WNatic
>naIe
TEGEN DEN STROOM
DE ZEEUW van Maandag 18 October 1937. Tweede blad
De Londensche Suikerconventie, de Nederland-
sche Suikerbietenteelt en de Nederlandsche
Suikerindustrie.
F E U I L L ET O N.
VLISSINGEN.
[MEI voo^
1 Mm/CMkcn
1
Sluit in de Lente van Uw leven een H
verzekering bij de Nationale.
Vraagt inlichtingen I
LEVENSVERZEkERINq-BAN
k* RottercIam
Uit de Provincie.
MIDDELBURG.
GOES.
Het hypotheekcommissie
besluit.
WALCHEREN.
MOET DE BiETENSTEUN BESTENDIGD BLIJVEN?
GEEN VERDERE INKRIMPING VAN DE BEET
WORTELPRODUCTIE.
D heer J. M. van Bommel van Vloten, secretaris van
de Coöp. Suikerfabriek Raffinaderij „Dinteloord" heeft
over bovenstaand onderwerp hedenmiddag een inleiding
gehouden voor het hoofdbestuur van de Z.L.M., waar'
aan wij het volgende ontleenen.
De inleider begon met te wijzen op het
versohil tussohen de Brusselsohe Suiker-
conventie van 1902 en de Londensche
Conventie van dit jaar. De eerste streefde
naar beperking der bescherming en het
scheppen van een ruime vrije wereld
markt. De Londensche Conventie daaren
tegen baseert zich op een zeer beperkte
wereldmarkt en aanvaardt het feit der be
scherming, Van de totale wereldsuiker-
productie van 28 millioen ton wordt hel
grootste gedeelte geproduceerd onder be
schermende bepalingen. De z.g. vrije
markt bedraagt niet meer dan 3.5 mil
lioen ton. Het doel van de Londensche
Conventie is nu geweest om een regeling
te vinden, dat deze vrije markt niet klei
ner wordt en deze hoeveelheid te verdoe
len ondbr de producenten, die een export
overschot van suiker hebben. Hiertoe was
de medewerking noodig van de import-
landen, exportlanden en zelfgenoegzame
landen. Het is te begrijpen, dat deze drie
soorten landen eigenlijk allemaal tegen
strijdige belangen hadden en het niet ge
makkelijk was tot een accoord te gera
ken. Ook de exportlanden onderling had
den niet dezelfde belangen daar bijv. de
lietsuikerproduceerende landen een an
dere meening hadden over de voorziening
van de vrije wereldmarkt dan de beet-
wortelsuikerproduceerende landen, gezien
het feit, dat de gem. kostprijs van de
bietsuiker hooger is dan die van riet
suiker, Ondanks de bezwaren, welke on
getwijfeld aan de Londensche Suikercon
ferentie ook voor Nederland zijn
verbonden, zou de inleider toch niet gaar
ne de ratificatie ontraden.
De spreker gaat vervolgens na welke
berekeningen er gemaakt zijn betreffende
de behoefte der vrije wereldmarkt en de
toegestane exporthoeveelheden aan do
uitvoerlanden, welke de eerste overschre
den. De Internationale Suikerraad, sa
mengesteld uit vertegenwoordigers der
deelnemende landen, heeft toch de quota
niet verlaagd, omdat de consumptie
schijnt mee te vallen en er exportlanden
zijn, die dit jaar waarschijnlijk het hun
toegestane kwantum niet zullen benutten.
De Suikerraad zal elk jaar nagaan of de
quota moeten worden vermeerderd of ver-
minderd.
Een van de voornaamste bepalingen
van de Conventie is wel art. 2, waarbij
gezegd wordt, dat het streven is om de
overeenkomst zoo uit te voeren, dat de
verbruikers steeds verzekerd zullen zijn
van voldoend aanbod van suiker op de
wereldmarkt tegen een redelijken prijs,
de productiekosten incl. een redelijke
winst voor doelmatig werkende produ
centen niet te boven gaande. Van groot
belang zal zijn de interpretatie van dit
artikel door den Suikerraad.
