De versterking van de Weermacht.
1
2
8
3
4
61
8
B
n
fit
10
li
11
8
12
p
1
13
ff
14
lp
TT
TT
i
1
23
i
20
15
22
fit
24
25
26
27
28
29
33
37"
30
a
39
3?
iijj
31
32
34
18
36
m
41
8
42
1
43
8
44
s
45
46
II47
8
48
49
it501
Verschillende persstemmen.
Kruiswoord-Puzzle.
Onderwijs
Land- en Tuinbouw
Ingezonden Stukken.
Politieberichten.
Het Vrouwenhoekje
Volledige Instemming; onder voorbehoud niet tegen; twijfelachtige
houding.
5
D'e Maasbode toont zich met de plan
nen van Minister van Dijk om de eerste
oefentijd voor de onberedenen te brengen
van 5'/s maand op 11 maanden ten zeer
ste ingenomen.
„De spoed, die met de behandeling van
het wetsontwerp betracht wordt, wijst er
wel op, dat het de bedoeling van de Re
geering is, om de nieuwe bepalingen van
de dienstplichtwet ook nog op de lich
ting 1938 van toepassing te doen zijn.
Zulks blijkt ook uit de reeds aangenomen
regeling, dat de vrijstellingen, die ten op
zichte van die lichting reeds verleend
zijn, nader tot voorwaardelijke vrijstellin
gen verklaard zijn.
De jongelieden van de lichting 1938,
die straks, begin October, voor 5Va maand
in dienst gaan, hebben dus te rekenen
met de zeer groote waarschijnlijkheid,
dat zij, indien de gewijzigde Dienstplicht
wet wordt aangenomen, ook reeds elf
maanden zullen moeten blijven. Het is te
hopen, dat zulks spoedig blijken zal, niet
alleen met het oog op de persoonlijke be
langen, der er bij betrokken jongelieden,
maar ook met het oog op de milifaire
opleiding. Het zal toch wel duidelijk zijn,
dat de indeeling van de oefenstof, d.w.z.
de oefeningstableaux, een heel ander aan
zien krijgen, indien er in plaats van 5Va
maand elf maanden beschikbaar komen.
Bij 5V2 maand moet de heele leerstof op
pervlakkig en met een sneltreintempo
doorloopen worden. Iedere man leert
iedere les éénmaal. Voor herhaling is
geen tijd. Vandaar het vernis van ge
oefendheid. Bij elf maanden daarentegen
kunnen de verschillende onderdeden van
de oefenstof op meer degelijke wijze be
handeld worden en kan door een gepaste
herhaling een veel meer bezonken kennis
verkregen worden. Wij h'erhalen, wat wij
hoven zeiden, dat het gewenscht is, dat
deze meer degelijke opleiding zoo spoedig
mogelijk reeds kan toegepast worden op
de jongelieden van de lichting 1938, die
aanstonds begin October voor eerste oefe
ning onder de wapenen komt.
D'e verlenging van den eersten oefen
tijd tot elf maanden heeft onze volledige
instemming. In de twaalfde maand van
het jaar zijn de herhalingslichtingen on
der de wapenen, en zorgen deze voor de
veiligheid tegen overvallingen. Wij zijn
er vast van overtuigd, dat indien deze
nieuwe regeling van den eersten oefen
tijd haar weg naar het Staatsblad vindt,
onze weermacht een zeer belangrijke
schrede voorwaarts kan doen."
De Avondpost (lib.) is nogal gereser
veerd, wantte radicale voorstel
len brengen het gevaar mee, van impopu
lariteit van dienstplicht en leger.
Wanneer de Regeering echter op ern
stige gronden betoogt, dat zij het voor
gestelde absoluut noodzakelijk acht met
het oog op een goede defensie van ons
vaderland, zullen wij ons daarbij voorloo-
pig neerleggen, in afwachting van de
vraag, of wellicht de verdere discussie in
en buiten het parlement verandering in
onze zienswijze kan brengen. Onder dit
voorbehoud zullen wij ons dus tegen de
voorstellen niet verzetten. Wèl echter be
treuren wij:
dat de Regeering alle andere verbete
ringen in het staatsbestel voor een groot
deel laat afstuiten op het motief der
hooge defensie-uitgaven. Dit achten wij
practisch en psychologisch een groote
fout.
