DE
TEGEN DEN STROOM
De begrooting van Defensie.
Versterking van de Weermacht.
TWEEDE BLAD
De Tweede Kamer.
H. van Boeijen
feuilleton
Uit de Provincie
WALCHEREN.
ZUID-BEVELAND.
De Memorie van Antwoord.
Groote offers noodlg,
VAN
VRIJDAG 19 NOV. 1937, Nr 43.
De begrooting van Binnenlandsche Zaken.
Over de begrooting van Binnenlandsche
Zaken, die gisteravond opnieuw aan de
orde kwam, hebben in totaal niet minder
dan 24 sprekers het woord gevoerd.
Zondagsrust, lijkverbranding, het film-
vraagstuk, burgemeestersbenoemingen, sa
menvoeging van gemeenten en nog veel
meer andere onderwerpen werden ter
sprake gebracht.
De Minister van Binnenland
sche Zaken, de heer Van Boeyen,
verklaarde ten opzichte van opheffing
kleine gemeenten: De gehoorde argumen
ten zijn oud. De practijk heeft echter be
wezen, dat het zoo eenvoudig niet is; dik
wijls is niet scherp genoeg belang tegen
over belang geformuleerd. Samenwerking
heeft dikwijls samenvoeging van gemeen
ten overbodig gemaakt, door voorzienin
gen op sociaal gebied, b.v. t.a.v. school
artsendiensten, verkeersproblemen. Spr.
kan in elk geval thans niet reeds komen
met voorstellen om bepaalde gemeenten
te vereenigen. Kan de gemeentetaak beter
door een samenvoeging gediend worden,
dan mag echter ook niet vrees voor het
historisch gegroeide doen terugdeinzen.
Op de vraag of spr. medewerkt aan de
benoeming van soc.-dem. burgemeesters,
verwijst spr. naar de benoeming van den
burgemeester van Hoogezand, waarvoor
spr. de verantwoordelijkheid aanvaardt.
Hij houdt zich ten deze aan de in de
memorie van antwoord aangegeven lijn.
Wat de N.S.B. betreft, zal het van hun
houding in de toekomst afhangen, hoe
spr.'s houding te hunnen opzichte bij bur
gemeestersbenoemingen zal zijn.
Bij de herbenoeming van burgemeesters
moet met hun persoonlijkheid rekening
worden gehouden. Blijkt een bepaalde
burgemeester niet geschikt, dan moet
worden overwogen of hij gehandhaafd
kan worden.
In zake het geval-Van Duyl in de
Eerste Kamer zegt spr. dat de N, S. B.
gepoogd heeft, den minister voor haar
wagen te spannen, getuige de brief van
den heer Van Vessem. In de listig gestel
den va'l is spr. niet geloopen. Er zijn ver
schillende meeningen over de vraag, wan
neer iemand lid van een college is. Het
geval-Van Duyl kan aanleiding zijn, de
kwestie te dezer zake eens nader te be
schouwen.
Wat opgemerkt is over volontairs ter
gemeentelijke secretarie zal spr. nagaan.
V elen van hen hopen nog eens een burge
meestersplaats te erlangen; misschien
zullen bij de wet normen moeten worden
gesteld, waaraan voor bepaalde gemeente
betrekkingen moet worden voldaan.
33.)
door E. R. G a r r a 11.
Uit het Engelsch.
o
Dwaas kind riep hij een paar keer
uit, boos omdat ze zoo slecht speelde,
terwijl hij even tevoren aan zijn vriend
had gezegd, dat zij zoo bijzonder goed
met het spel overweg kon.
Daphne echter werd voortdurend
meer zenuwachtiger. De booze uitvallen
van haar man, de aanmoediging van zijn
vriend maakten haar steeds meer van
streek. Met een gedwongen lach verklaar
de ze, dat het slechte spel haar zenuw
achtig maakte, maar in werkelijkheid
waren het de ruwe woorden van Roger,
die mee oorzaak waren van haar slechte
spel en de mislukte pogingen om zich te
herstellen.
Van dien dag af verbeelde D'aphne
zich, dat zij een verandering bij haar man
waarnam. Eerst dacht ze, dat zij wat
jaloers was; maar al spoedig bemerkte
ze, dat haar man sterk onder invloed
stond van zijn vriend. Ze zou dit niet
hebben opgemerkt in de eerste dagen van
haar huwelijk, maar nu ze hem had lee-
i Verhooging van fiakffksea der eassowli-
sarissen der Koningin kan spr. thans niet
weer in overweging nemen.
