DE ZEEUW
Benauwd
JT op
^horst?
De verplichtingen van een koning
Wentel dien last van U af door
intijds Abdijsiroop te nemen.
Per flacon 90 cent en f. 1.50
(Jit de Provincie.
TWEEDE BLAD
Voor den Zondag
FEUILLETON
BETTY'S LIEFDE.
Wat er deze week voorviel
ontving hij opnieuw den gezant van Bra
zilië (decoratie en toespraak), confereer
de met de leden der Japansche economi
sche missie, met eenige hooge Indische
ambtenaren, die naar Indië zouden te-
ïugkeeren en ontving ten slotte nog twee
gezanten. Be dinertijd wa<s toen reeds
lang voorbij.
Na maanden van zulken ononderbro
ken arbeid reisde de koning naar Bel
fast. Toen hij aankwam, zag hij er al
vermoeid uit; het was een gloeiend
heete dag. Er moesten inspecties worden
gehouden, bezoeken gebracht, er was een
bom-explosie, er waren tientallen ge
sprekken met autoriteiten.
Bij dit alles moest de koning zeker
twintigmaal salueeren, toen het volkslied
werd gespeeld.
En toch, schrijft Gordon Beckles met,
bewondering, verslapte het gebaar van
den koning geen oogenblik; slechts één
maal leken de vingers der rechterhand
even te beven, terwijl zij gestrekt lagen
langs de uniformpet
De koning en de koningin zijn gisteren
met vacantie naar Balmoral Castle ver
trokken. Gedurende die vacantie zullen
zij nog een tocht naar de Hebriden
maken.
Laten we hopen, zoo besluit de schrij
ver, dat de hofdignitarissen na de vacan
tie wat meer moeite zullen doen om de
krachten van onzen koning en onze ko
ningin te sparen.
Wilt Ge verlichting in den korist mogelij
ken tijd? Wilt Ge dat benauwde gevoel, dal
overmatige fluimen doen ophouden, pleeg
dan geen verzuim door te wachten en Uw
hoest te laten ontaarden in een of andere
gevreesde kwaal. Nog zijn Uw organen ge
zond, laat ze niet ziek worden door hel met
ziektekiemen beladen slijm. Weer op na
tuurlijke wijze de ziekteaanval af. Zor^ dal
die taaie slijm die U het ademen bemoeilijkt,
wordt verwijderd. Neem Abdijsiroop, die
stopt den hoest, maakt Uw ademhalings
organen gezond, geeft Uw borst de weer
stand die deze noodig heeft en zal U
weer vrij, ruim en diep doen ademhalen.
Middelburg). Ter aarde bestel
ling van wijlen den heer
H. C. W i e 1 a n d t. Reeds geruimen
tijidi voor de lijkstoet, waarmede het stof
felijk overschot van wijlen den heer H. C.
Wielandt, het slachtoffer van het auto-
ongeluk op den Veerschen weg op Maan
dag j.l. naar de laatste rustplaats werd
gebracht, op de algemeene begraafplaats
aankwam, hadden gisterenmiddag ve
len het condoleantie register geteekend,
o.a. vertegenwoordigers van de vereeni-
ging „Uit het VolkVoor het Volk"; de
vereeniging tot bevordering van 't Vreem
delingenverkeer; de vereeniging tot in
standhouding van het Middelburgsoh Mu
ziekkorps; de IJsclub en van de buurt-
oommissie van Seissingel en Seisweg.
Ottder de talrijke bloemstukken, die de
kist dekten of in een open rijtuig wer
den meegebracht, waren er van deze cor
poraties, als ook van de N. V. Nationaal
Spaarfonds, waarvan de overledene een
inspecteursplaats had aanvaard.
Van de bovengenoemde vereenigingpn
volgden de deputaties op het kerkhof de
baar tot aan het familiegraf, waarin on
der diepe stilte de kist werd neergelaten.