Nogmaals, wij wachten den verderen
loop van zaken af, al zou ons een meer
beperkte eerste-oefentijd aangenamer zijn
geweest. Voorloopig zijn wij bereid de Re
geering te steunen in hetgeen zij in deze
ernstige tijdsomstandigheden noodzake
lijk acht. Maar wij hopen dan ook, dat de
contra-argumenten zeer ernstig zullen
worden onderzocht en dat, als de discus
sies tempering van die voorstellen moge
lijk doen blijken, de Regeering niet zal
aarzelen daartoe over te gaan.
Nog meer gereserveerd spreekt M r A.
Joekes zich in de Vrijz. Democraat
uit.
„Of het noodig is de defensie-uitgaven
op te voeren op de wijze en in den om
vang als de Regeering blijkens de mede-
deelingen in de millioenen-nota beoogt,
tengevolge waarvan alle beschikbare mid
delen en zelfs meer dan die, aan defensie
doeleinden zullen worden besteed, ter
wijl in dringende sociale nooden, in het
bijzonder de uitbreiding van de ouder-
doms-zorg, niet wordt voorzien, moeten
wij ernstig betwijfelen.
Er zal nog gelegenheid te over zijn, na
nauwkeuriger kennisneming van de cij
fers en plannen, hierop terug te komen."
DE NIEUWE CENT ZAL WEER
BLINKEN.
Bruineering, ter onderscheiding van
gouden vijfjes, geschiedt niet meer.
De rijksmuntmeester, Dr W. J. van
Heteren, deelde in een onderhoud, dat
het „Utrechtsch Nieuwsblad" met hem
had, mede, dat sinds een jaar of vijf de
nieuw aangemaakte centen al niet meer
worden gebruineerd. Dat dit niet opviel is
het gevolg van het feit, dat er in de laat
ste jaren geen of weinig nieuwe centen in
circulatie zijn gekomen. Zij werden in de
kluizen bewaard om ze naar gelang van
de wenschelijkheid in het verkeer te bren
gen.
De reden van dat bruineeren school
toch inderdaad in de omstandigheid, dat
het indertijd gewenscht was de nieuwe
centen minder te doen gelijken op de gou
den vijfjes?, zoo vroeg men verder.
Het antwoord was bevestigend: en, zoo
voegde de 'heer Van Heteren er bij, het
is mijn meening, dat wij wel nooit weer
gouden vijfjes te zien zullen krijgen.
Zooals u zult weten, is het aanmunten
van goud een min of meer particuliere
aangelegenheid. Het zijn de Nederland
sche Bank of andere groote banken, 'die
daartoe overgingen. Nu is 'het muntloon,
dat berekend wordt per kg. goud, ver
schillend voor tientjes en vijfjes. Dat laat
zich trouwens heel gemakkelijk hooren,
omdat er uit een hoeveelheid goud twee
maal zooveel vijfjes kunnen worden ge
slagen als tientjes. In het algemeen zal
dus een particulier, wanneer 'hij goud wil
laten aanmunten, 'dit eerder laten doen in
den vorm van tientjes, dan in dien van
vijfjes, omdat dit een directe besparing
oplevert. In het algemeen is nu wel juist
gebleken de veronderstelling, dat de op
neming in de muntwet van 'het gouden
vijfje een dood geboren kindje zou zijn.
Wat de gouden vijfjes betreft, die zitten
in hoofdzaak bij de Nederlandsche Bank
en zij' zullen daar wel niet meer vandaan
komen. Maar hoe het" ook zij, practisch
gesproken is 'het gouden vijfje al jaren
van de baan en daarmede is tevens ver
vallen de aanleiding om de nieuwe cen
ten duidelijk te onderscheiden van de
vijfjes.
