DE ZEEDW
MIDDENSTANDSBELANGEN
BETTY'S LIEFDE
Houd Uw
Nieren
Gezond!
TWEEDE BLAD
De leege Kamerzetel.
Uit de Provincie.
Nog eens: de enquête te Middelburg.
Tal van misstanden uit den weg geruimd.
MIDDELBURG.
VAN
VRIJDAG 8 OCTOBER 1837, Nr 7.
Ontslag zonder voorafgaande eeds
aflegging mogelijk?
Dr J. P, Fockema Andreae be
twijfelt In het „Utr, Dgbl," of de opvatting
van den Eerste Kamervoorzitter, waar
mede het 'Centraal Stembureau zich heeft
vereenigd, juist is, t.w, dat men eerst ont
slag als lid der Eerste Kamer kan nemen
nadat men zich heeft laten beëedigen.
Z.i. wijst „alles in de wet er op, dat
zoodra een vertegenwoordigend lichaam
door de goedkeuring van de geloofsbrie
ven besloten heeft een lid toe te laten (toe
te laten tot de beëediging, zou men kun
nen zeggen) de toegelatene lid is gewor
den. Maar van, dat oogenblik af kan hij
dan ook als lid bedanken. Dit is trouwens
volkomen rationeel.
Een der grondbeginselen van ons staats-
provinciaal- en gemeenterecht toch is, dat
er zooveel mogelijk op het voltallig blijven
van de vertegenwoordigende colleges moet
worden aangestuurd. Men moge de voor de
Provinciale Staten en den Gemeenteraad
gemaakte bepaling, dat wie als lid zijn
ontslag neemt, lid blijft, totdat de goed
keuring der geloofsbrieven van zijn op
volger onherroepelijk is geworden, voor
de Eerste en Tweede Kamer niet hebben
overgenomen, er zijn andere bepalingen,
die doen zien, dat dezelfde wensch naar
voltalligheid ook de regeling van de ver
kiezingen voor de Staten-Generaal mede
beheerscht.
Het heeft geen nut, van hen, die zich
wegens ziekte of andere voor hen over
wegende redenen te elfder ure voor een
Kamerlidmaatschap meenen te moeten
excuseeren, niettemin een eedsaflegging
te vorderen. Aan de hooge beteekenis van
den eed wordt afbreuk gedaan, als hij, die
tot de aflegging werd gedrongen, bijna op
hetzelfde oogenblik zijn ontslagbrief doet
deponeeien bij den president, in wiens
handen hij de eéden zwoer. De aanwijzing
en beëediging van zijn opvolger, die de
functie wèl wilde aanvaarden en geen
schijn-lid zal zijn wordt er door vertraagd
Ende wet vordert de slechts bezwa
ren met zich brengende en geen voordee-
len biedende formaliteit niet.
De slotsom moet zijn, dat een ontslag
brief van iemand, tot wiens toelating de
Eerste of de Tweede Kamer heeft besloten
als geldig moet worden aanvaard, ook al
heeft nog geen beëediging van het toege
laten lid plaats gehad".
TWEEDE KAMER.
De Grondwetsherziening.
De Tweede Kamer is thans bijeengeroe
pen tegen Dinsdag 19 October te 1 uur.
Als no. 1 staan op de agenda de wets
ontwerpen tot het brengen van verande
ring in de Grondwet.
HERVORMDE SCHIPPERSBOND.
Gisteren is in het gebouw van de Sy
node te 's-Gravenhage een vergadering
gehouden van het bestuur van den Her
vormden Schippersraad. In deze verga
dering heeft de voorzitter, staatsraad Mr
Dr J. Schokking, in verband met zijn leef
tijd zijn functie neergelegd. In zijn plaats
is tot voorzitter gekozen Prof. Dr A. J
de Vrijer te Utrecht.
Dr. N. JAPIKSE.
De Staatscourant van gisteravond be
vat het eervol ontslag o'p zijn verzoek
verleend, van Dr N. Japikse, te VGra-
F E U I L L E 1 O IV
6ö:) o—
Alison knikte toestemmend en lang
zaam leidde Frank haar naar het rijtuig.