Nadat de 'kransen enz. rondom de ge
opende groeve waren gelegd, trad als eer
ste spreker naar voren, dhr W. de Graaf,
die schetste wat dhr Wielandt in 12 jaar
als bestuurslid voor de vereeniging „Uil
het VolkVoor het Volk" heeft verricht,
als men in moeilijikheden zat, was het do
overledene, die mede hielp er over heen
te komen.
Dhr Mr. J. Moolenhurgh sprak namens
de vereeniging tot Bevordering van het
Vreemdelingenverkeer en getuigde ook
van de waardeering, die de overledene in
dat bestuur heeft gehad.
Dhr L. Leijdesdorff sprak woorden van
dank voor wat dhr "Wielandt in het be
lang van 'het Middelburgsoh Muziekkorps
heeft gedaan, terwijl dhr A. de Jonge het
zelfde deed namens de Middelburgsche
IJsclub en dhr P. de Vos namens ge
noemde buurtoommissie, waarvan dhr
Wielandt tot voor kort voorziter was.
Ten slotte sprak Ds M. van Empel, die
zeide te willen voldoen aan het verzoek
van de jongste zuster, die in Zwitserland
herstel van gezondheid zoekt en die hem
verzocht woorden van grooten dank te
spreken voor de groote liefde, die de over
ledene haar, vooral ook tijdens haar ziek
te, heeft gegeven. Spr. getuigde ook van
de groote 'liefde van dhr Wielandt voor
zijn verdere familieleden, in het bijzon
der ook voor zijn ouders. Spr. bracht als
predikant in herinnering: „God heeft ge
geven, God heeft genomen" en eindigde
met gebed.
De vader van den overledene, dhr H. A.
Wielandt uit Zeist, sprak woorden van
grooten dank tot allen, die met woorden
of door hun aanwezigehid blijken van
'belangstelling gaven.
Familieleden en vrienden strooiden wit
te bloemen in het graf, waarmee de droe
ve plechtigheid ten einde was en de aan
wezigen den doodenakker verlieten.
Kapelle. De raad der gemeente kwam
in openbare zitting bijeen, afwezig de
heer van Wingen.
Van Ged. Staten is bericht ontvangen,
dat het B.A. te Kapelle kan overgaan
tot verkoop van gronden, mits van het
bedrag vier pet ten honderd blijft ge
waarborgd.
De voorz. deelt mee, dat de slooten
aan de Nieuwe Kerkstraat te Biezelinge
zijn gedempt; hiervoor is voldoende
grond gevonden. Ook is een gedeelte
aangekocht, om de aschbelt te verbete
ren en op te knappen.
Alsnu volgde benoeming tijdelijk wet
houder, daar Weth. van der Have voor
3 maanden naar Indië gaat, zoodat B.
en W. het noodzakelijk vonden een tijde
lijk wethouder te benoemen. Hiervoor
werd gekozen met 4 st. de heer P. Zegers,
2 st. waren blanco.
Dhr Zegers neemt deze benoeming aan
en hoopt, dat straks de heer van der
Have weer in goeden welstand mag terug-
keeren.
De voorz. wil hem nogmaals een goe
de reis toewenschen en hoopt, dat hij
straks gesterkt en welgemoed weer mag
terugkeeren, om weer de gemeentezaken
als altijd met toewijding te behartigen.
Besloten werd tot aankoop van zijkant
wegen, eigenares Mevr. de Wed. D. Wis
senNijssen, voor een bedrag van f 297,60.
In verband met de stichting van een
telefoongebouwtje werd eveneens met al
gemeene stemmen besloten om een stuk
je grond achter het postkantoor Kapelle—
Biezelinge te verkoopen voor f300 den
hoop.
B. en W. stellen voor om dit bedrag
op het gebouwd eigendom van de ge
meente af te lossen.
Ook stellen zij voor toe te treden tot
de vereeniging, welke werkzaam is in
het belang van Nederlanders, verpleegd
in Gheel (België), en hiervoor een be
drag van f 5 per jaar vast te stellen.
Alle leden voerden hierover het woord.
