DE ZEEUW Benauwd JT op ^horst? De verplichtingen van een koning Wentel dien last van U af door intijds Abdijsiroop te nemen. Per flacon 90 cent en f. 1.50 (Jit de Provincie. TWEEDE BLAD Voor den Zondag FEUILLETON BETTY'S LIEFDE. Wat er deze week voorviel ontving hij opnieuw den gezant van Bra zilië (decoratie en toespraak), confereer de met de leden der Japansche economi sche missie, met eenige hooge Indische ambtenaren, die naar Indië zouden te- ïugkeeren en ontving ten slotte nog twee gezanten. Be dinertijd wa<s toen reeds lang voorbij. Na maanden van zulken ononderbro ken arbeid reisde de koning naar Bel fast. Toen hij aankwam, zag hij er al vermoeid uit; het was een gloeiend heete dag. Er moesten inspecties worden gehouden, bezoeken gebracht, er was een bom-explosie, er waren tientallen ge sprekken met autoriteiten. Bij dit alles moest de koning zeker twintigmaal salueeren, toen het volkslied werd gespeeld. En toch, schrijft Gordon Beckles met, bewondering, verslapte het gebaar van den koning geen oogenblik; slechts één maal leken de vingers der rechterhand even te beven, terwijl zij gestrekt lagen langs de uniformpet De koning en de koningin zijn gisteren met vacantie naar Balmoral Castle ver trokken. Gedurende die vacantie zullen zij nog een tocht naar de Hebriden maken. Laten we hopen, zoo besluit de schrij ver, dat de hofdignitarissen na de vacan tie wat meer moeite zullen doen om de krachten van onzen koning en onze ko ningin te sparen. Wilt Ge verlichting in den korist mogelij ken tijd? Wilt Ge dat benauwde gevoel, dal overmatige fluimen doen ophouden, pleeg dan geen verzuim door te wachten en Uw hoest te laten ontaarden in een of andere gevreesde kwaal. Nog zijn Uw organen ge zond, laat ze niet ziek worden door hel met ziektekiemen beladen slijm. Weer op na tuurlijke wijze de ziekteaanval af. Zor^ dal die taaie slijm die U het ademen bemoeilijkt, wordt verwijderd. Neem Abdijsiroop, die stopt den hoest, maakt Uw ademhalings organen gezond, geeft Uw borst de weer stand die deze noodig heeft en zal U weer vrij, ruim en diep doen ademhalen. Middelburg). Ter aarde bestel ling van wijlen den heer H. C. W i e 1 a n d t. Reeds geruimen tijidi voor de lijkstoet, waarmede het stof felijk overschot van wijlen den heer H. C. Wielandt, het slachtoffer van het auto- ongeluk op den Veerschen weg op Maan dag j.l. naar de laatste rustplaats werd gebracht, op de algemeene begraafplaats aankwam, hadden gisterenmiddag ve len het condoleantie register geteekend, o.a. vertegenwoordigers van de vereeni- ging „Uit het VolkVoor het Volk"; de vereeniging tot bevordering van 't Vreem delingenverkeer; de vereeniging tot in standhouding van het Middelburgsoh Mu ziekkorps; de IJsclub en van de buurt- oommissie van Seissingel en Seisweg. Ottder de talrijke bloemstukken, die de kist dekten of in een open rijtuig wer den meegebracht, waren er van deze cor poraties, als ook van de N. V. Nationaal Spaarfonds, waarvan de overledene een inspecteursplaats had aanvaard. Van de bovengenoemde vereenigingpn volgden de deputaties op het kerkhof de baar tot aan het familiegraf, waarin on der diepe stilte de kist werd neergelaten. Nadat de 'kransen enz. rondom de ge opende groeve waren gelegd, trad als eer ste spreker naar voren, dhr W. de Graaf, die schetste wat dhr Wielandt in 12 jaar als bestuurslid voor de vereeniging „Uil het VolkVoor het Volk" heeft verricht, als men in moeilijikheden zat, was het do overledene, die mede hielp er over heen te komen. Dhr Mr. J. Moolenhurgh sprak namens de vereeniging tot Bevordering van het Vreemdelingenverkeer en getuigde ook van de waardeering, die de overledene in dat bestuur heeft gehad. Dhr L. Leijdesdorff sprak woorden van dank voor wat dhr "Wielandt in het be lang van 'het Middelburgsoh Muziekkorps heeft gedaan, terwijl dhr A. de Jonge het zelfde deed namens de Middelburgsche