De versterking van de Weermacht. 1 2 8 3 4 61 8 B n fit 10 li 11 8 12 p 1 13 ff 14 lp TT TT i 1 23 i 20 15 22 fit 24 25 26 27 28 29 33 37" 30 a 39 3? iijj 31 32 34 18 36 m 41 8 42 1 43 8 44 s 45 46 II47 8 48 49 it501 Verschillende persstemmen. Kruiswoord-Puzzle. Onderwijs Land- en Tuinbouw Ingezonden Stukken. Politieberichten. Het Vrouwenhoekje Volledige Instemming; onder voorbehoud niet tegen; twijfelachtige houding. 5 D'e Maasbode toont zich met de plan nen van Minister van Dijk om de eerste oefentijd voor de onberedenen te brengen van 5'/s maand op 11 maanden ten zeer ste ingenomen. „De spoed, die met de behandeling van het wetsontwerp betracht wordt, wijst er wel op, dat het de bedoeling van de Re geering is, om de nieuwe bepalingen van de dienstplichtwet ook nog op de lich ting 1938 van toepassing te doen zijn. Zulks blijkt ook uit de reeds aangenomen regeling, dat de vrijstellingen, die ten op zichte van die lichting reeds verleend zijn, nader tot voorwaardelijke vrijstellin gen verklaard zijn. De jongelieden van de lichting 1938, die straks, begin October, voor 5Va maand in dienst gaan, hebben dus te rekenen met de zeer groote waarschijnlijkheid, dat zij, indien de gewijzigde Dienstplicht wet wordt aangenomen, ook reeds elf maanden zullen moeten blijven. Het is te hopen, dat zulks spoedig blijken zal, niet alleen met het oog op de persoonlijke be langen, der er bij betrokken jongelieden, maar ook met het oog op de milifaire opleiding. Het zal toch wel duidelijk zijn, dat de indeeling van de oefenstof, d.w.z. de oefeningstableaux, een heel ander aan zien krijgen, indien er in plaats van 5Va maand elf maanden beschikbaar komen. Bij 5V2 maand moet de heele leerstof op pervlakkig en met een sneltreintempo doorloopen worden. Iedere man leert iedere les éénmaal. Voor herhaling is geen tijd. Vandaar het vernis van ge oefendheid. Bij elf maanden daarentegen kunnen de verschillende onderdeden van de oefenstof op meer degelijke wijze be handeld worden en kan door een gepaste herhaling een veel meer bezonken kennis verkregen worden. Wij h'erhalen, wat wij hoven zeiden, dat het gewenscht is, dat deze meer degelijke opleiding zoo spoedig mogelijk reeds kan toegepast worden op de jongelieden van de lichting 1938, die aanstonds begin October voor eerste oefe ning onder de wapenen komt. D'e verlenging van den eersten oefen tijd tot elf maanden heeft onze volledige instemming. In de twaalfde maand van het jaar zijn de herhalingslichtingen on der de wapenen, en zorgen deze voor de veiligheid tegen overvallingen. Wij zijn er vast van overtuigd, dat indien deze nieuwe regeling van den eersten oefen tijd haar weg naar het Staatsblad vindt, onze weermacht een zeer belangrijke schrede voorwaarts kan doen." De Avondpost (lib.) is nogal gereser veerd, wantte radicale voorstel len brengen het gevaar mee, van impopu lariteit van dienstplicht en leger. Wanneer de Regeering echter op ern stige gronden betoogt, dat zij het voor gestelde absoluut noodzakelijk acht met het oog op een goede defensie van ons vaderland, zullen wij ons daarbij voorloo- pig neerleggen, in afwachting van de vraag, of wellicht de verdere discussie in en buiten het parlement verandering in onze zienswijze kan brengen. Onder dit voorbehoud zullen wij ons dus tegen de voorstellen niet verzetten. Wèl echter be treuren wij: dat de Regeering alle andere verbete ringen in het staatsbestel voor een groot deel laat afstuiten op het motief der hooge defensie-uitgaven. Dit achten wij practisch en psychologisch een groote fout. Nogmaals, wij wachten den verderen loop van zaken af, al zou ons een meer beperkte eerste-oefentijd aangenamer zijn geweest. Voorloopig zijn wij bereid de Re geering te steunen in hetgeen zij in deze