DE ZEEUW
victoria
Ü3 opheffing m iet Departement van Landbouw.
Christelijk Landbouw-onderwijs
SPIERPIJNEN in
zijn arm genezen
KLOOSTERBALSEM
BETTY'S LIEFDE.
TWEEDE BLAD
Voor den Zondag
Een stugge, droge huid
Kuyper-tentoonstelling.
Ik koop alleen maar goede waar,
want slechte waar, die vind ik naar.
Ik koop slechts goede. Kijkt U maar:
X*
F EÏÏTL LET ÖN
Zal hierdoor nlei aan de belangen van
don «.ancSbouw worden tekort gedaan?
DANK ZIJ KLOOSTERBALSEM
'n Pijn dm razend te worden
b|j 't bewegen van den arm
AKKEP'S
„Geen goud zoo goed"
Land- en Tuinbouw
Wat er deze week voorviel
De witste tanden,
VAN
ZATERDAG 17 JULI 1937, Nr 242.
VERWOESTEN EN PLANTEN.
Om uit te ruklcen en neer te wer
pen en te verdelgen en te verwoes
ten, om te bouwen en te planten.
Jer. 110.
De profeet Jeremia was door den Heere
tot een zware taak geroepen.
Hij werd niet alleen voor Juda, maar
ook voor andere volken gesteld tot een
boetgezant, een oordeelsprofeet.
Aan Juda en Jerusalem moet hij als
straf op de zonde, het miskennen van
Gods geboden en het verlaten van de
wogen des Hoeren, den algeheelen onder
gang aankondigen.
Het volk des Heeren wilde, ondanks al
de zegeningen, waarmede het als over
laden was, niet naar Gods stemme hoo-
ren; het verliet Hem en Zijn geboon,
'thad zich and're goón, naar zijn lust
verkoren.
En nu werd Jeremia geroepen om het
oordeel aan te zeggen. Hij werd gesteld
om uit te rukken en neer te werpen en
te verdelgen en te verwoesten.
Een alles vernietigende straf zou wor
den voltrokken aan hen, die het Woord
des Heeren verwierpen.
Als onnutte planten, als onkruid zou
den ze uit den grond worden uitgerukt,
en als volkomen onbruikbaar weggewor
pen. En dat niet alleen. Zooals het on
kruid, om te voorkomen, dat het opnieuw
wortel zal schieten, wordt verdelgd en
verwoest, zoo zou ook het afvallige volk
van voor het aangezicht des Heeren wor
den weggedaan.
Maar,... bij de oordeelsaankondiging is
er ook de Evangelieprediking.
De straf is niet onvoorwaardelijk.
Jeremia was ook gesteld, om, indien
er zou zijn bekeering des harten, te bou
wen en te planten.
En zoo is het nog.
Die den Heere versmaden zullen licht
geacht worden. Een onbarmhartig oor
deel zal gaan over hen, die de stem des
Heeren niet gehoorzaam zijn.
Maar wie zijn zonde belijdt en laat,
zal barmhartigheid geschieden.
Wie met belijdenis van zonde en de
bede om verlossing tot den Heiland komt,
wordt niet afgewezen.
Wie zich bekeert tot den Heere met
een oprecht hart en gelooft in Jezus
Christus, die heeft het eeuwige leven.
Is Christelijk landbouw-onderwijs noo-
dig?
Velen, ook onder hen, die van Christe
lijk onderwijs op de gewone lagere scho
len verklaarde voorstanders zijn, geven
op deze vraag een ontkennend antwoord.
Indien ergens, dan kan men hier met
het z.g. algemeen onderwijs, desnoods
voorzien van een Christelijk sausje, naar
men meent, volstaan.
Wij gaan op deze kwestie hier niet
verder in, maar geven alleen het woord
aan Dr J. P. Kruyt, een sociaal-demo-
5 craat. d>e in een vraaggesprek o\er de
jeugd en de kerk, o.m wees op den in-
vloed van de natuurphilosofische be
schouwingen van de huidige wetenschap.