De Surinaamsche negers die in het
amusementsbedrijf werkzaam waren,
moesten worden ontslagen, omdat zij niet
zonder gevaar voor de zedelijkheid en
voor de volksgezondheid waren. Meisjes
van 10 17 jaar werden het slachtoffer
van deze negers. Vandaar dat te Amster
dam en Den Haag zeer kras moest wor
den opgetreden tegen de exploitanten bij
wie deze negers werkzaam waren.
Over de vertooning van de film „Gra
zige Weiden" heeft spr. verschillende
klachten gekregen, zoodat zij wel gevoe
lens kwetst. Maar de centrale keurings
commissie is niet over één nacht ijs ge
gaan. Er zijn coupures aangebracht. Na
herkeuring is de film nog eens door drie
hoogstaande mannen van verschillende
richting bekeken.
Voor wijziging van de Bioscoopwet is
geen aanleiding. Spr. wacht rustig af,
wat de ontwikkeling van zaken op dit
gebied brengt.
Herkeuring van films door gemeente
besturen kan spr. niet bevorderen.
De autonomie der gemeenten dient zeer
ernstig beschermd te worden, als een
kostbaar goed. Doch door de financieele
afhankelijkheid van het Rijk is zij goed
deels verloren gegaan. Met inachtneming
van het financieel mogelijke is de Regee
ring bereid deze autonomie tot haar oude
glorie te brengen,
In de laatste vier jaren heeft de ge
stage arbeid van de Regeering en van het
departement goede vruchten gedragen en
veel gemeenten voor een débacle behoed.
Spr. vraagt hier zijn rede te mogen
afbreken.
De vergadering werd hierop verdaagd
tot Vrijdagmiddag 1 uur.
Onderscheiding.
Bij Kon. besluit is verleend de eere
medaille, verbonden aan de orde van
Oranje-Nassau, in brons, aan G. van de
Panne, te Eikerzee, dijkkantonnier bij
het waterschap Schouwen.
Dammen.
Krabbendijke I—Goes I: L. Nieuwen-
huizeM. Jeremiasse 02; M. Nieuwen-
huizeM. de Jonge 02; P. Nieuwen-
huizeF. den Hartog 20; H. Wolfert
J. v. Kalmthout 20; J. PieperK. Kra
mer 2—0; J. v. Oosten—J. Hoogesteger
0—2; M. Meeuwse—J. Crucq 11; C.
Bouwman—L. Dekker 0—2; Jac. Pieper—
F. v. Loo 0—2; M. Nieuwenhuize Jr—
J. Sinke afgebroken.
Voorloopige uitslag 7—11.
Oost-Souburg. Gisteren vergaderde do
afd. van den Chr. Boeren- en Tuinders-
bond onder voorzitterschap van den heer
B. Koole. De heer Terpstra, notaris te
Middelburg, behandelde de nieuwe pacht
wet breedvoerig en op duidelijke wijze.
Er volgde een zeer leerzame bespreking.
St. Laurens. Gemeenteraad.
Woensdag vergaderde de Raad. Het be
kende verzoek van het gemeentebestuur
van Beusichem inzake het leiden van
paarden achter een rijwiel, wordt voor
kennisgeving aangehomen.
Van de Streekplancommissie Walche
ren was bericht ingekomen, dat de bij
drage voor 1937 f 4,73 en voor 1938
f 78,75 bedraagt.
Inzalke de steun aan kleine boeren
deelt de voorzitter mede, dat een uitge
breid en nauwkeurig onderzoek is inge
steld naar de financieele gevolgen voor
de gemeente bij invoering van de Rijks
regeling. Uit dit onderzoek is gebleken,
dat slechts één persoon in groep G zal
vallen en het Rijlk dus alleen daarvan de
kosten betaalt. De kosten voor de ge
meente zullen ruim f 800 per jaar be
dragen. (De gemeente ontvangt geen sub
sidie van het Rijk,) In verband met de
hooge kosten en de onbillijkheden, welke
uit de Rijksregeling zullen voortvloeien
en ook omdat de gemeente eigen regelin
gen heeft voor werkverschaffing, steun
verlening en loontoeslag, stellen B. en
W. voor niet aan de Rijksregeling deel te
nemen. B>. en W. zullen nader onder de
ren liefhebben, volgde zij zijn doen en
laten angstvallig. Het was mogelijk, dat
Roger Maitland zich dit bewust was, en
dat het feit, dat hij' zoo angstvallig be
waakt werd, hem prikkelde; in elk geval
zij' kon in zijn houding tegenover haar,
ook nadat Grant was vertrokken, een
verandering waarnemen. En dit beangstte
haar.