ernstige tijdsomstandigheden noodzake lijk acht. Maar wij hopen dan ook, dat de contra-argumenten zeer ernstig zullen worden onderzocht en dat, als de discus sies tempering van die voorstellen moge lijk doen blijken, de Regeering niet zal aarzelen daartoe over te gaan. Nog meer gereserveerd spreekt M r A. Joekes zich in de Vrijz. Democraat uit. „Of het noodig is de defensie-uitgaven op te voeren op de wijze en in den om vang als de Regeering blijkens de mede- deelingen in de millioenen-nota beoogt, tengevolge waarvan alle beschikbare mid delen en zelfs meer dan die, aan defensie doeleinden zullen worden besteed, ter wijl in dringende sociale nooden, in het bijzonder de uitbreiding van de ouder- doms-zorg, niet wordt voorzien, moeten wij ernstig betwijfelen. Er zal nog gelegenheid te over zijn, na nauwkeuriger kennisneming van de cij fers en plannen, hierop terug te komen." DE NIEUWE CENT ZAL WEER BLINKEN. Bruineering, ter onderscheiding van gouden vijfjes, geschiedt niet meer. De rijksmuntmeester, Dr W. J. van Heteren, deelde in een onderhoud, dat het „Utrechtsch Nieuwsblad" met hem had, mede, dat sinds een jaar of vijf de nieuw aangemaakte centen al niet meer worden gebruineerd. Dat dit niet opviel is het gevolg van het feit, dat er in de laat ste jaren geen of weinig nieuwe centen in circulatie zijn gekomen. Zij werden in de kluizen bewaard om ze naar gelang van de wenschelijkheid in het verkeer te bren gen. De reden van dat bruineeren school toch inderdaad in de omstandigheid, dat het indertijd gewenscht was de nieuwe centen minder te doen gelijken op de gou den vijfjes?, zoo vroeg men verder. Het antwoord was bevestigend: en, zoo voegde de 'heer Van Heteren er bij, het is mijn meening, dat wij wel nooit weer gouden vijfjes te zien zullen krijgen. Zooals u zult weten, is het aanmunten van goud een min of meer particuliere aangelegenheid. Het zijn de Nederland sche Bank of andere groote banken, 'die daartoe overgingen. Nu is 'het muntloon, dat berekend wordt per kg. goud, ver schillend voor tientjes en vijfjes. Dat laat zich trouwens heel gemakkelijk hooren, omdat er uit een hoeveelheid goud twee maal zooveel vijfjes kunnen worden ge slagen als tientjes. In het algemeen zal dus een particulier, wanneer 'hij goud wil laten aanmunten, 'dit eerder laten doen in den vorm van tientjes, dan in dien van vijfjes, omdat dit een directe besparing oplevert. In het algemeen is nu wel juist gebleken de veronderstelling, dat de op neming in de muntwet van 'het gouden vijfje een dood geboren kindje zou zijn. Wat de gouden vijfjes betreft, die zitten in hoofdzaak bij de Nederlandsche Bank en zij' zullen daar wel niet meer vandaan komen. Maar hoe het" ook zij, practisch gesproken is 'het gouden vijfje al jaren van de baan en daarmede is tevens ver vallen de aanleiding om de nieuwe cen ten duidelijk te onderscheiden van de vijfjes. Voortaan zal dus de jeugd weer blij ge maakt kunnen worden met een blinken den nieuwen cent, die in de oogen van kinderen toch nog meer merkwaardig is dan een gebruineerde of een oude centl DE ONDERWIJZERS-OPLEIDING. Het aantal kweekscholen daalde het laatste jaar van 103 tot 90. Aan de thans door het Centraal Bur. voor de Statistiek, afd. Onderwijs, gepu bliceerde statistiek, welke 'betrekking heeft öp het cursusjaar 1936-'37, is wat betreft de opleiding van onderwijzers het volgen de ontleend: Het aantal kweekscholen is in den loop van het verslagjaar van 106 tot 90 gedaald. Opgeheven werden 6 Rijks kweekscholen, 2 gemeentelijke, 6 Roomsch Katholieke en 2 neutrale. Voorts werd de rijkssubsidie aan twee confessioneele scholen ingetrokken. D'e opleiding voor de onderwijzersakte duurt aan alle scholen nu drie jaar. Aan 75 scholen is echter nog een