Nog steeds hield ze Betty's hand stevig
vast, alsof ze vreesde, dat de pas verkre
gen schat haar weer kon ontglippen.
Betty was zoozeer bevangen door het
wonder van Alison's herstel, dat ze er stil
onder werd. Ze herinnerde zich haar vo
rig bezoek aan Balgrowie, toen haar hart
schreide van wee om het lijden van Ali
son, die toen zoo vreemd bleek en hulp
behoevend op den divan lag. En nu mocht
ze haar zóó vinden; de terugkeerende
kracht en levenslust verleenden haar
nieuwe bekoorlijkheid en de blos der ge
zondheid bruinde weer haar wangen.
Heel haar wezen ademde weer de frisch-
heid der jeugd en ongewohe hoop en
vreugde schitterden in de heldere blau
we oogen, waaruit de schaduwen van pijn
en verdriet weer waren geweken.
Zwijgend en toch veelzeggend drukte
Betty Alison's smalle hand en tranen van
blijdschap drongen zich in haar oogen
om het heerlijke, wat God ook hier had
willen werken.
Alison begreep dien zwijgenden hand
druk en toen ze Betty's ontroerd gezichtje
zag, fluisterde ze: „We hebben nog tijd
genoeg om te praten en elkaar alles te
vertellen. Dat behoeft nu direct niet.
Voorloopig heb ik er genoeg aan jou te
kunnen zien en bij mij1 te weten."
venhage, als directeur van het bureau
voor 's Rijkis geschiedkundige publica
ties.
Dr Japikse vervulde deze functie se
dert 1928,
VERLAGING MARGARINEPRIJS
GEVRAAGD.
Door het Ned. Verbond van
Vakvereenigingen.
Het Ned. Verbond van Vakvereenigin
gen heeft aan den minister van Ec. Za
ken een adres gezonden met betrekking
tot de verlaging van de crisisheffing op
boter en den prijs van de margarine. Aan
het einde van een van cijfers voorziene
toelichting wordt den minister verzocht,
zoodanige voor de fabrikanten bindende
voorschriften te maken, dat, geheel over
eenkomstig de bedoeling van zijn beslis
sing van 28 Augustus: de onvermengde
margarine in den kleinhandel verkocht
zal worden voor een prijs, waarin, behal
ve een met 5 ct. verlaagde heffing, óók
het verschil is verrekend tusschen den
kostprijs van een ons margarine en een
ons boter en de voorheen verkochte me
lange verkrijgbaar zal zijn voor een prijs,
die 5 ct. ligt beneden die van f 1,08,
welke voorheen voor dit product betaald
werd.
(Op de thans niet langer met 10 pet.
boter vermengde margarine drukt een
accijns van niet minder dan 51 ct. per
kilo, op een kilo boter slechts 45 ct.)
DE CRISIS IN DE N. S. B.
De dagelijksche uittocht.
Op de velen, die reeds de N. S. B. heb
ben verlaten ia nu gevolgd de accountant
F. K. Grotjohann Jr te Hilversum, kring-
leider van kring 39, kringschoolleider,
conrector en rector der Gewestelijke op
leidingsschool in het Eerste Gewest,
die nog pas 20 September j.l. was
aangewezen als districtsleider van de Vor
ming in het 'Gooi. Hij was regelmatig
medewerker van „Ontwakend Volk" en
„Volk en Vaderland".
De heer Grotjohann heeft in een zeei
uitvoerigen brief aan Mussert de motie
ven van zijn uittreden uiteen gezet.
Ook in dit geval heeft de kwestie Van
D'uyl den doorslag gegeven. De brief zegt
ter dezer zaken o.a., dat op de vraag van
Grotjohann: „Leider, liegt van Duyl?" de
heer Mussert slechts kleintjes wist te ant
woorden: „D'aar heb iS> geen bewijzen
voor".
