Van vruchtbare velden tot uitgedroogd land.
Melkvers
Het vermoeidheidsverschijnsel
listen.
Gemengd Nieuws
Onderwijs.
Het Vrouwenhoekje
Voor de jeugd.
Bi
In Mldden-Amerlka ontstaat een woestijn,
versmacht het vee eu vluchten de boeren.
MAANDAG
f
I I
Ergens in Oklahoma -warrelt droog
zand op in den wind. Het wordt weg
gevoerd, honderden kilometers ver.
Langzaam maar zeker ontstaan er wol
ken van zand. De wind zwiept het op en
de zandstorm begint te razen. Wie hem
ziet aankomen, probeert een veilige wijk
plaats te vinden, meestal tevergeefs. De
zon verduistert, als donderwolken, maar
zwaarder, zwarter nog, rolt een dichte
massa zand aan op steden en dorpen,
op gehuchten en eenzame boerderijen.
De hemel krijgt een zwarte kleur, afge
wisseld door koperen tinten. Als de zand
storm woedt kan men nauwelijks tien
meter voor zich uitzien. Het zand dringt
overal binnen. Bij de menschen vult het
oogen, ooren en neus, het zet zich vast
in keel en longen. En het is er de oor
zaak van pijnlijke ziekten
De zandstorm ontstaat daar, waar eens
zich eindeloos de groene prairie uit
strekte en duizenden buffels graasden,
die voedsel leverden aan de zwervende
Indianen.
Eindeloos en groen was de prairie tot
aan 't einde der vorige eeuw. Toen
zwierven er de cowboys met groote kud
den rond. De Staten Oklahoma, Arkansas
en Texas waren de grootste leveranciers
van de exportslachterijen van Chicago.
Reeds echter was de geschiedenis bezig
een vonnis te voltrekken, een vonnis over
de fouten der menschen. Overal ter we
reld herinnerden woestijnen er aan, dat
reusachtige gewesten voor de mensohheid
verloren gingen. En meestal door eigen
schuld. Mesopotamië was eens een ko
renschuur. Een groot deel der Afrikaan-
sche Sahara werd eens de voorraad
schuur van het Romeinsche Rijk ge
noemd. Nu zijn de Italianen in Tripoli-
tanië bezig het verloren gegane land te
herwinnen.
In de Vereenigde Staten voltrok zich
de snelste wording van een natie, waar
van de geschiedenis aanteekening heeft
gehouden. In honderd jaren tijd ont
stond er een imperium, dat in den waan
van eigen grootschheid zich aan het
hoofd der wereld meende te mogen stel
len.
De millioenen immigranten uit alle lan
den der aarde wierpen zich op het door
de natuur gewrochte rijke land. Er wer
den fortuinen gemaakt met het hout der
bossohen, met het vee der prairies. En
met het graan. Amerika werd de voor
raadschuur van Europa
Amerika pleegde echter roofbouw. Zijn
omgekapte bosschen trokken geen regen
meer aan. Opi het 'land groeiden de lage
gewassen niet meer, wier wortels den
lossen grond bijeen hielden. Het werd
stuk geploegd en begon te verstuiven.
En buiten haar oevers tredende rivieren
en warrelende winden voerden de laag
vruchtbare aarde weg.
In het Midden-Westen, waar de 'droog
te 's menschen grootste vijand is gewor
den, is thans Texas aan de beurt.
Volgens schatting zijn in Texas reeds
50 millioen acres vruchtbaar land voor
goed verloren en zijn er nog 150 mil
lioen grootendeels voor bebouwing on
geschikt.
Terwijl in de Staten van de Middle-
West het omkappen der bosschen de
hoofdoorzaak der groote droogte werd,
was het in Texas het omploegen der
prairies tot bouwland, dat de zandstor
men veroorzaakte.
De menschen gingen daar ploegen en
gaven den bodem een bestemming, waar
toe hij nog niet geschikt was. En de
droogte en de zandstormen van Middle-
West konden een nieuw domein verove
ren: de woestijn. De vruchtbare aarde
wordt nu naar alle windstreken gevoerd,
samen met het zand der woestijnen.
In totaal honderdduizend mannen,
vrouwen en kinderen bevinden zich sinds
maanden op een groeten trek. Ze gaan
niet als voorheen de pioniers in witge-
huifde wagens, maar in oude Fordjes en
Chevrolets. Hun wacht evenwel geen
nieuw, vruchtbaar land.
