DE ZEEDW
tweede blad
Een hennnering aan Br A. Kuyper
ONDRAGELIJKE*"
BRANDWONDEN
KLOOSTERBALSEM
Voor den Zondag
BETTY'S LIEFDE.
Wat is inflatie?
Uit de Provincie
Wat er deze week voorviel
FEUILLETON
DE VELLEN HINGEN ERBN
Dank Zl| KLOOSTERBALSEM komt
sQn hand weer goed In orde
AKKER'S ORIQINEKL TIN INZAG!
VAN
ZATERDAG 31 JULI 1937, Nr 254.
IN DE KRACHT GODS.
Want zie, Ik stel u heden tot
een vaste stad.Jerem. 1:18.
Bedienaar van het Woord des Heeren
te zijn is een ver van gemakkelijke taak.
Het is geen geringe zaak het Woord
Gods zuiver te vertolken, de zin en de
meening des Heiligen Geestes duidelijk en
getrouw weer te geven. Dat kost moeite
en inspanning; het eischt nauwgezet on
biddend onderzoek van de Heilige Schrift
waarin God de Heere zich aan ons heeft
willen openbaren.
Maar het is een moeilijke taak ook, om
dat Woord-bediening volstrekt niet alleen
en niet altijd is Evangelieprediking, al
thans niet direct.
Zeker de blijde boodschap des heils
mag in den naam des Heeren worden
uitgeroepen, zelfs voor de ooren van tol
lenaren en zondaren. Altijd weer mag
worden verkondigd dat Jezus Christus in
du wereld is gekomen om zondaren za
lig te maken.
Maar tegelijkertijd moet ook aan hen
die zich niet van ganscher harte tot God
bekeeren, het oordeel worden aangekon
digd.
Als het uitverkoren volk zijn God ver
laat, dan ontvangt Jeremia den last om
het volk den ondergang aan te zeggen.
'Elan wordt hij gesteld om uit te rukken
en neer te werpen en te verdelgen en te
verwoesten al is het dan ook met de uit
gesproken bedoeling om langs dien weg
ook weer te kunnen bouwen en planten.
Het vervullen van deze taak zou voor
Jeremia veel strijd en moeite met zich
brengen. Zooals het ook nu geen lichte
last is om de zonde, waar die zich ook
openbaart te bestraffen, en tot reformatie
op te roepen.
Want dan komt van allen kant de te
genstand los. Dan is de tot profeet geroe
pene iemand die gemakkelijk praten heeft
omdat hij buiten het leven staat, en niet
weet wat er zooal te koop is. D'an gevoelt
men zich verongelijkt en stelt men zich te
weer.
Maar wie in getrouwheid zijn werk
verricht en alleen het Woord Gods laat
spreken en dat geldt voor een ieder
die waar dan ook wil buigen voor het
Woord, die behoeft niet bevreesd te zijn.
Want dan komt de goddelijke belofto-.
Wees niet verschrikt, want zie Ik stel u
tot een vaste stad en een ijzeren pilaar eu
een koperen muur
De tegenstand mag sterk zijn en groot
de vijandschap: Ik ben met u spreekt de
Heere om u uit te helpen.
Een indrukwekkend debat.
De heer A. Zijlstra, lid van de Tweede
Kamer, heeft op den Bondsdag van deu
Nederl. Bond van J. V. op G. G., te
Middelburg, blijkens het dezer da
gen verschenen Bondsboekje zijn redevoe
ring over D'r A. Kuyper met de volgende
persoonlijke herinnering besloten:
Het was in 1897, in den verkiezings
strijd van dat jaar, dat dr Kuvper een
redevoering hield in mijn geboorteplaats:
Zuidhorn, in dat deel der gemeente, dal
Noordhorn heet.
Het was op een prachtigen Juli-avond,
dat dr Kuyper daar aankwam, en door
den voorzitter, ds Scholten, naar de ver
gaderzaal werd gebracht.
Men had de grootste zaal gezocht. Maar
welk een toestand was het daar.