IJsclub en dhr P. de Vos namens ge noemde buurtoommissie, waarvan dhr Wielandt tot voor kort voorziter was. Ten slotte sprak Ds M. van Empel, die zeide te willen voldoen aan het verzoek van de jongste zuster, die in Zwitserland herstel van gezondheid zoekt en die hem verzocht woorden van grooten dank te spreken voor de groote liefde, die de over ledene haar, vooral ook tijdens haar ziek te, heeft gegeven. Spr. getuigde ook van de groote 'liefde van dhr Wielandt voor zijn verdere familieleden, in het bijzon der ook voor zijn ouders. Spr. bracht als predikant in herinnering: „God heeft ge geven, God heeft genomen" en eindigde met gebed. De vader van den overledene, dhr H. A. Wielandt uit Zeist, sprak woorden van grooten dank tot allen, die met woorden of door hun aanwezigehid blijken van 'belangstelling gaven. Familieleden en vrienden strooiden wit te bloemen in het graf, waarmee de droe ve plechtigheid ten einde was en de aan wezigen den doodenakker verlieten. Kapelle. De raad der gemeente kwam in openbare zitting bijeen, afwezig de heer van Wingen. Van Ged. Staten is bericht ontvangen, dat het B.A. te Kapelle kan overgaan tot verkoop van gronden, mits van het bedrag vier pet ten honderd blijft ge waarborgd. De voorz. deelt mee, dat de slooten aan de Nieuwe Kerkstraat te Biezelinge zijn gedempt; hiervoor is voldoende grond gevonden. Ook is een gedeelte aangekocht, om de aschbelt te verbete ren en op te knappen. Alsnu volgde benoeming tijdelijk wet houder, daar Weth. van der Have voor 3 maanden naar Indië gaat, zoodat B. en W. het noodzakelijk vonden een tijde lijk wethouder te benoemen. Hiervoor werd gekozen met 4 st. de heer P. Zegers, 2 st. waren blanco. Dhr Zegers neemt deze benoeming aan en hoopt, dat straks de heer van der Have weer in goeden welstand mag terug- keeren. De voorz. wil hem nogmaals een goe de reis toewenschen en hoopt, dat hij straks gesterkt en welgemoed weer mag terugkeeren, om weer de gemeentezaken als altijd met toewijding te behartigen. Besloten werd tot aankoop van zijkant wegen, eigenares Mevr. de Wed. D. Wis senNijssen, voor een bedrag van f 297,60. In verband met de stichting van een telefoongebouwtje werd eveneens met al gemeene stemmen besloten om een stuk je grond achter het postkantoor Kapelle— Biezelinge te verkoopen voor f300 den hoop. B. en W. stellen voor om dit bedrag op het gebouwd eigendom van de ge meente af te lossen. Ook stellen zij voor toe te treden tot de vereeniging, welke werkzaam is in het belang van Nederlanders, verpleegd in Gheel (België), en hiervoor een be drag van f 5 per jaar vast te stellen. Alle leden voerden hierover het woord. Vooral werd de Stichting „Vrederust" te Bergen op Zoom aanbevolen, een stich ting in de provincie en op korten afstand wat gemakkelijk is om bezoeken te bren gen voor familie en kennissen. Het buitenland vond men niet verkies lijk, vooral wanneer er eigen stichtin gen zoo nabij zijn. Wil men beslist neu trale inrichtingen, ook die zijn te vinden. De voorz. en de wethouders wijzen op de hooge kosten, daarom werd Gheel ge zocht, het scheelt een f 330 per jaar. Deze vereeniging doet voor de Nederlanders een goed werk. Besloten werd na langdurige bespre king een bedrag van f 5 vast te stellen. Bij de rondvraag vraagt dhr Fraanje, hoelang de keien nog aan den opril van Biezelinge bij de Ned. Herv. kerk moeten liggen. Aangedrongen wordt op spoedige opruiming. VAN ZATERDAG 7 AUG. 1937, Nr 260, KRACHTIG IN DEN HEERE. Wordt krachtig in den Heere en in de sterkte Zijner macht. Efeze 610. Voor wie den Naam van Christus noemt en naar Zijn wil begeert te leven, past geen lijdelijkheid. Het geloof in Jezus Christus brengt niet tot stilzitten ergens in een donker en vergeten hoekje, maar het komt met den eisch van activiteit en strijdvaardig heid. Het vraagt strijd van den herboren mensch tegen zichzelf, tegen zijn boos en