Immers de prijs zal niet mogen stijgen
boven den kostprijs van de z.g. „efficient
j producers" incl. een redelijke winst. Hel
gaat er nu om, wie zijn efficient produ
cers. Er is 'hierbij een controverse tus-
schen de producenten van goedkoope riet
suiker (die in den Suikerraad den groot
sten invloed hebben) en de duurdere beet-
wortelsuiikerproducenten. Verwacht wordt
dan ook dat de suikerprijs geenszins zal
stijgen boven of tot het niveau van den
kostprijs van de Europeesche beetwortel
suiker. Dit zal dus tot gevolg hebben, dat
in vele landen ook in Nederland de
kostprijs van de op eigen bodem te pro-
duceeren suiker niet zal worden bereikt.
Ware er over de geheele wereld geen be
scherming en kon er in vrije concurrentie
door E. R. G a r r a 11.
Uit het Engelsch.
6) -o-
Mijnheer Lelacot keek haar vol verba
zing aan.
„Ik deed di enkel en alleen om mij
zelf", ILt ze er op volgen; „ik deed het
ter wille van mijn ziel".
Het speet haar thans ook al weer, dat
deze woorden haar lippen ontvallen wa
ren. Zij, met haar zeldzaam gesloten ka
rakter, had nooit iemand willen laten
kennis maken met haar zielsgeheimen,
en nu deed ze het zoo maar aan een man,
die toch betrekkelijk een vreemde voor
haar was.
Maar toen ze hem in de oogen blikte na
haar belijdenis, verdween het spijtgevoel
onmiddellijk. Het scheen Katharine toe,
°f, wat deze zaak aanging, er overeen
komst was tusschen hen beiden. Er sprak
zulk een volmaakt begrijpen uit zijn blik,
dat haar onrust verdween.
„Ik versta dit", zei hij vriendelijk.
Zij wandelden nu juist voorbij het to
rengebouw en Katbarina keek, in gedach-
worden geproduceerd dan zou de suiker
prijs zeker boven den genoemden kost
prijs stijgen. De Nederlandsche produ
centen hebben steeds de stelling verde
digd, dat bij vrije concurrentie de suiker
prijs niet bepaald wordt door den kost
prijs van de goedkoopste producenten,
maar dat om in de geheele wereld-sui
kerbehoeften te kunnen voorzien ook de
productie van beetwortelsuiker noodig is,
dat dus de suikerprijs bij vrije concurren
tie in ieder geval zal stijgen tot onzen
kostprijs of daarboven. Deze stelling leidt
tot de onweerlegbare consequentie, dat
wanneer de suikerprijs tengevolge van de
nieuwe conventie beneden onzen kostprijs
mocht blijven, de bietensteun In wel
ken vorm dan ook bestendigd zal moe
ten worden. Uit de toegestane quota blijkt,
dat het blijkbaar niet in de bedoeling ligt
van de conventie om de vrije wereldmarkt
uitsluitend te voorzien met suiker van
z.g. efficient producers, want ook landen
met een 'hoogeren kostprijs kregen export-
quota.
De spreker gaat vervolgens na de ont
wikkeling van de Nederlandsche beet
wortelsuikerindustrie en wijst er op, dat
wat suikervoorziening betreft er in Ne
derland nooit eenig verband heeft be
staan met de suikerproductie in de ko
loniën. In 1930 heeft de Regeering be
paald, dat maximum 85.000 ton Javasui-
ker met steun in Nederland zou mogen
worden ingevoerd, echter onder het be
ding, dat de productie van beetwortel
suiker in geen enkel opzicht door dezen
invoer zou worden benadeeld.
Spr. voorziet als gevolg van de bepa
lingen der Londensche Conventie een
botsing tusschen de suikerproducenten in
de drie gebiedsdeelen van het rijk.