De zaal was stikvol, de spreker kon
het spreekgestoelte niet bereiken, en
daarbuiten stonden honderden te drin
gen, mannen en vrouwen, jongen en
ouden uit allerlei kring en van allerlei
politiek geloof.
-13.)
HOOFDSTUK ITT.
Een tweede kans.
„Ik weet niet, hoe ik u moet bedan
ken, juffrouw Betty, omdat ik dien dank
niet in woorden kan uitdrukken. Maar
u zult wel begrijpen, hoe blij we waren,
dat u aan onzen landheer hebt willen
vragen om mijn armen jongen een nieuwe
kans te geven."
Blij glimlachend boog het meisje zich
heen over de zieke vrouw en zacht weer
de ze de stroom van dankbetuigingen af.
„Wind u zelf toch niet zoo op, juf
frouw Grey", raadde ze, „neem liever
iets van deze lekkere soep als u mij dan
graag een genoegen wilt doen. Ik ben zelf
immers even blij als u, dat Jim weer aan
't werk mocht gaan".
Gretig lepelde de zieke iets van het
krachtige, versterkende voedsel, dat Betty
haar bood. Maar ze was te gelukkig en te
dankbaar, dan dat ze daarvan zwijgen
kon.
„U weet niet, juffrouw Betty, welk een
zware last u mij van het hart hebt geno
Wat moest men doen?
Er was toen een vrijzinnig landeige
naar, die zeide: ga naar mijn land en
houd de vergadering in de open luoht.
Het bevel daartoe weerklonk en daar
ging de menigte heen.
Wie een stoel kon bemachtigen nam
die mee. Het was alsof de zaal zou wor
den afgebroken. D'e kiesvereeniging heeft
later vrij wat schadevergoeding moeten
betalen.
Zoo kwam dan een groote schare op
dat weiland bijeen.
Een spreekgestoelte werd geïmprovi
seerd en daar begon dr Kuyper zijn rede.
Zij was interessant, leerzaam, onderhou
dend.
Maar het glanspunt was het debat.
Daar was toen een ontvanger der re
gistratie, een vrijzinnig man, die o.m.
dit bezwaar ontwikkelde tegen de anti
revolutionaire partij, dat zij de doodstraf
had op haar program. Vergeet gij niet,
riep hij dr Kuyper toe, dat de Heere Je
zus door de overheid is veroordeeld en
de doodstraf heeft ondergaan? Als die
straf er niet ware geweest, zou dit niet
zijn geschied.
Daarna kwam dr Kuyper aan het
woord.
Het was onderwijl vrij donker gewor
den. Een kostelijke avond. Zoo stil als
het kan zijn in het ruime veld. Over de
landen hing een dichte zomernevel, waar
door een zacht avondrood nog even zijn
glanzen wierp.
De voorzitter lichtte dr Kuyper met
een lucjfer bij, als hij de aanteekeningen
voor het debat wilde inzien.
Hoe stil was het onder die groote
schare, die met gespannen aandacht luis
terde, zooals voorheen bij een hagepreek
in het vrije veld een naar behoud begee-
rig volk de prediking indronk.
D!r Kuyper had zijn hoed opgezet om
dat het frisch begon te worden.
Toen hij kwam tot de vraag van den
debater over de doodstraf, werd zijn stem
buitengewoon ernstig.
Onze Heiland is, dus zeide hij, ter dood
gebracht. Veroordeeld door de overheid,
stierf Hij aan het kruis. Eln nu, zoo ver
volge hij, nu ik daarover spreken moei,
ontbloot ik mijn hoofd. En zie.... alle
hoeden en petten gingen af.
Daar stonden wij allen, geloovigen en
ongeloovigen, in groote spanning.
En daar klont die stem vol diepe ont
roering:
Nu belijdt ik met al Gods volk, dat als
de doodstraf niet het recht ware geweest
der overheid, die regeert bij de gratie
Gods, en onze Koning en Heere niet ware
veroordeeld tot den kruisdood, er noch
voor mij noch voor u allen voor tijd en
eeuwigheid behoud en genade zoude zijn
Eh met verheffing van stem riep hij uit:
en die dit met mij gelooft, die zegge:
amen.