„Bik oogenblik, zoo zeMe hij, komen
do jonge menschep m »»u*«>.fctng met,
verklaringen vsn natuurverschijnselen,
die hua doen twijfelen a&a het Gods
bestaan; het is, zooals een jonge ortho
doxe boer het eens tegen een Gronlngsch
predikant zeide: In de landbouw
school wordt feitelijk alle ge
dachte aan God gedood. Niet op
zettelijk bestrijden zij daar den gods
dienst, maar altijd wordt ons daar ge
wezen op wat wij kunnen doen met dien
grond en met die kunstmest en voor die
gewassen. Dat wordt er in gestampt en
dan denk je gewoonlijk niet dieper na.
Wie dat wel doet omdat hij godsdienstig
is opgevoed, denkt nog wel eens: wie
heeft die krachten dan in den grond en
in de meststoffen gelegd om die gewas
sen zoo best te doen gedijen? Maar och,
die dingen komen zoo dagelijks niet bij
ons op."
Dr Kruyt is van oordeel, dat het zeer
de vraag Is of het Christelijk onderwijs
en de catechisatie hier als tegenwicht
kunnen dienen. Wil de kerk den vat op
do jeugd terug krijgen, dan zal zij z.i.
deze kwesties wetenschappelijk moeten
onderzoeken.
Dat zou dus pleiten voor hooger onder
wijs op positief Christelijken grondslag.
Maar tevens is hier, zij het onbedoeld,
het pleit gevoerd voor de noodzakelijk
heid van Christelijk landbouw-onderwijs.
Purol maakt soepel en zacht.
Omstreeks eind October en begin No
vember a.s. zal te Amsterdam in het
Rijksmuseum een tentoonstelling worden
gehouden naar aanleiding van de hon-
derjarige herdenking van den geboorte
dag van Dr A. Kuyper.
Deze tentoonstelling zal niet alleen om
vatten de geschriften van Dr Kuyper zelf,
doch, voor zoover mogelijk, ook hetgeen
tegen en naar aanleiding van zijn ge
schriften is gepubliceerd. Van de ge
schriften zal een nieuwe catalogus wor
den samengesteld.
Voorts zullen worden bijeengebracht
portretten, brieven en andere documenten,
voor zoover deze geacht kunnen worden
in een meer breeden kring belangstelling
te hebben. D'aarnevens zullen uiteraard
de belangrijkste memorabilia betreffende
het leven en den arbeid van dezen a.-r
staatsman ter bezichtiging worden ge
steld.
De leiding van de organisatie van deze
tentoonstelling is in handen van een
commissie, gekozen door het Comité voor
de Kuyperherdenking-1937, van welke
commissie Prof. Mr V. H. Rutgers voor
zitter is, en waarvan leden zijn Mej. M.
Parmentier, voorzitster van den Bond
van Meisjesvereenigingen op Geref.
Grondslag; Prof. Dr A. Goslinga, hoog
leeraar aan de Vrije Universiteit te Am
sterdam, Mr G. A. Diepenhorst, lid van
de Tweede Kamer. Prof. Dr H. H. Kuy
per en Mej. J. H. Kuyper hebben zich
bereid verklaard de commissie van ad
vies te dienen.
Voor nadere inlichtingen betreffende
deze tentoonstelling gelieve men zich te
wenden tot den heer D. Grosheide, Am-
steldijk 85, Amsterdam.
BISCUIT- EN CHOCOLADEFABRIEK
2.) O-
Peinzend keek de predikant in bet
gloeiende gezichtje naast hem en zacht
zei hij
„Ik ben blij, dat je er heengegaan bent,
lieve, al miste ik je dan ook zoo noode.
Ik geloof, dat mijn Betty nu meer levens
ervaring bezit, dan voor haar vertrek."
„Dat hoop ik," fluisterde ze, „maar,
vader, ik wilde dat u zelf eens kon zien,
welk een zegen Alison in dat oude, grijze
huis om zich heen verspreidt. Toen ik
haar voor "t eerst zoo hulpbehoevend
zag liggen, vond ik dat zoo verschrikke
lijk, dat ik haar vroeg, of ze op 'dien
vreeselijken dag maar niet liever direct
had willen sterven, inplaats dat haar
lichaam op zoo'n vreemde, raadselachtige
manier werd verminkt. Maar, glim
lachend antwoordde ze, dat het haar over
tuiging was, dat eerst nu haar leven aan
zijn doel beantwoordde. En na alles wat
ik gezien en ondervonden heb, geloof ik
dat nu met haar. Vindt u zulk een hél-
dengeloof niet iets wonderlijks, vader?"
mmm
DORDRECHT
„Ja, wonderlijk, maar ook erg mooi,
Betty,"' klonk bewogen het antwoord.