Vooral werd de Stichting „Vrederust" te
Bergen op Zoom aanbevolen, een stich
ting in de provincie en op korten afstand
wat gemakkelijk is om bezoeken te bren
gen voor familie en kennissen.
Het buitenland vond men niet verkies
lijk, vooral wanneer er eigen stichtin
gen zoo nabij zijn. Wil men beslist neu
trale inrichtingen, ook die zijn te vinden.
De voorz. en de wethouders wijzen op
de hooge kosten, daarom werd Gheel ge
zocht, het scheelt een f 330 per jaar. Deze
vereeniging doet voor de Nederlanders
een goed werk.
Besloten werd na langdurige bespre
king een bedrag van f 5 vast te stellen.
Bij de rondvraag vraagt dhr Fraanje,
hoelang de keien nog aan den opril van
Biezelinge bij de Ned. Herv. kerk moeten
liggen. Aangedrongen wordt op spoedige
opruiming.
VAN
ZATERDAG 7 AUG. 1937, Nr 260,
KRACHTIG IN DEN HEERE.
Wordt krachtig in den Heere en
in de sterkte Zijner macht.
Efeze 610.
Voor wie den Naam van Christus noemt
en naar Zijn wil begeert te leven, past
geen lijdelijkheid.
Het geloof in Jezus Christus brengt
niet tot stilzitten ergens in een donker
en vergeten hoekje, maar het komt met
den eisch van activiteit en strijdvaardig
heid.
Het vraagt strijd van den herboren
mensch tegen zichzelf, tegen zijn boos
en opstandig hart en al wat daaruit voort
komt, maar ook tegen satan en de zonde
en al wat uit de zonde leeft.
Die strijd des geloofs begint in het
eigen hart en in het eigen leven. Dat
is het middelpunt, daar is het brand
punt van den strijd.
Maar hoe slap en hoe traag betoonen
wij ons daarin menigmaal. Hoe weinig
overeenkomst vertoonen de geloovigen
vaak met strijdbare en waakzame helden.
Daarom past ook nu nog het vermaan
om krachtig te worden in den Heere en
in de sterkte Zijner macht.
Wie op eigen kracht betrouwt, komt
altijd beschaamd uit. Hij zai niet be
staan.
De vijanden, die de Christus-belijders
belagen, zijn sterk en listig.
En de geloovigen zijn in zichzelf zwak,
omdat in hun eigen hart zijn de begeer
lijkheden, die heulen met den vijand daar
buiten die kan aanvallen als een brie-
schende leeuw, met overweldigende
kracht, maar die zich ook kan voordoen
als een engel des lichts. De vijand, die
nog altijd rondgaat, zoekende wie hij
zou mogen verslinden.
In dezen geestelijken strijd past geen
lijdelijkheid en slapheid, maar voortdu
rende werkzaamheid en waakzaamheid.
Sterke wederstand is noodig. Maar niet
in eigen kracht.
Krachtig... in den Heere!
Vraagt naar den Heere en Zijne sterk
te; naar Hem, die al uw heil bewerkte.
VERSCHILLENDE VOLKEN
GETYPEERD.
Onlangs heeft een in Oostenrijk ver
schijnend blad op humoristische wijze en
kele Euxopeesohe volken aldus weergege
ven:
In dezen tijd van hermilitariseering is
't geen wonder, dat eerst gevraagd wordt
hoe verschillende volken het soldaat-zijn
beschouwen. Voor den Engelschman is
het een dragelijk beroep, voor den Italiaan
beteekent het een mooie uniform, voor
den Duitscher een behoefte, voor den
Franschman een lastige noodzakelijkheid.
Onze tijd met zijn internationale span
ningen en oorlogsgeruohten heeft onwil
lekeurig als tweede vraag doen rijzen: wat
beteekent de vrede voor die volken? Zie
hier het antwoord: voor den Engelschman
zekerheid, voor den Italiaan een compro
mis, voor den Duitscher een wapenstil
stand, voor den Franschman een schoo-'
ne droom.
Eén verdrag ziet de Engelschman als
winst, de Italiaan als een schikking, de
Duitscher als een vodje papier, en de
Franschman als een vergissing.