opstandig hart en al wat daaruit voort komt, maar ook tegen satan en de zonde en al wat uit de zonde leeft. Die strijd des geloofs begint in het eigen hart en in het eigen leven. Dat is het middelpunt, daar is het brand punt van den strijd. Maar hoe slap en hoe traag betoonen wij ons daarin menigmaal. Hoe weinig overeenkomst vertoonen de geloovigen vaak met strijdbare en waakzame helden. Daarom past ook nu nog het vermaan om krachtig te worden in den Heere en in de sterkte Zijner macht. Wie op eigen kracht betrouwt, komt altijd beschaamd uit. Hij zai niet be staan. De vijanden, die de Christus-belijders belagen, zijn sterk en listig. En de geloovigen zijn in zichzelf zwak, omdat in hun eigen hart zijn de begeer lijkheden, die heulen met den vijand daar buiten die kan aanvallen als een brie- schende leeuw, met overweldigende kracht, maar die zich ook kan voordoen als een engel des lichts. De vijand, die nog altijd rondgaat, zoekende wie hij zou mogen verslinden. In dezen geestelijken strijd past geen lijdelijkheid en slapheid, maar voortdu rende werkzaamheid en waakzaamheid. Sterke wederstand is noodig. Maar niet in eigen kracht. Krachtig... in den Heere! Vraagt naar den Heere en Zijne sterk te; naar Hem, die al uw heil bewerkte. VERSCHILLENDE VOLKEN GETYPEERD. Onlangs heeft een in Oostenrijk ver schijnend blad op humoristische wijze en kele Euxopeesohe volken aldus weergege ven: In dezen tijd van hermilitariseering is 't geen wonder, dat eerst gevraagd wordt hoe verschillende volken het soldaat-zijn beschouwen. Voor den Engelschman is het een dragelijk beroep, voor den Italiaan beteekent het een mooie uniform, voor den Duitscher een behoefte, voor den Franschman een lastige noodzakelijkheid. Onze tijd met zijn internationale span ningen en oorlogsgeruohten heeft onwil lekeurig als tweede vraag doen rijzen: wat beteekent de vrede voor die volken? Zie hier het antwoord: voor den Engelschman zekerheid, voor den Italiaan een compro mis, voor den Duitscher een wapenstil stand, voor den Franschman een schoo-' ne droom. Eén verdrag ziet de Engelschman als winst, de Italiaan als een schikking, de Duitscher als een vodje papier, en de Franschman als een vergissing. Het „mooiste 'ding ter wereld" is voor den Engelschman een schip, voor den Ita liaan een mandoline, voor den Duitscher een militaire parade, voor den Fransch man een schoone vrouw. Een Engelschman maakt voor een da me een keurige buiging; de Italiaan zingt een vurig lied, de Duitscher staat stram, de Franschman tracht te flirten. Bij een gesprek luistert een Engelsch man en spreekt weinig; de Italiaan spreekt veel en luistert niet; de Duitscher spreekt langzaam en bezonnen; en de Franschman spreekt veel zonder na te denken. 19) De jonge man was erg ontdaan, toen hij zag, hoezeer zijn oude moederlijke vriendin was verzwakt en verouderd en de innige begroeting tusscheri hem en tante Margaret bracht de tranen in Bet ty s oogen. Met teeren eerbied nam hij haar smalle, doorzichtige handen in de zijne en 'twas niet enkel de belangstel lende, onderzoekende blik van den dok ter, waarmee hij nauwkeurig de trekken van dat lieve, moegeworstelde gezicht op nam. „Nee, mijn jongen, om mij mag je niei bedroefd zijn", zei ze opgewekt. „Ik ben erg blij, dat je hier bent, maar ik weet heel goed, dat ook jou wetenschap mij niet meer kan helpen, hoe graag jij dat ook zoudt willen. Spoedig zal ik thuis zijn. Ik zie heelemaal niet tegen den dood op, want God is steeds dicht bij mij. Hij heeft mij ook dezen vredige ha- Voor het staatshoofd applaudiseert de Engelschman; de Italiaan schreeuwt, de Duitscher houdt parade; de Franschman lacht hem uit. Voor de wet buigt de Engelschman zich gewillig; de Italiaan doet zijn best er zoo veel mogelijk mee te rekenen; de Duit scher onderwerpt zich en gehoorzaamt; de Franschman tracht er door redeneeren aan te ontkomen. Een