Rondgang door den Dam-doolhof. a s .2 a Wenken op electrisch gebied DE BOERDERIJ AAN DE VAL a '*-« a a a E cc g -a r V s - a <n p -i X 0 0 u 3 4) U H E «J 0 u ti g UL 3 3 3 0 u w CQ 0. CQ Q C Of Ul ÜJ ■9 - 9 •-Q ft 2 a 0 o s5>ro -»-» c« <D m -? T3 kT T3 ffg 3 9 3WÏ2 "5 fsE sr O o3 512 be d O as s s 3 oa>K_o>SQt^ö - ■ÖTJÏj BH®g S .y T3 o u-j H bofl®J5M §.2 XI CÖ a) cd H rQ -H rfl 73 M O <0 O ji cq o n ^1-2 «P 3^-S|-a 3 n .a2® (ST3^T3> b«; 5i O cd ftJ ft -a s-i -v t_. O 7T o< "5 k?,© o <D S S rt O S>& S)^§ 2 3 - m h en ,-y M w -5 ÊH N UIjVJHjIIHUIH!!1 lsS-<^-ia.|!l!a!lS>of3l|f 11 ts ©'öcöftcd-d N>> PQ -M 2 2 bO y fl ?H -Ö -7-J »H O :S 2 T3 2 1 -S> s^ls a.a fl -s X 0 y 5.2 n a Q --. bo X s a t3 a> a> h0T3 <D a? ho wr d d o bo'3 0> bo a fe o d - Sg rQ *0 w)53 2^^ T3 O-r) m n o H -.2 rl b0'2 3 -^» cd .3 'o Kn 1-1 el' O fl 2! T£T .3 f, d d ce d d Tj ho CO prt bo 21 .2 i ooo-S 2 3 d en X - *f XI 3„^;dr| o d (D CD N ho - ro :r? cd -=< d rS 2 CÖ >©^iHrPbO ft f~i a g.'S'S'a •SP d U Ul'Jj Jl •00^ CÖ 0 1-5 -2 -• 31 g o -d u d a a£d d fl +J rl cd 73"^ NT3 "P ft o O M O'S .2 0^0 0)'H S3 CSJ" ÉH rH 'a^ -I 2 iU 5 ai 1 boj10 g li 160 O rj H CO y .rH g^d O *rg 5 W^g^.Sd^-g 3 S2 be 14 fl cd 23 cd cd W S2S 2 2 a -S o ra d S o tv> bo" rP - -u ■0 C CD La V CD T3 ©5 C h. cz -Q *- CO cd ft cd P ®.-S d T3 Td 0 s cd 5 CO cd c£ o IS g nd - ^5 g'Ü S I r3 d Q. -r7 bOTd d cd T3 d O d ■mw Men ziet, hoe moeilijk zoo'n gewoon geval kan zijn en hoe alles hier afhangt van de tact van den opvoeder. Uitdrukkelijk her haal ik nogmaals, dat dit voorbeeld niet bedoelt een richtsnoer te geven hoe te doen, maar uitsluitend probeert aan te duiden, in welke geest men handelen moet. Ook denke men niet, dat men een dergelijk ge sprek als boven beschreven, met een kind van een jaar of vier, vijf, niet zal kunnen houden. De Bijbel beschrijft ons in de figuur van Jozef een schoon voorbeeld van een kind en een mensch met een vroom gemoed en een wakker geweten- De nijdigheid der broeders over het aan brengen der misdaden van den kleinen Jozef wordt versterkt door de verkeerde paedagogie van Vader Jacob, die Jozef ver wende en voortrok. Het mag een genade van God heeten, dat het geweten van den klei nen knaap door dit alles niet werd toege snoerd, maar dat het bleef werken, bleef spreken en 14] de geschiedenis met Potifars huisvrouw zoo'n duidelijke taal sprak: „Zou ik zulk oen groot kwaad doen en zondigen tegen God." Kinderen met een wakker geweten hebben het moeilijk in deze wereld. Zij bevinden zich maar al te dikwijls als schapen te mid den van de wolven. En deze wolven zijn niet alléén kameraadjes en broers en zusjes, maar helaas ook Taak de eigen ouders. Ieder weet, hoe kleine kinderen graag groot, graag oud zijn. Als het al vier jaar is, is het hier trotsch op. Waarom liegt men nu voor een enkel dubbeltje in presentie van 'het kind en zegt men tegen den con ducteur van de tram„Ze is neg maar drie". Lagere school-kinderen worden soms be trokken in allerlei trucjes, moeten leugen achtige boodschappen doen enz. Professor R. Casimir schrijft in een boekje over „Schijnbare Domheid" omtrent deze aangelegenheid het volgende: „Men is wel gewoon daden dom te noemen als ze uit groote eerlijkheid voorkomend, 'het belang van het individu benadeelen. Zóó zijn er schooljongens, die 'het „stom" vinden, wan neer iemand eerlijk de waarheid zegt, zoo hij iets verkeerds heeft gedaan. En bij vol wassenen in allerlei betrekkingen hoort men dat woord aanwenden: „De vent was zoo stom Opmerkelijk, dat de school zich altijd ver zet dit domheid te noemen. Zij