Aan het geheele Rijk der Nederlanden
is een exporthoeveelheid van 1.050.000
ton toegestaan. Het komt er feitelijk op
neer, dat deze hoeveelheid aan Java is
toegestaan.
De consumptie bedraagt in Nederland
ongeveer 220.000 ton. Verbruik van sui
ker in stropen, veevoeder enz. c.a. 15.000
ton. Suiker voor suikerverwerkende in
dustrieën (voor export) 60.000 ton. Totaal
295.000 ton. Productie in Nederland
220.000 ton. Suiker tekort voor Nederland
75.000 ton. Te leveren door Suriname
15.000 ton. Blijft tekort van Nederland in
Europa 60.000 ton.
Deze 60.000 ton behoort niet tot de vrije
markt, omdat Nederland als geheel een
exporteerend land is. Waar deze suiker
geproduceerd moet worden, hetzij hier,
in Suriname of in Java, is een interne
kwestie, die buiten de conventie staat.
Verwacht wordt echter, dat Java niet
alleen deze 60.000 ton zal verlangen te
leveren, maar de volle hoeveelheid van
80 85.000 ton, welke het vorig jaar werd
toegestaan. Het gevolg zou zijn, dat in
Nederland een overschot van 20 h 25.000
ton zou ontstaan, hetwelk niet uitgevoerd
zou kunnen worden, omdat Nederland
in Europa geen quota heeft, tenzij deze
hoeveelheid in mindering zou gebracht
worden van de exporthoeveelheid van
Java. Het is de vraag of Java zich hier
niet tegen zou verzetten. Indien dit het
geval zou zijn en de regeering daarin
zou medegaan, zou de productie hier dus
met 20 25.000 ton moeten worden in
gekrompen. Dit is ca. 10 van den hui-
digen omvang.
Spr. vestigt er de aandacht op dat de
Nederlandsche producenten in 1936 geen
enkel bezwaar hebben gemaakt tegen den
steun van ca. f 800.000 aan Java, omdat
volgens de Regeering de beetwortelsuiker
industrie in geen enkel opzicht zou wor-
ten verzonken, naar de vensters. Nu ze
het gebouw zag, vroeg ze zich vol ver
wondering 'af, of ze wel ooit eens een
kijkje binnenin zou kunnen nemen. Maar
toen ze keek naar de ramen der boven
verdieping, even beneden de klok, zag ze,
of meende zij te zien iets dat baar terug
deed denken aan het gesprek van zoo
straks. „Was dat 'het spook van „Belt-
wood?"
Ze verbeeldde zich te hebben gezien een
vreemd, droefgeestig gelaat, dat tegen
het venster gedrukt was. Het was het ge
laat van een vrouw..
Waar ze op geleek, zag ze niet. Ze had
het vrouwenhoofd ook maar even gezien,
want direct er op was het verdwenen.
Katharine echter was geschokt en keek
mijnheer Delacot aan.
Schijnbaar had deze niets gezien; en
spreken kon ze niet. Haar tong was als
verlamd. De rust, die haar juist zoo wel
dadig aandeed bij de wandeling door het
park, was geheel verdwenen.
Het gelaat aan bet venster, werkelijk
heid of verbeelding, scheen zich te plaat
sen tusschen haar en de pracht van de
ondergaande zon. En eerst toen ze het
huis achter zich gelaten hadden, adem
de ze weer vrij.
Een blik in bet open gelaat van haar
geleider maakte haar beschaamd. Had zij
zich niet wat verbeeld? Een gevolg moge
den beïnvloed. Thans is de zaak an
ders geworden. De positie van Java is
door de Conventie aanzienlijk verbeterd,
de productiemogelijkheid is vergroot en
er wordt weer een loonende prijs ge
maakt. De noodzakelijkheid om met steun
der regeering 80,000 ton naar Nederland
uit te voeren is dus veel geringer gewor
den. Het invoeren van Javasuiker in
Nederland zonder dat deze invoer in
mindering komt van het exportkwantum
van Java kan een aantasting beteekeneD
van de productiemogelijkheid in Neder
land, waarin echter de Nederlandsche
landbouw en de Nederlandsche suikerin
dustrie nooit zal berusten.