discussie over politiek heteeikeni voor den Engelschman 'hoffelijkheid zon der dat hij er veel belong in stelt; voor den Italiaan wil het zeggen: een samen zwering; voor den Duitscher een passie ve eenstemmigheid; voor den Fransch man een scheldpartij gevolgd door een handgemeen. Hoe is de vaderlandsliefde bij de vier genoemde volken? De Engelschman i|s trotsch op zijn vaderland en reist veel in andere landen; de Italiaan houdt van zijn vaderland, maar geeft er de voor keur aan in andere landen te wonen; de Duitsober mint zijn land en verafschuwt alle andere landen; de Franschman houdt van zijn vaderland en verlaat het nim mer. De grootste man ter wereld is voor den Engelschman Koning George VI; voor den Italiaan Mussolini, voor den Duit scher Hitier e> de Franschman houdt er geen grootsten man op na. Op Koning George VI rust een drukkend juk van officieele plichten. De Koning van Eingeland ia een mach tig vorst. Maar hoe hoog ook geplaatst, in vele opzichten is hij minder vrij en meer ge bonden, dan vele eenvoudige onderda nen. Van den Koning, die het vorig jaar onder zóó pijnlijke omstandigheden het bewind aanvaardde, wordt zóóveel ge vergd, dat Gordon Beckles in de „Daily Express" een waarschuwend artikel schreef onder den titel: „D'e Koning wordt overwerkt". E'en half jaar geleden gingen er ge ruchten als zou de gezondheidstoestand van George VI zwak zijn; hij antwoordde met de enkele woorden: ,1 feel perfectly well". Sindsdien is men hem gaan overladen met plechtigheden, reizen, ontvangsten, onthullingen etc. in een tempo, dat Gor don Beckles qualificeert als „plichtsbe trachting op Marathon-basis". Eh men wist, aldus de schrijver, dat Edward VEI nog vóór hij koning was, al gebukt ging onder het drukkende juk der officieele plichten. Er is in Juli een week geweest, waarin de koning en de koningin vier nachten in treinen moesten doorbrengen; het ko ninklijk paar reisde naar Schotland, naar Wales, naar Londen, naar Cardiff en na de vermoeiende treinreizen volg den telkens niet minder vermoeiende da gen, dagen waarop de koning soms met 200 menscben moest kennismaken, die ieder een woord van hartelijkheid, verlan gen, liefst een woord dat getuigt van ken nis der functie van den betrokkene, zijn zaken, zijn moeilijkbeden. Slapen in den trein, maaltijden gebrui ken in den trein en dat voor een koning, die, al gevoelt hij zich „perfectly well", toch niet tot de stoersten gerekend kan worden. Zelfs de krachtigste verslagge vers, aldus de „Daily Ekpress", die den koning een week gevolgd hebben, kwa men doodelijk afgemat terug. Dit is niet de goede manier, verwijt do schrijver den hofdignitarissen, die 'sko- nings reizen arrangeeren: „De koning en de koningin zijn geen Amerikaansche po litici op de stemmenjacht; zij zijn sou- vereinen, wier ïeizen door het rijk op een waardige wijze moet gebeuren". De dagen, welke de koning in Londen is, zijn eveneens overvuld. Koning Geor ge heeft in enkele maanden meer offi cieele bals, levée's e.d. moeten bijwonen dan andere vorsten in een jaar. En een dag, waarop geen groote gebeurtenissen plaats hebben, zag er nog als volgt uit. De koning ontving den maharadja van Nawanagar; den minister van Transport wezen, de gezanten van Polen en Brazi lië, den kolonel der Cameron Hooglan ders; hij lunchte met den nieuwen gou verneur van Bombay, dien bij na den lunch decoreerde en toesprak; vervolgens ven gegeven, waar mijn levensscheepje mocht inzeilen om niet weer uit te va ren. Hij was het, die me dit lieve kind gaf dat mij met haar hartelijke zorg tot zooveel troost geworden is; en nu schenkt Hij me bovendien nog de vreugde, dat ik jou weer mag zien. Met groote innigheid nam Alwyn weer afscheid van haar. Hij wilde haar graag dikwijls bezoeken, al was het ook maar alleen omdat het zoo heerlijk en verkwik kend was, rustig even bij haar te zitten. Met haar gewonen zachten