heft het vaandel hoog! En zij moet dat doen. Haar behoort de taak het zedelijk ideaal hoog te houden en de eisch te stellen, het leven naar dit ideaal te richten. Het 'huisgezin denkt daar vaak anders over. Ouders, die meer met de praktijk rekening houden, vreezen, dat hun kind te eerlijk zal worden. Zij moenen, dat het moet leeren schipperen, ze helpen het mee, gaan het 'vóór in allerlei kleine trucs, tegenover de school zelfs. Met alle kracht, handhave de school haar recht, wijze de ouders op het verteerde." Wij noemden dit waarheidlievende ge wetensvolle kind „braaf". Het woord is on gelukkig gekozen. Jozef was niet braaf, maar vroom. Het verschil tustechen deze twee begrippen is groot. Braafheid, zooals ik deze de vorige malen beschreef, geeft aan de kinderen iets slaps, iets zoetsappigs, iets bangs. Vroomheid, zooals we met dit derde type bedoelen, is royaal, kinderlijk, spon taan. Jezus spreekt van: „Deze kleinen, die in Mij g e 1 o o v e n". Ieder ouder, die de diepe beteekenfe dezer uitdrukking verstaat zal met een zekere schroom en met heilige ont roering de opvoedingstaak vervullen. Juist dezen ouders zal de opvoeding der kinderen onnoemelijk zwaar vallen. Dat is ae ook inderdaad. Er is bovenmenschelijke kracht voor noodig. En dan te denken, dat Christus zeide„Maar wie één van deze kleinen, die in Mij gelooven, ergert, het ware hem nutter, dat een molensteen aan zijnen hals gehangen en dat 'hij verzonken ware in de diepte der zee." Zonder gebed en geloof is opvoeden niets anders, dan belachelijke, 'klein-menschelijke gewichtig doenerjj. Wij kunnen het niet, God kan het alléén. En juist daarom moeten we met alle kracht doen, wat we kunnen. Dit wist Hanna de moeder van Samuël en Monica, de moeder van Augustinu's. Laten we toch ernst maken met dit alles. Laten we dagelijks en altijd en ieder uur op ons quivive zijn. Werkende en biddende ouders kunnen alléén begrijpen, wat God zeggen wil in het troostrijke paradoxale voor den were Idling en den schijnvrome dwaze woord „Mijn kracht wordt in zwak heid volbracht." Met schrik bedenk ik, dat het slot van dit stukje de sohijn zou kunnen wekken, preekerig te zijn, al te idealistisch, al te godsdienstig, onreëel. Die dit vindt, vinde het. Wij Christenen zijn helaas zóó gewend geraakt aan teksten en bijbelwoorden, dat we de wezenlijke inhoud nauwelijks meer bespeuren. Toch blijft ondanks onze afge- stomiptheid, de heilige waarheid van Gods Woord onaangetast. Die daarmee in de op voeding schippert, bedriegt zichzelf en z'n kinderen en onteert God. Neen, dit was geen preekje. Men vergete alle stunteligheid en menschelijkheid en de wijze waarop ik het hier neerschreef. Men onthoude de waarheid er van en buige zich er voor. P. W. J. STEINZ. ANTI-CHRISTELIJK. Het hoofdkwartier van het Leger des Heils heeft bericht ontvangen, dat de Duitscho autoriteiten het orgaan van het Leger, „De Strijdkreet", verboden hebben; zij weigeren het recht van publicatie voor dit jaar te vernieuwen. In dit geval zullen de nationaal-socialisti- sche machthebbers zich niet kunnen ver schuilen achter het voorwendsel, dat men zich „met de politiek bemoeit", daar het Leger des Heils zich daarvan onthoudt. Door dit verbod toonen de nationaal-socia- listen nog eens duidelijk, dat het hen gaat om de vernietiging van het christendom. In dezen tijd zullen zij echter onverbiddelijk het onderspit delven. Het Lutherlied, in Duitschland gemaakt, geldt ook voor Duitschland van 1937. RADIO-TECHNISCHE VRAAGBAAK. HOE BESTRIJDEN WE STORINGEN? Een praatje, ook voor leeken. We ontvingen