, noch wat beUeft de indienstneming, noch wat aangaat het overnemen van de verplichtingen van de Imperial met be trekking tot toekomstige pensioen-uitkee- ringen aan dat personeel. Uiteraard heeft deze toestand te Vlis singen groote beroering verwekt. Het personeel, waarvan het meerendeel reeds een gevorderden leeftijd had bereikt, zag zich niet alleen onmiddellijk broodeloos geworden, maar achtte zich bovendien beroofd van de stellige en gegronde ver wachting, op levensonderhoud, wanneer het niet meer tot werken in staat zou zijd. Gedep. Staten, het Gemeentebestuur van Vlissingen en de Directie van de Ne derlandsch-Indische Gas-Maatschappij hebben het personeel niet in dien toe stand willen laten, hoezeer de in oprich ting zijnde Zegam volkomen gerechtigd was met geen enkel lid van het personeel van de Imperial een dienstverband te sluiten. Ia vereeniging hebben de driepartijen het per-' soneel hulp toegezegd, ech ter onder de nadrukkelij- ke voorwaarde, dat het personeel met alle ten dienste staande middelen zou trachten de Imperial te dwingen tot nakoming van de verplichtingen, wel ke deze maatschappij je gens haar personeel op zich had genomen. Immers de hulp strekte niet om de Imperial bij haar onsocia le houding veilig te stel- 1 e n. De rechten door de Imperial aan het personeel verleend ten aanzien van pen- sionneering enz. stonden tegenover de vruchten, welke de Imperial van den ar beid van haar personeel had geplukt. Naar de algemeen gangbare opvatting is pensioen uitgesteld loon. Bij niemand zal de gedachte kunnen opkomen, dat de Ze gam door fabrieksgebouwen enz. van de Imperial te koopen, verplicht is het loon dat de Imperial in het verleden aan haar personeel had betaald, te vergoeden. Het is evident dat de Imperial, evenzeer als zij het loon, in het verleden betaald niet op een ander kan schuiven, het uitgestel de loon voor haar rekening moet nemen. Na een samenspreking met vertegen woordigers van de bonden, waarin het werkliedenpersoneel was georganiseerd, is een verklaring aan die vertegenwoor digers afgegeven en door hen aanvaard. Het personeel van de Imperial, even tueel de bonden waarin het is georgani seerd, zou trachten van die maatschappij langs gerechtelijken weg te verkrijgen, dat deze maatschappij voor de jaren, die elk lid van dat personeel in dienst van haar heeft doorgebracht en de nabe staanden daarvan te zijner tijd een pen sioen uitbetaalt, overeenkomstig de nor men van de pensioenregeling, zooals deze door den Directeur van gemelde gasfa briek aan het Gemeentebestuur van Vlis singen is medegedeeld. Indien hieraan werd voldaan, zou het geheele personeel met ingang van 1 No vember 1934, wellicht met uitzondering van eenige personen in een leidende functie en van personen, die overeenkom- tig de hiervorenvermelde pensoenregeling reeds thans dienen te worden gepension- neerd door de Imperialvoornoemd, in dienst worden genomen van de te stich ten N.V. Zeeuwsche Gasmaatschappij. Ten behoeve van het bovenbedoelde personeel zou alsdan een pensioenregeling worden vastgesteld. „'De kosten van de verzekering van een ouderdoms- of invaliditeitsrente voort vloeiende uit een vrijwillige verzekering zouden komen ten laste van de N.V. Zeeuwsche Gasmaatschappij." Van de zijde van de Imperial doet men het gaarne voorkomen alsof het proce- deerende personeel geen belang heeft bij den uitslag van de procedures. Het tegen deel is het geval. Het is misleidend het voor te stellen, dat „op den rug van het personeel feite lijk een strijd tusschen twee machtige lichamen wordt gestreden." De vertegenwoordigers van de perso- neelsbonden hebben deze verklaring ter kennis gebracht van het werkliedenper soneel. Elk lid daarvan heeft aan de ge stelde voorwaarde