e all DE BOERDERIJ AAN DE VAL z 0 fc z w O CL 1- 0) lil ÜJ Wenken op electrisch gebied C Pi m - ■^r T TJ- 0 D u C u i 3C "c u 0 s „Luctor Bureaux Jxi u CA 0 «-> c 83 5 u* *-5 DIrecteui CJ 3 G X w aS C g> 3 S 8.* O C C H rz c 2 G m -k» wl ■g ssl 2 3 5^1 o ni'ti G-Ö bo C S |Q ■o c ••-» <jj S t. be N <D ri :5> m - '2 s S sS e a 5 -a 2 2 s a u as -a -Q G 2 a 0) T3 S N G O -Ö G O CQ G S cd o cö ~5 G T3 1» 03 'O CO O a rï> «+-I LG :ry bD <D Jh cö be T3 73 O S fl s -Q O G i N ■5 a.-2 ■Soa N I N <13 - 8 o s S 2 N cd o> SP'S CÖ cd ~i T3 g cd Isl.g'g 2 N 'G ISII •2 O'S a o •Sg^-sa S I.»10 2&aa* O c g 2 "S a-a- 0 is *2 lS C M J> Q) 5 Kr 03 5 3 a a (o o son .a a 5H-w go 53:Sd£®agSc- - -T3O2US o S N •~l Uj w CÖ G 05 so ffi. '3 a 5P S 5 "O cd 0 cd cd - "2 S a g -1 Cd vS N bo i -2 a S §is 8. bD N N ~a~ .222®© o P tj -G G t>o g o a s S> 3 a m 03 t r~ o G o G G :G» :G* G ,a -a j3 -a j<i a; o a a-C "fl So a rj -t> S S a so^ ■a j£ a S - a •S el"® G «-» - g M o t G3 T3 ©"^- W w" SO Q H ■a a 33 3'O 8 a so bo 51 S a H O »H .2 S"0 3 «S 3 0 5 S CO so—1 a a a so g g o. 3 a a 73 s> so.rt r «- o 0) (-« O rl 2 o a 01 5» So^> a SS 3 a t,a! is^j<!T3T3a: a SO o "3 rj O ——TT 'S aa S«o»» G "-i G, pG 073 I'S ai eg o G G J> CÖ G goTG5 ■G tuQ® fl bD G g ±3 o GGM fa I -2 a a a .a G -»^ S T< pG T* g 2 a .2 rG G T3 pQ N W j "2 3 1 G G crt G 2 S - o a j N a S ca o o -g a SO to t- so o B SO so .2 d .S a V> od "S^ S-ö g gal^ &lsS "a pQ *P G ni 03 G Q ffi gaa O I V» so •oaï 1 CD P c.1 S a -- B cS 33 -o "S t.°2a? a c G 03 be SP""* d L c .5 S tic 03 -G 73 pQ bo ■G G CÖ 03 XJ N s s tl Jd -G cdk_( GJ^pGGT? T3 N G cd S)^ a N M a 1 a TO 03 bo G bO .5 BBS G h3 G 2 a o. a fa,.S 2 w 00 -g sa»a® a) -53 a: "a S a a S s - co G g*"S G o 2 -G O g 3 O 3 5 g so u -a .s so a 33 jongsaf aan op een onwrikbaar „neen", op een onwankelbaar „jij zult niet" stooten. Dit, wat het negatieve bij hun opvoeding betreft. Positief moet gezegd, dat een gezonde hel den-vereering sterke suggesties in de goede richting Ikan geven. David, deze krachtige held (men schildere hem toch niet volkomen onbijbelsch als de „kleine David), Nehemia, Petrus, Paulus, Luther, Michiel Adriaans- zoon de Ruyter, Kuyper. Dit zijn de voor beelden, die hier de weg moeten wijzen. Zoowel vader en moeder dienen zelf een voorbeeld te zijn van kracht en vroomheid. Voor zulke jongens is niets ongeschikter dan eenzijdige piëtistische vroomheid, die hen spoedig te week en te slap moet schij nen, te bloedloos en te weinig daadkrachtig. Toch moet zoo'n boom van een kerel leeren knielen en z'n lichaamskracht en goede ge zondheid als gave Gods leeren zien. De zondige en aartsdomme vereering van allerlei sportcorypheeën onzer dagen is de pest (het woord is niet te veel gezegd) voor dit motorisch vitale type. Lichaamskracht zonder geestkracht, zonder beschaving, zon der fijn gevoel is een ongeluk voor den be zitter. Het is benauwend te zien hoe ver men in onze dagen hier in dwaze eenzijdige vereering durft gaan. Men bekijke maar eens met aandacht de foto's in de geïllu streerde bladen, de op het onnoozele af domme koppen der boksers van wereldrepu tatie; men luistere maar eens naar de rau we, onbschaafde stemmen der rijwiel-half goden, die in onbeholpen, verward Neder- landsch, hun interviewer voor de radio vol komen onbenullige mededeelingen doen. Het eind van dit alles is nog lang niet in zacht. Geheele volkeren in ons „be schaafd" werelddeel schijnen door de krachtpatserij-koorts bezeten. Met werke lijke sportiviteit heeft dit niets meer van doen. Het lichaam wordt niet verzorgd als de tempel der ziel, doch slechts om zich zelfs wil. Zouden de Christenen hier ooik geen schuld hebben? Jaren lang is al te zeer door piëtistische wereld-mijding en eenzijdige .