De regeering besteedt nu millioenen
aan maatregelen, die moeten beletten,
dat de zandstormen haJlf Texas bedekken
en onbewoonbaar maken. Moeizame ar
beid moet hier een in enkele decennia
aangerichte schade herstellen. Met een
doelmatige beplanting kan er aan de
woestijn paal en perk worden gesteld,
alhoewel het jaren en jaren zal duren
vooraleer er eenig succes kan worden
geboekt.
Een Texaansch schilder, Alexandre
Hogue, heeft met zijn schilderijen van
treurige Texaansche landschappen in de
groote steden veel opzien gebaard.
Toen Hogue nog een jongen was, wer
den in Texas de cowboys steeds meer
door de boeren "verdreven. Een oude
cowboy voorspelde toen het lot van het
land, dat voor den graanbouw niet ge
schikt was. En Hogue zag de voorspel
ling in vervulling gaan. Waar eertijds
groote kudden graasden en later golven
de korenvelden zich uitstrekten, waart
nu de zandstorm en vormt de wind heu
velrijen van zand en stof. De menschen
trekken er weg, met de wanhoop in het
hart.
Van 1921 Juli is te Parijs de Union
des automobileclubs médicaux bijeen ge
weest onder patronage van den minis
ter van buitenlandsche zaken en open
bare gezondheid.
Op dit congres heeft onze landgenoot,
Dr G. A. Prins, voorzitter van de Ne-
derlandsche vereeniging van artsen-auto
mobilisten te Utrecht, een rede gehouden
waarin hij het vermoeidheidsverschijnsel
als oorzaak van automobiel-ongelukken
speciaal van medische zijde in het licht
stelde.
Spreker wees er op, dat vermoeidheid
een veel minder belangrijke rol speelt
dan b.v. alcoholgebruik en dat hier zoo
veel subjectieve verschijnselen een rol
spelen, dat een algemeene regel niet te
rigoreus mag worden getrokken. Rij
ervaring, leeftijd, algemeene gezond
heidstoestand, een voorafgaand tekort
aan slaap of rust, het uur van den maal
tijd, de aard van het voertuig, weersom
standigheden, de toestand van den weg,
zijn alle factoren, waardoor in het eene
geval het vermoeidheidsverschijnsel veel
eerder optreedt dan in het andere.
Volgens spr. is in het algemeen een
medisch en klinisch onderzoek noch een
psychotechnisch onderzoek in staat, de
vermoeidheidsdiagnose te stellen. Zijn
conclusie was, dat na een strikt onafge
broken rit van 4 tot 5 uur een rusttijd
van een half uur in het algemeen ge-
wenscht is.
De onlangs tot stand gekomen Rijtij-
denwet in Nederland onderwierp spr. aan
ernstige critiek. Het is bekend, dat noch
over dit wetsontwerp, noch over het
thans in de maalk zijnde rijtijdenbesluit
in het bijzonder de Nederlandsche me
dische wereld is geraadpleegd.
Het congres kwam tot de conclusie,
dat voor den particulieren automobilist
wettelijke voorschriften ongewensCht
moeten worden geacht. De betreffende,
met algemeene stemmen aangenomen re
solutie stemde voor de dringende nood
zakelijkheid, den maximalen arbeidsduur
van beroepschauffeurs wettelijk te rege
len en den automobilisten in het alge
meen de noodzakelijkheid bij' te brengen
zulks door systematische voorlichting
van het rijdende publiek, zich een rust
pauze te gunnen, wanneer men vier tot
■vijf uren onafgebroken heeft gereden.
D'e grootste pechvogel van
de wereld. Naar uit New-York ge
meld wordt, heeft de landbouwer James
Geelen, die op het oogenblik in het hos
pitaal te Ayshire verpleegd wordt, van
een der grootste Amerikaansche omroep-
maatschappijen een zeer groot honora
rium toegezegd gekregen, indien hij na
zijn genezing bereid zou zijn, om de ge
schiedenis van al zijn ongelukken voor de
microfoon te verhalen.