voldaan. De staf is door de Directie van de Nederlandsch-Indische Gas-Maatschappij met de vorenbedoelde verklaring in ken nis gesteld. Daartoe heeft de Directie samenspre king gehad met de 6 leden van het staf personeel, t.w. met van der Jagt, Abra hamse, Stofkooper, Doornbosch, Bel en de Zwarte. Voor den heer van der Jagt was de aangeboden hulp overbodig, daar de vertegenwoordiger van de Imperial voor hem een afzonderlijke regeling ten opzichte van zijn pensionneering heeft gegeven. De heer Abrahamse ondertee- kende een verklaring. Een en ander vond plaats op 8 Novem ber 1934. Daar toen de tijd ontbrak om met de overige leden van den staf samen te spreken, heeft de Directie medegedeeld, dat zulks op 15 November d.a.v. zou ge schieden. Op 14 Nov. 1934 ontvingen Ged. Sta ten het volgende telegram: „Vernemen dat Donderdag 15 dezer wederom bespreking gasfabriek Vlissin gen waarbij stafpersoneel over beweerde pensioenrechten wordt gehoord. Vorige malen gepoogd personeel te dwingen tot afgeven verklaringen tot aansluiting bij actie onder bedreiging ontslag. Imperial acht dit ongewenscht en immoreel en verzoekt wegens belangen der provincie ingrijpen gedeputeerden ter voorkoming anders noodzakelijke rechtelijke beslis sing kort geding. H o e g e n, gemachtigde Imperial. Offerhaus, advocaat." Het telegram werd gevolgd door een schrijven aan Ged. Staten. Daarin werd o.a. gezegd: „Het zal Uw College bekend zijn, dat een aantal leden van het personeel van het gasbedrijf, vroeger in dienst van de Imperial en thans in dien van de Neder landsch-Indische Gas-Maatschappij, eene procedure heeft ingeleid tegen de Impe rial betreffende beweerde pensioenrech ten. Dat deze rechten zouden bestaan, wordt door den Imperial met de meeste stelligheid betwist. „Nu is ons ter oore gekomen, dat leden van het stafpersoneel, die zich niet bij de reeds ingeleide actie hadden aangeslo ten, in den loop van de vorige week in urenlange verhooren omtrent de beweer de pensioenrechten zijn gehoord door of vanwege de Directie der Nederlandsch- Indische Gas-Maatschappijen dat daarbij is gepoogd leden van dat personeel tegen hun zin tot aansluiting bij de actie tegen de Imperial te bewegen onder bedreiging, dat, indien zij dit niet mochten doen, zij eventueel zouden worden ontslagen. „Het bedoelde personeel heeft zich hier over ernstig beklaagd en, aangezien aan gekondigd is, dat deze verhooren op Don derdag 15 dezer zullen worden voortgezet, zien wij ons genoodzaakt Uw College hieromtrent in te lichten. „Wij vertrouwen, dat Uw College de middelen zal weten te vinden om een voortzetting hiervan te voorkomen, zoo dat het niet noodig zal zijn, dat wij ons te dezer zake in kort geding tot den rechter wenden." Ged. Staten antwoordden daarop o.m.: „Hetgeen in de tweede zinsnede van Uw telegram wordt mededgedeeld, geeft naar ons oordeel allerminst een juiste voorstelling van de toedracht der zaak. Niemand van het stafpersoneel wordt of is gedwongen, zijne pensiensaanspraken tegen de Imperial in rechte te vervolgen. Slechts wordt door de Nederlandsch-In dische Gas-Maatschappij, in volledige overeenstemming met ons College, aan dat personeel medegedeeld, dat voorwaarde is, zoowel voor het zijn in het nieuwe dienstverband, als voor het verkrijgen van een zekere, zeer gunstige, pensioen regeling vanwege de op te richten N.V. Z.E.G.A.M., dat ieder lid van het perso neel, dat hiervan de vruchten zou willen plukken, zijn rechten tegenover de Im perial geldend maakt. „Wie de dezerzijds gestelde voorwaarde niet mocht wenschen te aanvaarden moet en kan zich de noodzakelijke consequen ties daarvan realiseeren, onzerzijds zul len wij straks met onze partners te rade eaan, hoe in elk voorkomend geval ver der te handelen. „Wij