Zwijgend en in gedachten liepen ze
verder langs het slingerende, heuvelach
tige pad, toen plotseling 'bij een wending,
een schitterend panorama zich voor hun
oogen ontrolde.
„Kijk eens, is dat niet prachtig?" riep
de predikant in bewonderende extase uit.
„Zoo iets moois zul je toch in Balgrowie
niet vinden, wel?"
„Nee, waarschijnlijk niet, maar toch is
het in Balgrowie ook prachtig. Ik kwam
ginds altijd weer onder de bekoring van
de grootsohe en woeste natuur en de
wandelingen, die ik door het bergland
schap gemaakt heb, waren altijd even
heerlijk."
„Het lijkt me anders wel wat saai,
alleen zulke tochten te maken en was
dat voor jou, die daar toch niet bekend
was, ook niet een beetje gevaarlijk? Zoo'n
dwaas, waaghalzerig meisje had heel ge
makkelijk kunnen verdwalen, dunkt me."
Betty lachte vroolijk en een zacht rood
overbloste haar wangen.
„Ik was nooit alleen," zei ze eenvou
dig. „U weet toch, dat de beide jongens
ook net thuis waren en ze hebben zich
dikwijls over mijn onvermoeidheid en uit-
Ben jüöJcA'oi'Ior van de „Nederlan-
der"s preekt zijn teleurstelling uit over
de opheffing van het departement van
Landbouw en Visscherij.
„Deze teleurstelling is te grooter, om
dat men moeilijk had kunnen verwach
ten, dat dezelfde Kabinetsformateur, die
in 1935 tot de stichting van een afzon
derlijk Lanidbouwministerie meewerkte,
reeds twee 'jaren later, die daad weer
ongedaan zou maken.
„Landbouw" is opnieuw aan 't zwal
ken gegaan, en teruggekeerd tot een si
tuatie, die wel eens sarcastisch met die
van den wandelenden Jood is vergeleken.
Het heeft den schijn, alsof verschillen
de Kabinetten eigenlijk geen raad wisten
met de behartiging van de landbouwbe
langen, en deze beurtelings' bij onder
scheidene departementen „uitbesteed"
hebben."
Na dan de omzwervingen van den
Landbouw getee'kend te hebben, zegt hij
dat het niet te verwonderen is, dat de
beslissing die bij de jongste Kabinets
formatie genomen ls, moeilijk verstaan
wordt door onze landbouwers.
„Vergeten moet niet worden, dat ook
de waardeering, die vooral de minister
heeft voor de beteëkenis die handel en
nijverheid eenerzijds, en de landbouw
anderzijds hebben voor onze volkswel
vaart, hier grooten invloed uitoefent, ook
bij de meest zorgvuldig genomen beslis
singen.
Juist hieromtrent treden groote ver
schillen aan den dag.
Niet 'het minst hierdoor kan een be
treurenswaardig gemis aan waardeering
en samenwerking tusschen twee depar
tementen, evengoed gevonden worden bij
de hoofden der onderscheidene diensten
MAMMAM
„De pijn begon in mijn bovenarm en
zette zich zoo voort tot in mijn nek,
soms zóó hevig, dat het huilen m(j
nader stond dan het lachen. Gewone
spierpijn, zeide men mij, maar ik kon
niets vinden om die gewone pijn te
genezen. Ten einde raad ben ik met
Kloosterbalsem begonnen. De uitwer
king is enorm geweest. Na de eerste
behandeling verminderde de pijn al
en na voortgezet gebruik zfln al mijn
pijnen verdwenen, dank zij Klooster
balsem, den grooten pjjndooder."
E, v. C. te A.
ORIGINEEL TER INZAGE
Onovertroffen by brand-en sny wonden
Ook ongeëvenaard als wrijfmiddel by
Rheumatiek, spit en pyniyke spieren
Schroefdoos 35 ct. Potteni 62'/j ct. en f 1.04
op één departement. Een nadeel van 'be-
teekenis is echter, dat de landbouw bij
de huidige regeling in den Kabinetsraad
geen deskundig minister meer 'heeft als
pleitbezorger.