Het „mooiste 'ding ter wereld" is voor
den Engelschman een schip, voor den Ita
liaan een mandoline, voor den Duitscher
een militaire parade, voor den Fransch
man een schoone vrouw.
Een Engelschman maakt voor een da
me een keurige buiging; de Italiaan zingt
een vurig lied, de Duitscher staat stram,
de Franschman tracht te flirten.
Bij een gesprek luistert een Engelsch
man en spreekt weinig; de Italiaan
spreekt veel en luistert niet; de Duitscher
spreekt langzaam en bezonnen; en de
Franschman spreekt veel zonder na te
denken.
19)
De jonge man was erg ontdaan, toen
hij zag, hoezeer zijn oude moederlijke
vriendin was verzwakt en verouderd en
de innige begroeting tusscheri hem en
tante Margaret bracht de tranen in Bet
ty s oogen. Met teeren eerbied nam hij
haar smalle, doorzichtige handen in de
zijne en 'twas niet enkel de belangstel
lende, onderzoekende blik van den dok
ter, waarmee hij nauwkeurig de trekken
van dat lieve, moegeworstelde gezicht op
nam.
„Nee, mijn jongen, om mij mag je niei
bedroefd zijn", zei ze opgewekt. „Ik ben
erg blij, dat je hier bent, maar ik weet
heel goed, dat ook jou wetenschap mij
niet meer kan helpen, hoe graag jij dat
ook zoudt willen. Spoedig zal ik thuis
zijn. Ik zie heelemaal niet tegen den
dood op, want God is steeds dicht bij
mij. Hij heeft mij ook dezen vredige ha-
Voor het staatshoofd applaudiseert de
Engelschman; de Italiaan schreeuwt, de
Duitscher houdt parade; de Franschman
lacht hem uit.
Voor de wet buigt de Engelschman zich
gewillig; de Italiaan doet zijn best er zoo
veel mogelijk mee te rekenen; de Duit
scher onderwerpt zich en gehoorzaamt;
de Franschman tracht er door redeneeren
aan te ontkomen.
Een discussie over politiek heteeikeni
voor den Engelschman 'hoffelijkheid zon
der dat hij er veel belong in stelt; voor
den Italiaan wil het zeggen: een samen
zwering; voor den Duitscher een passie
ve eenstemmigheid; voor den Fransch
man een scheldpartij gevolgd door een
handgemeen.
Hoe is de vaderlandsliefde bij de vier
genoemde volken? De Engelschman i|s
trotsch op zijn vaderland en reist veel
in andere landen; de Italiaan houdt van
zijn vaderland, maar geeft er de voor
keur aan in andere landen te wonen; de
Duitsober mint zijn land en verafschuwt
alle andere landen; de Franschman houdt
van zijn vaderland en verlaat het nim
mer.
De grootste man ter wereld is voor den
Engelschman Koning George VI; voor
den Italiaan Mussolini, voor den Duit
scher Hitier e> de Franschman houdt er
geen grootsten man op na.
Op Koning George VI rust een drukkend
juk van officieele plichten.
De Koning van Eingeland ia een mach
tig vorst.
Maar hoe hoog ook geplaatst, in vele
opzichten is hij minder vrij en meer ge
bonden, dan vele eenvoudige onderda
nen.
Van den Koning, die het vorig jaar
onder zóó pijnlijke omstandigheden het
bewind aanvaardde, wordt zóóveel ge
vergd, dat Gordon Beckles in de „Daily
Express" een waarschuwend artikel
schreef onder den titel: „D'e Koning
wordt overwerkt".
E'en half jaar geleden gingen er ge
ruchten als zou de gezondheidstoestand
van George VI zwak zijn; hij antwoordde
met de enkele woorden: ,1 feel perfectly
well".
Sindsdien is men hem gaan overladen
met plechtigheden, reizen, ontvangsten,
onthullingen etc. in een tempo, dat Gor
don Beckles qualificeert als „plichtsbe
trachting op Marathon-basis". Eh men
wist, aldus de schrijver, dat Edward VEI
nog vóór hij koning was, al gebukt ging
onder het drukkende juk der officieele
plichten.