Het is duidelijk dat de producenten in
de drie gebiedsdeelen van het Rijk der
Nederlanden door de Suikerconventie
veel meer van elkaar afhankelijk zijn ge
worden. Prettig is dat voor de beetwor
telsuikerindustrie niet, gezien de menta
liteit der Javasuikerproducenten. Spr.
'haalt als voorbeeld hiervan aan hetgeen
de beer Ligthart geschreven heeft in de
Zakenwereld van 15 Mei j.l. Gelukkig
heeft niet de heer Ligthart, maar de Re
geering de beslissing in handen. In aan
merking genomen de uitspraak in 1930 is
er geen reden tot ongerustheid, Het is
echter jammer dat in de Memorie van
Toelichting van het wetsontwerp1 tot
goedkeuring van de Londensche Suiker
conventie een zelfde uitspraak niet wordt
gedaan. Wel wordt er in de toelichting
over gesproken, dat de invoer in Neder
land van 80.000 ton Javasuiker en 15.000
ton Surinaamsche suikei door de Con
ventie niet zal worden aangetast en dat
voor Java deze uitvoer boven de hoeveel
heid komt welke krachtens de Conventie
is bedongen. Over de beetwortelsuiker
industrie wordt in dit verband niet ge
sproken.
Spreker kan niet aannemen dat de Re
geering er toe zal medewerken dat de
beetwortelsuikercultuur als gevolg van
den invoer van deze 80.000 ton zou moe
ten worden ingekrompen, hoewel de M.
v. T. in deze richting wijlst.
Een positieve regeeringsverklaring dat
nimmer tot verdere inkrimping van de
beetwortelproductie zal worden overge
gaan is gewenscht.
Verschillende vragen rijlzen nog bij ver
meerdering van de consumptie. Aan wie
moet deze ten goede komen? Ook dit is
een kwestie, die buiten de Conventie ge
regeld moet worden.
Tenslotte wijlst de inleider er op, dat
de Nederlandsche producenten wellicht
de meest rationeele producenten van
beetwortelsuiker in Europa zijn. De eco
nomische en sociale beteekenis van onze
bietencultuur en onze suikerindustrie is
verhoudingsgewijze voor onze Neder
landsche samenleving van minstens even
groote waarde als de rietsuikerproductie
voor Java. Het verschil in kostprijs is
geen verschil in efficienty, maar alleen
een verschil in loonstandaard.
auto was en verder niemand in de auto
was gezeten, zoodat persoonlijke ongeluk
ken niet plaats vonden.
Straatverlichting bij Dam
Plantsoen. De verwijdering der
transformator-zuil aan den Dam heeft
ook de wegneming der ter plaatse aan
wezige electrische avond-lantaarn, die
voor het verkeer ongunstig was komen
te staan, meegebracht.
Op verzoek van B. en W. hebben de
directeuren van de bedrijven en van de
gemeentewerken benevens de commis
saris van politie, overleg gepleegd omtrent
de meest gewenschte nadere regeling der
verlichting aldaar.
Het plan voorziet in het plaatsen van
2 avond- en nachtlantaarns op vlucht
heuvel tj es, de verdwijning van bestaan
de electriBche avond-lantaarns (consolles)
aan de Noordzijde en de Zuidzijde van
den Dam, terwijl de in den aanhef dezes
bedoelde wegneming eener electrische
avondlantaarn nabij de Graanbeurs be
stendigd zal blijven. Na voltooiing van
een en ander zal alsnog worden bezien
of ook de avond- en nachtlantaarn (con
sole) bij de Korte Delft buiten gebruik
kan worden gesteld.