De heer Grotjohann spreekt er ook zijn
bevreemding over uit, dat Mussert „zon
der meer heeft toegegeven aan een stelle
tje „adressanten" uit het Gooi en, dat ter
wijl hij Leider is van een beweging, die
met dat demoliberale „adresseeren" en
„moties indienen" wil afrekenen
NAAR AFSCHAFFING VAN
CRISISACCIJNS OP RUNDVLEESCH.
De laatste 5 pet (ruim drie mil
lioen gulden per jaar) zal door
Minister Steenberghe omstreeks
de jaarwisseling warden afge
schaft.
Naar wij vernemen, zegt het „Hdbl.",
zal eerlang waarschijnlijk omstreeks
de jaarwisseling ook de laatste 5 pet.
crisisheffing op het rund- en kalfsvleesch
worden afgeschaft, zoodat dit vleesch dan
niet langer de „kapstok" voor de finan-
cieele nooden van het Landbouwcrisis
fonds zal zijn.
Het blad herinnert er aan, dat deze
crisisaccijns in 1933 op het rundvee is
gelegd, om uit de opbrengst daarvan de
kosten te betalen van het ter beperking
van de melkproductie slachten, inblikken
en aan ondersteunden distribueeren van
een kwart millioen, meest drachtige
koeien.
Minister Verschuur bestempelde dit
slachten van drachtig vee als „het twee
voor-één-systeem", aangezien niet alleen
250.000 koeien, doch ook de 250.000 toe
komstige koeien werden vernietigd. Hij
vergat echter, dat van de 250.000 kalfjes
Ook aan dezen heerlijken dag kwam
een eind en toen Betty 's avonds naar
haar kamer ging, brandde daar een ge
zellig knappend vuurtje, zoodat ze er
nog niets geen behoefte aan gevoelde
onder de wol te kruipen. Juist was ze
in een gezellig stoeltje dicht bij den
haard gaan zitten, toen er geklopt werd
en een slank, wit figuurtje naar bin
nen gleed, dat smeekend vroeg: „Mag ik
nog een beetje bij jou zitten? Ik kan toch
nog niet in slaap komen."
„Maar het wordt zoo toch te laat voor
je en te vermoeiend", zei Betty bezorgd.
„Dit is al een ongewoon drukke dag
voor jou geweest, Alison".
Plotseling scheen haar iets in te val
len en haastig stond zij op om den lagen
divan dichterbij te schuiven, waarop ze
Alison gemakkelijk en warm tusschen
kussens en dekens installeerde. Zelf
ging ze op een paar kussens naast haar
zitten, zoodat de twee vriendinnen het
heelemaal naar hun zin hadden en de
warme schemerte in de kamer, waarin
het haardvuur allerlei grillige schadu
wen tooverde, lokte uit tot een intiem
gesprek.
„Je weet nauwelijks, waarover je
't eerst of 't laatst zult praten", zei Ali
son tevreden lachend, terwijl haar vin
gers speelden met het goud van Betty's
krullen. „Heb je 't ook niet dikwijls ver
velend gevonden, dat Balgrowie en Sun-
nymead zoo ver van elkaar verwijderd
zijn?"
„Natuurlijk wel, maar daaraan willen
we nu niet meer denken, hoor", merkte
Betty hartelijk op. „Nu zijn we bij elkaar
die anders geboren zouden zijn, de helft
stiertjes zouden zijn geweest, die uit
den aard van de zaak nimmer één drup
pel melk zouden hebben gegeven,
Tevens vergat hij, dat een deel der
vrouwelijke kalveren, als gevolg van ge
breken en sterfte het nimmer tot volwas
sen melkkoe zou hebben gebracht,
Het resultaat van dezen maatregel is
dan ook nihil geweest, want de melkpro
ductie heeft haar stijging ononderbroken
voortgezet tot heden, nu het mond- en
klauwzeer er een stokje voor steekt. Wèl
is er een tekort aan slacht -vee ont
staan, zoodat thans rundvleesch uit De
nemarken moet worden ingevoerd. Een
ander gevolg is geweest, dat deze maat
regel in totaal f24,890.000 heeft ge
kost!