Er is in Juli een week geweest, waarin
de koning en de koningin vier nachten
in treinen moesten doorbrengen; het ko
ninklijk paar reisde naar Schotland,
naar Wales, naar Londen, naar Cardiff
en na de vermoeiende treinreizen volg
den telkens niet minder vermoeiende da
gen, dagen waarop de koning soms met
200 menscben moest kennismaken, die
ieder een woord van hartelijkheid, verlan
gen, liefst een woord dat getuigt van ken
nis der functie van den betrokkene, zijn
zaken, zijn moeilijkbeden.
Slapen in den trein, maaltijden gebrui
ken in den trein en dat voor een koning,
die, al gevoelt hij zich „perfectly well",
toch niet tot de stoersten gerekend kan
worden. Zelfs de krachtigste verslagge
vers, aldus de „Daily Ekpress", die den
koning een week gevolgd hebben, kwa
men doodelijk afgemat terug.
Dit is niet de goede manier, verwijt do
schrijver den hofdignitarissen, die 'sko-
nings reizen arrangeeren: „De koning en
de koningin zijn geen Amerikaansche po
litici op de stemmenjacht; zij zijn sou-
vereinen, wier ïeizen door het rijk op een
waardige wijze moet gebeuren".
De dagen, welke de koning in Londen
is, zijn eveneens overvuld. Koning Geor
ge heeft in enkele maanden meer offi
cieele bals, levée's e.d. moeten bijwonen
dan andere vorsten in een jaar. En een
dag, waarop geen groote gebeurtenissen
plaats hebben, zag er nog als volgt uit.
De koning ontving den maharadja van
Nawanagar; den minister van Transport
wezen, de gezanten van Polen en Brazi
lië, den kolonel der Cameron Hooglan
ders; hij lunchte met den nieuwen gou
verneur van Bombay, dien bij na den
lunch decoreerde en toesprak; vervolgens
ven gegeven, waar mijn levensscheepje
mocht inzeilen om niet weer uit te va
ren. Hij was het, die me dit lieve kind
gaf dat mij met haar hartelijke zorg tot
zooveel troost geworden is; en nu schenkt
Hij me bovendien nog de vreugde, dat
ik jou weer mag zien.
Met groote innigheid nam Alwyn weer
afscheid van haar. Hij wilde haar graag
dikwijls bezoeken, al was het ook maar
alleen omdat het zoo heerlijk en verkwik
kend was, rustig even bij haar te zitten.
Met haar gewonen zachten ernst wil
ligde ze zijn verzoek in, maar stelde be
slist één voorwaarde. „Je mag zoo dik
wijls hier komen, als je wilt, alleen wil
ik niet, dat je treurig bent over mijn
toestand of mijn lot beklaagt. Als je
komt, dan verwacht ik, dat je me wat
nieuws meebrengt opdat ik niet het con
tact met de buitenwereld zal verliezen.
Of je vertelt me zoo nu en dan iets van
de onsterfelijke levenswijsheid, door groo
te mannen uitgesproken of beter nog:
herinner me dikwijls aan de kostbare
woorden van Goddelijken oorsprong vol
leven en hoop. Beloof je mij dat?"
„Ja, dat beloof ik U", antwoordde hij,
terwijl hij zacht haar handen streelde.
„Maar ik weet nu al wel, wie het meeste
voordeel zal trekken' van deze overeen
komst. Vanaf mijn jongensjaren bent U
al geweest mijn trouwe raadgeefster en
ook nu, nu ik volwassen ben doe ik niets
liever, dan stil aan Uw voeten te zitten
en naar U te luisteren."
