DE ZEEDW tweede blad Een hennnering aan Br A. Kuyper ONDRAGELIJKE*" BRANDWONDEN KLOOSTERBALSEM Voor den Zondag BETTY'S LIEFDE. Wat is inflatie? Uit de Provincie Wat er deze week voorviel FEUILLETON DE VELLEN HINGEN ERBN Dank Zl| KLOOSTERBALSEM komt sQn hand weer goed In orde AKKER'S ORIQINEKL TIN INZAG! VAN ZATERDAG 31 JULI 1937, Nr 254. IN DE KRACHT GODS. Want zie, Ik stel u heden tot een vaste stad.Jerem. 1:18. Bedienaar van het Woord des Heeren te zijn is een ver van gemakkelijke taak. Het is geen geringe zaak het Woord Gods zuiver te vertolken, de zin en de meening des Heiligen Geestes duidelijk en getrouw weer te geven. Dat kost moeite en inspanning; het eischt nauwgezet on biddend onderzoek van de Heilige Schrift waarin God de Heere zich aan ons heeft willen openbaren. Maar het is een moeilijke taak ook, om dat Woord-bediening volstrekt niet alleen en niet altijd is Evangelieprediking, al thans niet direct. Zeker de blijde boodschap des heils mag in den naam des Heeren worden uitgeroepen, zelfs voor de ooren van tol lenaren en zondaren. Altijd weer mag worden verkondigd dat Jezus Christus in du wereld is gekomen om zondaren za lig te maken. Maar tegelijkertijd moet ook aan hen die zich niet van ganscher harte tot God bekeeren, het oordeel worden aangekon digd. Als het uitverkoren volk zijn God ver laat, dan ontvangt Jeremia den last om het volk den ondergang aan te zeggen. 'Elan wordt hij gesteld om uit te rukken en neer te werpen en te verdelgen en te verwoesten al is het dan ook met de uit gesproken bedoeling om langs dien weg ook weer te kunnen bouwen en planten. Het vervullen van deze taak zou voor Jeremia veel strijd en moeite met zich brengen. Zooals het ook nu geen lichte last is om de zonde, waar die zich ook openbaart te bestraffen, en tot reformatie op te roepen. Want dan komt van allen kant de te genstand los. Dan is de tot profeet geroe pene iemand die gemakkelijk praten heeft omdat hij buiten het leven staat, en niet weet wat er zooal te koop is. D'an gevoelt men zich verongelijkt en stelt men zich te weer. Maar wie in getrouwheid zijn werk verricht en alleen het Woord Gods laat spreken en dat geldt voor een ieder die waar dan ook wil buigen voor het Woord, die behoeft niet bevreesd te zijn. Want dan komt de goddelijke belofto-. Wees niet verschrikt, want zie Ik stel u tot een vaste stad en een ijzeren pilaar eu een koperen muur De tegenstand mag sterk zijn en groot de vijandschap: Ik ben met u spreekt de Heere om u uit te helpen. Een indrukwekkend debat. De heer A. Zijlstra, lid van de Tweede Kamer, heeft op den Bondsdag van deu Nederl. Bond van J. V. op G. G., te Middelburg, blijkens het dezer da gen verschenen Bondsboekje zijn redevoe ring over D'r A. Kuyper met de volgende persoonlijke herinnering besloten: Het was in 1897, in den verkiezings strijd van dat jaar, dat dr Kuvper een redevoering hield in mijn geboorteplaats: Zuidhorn, in dat deel der gemeente, dal Noordhorn heet. Het was op een prachtigen Juli-avond, dat dr Kuyper daar aankwam, en door den voorzitter, ds Scholten, naar de ver gaderzaal werd gebracht. Men had de grootste zaal gezocht. Maar welk een toestand was het daar. De zaal was stikvol, de spreker kon het spreekgestoelte niet bereiken, en daarbuiten stonden honderden te drin gen, mannen en vrouwen, jongen en ouden uit allerlei kring en van allerlei politiek geloof. -13.) HOOFDSTUK ITT. Een tweede kans. „Ik weet niet, hoe ik u moet bedan ken, juffrouw Betty, omdat ik dien dank niet in woorden kan uitdrukken. Maar u zult wel begrijpen, hoe blij we waren, dat u aan onzen landheer hebt willen vragen om mijn armen jongen een nieuwe kans te geven." Blij glimlachend boog het meisje zich heen over de zieke vrouw en zacht weer de ze de stroom van dankbetuigingen af. „Wind u zelf toch niet zoo op, juf frouw Grey", raadde ze, „neem liever iets van deze lekkere soep als u mij dan graag een