wij zen de qualificatie immoreel ten stelligste af. Zij is allerminst gerechtvaar digd en zeker past het uitspre ken van een dergel ij k oordeel niet aan een lichaam, dat ge tracht heeft, door bedreiging met het onthouden van reeds in een meer of minder ver ver leden toegekende pensioenen, het tot 1 November j. 1. in haar dienst zijnde personeel te be letten, zijn belangen door den Neder1 andschen rechter te doen beoordeelen en waar- d e e r e n." Uit de verklaringen door de overige leden van den staf onderteekend, blijkt met even zooveel woorden, dat zij niet dan in volle vrijheid hunne beslissing hebben kunnen nemen en dat geen enkele dwang van welken aard ook is uitge oefend. De vraag zou nog kunnen rijzen, waar om de besprekingen met den staf en de daaruit voortgevloeide verklaringen door de samenwerkende partijen noodzakelijk werden geacht. Men had hiervoor ver schillende redenen en wel: a. uiteraard heeft men de aangeboden hulp niet willen beperken tot diegenen van het personeel van de Imperial, die in een personeelsbond waren georgani seerd. (De leden van den staf waren niet georganiseerd) b. men wist toch niet beter, dan dat ook tegenover dit personeel de Imperial had gehandeld als tegenover de werk lieden; c. de Imperial had zoo goed als alle administratieve bescheiden van Vlissin gen naar Londen doen vervoeren, zoodat het uit di enhoofde alle reeds zeer nood zakelijk was met den staf samen te spreken; d. voorwaarde voor aanstelling, zoowel als voor het deelen in de van de zijde van de Zegam aangeboden gunstige pen sioenregeling was het voldoen aan de gestelde voorwaarde om de Imperial te dwingen haar verplichtingen na te ko men. Men moest dus zoo spoedig mogelijk zekerheid verkrijgen of hieraan werd voldaan. e. men achtte het van belang een weige ring schriftelijk vast te leggen om het bewijs in handen te hebben dat nimmer aansprak zou kunnen worden gemaakt op een gelijke behandeling als aan de werklieden was toegezegd. Niettegenstaande de heer Abrahamse heeft geweigerd aan de gestelde voor waarde te voldoen is hij in dienst geno men en gehouden van de Zegam. In al dien tijd is ons nimmer iets be kend geweest van den brief door den heer Abrahamse gezonden aan den heer H o e g e n. Hoewel hij door het veelvuldig verkeer met een der leden van onze Directie daartoe gelegenheid te over heeft gehad is zijnerzijds daarvan nimmer eenige mededeeling gedaan. Ons was dus totaal onbekend, dat hij van meening zou zijn, zij het dan geheel ten onrechte, tot de door hem afgelegde verklaring te zijn gedwongen. Trouwens op zich zelf is die meening absurd. Hij heeft de voorwaarde van het aanvaarden van de aangeboden hulp verbonden niet willen accepteeren. Tot aanvaarden gedwongen is hij niet. Dit spreekt wel van zelf. Die hulp toch was niet in het belang van de Zegam. De Zegam zou in geval van aanneming finan cieel risico loopen tot een zeer aanzien lijk bedrag. De verklaring van den heer Abrahamse houdt in, dat hij de Imperial niet wil aanspreken in rechte; hij heeft geen deel aan de loopende pro cedures. Zijn verklaring is dus geheel in overeenstemming met zijn wil. Op 8 November 1934 heeft de heer Abrahamse zijn verklaring onder teekend. Op 12 November d.a.v. licht hij den heer Hoegen in door dezen een af schrift daarvan te zenden. In het bege leidend schrijven volgt onmiddellijk de mededeeling: „Hierbij zend ik U afschrift van het stuk, hetwelk op 8 dezer door mij is geteekend", een werkwaardige zin snede en wel de mededeeling, dat hij van oordeel is, „d a t er geen bezwa rende dingen in staa n". Al aanstonds rijst de vraag voor wie deze dingen bezwarend konden zijn. Zeker niet voor den heer Abra hamse. Er staan echter wel bezwarende dingen in voor de Imperial, die