D'e boer mag zeker wel als de groot
ste ongeluksvogel van heel de wereld be
schouwd worden, want in de laatste 35
jaar heeft hij niet minder dan 200 onge
lukken meegemaakt. Hij' is op het oogen
blik 61 jaar oud en werd onlangs onder
ste boven gereden door een auto, toen hij
op een drukken verkeersweg liep. Tenein
de herstel te vindon van de verwondin
gen, die hij daarbij heeft opgeloopen,
wordt hij thans in het ziekenhuis ver
pleegd.
Sedert 1931 werd hij' twaalf mg,al door
een auto aangereden, verschillende malen
door rijtuigen, trein en tram.
Zijn linkervoet is geamputeerd, toen hij
zich zelf ongelukkigerwijze een slag met
een bijl toebracht bij het rooien van een
boom. Een anderen keer is hij van een
hooischelf gevallen en heeft daarbij beide
armen gebroken.
Tenslotte is James Geleen nog het
slachtoffer geworden van een vergissing
bij den Bloedtransfusiedienst. Tengevolge
van de doofheid van een verpleegster
heeft men bij James bloed afgetapt en bij
een volkomen gezonden man overge
bracht, terwijl juist de omgekeerde opera
tie had moeten plaats hebben.
Boerderij' met heerenhuis
afgebrand. Gisternacht is de kapitale
boerderij met heerenhuis, bewoond door
de families Smelt en Wissink te En
schedé, totaal afgebrand.
D'e bewoners hadden zich reeds ter
ruste begeven, alleen mevr. Smelt was
nog beneden. Toen z.ij' de deur van de bad
kamer opende sloegen haar de vlammen te
gemoet. Zij maakte terstond alarm en alle
bewoners konden zich zij het slechts
met het allernoodigste gekleed in vei
ligheid stellen.
D'e heer Smelt heeft met zeer groot9
moeite zijn schoonmoeder, die slecht ter
been is, uit het brandende perceel kuu-
nen redden.
D'e geheele behuizing ging in de vlam
men op. D'e brandweer was door gebrek
aan bluschwater zeer gehandicapt. Hel
verbrande was slechts laag verzekerd.
Slachtoffer van een stier.
De landbouwer Vos uit Zelhem werd be
gin dezer week door een stier in de weide
aangevallen en zoodanig gewond, dat hij
in het ziekenhuis te D'oetinchem is over
leden,
NIEUW LEERPLAN WISKUNDE.
Overstappen van het M.U.L.O. naar de
H.B.S. niet mogelijk.
Aan een artikel van den heer Bolke-
stein in het Alg. H' db 1. ontleenen wij:
Met ingang van 1 September 1937 is
aan de vijfjarige H.B.S.-B een nieuw
leerplan voor wiskunde voorgeschreven.
Meer dan tien jaar is het geleden, dat
een commissie van vier onderwijs-deskun-
digen aan de inspecteurs van het middel
baar onderwijs een nieuw wiskunde-leer-
plan voor de H.B.S. 5-j. c. (B) aanbood.
Het ontwerp was in bijzonderheden uit
gewerkt en van een uitvoerige toelichting
voorzien. Naar twee der leden werd het
meestal genoemd het leerplan Beth-D'ijk-
sterhuis. D'e hoofdzaak van dit leerplan
wordt het best gekenschetst door de be
ginselverklaring der ontwerpers: „De
commissie wenscht voor alles de vormen
de waarde, die van beoefening der wis
kunde kan uitgaan, in het oog te houden,
en eerst in de tweede plaats op het prac-
tische nut, dat de kennis van sommige
gebieden der wiskunde voor een deel ha-
rer leden later kan hebben; zij acht daar
om het aanbrengen van fundamenteels
theoretische inzichten belangrijker dan
het ontwikkelen van technische vaardig
heid."
D'e jongste herziening der Middelbaar-
Onderwijswet, waardoor, naast de H.B.S.
(B), de H.B.S. (A) een wettelijke basis
beeft gekregen, maakte het mogelijk het
leerplan Beth-D'ijksterhuis voor de H.B.S.
5-j. c. (B) in te voeren.