genoegen wilt doen. Ik ben zelf immers even blij als u, dat Jim weer aan 't werk mocht gaan". Gretig lepelde de zieke iets van het krachtige, versterkende voedsel, dat Betty haar bood. Maar ze was te gelukkig en te dankbaar, dan dat ze daarvan zwijgen kon. „U weet niet, juffrouw Betty, welk een zware last u mij van het hart hebt geno Wat moest men doen? Er was toen een vrijzinnig landeige naar, die zeide: ga naar mijn land en houd de vergadering in de open luoht. Het bevel daartoe weerklonk en daar ging de menigte heen. Wie een stoel kon bemachtigen nam die mee. Het was alsof de zaal zou wor den afgebroken. D'e kiesvereeniging heeft later vrij wat schadevergoeding moeten betalen. Zoo kwam dan een groote schare op dat weiland bijeen. Een spreekgestoelte werd geïmprovi seerd en daar begon dr Kuyper zijn rede. Zij was interessant, leerzaam, onderhou dend. Maar het glanspunt was het debat. Daar was toen een ontvanger der re gistratie, een vrijzinnig man, die o.m. dit bezwaar ontwikkelde tegen de anti revolutionaire partij, dat zij de doodstraf had op haar program. Vergeet gij niet, riep hij dr Kuyper toe, dat de Heere Je zus door de overheid is veroordeeld en de doodstraf heeft ondergaan? Als die straf er niet ware geweest, zou dit niet zijn geschied. Daarna kwam dr Kuyper aan het woord. Het was onderwijl vrij donker gewor den. Een kostelijke avond. Zoo stil als het kan zijn in het ruime veld. Over de landen hing een dichte zomernevel, waar door een zacht avondrood nog even zijn glanzen wierp. De voorzitter lichtte dr Kuyper met een lucjfer bij, als hij de aanteekeningen voor het debat wilde inzien. Hoe stil was het onder die groote schare, die met gespannen aandacht luis terde, zooals voorheen bij een hagepreek in het vrije veld een naar behoud begee- rig volk de prediking indronk. D!r Kuyper had zijn hoed opgezet om dat het frisch begon te worden. Toen hij kwam tot de vraag van den debater over de doodstraf, werd zijn stem buitengewoon ernstig. Onze Heiland is, dus zeide hij, ter dood gebracht. Veroordeeld door de overheid, stierf Hij aan het kruis. Eln nu, zoo ver volge hij, nu ik daarover spreken moei, ontbloot ik mijn hoofd. En zie.... alle hoeden en petten gingen af. Daar stonden wij allen, geloovigen en ongeloovigen, in groote spanning. En daar klont die stem vol diepe ont roering: Nu belijdt ik met al Gods volk, dat als de doodstraf niet het recht ware geweest der overheid, die regeert bij de gratie Gods, en onze Koning en Heere niet ware veroordeeld tot den kruisdood, er noch voor mij noch voor u allen voor tijd en eeuwigheid behoud en genade zoude zijn Eh met verheffing van stem riep hij uit: en die dit met mij gelooft, die zegge: amen. Toen klonk daar uit vele monden een amen, zooals zij zeker zelden hadden uit gesproken. Er heerschte een oogenblik een wonder lijke stilte. Daar waren er, wien het te machtig werd. Zij wilden wegMaar dr Kuyper dankte en toen gingen wij heen Doch nimmer heb ik in den politieken strijd een moment beleefd als dit. Ik had Kuyper gezien in zijn kracht. Is het niet buitengemeen treffend, dat korten tijd daarna de genoemde debater aan dr Kuyper schrijven kon, dat hij de beteekenis van het kruis van Christus had verstaan en roemen mocht in Zijn ge nade? "Welnu, zoo moeten'wij dr Kuyper blij ven'zien, zal zijn leven en werken betee kenis voor ons hebben. ONGEKENDE LUXE EN LUISTER. Over het congres van de Kamer van Koophandel, onlangs te Berlijn gehouden, schrijft de heer J. Schilthuis, lid der Tweede Kamer, in „De Vrijz. Dem." dat men in Duitschland het Congres als een ■passende propagandakans voor het re giem zag Onderdeel van dit streven vormden de schitterende ontvangsten, waarop de con gresleden werden onthaald en waarop een ongekende luxe werd ten toon gespreid. Groot was daarbij het aantal Düitsche gasten en aan één der feestavonden, die naar schatting door welhaast driedui men", ging