Terwijl zij dan ook voorovergebogen zat
te kijken naar het parelsnoer, dat, toen
het haar beloofd werd, haar zooveel blijd
schap had geschonken, dacht zij terug
aan dien heerlijken tijd in Schotland
doorgebracht.
Die tijd was een tijd vol van geluk
geweest. Maar nu scheen alles te zijn
veranderd. Het prachtige park, het weel
derige huis, zij hadden voor haar hun
bekoring verloren. Eiken dag van afwe
zigheid van haar man scheen de omge
ving haar troosteloozer en eenzamer te
worden. Ze begon de stilte van de groote
kamers en gangen te haten de zachte
tapijten en de prachtige inboedel drukten
haar neer. Ze koos de kleinste en lichtste
kamer uit en richtte die in voor zitka
mer een kamer op het Oosten met
mooie lichte meubels en behangen met
licht papier. Daar zat ze eiken dag met
haar hond en haar kanarie voor gezel
schap. Zij had een hekel aan 't klingelen
van de etensbel, die haar riep om in de
groote eetkamer te zitten, aan 't hoofd
oogen zien o? het mogelijk Is ook hier
een eigen regeling te ontwerpen.
Z,h.st, wordt het voorstel van B. en W.
aangenomen. Daarna wordt z.h.st. be
sloten, dat de gemeente zich aansluit bij
de fraude-onderlinge van de vereeniging
van Ned. Gemeenten.
De bestaande sohoolgeldverordening,
welke slechts tot 1 Jan. 1938 geldig is,
wordt wederom vastgesteld.
Op een vraag van dhr Hamelink of het
mogelijlk zou zijn bij het oprijden van het
rijlwielpad te Brigdamme een schering te
plaatsen, omdat de aanwezigheid van een
sloot bij donker gevaar oplevert, zegt de
voorzitter toe, hieraan aandacht te zullen
schenken.
Heinkenszand. De gladheid. De
dijk tusschen Heinkenszand en 's-Heer
Arendskerke was gistermorgen zoo glad,
dat vele fietsers kwamen te vallen. Dr
Griep, die met zijn auto dezen dijk pas
seerde, slipte eveneens, waardoor de auto
achteruit den dijk afging en omsloeg. De
beide inzittenden kwamen met den schrik
vrij, terwijl de auto beschadigd moest
blijven liggen tot deze met een kraan
weer op den weg was gebracht.
Eilewoutsdijk. „G roene Krui s".
De afd. „Het Groene Kruis" vergaderde
onder voorzitterschap van den heer J.
de Jonge Mz. Aanwezig waren 62 leden.
Met alg. stemmen werd besloten de ver
eeniging opnieuw voor een tijdvak van
29 jaren aan te gaan en aan H. M. de
Koningin te verzoeken de desbetreffen
de Kon. goedkeuring weer te willen ver-
leenen.
Uit een verslag over het verplegings-
materiaal bleek, dat dit zich in zeer goe
den staat bevindt.
De magazijnmeester-bode werd herbe
noemd, evenals verleden jaar op een sa
laris van f50.
De aftredende bestuursleden, de heeren
J. de Jonge Mz. en C. van de Velde,
werden herbenoemd, evenals de heer S.
A. de Regt, tot bestuurslid wijkverple
ging.
De voorzitter sprak de hoop uit, dat
nog meerdere leden zouden toetreden.
Teneinde dit te bevorderen, werd op
voorstel van het bestuur besloten om art,
4 van het Huishoudelijk Reglement (be
treffende het inleggeld bij toetreding van
nieuwe leden) tijdelijk tot 1 Januari 1938
buiten werking te stellen.
De afd. Eilewoutsdijk van de ver.
voor Ziekenhuisverpleging kwam in ver
gadering bijeen onder voorzitterschap van
den heer J. de Jonge Mz.
Aan dhr M. C. Koppenhol werd op zijn
verzoek eervol ontslag verleend als bode,
wegens vertrek naar een andere ge
meente. In diens plaats werd uit 9 solli
citanten, de heer C. Oosthoek benoemd,
op hetzelfde salaris.
De aftredende bestuursleden werden
herbenoemd.