deze week eenige brieven over de hinderlijke storing, die men soms ondervindt bij de radio-ontvangst. Dit onderwerp is van zooveel belang, dat het ons goed lijkt hier eens iets meer van te zeggen. We richten ons daarbij niet alleen tot de amateurs, maar ook tot de vol slagen leeken op radiogebied, want wie ooit naar radio luisterde, zal weten, hoe hinder lijk deze bijgeluiden zijn. We willen U aan geven welke wegen er zijn, om zoo vlug mo gelijk van een storing' af te komen. We hebben natuurlijk hierbij alleen het oog op die storingen, die óf door het licht- net, óf door de antenne het toestel beieiken. Hebt U gebreken aan Uw toestel (b.v. geeft U, om een toestel weer tot de orde te roe pen, er een klap op), dan kunt U zich ook tot ons vervoegen, maar over eigenlijke toe stelgebreken gaan we nu niet spreken. De storingen die wij bedoelen, worden meestal voortgebracht door huishoudelijke appara ten, zooals stofzuigers, bestralingsappara ten, e.d. IQndervinden we last van „buitenstorin gen", wat we vast kunnen stellen door 't toe stel te beluisteren met losgemaakte antenne, waarbij we geen bijgeluiden mogen waar- men, dan doen we het beste in onze omge ving eens rond te neuzen en de persoon op te sporen die electrische machines in ge bruik heeft, welke ons radio-genot kunnen bederven. Hebben we vermoeden, ga dan eens met zoo iemand praten en vraag hem of hij misschien de schuldige kan zijn, door b.v. de tijden van storing en de tijden van het in bedrijf zijn van motoren met elkaar te vergelijken. Is zoo iemand werkelijk schuldig, dan zal hij in de meeste gevallen de storing weg laten nemen, wat een goed installateur in een oogenblik voor elkaar heeft. Begin echter niet met te beschuldi gen, want daar bereikt U zeker niets mee. Mocht U de storing niet kunnen opsporen en hebben meerdere menschen in Uw buurt last van storing, dan kunt U, een door min stens tien personen uit die omgeving onder teekend adres richten aan het Hoofdkan toor der P.T.T., afa. Radio-storing te 's Gra- venhage, die dan met meetinstrumenten de storing voor U opspoort. Voor de inwoners van Goes is er nog een andere weg. Het is daar bij politieverorde ning verboden hinderlijke storingen te ver oorzaken. Goes is de eerste plaats in Ne derland geweest, waar een dergelijke ver ordening tot stand kwam en hierop mogen de Goesenaars met recht trotsch zijn. In overleg met de politieautoriteiten leggen wij nog eens de nadruk op deze verordening, waarvan de voornaamste artikelen luiden: „Het is verboden toestellen te gebruiken, die hinderlijke hoogfrequente uitstralingen veroorzaken. Onder toestellen die hinderlijke hoogfre quente uitstralingen veroorzaken, zijn be grepen: Huishoudelijke apparaten met vonkende contacten, collector motoren met vonkende borstels, toestellen met automatische schake laar e.d., toestellen in het bijzonder bestemd voor het opwekken van hoogfrequente elec- electriciteit, enz." We mogen deze apparaten wel gebruiken van 08 uur en van 1818Vs uur. Mochten er onder de lezers zijn, die sto ringen hebben, laten ze het dan ons be richten, dan zullen wij zorgen dat het bij de bevoegde instanties komt, die ook mee zul len werken de oorzaken zooveel mogelijk op te sporen. Als U zooveel mogelijk gehoor geeft aan deze oproep, zullen wij bepaalde storingsbuurten kunnen aanwijzen en dan wordt het zoeken zooveel gemakkelijker ge maakt. Het is dus absoluut Uw eigen schuld als U last van buitenstoringen hebt. Door al leen Uw adres met den tijd van storing ons op te geven, kunnen we U al een heel eind te helpen. We