ze moede glimlachend verder. „Wij hadden juist, ten einde raad beslo ten, dat ik naar het ziekenhuis zou gaan en mijn arme kinderen naar het werk huis. Toen werd er geklopt en trad onze landheer, in hoogsteigen persoon binnen. Ik schrok eerst hevig, en ik wilde wel, dat Jim maar een flink eind uit de buurt was, omdat ik gehoord had, hoe wreed en onbarmhartig Sir Claude soms kon zijn. Jim zat daar echter bij de kachel, waarin natuurlijk geen vuur brandde en had troostend onze kleine Eva op zijn knie genomen, die van kou en honger schreide. Toen Susan de deur geopend had, trad Sir Claude binnen, terwijl hij onderzoekend om zich heen keek. Mede lijden en sympathie verzachtten de eenigs- zins harde lijnen van zijn knap gezicht en belangstellend vroeg hij-, waarom onzo kleine Elva zoo schreide. Jim' kon geen woorden vinden; schaamte en boosheid maakten hem sprakeloos, maar Susan antwoordde openhartig1, dat wij allen bijna van honger omkwamen, omdat Jim geen werk kon vinden. Toen vroeg hij mij, hoe lag ik al ziek geweest was en beloof de me van de boerdeiij, melk en eieren te laten brengen en ook een zak brandstof. Daarna wilde hij weer vertrekken en Jim wilde hem bedanken, maar de arme jon gen barstte in snikken uit. Do gedachte, dat hij niet voor mij kon werken en ik zend personen moet zijn bijgewoond, heb ben naast eenige .Rijksministers filmster ren als Lilian Harvey, Jenny Jugo en Annie Ondra met haar echtgenoot, den beroemden bokser Sohmeling, luister bij gezet, Een ongekende luxe. Natuurlijk ten koste van de bevolking die alle controle op de publieke financiën mist en die zich blauw mag betalen om de leiders in een sfeer van ongekende luxe te doen leven. En groote luister. Filmsterren en bok sers zitten op de eerste plaatsen naast ministers en andere rijksgrooten. Maar de getrouwe predikan ten die den moed hebben on danks alles Gods Woord te doen hooren, verkommeren in de gevangenissen. „'t Gebeurde door kokend heete olie en mijn 'rechter hand was geheel en al wond. Ik was ten einde raad en huilde van de ondragelijke pijnen. Mijn man heeft mijn hand dadelijk verbonden met Kloosterbalsem, welke we altijd voor ons kleintje in huis hebben, kunt er zich geen voorstelling van maken, hoe dat ineens heerlijk verzachtte. Ik geef U de heilige verzekering, dat ik zelf verstomd sta over het wonder. Binnen 14 dagen was mjjn hand weer gewoon." Ugj]^ (g tgmQt „Geen goud zoo goed" Onovertroffen bfl brand-en snij wonden Ook ongeëvenaard als wrljfmlddel bfl Rheumatiek, spit en pijnlijke spieren Schroefdoos 35 ct Potten 62'/a ct< en 1.04 Zie bier op welke wijze een in Stock holm verschijnend blad dit duidelijk tracht te maken. Twee professoren, A. en B., oude vrien den, wonen twee kilometer van elkaar. Ze bezoeken elkaar dagelijks. Of A. óf B. legt iederen dag die twee kilometer in ongeveer een 'half uur af. Op een goeden keer loopt htm gesprek er over, dat zij toch eigenlijk wel een beetje ver van elkaar af wonen. Die wan deling van een half uur, iederen dag maar weer, valt niet mee. En plotseling komen zij op het lumineuze idee, om voortaan niet meer te rekenen met kilo meters van 1000 meter, maar met kilo meters van 2000 meter. Nu kunnen ze naar waarheid zeggen, dat zij' maar één kilometer van elkaar afwonen. Dat was prachtig. Maar ze moesten nog een stapje verder gaan. Ze spraken ook af, dat zij voortaan niet meer met uren van 60 minuten zouden rekenen, doch met uren van 120 minuten. Mei recht konden ze nu niet alleen zeggen, dat zij maar één kilometer van elkaar ai woonden, maar ook, dat een wandeling van een kwartier voldoende was om el kaar te bereiken. 