Voortaan zal dus de jeugd weer blij ge
maakt kunnen worden met een blinken
den nieuwen cent, die in de oogen van
kinderen toch nog meer merkwaardig is
dan een gebruineerde of een oude centl
DE ONDERWIJZERS-OPLEIDING.
Het aantal kweekscholen daalde het
laatste jaar van 103 tot 90.
Aan de thans door het Centraal Bur.
voor de Statistiek, afd. Onderwijs, gepu
bliceerde statistiek, welke 'betrekking heeft
öp het cursusjaar 1936-'37, is wat betreft
de opleiding van onderwijzers het volgen
de ontleend:
Het aantal kweekscholen is in
den loop van het verslagjaar van 106 tot
90 gedaald. Opgeheven werden 6 Rijks
kweekscholen, 2 gemeentelijke, 6 Roomsch
Katholieke en 2 neutrale. Voorts werd de
rijkssubsidie aan twee confessioneele
scholen ingetrokken. D'e opleiding voor de
onderwijzersakte duurt aan alle scholen
nu drie jaar. Aan 75 scholen is echter
nog een kopopleiding van twee jaar ver
bonden voor bet behalen van de 'hoofd
akte, tegen 87 scholen in het vooraf
gaande jaar. Het meerendeel van de
kweekscholen bezit bovendien nog een
eigen leerschool, waar de a.s. onderwij
zers zich kunnen oefenen in de practijk
van het lesgeven.
Bij» den aanvang van den cursus 1936-
'37 worden de kweekscholen door 5948
leerlingen bezocht. In vergelijking
met 1935 beteekent dit een daling met
ruim 15 pet. De verzwakking van bet
leerlingencorps treedt nog duidelijker in
bet licht, wanneer wij vermelden, dat in
'het tijdvak 1934-'36, dus in twee jaar
tijd, het aantal leerlingen van deze scho
len met een derde is afgenomten. Ten deele
i!s dit een gevolg van de omzetting van de
4-jarige scholen in 3-jarige opleidingen.
37.2 pet. van het totaal aantal leerlingen
was ondergebracht op R.K. scholen, 34.4
pet op openbare, 26.1 pet. op de Protes-
tansch-Christelijke en 2.3 pet. op neu
trale scholen.
Bijzondere aandacht wordt geschonken
aan de leerlingen, 'die in 'het cursusjaar
1936-37 voor de eerste maal tot de
kweekscholen werden toegelaten. Hun
aantal (1680) is belangrijk grooter dan
m!en in verband met de slechte plaat
singskansen had mogen verwachten. In
ieder geval beteekent dit een flinke toe
neming in vergelijking met bet vooraf
gaande jaar. Van ben, die in de eerste
klas kwamen, was bijna 55 pet. in 'het
bezit van het Mulo-diploma A en 10 pet.
van bet Mulo-diploma B, 7 pet. bad met
goed 'gevolg de 3e klas van een middel
bare school doorloopen, terwijl 17.5 pet.
afkomstig was uit 'de lagere klassen van
een Ulo-school. Van hen, die rechtstreeks
tot de tweede klas werden toegelaten, was
ruim 28 pet. in het bezit van het eind
diploma 5-jarige H.B.S. of van dat van
het lyceum of gymnasium. Voorts bezat
8.8 pet. bet Mulo-diploma B, terwijl eten
even groot aantal uit de 4e klasse van
een Ulo-school afkomstig was. Het aan
tal z i 11 e n b 1 ij v e TVs» is van ongeveer
13 pet. tot een gemiddelde van 11 pet.
gedaald, hetgeen vermoedelijk in verhand
staat met de betere vooropleiding, die de
leerlingen genoten hadden. Van hoeveel
belang dit wel is, blijkt wel uit 'het feit,
dat het aantal doubleerders op de H.B.S.
dubbel zoo groot is.