Er werd dan ook niet minder dan 20
pet. der waarde van het slachtdier als
accijns geheven. Later is dit verlaagd op
10 pet, en op 20 Aug, j.l. op 5 pet. Echter
was het bedrag van 25 millioen reeds lang
afbetaald, zoodat de rundvee-accijns niet
langer noodig was voor het doel, waar
voor hij in het leven was geroepen. Hij
diende nog slechts evenals de 23
centen op het brood om de kas van
het Landbouwcrisisfonds te stijven. Mi
nister Steenberghe wenscht nu aan dezen
toestand, wat het vleesch betreft, een ein
de te maken over eenige maanden.
OEFENING VAN HET ROODE KRUIS
IN BRABANT EN ZEELAND.
De jaarlijks door het hoofdbestuur van
het Nederlandsche Roode Kruis te hou
den groote oefening zal dit jaar plaats
hebben op 16 October. De algemeene lei
ding is opgedragen aan den legercom-
missaris, gep. kolonel W. J. Lucardie,
aan wien is toegevoegd de militaire com
missaris gep. luit.-kolonel J. de Waal.
Was tot nog toe de onderstelling meest
al gebaseerd op natuurrampen, zeer ern
stige groote ongelukken e.a., dit jaar zal
een deel van de oorlogstaak van het Roo
de Kruis als grondslag van de oefening
worden genomen.
Het gaat in dit geval om het oefenen
van een gedeelte van den dienst op een
afvoerstation en in een afvoerhaven, als
mede het inrichten van een hulpzieken-
inrichting tegelijk met het verleenen van
eerste hulp en het inrichten van spoor
wagens en vrachtauto's voor het vervoer
van zieken en gewonden met voorbereid
en geïmproviseerd materiaal.
Daarvoor dient de volgende onderstel
ling:
Blauwe en roode troepen zijn in een
hevig gevecht gewikkeld ten Oosten van
Breda.
Op den 16en October zijn tusschen 8 en
11 uur aan de afdeeling „vervoer" van
het afvoer-station Etten-Leur van een
der hoofdverbandplaatsen 50 gewonden
aangekomen, die door de zorg van het
Nederlandsche Roode Kruis per trein en
f>EZONDEf krachtige nieren
zijn Uw zekerste beveili
ging tegen rugpijn, rheumatl-
sche pijnen, dat gevoel van
zwakt© In den rug, stijve en
pijnlijke gewrichten, duizelig
heid en hoofdpijn. Immers
dan worden de schadelijke
onzuiverheden als urinezuur
enz. voortdurend uit het
bloed gefiltreerd en vla de
urinewegen uit het lichaam
verwijderd.De nieren bestaan
uit een groote menigte teere
filters, welke de onzuiverhe
den aan het bloed onttrekken
en als zij verstopt raken
blijven deze achter en veroorzaken kwalen als de
bovengenoemde. Zorg dat de nieren behoorlijk blijven
werken door het gebruik van een dluretlech middel en
als zoodanig kennen FOSTER'S Rugpijn Nieren Pillen
hun weerga *let. 1.—f 1.75 en f 3.
en we willen ons genoegen niet beder
ven door nu al weer te denken aan de
naderende scheiding. En, Alison, nu kun
je ook eens bij ons in de pastorie ko
men, zoodat we in 't vervolg veel meer bij
elkaar kunnen zijn. Ik verlang echt je
ook eens bij ons in Sunnymead te heb
ben."
„D'at zou ik ook wel heel graag wil
len", riep Alison uit met schitterende
oogen, „en dokter denkt, dat ik over een
half jaartje wel weer heelemaal de oude
zal zijn. Dat is toch zoo heerlijk, dat het
zoo goed met me mag gaan, temeer daar
ik al bijna verzoend was met de gedachte
nooit weer te kunnen loopen of wande
len."
Betty sloeg haar armen om Alison
heen en innig drukte ze zich tegen haar
aan. De vreugde was te groot en te won
derlijk, dan dat ze zich in woorden liet
uitdrukken en beide meisjes lieten zwij
gend de bevende ontroering om dat ééne
heerlijke over zich heen golven.