Toen klonk daar uit vele monden een
amen, zooals zij zeker zelden hadden uit
gesproken.
Er heerschte een oogenblik een wonder
lijke stilte.
Daar waren er, wien het te machtig
werd. Zij wilden wegMaar dr
Kuyper dankte en toen gingen wij heen
Doch nimmer heb ik in den politieken
strijd een moment beleefd als dit.
Ik had Kuyper gezien in zijn kracht.
Is het niet buitengemeen treffend, dat
korten tijd daarna de genoemde debater
aan dr Kuyper schrijven kon, dat hij de
beteekenis van het kruis van Christus
had verstaan en roemen mocht in Zijn ge
nade?
"Welnu, zoo moeten'wij dr Kuyper blij
ven'zien, zal zijn leven en werken betee
kenis voor ons hebben.
ONGEKENDE LUXE EN LUISTER.
Over het congres van de Kamer van
Koophandel, onlangs te Berlijn gehouden,
schrijft de heer J. Schilthuis, lid der
Tweede Kamer, in „De Vrijz. Dem." dat
men in Duitschland het Congres als een
■passende propagandakans voor het re
giem zag
Onderdeel van dit streven vormden de
schitterende ontvangsten, waarop de con
gresleden werden onthaald en waarop een
ongekende luxe werd ten toon gespreid.
Groot was daarbij het aantal Düitsche
gasten en aan één der feestavonden, die
naar schatting door welhaast driedui
men", ging ze moede glimlachend verder.
„Wij hadden juist, ten einde raad beslo
ten, dat ik naar het ziekenhuis zou gaan
en mijn arme kinderen naar het werk
huis. Toen werd er geklopt en trad onze
landheer, in hoogsteigen persoon binnen.
Ik schrok eerst hevig, en ik wilde wel,
dat Jim maar een flink eind uit de buurt
was, omdat ik gehoord had, hoe wreed en
onbarmhartig Sir Claude soms kon zijn.
Jim zat daar echter bij de kachel,
waarin natuurlijk geen vuur brandde en
had troostend onze kleine Eva op zijn
knie genomen, die van kou en honger
schreide. Toen Susan de deur geopend
had, trad Sir Claude binnen, terwijl hij
onderzoekend om zich heen keek. Mede
lijden en sympathie verzachtten de eenigs-
zins harde lijnen van zijn knap gezicht
en belangstellend vroeg hij-, waarom onzo
kleine Elva zoo schreide. Jim' kon geen
woorden vinden; schaamte en boosheid
maakten hem sprakeloos, maar Susan
antwoordde openhartig1, dat wij allen
bijna van honger omkwamen, omdat Jim
geen werk kon vinden. Toen vroeg hij mij,
hoe lag ik al ziek geweest was en beloof
de me van de boerdeiij, melk en eieren te
laten brengen en ook een zak brandstof.
Daarna wilde hij weer vertrekken en Jim
wilde hem bedanken, maar de arme jon
gen barstte in snikken uit. Do gedachte,
dat hij niet voor mij kon werken en ik
zend personen moet zijn bijgewoond, heb
ben naast eenige .Rijksministers filmster
ren als Lilian Harvey, Jenny Jugo en
Annie Ondra met haar echtgenoot, den
beroemden bokser Sohmeling, luister bij
gezet,
Een ongekende luxe. Natuurlijk ten
koste van de bevolking die alle controle
op de publieke financiën mist en die zich
blauw mag betalen om de leiders in een
sfeer van ongekende luxe te doen leven.
En groote luister. Filmsterren en bok
sers zitten op de eerste plaatsen naast
ministers en andere rijksgrooten.
Maar de getrouwe predikan
ten die den moed hebben on
danks alles Gods Woord te
doen hooren, verkommeren in
de gevangenissen.
„'t Gebeurde door kokend heete olie en
mijn 'rechter hand was geheel en al
wond. Ik was ten einde raad en huilde
van de ondragelijke pijnen. Mijn man
heeft mijn hand dadelijk verbonden
met Kloosterbalsem, welke we altijd
voor ons kleintje in huis hebben, kunt
er zich geen voorstelling van maken,
hoe dat ineens heerlijk verzachtte. Ik
geef U de heilige verzekering, dat ik
zelf verstomd sta over het wonder.