Voor bet eindexamen van de
kweekscholen slaagde in 1936 ruim 90
pet. van het aantal candidaten. Opmer
kelijk is, dat het aantal leerlingen voor
de hoofdakte in het verslagjaar
slechts met 7 pet. is gedaald. Hun aan
tal 'bedroeg 2863, waarvan slechts een
derde deel tot het zwakke geslacht be-
p
Mk
m
3&
Horizontaal:
1 Lichaamsdeel.
3 Krantenventer.
5 Tijdvak.
8 Schepen die getrok
ken worden.
10 Spil.
11 Roet (Zuid-ned.)
12 Dwarsmast
14 Ontvangen.
16 Pad.
18 Meerv. van, de
20 Zangstem.
22 Vloeistof.
23 Slaap, (verl. t.)
24 Macht.
25 Stad in Frankrijk.
27 Vaartuig.
30 Breipen.
31 Hoogte, duin.
32 Jongensnaam (afk.)
34 Onbep. voorn, woord
36 Haven in Afrika
(K. XVIII).
37 Voertuig.
38 Slee.
41 Als 38.
42 Eilandengroep bij
Engeland.
43 Boom.
44 Technicus (afk.)
46 Landstreek in
Palestina.
48 Voegwoord.
49 3 zelfde mede
klinkers.
50 Deel van een schip.
Verticaal:
1 Knaagdier.
2 Afk. v.Overzeesche
gewesten.
4 Rivierboord.
6 Muzieknoot.
7 Weegtoestel.
9 Houten nagel.
13 Dampkringverschijn
sel.
15 Gebouw waar ge
neeskundige hulp
verleend wordt.
17 Makker, handwerk
man.
19 Lengtemaat,
20 Signaal bij gevaar.
21 In strijd met:
22 Groei.
26 Lichaamsdeel.
28 Deel v. h. hoofd.
29 Als 19 verticaal.
32 Merk in vaarwater.
33 Jongensnaam (afk.)
35 Grens van een ver
trek.
37 Kuip v. d. boter-
bereiding.
39 Latwerk, tijdruimte
40 Boom.
43 Zoon van Jacob.
45 Als 12 horizontaal.
47 Rivier in Italië.
hoorde. Van hen, die zich in 1936 aan
het examen voor de hoofdakte onderwier
pen, slaagde niet meer dan 56.9 pet. Het
aantal leerkrachten is evteneens
sterk gedaald: van 1171 tot 1044.
In 1936 werd de rijkssubsidie aan alle
normaallessen ingetrokken. Mede
als gevolg hiervan daalde het aantal nor
maallessen van 17 tot 14, terwijl het aan
tal leerlingen, dat bij de laatste telling
nog 243 bedroeg, in het verslagjaar met
34 pet. was gedaald.
MAISTEELT IN NEDERLAND.
Deskundigen zijn optimistisch.
Woensdag was het in de Ned. Land-
Louwweek, die momenteel in Wagenin-
gen wordt gehouden „maisdag", georga
niseerd door bet Ned. genootschap voor
landbouwwetenschap.
Ir P. G. M e ij e r s, Groningen, sprak
over: Dte korrelmaisbouw in Nederland.
Het beoordeelen, beproeven en voorts het
inburgeren van een nieuw gewas als de
mais, zal, dank zij de moderne hulpmid
delen, waarover wij bij het onderzoek be
schikken en het peil van ontwikkeling,
waarop onze boerenstand staat, zeker
niet zoo lang behoeven te duren als vroe
ger, toen bieten en aardappelen zich hier
gingen uitbreiden. Toch valt er op te re
kenen, dat het geheele proces vele jaren
zal vergen. Mais heeft meerdere goede
eigenschappen, zoo o.a. de groote produc
tie aan veevoeder, de mogelijkheid ze ook
op gronden van minder goede kwaliteit
te telen. We hebben met een gewas te
doen, waarmee iedere Nederlandsche
boer thans proeven kan nemen. Het is
merkwaardig te zien, boevelen bet na een
korte vooroefening al heel aardig doen
Tal van punten, de cultuur betreffend,
eischen nog een nader onderzoek. Zaai-
wijze, bescherming tegen vogels enz., ver
zorging, oogst, drogen en bewaren zijn
onderwerpen, die nog in details dienen
te worden bezien om ze voor de Neder
landsche omstandigheden geschikt te ma
ken.