Eindelijk zei Alison zacht: ,,'tls alles
zoo eigenaardig geloopen en verschillen
de onberekenbare gebeurtenissen moes
ten meewerken aan mijn herstel. Was
Alwyn niet ziek geworden (en wat heb
ben we een angst om hem uitgestaan),
dan zou Sir Claude Trevellyn hem niet
in zijn auto naar huis gebracht hebben
en ik zou waarschijnlijk nooit deze nieu
we levenskans hebben ontvangen. Ik be
schouw Sir Claude dan ook als den red
denden engel, dien God mij rechtstreeks
wilde zenden. Het spijt mij alleen maar,
dat ik hem nooit dankbaar genoeg zal
kunnen zijn en dat hindert me soms
Uit wat we tot nu toe over de in 1912
te Middelburg gehouden Middenstands-
enquete schreven, is wei duidelijk gewor
den dat er geen reden is het verleden te
verheerlijken ten koste van het heden.
De toestand van den middenstand liet
ook voorheen veel te wenschen over, Er is
de laatste jaren in meerdere opzichten
verbetering gekomen.
Dit blijkt ook wel zeer duidelijk uit het
geen omtrent den toestand in het k a p-
persbedrij'f wordt medegedeeld,
Geklaagd werd over het werken bene
den tarief en over het weinige dat de
patroon vermag tegenover ontrouwe be
dienden die den dienst plotseling verla
ten. Maar een hoofdgrief was toch wel
dat er 's Zondags nog gewerkt moest
worden,
De énqueteur kwam, wat dit bedrijf
betreft, dan ook tot de volgende conclu
sies:
„In 't algemeen is de toestand niet on
gunstig. De werktijden zijn echter wel
wat lang, Het publiek is ten opzichte van
den kapper onbarmhartig.
Door goede aaneensluiting in de vak-
vereeniging is echter best te verkrijgen
dat b.v. des Zondags algemeen gesloten
wordt, Laat een enkele dat in 't begin
niet doen, hopende op een voordeeltje ten
nadeele van zijn collega's, al heel spoedig
zal zich dit redresseeren. Het is niet aan
te nemen dat daarom een vaste clientèle
een kapperszaak zou gaan verlaten en
ziet de onwillige dat zijn voordeel niet
opweegt tegen zijn moeite, dan zal hij1 dra
in zijn eigen belang ook des Zondags
sluiten. Het eischt slechts een beetje
moed om dezen ellendigen misstand zelf
te doen ophouden, Wat de moeite met be
dienden aangaat, kan ook de vakvereeni-
ging veel doen. Men neme geen enkele
aan zonder dat hij op behoorlijke wijze
af is van zijn vroegeren patroon."
Ook wat dit bedrijf betreft is er dus
wel veel ten goede veranderd. Niet alleen
de Zondagsarbeid behoort tot het verle
den, maar ook aan de ongelimiteerde
werktijden op werkdagen is een einde ge
komen.
Wij kunnen niet alle bedrijven afzon
derlijk behandelen. Bij- velen was de toe
stand ver van rooskleurig.
De schoenmakers b.v. klaagden
over slechte verdiensten, over de concur-
rentie van het fabriekswerk en over de
vele slechte betalers.
Door de boekhandelaren werd
geklaagd over de hooge bedrijfsonkosten,
over 't kwaad dat de concurrentie dwong
aan inrichtingen hooge provisie toe te
staan, soms zelfs tot 50 pet., enz,
Alleen de manufacturiers
toonden zich over het algemeen tamelijk
tevreden.
Er waren wel misstanden, b.v, het ne
men of geven van lang crediet, het zen
den van goederen op zicht, over te weinig
vak- en commercieels kennis en onvol
doende boekhouding, maar als zijn alge
meene indruk kon do rapporteur schrij
ven: „De geldelijke welstand gaat over
het algemeen vooruit, Er komen mooie
zaken bij en de andere vertoonen voor
het uiterlijke geen achteruitgang eer
der het tegendeel."