Een plotselinge vroolijkheid verhelder
de het lijdende gezicht in de kussens en
zacht klonk het: „Ik dacht, dat je in
alles zoo op je vader leek, Alwyn, maar
ik bemerk nu toch, dat dat niet heele
maal'waar is. Je hebt in je karakter niet
dat eenigszins trotsche en heerschende
element, dat hem zoo eigen was. Nooit
zou je vader openlijk bekend hebben, dat
een vrouw, welke vrouw dan ook, in 't
een of andere opzicht boven hem stond."
Een veelzeggende blik schoot uit de
grijze oogen en werd opgevangen door
een paar stralende bruine kijkers. Betty
moest hardop lachen om deze laatste
opmerking van haar tante en als met
een tooverslag was elke trieste en som
bere schaduw uit het ziekenvertrek weg
gevaagd. Graag bezweek de jonge arts
voor het dringende verzoek om nog iets
te vertellen van thuis en hoe het in Bal-
growie was. Zijn schuchtere gereserveerd
heid verdween onder het praten geheel en
bijna jongensachtig opgewonden vertelde
hij van de toenemende gezondheid van
zijn moeder, van het succes, dat Frank
had met de nieuwe methoden, die hij
toepaste in het boerenbedrijf en van het
onuitsprekelijke geduld, waarmee Alison
haar lijden droeg.
O'ok sprak hij' enthousiast over zijn
eigen v^rk en hoe blij hij geweest was,
dat hij zoo spoedig zoo'n mooie betrek
king had gevonden.
Eindelijk stuurde tante Margaret hem
weg en ze gaf hem de waarschuwing
mee, dat hij niet bij al zijn patiënten
zoo'n langen tijd mocht blijven, aange
zien een spoedig ontslag daarvan wel
eens 't gevolg kon zajin.
Lachend beloofde hij te gehoorzamen
en de daad bij het woord voegende, ging
hij direct weg. Maar de herinnering aan
deze zoete oogenblikken daalde neer in
zijn ziel en een visioen van een lief, rein
meisjeskopje bleef hem vergezellen. In
zijn hart hoorde hij de echo van een
vroolijken, helderen meisjeslach en groote
dankbaarheid welde in hem op, dat God
zijn weg hierheen geleid had.
Toen Betty dien avond de stilte van
haar zolderkamertje opzocht, haalde ze
nog eens het kostbare, nu geheel ver
dorde takje wilde rozen uit zijn schuil-
Het was deze week 23 jaar geleden,
dat de groote wereldoorlog uitbrak.
Bijna een kwart eeuw dus.
Maar de gevolgen zijn nog steeds waar
neembaar. De napijnen worden nog altijd
gevoeld, En zij die meenden dat de ver
schrikkelijke worsteling toch dit voordeel
zou hebben dat de toestand gezuiverd
werd en dat de afkeer van het wapenge
weld zou toenemen, zien zich telkens weer
teleurgesteld.
Meermalen werd den laatsten tijid een
vergelijking gemaakt met den toestand in
1914. En niet ten onrechte. De internatio
nale verhoudingen zijn op sommige pun
ten zeer gespannen en een betrekkelijke
kleinigheid kan oorzaak worden van een
alles vernietigende explosie.
Niet zonder bezorgdheid wordt daarom
de verdere ontwikkeling van het conflict
tussohen China en Japan gevolgd. E'r
schijnt nog een kans te zijn dat een open
lijke oorlog vermeden wordt en dat door
vreedzame onderhandelingen een oplos
sing wordt gevonden. Maar het tegendeel
is ook niet uitgesloten. En als het een
maal tot een oorlog komt, dan is het ein
de nog niet te zien. Het gevaar bestaat
toch dat ook Rusland bij' zulk een conflict
betrokken wordt en dan is bet zeer de
vraag of het daarbij zal blijven.
De explosie-stoffen liggen opgehoopt
evenals in 1914. Moge God ons geslacht
voor een nieuwen wereldbrand bewaren.
Gelukkig zijn er ook enkele verschijn
selen van meer gunstigen aard.
Naar het schijnt is de verhouding tus-
schen Engeland en Italië, die langen tijd
ver van gunstig was, veel verbeterd, wat
ook van belang is voor den burgeroorlog
die nog altijd in Spanje gevoerd wordt.