kopopleiding van twee jaar ver bonden voor bet behalen van de 'hoofd akte, tegen 87 scholen in het vooraf gaande jaar. Het meerendeel van de kweekscholen bezit bovendien nog een eigen leerschool, waar de a.s. onderwij zers zich kunnen oefenen in de practijk van het lesgeven. Bij» den aanvang van den cursus 1936- '37 worden de kweekscholen door 5948 leerlingen bezocht. In vergelijking met 1935 beteekent dit een daling met ruim 15 pet. De verzwakking van bet leerlingencorps treedt nog duidelijker in bet licht, wanneer wij vermelden, dat in 'het tijdvak 1934-'36, dus in twee jaar tijd, het aantal leerlingen van deze scho len met een derde is afgenomten. Ten deele i!s dit een gevolg van de omzetting van de 4-jarige scholen in 3-jarige opleidingen. 37.2 pet. van het totaal aantal leerlingen was ondergebracht op R.K. scholen, 34.4 pet op openbare, 26.1 pet. op de Protes- tansch-Christelijke en 2.3 pet. op neu trale scholen. Bijzondere aandacht wordt geschonken aan de leerlingen, 'die in 'het cursusjaar 1936-37 voor de eerste maal tot de kweekscholen werden toegelaten. Hun aantal (1680) is belangrijk grooter dan m!en in verband met de slechte plaat singskansen had mogen verwachten. In ieder geval beteekent dit een flinke toe neming in vergelijking met bet vooraf gaande jaar. Van ben, die in de eerste klas kwamen, was bijna 55 pet. in 'het bezit van het Mulo-diploma A en 10 pet. van bet Mulo-diploma B, 7 pet. bad met goed 'gevolg de 3e klas van een middel bare school doorloopen, terwijl 17.5 pet. afkomstig was uit 'de lagere klassen van een Ulo-school. Van hen, die rechtstreeks tot de tweede klas werden toegelaten, was ruim 28 pet. in het bezit van het eind diploma 5-jarige H.B.S. of van dat van het lyceum of gymnasium. Voorts bezat 8.8 pet. bet Mulo-diploma B, terwijl eten even groot aantal uit de 4e klasse van een Ulo-school afkomstig was. Het aan tal z i 11 e n b 1 ij v e TVs» is van ongeveer 13 pet. tot een gemiddelde van 11 pet. gedaald, hetgeen vermoedelijk in verhand staat met de betere vooropleiding, die de leerlingen genoten hadden. Van hoeveel belang dit wel is, blijkt wel uit 'het feit, dat het aantal doubleerders op de H.B.S. dubbel zoo groot is. Voor bet eindexamen van de kweekscholen slaagde in 1936 ruim 90 pet. van het aantal candidaten. Opmer kelijk is, dat het aantal leerlingen voor de hoofdakte in het verslagjaar slechts met 7 pet. is gedaald. Hun aan tal 'bedroeg 2863, waarvan slechts een derde deel tot het zwakke geslacht be- p Mk m 3& Horizontaal: 1 Lichaamsdeel. 3 Krantenventer. 5 Tijdvak. 8 Schepen die getrok ken worden. 10 Spil. 11 Roet (Zuid-ned.) 12 Dwarsmast 14 Ontvangen. 16 Pad. 18 Meerv. van, de 20 Zangstem. 22 Vloeistof. 23 Slaap, (verl. t.) 24 Macht. 25 Stad in Frankrijk. 27 Vaartuig. 30 Breipen. 31 Hoogte, duin. 32 Jongensnaam (afk.) 34 Onbep. voorn, woord 36 Haven in Afrika (K. XVIII). 37 Voertuig. 38 Slee. 41 Als 38. 42 Eilandengroep bij Engeland. 43 Boom. 44 Technicus (afk.) 46 Landstreek in Palestina. 48 Voegwoord. 49 3 zelfde mede klinkers. 50 Deel van een schip. Verticaal: 1 Knaagdier. 2 Afk. v.Overzeesche gewesten. 4 Rivierboord. 6 Muzieknoot. 7 Weegtoestel. 9 Houten nagel. 13 Dampkringverschijn sel. 15 Gebouw waar ge neeskundige hulp verleend wordt. 17 Makker, handwerk man. 19 Lengtemaat, 20 Signaal bij gevaar. 21 In strijd met: 22 Groei. 26 Lichaamsdeel. 28 Deel v. h. hoofd. 29 Als 19 verticaal. 32 Merk in vaarwater. 33 Jongensnaam (afk.) 35 Grens van een ver trek. 37 Kuip v. d. boter- bereiding. 39 Latwerk, tijdruimte 40 Boom. 43 Zoon van Jacob. 45 Als 12 horizontaal. 