hopen dat velen ons informa ties zullen geven. Tenslotte willen we er nog op wijzen, dat we plaatselijk aan ons toestel, door bijzon deze maatregelen ook veel kunnen bereiken. Dit brengt betrekkelijk hooge kosten met zich mee en we zullen deze methoden hier niet verder bespreken, daar deze installaties in Zeeland meestal overbodig zijn. Hebben lezers in Middelburg en Vlissin- gen (natuurlijk ook in andere plaatsen) last van tramstoring, dan antwoorden wij hen natuurlijk gaarne op een vraag. We zullen hen dan wegen aangeven, waardoor zij deze storingen volkomen kunnen onderdrukken. We meenen hiermee U een leiddraad ge geven te hebben, om meer van Uw radio te Khnnen genieten en we hopen, dat U er aan mee wilt werken, door het geven van Uw .adres, de storingen zooveel mogelijk te be strijden. Vragen: A. K. t e G. Wij verwijzen U naar boven staand artikel en hebben Uw klacht doorge geven. Dat U een klik in uw toestel hoort, wan neer het licht aangestoken of uitgedraaid wordt, vindt zijn oorzaak in de schakelaars. Deze, of eenige Tan deze zult U door nieuwe moeten laten vervangen, daar een goede schakelaar deze storing niet mag geven. Tenslotte kunt U ook probeeren een kleine storing-onderdrukker, in combinatie met een storingvrije antenne aan te brengen, maar dit brengt nogal kosten met zich mee. Infor meer liever eens in Uw buurt wie de schul dige kan zijn en ga dan eens praten, dan zult U het vlugste geholpen zijn. Wilt U ons s.v.p op de hoogte stellen van de door U bereikte resultaten? J. t. d. D. t e H. We beantwoorden geen vragen per brief, zoodat U even geduld moest hebben. Wij kunnen U meedeelen, dat aan Uw verzoek wordt voldaan. Binnenkort hopen wij een ontwerp voor zelfbouw van een modern toestel te plaatsen en we zullen de werking op populaire wijze uitleggen. J. D. G. t e H. Op uw vraag hoe een in stallatie voor het zelf opnemen van gram mofoonplaten ingericht moet worden, kun nen wij niet „eventjes" antwoorden. Maar als U een goed radiotoestel en een electri sche grammofoonmotor van groote trek kracht hebt, bent U al een heel eind. U hebt dan nog een pick up met geleide-inrichting noodig, en van deze zijn er verschillende goede in den handel. De kosten van zoo'n pick up zullen ongeveer f 20 bedragen. Met onze installatie bereikten we resultaten, die konden concurreeren met fabrieksresultaten. Wij wijden in de naaste toekomst een arti kel aan een en ander. door H. ZEEBERG. 5.) o— „Excuseer, zuster. Ik ben zeker verkeerd ingelicht. Men had mij gezegd, dat dit de kamer van zuster Neerlandt was." „Dat is ook zoo, mijnheer", lachte de ander. „Komt u binnen." „Huist Ina niet meer alleen?" „We deelen de kamer gezamenlijk. Ina vond het veel gezelliger. Maar neemt u mij niet kwalijk... ik ben Mien Westwoud." „Zeer aangenaam. Uw naam is mij al bekend. In eiken brief noemt Ina hem. Het verheugt mij, dat u zoo vriend schappelijk met haar omgaat." Zuster Westwoud kleurde lichtelijk. „Dat kan ik ook van Ina zeggen", beweer de zij. „Dat geloof ik niet", merkte hij ernstig op. „Van Ina heb ik begrepen, dat zij een grooten steun aan u heeft. En dat doet mij genoegen." „U overdrijft ietwat, mijnheer. Ina is tamelijk zelfstandig en weet heel goed, wat zij doet. Maar ik zal haar even zeggen, dat u er bent." „Heelt zij dienst? Men meende van niet." „Dienst bepaald niet. Maar zij is wel op de ziekenzaal. Elk oogenblik verwacht ik haar trouwens." Zij wilde het vertrek verlaten. „Wacht even, zuster", zeide hij, opeens een besluit nemend, ,,'k Heb nu een prach tige gelegenheid, u een paar inlichtingen te