Men weet hoe in ons land, waar het
onderwijs in zijn organisatie niet naar
vaste beginselen is ontworpen en verdeeld,
allerlei schooltypen zich ontwikkeld heb
ben, die gedeeltelijk eikaars terrein be
strijken, gedeeltelijk trachten elkaar te
imiteeren. Dit laatste was vooral het ge
val met de (M.)U.L.O.-school ten opzichte
der H.B.S. Hoe zeer de (M.)U.L.O.-school
een belangrijke functie kan verrichten,
wanneer zij. op het haar, door haar aard,
toegewezen terrein blijft, toch trachtte zij
steeds de H.B.S., de lagere klassen daar
van vooral, na te volgen; zelfs gaf zij
soms voor, die te overtreffen. Een (M.)U.
L. O.-voorbereiding voor de vierde klasse
der H.B.S. werd verdedigd, of aangepre
zen; en zoo niet overal voor de vierde,
dan toch zeker voor de derde klasse. Toe
lating van (M.)U.L.O.-kinderen zonder
examen tot de genoemde H.B.S.-klassen
achtte men normaal, zoo niet verkieslijk.
Het gymnasium bleef van dit aanzoek
verschoond; (M.)U.L.O.-Latijn en (M.)U.L.
O.-Grieksch werd noj£ niet uitgevonden.
Het nieuwe wiskunde-leerplan der H.
B. S. zal voortaan dezen overgang dicht
sluiten. Reeds het programma voor de
rekenkunde in de eerste klasse wil de
leerlingen brengen tot de kennis van ver
schillende fundamenteele begrippen, met
name van het getalbegrip. In elk opzicht
wordt in de lagere klassen een soort van
wiskunde-onderwijs gegeven, dat eerst tot
zijn recht komt door zijn bekroning in
het onderwijs der hoogere klassen; dat
eeist daardoor waarde krijgt.
Er volgt uit, dat zulk onderwijs één ge
heel vormt, geheel één, dat zijn eigen ka
rakter krijgt.
Het nieuwe leerplan voor wiskunde zal
twee schooltypen H.B.S. en (M.)U.L.O.-
schoo-l scherp van elkaar gescheiden hou
den. Tot beider voordeel.
Iets nieuws op het gebied van
verfrisschende dranken
door Martine Wittop Koning.
D'e warmte maakt dorstig.
Voor de huisvrouw, die aan huisge-
nooten of gasten graag eens iets anders
wil voorzetten dan de limonade, de
kwast of het glas bessensap, dat „je
overal krijgt", volgen hier een vijftal
nieuwe ideeën.
Behalve dat de hier genoemde dranken
den dorst lesschen, vullen ze door hun
bepaald zéér voedende bestanddeelen ook
de krachten aan, die bij' sport en spel
werden ingeboet, zoodat er voor deze zo
merweken 1 zoo sterk getypeerd door
hun gelegenheid voor veel beweging in
de buitenlucht moeilijk iets beters kan
worden aanbevolen dan deze verschillen
de soorten „vruchtenmelk".
Sinaasappelmei k. Per glassap
van Vs sinaasappel, 3 theelepetljes lichte
basterdsuiker, 2' dL. melk.
Roer in een tumbler het sinaasappelsap
met de suiker door elkaar; giet er, steeds
roerende, de koude melk bij-.
Voeg desverkiezende aan de suiker een
ietsje kaneel toe.
Melklimonade. Per glas: 2 eet
lepels limonadestroop, 2 theelepeltjes
lichte basterdsuiker 2 dL. melk.
Roer in den tumbler de limonadestroop
met de suiker door elkaar; giet er onder
voortdurend roeren de melk bij,
MouöB6erende melklimona-
d e (ongeveer 0 glazen), 1 blikje geoon-
d nseerde melk, eenige lepelt! limonade
stroop, uitgeperst vruchtensap of vruch-
tenpurée (de hoeveelheid afhankelijk van
den smaak), spuitwater.
Klop de gecondenseerde melk goed
door elkaar met de limonadestroop, het
vruchtensap of de vruchtenpurée (b.v. ge-
Zvefde versche aardbeien, bessen of fram
bozen of ook wel gezeefd moes van ge
droogde abrikozen). Vul de glazen voor
één vierde met het geklopte mengsel en
schenk ze dan verder bij met spuitwater.
Bananendrank. Per glas: 1 ba
naan, 2 dL. karnemelk, 3 theelepeltjes
ning of 2 theelepeltjes lichte basterdsui
ker 1 theelepeltje citroensap.
Wrijf de banaan fijn en klop ze schui
mig; roer er het citroensap en de honig
of de suiker door. Giet het mengsel in
een tumbler en schenk er onder voortdu
rend roeren de koude karnemelk bij.