^geestelijke" oefening het lichaam uitsluitend als de ker ker der ziel beschouwd. Dit is in strijd met de Joodsch-Christelijke principes en de schrikkelijke reactie op dit „geloovig" ver achten van het lichamelijke, die we nu bele ven kan men gerust beschouwen als een etraf op de zonde dezer van den bijbel ver vreemde vroomheid. Gezonde sport moet gelijk op bevorderd met de verdieping en ontwikkeling van het geestelijk leven. Gelukkig beginnen onze jonge mannen- vereenigen dit in te zien al is de medewer king der ouders vaak meer een soort toe geven inplaats van steunen. Op het gebied van meisjessport moet vooral op het platte land in de Qhristelijke kringen meestal de eerste stap nog gedaan. Wanneer men nu echter hieruit de conclusie zou trekken, dat op het gebied van het lichamelijke de land- sche meisjes slechts onbelangstellende naïvelingen zijn, dan vergist men zich schromelijk. Zonder eenige opvoeding noch van ouders, noch van jeugdleidsters op het gebied van het lichaam gaat hun ontwikke ling tot vrouw toch haar gang. Er is echter geen leiding en de kostelijke gelegenheid om idoor goede sport, zelftucht en beheer- sching van bet lichaam te leeren en zoo het instinctieve te binden aan den wil van den geest, wordt haar ontnomen. De plotselinge en onverwachte excessen blijven dan ook in sommige gevallen niet uit. Laten wjj als Christenen toch op onzen post staan. Laten we de lichamelijke ver zorging niet óf verwaarloozen, óf aan de heidenen overlaten. Slechts levend Chris tendom is in staat de verruwing der zeden tegen te gaan. Maar levend Christendom is slechts Christendom, dat het volle leven in al z'n sehakeeringen zóówel lichamelijk als geestelijk beïnvloedt. Het motorisch vitale kind eischt strenge tucht, krachtige vorming van z'n geweten, maar ook gezonde en goede gelegenheid tot ontplooiing van z'n lichamelijke gaven. P. W. J. STEINZ. RADIO-TECHNISCHE VRAAGBAAK. HET ZELFOPNEMEN VAN GRAM0F00N PLATEN. HL Nadat wjj u de vorige keeren verteld heb ben, welke mogelijkheden de gramofoon- ptaat biedt, komen we aan de beschrijving van de eigenlijke opname-apparatuur Ver onderstellen we dat u in het bezit bent van een goed radio-toestel, dan hebben we ver der nog noodig: een electrische motor van groote trekkracht; een snij-pick-up met ge leide-inrichting en een microfoon. Voordat we ieder onderdeel apart behan delen, zullen we het principe aangeven, waarop eigenlijk het opnemen van platen berust. We hebben allen wel eens aan de papie ren conns van den luidspreker gevoeld, wanneer deze muziek produceerde. We kun nen, indien we dit doen, verschillende tril lingen van het papier waarnemen, terwijl de conus bij zware en sterke passages meer in trilling is dan hij minder sterke gedeelten Deze trillingen, die we kunnen waarnemen, zijn de onmiddellijlke oorzaak dat we iets kunnen hooren. Verbinden we nu inplaats van een luid spreker een pick-up aan het toestel en be vestigen we in deze pick-up een naald, dan zullen we de naald ook voelen trillen. Om deze trillingen gaat het bij ons en deze willen we graag ergens in krassen. Om dit te bereiken, maken we gebruik van een gra- mofoonplaat, die volkomen glad is, en hier in „snijden" we een groef met de trillende naald, zoodat we alle trillingen op de plaat vastleggen. Spelen we later