47 Rivier in Italië. hoorde. Van hen, die zich in 1936 aan het examen voor de hoofdakte onderwier pen, slaagde niet meer dan 56.9 pet. Het aantal leerkrachten is evteneens sterk gedaald: van 1171 tot 1044. In 1936 werd de rijkssubsidie aan alle normaallessen ingetrokken. Mede als gevolg hiervan daalde het aantal nor maallessen van 17 tot 14, terwijl het aan tal leerlingen, dat bij de laatste telling nog 243 bedroeg, in het verslagjaar met 34 pet. was gedaald. MAISTEELT IN NEDERLAND. Deskundigen zijn optimistisch. Woensdag was het in de Ned. Land- Louwweek, die momenteel in Wagenin- gen wordt gehouden „maisdag", georga niseerd door bet Ned. genootschap voor landbouwwetenschap. Ir P. G. M e ij e r s, Groningen, sprak over: Dte korrelmaisbouw in Nederland. Het beoordeelen, beproeven en voorts het inburgeren van een nieuw gewas als de mais, zal, dank zij de moderne hulpmid delen, waarover wij bij het onderzoek be schikken en het peil van ontwikkeling, waarop onze boerenstand staat, zeker niet zoo lang behoeven te duren als vroe ger, toen bieten en aardappelen zich hier gingen uitbreiden. Toch valt er op te re kenen, dat het geheele proces vele jaren zal vergen. Mais heeft meerdere goede eigenschappen, zoo o.a. de groote produc tie aan veevoeder, de mogelijkheid ze ook op gronden van minder goede kwaliteit te telen. We hebben met een gewas te doen, waarmee iedere Nederlandsche boer thans proeven kan nemen. Het is merkwaardig te zien, boevelen bet na een korte vooroefening al heel aardig doen Tal van punten, de cultuur betreffend, eischen nog een nader onderzoek. Zaai- wijze, bescherming tegen vogels enz., ver zorging, oogst, drogen en bewaren zijn onderwerpen, die nog in details dienen te worden bezien om ze voor de Neder landsche omstandigheden geschikt te ma ken. Ir J. J. Manschot, Groningen, be handelde: Het drogen en bewaren van den maisoogst. Daar in ons land de maiskolven met een belangrijk hooger vochtgehalte ge oogst worden dan bij de andere granen het geval is, en de oogst in een voor snelle droging ongunstigen tijd van het jaar valt is het noodig bij de bewaring van den maisoogst speciale maatregelen te nemen. Het grootste gevaar is het bederf door schimmelgroei. Aangezien kunstma tige droging om de hooge kosten in de meeste gevallen niet in aanmerking komt, moet de bewaring zoo zijn, dat gunstige omstandigheden voor schimmelgroei niet voorkomen, hetgeen men het best bereikt, door te zorgen dat de lucht tusschen de kolven niet vochtiger en niet warmei wordt dan de buitenlucht. Op eenvoudige en goedkoope wijze geschiedt dit door de bewaarinrichting buiten op te stellen en zoo in te richten, dat door den wind do lucht tusschen de kolven voortdurend ver- verscht wordt. In Mei met de komst van warm zonnig weer met een lager relatieve luchtvoch tigheid, daalt het vochtgehalte tot 15 pet. en lager en is de mais geschikt om in groote partijen verwerkt te worden. Voor eigen gebruik kan ze echter reeds bij kleinere hoeveelheden tegelijk verwerkt worden, als in December het vochtge halte der korrels tot ongeveer 20 pet. is gedaald. De heer G. Smits, Arnhem, sprak daarop over: Eirvaringen met den mais- verbouw. Spr. constateerde, dat de be langstelling voor den verbouw van kor- relmais onder de landbouwende bevol king van ons land gestaag groeiende is. De cultuur is op alle goed ontwaterde gronden mogelijk doch de mais stelt zeer bepaalde eischen aan de natuurkundige, scheikundige en bacteriologische gesteld heid van den grond. Vele en uitgebreide proeven zijn noodig. Zoolang de oogst- methode nog zooveel handenarbeid vraagt als thans het geval is, zal de cultuur in de meeste kleistreken van ons land geen plaats van beteekenis in het bouwplan krijgen, omdat in dien oogsttijd ook het rooien van aardappelen en suikerbieten plaats vindt. Voor de zandgronden en de veenkoloniale gronden is het een bij uit stek geschikte teelt. Voor de