Ir J. J. Manschot, Groningen, be
handelde: Het drogen en bewaren van
den maisoogst.
Daar in ons land de maiskolven met
een belangrijk hooger vochtgehalte ge
oogst worden dan bij de andere granen
het geval is, en de oogst in een voor snelle
droging ongunstigen tijd van het jaar
valt is het noodig bij de bewaring van
den maisoogst speciale maatregelen te
nemen. Het grootste gevaar is het bederf
door schimmelgroei. Aangezien kunstma
tige droging om de hooge kosten in de
meeste gevallen niet in aanmerking komt,
moet de bewaring zoo zijn, dat gunstige
omstandigheden voor schimmelgroei niet
voorkomen, hetgeen men het best bereikt,
door te zorgen dat de lucht tusschen de
kolven niet vochtiger en niet warmei
wordt dan de buitenlucht. Op eenvoudige
en goedkoope wijze geschiedt dit door de
bewaarinrichting buiten op te stellen en
zoo in te richten, dat door den wind do
lucht tusschen de kolven voortdurend ver-
verscht wordt.
In Mei met de komst van warm zonnig
weer met een lager relatieve luchtvoch
tigheid, daalt het vochtgehalte tot 15 pet.
en lager en is de mais geschikt om in
groote partijen verwerkt te worden. Voor
eigen gebruik kan ze echter reeds bij
kleinere hoeveelheden tegelijk verwerkt
worden, als in December het vochtge
halte der korrels tot ongeveer 20 pet. is
gedaald.
De heer G. Smits, Arnhem, sprak
daarop over: Eirvaringen met den mais-
verbouw. Spr. constateerde, dat de be
langstelling voor den verbouw van kor-
relmais onder de landbouwende bevol
king van ons land gestaag groeiende is.
De cultuur is op alle goed ontwaterde
gronden mogelijk doch de mais stelt zeer
bepaalde eischen aan de natuurkundige,
scheikundige en bacteriologische gesteld
heid van den grond. Vele en uitgebreide
proeven zijn noodig. Zoolang de oogst-
methode nog zooveel handenarbeid vraagt
als thans het geval is, zal de cultuur in
de meeste kleistreken van ons land geen
plaats van beteekenis in het bouwplan
krijgen, omdat in dien oogsttijd ook het
rooien van aardappelen en suikerbieten
plaats vindt. Voor de zandgronden en de
veenkoloniale gronden is het een bij uit
stek geschikte teelt.
Voor de bemesting zijn reeds algemeene
regels te geven, voor zaaitijd en planten-
afstand is dit nog niet het geval.
Ir G. Koopman, Zierikzee,
sprak tenslotte over: Perspectieven der
korrelmais-veredeling.
Spr. wees er op, dat de vele proeven
der laatste jaren hebben bewezen, dat
cultuurtechnisch de teelt van mais hier
zeer goed mogelijk is.
D'aar mais zich zeer sterk weet aan te
passen aan bepaalde klimatologische om
standigheden moeten we in het vervolg
zoo weinig mogelijk zaaizaad importee
ren, doch de voorkeur geven aan in-
landsch zaad.
Spr. is overtuigd, dat deze jonge cul
tuur een goede kans maakt geleidelijk te
zullen uitgroeien tot een teelt, welke ge
heel in onze gemengde bedrijven past en
er zich voor goed zal nestelen.
Buiten verantwoordelijkheid der Redactie
4 October: Dierendag1.
In vele landen in en huiten Europa
wordt op steeds uitgebreider schaal de
Wereld-Dierendag 4 October jaarlijks ge
bruikt om voor een humaner behandeling
van het dier op te komen. Op de Inter
nationale Congressen is aan de vereeni-
gingen opgedragen deze gedachte te ver
spreiden.