Binnen 14 dagen was mjjn hand weer
gewoon." Ugj]^ (g tgmQt
„Geen goud zoo goed"
Onovertroffen bfl brand-en snij wonden
Ook ongeëvenaard als wrljfmlddel bfl
Rheumatiek, spit en pijnlijke spieren
Schroefdoos 35 ct Potten 62'/a ct< en 1.04
Zie bier op welke wijze een in Stock
holm verschijnend blad dit duidelijk
tracht te maken.
Twee professoren, A. en B., oude vrien
den, wonen twee kilometer van elkaar.
Ze bezoeken elkaar dagelijks. Of A. óf B.
legt iederen dag die twee kilometer in
ongeveer een 'half uur af.
Op een goeden keer loopt htm gesprek
er over, dat zij toch eigenlijk wel een
beetje ver van elkaar af wonen. Die wan
deling van een half uur, iederen dag
maar weer, valt niet mee. En plotseling
komen zij op het lumineuze idee, om
voortaan niet meer te rekenen met kilo
meters van 1000 meter, maar met kilo
meters van 2000 meter. Nu kunnen ze
naar waarheid zeggen, dat zij' maar één
kilometer van elkaar afwonen.
Dat was prachtig. Maar ze moesten
nog een stapje verder gaan. Ze spraken
ook af, dat zij voortaan niet meer met
uren van 60 minuten zouden rekenen,
doch met uren van 120 minuten. Mei
recht konden ze nu niet alleen zeggen,
dat zij maar één kilometer van elkaar ai
woonden, maar ook, dat een wandeling
van een kwartier voldoende was om el
kaar te bereiken.
'Nu ze eenmaal zoo ver waren, wilden
ze hun prachtidee ook consequent door
voeren. Daarvoor waren het geleerden
Zij stelden nog vast, dat ze voortaan met
een kilogram van 2000 gram zouden we
gen. Zij' zouden dus voortaan aan hun
lichaamsgewicht maar de helft van het
vroeger aantal kilogrammen behoeven te
verplaatsen.
Tenslotte besloten ze, om in de toe
komst te rekenen met guldens van 200
cent, waardoor zij voor de tram, die ze
gebruikten bij- slecht weer, een kaartje
konden koo-pen voor de helft van de vroe-
geren prijs.
Zoo wisten de-ze twee geleerden door
eenvoudig enkele eenheden te veranderen,
aan de liefdadigheid van anderen was
overgelaten, was hem te veel. Onze land
heer scheen door zijn smart bewogen en
terwijl hij vertroostend zijn hand op Jim's
schouder legde, zei hij, dat hij den vol
genden dag weer aan 'het werk mocht
gaan. O, juffrouw Betty, na al die weken
van gebrek en ellen-de, leek dit alles ons
bijna te heerlijk om waar te zijn. Toen
Sir Claude weer vertrokken was, hebben
we geschreid en gelachen tegelijk en toen
kwam er een groote mand met voedsel en
voor 't eerst sinds langen tijd konden we
het gevoel van honger weer overwinnen.
Betty's gezicht straalde en juichend
tilde ze kleine Eva omhoog en zette ze op
haar knie, terwijl ze haar plagend aan
de vlasharige krullen trok.
Het kind nestelde zich liefkozend te
gen haar aan en zacht fluisterde het:
„Wat bent u toch mooi en lief en wat
houd ik veel van ui"
„Zoo, kleine vleister", lachtte Betty en
dreigde met haar vinger, dat ze niets
meer zeggen mocht.
Maar juffrouw Grey lachte ingelukkig
en zei dankbaar: „Ja, we hebben ook
werkelijk reden om van u te houden, juf
frouw Betty, want Jim zei, dat hij over
tuigd was, dat we het alleen aan u te
danken hebben, dat alles zoo'n goeie
keer heeft genomen."
„Hoe weet hij dat?" vroeg zij vroolijk.
een groot gedeelte van hun zorgen aan
kant te zetten.