Eenvoudige citroenmelk (5
glazen). 1 L. melk, zeer dun afgesneden
schil van een goed gewasschen citroen, 1
vtlle eetlepel basterdsuiker 1 afgestre
ken eetlepel maizena.
Laat op een zeer zacht vuur in een ge
sloten pan de citroenschil in de melk af
trekken (ongeveer Yt uur). Breng de melk
a8n de kook, bind ze met de aangemeng
de maizena en roer er de suiker door
(eenigszins naar smaak), Neem er de ci
troenschil uit, laat den drank door en
door koud worden en schenk ze in de
glazen.
Toevoeging van suiker is in enkele
pecepten niet bepaald noodig voor den
smaak: de basterdsuiker blijkt echter een
onmisbaar hulpmiddel te zijn om het
schiften van de melk tengevolge van het
zuur uit de vruchten tegen te gaan.
Vliegenvlekken.
Met het warme zomerweer komen elk
jaar de vliegen onze huizen binnen en ze
ergeren ons, niet alleen door hun onaan
gename aanwezigheid, maar vooral ook
door de sporen, die ze achterlaten op
allerlei voorwerpen.
Op onze gepolijste meubelen vallen die
vlekjes erg op. Évenzoo op de vergulde
lijsten van spiegels, op de spiegels zelf
en op schilderijen. Maar met een wollen
lapje, gedrenkt in petroleum, doet men
wonderen, ten minste wat de meubelen
betreft. Van verguldsel verwijdert men
het vliegenvuil met behulp van een door
gesneden ui, die met wat zout bestrooid
is. Als men daarmee wrijft en na korten
tijd daarna afveegt met een sponsje, in
koud water gedoopt en daarna uitgedrukt
kan men -de behandelde plekken rustig la
ten opdrogen.
Zitten er vliegenvlekken op voorwerpen
van gevernist metaal of brons, dan kan
men ze verwijderen -door er met een pen
seel met wat stijf geklopt eiwit of wat
slaolie over te strijken.
Vliegenvuil in zijden stoffen (lampe-
kappen, kleedjes, kussenovertrekken en
dergelijke) kan men verwijderen door de
zijde te dompelen in koud water met ©en
scheutje ammonia, waarna men in schoon
koud water naspoelt.
Vlekken van vliegenvuil in stoffen, die
bestand zijn tegen zeepsop, kunnen wor
den weggewasschen. Is het vuil terecht
gekomen in gekleurde zijde, dan moet men
het te wasischen stuk eerst 5 minuten wee
ken in koud water met zout (voor zijde
nooit azijn gebruiken bij 'tweeken). D'an
wascht men de zijde in een lauw of koud
sop van zachte zeep (er zijn hiervoor ver
schillende goede soorten in den handel),
spoelt eenige malen na in koud water,
strijkt de zij aan den verkeerden kant
droog en strijkt ze daarna aan den rech
ten kant. Bij Iampekappen, waaraan de
zijde vastzit op het geraamte, maakt men
gebruik van een zachte spons, gedoopt in
bovengenoemde vloeistoffen. (Hbld.)
DE KLEINE KAPITEIN.
XV.
Wout bungelde met z'n beenen tegen de
houten bank.
Waar bleef vader nu? Als hij' niet op
schoot, 'kwamen ze vast te laat.
Hij' zat alleen in de vestibule.
Vader zou hem naar school brengen,
de-zen eersten morgen, en op het laatste
nippertje bedacht deze, dax hij iets ver
geten had, dat hij eerst van boven moest
halen.
Wout had er wel een hekel aan dat
va-der hem moest brengen, maar hijl be
greep toch ook wel, dat het niet anders
kon.
De school was nogal ver weg, en daar
om zou Wout met de tram gaan; van huis
naar de tram en van de tram naar school
waren het maar kleine eindjes.
Wout vond het wat fijn met de tram
naar schooll Dat zou 'hijl vast aan de jon
gens schrijven, alleen, als het nu maar
niet zoo'n erge hooge was, dat was zoo
lastig met het instappen.
Hé, waar bleef vader nu toch. Die tram
wachtte natuurlijk niet, en de volgende
kwam pas over tien minuten; Als hij te
laat kwam op school, dat zou heelemaal
vervelend zijn.