Hansweert. Bij het binnenkomen van
de haven is het sleepschip Carolina tegen
den Westberm gevaren, waardoor het
schip lichte lekkage bekwam. Het kon de
reis naar Duitschland echter voortzetten,
nadat de noodige voorzieningen getroffen
waren.
In de WesterscheJde kwamen de
schepen Fluviale 6 en Rival met elkaar
in aanvaring. Beide schepen bekwamen
belangrijke schade, doch konden de reis
naar hun bestemming voortzetten.
Kapelle. Het nieuwe Vereeni-
gingsgebouw Obadja. Onder zeer
groote belangstelling had gisteravond de
ingebruikneming plaats van het nieuwe
vereenigingsgebouw van de C.J.V. „Obad
ja", staande in de Ooststraat. Reeds den
geheelen dag wapperde de driekleur van
dit sierlijk, smaakvol gebouw.
Het is een gebouw, waarin plaats is
voor ruim 300 personen. Ook kunnen
twee vereenigingen op één avond ver
gaderen, zonder elkander te hinderen. De
gemeente-architect, dhr Le Clercq, komt
alle lof toe, evenals de aannemer Bayens.
Dr J. D. Schmidt opende deze feesture,
heette o.a. welkom Burg. Bierens en Weth.
Zegers, den Kerkeraad van de Ned. Herv.
Kerk, de afgevaardigden van de Jeugd
verenigingen ter plaatse e.a.
Het is hem een groote vreugde en
blijdschap om dit gebouw te mogen ope-
van de tafel, die schitterde met een keur
van zilver en glas en waarop neerzagen
de beeltenissen van haar man's voor
ouders, van achter het glas, dat werd
vastgehouden door grooten houten lijsten.
Daarbij haatte ze de aanwezigheid van
de twee bedienden, die gereed stonden
haar in alles te bedienen; maar ze had
ook niet den moed om een van hen te
zeggen, dat zij', nu haar man er niet
was, het in de eetkamer wel kon doen
met een van hen. Met Dutton bijvoor
beeld, die eiken dag haar de post binnen
bracht, waarbij zoowel hij als zij er van
overtuigd waren, dat er geen brief bij
was van Roger Maitland.
Daphne stond ten laatste op bij 't hoo-
ren van de voetstappen van haar dienst
meisje.
„Kijk, dit parelsnoer eens, Emily, dat
mijnheer Maitland me gezonden heeft,"
zei ze op gedwongen blijden toon. Voor
alles was ze er op bedacht haar droefheid
en teleurstelling voor haar bedienden te
verbergen.
Emily hield zeer veel van haar me
vrouw. Ze was ook gedurende vijf jaar
in dienst geweest van de moeder van
Daphne, maar toen deze laatste getrouwd
was, was ze met haar meegegaan. Emily
had haar eigen opinie over haar mees
ter; ze verwaardigde zich niet over hem
te spreken, maar dezen avond, terwijl ze
met ongeveinsde bewondering de parels
In de gisteravond verschenen Memorie
van Antwoord op het voorloopig verslag
der Tweede Kamer inzake de begrooting
van Defensie voor 1938, zegt minister
J. J. C. van Dijk
van D ij k o.a., dat inderdaad de mili
taire uitgaven op den gewonen dienst
van deze begrooting binnen enkele jaren
een totaalbedrag zullen beloopen, dat on
geveer f 60 millioen hooger is dan dat
van het dienstjaar 1937.
Hierbij moet echter niet uit het oog
worden verloren, dat in deze stijging be
grepen is een bedrag van rond f 7.3 mil
lioen wegens het overbrengen van de kos
ten van aanbouw van nieuw materieel
voor de Staatsmarine van de Indische
begrooting naar de Defensiebegrooting.
Ook de minister betreurt, dat zoo
groote offers noodig zijn voor de defensie
des lands, waardoor de behartiging van
andere volksbelangen moet achterstaan.
Echter zijn de gevaren liggende op in
ternationaal terrein zoo ernstig, en is het
treffen van voorzieningen tot het be
schermen van land en volk een zoo pri
mordiaal belang, dat aan die offers niet
valt te ontkomen.
De Regeering heeft er bij het ontwer
pen van de maatregelen, welke in de
naaste toekomst ter versterking van de
weermacht zullen moeten worden geno
men, naar gestreefd deze te beperken tot
het strikt noodzakelijke; de voorgestelde
maatregelen beoogen dan ook uitsluitend,
om de weermacht in zoo kort mogelijken
tijd op een zoodanig peil te brengen, dat
een redelijke waarborg wordt verkregen
voor het vervullen van de taak, welke
haar in verband met de defensieve doel
stelling kan worden opgedragen.