het bestaan van een pensioen regeling onkende. Pas op 13 October 1937 bleek ons, dat de heer Abrahamse den brief aan den heer Hoegen had geschreven. De opmerkingen over den „zeer hoogen dru k", die zou zijn geoe fend, „allerlei ongeoorloof de middele n", welke zouden zijn toegepast, „de moderne pijn- b a n k", waaraan Abrahamse zou zijn ten prooi gevallen, de vrees waarmee hij „de nog straffere Ameri- kaansche manier" verwachtte, dat „een misdadiger niet erger kan behandeldwor- d e n" enz. wenschen wij geheel te laten rusten. Hij heeft geen aanleiding gevonden zich bij iemand ergens over te beklagen. Er was ook niets waarover hij zich zou kunnen beklagen. Uiteraard heeft de Imperial in het door het werklieden-personeel gevoerde proces een dankbaar gebruik gemaakt van diens brief aan den heer Hoegen. Daargelaten de schade, welke daardoor onverhoopt aan de belangen van zijn procedeerende medewerkers kan zijn toegebracht. (Slot volgt.) (Ongecorrigeerd.) De uienprijzen lager. Uit Ooltgensplaat wordt gemeld: Op Flakkee gaat het thans niet zoo goed meer met de uienprijzen. Men be steedt f 4 per 60 K.G., terwijl enkele welken geleden de prijs f5 S. f6 geweest is. In Polen worden nog steeds uien ver laden, oók voor Engeland. Toen voor heen de prijzen lager waren, kon Polen geen ui afleveren wegens de onkosten, die ongeveer f 1 per mud zijn. Thans schijnt het echter wel te gaan en van daar ook de stilstand in de prijzen hier te lande. Er is hoegenaamd geen vraag voor f4. H. M. DE KONINGIN NAAR DEN HAAG. AMSTERDAM. H. M. de Koningin is vanmorgen te 11 uur per auto van Am sterdam naar Den Haag vertrokken. H. M. wordt tegen zes uur vanavond weer in de hoofdstad terug verwacht. Rotterdam, 6 Dec. 1937. Veemarkt: Aanvoer: 584 vette run deren, 156 vette kalveren, 900 schapen en lammeren, 483 varkens, 3 nuchtere kal veren, 1 bok. Prijzen per K.G.: vette koeien tot 76, tot 68, 5054; vette ossen tot 72, tot 66, 5054; vette kalveren tot 1.15, tot 1. 7580; varkens (lev. gew.) 63, 62, 61; schapen 54, 49, 44; lammeren 62, 58, 53; schapen per stuk f 29, f 26, f 23; lam meren per stuk f 19.50, f 17, f 15. Koeien en ossen, aanvoer iets grooter, handel stug. prijzen als vorige week Dinsdag. Een prima koe tot 80 en een prima os tot 76 cent. Vette kalveren, aanvoer iets korter, handel willig, prijzen als vorige week Maandag. Een prima kalf tot f 1.25. Varkens, aanvoer korter, handel vlot, prijzen iets stijver. Schapen en lammeren, aanvoer klei ner, handel tamelijk, prijshoudend. Eeni ge partijen schapen voor export verkocht. Zaden: geen noteering. Vlas: 9800 kg. Blauw 0.650.75; 12150 kg. Holl .geel 0.65—0.75; 2200 kg. Dauw root 0.500.58. De belangstelling ter beurze was heden matig, hoewel er voldoende kooplust was. De prijzen van de meeste soorten waren iets lager. De handel ging stroef, maar tenslotte werd alles verkocht. Aardappelen: Brielsc'he eigen heimers 1.90—2.10; blauwe eigenheimers 1.701.80; Zeeuwsche eigenheimers 1.75 1.90; Drielingen 1.201.40; Zeeuwsche bonte en blauwe 2.252.50; poters bonte en blauwe 1.201.4Q„ alle iper H.L.; Zandaaxdappelen 3.60—4; kleine zand- aardappelen 33.20 per Ikg. Aanvoer redelijk, handel kalm. Graanmarkt; Haver f6f7; Gerst chevallier f8f8.15; Rogge tot f 7.25, kleine groene erwten f 8.5010.50, Schokkers f 13f 17; Bruine boonen f 8.50—f 11.50. GOES. Geboren: Christina, d. v. Ma- chiel van Luij'k en Rosalina Mol. Abra ham Marinus Gornelis Pieter, z. v. Jan Adriaan Speelman en Tannetje Maatje Thrjsse. Overleden: Danker Roeman, 75 jaar, wedn. van Jannetje Laurina de Jager, te Kloetinge; Jaooba Vermue, 81 jr, wed. van Gomelis Rentmeester; Elizabeth Fe- leus, 84 jaar, wed. ran Jan van Ldensi.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1937 | | pagina 3