Wij moeten hiermede ons overzicht
van de enquete te Middelburg beëindigen.
De slotconclusie kan zijn dat een ver
gelijking met den toestand van een kwart
eeuw geleden leert, dat de positie van den
middenstand niet onbelangrijk is verbe
terd en dat heel wat misstanden waar
over toen geklaagd werd, uit den weg
zijn geruimd.
Practisch boekhouden en Prac
tise!) handelsrekenen voor den
Middenstand.
De nieuwe Vestigingswet heeft alvast
dit voordeel afgeworpen dat er in mid
denstandskringen meer aandacht besteed
wordt aan de boekhouding. Hoe noodig
dat is bleek ook uit wat we vonden om
trent de enquete te Middelburg. Bijna in
alle branches werd gewezen op het ge
brek aan een betioorlijke boekhouding.
Eu nu is er ook wat dit betreft wel een
en ander verbeterd de laatste jaren, maar
het ideaal is toch volstrekt nog niet be
reikt.
Met genoegen kondigen wij in verband
hiermede de hierboven genoemde werkjes
van K. K. Rovers (uitgave P. Noordhoff
N.V. te Groningen) aan.
De samensteller is een man die door
zij'n voortdurende aanraking met den
middenstand, de practijk kent. Daarmee
is in sterke mate rekening gehouden. De
middenstander, speciaal de kleine zaken
man, heeft geen tijd voor een omslachtige
boekhouding. Daarom is gezocht naar
een p-ractische methode: kort en goedI
Het komt ons voor dat de samensteller
hierin zeer goed geslaagd is.
Alleen schijnt het ons vreemd, dat naar
de schrijver meent, voor de winstbereke
ning bij kleinere middenstanders inven
tarisatie niet noodig is.
auto of vaartuig moeten worden vervoerd
naar de evacuatieplaats Zeeland (Goes)
en naar de afvoerhaven Bergen op Zoom.
Met de leiding der werkzaamheden te
Etten-Leur is belast de militaire commis
saris gep. majoor J. M. van der Heyde;
met de leiding te Bergen op Zoom de mi
litaire commissaris gep. kolonel J. van
Arkel, terwijl als chef van de hulpzieken-
inrichting te Goes zal optreden dr Ver-
spyck Mijnssen.
Deze heeren krijgen de beschikking
over de noodige doktoren van de trans
portcolonnes, alsmede van de noodige
helpers en helpsters van de colonnes Hel
mond, Eindhoven, Tilburg, Waalwijk,
Oisterwijk, Breda, Bergen op Zoom, Mid
delburg, Vlissingen, Ter-
neuzen en Zaamslag.
Het station Goes wordt gedeeltelijk
ingericht als uitladingsstation. Vandaar
worden de gewonden getransporteerd (ge
dragen) naar de hulpziekeninrichting en
daar opgenomen.
Deze hulpziekeninrichting is gevestigd
in het Weeshuis te Goes, dat
in werkelijkheid ook als zoodanig dienst
zal moeten doen, hetgeen alles minutieus
is voorbereid. Voor deze oefening z-ullen
echter maar 27 bedden worden opgesla
gen. Het voor deze inrichting benoodigde
materiaal wordt van Den Haag uit aan
gevoerd in werkelijkheid zou dat in
'Goes moeten worden verzameld het
materiaal voor 't inrichten van de spoor
wagens wordt welwillend beschikbaar ge
steld door den inspecteur van den genees
kundigen dienst der landmacht.
Het ligt in de bedoeling, na afloop der
oefening een défilé te houden, waarbij'
een plaatselijke muziekvereeniging haar
medewerking zal verleenen. Na afloop
daarvan worden de transport-colonnis-
ten en helpsters vereenigd aan een geza-
menlijken maaltijd.
Besmettelijke ziekten.