'Nu ze eenmaal zoo ver waren, wilden ze hun prachtidee ook consequent door voeren. Daarvoor waren het geleerden Zij stelden nog vast, dat ze voortaan met een kilogram van 2000 gram zouden we gen. Zij' zouden dus voortaan aan hun lichaamsgewicht maar de helft van het vroeger aantal kilogrammen behoeven te verplaatsen. Tenslotte besloten ze, om in de toe komst te rekenen met guldens van 200 cent, waardoor zij voor de tram, die ze gebruikten bij- slecht weer, een kaartje konden koo-pen voor de helft van de vroe- geren prijs. Zoo wisten de-ze twee geleerden door eenvoudig enkele eenheden te veranderen, aan de liefdadigheid van anderen was overgelaten, was hem te veel. Onze land heer scheen door zijn smart bewogen en terwijl hij vertroostend zijn hand op Jim's schouder legde, zei hij, dat hij den vol genden dag weer aan 'het werk mocht gaan. O, juffrouw Betty, na al die weken van gebrek en ellen-de, leek dit alles ons bijna te heerlijk om waar te zijn. Toen Sir Claude weer vertrokken was, hebben we geschreid en gelachen tegelijk en toen kwam er een groote mand met voedsel en voor 't eerst sinds langen tijd konden we het gevoel van honger weer overwinnen. Betty's gezicht straalde en juichend tilde ze kleine Eva omhoog en zette ze op haar knie, terwijl ze haar plagend aan de vlasharige krullen trok. Het kind nestelde zich liefkozend te gen haar aan en zacht fluisterde het: „Wat bent u toch mooi en lief en wat houd ik veel van ui" „Zoo, kleine vleister", lachtte Betty en dreigde met haar vinger, dat ze niets meer zeggen mocht. Maar juffrouw Grey lachte ingelukkig en zei dankbaar: „Ja, we hebben ook werkelijk reden om van u te houden, juf frouw Betty, want Jim zei, dat hij over tuigd was, dat we het alleen aan u te danken hebben, dat alles zoo'n goeie keer heeft genomen." „Hoe weet hij dat?" vroeg zij vroolijk. een groot gedeelte van hun zorgen aan kant te zetten. Zoo zouden deze twee geleerden geluk kige menschen zijn geworden, als de fei ten ook inaar zoo ivrien-dlijk hadden willen zijn om zich aan hun afspraken te voe gen. Doch dat deden de feiten nu een maal niet. Toen na dit interessante ge sprek de oude professor B. zijn vriend •verliet en thuis kwam, voelde hij zich even vermoeid en warm als voorheen na die wandeling. Hun afspraken verander den daar niets aan. En hij liet zich zuch tend in zijn leeren fauteuil zakken, in diep gepeins over het vruchtelooze van hun overeengekomen maatregelen. '(„'Op den TJikijk".) Veere, Gemeenteraad. Giste ren vergaderde de Raad. Allereerst wordt overgegaan tot benoeming van een secre taris, Er waren 53 sollicitanten. De voor dracht luidde: 1. J. A. Martijn te Veere; 2. Ens-erink te Aalten, 3. E. G Achterberg te Benthuizen Benoemd werd de heer J. A, Martijn met algem. stemmen. De voor- j zitter wenscht hem geluk met -deze 'be noeming. Daarna werd -de nieuw-henoem- de secretaris beëedi-gd. Ook werd voor a. ambtenaar Burgelijke stand, b. inner van slachtgelden, c. agent arbeidsbemidde ling benoemd met alg. st. de heer J. A. Martijn. De heer Martijn dankt Voorz., wethouders, leden van den raad voor zijn benoeming. De voorz. stelt voor baron van Tuijll van Serooskerken met 1 Aug. te benoe men tot len ambtenaar ter secretarie en mot 1 Sept. tot waarnemend secretaris. Hiermede ging de raad geheel accoord. Hij' werd aJls zoodanig beëedigd. Daar er vroeger, aldus de voorziter, klachten waren ingekomen over waterput ten, die ongeschikt weden geacht, is na nader onderzoek gebleken, dat ze inder daad niet goed waren voor drinkwater. Dit wordt nu in orde gebracht. Ingekomen is een bericht van de Boe renleenbank, dat de rente is verlaagd. !B. en W. deelen mede, dat de werkver schaffing is stopgezet tot begin October. Ingekomen is bericht van de vereeni- ging voor korfbalspel, die pas is opge richt, dat voorz. is de heer De Graaf, hoofd der school. Verzoek van de muziekvereeniging om medewerking tot wederopbouw van de muziektent, daar er geen concerten kun nen gegeven worden en ze vele begunsti gers hierdoor zal verliezen. B. en W. hebben al een advertentie geplaatst, om te trachten goedkoop aan materiaal hiervoor te komen. Na een breede bespreking werd besloten om af te wachten, wat de ver- eeniging zelf kan doen om in de kosten tot wederopbouw te voorzien. Rekening van Godshuis is nagezien en wordt goedgekeurd. Nu kwam in bespreking -aanleg eleo- trisch licht op Zandijk. De voorzitter noemt de kosten hieraan verbonden. Hij meent, in het belang der ingezetenen van Zandijk te moeten adviseeren, tot aanleg over te gaan. 