Een der nieuwe lantaarns is als elec
trische-, de andere als gaslantaarn ge
dacht, zulks met het oog op mogelijke
storingen In de stroomlevering. De uit
voeringskosten zullen totaal f 470 be-
loopen, de jaarlijksche kosten der open
bare verlichting zullen vermeerderen met
f78,85 of als de lantaarn aan de Korte-
Delft ook verdwijnt met i 45,35.
M. Laernoes. f
Te V1 i s s i n g e n is op 70-jarigen
leeftijd overleden de heer M. Laernoes.
Geboren aldaar op 10 Januari 1861, was
de overledene oorspronkelijk werkzaam
op het kantoor van de Mij „Zeeland".
Later vertrok hij naar Amerika. Na re*
patriëering, heeft de heer Laernoes zich
aan de belangen van zijn geboorteplaats
gewijd. Hij was mede oprichter van de
N.V. Nedpan; later omgezet in de N.V.
Vlismar, en van de N.V. Electrotinfabriek
van welke laatste hij directeur is ge
weest.
Van 1913 tot 1931 maakte hij deel uit
van den gemeenteraad voor den Vrij
heidsbond, waarvan hij van 1915 tot 1931
wethouder was. Nadat hij reeds deel had
uitgemaakt van de Vlissingsche Kamer
van Koophandel, werd de overledene in
1922 bij de oprichting van de Kamer van
Koophandel en Fabrieken voor de Zeeuw-
sche eilanden tot lid van de afdeeling
groot bedrijf gekozen, waarin hij nog
zitting had; van 1925 tot 1936 was hij
voorzitter van de afdeeling.
De heer Laernoes was president-kerk
voogd der Ned. Herv. Gem. en tot voor
kort bestuurslid der afd. Zeeland van de
Vereen, van Kerkvoogdijen.
De teraardebestelling van den over-
Wielrenner overleden. De
20-jarige K. M., die op Zondag 3 October
onder 's-Heer Arendskerke een ernstigen
val met zijn racefiets maakte, is na 14
dagen buiten kennis te hebben gelegen,
Zondagmorgen in het gasthuis alhier
overleden.
Auto in brand. Zondagmiddag
was een automobilist op den Veerschen
weg nabij den Kruisweg bezig zijn wagen
te repareeren, toen deze in brand vloog.
Gelukkig, dat de bestuurder buiten de
lijk van de praatjes, die zij over „Belt-
wood" bad gehoord? Hadden die praat
jes soms invloed op baar gehad?
Mijnheer Delacot wandelde met de had
den op den rug, bet hoofd iets gebogen,
een gewoonte van hem wanneer bij in
gesprek was; bet geheele uiterlijk van
een man met een strengen wil; en met
een glimlach cp 't gelaat keerde bij zich
tot Katharine met de woorden:
„Er zijn drie dingen in bet oog te hou
den met betrekking tot bet geestelijk le
ven: de redding van de ziel van den
mensch; het heil van den naaste en de
eere. Gods. E;n dit laatste is van oneindig
grooter gewicht dan de eerste twee za
ken."
Katharine antwoordde niet. Zij vond
het heel moeilijk op dit oogenblik te spre
ken over een dergelijk onderwerp. Zij
was dan ook blij', dat mijnheer Delacot
geen antwoord scheen te verwachten, en
bracht het gesprek over op de schoon
heid van een avond bij zonsondergang.
„Het is een lucht om te onthouden",
zei hij rustig; dan zijn horloge te voor
schijn halende, trok een schaduw over
zijn gelaat; „we moeten ons onze plich
ten ook herinneren", voegde hij er aan
toe, met een lichte glimlach; „mijn tijd
behoort mij niet alleen; het spijt me U
goeden dag te moeten zeggen".
Aangekomen bij de poort, keek Katha-
ledene, die Ridder was in de orde van
Oranje-Nassau, zal morgen plaats hebben.