zoo'n plaat af, door de pick-up weer door de groef te la ten gaan, dan zal de naald vanzelf weer gaan trillen en deze trilling wordt omgezet in kleine electrische stroompjes, die we weer met behulp van een radiotoestel kun nen versterken en tenslotte in onzen luid spreker weer kunnen hooren. Zooals n ziet is de werking heel eenvou dig en het komt er nu maar op aan, een en ander 2100 eenvoudig mogelijk in de prac- tijk uit te voeren. Zooals al direct uit onze beschrijving volgt moeten we natuurlijk over een gra- mofoonmotor beschikken. Een veermotor is voor ons doel niet geschikt en ook een gewone electrische motor zal moeilijkheden opleveren, want we willen met behulp van een scherpe naald een groef krassen in een vlakke plaat van een eenigszins weeke sub stantie. We moeten als het ware die groef uitbeitelen en wel zoo, dat de plaat met de zelfde sneïheid door kan blijven draaien, daar anders verschillen van toonhoogte ontstaan, die wel eens aanleiding tot hila riteit kunnen geven, maar die we toch lie ver missen. De motoren die we gebruiken om platen af te spelen hebben meestal niet zoo'n groote trekkracht, maar voor ongeveer f 15 kan men tegenwoordig een goeden motor koopen, die voor ons doel geschikt is. We denken 'hierbij aan de Dual- en Saja- motoren, die ons zeer goede diensten kun nen bewijzen. Er zijn wel meerdere goede motoren in den handel, maar de meest voor komende wilden wij u even noemen. Deze motoren hebben nog een voordeel, waarvan we veel gemak kunnen hebben. Ze hebben n.L een lange as en dit is zeer belangrijk voor het volgende onderdeel dat we gaan behandelen. De pick-np waarmee we de groef in de plaat snijden moet n.l. op de een of andere manier aan de as gekoppeld worden, zoodat bij draaiing de pick-up telkens een groef opschuift. (De groef ligt op de plaat als een spiraal.) Om dit te bereiken 'klemmen we aan de as van den motor een raderwerkje vast, wat met de toonarm van de pick-up is verbonden en dat die toonarm, dus ook de pick-up, geleidt. Bij de meeste motoren is de as te kort, maar bij degenen die wij u noemden, is daar rekening mee gehouden. Zooals wij u vertelden, wordt de pick-up met de as van den motor verbonden. Er zijn losse overbrengingsinrieh tingen in den handel, zoodat we als „snij-pick-up" onzen eigen weergever, wellke wij al in ons bezit hebben, zouden kunnen gebruiken. Wij ra den dit echter niet aan, daar de pakking van een normale pick-up meestal te slap is, zoodat ze vlug „aan" zullen loopen en ons in den steek zullen laten. Daar we toch een overbrengingsinrichting moeten aanschaf fen, kunnen we beter de piok-up er gelijk bij koopen, zoodat alles bij elkaar behoort, ter wijl de prijs er niet veel door wordt ver hoogd. Er zijn verschillende goede systemen in den handel en de prijs bedraagt ongeveer f20. Een bepaald systeem bevelen wij niet aan, maar u kunt zelf wel zien wat me chanisch het beste is geconstrueerd. De ééne overbrenging werkt weer anders als de andere en hierop zult u voornamelijk moeten letten. Hebben we deze onderdeelen, dan zijn we ingespannen om platen van de radio over te nemen, maar willen we onze eigen stem opnemen, dan hebben wij nog een mi crofoon noodig. Zonder microfoon kunnen we echter ook al een heel eind komen en u weet waarschijnlijk wel, dat iedere luidspre ker als microfoon kan werken. Verbinden we een tweede luidspreker aan de pick-up aansluiting van ons toestel en spreken we betrekkelijk dicht in den luidspreker, dan zullen we door onzen luidspreker de stem waar