Zoo zouden deze twee geleerden geluk
kige menschen zijn geworden, als de fei
ten ook inaar zoo ivrien-dlijk hadden willen
zijn om zich aan hun afspraken te voe
gen. Doch dat deden de feiten nu een
maal niet. Toen na dit interessante ge
sprek de oude professor B. zijn vriend
•verliet en thuis kwam, voelde hij zich
even vermoeid en warm als voorheen na
die wandeling. Hun afspraken verander
den daar niets aan. En hij liet zich zuch
tend in zijn leeren fauteuil zakken, in
diep gepeins over het vruchtelooze van
hun overeengekomen maatregelen.
'(„'Op den TJikijk".)
Veere, Gemeenteraad. Giste
ren vergaderde de Raad. Allereerst wordt
overgegaan tot benoeming van een secre
taris, Er waren 53 sollicitanten. De voor
dracht luidde: 1. J. A. Martijn te Veere;
2. Ens-erink te Aalten, 3. E. G Achterberg
te Benthuizen Benoemd werd de heer J.
A, Martijn met algem. stemmen. De voor- j
zitter wenscht hem geluk met -deze 'be
noeming. Daarna werd -de nieuw-henoem-
de secretaris beëedi-gd. Ook werd voor a.
ambtenaar Burgelijke stand, b. inner van
slachtgelden, c. agent arbeidsbemidde
ling benoemd met alg. st. de heer J. A.
Martijn. De heer Martijn dankt Voorz.,
wethouders, leden van den raad voor zijn
benoeming.
De voorz. stelt voor baron van Tuijll
van Serooskerken met 1 Aug. te benoe
men tot len ambtenaar ter secretarie en
mot 1 Sept. tot waarnemend secretaris.
Hiermede ging de raad geheel accoord.
Hij' werd aJls zoodanig beëedigd.
Daar er vroeger, aldus de voorziter,
klachten waren ingekomen over waterput
ten, die ongeschikt weden geacht, is na
nader onderzoek gebleken, dat ze inder
daad niet goed waren voor drinkwater.
Dit wordt nu in orde gebracht.
Ingekomen is een bericht van de Boe
renleenbank, dat de rente is verlaagd.
!B. en W. deelen mede, dat de werkver
schaffing is stopgezet tot begin October.
Ingekomen is bericht van de vereeni-
ging voor korfbalspel, die pas is opge
richt, dat voorz. is de heer De Graaf,
hoofd der school.
Verzoek van de muziekvereeniging om
medewerking tot wederopbouw van de
muziektent, daar er geen concerten kun
nen gegeven worden en ze vele begunsti
gers hierdoor zal verliezen. B. en W.
hebben al een advertentie geplaatst, om te
trachten goedkoop aan materiaal hiervoor
te komen. Na een breede bespreking werd
besloten om af te wachten, wat de ver-
eeniging zelf kan doen om in de kosten
tot wederopbouw te voorzien.
Rekening van Godshuis is nagezien en
wordt goedgekeurd.
Nu kwam in bespreking -aanleg eleo-
trisch licht op Zandijk. De voorzitter
noemt de kosten hieraan verbonden. Hij
meent, in het belang der ingezetenen van
Zandijk te moeten adviseeren, tot aanleg
over te gaan. 'Spr. hoopt, dat velen zul
len aansluiten, omdat het dan goedfcooper
zal worden. Na eenige bespreking werd
besloten tot den aanleg en liefst als het
kan tot de -dreef van dhr D. Gideonse.
Aan de orde kwam nu aankoop garage
au-tobran-dspuit. De voorz. deelt mee, waf
de kosten van deze garage voor de ge
meente zullen zijn. Spr. wenscht de gara
ge van dhr Stoel hiervoor te ko-open,
Voorloopig staat de brandspuit er al in.
Na eenige bespreking werd besloten, tot
aankoop over te gaan. Ook werd besloten
op advies van den voorzitter een nieuwe
verordening voor -den lijkwagen gereed te
maken.