De honderdjarige. Zooals
reeds gemeld, hoopt onze stadgenoot, de
heer P. Vermaas, morgen zijn hon
derdsten verjaardag te vieren.
Het is nog een krasse grijsaard. Hij
maakt nog zijn wandelingen, scheert
zich zelf, is helder van hoofd en goed
van gezicht. Alleen zijn gehoor functio
neert maar heel slecht meer.
De heer Vermaas is 19 Oct. 1837 te
Heinkenszand geboren en vestigde zich
toen hij op 28-jarigen leeftijd in het
huwelijksbootje was gestapt, de Kapelle.
rine nog eens om naar het buis en zijn
eigenaar, die zich thans daarheen begaf.
„Ik haat geheimzinnigheid!" zuchtte zij,
vol ongeduld.
Mijnheer Delacot haastte zich nooit bij
zonder, maar nadat bij Katharine goeden
dag had gezegd ging bij naar huis op een
manier, die deed veronderstellen, dat bij
bet heel druk had.
Hij zag er altijd ernstig uit, maar nu
was Cr ook droefheid op zijn gelaat te le
zen, een droefheid, die anders bij hem
niet werd opgemerkt.
Hij was een forscbe, welgebouwde man,
en beide, gelaat en figuur, spraken van
een resoluten wil en standvastigheid van
besluit. Hij was glad geschoren, zijn ge
laatstrekken waren ietwat onregelmatig
en zijn oogen scherpzinnig en doordrin
gend, maar bij bot huiswaarts gaan was
het of hij in de verte staarde en of, wat
hij zag, hem neerdrukte,
Nadat bij echter de deur achter zich
dicht gedaan had veranderde "de uitdruk
king van zijn gelaat geheel. Hij stond in
de breede vierkante hal, voorzien van pa
neelwerk en behangen met schilderijen en
oude wapens, weer als een ernstig, reso-
luut-uitziende man, die zijn droeve ge
dachten en onprettige herinneringen uit
gebannen bad en bij 't controleeren van
zijn horloge, slechts dacht aan zijn plicht,
De bal was half duister, en de stilte,
De toepaislng in het derde kwartaal 1937.
Sinds de inwerkingtreding van het besluit
drie verzoeken Ingewilligd.
De reeds vroeger door de afdeeling ge
rechtelijke- en armenzorgstatistiek van
bet Centraal Bureau voor de Statistiek
gepubliceerde gegevens betreffende bet op
14 Maart 1935 in werking getreden Hypo
theekcommissiebesluit (Kon. besluit van
12 Maart 1935) zijn thans aangevuld met
de gegevens van het derde kwartaal 1937.
Het aantal ingediende verzoekschrif
ten ter voorkoming van executie van lan
delijke eigendommen bedroeg in bet derde
kwartaal 1937 slechts 12 tegen 38 in 'hel
overeenkomstige kwartaal van 1936. In
het tijdvalk van 1 Juli tot en met 30 Sep
tember 'had geen enkel verzoekschrift be
trekking op landelijke eigendommen, ge
legen in de provincies Utrecht, Friesland,
Overijssel, Groningen, Drenthe en Lim
burg.
Onderstaand staatje geeft een overzicht
betreffende ingediende verzoekschriften
en wijze van afdoening in de jaren 1935,
1936 en 1937.
le
3e
half j.
kw.
1935
1936
1937
1937
Aantal verzoeken
378
198
41
12
Aant, geëind, zaken
332
231
50
11
door intrek'k. verss.
135
133
28
7
bij min. schrijven
33
10
9
2
bij min. beschikking
houdende
niet-ontvank. verkl.
37
25
4
126
61
11
2
inwilliging
1
2
Er bleven op 30 September 1937 onaf
gedaan 5 verzoekschriften.
Onder de door intrekking van het ver
zoekschrift geëindigde zaken zijn voor
1936 meegeteld 26 za'ken en voor 1937 1
zaak, die op grond van de op 9 Februari
1936 ifu werking getreden Cirisishypo-
theekaflossingswet verwezen konden wor
den naar den kantonrechter.