Dit kan een ernstige leemte zijn, zoo
wel bij de behartiging van de exportbe
langen, als bij de groote en belangrijke
beslissingen vein meer internen aard, die
in de komende periode zeer zeker geno
men moeten worden.
De redactie van de „N e d o r 1 a n d e r"
ls het met deze beschouwing niet eens.
„Het is in dezen tijd, nu de overheid
genoodzaakt wordt zich in veel sterker
mate dan vroeger met het economische
leven te bemoeien, meer dan ooit nood
zakelijk, het 'economische loven als een
eenheid te zien, Dit behoort het uitgangs
punt te zijn van elke economische poli
tiek, 'die rekening wil .houden met de
eiscihen van dezen tijd. Die eenheid be
hoort ook tot uitdrukking te komen in
het beheer van de zaken, het economische
leven betreffende. Daarom juichen wij
het van harte toe, 'dat het departement
van Economische Zaken weer is hersteld
en wij spre'ken de hoop uit, dat men het
bij volgende kabinetswisselingen nu voor-
loopig eens ongemoeid zal laten.
Naar onze meening behoeft daardoor
aan de belangen van den landbouw niet
te kort te worden gedaan. Het is zeker
niet minder in het belang van den land
bouw dan van eenigen anderen tak van
het bedrijfsleven, dat de eisch wordt ge
steld het geheele economische leven als
een eenheid te behandelen. Er wordt wel
eens geklaagd over achterstelling van den
landbouw. Welnu als men een gelijke be
handeling van den" landbouw en van de
overige takken van volksbestaan wil be
vorderen, moet men beginnen waarbor
gen te scheppen, dat die verschillende be
langen niet 'Onafhankelijk van elkaar
kunnen worden behartigd. En naar onze
meening is het departement van Econo
mische Zaken daarvoor de beste waar
borg.
Wij kunnen ons begrijpen, dat men
wel graag een landbouwman aan het
hoofd 'van dit departement zou hebben
gezien. Maar wie zegt, dat dit in de
toekomst nooit eens zal gebeuren? Boven
dien kan men, wanneer straks de Grond
wetsherziening 'haar beslag zal hebben
gekregen en het instituut van de staats
secretarissen ingevoerd mocht worden,
aan de bezwaren, die door onzen land-
bouwmedewerker werden vertolkt, 'tege
moet komen door het benoemen van een
staatssecretaris voor den landbouw. Wij
zouden daaraan verre de voorkeur ge
ven boven een splitsing van het departe
ment van Economische Za'ken.
Wij verwachten trouwens, dat de
minister van Economische Zaken het,
juist omdat hij niet uit de kringen van
den landbouw voortkomt, als zijn eerste
zorg zal beschouwen te laten blijken, dat
hij den landbouw niet wenscht te veron
achtzamen. Wij zijn er dan ook van over
tuigd, dat het herstel van het departe
ment van Economische Zaken den land
bouw erg zal meevallen en vertrouwen,
dat de teleurstelling, waaraan onze land-
bouwmedewerker uiting gegeven 'heeft,
ongegrond is geweest."
DUITSCHLAND KOOPT PAARDEN
IN ONS LAND.
Déze week is wederom door de aan-
koopcommissie van de Duitsohe regee
ring de aankoop begonnen van een groot
aantal 4-, 5- en 6-jarige paarden van het
type trekpaard. Gevraagd wordt een ge
zond, massief paard, middelzwaar, met
een stokmaat van 1.561.64 m. In het
bijzonder wordt door de oommissie gelet
op de voeten met goed beslag, op zuiver
beenwerk en vierkante gangen. Voorts
worden eerlijke en vertrouwde paarden
verlangd, die op de landbouwbedrijven bij
onze oostelijke naburen gebruikt kunnen
worden. Voor het derde kwartaal 1937
Werd de aankoop sterk opgevoerd, thans
is het quantum, dat hier te lande in dat
houdingsvermogen verwonderd. Ze zei
den, dat ik hen terug deed denken aan
de heerlijke dagen, toen Alison hen altijd
op al hun tochten vergezelde. Maar al
kan ze dat nu niet meer doen, ze is toch
evengoed nog hun trouwe kameraad als
vroeger. Ze hangen erg aan haar en met
al hun kwesties en moeilijkheden komen
ze bij haar om raad. Het kan we wel
eens spijten, dat ik ook geen broers heb."