vragen. De laatste brief van Ina heeft mij verontrust. Is zij overspannen?" Zuster Westwoud lachte even hartelijk. „Geen sprake van, mijnheer Neerlandt. Dat zal Ina ook wel niet hebben geschre ven." „Neen. Maar zij kon het ergste voorloopig verzwegen hebben. Dus het is niet zoo? Maar wat is het dan?" „Een weinig overwerkt. Niet eens heel erg. Met zich rustig te houden, kan het hier wel in orde komen. Maar dat is uitgesloten, want midden in het werk houdt Ina zich niet rustig. Daarom vindt de dokter het beter, dat zij er eenige maanden uittrekt, om dan weer met frisschen moed te be ginnen." Met een ruk werd op dat oogenblik de deur geopend en een heldere stem vroeg: „Mien, ik hoor, dat vader..." De spreekster zweeg... „O, ja..." Ina vloog haar vader om den hals, ter wijl haar kamergenoote het vertrek verliet. „Wat leuk, dat u hier is!" jubelde Ina. Moest u vandaag in Amsterdam wezen? Had het mij geschreven. Dan had ik me vrij gemaakt." „Daar kunnen we vanmiddag eens over praten. Je kunt je wel een uurtje vrij maken, dat ik terug kom?" „Jammer, dat u niet één dag later bent gekomen. Morgenmiddag ben ik geheel vrij en dan had ik met u mede kunnen gaan, de stad in." „Dat is zeker jammer. Is er niet een weg op te vinden, dat je vanmiddag vrij bent inplaats van morgenmiddag?" „De eenige weg is: ruilen met wie morgen middag vrij is. Maar dal gaat niet gemak kelijk. Misschien weet Mien... O, daar is zij juist." Met enkele woorden vertelde Ina den wensch van haar vader. En de ander wist waarlijk, als altijd, raad. „Zuster Vermaat heeft vast geen bezwaar, met je te ruilen, 'k Zal het haar onmiddel lijk vragen. Het komt wel in orde. Maar dan zitten we nog met de directrice. Zij heeft geweldig het land aan ruilingen en stemt alleen in hoognoodige gevallen toe." Ina's vader stond op. „Dan zal ik de directrice vermurwen", zeide hij glimlachend. Hij vroeg belet en het gelukte hem inder daad, toestemming te verkrijgen. Als die andere zuster nu maar plaatsvervangster wilde zijn, kwam het in orde. Hij haakte er naar, met Ina buiten het ziekenhuis te vertoeven, daar hij het liefst zoo vertrouwelijk mogelijk wilde praten. Op den terugweg zocht en vond hij de afdeeling, waar dokter Vervoort verblijf hield, en vroeg dezen heel even te spreken, nadat hij zijn naam bekend gemaakt had. Dokter Vervoort, een jong assistent, ver zekerde hem met de grootste stelligheid, dat zijn dochter absoluut niets mankeerde. Hij behoefde in geen enkel opzicht ongerust te zijn. Het kwam wel meer voor, dat zij wat overwerkt waren. Na een rustkuur was het euvel verholpen. Na deze verklaring was ingenieur Neer landt. geheel gerustgesteld en aanvankelijk opgewekt verliet hij een uurtje later met Ina het ziekenhuis. „We blijven niet in de stad", besliste hij. ,,'k Heb met dit mooie Meiweer wel trek, naar zee te gaan..." „Natuurlijk, uw zwak voor de zee", schert ste Ina. „Maar ik vind het best." „Naar Zandvoort?" „Wijk aan Zee is zoo knus, papa. Maar dat is zeker te ver?" Onder Redactie van Jur. Schroder, Sta dionstraat 29, Amsterdam, Z. Alles deze ru briek betreffende, te richten aan dit adres. Oplossingen binnen 10 dagen in te zenden. De correspodentie. Belofte maakt schuld. Ik beloofde de ingekomen brieven in deze rubriek te be antwoorden en los hiermede dus de schuld, door die belofte ontstaan, af. A. W. te Middelburg. Als een slag genoteerd moet worden die beslist gedwon gen is, van een bepaalde ruit naar een bepaalde ruit dus, wordt wel eens volstaan met een streep of een Ikruisje X. Dui delijker, en daarom beter, vooral voor het