'Spr. hoopt, dat velen zul len aansluiten, omdat het dan goedfcooper zal worden. Na eenige bespreking werd besloten tot den aanleg en liefst als het kan tot de -dreef van dhr D. Gideonse. Aan de orde kwam nu aankoop garage au-tobran-dspuit. De voorz. deelt mee, waf de kosten van deze garage voor de ge meente zullen zijn. Spr. wenscht de gara ge van dhr Stoel hiervoor te ko-open, Voorloopig staat de brandspuit er al in. Na eenige bespreking werd besloten, tot aankoop over te gaan. Ook werd besloten op advies van den voorzitter een nieuwe verordening voor -den lijkwagen gereed te maken. Daar het spoedig weer verpachting zal zijn van de grasvelden werd besloten, te bepalen, -dat op wallen, die verpacht zijn, of worden, niet anders- mag geplant wor den of gezaaid -dan gras en -dat kippen op de wallen, die Veere toebeh-ooren, niet meer mogen worden toegelaten. Voor het 'verpachten van gronden en grasvelden werd doer den raad een commissie be noemd. Hierna sluiting. Wie adverteeren wil gebruikt daarvoor .,DE ZEEUW". Dat is verstandig „Jim had dien bewusten dag weer te vergeefs naar werk gezocht en moe en wanhopig ging hij naar huis. Hij zag n toen op den weg, die bij de rivier langs loopt. U was in een druk gesprek gewik keld met onzen landheer en hij hoorde, dat u zijn naam noemde. Bovendien, nie mand zou het gedurfd hebben om voor ons te pleiten, en er was ook niemand, die het zou hebben kunnen doen, dan a alleen. Ik weet te goed, dat u zelfs als kind al, voor niemand bang was en ik ben overtuigd dat zelfs Sir Claude moest zwichten voor het pleidooi van zoo'n al lerliefste advocate." Betty ging staan en terwijl ze trachtte een toon van gezag' aan te slaan, wat haar bekoorlijk mislukte, zei ze: „Nu geen woord meer daarover, hoor, juffrouw Gry. 't Wordt tijd, dat ik naar huis ga, maar zeg u tegen Jim, dat ik zelf heb ingestaan voor zijn trouwe toewijding in 't vervolg." „D'aar is hij net", riep zijn moeder vol trots, toen de deur openging en Jim bin nentrad. Eerbiedig trok hij zijn pet af, toen hij de bezoekster van zijn moeder herkende en toen Betty hun kleine huisje verliet, liep hij haar vlug achterna, terwijl hij bescheiden vroeg: „Mag ik u even iets zeggen, juffrouw Norman?" „Natuurlijk, Jim," antwoordde Betty Enkele dagen nadat berichten in de bladen verschenen waren omtrent het sterk toegenomen luchtverkeer o.a. naar Indië en naar de Parijsche wereldten toonstelling, is een der trotsche „vogels" van de K.L.M., de „Flamingo" bij Brus sel op bijzonder tragische wijze neerge stort. Vijftien menschen verloren hierbij op aangrijpende wijze het leven. Aan de droeve reeks: Uiver, Leeuwerik, Kwik staart, Maraboo, Gaai en Lijster moet nu de Flamingo worden toegevoegd. We mogen niemand, ook niet de K.L.M., beschuldigen of in gebreke stellen. We willen aannemen, dat de oorzaak van de vieeselijke ramp er een is geweest, die menschen niet hadden kunnen wegnemen of voorkomen. Maar toch is het weder om een waarschuwing om zich niet te beroemen op wat de technici weten tot stand te brengen. Ook hier blijkt, dat het menschelijk kunnen zeer beperkt is en dat er waarlijk eer reden is om bescheiden dan om hoogmoedig te zijn. Veel nieuws is er verder uit eigen land i niet te melden. Het is volop vacantietijd. Voor de vacantie der Engelsche minis ters bestond dit keer meer dan gewone belangstelling. D'e vorige week ging n.l. het gerucht, dat geen enkele der Britsche ministers wegens den gespannen internationalen toestand met vacantie naar het buitenland zou gaan. Nu alle ministers het volle