Het verwijt van enkele Kamerleden, dat
de vorige Kabinetten niet hebben voor
uitgezien, gaat blijkbaar uit van de ge
dachte, dat de Regeering de in den loop
van enkele jaren zich met snelheid ont
wikkelende verscherping der internatio
nale verhoudingen had kunnen en moe
ten voorzien; achter de feiten staande,
kan men zich zonder bezwaar zoodanig
inzicht toeschrijven.
Ook de vorige kabinetten hebben ge
streefd naar een weermacht, die aan de
toen te stellen eischen kon voldoen; daar
bij dient niet uit het oog te wordeif ver
loren, dat de groote financieele moeilijk
heden, waarin ons land verkeerde, be
perking oplegde.
Het spreekt wel van zelf, zoo zegt de
Minister, dat een belangrijke versterking
der weermacht, zoowel op materieel- als
op personeelgebied, niet in een korte
spanne tijds kan worden tot stand ge
bracht. Gehoopt mag worden, dat de tijd
niet zal ontbreken tijdig de noodige voor
zieningen te treffen; eisch is daartoe, dat
met voortvarendheid kan worden ge
werkt.
Gezien den toestand op financieel ge
bied, acht de Regeering voor de verde
diging van Indië een vloot, o.a. tellend
6 groote kruisers, 3 lichte kruisers, 24
torpedobootjagers en 32 onderzeebooten
niet voor verwezenlijking vatbaar.
Een zuivering van de weermacht acht
de Regeoring volkomen overbodig.
Het ligt geenszins in de bedoeling van
de Regeering om mede te doen aan den
bewapeningswedloop. De te nemen maat
regelen gaan niet verder dan door de in
ternationaal politieke verhoudingen en de
gevaarlijke strategische positie van ons
land en de overzeesche gewesten worden
geboden.
De voorgestelde uitgaven zijn inder
daad onvermijdelijk wil het gemobiliseer
de leger, doeltreffend uitgerust, zijn taak
kunnen volbrengen. Daarbij is niet ge
streefd buitenlandsche krijgsmachten in
haar uitrusting te evenaren, maar zooda
nige voorzieningen te treffen als voor de
defensieve taak van het Nederlandsche
leger noodzakelijk is.
Er bestaat een algemeen defensieplan
voor wat betreft de aanschaffingen in de
eerstkomende vier jaren. Het is uit den
aard der zaak niet mogelijk, oen gedetail
leerde specificatie van de kosten voor
ieder der onderdooien te geven, reeds om
dat de materiaalprijzen aan sterke schom
melingen onderhevig zijn.
De uitgaven ten laste van den kapitaal-
dienst zullen tenslotte zeer vermoedelijk
uit leeningen moeten worden gevonden.
In hoeverre rente en aflossing dezer lee
ningen op den gewonen dienst der be
grooting moeten worden gebracht, zal na
der met den minister van Financiën wor
den nagegaan.
Ten laste van den kapitaaldienst zal
voor de landmacht ter voorziening in de
behoeften voor eens worden aangevraagd
totaal f 137.000,000.
De jaarlijks terugkeerende kosten van
het gereedschap en in exploitatie komen
van het nieuwe materieel zullen voor de
landmacht uiteindelijk f 12.800.000 beloo
pen.
D'e aanschaffingen voor het materieel
van de landmacht en de zeemacht zullen
zooveel mogelijk aan de Nederlandsche
industrie ten goede komen. Voor de aan
schaffingen ten behoeve van de lucht
macht geldt hétzelfde.
Alles wordt in het werk giesield om te
bereiken, dat de Nederlandsche industrie
in de vier jaren de bestellingen kan ver
werken. Voor de gevallen, waarin de Ne
derlandsche industrie daaraan niet zal
kunnen voldoen, zal echter bestelling in
het buitenland noodig zijn.
Een aigemeene proefmobilisatie ligt
niet in het voornemen. Het ligt in de
bedoeling ook in de komende jaren regel
matig oefeningen voor de grenstroepen te
houden.