Daar het spoedig weer verpachting zal
zijn van de grasvelden werd besloten, te
bepalen, -dat op wallen, die verpacht zijn,
of worden, niet anders- mag geplant wor
den of gezaaid -dan gras en -dat kippen op
de wallen, die Veere toebeh-ooren, niet
meer mogen worden toegelaten. Voor het
'verpachten van gronden en grasvelden
werd doer den raad een commissie be
noemd. Hierna sluiting.
Wie adverteeren wil gebruikt daarvoor
.,DE ZEEUW".
Dat is verstandig
„Jim had dien bewusten dag weer te
vergeefs naar werk gezocht en moe en
wanhopig ging hij naar huis. Hij zag n
toen op den weg, die bij de rivier langs
loopt. U was in een druk gesprek gewik
keld met onzen landheer en hij hoorde,
dat u zijn naam noemde. Bovendien, nie
mand zou het gedurfd hebben om voor
ons te pleiten, en er was ook niemand,
die het zou hebben kunnen doen, dan a
alleen. Ik weet te goed, dat u zelfs als
kind al, voor niemand bang was en ik
ben overtuigd dat zelfs Sir Claude moest
zwichten voor het pleidooi van zoo'n al
lerliefste advocate."
Betty ging staan en terwijl ze trachtte
een toon van gezag' aan te slaan, wat haar
bekoorlijk mislukte, zei ze: „Nu geen
woord meer daarover, hoor, juffrouw
Gry. 't Wordt tijd, dat ik naar huis ga,
maar zeg u tegen Jim, dat ik zelf heb
ingestaan voor zijn trouwe toewijding in
't vervolg."
„D'aar is hij net", riep zijn moeder vol
trots, toen de deur openging en Jim bin
nentrad.
Eerbiedig trok hij zijn pet af, toen hij
de bezoekster van zijn moeder herkende
en toen Betty hun kleine huisje verliet,
liep hij haar vlug achterna, terwijl hij
bescheiden vroeg: „Mag ik u even iets
zeggen, juffrouw Norman?"
„Natuurlijk, Jim," antwoordde Betty
Enkele dagen nadat berichten in de
bladen verschenen waren omtrent het
sterk toegenomen luchtverkeer o.a. naar
Indië en naar de Parijsche wereldten
toonstelling, is een der trotsche „vogels"
van de K.L.M., de „Flamingo" bij Brus
sel op bijzonder tragische wijze neerge
stort. Vijftien menschen verloren hierbij
op aangrijpende wijze het leven. Aan de
droeve reeks: Uiver, Leeuwerik, Kwik
staart, Maraboo, Gaai en Lijster moet nu
de Flamingo worden toegevoegd.
We mogen niemand, ook niet de K.L.M.,
beschuldigen of in gebreke stellen. We
willen aannemen, dat de oorzaak van de
vieeselijke ramp er een is geweest, die
menschen niet hadden kunnen wegnemen
of voorkomen. Maar toch is het weder
om een waarschuwing om zich niet te
beroemen op wat de technici weten tot
stand te brengen. Ook hier blijkt, dat het
menschelijk kunnen zeer beperkt is en dat
er waarlijk eer reden is om bescheiden
dan om hoogmoedig te zijn.
Veel nieuws is er verder uit eigen land
i niet te melden. Het is volop vacantietijd.
Voor de vacantie der Engelsche minis
ters bestond dit keer meer dan gewone
belangstelling.
D'e vorige week ging n.l. het gerucht,
dat geen enkele der Britsche ministers
wegens den gespannen internationalen
toestand met vacantie naar het buitenland
zou gaan. Nu alle ministers het volle
recht gekregen hebben zich geheel vrij te
bewegen, ofschoon er maatregelen getrof
fen zijn, dat zij in geval van hoogdrin
gendheid snel bijeengeroepen kunnen wor
den wordt de algemeene politieke toe
stand wat gunstiger beoordeeld. Echter
zullen slechts drie ministers van alle faci
liteiten gebruik maken: die van de schat
kist, van koloniën en voor Schotland. Da
overigen brengen hun vacantie in Enge
land door. Waaruit men weer de conclu
sie mag trekken, dat, al is -de toestand
gunstiger, er toch nog genoeg donkere
wolkjes zijn, welke tot voorzichtigheid
manen.