In de week van 26 Sept. tot en met
2 Oct. kwamen in onze provincie negen
gevallen van besmettelijke ziekten voor,
n.l 5 gevallen van roodvonk, waarvan
2 te Breskens en 1 te Goes, Hoofdplaat
en Zuidzande. Voorts één paratyphusge-
val (typheuze vorm) te Vogelwaarde, één
diphtheriegeval te Westdorpe, één geval
van Meningitis cerebrospinalis epidemics
te Middelburg en tenslotte één geval van
de ziekte van Weil te Wissenkerke.
Vakopleiding en ont
wikkeling werkloozen. De
Commissie voor vakopleiding en ontwik
keling van werkloozen alhier heeft vorige
meer dan ik zeggen kan."
„Daarom heeft hij1 je toch zeker niet
geholpen, om daarvoor bedankt te wor
den", zei Betty terwijl ze zich bukte om
in het vuur te poken, opdat haar bran
dende wangen niet aan Alison zouden ver
raden, wat zich zoo juist tusschen haar
en Sir Claude had afgespeeld. En plots
lichtte in haar hart de vreemde hoop,
dat misschien, misschien er een dag zou
kunnen komen, waarop Alison in staat
zon zijn haar dankbaarheid aan haar
weldoener te toonen. Alleen de gedachte
daaraan vervulde haaf hart al met blijd
schap en vroolijk zei ze: „Als je straks
eens in Sunnymead komt en Claude Tre
vellyn met eigen oogen kan zien, hoe ge
lukkig hij je gemaakt heeft, zal hij zich,
dunkt me, ruimschoots beloond voelen."
Er kwam een teere glans in de diepte
van Alison's blauwe oogen, maar ze ant
woordde niets en Betty ging zacht ver
der: „Ik begrijp je verlangen heel goed,
hoor, want ik ben ook zooveel dank aan
een ander schuldig voor vaders herstel.
Tante Maggie 'heeft haar geheim goed
bewaard, maar het doet me toch erg goed
te weten, dat zij nog getuige mocht zijn
van de groote vreugde, die zij ons be
reidde.
„Had ze ook maar gezien en geweten
de blijdschap, die leefde in onze harten,
toen Alwyn ons het heerlijke nieuws
bracht, dat zij van zijn schouders had
genomen de drukkende geldelijke zorgen,
die zijn leven zoo moeilijk maakten",
merkte Alison zacht op.
Peinzend staarde Betty in de spelende
vlammen.
„Misschien weet ze het nu toch ook
wel. Ze zei zoo dikwijls, dat de hemel
niet ver is en nu zij er is, voel ik dat
ook meer dan ooit. We mogen niet treu-
ïen, omdat zij zoo naar Huis verlangde,
maar we missen haar meer dan we kun
nen zeggen."
Even bleef het stil dan zei Alison
dankbaar: „Wat was het toch lief van
haar om Alwyn zóó te helpen. Al onze
financieels zorgen waren plotseling weg,
want hij heeft niet alleen al zijn studie
kosten terugbetaald, maar bovendien
voor moeder nog zoo'n kapitaaltje vast
gezet, dat ze verder zonder zorg zal kun
nen leven. D'ie goeie jongen wou mij ook
nog een toelage geven, maar dat wilde ik
niet. Ik begin nu juist door mijn eigen
verdiensten mijn zelfstandigheid en on
afhankelijkheid te veroveren en dat laat
ik me nu niet weer ontglippen.
Ik vind het ook zoo prettig, Betty, dat
tante Maggie op zoo'n practische ma
nier jou heeft beloond voor al je goede
zorgen, aan haar besteed. Ik weet wel,
dat je 'het daarom niet gedaan hebt en
nooit zelfs een woord van dank hebt be
geerd, maar ik ken je ook goed genoeg
om te weten, dat je wel graag een klein
sommetje bezit, waarover je vrij kunt
beschikken en dat je dat het liefst wilt
besteden om anderen te helpen. Het zou
me niets verwonderen, als niet reeds alle
zieken en armen uit Sunnymead deelden
in het legaat, dat tante Margaret je na
liet."
(Wordt vervolgd.)