bemesting zijn reeds algemeene regels te geven, voor zaaitijd en planten- afstand is dit nog niet het geval. Ir G. Koopman, Zierikzee, sprak tenslotte over: Perspectieven der korrelmais-veredeling. Spr. wees er op, dat de vele proeven der laatste jaren hebben bewezen, dat cultuurtechnisch de teelt van mais hier zeer goed mogelijk is. D'aar mais zich zeer sterk weet aan te passen aan bepaalde klimatologische om standigheden moeten we in het vervolg zoo weinig mogelijk zaaizaad importee ren, doch de voorkeur geven aan in- landsch zaad. Spr. is overtuigd, dat deze jonge cul tuur een goede kans maakt geleidelijk te zullen uitgroeien tot een teelt, welke ge heel in onze gemengde bedrijven past en er zich voor goed zal nestelen. Buiten verantwoordelijkheid der Redactie 4 October: Dierendag1. In vele landen in en huiten Europa wordt op steeds uitgebreider schaal de Wereld-Dierendag 4 October jaarlijks ge bruikt om voor een humaner behandeling van het dier op te komen. Op de Inter nationale Congressen is aan de vereeni- gingen opgedragen deze gedachte te ver spreiden. Voorgangers en opvoeders, helpt mede in 't belang van mensch.en dier. De Jeugdbond tot Bescherming der Dieren heeft dit jaar weder een groot aantal scholen en weeshuizen van propa gandamateriaal, platen en bondsspeldjes belangloos voorzien. Mogen dit jaar alle vereenigingen de zen dag voor zich doen spreken over het lijden der dieren. Gevonden voorwerpen. In de maand September 1937 zijn aan het bureau van politie te Goes onder staande voorwerpen als gevonden aange geven en zijn aldaar nadere inlichtingen betreffende deze voorwerpen te bekomen: Een gouden slot van een boerenzeug, vier portemonnaie's met inhoud, 2 rij- wielbelastingmerken 1937'38, 2 knip messen, een gouden zegelring, een huis sleutel, een contactsleuteltje, een rieten mand, een zilveren beursje met inhoud, een broche met foto, 4 boeken, een broche met Wapen van Goes, een hamer, een armbandhorloge, twee koffersleuteltjes, een zadeldek, een paar regenbroekpijipen, een zilveren collier, een Fordwieldop, 3 mantelceintuurs, een hondenhalsband, een ring van een vleeschmolen, 2 hand schoenen, een bankbiljet van tien gulden, een zilveren blad van een lauwerkrans, een lot, een muts, een schooletui met in houd, een paar handschoenen, een vul potlood, een sokje en een zakdoek, een 'tortelduif, een schooltasch met inhoud, een portefeuille met inhoud, een pak ma nufacturen, een sokophouder, een zilve ren rozenkrans, een zilveren polshorloge, een broodzakje, twee startsleuteltjes en een ijzeren sleutel. Goes, 1 Oct. 1937. De Inspecteur van Politie R e n e m a n. „Eiken dag iets rauws!" U weet, dat is de leus, die de moderne voedingsleer aan de huisvrouw voor houdt. Ongemerkt hebben we in de zo mermaanden ons in dat opzicht „goed gevoed". Immers, de overvloed van vruchten uit dat jaargetijde leende er zich vanzelf al toe om rauw te worden gebruikt; en de kropsla, de tomaten of de komkommer verschenen doorloopend wel rauw op onzen disch. Thans is het zaak, om de loffelijke ge woonte niet weer langzamerhand op zij te zetten Fijn gesnipperde andijvie, dito Brus- selsch lof, in dunne draadjes geschaaf de roode-, witte- en savoye kool, gesnip perde of geraspte winterwortel en rauwe biet, dat alles door elkaar of afzon derlijk klaargemaakt met een smake lijk slasausje, onder toevoeging van wat gesnipperde prei of ui, wat geraspte ap pel of wat fijngesneden selderijhet zijn gerechten, die den herfst- en den wintei maaltijd even goed op peil brengen als de meer bekende zomerslaatjes dit gewend waren te doen. Hier volgen een paar voorbeelden van smakelijke, gemakkelijk en goedkoop ta bereiden slaatjes. Andijviesla (4 personen). 