kunnen nemen. Op deze manier be schikken we dus al over een erg goedkoope microfoon en een beginneling kan hier heel mooie resultaten mee bereiken. We zullen echter liever een „echte" mi crofoon hebben. We hebben koolmicrofoons van f 5 tot f 300, we hebben electro-dynami- sche-, band-, velocity-, kristalmicrofoons en nog vele andere soorten. De prijzen loopen hier sterk uiteen. De omroepbedrijven wer ken in de studio's meestal met velocity-mi- crofoons, terwijl ze voor reportage e.d. meestal electro-dynamisohe microfoons ge bruiken, daar deze tegen een stootje kunnen. Wij raden u aan te beginnen met een goede fcoolmicrofoon van ongeveer f 20. Vooral niet duurder, liever nog wat goedkooper. Ze zijn betrekkelijk gevoelig en kunnen te gen een „voorzichtig" stootje en zijn een voudig aan te sluiten. Hebben we goede re sultaten bereikt en willen we de opname vervolmaken, dan kunnen we altijd er nog toe overgaan, een duurdere microfoon aan te schaffen, terwijl we de goedkoopere dan heel goed kunnen gebruiken als tweede microfoon, daar we die dan ook wel noodig zullen hebben. De manier waarop we opname-apparaat, microfoon en toestel aan elkaar schakelen, hopen we de volgende week in een slot artikel te behandelen. Vragen: J. D. te EL Misschien moeten we voor nw initialen J. D. 0. opgeven, maar we konden uw naam niet goed lezen. Inmiddels toch dank voor uw mededeeling over uw erva ring met een kristalontvanger. Zooals u waarschijnlijk hebt gezien, mochten we de vorige weelk een soortgelijke mededeeling ontvangen, die volkomen klopt met de door u opgedane ervaring. Met uw éénlamps-ont- vangertje zult u wel meer succes hebben. Betrekt u de anodespanning uit het net en met hoeveel spanning werkt u? Indien u de spanning uit het net betrekt, hebt U dan geen last van brommen? Ontving u ook wel eens ultra-korte golf met dit toestelletje en hoe staat het dan met het brommen. In dien u ons hier nog over wilt inlichten, bent u ons zeer van dienst. L. D. te G. Dank voor uw opgave van storing. We gaven het reeds door en ho pen dat u spoedig van den „ratel" verlost zult zijn. Zijn er nog meer lezers die ons hun sto ringen op kunnen geven? J. v. K. te G. Op uw eerste vraag, of het niet mogelijk is bij de beantwoording der vragen, de vraag zelf eerst te herhalen, dee- len wij u mede, dat wij zooveel mogelijk aan uw verzoek zullen voldoen. Uit ons ant woord kunt u echter ook meestal zonder moeite de vraag afleiden. Vraag 2: Bestaat voor Goes niet de mo gelijkheid om te komen tot oprichting van een cursus voor seiner, welke seiners dan hun medewerking zouden kunnen verleenen in oorlogstijd bij luchtbescherming? Hierop kunnen wij u antwoorden dat het eigenlijk niet op ons terrein ligt, hierover een oordeel te vellen. We weten echter wel, 1 dat om uw voorstel in practijk. te brengen, het noodig is eerst een zendvergunning te hebben en is men eenmaal zendamateur (waarvoor een examen noodig is) dan kan imen toetreden tot een club, die zich met het door u genoemde vraagstuk bezig houdt. Vraag 3. In vele plaatsen van ons land hebben we de radio-amateursvereenigingen. Bestaat er te Goes ook niet de mogelijkheid tot oprichting van een dergelijke vereeni- ging? We weten niet of er belangstelling voor uw idee bestaat. Daar wij echter een vra- 'genrubriek verzorgen, ligt het niet op onzen weg de stoot tot iets dergelijks te geven. door H. ZEEBERG. 