Voorgangers en opvoeders, helpt mede
in 't belang van mensch.en dier.
De Jeugdbond tot Bescherming der
Dieren heeft dit jaar weder een groot
aantal scholen en weeshuizen van propa
gandamateriaal, platen en bondsspeldjes
belangloos voorzien.
Mogen dit jaar alle vereenigingen de
zen dag voor zich doen spreken over het
lijden der dieren.
Gevonden voorwerpen.
In de maand September 1937 zijn aan
het bureau van politie te Goes onder
staande voorwerpen als gevonden aange
geven en zijn aldaar nadere inlichtingen
betreffende deze voorwerpen te bekomen:
Een gouden slot van een boerenzeug,
vier portemonnaie's met inhoud, 2 rij-
wielbelastingmerken 1937'38, 2 knip
messen, een gouden zegelring, een huis
sleutel, een contactsleuteltje, een rieten
mand, een zilveren beursje met inhoud,
een broche met foto, 4 boeken, een broche
met Wapen van Goes, een hamer, een
armbandhorloge, twee koffersleuteltjes,
een zadeldek, een paar regenbroekpijipen,
een zilveren collier, een Fordwieldop, 3
mantelceintuurs, een hondenhalsband,
een ring van een vleeschmolen, 2 hand
schoenen, een bankbiljet van tien gulden,
een zilveren blad van een lauwerkrans,
een lot, een muts, een schooletui met in
houd, een paar handschoenen, een vul
potlood, een sokje en een zakdoek, een
'tortelduif, een schooltasch met inhoud,
een portefeuille met inhoud, een pak ma
nufacturen, een sokophouder, een zilve
ren rozenkrans, een zilveren polshorloge,
een broodzakje, twee startsleuteltjes en
een ijzeren sleutel.
Goes, 1 Oct. 1937.
De Inspecteur van Politie
R e n e m a n.
„Eiken dag iets rauws!"
U weet, dat is de leus, die de moderne
voedingsleer aan de huisvrouw voor
houdt. Ongemerkt hebben we in de zo
mermaanden ons in dat opzicht „goed
gevoed". Immers, de overvloed van
vruchten uit dat jaargetijde leende er
zich vanzelf al toe om rauw te worden
gebruikt; en de kropsla, de tomaten of de
komkommer verschenen doorloopend wel
rauw op onzen disch.
Thans is het zaak, om de loffelijke ge
woonte niet weer langzamerhand op zij
te zetten
Fijn gesnipperde andijvie, dito Brus-
selsch lof, in dunne draadjes geschaaf
de roode-, witte- en savoye kool, gesnip
perde of geraspte winterwortel en rauwe
biet, dat alles door elkaar of afzon
derlijk klaargemaakt met een smake
lijk slasausje, onder toevoeging van wat
gesnipperde prei of ui, wat geraspte ap
pel of wat fijngesneden selderijhet
zijn gerechten, die den herfst- en den
wintei maaltijd even goed op peil brengen
als de meer bekende zomerslaatjes dit
gewend waren te doen.
Hier volgen een paar voorbeelden van
smakelijke, gemakkelijk en goedkoop ta
bereiden slaatjes.
Andijviesla (4 personen). 2 strui
ken andijvie (of 3 struikjes krulandijvie),
1 Uitje of preitje, 2 eetlepels slaolie, 2 eet
lepels azijn of citroensap, wat zout, 1
theelepel mosterd, misschien wat peper,
wat Maggi's Aroma naar smaak), 1 hard
gekookt ei of 1 gekookte koude aard
appel.
Snipper de groente zoo fijn mogelijk,
wasch ze zorgvuldig en sla ze goed droog
uit.