Haar laatste woorden deden even een
donkere schaduw glijden over het 'ge
zicht van haar vader en Betty verweet
zich direct haar onbedachtzaamheid.
Vaag vermoedde ze iets van 'het vurig
verlangen naar een zoon, dat leefde in
haars vad'er's hart. Tweemaal was hij ge
huwd geweest, maar deze hartewensch
was onvervuld gebleven.
Bij het sluiten van zijn eerste 'huwe
lijk had het verstand de hoofdrol ge
speeld met dit droevige gevolg, dat zijn
huwelijksleven jammerlijk strandde. Na
zeven donkere jaren van onbevrediging
en vruchteloos pogen, stierf zijn vrouw,
hem één dochter, Pamela, achterlatende.
Het was hem geweest of haar sterven een
kwellenden band losmaakte, die hem al
tijd meer of minder gedrukt had. Maar
zijn tweede huwelijk, dat hij eenige jaren
tijdvak door bemiddeling van de oommis
sie voor den uitvoer van koudbloed-
paarden naar Duitsohland en onder di
recte leiding van den heer Bom, secreta
ris van de ver. „Het Ned. Trekp. Stam
boek" wordt aangekocht 600. De vorige
kwartalen bedroeg het aantal slechts 250.
De afname is Dinsdag te Gorinohem
begonnen. D'aar heeft de Commissie 50
paarden kunnen koopen, maar bepaalde
zich tot den aankoop van 39 stuks.
Woensdag waren in ELst (Betuwe) 79
stuks gepresenteerd. Ook hier kwam de
commissie niet aan het tevoren gerekende
kwantum van 60 stuks; er werden 'hier
50 paarden verhandeld.
De prijzen worden tamelijk goed ge
oordeeld, gemiddeld lag de aankoopprijs
in Eist iets boven f 500 per stuk.
later sloot, was een samensmeding van
twee verwante zielen, geheiligd door de
teerste liefde. En toen hij zijn lieve, jonge
bruid in de oude pastorie had mogen
binnenleiden, had hij bijna gehuiverd van
overweldigende 'vreugde. Het leven bracht
hem twee korte, gouden jaren van het
zuiverste geluk en daarna was er alleen
maar een heel klein meisje m'eer, om zijn
moede hart te troosten. Een durende her
innering aan zijn gouden levensgeluk was
hem echter gebleven in Betty's dansende
bruine kijkers, in haar lieven lach, 'die
als echo naklonk op het wegsterven van
een beminde stem.
Even raakte de herinnering ook Betty's
hart aan en -liefdevol trachtte ze de zorg-
rimpels uit haar vader"s voorhoofd te
verdrijven door zijn gedachten een an
dere richting te geven.
Hartelijk vroeg ze: „Zou u mij nu niet
eens vertellen, wat er allemaal gebeurd
is, gedurende mijn afwezigheid? Ik hen
nu al den heelen tijd aan 't woord ge
weest."
„Ik vind het juist zoo prettig, jou zoo
te hooren babbelen," zei haar vader
warm. „Ik geloof niet, dat zich hier iets
bijzonders heeft afgespeeld, behalve dan
misschien, dat de nieuwe landheer uit
Terwijl hier te lande onmiskenbaar tee
kenen van economische opleving zijn
waar te nemen en ooa <mze tuinders, die
zuixe buitengewoon moeilijke jaren ach
ter den rug hebben, voor de producten van
hun nieuwen oogst aanmerkelijk betere
prijzen ontvangen dan vorige jaren we
hebben ons alleen te beschuldigen van on
dankbaarheid voor deze zegeningen
lezen we de berichten, dat in China mil
joenen door den hongerdood worden be
dreigd en dat een deel van Amerika door
een groote hitte wordt geteisterd.
Terwijl in ons land de eene kerkelijke
sociale en maatschappelijke organisatie
na de andere baar congres of jaarverga
dering houdt, zonder daarbij in eenig op
zicht gehinderd te worden, gaat er geen
week voorbij of we lezen van tergende
maatregelen, waarmede de Duitsohe
Christenen door de Overheid worden ge
plaagd. En alweer: waar is de dankbaar
heid?