naspelen is, om steeds de nummers te no- teeren van de ruiten van vertrek en aan komst. J. A. te S1 u i s. Ik zal die oude zaak eens bezien. U hoort daar dus nog van. A. D. te N i e u w d o r p. De nadeelen aan een ladderwedstrijd verbonden, begrijp ik zeer wel. De voordeelen, voor den oplosser, zijn grooter dan de nadeelen, daarom ben ik er toe overgegaan. Ik zal zien of er soms meer dan een prijls beschikbaar gesteld kan worden. Overigensmen lost op voor zijn genoegen; men zendt in uit waardeering voor het werk van hem die de rubriek redi geert; men neemt een prijs als een „toe vallige bate" dankbaar aan! Dank voor uw „medewerking". Houd mij aanbevolen. W. D. te B. 0 p Z o o m. U hebt gelijk. Ik weet uit ervaring dat er velen oplossen en weinigen inzenden. Eén redacteur is dan ook tevreden als hiji weet dat de rubriek gevolgd wordt. Waar nu dit „volgen" voor namelijk blijkt uit het inzenden der oplos singen, voelt u dat het prettig is, veel brie ven te ontvangen. Meer dan één oplossing tegelijk inzenden heeft vele bezwaren (zoek raken, vergeten, enz.). Eens in de 14 dagen een briefkaartje is toch niet zoo heel erg duur voor een damliefhebber? J. de Z. „Jan de Zeeuw"? te A a g t e - kerke. Voor damvereenigingen in Zeeland ben ik gaarne bereid propaganda-cause- rieën te houden of simultaan-seances te geven. Mijn honorarium? Nihill (Wordt vervolgd.) DAMFIGUREN. J. de Haas. Overal en door iedereen genoemd „de pionnier van het damspel in Nederland". Groot propagandist. Prettig mensch en aan genaam causeur. Ontbreekt bij geen wed strijd van groot formaat. Nü als toeschou wer; vroeger als deelnemer. Maar ik heb zoo'n vermoeden dat De Haas na afloop van een. ipartiji waarbij hij als toeschouwer te genwoordig is geweest, niet minder ver moeid is dan de spelers. In de laatste matoh SpringerRaichenbach constateerde ik dit meermalen. Ingespannen analyseert hij met zijin oogen de standen op zijn zakdambord. Een figuur! De figuur in ons Neder- landsche damleven. Daarom open ik met hem deze portretten-galerij. De oud-kampioen van Nederland van 1909 (en daarna nog vele malen) speelt ook nu nog een sterke partij. Versloeg hij in de competitie van 1935—'36 aan 'bord 1 van zijn club (Scheveningen) nog niet B. Sprin ger, die zijn vereeniging (R.D.G.) aan voerde? En hoe! Ziehier deze partij: J. de Haas (Wit) B. Springer (Zwart) 1. 34—29 2. 40—34 3. 4440 4. 50—44 5. 32—28 6. 37X28 7. 29—24 8. 35X24 9. 41—37 10. 37—32 11. 32X21 12. 28X17 13. 42X31 14. 47—41 15. 41X32 16. 40—35 17. 35X24 18. 44—40 19. 46—41 20. 41—37 21. 3228 22. 38—32 23. 40—35 24. 35X24 25. 45—40 26. 28X17 27. 43—38 28. 40—35 29. 35X24 30. 34—29 31. 24X13 3a 4944 S3. 2923 34. 32X23 35. 48—42 36. 36—01 37. 37—32 38. 23X12 39. 12X3 40. 3X34 41. BI28 42. 34X1 43. 3329 44. 1—18 45. 18—27 46. 38—32 47. 27.il6 19—23 14—19 20—25 10—14 23X32 5—10 19X30 18—22 16—21 21—27 17X37 12X21 21—26 26X37 14—19 19X30 10—14 7—12 1—7 11—17 7—11 14—19 19X30 9-44 17—22 11X22 14—19 19X30 3—9 13—19 8X19 9—13 19X28 15—20 25—30 4—10 1218 2—8 22—28 28X48 13—18 48X30 6—11 10—14 14—19 30—25 en zwart geeft op. Stand na 37 van Wit: 1 2 3 4 5 6 16 26 36 46 15 25 35 45 47 48 49 50 Stand zwart 8 schijven op: 2, 6, 10, 12, 13, 20, 22 en 30. Stand WSt 8 schijven op: 23, 31/33, 38, 39, 42 en 44. Eten door de Haas zeer sterk gespeelde partij, waarbij hij uitnemend benut heeft het toelaten van Springer van den sterken, ruil 2924 enz. bij den 7en zet. Men spele deze (partij eens rustig na. Er is veel uit te leeren.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1937 | | pagina 8