Wrijf op een diep bord het ei of den
aardappel fijn, meng er het zout, den
mosterd, de peper en de gesnipperde ui
of prei door en verdun het mengsel met
de olie en den azijn; maak het sausje op
smaak af met de Maggi's Aroma en werk
het, met behulp van slalepel en -vork,
door de sla.
Zuurkoolsla (een van de beste
,,rauwkost"-gerechten). 1 pond zuurkool,
1 ui, 4 eetlepels karnemelk (of 2 eetlepels
citroensap), 4 eetlepels slaolie, naar
smaak wat Maggi's Aroma.
Wasch de zuurkool (als het tenminste
geen zelf-ingemaakte is) vlug even af,
zoodat ze zoo min mogelijk smaak ver
liest. Schud ze op een vergiet goed droog,
vermeng ze met het fijngeraspte uitje, de
olie, de karnemelk (of het citroensap) en
de Maggi's Aroma en laat ze voor 't ge
bruik 14 2 uur staan.
Herfstsla. IV2 ons fijngeschaafde
100de kool, 1 Vi ons fijngeschaafde witte
kool, 1 struikje krulandijvie, 1 preitje, 1
groote zure appel, 3 eetlepels slaolie, ÏVa
eetlepel azijn of citroensap, wat zout,
misschien wat mosterd of peper, naar
smaak wat Maggi's Aroma.
Meng de geschaafde kool door elkaar
met de fijngesnipperde krulandijvie (ge-
wasschen en goed droog uitgeslagen) en
het fijngesneden preitje.
Klop de olie met den azijn (of het ci
troensap), het zout en den mosterd of de
peper door elkaar, roer er den geraspten
appel door, meng er de sla mee aan en
maak die verder op smaak af met de
Maggi's Aroma.
Versier desverkiezende de sla met een
in achtste partjes gesneden hardgekookt
ei.
„Beyer's Mode für Alle".
Het October-nummer van „Beyer's
Mode für Alle" kan zeer geslaagd ge
noemd worden. Het inleidende mode
praatje wijlst op de belangrijkste nou-
veauté's en de gekleurde staaltjes stof
toonen de lezeressen het allernieuwste
op textielgebied. Van het moderne imita
tiebont kan men zelf gemakkelijk aardige
mantels, jasjes en garnituren maken. De
japonnen worden tegenwoordig weer dik
wijls zonder ceintuur gedragen; de blou
ses die zoo aardig onder het mantelpak
staan en de vlotte middagjaponnetjes
worden in de moderne kleuren voorge
steld. Voor de minder slanke dames zijn
er enkele speciale pagina's, met bij'zon-
der elegante en slankmakende modellen.
De -gekleurde kinderpagina's toonen,
wat de kleintjes graag dragen.
De handwerkpa0ina bevat enkele
fraaie pullovers en geborduurde kleedjes
en voor de huisvrouw een paar practi-
sche tips op huishoudgebied.
Sigarenasch.
Sigarenasch is een uitstekend poets
middel voor verschillende metalen. Moe
ten daaruit vlekken worden verwijderd,
dan vermengt men de asch met eenige
druppels petroleum. Het aldus verkregen
papje laat men een poosje inwerken op
het metaal, waarna dit stevig wordt uit
gewreven. Men spoelt na met lauw wa
ter, waarna men het metaal met een
wollen doek bewerkt.
Ook voor het reinigen van goud en
zilver kan men zonder eenig risico en
met succes sigarenasch gebruiken.
Zijn door het neerzetten van heete
schalen, glazen of iets dergelijks leelijke
vlekken gekomen in gepolitoerd hout,
dan kan ook hier sigarenasch van nut
zijn. Bevochtig de asch ook in een derge
lijk geval met petroleum, breng ze daar
na over op de lichte vlekken. Houdt na
een minuut of vijf een kurk even in de
vlam van gas of kaars, zoodat een zwart
randje ontstaat; wrijf met deze kurk de
asch stevig over het hout, dat daarna
met een vochtig, lauw doekje wordt afge
nomen om ten slotte de plekken bij te
werken met meubelpolitoer.