Inderdaad, die zijn er. We denken aan
het Verre O'osten, waar een toestand
heerscht, -die practisch weinig van een
oorlogstoestand verschilt. Eb wordt ge
vochten en gebombardeerd, alsof de oor
log is verklaard, hoewel we eerlijk moe
ten bekennen, dat het uiterst moeilijk is
uit den wirwar van elkaar tegenspreken
de berichten, zich een juist beeld te vor
men, van wat daar nu precies afspeelt.
Amerika kijkt natuurlijk met Argus-
oogen toe. Maar voorloopig schijnt het
neutraal te willen blijven ten minste, zoo
lang de mogelijkheid bestaat den strijd
tot Noord-Ghina te localiseeren. In bree
de kringen te Washington is men over
tuigd, dat het conflict in Noo-rd-China
zelfs zonder inmenging van buiten tot
dit gebied beperkt zal blijven; en zoolang
die waarschijnlijkheid bestaat, houdt men
zich liever buiten de brandende kwestie.
De Britsche minister van buitenland-
sche zaken Eden heeft in het lagerhuis
medegedeeld, dat voortdurend contact
wordt gehouden met de voornaamste be
trokken regeeringen; „ook met de sovjet-
regeering, maar bovenal met die van de
Vereenigde Staten", voegde de Engelsche
staatsman er aan toe.
Men is dus paraat.
Ook de Spaansche kwestie is nog steeds
hangende. Niet alleen, dat er nog altijd
hevig gevochten wordt (de inneming van
Brunete door de opstandelingen schijnt
zelfs met verlies van vele menschenlevens
gepaard te zijn gegaan), maar ook met
de niet-inmengingskwestie zit men nog
altijd in een impasse. Rusland maakt nu
weer bezwaar met het Engelsche bemid
delingsvoorstel accoord te gaan.
Te midden van al deze beroeringen gaat
Duitschland rustig zijn gang, om zichzelf
sterk te maken. Niet alleen in militair,
maar ook in economisch opzicht. Geheel
de Duitsche politiek gaat steeds c-onse-
kwenter staan in het teeken van zelfvoor
ziening. Nu weer zijn de ijzerindustrie en
de landbouw genationaliseerd. Alles wordt
hoe langer zoo meer van Staatswege ge
regeld en de boer zoowel als de indus
trieel heeft in eigen bedrijf niets meer te
zeggen. Rusland en Duitschland lijken ook
m dit opzicht als twee druppels water op
Ikander.
met een bemoedigend knikje.
Het eerlijke gezicht van den jongen was
donkerrood van verlegenheid, en nerveus
erfrouunelde bijl zijn pet tusschen zijli
ingers. Dan stotterde hij in afgebroken
zinnen: „Ik vermoed, dat moeder u af wel
bedankt z-al hebben maar maar
zelfs zij beseft niet, wat u inzonderheid
voor mij' 'hebt gedaan. U hebt me niet al
leen voor wanhoopi bewaard, maar voor
nog iets veel ergers ik kan u niet in
woorden zeggen, wat er in me omgaat
maar als ik ooit u zal kunnen helpen, op
welke manier ook, dan kunt u op me re
kenen."
Betty's teeie hartje was bewogen door
deze spontane ontboezeming. Stevig
drukte ze -de ruwe, grove werkhand en
ernstig zei ze: „Ik z-al het onthouden.
Jim. Ik weet, dat je in tijden van nood,
me als een trouw ridder zult dienen."
Een dankbare blik uit Jim's oogen
loonde haar woorden en zijln stem trilde
van emotie, toen hij' verder ging: „U was
te goed ran zoo voor mijl te pleiten. Ik was
het niet waard, maar ik hoop nu uw ver
trouwen in mijl, me waardig te maken.
Het zal den landheer nöoit berouwen, dat
hij me een nieuwe kans gaf. Met toegewijt-
den ijver zal ik hem dienen, want uw ver
trouwen in mij maakt me dapper en
sterk."
(Wordt vervolgd.)