2 strui ken andijvie (of 3 struikjes krulandijvie), 1 Uitje of preitje, 2 eetlepels slaolie, 2 eet lepels azijn of citroensap, wat zout, 1 theelepel mosterd, misschien wat peper, wat Maggi's Aroma naar smaak), 1 hard gekookt ei of 1 gekookte koude aard appel. Snipper de groente zoo fijn mogelijk, wasch ze zorgvuldig en sla ze goed droog uit. Wrijf op een diep bord het ei of den aardappel fijn, meng er het zout, den mosterd, de peper en de gesnipperde ui of prei door en verdun het mengsel met de olie en den azijn; maak het sausje op smaak af met de Maggi's Aroma en werk het, met behulp van slalepel en -vork, door de sla. Zuurkoolsla (een van de beste ,,rauwkost"-gerechten). 1 pond zuurkool, 1 ui, 4 eetlepels karnemelk (of 2 eetlepels citroensap), 4 eetlepels slaolie, naar smaak wat Maggi's Aroma. Wasch de zuurkool (als het tenminste geen zelf-ingemaakte is) vlug even af, zoodat ze zoo min mogelijk smaak ver liest. Schud ze op een vergiet goed droog, vermeng ze met het fijngeraspte uitje, de olie, de karnemelk (of het citroensap) en de Maggi's Aroma en laat ze voor 't ge bruik 14 2 uur staan. Herfstsla. IV2 ons fijngeschaafde 100de kool, 1 Vi ons fijngeschaafde witte kool, 1 struikje krulandijvie, 1 preitje, 1 groote zure appel, 3 eetlepels slaolie, ÏVa eetlepel azijn of citroensap, wat zout, misschien wat mosterd of peper, naar smaak wat Maggi's Aroma. Meng de geschaafde kool door elkaar met de fijngesnipperde krulandijvie (ge- wasschen en goed droog uitgeslagen) en het fijngesneden preitje. Klop de olie met den azijn (of het ci troensap), het zout en den mosterd of de peper door elkaar, roer er den geraspten appel door, meng er de sla mee aan en maak die verder op smaak af met de Maggi's Aroma. Versier desverkiezende de sla met een in achtste partjes gesneden hardgekookt ei. „Beyer's Mode für Alle". Het October-nummer van „Beyer's Mode für Alle" kan zeer geslaagd ge noemd worden. Het inleidende mode praatje wijlst op de belangrijkste nou- veauté's en de gekleurde staaltjes stof toonen de lezeressen het allernieuwste op textielgebied. Van het moderne imita tiebont kan men zelf gemakkelijk aardige mantels, jasjes en garnituren maken. De japonnen worden tegenwoordig weer dik wijls zonder ceintuur gedragen; de blou ses die zoo aardig onder het mantelpak staan en de vlotte middagjaponnetjes worden in de moderne kleuren voorge steld. Voor de minder slanke dames zijn er enkele speciale pagina's, met bij'zon- der elegante en slankmakende modellen. De -gekleurde kinderpagina's toonen, wat de kleintjes graag dragen. De handwerkpa0ina bevat enkele fraaie pullovers en geborduurde kleedjes en voor de huisvrouw een paar practi- sche tips op huishoudgebied. Sigarenasch. Sigarenasch is een uitstekend poets middel voor verschillende metalen. Moe ten daaruit vlekken worden verwijderd, dan vermengt men de asch met eenige druppels petroleum. Het aldus verkregen papje laat men een poosje inwerken op het metaal, waarna dit stevig wordt uit gewreven. Men spoelt na met lauw wa ter, waarna men het metaal met een wollen doek bewerkt. Ook voor het reinigen van goud en zilver kan men zonder eenig risico en met succes sigarenasch gebruiken. Zijn door het neerzetten van heete schalen, glazen of iets dergelijks leelijke vlekken gekomen in gepolitoerd hout, dan kan ook hier sigarenasch van nut zijn. Bevochtig de asch ook in een derge lijk geval met petroleum, breng ze daar na over op de lichte vlekken. Houdt na een minuut of vijf een kurk even in de vlam van gas of kaars, zoodat een zwart randje ontstaat; wrijf met deze kurk de asch stevig over het hout, dat daarna met een vochtig, lauw doekje wordt afge nomen om ten slotte de plekken bij te werken met meubelpolitoer.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1937 | | pagina 6