Eindelijk, daar sloeg boven een deur,
en even later stond vader al voor hem.
Wout greep z'n stok, en stond op, maar
hij' zag niet hoe er een verdrietige trek
o-p vaders gezicht kwam, toen hij achter
Wout de deur uitliep.
Even zuchtte hij; 't was voor Wout toch
wel moeilijk hier, waar hij' niemand ken
de, en zoo'n vreemde schoolals het
nu maar een beetje ging met de andere
jongens.
Maar kom, niets laten merken, en vroo-
Hjk klonk zijn stem toen hij' zei; „Eens
even kijken, of i'k nu wel geld geifoeg bij
me heb, want je krijgt natuurlijk meteen
een abonnement.
Toen ze de stoep afgingen, gluurde
Wout nog even naar het huis van de bu
ren, zou Wiet al naar school zij-n? Maar
hij' ontdekte niets.
Ze hadden niet veel later moeten zijn,
want nog maar even bij de halte, daar
kwam de tram al aan.
Wout vond het wat leuk om zoo 's mor
gens vroeg al door de drukke straten te
rijden.
Op de trottoirs was het een geloop van
belang en daarnaast een lange file van
fietsers, waartusschen heel wat school
jongens.
En telkens dacht Wout: zou dat er een
uit mijn 'klas zijn, of die? of die?
Heel wat gauwer dan hij verwachtte,
moesten ze alweer uitstappen.
De school stond in een stille zijstraat,
maar het was er nu druk van de kinde
ren. Naast vader stapte Wout tusschen
hen door. Ze holden allemaal door elkaar,
en ineens zag Wout, dat h ij' met een stok
liep. Tik, tik, hoorde hij' het duidelijk op
de straat, tusschen het gejoel en ge
schreeuw door.
Eén groepje meisjes, die druk met
elkaar stonden te praten, hielden in eens
hun mond en keken allemaal tegelijk naar
hem, met zulke gezichten of ze wilden
zeggen: och wat zielig.
Nijdig keek Wout een anderen kant op.
Zie je wel, daar had je het al, en meteen
hoorde hij- een stem: „kijk es, die loopt
met een stok!"
Wout werd vuurrood, en had een ge
voel, of alle kinderen op het plein naar
hèm keken, toen hij naast vader de bree-
de deuren binnenging.
In de stille gang voelde hij zich weer
veiliger, en toen hij, nadat vader was ver
trokken met 't Hoofd naar z'n klas stap
te, dacht hij' er al niet meer aan wat er
buiten gebeurd was.
Hij had nog maar net een plaatsje ge
kregen, toen de stroom binnenkwam.
Wat een vreemde gezichten allemaal,
gek, dat hijl er nu niet een van kende.
Jammer, dat Wiet hier niet op school
ging, dan was er tenminste één bekende
bij geweest.
Vol belangstelling keek Wout het meest
naar de jongens; dat leek hem een akeligo,
die wel leuk, die ook wel.
Wie zou er naast hem zitten?
Het was een lange, magere jongen, met
een blouse waarvan de mouwen veel te
kort waren, -hij had een bleek gezicht,
maar toen hij „Hallo" -zei tegen Wout,
vond hij 'hem direct leuk.
O zag, een nieuwe leegling!
Wout schoot in een lach; met een ruk
ging z'n hoofd naar achter, waar hij een
dikke jongen zag zitten en, wat Wout ook
dadelijk zag, een fijn polshorloge en z'n
haar, dat glom van de pomade, lag in een
prachtige golf langs zijn voorhoofd.
Hè jij je aagdgij-kskunde geleegd, hoor
de Wout hem toen zeggen.
Nou, die pgaat pgachtig, vond Wout.
D'e jongen naast hem deed het niet
zoo mooi, en hij was juist 'bezig van alles
over de klas te vertellen, toen -ze moesten
beginnen.
Het viel Wout best mee, -de eerste mor
gen op school en hij merkte wel, dat ze
hier nog niet zoo ver waren als bij hun
op school.
De sommen die besproken werden had
hij al gehad, dus moeilijk waren ze niet
voor hem.
Hij was druk bezig er een in 't klad uit
te rekenen toen Piet naast hem, hem aan
stootte.
Wat een fijn potlood zeg, laat eens
kijken!