8.) o—0—1 „Papa!" „Ik meen het in ernst. Met menschen kom je vaak bedrogen uit. Maar als je dan gaat zoeken, hoe het wel moet, raak je het spoor bijster. Je h a d t het. Maar menschen heb ben het vernietigd. Maar wat heeft dat alles nu te maken met Zuidstad, Ina?" „Ik ben al die weken in de pastorie van Zuidstad en ben steeds in de omgeving van dominé Westwoud, wien ik zal vragen, mij onderwijs te geven in den Christelijken godsdienst. Hij wil het gaarne, zegt Mien. Och, papa", smeekte zij, geef mij toestem ming, naar Zuidstad te gaan! U hebt er toch geen bezwaar tegen, dat ik in een pastorie kom?" Vervolgens plotseling, als ging haar een licht op: „Verzetten mama en Gretha er zich zóó krachtig tegen, dat u, om den wille van den vrede, hebt toe gegeven?" „Mama en Gretha maken inderdaad be zwaar. En dat valt van hen te begrijpen. Maar dat zou voor mij geen reden zijn, om je verzoek te weigeren. Zij wilden immers ook niet, dat je verpleegster werd? Ik heb er ook geen bezwaar tegen, dat je naar een pastorie gaat. Zooals ik je met enkele woor den al heb laten blijken, genoot ik zelf een opvoeding in godsdienstigen zin. „Ik ge loof", hij haalde even diep adem, „dat je er goed aan doet, die richting uit te gaan; je hebt er houvast aan, a 1 s je niet teleur gesteld wordt." „Neem mij niet kwalijk, maar ik begrijp u niet goed." „Dat valt te verstaan, meisje. Misschien begrijp je het straks wel. Tegen je zijn in die pastorie heb ik dus geen bezwaar. Wan neer die niet in Zuidstad stond, kon je gaan." „Dus u hebt bezwaar tegen Zuidstad? Omdat het zoo ver gelegen is?" „Neen, omdat het Zuidstad is." Verbaasd zag Ina haar vader aan. Het geval werd raadselachtig voor haar. „Het beste, mijn kind, is, dat ik je alles vertel. Het is een wat lang verhaal, maar wij hebben den tijd nog. Vermoedelijk zou ik het nooit hebben verteld, maar nu je over Zuidstad spreekt en er heen wil, lijkt mij het beter, alles te zeggen, al is het niet pret tig. O, neen," want hij zag haar verschrikt beangst gelaat „het is wel erg, maar ik heb geen misdaad op mijn geweten." Ver van rustig staarde Ina Neerlandt Mie ras haar vader aan, die diep in gedachten verzonken scheen. „Ik heet Neerlandt Mieras, Ina, maar dien dubbelen naam heb ik niet altijd gehad. Piet Mieras was mijn naam en niets an ders. Een verre oom van mij heette Neer landt en toen ik in Delft klaar was stond hij er op, dat ik, die al die jaren bij hem in huis was geweest, ook den naam Neer landt zou aannemen. Het werd aan de Koningin verzocht en toestemming verkre gen. Van dien tijd heet ik Neerlandt. Wat ook goed is, daar iik den naam Mieras het liefst vergeet." Hij wachtte even, „ik ben in letterlijken zin, als jongen van negentien jaar, door mijn vader de deur uitgetrapt." Nóg, na al die jaren hij was thans zeven en veertig klonk er bitterheid in zijn stem. „En nu moet je niet denken, Ina, dat ik slecht oppaste of iets van dien aard. Op mijn gedrag viel niets aan te merken. Mijn vader was boer en misschien nog, ik weet het niet. Met alle geweld wilde hij, dat ik ook boer werd en later de boerderij zou hebben. Maar ik k o n het niet. God is mijn getuige, dat het van mij geen onwil en geen ongehoorzaamheid was. Mijn hart trok naar de studie in de technische weten schappen. Maar mijn vader wilde er abso luut niets van weten. Ik zou en moest boer worden." Met smartelijke verbazing luisterde Ina naar het lang -relaas. Nooit had zij iets der gelijks kunnen vermoeden. Zij wist niet beter het was haar, toen zij nog een zeer jong meisje was, medegedeeld, althans dat meende zijl of baar grootvader en groot moeder Neerlandt waren reeds lang dood. En