recht gekregen hebben zich geheel vrij te bewegen, ofschoon er maatregelen getrof fen zijn, dat zij in geval van hoogdrin gendheid snel bijeengeroepen kunnen wor den wordt de algemeene politieke toe stand wat gunstiger beoordeeld. Echter zullen slechts drie ministers van alle faci liteiten gebruik maken: die van de schat kist, van koloniën en voor Schotland. Da overigen brengen hun vacantie in Enge land door. Waaruit men weer de conclu sie mag trekken, dat, al is -de toestand gunstiger, er toch nog genoeg donkere wolkjes zijn, welke tot voorzichtigheid manen. Inderdaad, die zijn er. We denken aan het Verre O'osten, waar een toestand heerscht, -die practisch weinig van een oorlogstoestand verschilt. Eb wordt ge vochten en gebombardeerd, alsof de oor log is verklaard, hoewel we eerlijk moe ten bekennen, dat het uiterst moeilijk is uit den wirwar van elkaar tegenspreken de berichten, zich een juist beeld te vor men, van wat daar nu precies afspeelt. Amerika kijkt natuurlijk met Argus- oogen toe. Maar voorloopig schijnt het neutraal te willen blijven ten minste, zoo lang de mogelijkheid bestaat den strijd tot Noord-Ghina te localiseeren. In bree de kringen te Washington is men over tuigd, dat het conflict in Noo-rd-China zelfs zonder inmenging van buiten tot dit gebied beperkt zal blijven; en zoolang die waarschijnlijkheid bestaat, houdt men zich liever buiten de brandende kwestie. De Britsche minister van buitenland- sche zaken Eden heeft in het lagerhuis medegedeeld, dat voortdurend contact wordt gehouden met de voornaamste be trokken regeeringen; „ook met de sovjet- regeering, maar bovenal met die van de Vereenigde Staten", voegde de Engelsche staatsman er aan toe. Men is dus paraat. Ook de Spaansche kwestie is nog steeds hangende. Niet alleen, dat er nog altijd hevig gevochten wordt (de inneming van Brunete door de opstandelingen schijnt zelfs met verlies van vele menschenlevens gepaard te zijn gegaan), maar ook met de niet-inmengingskwestie zit men nog altijd in een impasse. Rusland maakt nu weer bezwaar met het Engelsche bemid delingsvoorstel accoord te gaan. Te midden van al deze beroeringen gaat Duitschland rustig zijn gang, om zichzelf sterk te maken. Niet alleen in militair, maar ook in economisch opzicht. Geheel de Duitsche politiek gaat steeds c-onse- kwenter staan in het teeken van zelfvoor ziening. Nu weer zijn de ijzerindustrie en de landbouw genationaliseerd. Alles wordt hoe langer zoo meer van Staatswege ge regeld en de boer zoowel als de indus trieel heeft in eigen bedrijf niets meer te zeggen. Rusland en Duitschland lijken ook m dit opzicht als twee druppels water op Ikander. met een bemoedigend knikje. Het eerlijke gezicht van den jongen was donkerrood van verlegenheid, en nerveus erfrouunelde bijl zijn pet tusschen zijli ingers. Dan stotterde hij in afgebroken zinnen: „Ik vermoed, dat moeder u af wel bedankt z-al hebben maar maar zelfs zij beseft niet, wat u inzonderheid voor mij' 'hebt gedaan. U hebt me niet al leen voor wanhoopi bewaard, maar voor nog iets veel ergers ik kan u niet in woorden zeggen, wat er in me omgaat maar als ik ooit u zal kunnen helpen, op welke manier ook, dan kunt u op me re kenen." Betty's teeie hartje was bewogen door deze spontane ontboezeming. Stevig drukte ze -de ruwe, grove werkhand en ernstig zei ze: „Ik z-al het onthouden. Jim. Ik weet, dat je in tijden van nood, me als een trouw ridder zult dienen." Een dankbare blik uit Jim's oogen loonde haar woorden en zijln stem trilde van emotie, toen hij' verder ging: „U was te goed ran zoo voor mijl te pleiten. Ik was het niet waard, maar ik hoop nu uw ver trouwen in mijl, me waardig te maken. Het zal den landheer nöoit berouwen, dat hij me een nieuwe kans gaf. Met toegewijt- den ijver zal ik hem dienen, want uw ver trouwen in mij maakt me dapper en sterk." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1937 | | pagina 5