Voor de verdediging van de Neder
landsche kust, dat wil zeggen voor de af
sluiting van de toegangswegen van zee
uit, acht de minister noodig vier mijn en-
leggers, twee politiekruisers' en drie
te huren vaartuigen met een mijnen lading,
24 mijnenvegers, zes kanonneerbooten, een
artillerie-instructieschip, tevens patrouil
levaartuig, een aantal torpedo-motor'boo-
ten, benevens gewapende hulpschepen als
zeesleepbooten, trawlers en dergelijke.
Voor het voeren van een actieve kust
verdediging zal daarboven nog beschikt
moeten worden over ten hoogste zes on-
derzeebooten en over een deel van de zee
gaande vloot.
De minister meent, dat ook ons leger
vechtwagens niet langer kan ontberen.
Het ligt dan ook in het voornemen zoo
spoedig mogelijk naast pantserwagens
vechtwagens aan te schaffen. In 's lands
belang kan van de aanleg van een mili
tair vliegveld nabij Bergen niet worden
afgezien.
nen en overdragen aan de Chr. Jonge-
lingsvereeniging. Vele waren de moeiten
en werkzaamheden. 15 jaar geleden werd
het plan zelfs geopperd om in verband
met de financiën, het lokaal (het oude
lokaal nu) te verkoopen, totdat een finan-
ciëele commissie de zaak ter hand nam
en met gunstig resultaat. Jarenlang is
bekeek kon ze niet nalaten te vragen:
„En wanneer mevrouw zal mijnheer
thuiskomen om ze u te zien dragen?"
,,'t Is heel goed mogelijk, dat hij nog
dezen avond thuis komt," zei Daphne
kalm; „hij schrijft, dat hij het collier
spoedig zal volgen, en ik zal het om doen
daar ilk weet, dat Hij' graag heeft, dat ik
'het draag."
Eïmily wist heel goed, dat die plotse
linge verdwijningen van Maitland uit
huis gewoonlijk een gevolg waren van
dronkenschap. Ze zweeg op de laatste
woorden van haar mevrouw. Ze wist van
het leed door de drankzonde gewekt en
zoo legde ze met een gevoel van medelij
den het snoer rond den hals van D'aphne,
nadat deze zich in een licht zijden japon
had gekleed. Daarop zag ze haar vol be
wondering aan.
„Staat het aardig?" vroeg Daphne, zich
naar den spiegel begevend. Ze besefte
niet hoe weinig werkelijk haar vraag
was; maar toen de spiegel het antwoord
op haar vraag gaf, kleurde een blos haar
wangen.
„Ik denk, dat als Roger me ziet," zoo
dacht ze bij zich zelf, „het hem zal spy-
ten, dat hij! me nooit geschreven heeft
en zoo lang is weggebleven. Ik denk, dat
hij me moet hebben vergeten."
Maar bet parelsnoer was voor niets
omgedaan, want Roger Maitland kwam
dien avond niet en Daphne moest maar
er gezegd: we moesten een vereenigings
gebouw hebben, dat aan de noodige
eischen voldoet. Welnu met dank in het
hart en vreugde in de ziel mag dit nu
worden overgedragen. Hard is er gewerkt,
maar er is ook gebeden, vurig gebeden om
dit te verkrijgen.
De voorz., de heer B. de Jager, zegt, dat
zien de eenzame uren door te komen.
Daphne hield er niet veel liefhebberijen
thuis op na. Ze was muzikaal, maar ze
hield niet veel van lezen, en als ze nog
,eens las), was bet heel oppervlakkige
lectuur. Haar vermaak zocht ze buiten.
Paardrijden, jagen, roeien en tennissen
waren baar meestgeliefde bezigheden,
zoodat een avond alleen haar ondraaglijk
vervelend was.
Dien avond voelde ze dit ook bijzonder
sterk.
Behalve de beangste vraag wat Roger
wel deed of hij soms weer was gaan
drinken zooals hij dat in vroeger dagen
deed was er iets in haar hart, dat
haar smartte en rusteloos maaJkte. Dat hij
haar niet zóó lief had, dat hij er aan
dacht haar te schrijven of haar vriend-
schappeiyke gevoelens op andere wijze
beloonde, maakte haar vreeselijk zenuw
achtig. Hij had haar een parelsnoer ge
zonden; maar voor een man, die zich in
weelde kon baden zooals hij, beteekende
dit toch ook nog niets; althans veel min
der dan zich de moeite te getroosten haar
een brief te gaan zitten schrijven; en voor
Daphne zou een brief thans van onnoe
melijk grootere waarde geweest zijn dan
een parelsnoer.
(Wordt vervolgd.)