ernst wil ligde ze zijn verzoek in, maar stelde be slist één voorwaarde. „Je mag zoo dik wijls hier komen, als je wilt, alleen wil ik niet, dat je treurig bent over mijn toestand of mijn lot beklaagt. Als je komt, dan verwacht ik, dat je me wat nieuws meebrengt opdat ik niet het con tact met de buitenwereld zal verliezen. Of je vertelt me zoo nu en dan iets van de onsterfelijke levenswijsheid, door groo te mannen uitgesproken of beter nog: herinner me dikwijls aan de kostbare woorden van Goddelijken oorsprong vol leven en hoop. Beloof je mij dat?" „Ja, dat beloof ik U", antwoordde hij, terwijl hij zacht haar handen streelde. „Maar ik weet nu al wel, wie het meeste voordeel zal trekken' van deze overeen komst. Vanaf mijn jongensjaren bent U al geweest mijn trouwe raadgeefster en ook nu, nu ik volwassen ben doe ik niets liever, dan stil aan Uw voeten te zitten en naar U te luisteren." Een plotselinge vroolijkheid verhelder de het lijdende gezicht in de kussens en zacht klonk het: „Ik dacht, dat je in alles zoo op je vader leek, Alwyn, maar ik bemerk nu toch, dat dat niet heele maal'waar is. Je hebt in je karakter niet dat eenigszins trotsche en heerschende element, dat hem zoo eigen was. Nooit zou je vader openlijk bekend hebben, dat een vrouw, welke vrouw dan ook, in 't een of andere opzicht boven hem stond." Een veelzeggende blik schoot uit de grijze oogen en werd opgevangen door een paar stralende bruine kijkers. Betty moest hardop lachen om deze laatste opmerking van haar tante en als met een tooverslag was elke trieste en som bere schaduw uit het ziekenvertrek weg gevaagd. Graag bezweek de jonge arts voor het dringende verzoek om nog iets te vertellen van thuis en hoe het in Bal- growie was. Zijn schuchtere gereserveerd heid verdween onder het praten geheel en bijna jongensachtig opgewonden vertelde hij van de toenemende gezondheid van zijn moeder, van het succes, dat Frank had met de nieuwe methoden, die hij toepaste in het boerenbedrijf en van het onuitsprekelijke geduld, waarmee Alison haar lijden droeg. O'ok sprak hij' enthousiast over zijn eigen v^rk en hoe blij hij geweest was, dat hij zoo spoedig zoo'n mooie betrek king had gevonden. Eindelijk stuurde tante Margaret hem weg en ze gaf hem de waarschuwing mee, dat hij niet bij al zijn patiënten zoo'n langen tijd mocht blijven, aange zien een spoedig ontslag daarvan wel eens 't gevolg kon zajin. Lachend beloofde hij te gehoorzamen en de daad bij het woord voegende, ging hij direct weg. Maar de herinnering aan deze zoete oogenblikken daalde neer in zijn ziel en een visioen van een lief, rein meisjeskopje bleef hem vergezellen. In zijn hart hoorde hij de echo van een vroolijken, helderen meisjeslach en groote dankbaarheid welde in hem op, dat God zijn weg hierheen geleid had. Toen Betty dien avond de stilte van haar zolderkamertje opzocht, haalde ze nog eens het kostbare, nu geheel ver dorde takje wilde rozen uit zijn schuil- Het was deze week 23 jaar geleden, dat de groote wereldoorlog uitbrak. Bijna een kwart eeuw dus. Maar de gevolgen zijn nog steeds waar neembaar. De napijnen worden nog altijd gevoeld, En zij die meenden dat de ver schrikkelijke worsteling toch dit voordeel zou hebben dat de toestand gezuiverd werd en dat de afkeer van het wapenge weld zou toenemen, zien zich telkens weer teleurgesteld. Meermalen werd den laatsten tijid een vergelijking gemaakt met den toestand in 1914. En niet ten onrechte. De internatio nale verhoudingen zijn op sommige pun ten zeer gespannen en een betrekkelijke kleinigheid kan oorzaak worden van een alles vernietigende explosie. Niet zonder bezorgdheid wordt daarom de verdere ontwikkeling van het conflict tussohen China en Japan gevolgd. E'r schijnt nog een kans te zijn dat een open lijke oorlog vermeden wordt en dat door vreedzame onderhandelingen een oplos sing wordt gevonden. Maar het tegendeel