nu deze ontknooping... „Ik was toen negentien jaar en had eind examen H. B. S. en toen ik dat diploma had, stond 'het voor mijn va der als een paal boven water, dat ik op de boerderij1 zou komen en zijn opu volger zou worden. Ik verzette mij met alle kracht. Het was dag op dag herrie op de boerderij. Eerst smeekte ik, mij naar Delft te zenden, maar toen ik bemerkte, dat vader niet te vermurwen was, werd ik brutaal en weigerde ik iets te doen. Ik deed verkeerd; ik pleit mij zelf niet vrij. Maar mijn vader handelde in zijn koppigheid en boerentrots ook verkeerd." „En grootmoeder... ik bedoel uw moeder?" vroeg Ina. Op het nu als uit metaal gegoten gelaat van den ingenieur kwam een trek van mildheid. „Het lag niet aan moeder. Zij was een lief mensch en wij hebben veel afgepraat. Zij heeft mij gesmeekt, den zin van vader te doen, maar ik weet ook, dat zij vader heeft trachten te bewegen, mij te laten gaan, daar ik toch niet voor boer deugde. Maar moeder was wat zwak van karakter. Zij wist vader niet over te halen, doch mij ook niet. Nóg hoor ik het haar zeggen: „Je hebt hetzelfde karakter als je vader; die twee met elkaar botsende karakters zijn niet tot elkaar te brengen." Het eind was wel een maand lang was er ruzie en sprak vader geen woord meer tot mij dan hoogst noodzakelijk was dat vader mij een en andermaal dreigde, mij van de boerderij te zullen verjagen, als ik bij mijn voornemen bleef, geen boer te worden. Nu had ik altijd ondervonden, dat vader het nooit bij een bedreiging liet, maar die, zoo noodig, ook uitvoerde. Dus hield ik rekening er mede, als een hond verjaagd te zullen worden en nam al mijn spaargeld in den zak. Ik wist precies, wat ik doen zou, voor het geval de bedreiging werd uitgevoerd." „En toen kwam op een avond de uitbar sting. 'k Had gemerkt, dat vader dien dag absoluut ongenietbaar was. En eerlijk ge zegd snakte ik naar de verlossing. Ook voor moeder. Want het was wanhopig in huis, waar moeder met roodbeschreide oogen liep." „Hoe k o n u uw verzet volhouden?" waag de Ina te vragen. „Ja, kind, daar is niet gemakkelijk een antwoord op te geven. Ik deed niet goed. En tóch, het is best mogelijk, dat wanneer ik weer voor het geval kwam te staan ik precies zoo handelen zou. Daar was in mij slechts één drift: studeeren, studeeren. Ik haatte het boerenbedrijf. Om kort te gaan: vader verklaarde dien avond, dat hij haring of kuit hebben wilde en dat ik van den volgenden dag af, in het bedrijf gaan moest of anders verdwijnen. Het pijnlijke tooneel, dat volgde, bespaar ik je. Het was ook heusch niet mooi. Van weerskanten vielen harde, bittere woorden. De twee stalen ka rakters botsten met geweld. Mijn vader maakte zich zoo driftig, dat hij mij opeens, zonder dat ik er op verdacht was, beetgreep, de kamer uitsloeg en mij daarna op het erf trapte, uitroepend, dat ik verdwijnen kon. En daartusschen door hoorde ik het gegil van moeder, die nog even had geprobeerd, tusschenbeide te komen, maar niet meer durfde, toen mijn vader het haar kortweg verbood." De verteller zweeg, overmand door de her innering. Onwillekeurig drong Ina dichter tegen hem aan, als om zonder woorden te zeggen, dat zij toch van hem hield. Zij kon zich trouwens van haar driftigen, maar zoo goe den vader niet voorstellen, dat iets derge lijks in zijn leven was voorgevallen. Het was, of hij het las op haar gelaat. „Ik pleit mij niet vrij, Ina. Ik handelde verkeerd. Maar er komt nog meer. Wat nog veel pijnlijker is voor mijn besef. Zooals ik zeide, had ik voor geld