Het gevaar was toch niet denkbeeldig,
dat uit dezen oorlog verdere verwikke
lingen en conflicten zouden voortvloei
en. Nu is dat nog altijd mogelijk, maar
de kans daarop wordt toch minder als
Italië en Engeland vriendschappelijk
naast elkaar staan.
Sommige optimisten zijn van oordeel,
dat de wereld-jamboree der padvinders
die thans in ons land gehouden wordt,
voor de verbroedering der volken van
groote beteekenis kan zijn. Wij zijn ech
ter zoo vrij dit te betwijfelen.
Door een padvinders-jamboree, hoe
aardig ook op zichzelf, worden geen
nieuwe grondslagen voor de internatio
nale verhoudingen gelegd. Verbroede
ringsfestijnen zijn goedkoop en ze kun
nen soms zeer aandoenlijk zijn, maar
van ingrijpende beteekenis zijn ze niet.
Wij prijzen het dan ook in onze Re
geering, dat zij, rekening houdend met
de werkelijkheid, aan de versterking van
onze weermacht volle aandacht gaat
schenken. Van een man als Minister
Van Dijk, een bekwaam en voorzichtig,
maar ook doortastend man, viel trou
wens niet anders te verwachten.
Blijkens de pas gepubliceerde opgaven
begint er bij' de spoorwegen die de laatste
jaren met zoo groote verliezen werkten
een kentering te komen. Soms had het
den schijn alsof alle herstel hier uitge
sloten was, daarom moeten we al dank
baar zijn als aan de voortdurende stij
ging der tekorten een einde komt.
De afgeloopen week bracht de blijde
tijding dat de posttarieven weer opnieuw
worden verlaagd. Althans weer een
kleine vermindering van lasten, vooral
van belang voor het bedrijfsleven.
Zullen verdere verlagingen volgen? De
begrooting die straks wordt ingediend
zal het antwoord geven.
Wij vreezen echter.
De voorz. zegt, dat noodzakelijk ander
werk riep en zal zoo spoedig mogelijk
dit werk laten voortzetten.
Dhr de Neef wijst op het Speldpaadje,
waar het er nog maar steeds rommelig
uitziet.
De voorz. antwoordt den heer de Neef,
dat hij nog wat geduld moet hebben;
het komt in orde.
Borssele. Uitslag van den gehouden
ouderlingen schietwedstrijd van de
schietvereeniging Frank van Borsselen.
Vrije baan: iJ. Karelse le pr. 120 pun
ten; J. de Bue 2e pr. 119 p.; J.v. Sabben
3e pr. 119 p.; B. Nieuwenhuize 4e pr. 118
p.; A. v. d. E'nde 5e pr. 118 p.; B. Quist 6e
pr. 117 p.; J. Rottier 7e pr. 116 p.; A.
Nieuwenhuize 8e pr. 115 p.; P. v. Liere
plaats te voorschijn en terwijl ze het op
nieuw drukte aan haar jonge, roode lip
pen, fluisterde ze: „O, God, hoe dank
ik UI"
HOOFDSTUK X.
Een onvergetelijke avond.
Eindelijk brak de lang verwachte dag
aan, waarop 't veelbesproken feest van
Sir Claude Trevellyn zou plaats hebben.
Overal hing een sfeer vol spanning en
opgewondenheid. Met koortsachtigen ijver
werden in de groote villa van den land
heer, de laatste toebereidselen gemaakt
voor de ontvangst der gasten. Heel Sun-
nymead sprak van deze ongewone ge
beurtenis, want de vorige landheer had
in zijn laatste levensjaren steeds stil en
teruggetrokken op zijn buiten geleefd.
Zijn ziekelijkheid en ver gevorderde leef
tijd stelden hem niet in staat partijen
of feesten te organiseeren en het was dus
geen wonder, dat ieder vol was van de
festiviteiten, die nu op handen waren en
waarvan de ongeloofelijkste verhalen de
ronde deden.
(Wordt vervolgd.)