is ook niet uitgesloten. En als het een maal tot een oorlog komt, dan is het ein de nog niet te zien. Het gevaar bestaat toch dat ook Rusland bij' zulk een conflict betrokken wordt en dan is bet zeer de vraag of het daarbij zal blijven. De explosie-stoffen liggen opgehoopt evenals in 1914. Moge God ons geslacht voor een nieuwen wereldbrand bewaren. Gelukkig zijn er ook enkele verschijn selen van meer gunstigen aard. Naar het schijnt is de verhouding tus- schen Engeland en Italië, die langen tijd ver van gunstig was, veel verbeterd, wat ook van belang is voor den burgeroorlog die nog altijd in Spanje gevoerd wordt. Het gevaar was toch niet denkbeeldig, dat uit dezen oorlog verdere verwikke lingen en conflicten zouden voortvloei en. Nu is dat nog altijd mogelijk, maar de kans daarop wordt toch minder als Italië en Engeland vriendschappelijk naast elkaar staan. Sommige optimisten zijn van oordeel, dat de wereld-jamboree der padvinders die thans in ons land gehouden wordt, voor de verbroedering der volken van groote beteekenis kan zijn. Wij zijn ech ter zoo vrij dit te betwijfelen. Door een padvinders-jamboree, hoe aardig ook op zichzelf, worden geen nieuwe grondslagen voor de internatio nale verhoudingen gelegd. Verbroede ringsfestijnen zijn goedkoop en ze kun nen soms zeer aandoenlijk zijn, maar van ingrijpende beteekenis zijn ze niet. Wij prijzen het dan ook in onze Re geering, dat zij, rekening houdend met de werkelijkheid, aan de versterking van onze weermacht volle aandacht gaat schenken. Van een man als Minister Van Dijk, een bekwaam en voorzichtig, maar ook doortastend man, viel trou wens niet anders te verwachten. Blijkens de pas gepubliceerde opgaven begint er bij' de spoorwegen die de laatste jaren met zoo groote verliezen werkten een kentering te komen. Soms had het den schijn alsof alle herstel hier uitge sloten was, daarom moeten we al dank baar zijn als aan de voortdurende stij ging der tekorten een einde komt. De afgeloopen week bracht de blijde tijding dat de posttarieven weer opnieuw worden verlaagd. Althans weer een kleine vermindering van lasten, vooral van belang voor het bedrijfsleven. Zullen verdere verlagingen volgen? De begrooting die straks wordt ingediend zal het antwoord geven. Wij vreezen echter. De voorz. zegt, dat noodzakelijk ander werk riep en zal zoo spoedig mogelijk dit werk laten voortzetten. Dhr de Neef wijst op het Speldpaadje, waar het er nog maar steeds rommelig uitziet. De voorz. antwoordt den heer de Neef, dat hij nog wat geduld moet hebben; het komt in orde. Borssele. Uitslag van den gehouden ouderlingen schietwedstrijd van de schietvereeniging Frank van Borsselen. Vrije baan: iJ. Karelse le pr. 120 pun ten; J. de Bue 2e pr. 119 p.; J.v. Sabben 3e pr. 119 p.; B. Nieuwenhuize 4e pr. 118 p.; A. v. d. E'nde 5e pr. 118 p.; B. Quist 6e pr. 117 p.; J. Rottier 7e pr. 116 p.; A. Nieuwenhuize 8e pr. 115 p.; P. v. Liere plaats te voorschijn en terwijl ze het op nieuw drukte aan haar jonge, roode lip pen, fluisterde ze: „O, God, hoe dank ik UI" HOOFDSTUK X. Een onvergetelijke avond. Eindelijk brak de lang verwachte dag aan, waarop 't veelbesproken feest van Sir Claude Trevellyn zou plaats hebben. Overal hing een sfeer vol spanning en opgewondenheid. Met koortsachtigen ijver werden in de groote villa van den land heer, de laatste toebereidselen gemaakt voor de ontvangst der gasten. Heel Sun- nymead sprak van deze ongewone ge beurtenis, want de vorige landheer had in zijn laatste levensjaren steeds stil en teruggetrokken op zijn buiten geleefd. Zijn ziekelijkheid en ver gevorderde leef tijd stelden hem niet in staat partijen of feesten te organiseeren en het was dus geen wonder, dat ieder vol was van de festiviteiten, die nu op handen waren en waarvan de ongeloofelijkste verhalen de ronde deden. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1937 | | pagina 5