gezorgd. Mijn besluit was genomen. Ik reisde naar Over ijssel, waar het verre familielid Neerlandt woonde. Ik wist van zijn bestaan. Meer niet. In jaren was er geen relatie geweest. Per soonlijk had ik hem nooit ontmoet. Het was op dat oogenblik zelfs de vraag, of de man nog leefde. Maar goed. Ik ging er heen en vond hem als een oude brompot. Zijn vrouw en kinderen waren overleden en hij was in opstand tegen alles. Van achteren beschouwd was dat alles in mijn voordeel. Ik maakte mij bekend en vertelde hem het geval. Aan vankelijk vreesde hij met een oplichter te doen te hebben, die het op zijn geld had gemunt, maar ik kon hem papieren toonen en hem bizonderheden meedeelen over de familierelaties. Toen werd ik geloofd en spuwde hij zijn gal uit over de „Christe lijken", zooals mijn vader er ook een was. Zij waren Christelijk, als het naar hun zin ging, maar als dat niet het geval was, joegen die schijnheiligen hun eigen kind de deur uit. Zulk praten was een kolfje naar mijn hand. Later ben ik wel anders gaan denken, maar van den knak, dien ik had gekregen, ben ik tot op dit oogenblik nog niet genezen. Ik bleef bij oom Neerlandt, die feitelijk niet een oom was, maar dien ik zoo noemde. In het najaar vertrok ik naar Delft Het geld, dat ik bezat was na tuurlijk lang niet toereikend, maar oom be kostigde de studie. Hij deed het niet bepaald uit liefde voor mij, dat begreep ik later wel. HOEVEEL KILOMETER LOOPEN WIJ DAGELIJKS? Als u de vraag gedaan wordt, hoeveel kilometer u: per dag aflegt, gaat u natuur lijk schatten. Vermoedelijk zal die schatting zeer onjuist zijn. Prof. Leryveldl heeft een statistiek ge publiceerd van de afstanden, welke perso nen van diverse beroepen dagelijks per voet afleggen. Hij beeft daarbij een speciaal voor zdjn doel vervaardigd toestel gebruikt, dat het aantal stappen en de hoeveelheid afge legde kilometers registreert. Volgens hem doet een „man van de straat" per dag gemiddeld 18.098 stappen en legt daardoor af een afstand van ongeveer 13 kilometer. De activiteit van de huisvrouw, die haar huishouden heelemaal zelf doet, is bijzonder groot. De proefnemingen brachten bet onverwachte resultaat aan den dag, dat zij bij baar diverse bezigheden bijina nooit minder dan 23.000 passen per dag maakt. Zij legt daarbij ongeveer 20 kilometer dage lijks af, al verplaatst zij zioh daarbij ook over kleine afstanden. Het voortdurend heen en weer loopen vordert veel tijd, veel energie en maakt den afgelegden weg per dag lang. Eien kellner in een restaurant overtreft de huisvrouw nog, hetgeen wel niemand verwonderen zal. Hij legt gemid deld iederen dag een afstand van onge veer 50 km. af. Wellicht vermoeden de meeste lezers, dat een postbode den kellner nog weer over treffen zal. Dat is echter een vergissing. Hij krijgt niet meer dan 30 kilometer genoteerd. E'en landarbeider overtreft hem nog, ten minste in de periode, waarin het landwerk in vollen gang is. Hij heeft niet minder dan 40 kilometer per dag op zijn naam staan. Een politie-agent staat ver bij den land arbeider en zelfs ook nog bij den brieven besteller ten achter; hij legt per dag onge veer 32 kilometer af. Een dokter in een ziekenhuis loopt dage lijks ongeveer 30 kilometer; dus bijna even veel als een politieagent. Een schooljongen legt per dag gemiddeld 25 kilometer af. Deze cijlfers gelden voor Budapest. Voor andere steden en vooral voor andere landen zullen wel correcties aangebracht moeten

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1937 | | pagina 8