Verder zij' ten aanzien van de gevallen
van intrekking er op gewezen, dat er
slechts enkele gevallen waren, waarbij de
intrekking plaats 'had zonder dat de cre
diteuren door de commissie waren aan
geschreven. De overige werden deels in
getrokken, voordat de zaak ter zitting was
behandeld, deels nadat na verhoor der
partijen de commissie had aangegeven op
welke wijze, naar bare meening, een min
nelijke oplossing tot stand zou komen.
Het aantal gevallen, waarin bij beschik
king van den minister een verzoek werd
ingewilligd, vermeerderde in bet derde
kwartaal van 1937 niet; sedert de indie
ning van bet besluit werden in totaal
slecbts 3 verzoekschriften ingewilligd.
Daar mocht hij zestig jaar op zijn hof-
steedje het landbouwbedrijf uitoefenen.
Kort na zijn gouden bruiloft stierf zijn
vrouw. Van zijn zeven kinderen zijn er
nog zes in leven. Van 1925 tot 1933 woon
de hij te Rotterdam, maar toen keerde
hij weer naar het Goesche land terug.
Thans wordt hij ten huize van zijn doch
ter liefderijk verzorgd.
St. Laurens. Vrijdagmiddag vergaderde
de Raad. Dhr Abrahamse was met ken
nisgeving afwezig. Van Ged. Staten was
bericht ontvangen, dat de gemeentebe-
grooting voor 1938 en de gemeentereke
ning over 1936 zijn goedgekeurd.
Het verzoek van de Gewestelijke' Land
stormcommissie Zeeland om een bijdrage
uit de gemeentekas wordt aangehouden
voor bet inwinnen van nadere gegevens.
D'oor P. Valk is verzocht de werkloo-
zencursus te Middelburg in verschillende
vakken te mogen volgen. B. en W. stel
len voor hem dit toe te staan: de kosten
zullen ongeveer f 17 'bedragen. Tevens
vragen zij machtiging om in voorkomen
de gevallen naar bevind van zaken te
kunnen handelen.
Dhr Hamelinck heeft geen bezwaar de
machtiging te verleenen, doch zal gaarne
zien, dat B. en W. zich steeds vooraf
overtuigen of ziji, die werkloozencursus-
sen op gemeentefcosten willen volgen in
derdaad werkloozen zijn.
die er heerschte, terwijl bij even stilstond
en naar buiten naar de laatste lichtstra
len keek, was opmerkelijk. Het zou een
sterfhuis hebben kunnen zijn. Mogelijk
was de stilte de oorzaak, dat mijnheer
Delacot het hoofd boog alsof bij opmerk
zaam luisterde. Daarna zijn horloge in
zijn vestzak bergend, opende hij zacht
een deur aan zijn rechterhand en luister
de werkelijk. Waarschijnlijk geen geluid
hoorend, sloot hij de deur, en wandelde
hij door de hal naar zijn studeerkamer
aan den linkerkant.
Het vuur brandde laag, maar de druk
kende stilte werd verbroken bij zijn bin
nentreden door het vallen van een kool
vuur.
Mijnbeer Delacot stak de lamp op, die
op een groote schrijftafel stond in 't mid
den van de kamer, drukte op de bel en
ging zitten schrijven. Een ongeadresseer
de brief lag op zijn vloeiblad, ietwat vuil
en verkreukeld, alsof hij verfrommeld
was geweest.
Mijnheer Delacot nam hem op en open
de het couvert; maar bij het lezen veran
derde de uitdrukking van zijn gelaat niet;
niemand zou hebben kunnen gissen, ook
wanneer hij hem aandachtig had be
schouwd, of de inhoud van den brief
voor mijnheer Delacot aangenaam of on
aangenaam was. (Wordt vervolgd.)