Hierzoo, Wout schoof het potlood naar
hem toe; heb ik van, m'n grootmoeder
gehad.
't Was van zilver in -den vorm van een
mannetje, dat op één stelt stond, dat was
de punt waar het potlood in zat.
Draaide je aan z'n hoedje, dan kwam
het potlood er verder uit en haalde je
z'n hoedje er af, dan kwam er een stukje
gom te voorschijn, waarachter nog reser
vepotloodjes bewaard konden worden.
Fijn hoor, zei Piet, toen hij' het heele
maal uit elkaar had mogen halen. Hij
zuchtte er van; zoo'n fijn potlood, nou dat
zou 'hij ook wel willen hebben.
Hij had er eens een van een dubbeltje
gehad, ook een vulpotlood, maar dat was
dadelijk kapot geweest.
Daar kreeg Wout een por in zijn rug.
Laat mij ook eens kijken, klonk fluiste
rend de stem van de Dikke, zooals Wout
hem maar noemde, maar nog voor Wout
antwoord had kunnen geven, had de Dik
ke zich al over de 'bank gebogen en het
van Piet afgepakt.
Jongens, wat is -dat daar? Doorwerken!
klonk van voren een strenge stem.
Wout zat al recht en durfde niet meer
om te kijken.
Vervelend, als die Dikke het nu maar
niet kapot maakte.
Hiegzoo! Weer een stomp van achter;
aagdig hoog!
Even keek Wout Piet aan; vond die het
nu niet gek, dat die jongen zoo praatte,
maar hij merkte er schijnbaar niets van.
T'oen rekende hij weer door en onder
wijl zwierven zijn gedachten ver weg.
Moesten -de jongens de Dikke eens hoo-
ren, wat zouden ze lachen!
Hij zou vast niet mee durven in de boot
of achter kippen jagen.
Wat zouden de jongens nu doen, het
was zoo lekker zonnig buiten, ze hadden
een heele week vacantia, ze varen vast
wel met de bootWout zette nog
maar streepjes en.was weer even de
kleine kapitein.
11
Uitg.: N.V. U
Emergo" ter ex
Bureaux
1
Postchèqi
Bijkantoor R
J. J. FAN
Directeur-H
Het optrede:
's Gravenhage
daartoe gema
voor de bijvoe-i
len, heeft
vreemding ge^
Ook de Go:
Sociale Aange
de Vereen, ve
meentebestuun
aandacht 'gesc
Deze Gommi
haar uitgebrae
z waren:
le. Het lijkt
allerlei manier
voor acties ei
school als zoo-c
niets te make
geen reden at
school ook niet
paganda van a
delen, of prodi
met de crisis,
ten worden ge
en de on-derw
tend op econon
2e. De aang
elk kind zonde
schaffen, heeft
pagandistische
ter niet de kvc
voeding hierbij
Wanneer teg
maatregelen
dient dat te ge
gronden en uit
gen. Men zal d
gegevens, verz
zich moeten be
gevaar oplever
Maar men zs
nen, dat de Ov
doet ten goede
deze hulp alle)
Er is nu, na
gen hebben g<
tot het algeme
Voor bepaal
wenscht zijn,
zeker niet in
omvang, om dj
te stellen.
Voor gezond
algemeen niet
beter gesitueerc
zou melkverstr
meente deze ze
D'e commissie
king het uiteen
over de waard
het algemeen
volkomen eenst
zij, dat het nil
overheid kan 1:
tige maatregele
sen.
3e. De wijze
aanbevolen, is
vaar. Men kar
meenende prop
voeren, den we;
manente ach
De bezwarei
kring te -dikwi
het noodig is,
uiteen te zettei
den geboden,
voeding bestaa
eele bijvoeding
schieden via
school.
Voor zoover
'bureau bedoelt
echt Nederlan.
aandacht te vei—
bezwaar worde
Maar het gE
boekje, als het
ren voor per:
En terecht -
de Vereeniging
met deze proi
stellen met dei
De zuivelpro;
misbruikt om
ons volk ingan
m
1
DE TOEST/
OOSTEN
De toestand
nen. Hoewel
accoord, de L.
zijn Zaterdag
divisies van he
gekomen. De
een inbreuk
geprotesteerd,
^e 37ste divisie
Wang Ping 01
De Chineeze:
pansche verste
aankomen. Var
in
37,
O]