Inderdaad, we leven nog in rust en
vrede. Maar allerwegen 'kookt en gist het.
De gevechten tusschen Japanners en Chi-
neezen niet ver van Peiping, de oude
hoofdstad van China, kunnen zeer ern
stige gevolgen hebben.
De Chineezen hebben tot dusverre elke
„aantasting van het prestige der Japan
ners", die zich hunnerzijds de vrijheid
voorbehouden zich ongevraagd met de
Ohineesohe zaken te bemoeien, moeten
boeten met afstand van gebied of autori
teit, Het lijkt er veel op, alsof de Ohinee-
zen ook dezen keer weer (het gezag over
een deel van Noord-China zullen moeten
prijsgeven aan de vrijmoedige indringers,
die zij nu eenmaal tot buren hebben.
Het is thans de vraag, wat Noord-Chi
na zelf van plan is, en over welke mili
taire krachten Nanking de beschikking
heeft om de oogmerken van de Japansohe
legerautoriteiten te verijdelen.
D'e Japanners doen intussctoen niet an
ders dan troepenversterkingen zenden.
Zooals gezegd, zal het vooral van de hou
ding van China afhangen, of we een ge
wapend conflict op groote schaal zullen
krijgen. Intusschen zijn ook Amerika en
Engeland op hun hoede.
Het valt heel sterk op, dat Londen,
Parijs en Washington een groote bezorgd
heid over de politieke ontwikkeling in het
Verre Oosten aan den dag leggen.
Er wordt van den Engelschen Minister
Eden, die, waar mogelijk, tracht te be
middelen, den laatsten tijd veel gevergd.
Deze man staat op een zeer verantwoor
delijken post.
Ook in de netelige Spaansche kwestie
heeft Engeland weer gepoogd te bemid
delen.
Het EngelsChe voorstel is in den vollen
zin des woords een compromis geworden.
Op de eerste plaats moet de wacht rond
Spanje weer in werking worden gesteld,
waarbij de vlootoontrole door waarne
mers in de Spaansche havens wordt ver
vangen. Vervolgens moeten overeenkom
sten voor het terug trekken der vrijwilli
gers worden getroffen, terwijl internatio
nale controleurs op de Spaansche vlieg
velden geplaatst zullen worden. En als
dan in deze aangelegenheid merkbare
vorderingen zijn gemaakt, zullen aan de
beide partijen in den Spaanschen burger
oorlog de rechten van oorlogvoerenden
worden toegekend, echter onder zekere
beperkende voorwaarden.
D'e Eng. regeering waarschuwt in de in
leiding tot haar compromis zeer drin
gend: „Tenzij een resoluter geest van in
ternationale samenwerking blijkt dan in
het verleden getoond is, moet het nieuwe
plan mislukken; maar de naties van
Europa zullen dan voor een nieuwe en
eindeloos gevaarlijker situatie komen te
staan".
Inderdaad. Het is daarom te hopen, dat
de verschillende vertegenwoordigers el
kander te Londen zullen vinden. Een klei
ne hoop is er al Het Engelsohe voorstel
wordt niet zonder nicer van de hand ge
wezen. Men heeft reserves, maar wil er
althans over praten.
indien U poetst met wat goeds, dus met
Tube 60 en 40 ct. Doos 20 ct. IVOROL
het buitenland gearriveerd is."
„Zoo, is hij dan eindelijk gekomen?
Hoe ziet hij er uit? Vindt u hem sympa
thiek?" vroeg Betty haastig met echte
meis j esnieuwsgiei igheid.
Glimlachend zei hij kalm: „Vraag dat
maar aan Pamela, die kan je volledig
over hem inlichten, van de kleur van zijn
oogen tot aan de snit van zijn jas toe. Zel
den nog zag ik iemand met zoo'n scherpe
opmerkingsgave als die van Pamela".
„Ik hoop maar, dat ze die opmerkings
gave dan niet zal benutten om op 't eer
ste gezicht te bemerken, dat mijn hoed
vrijwel btdorven is. En mijn kleeren
zien er helaas ook niet zoo erg netjes
meer uit", verzuchtte Betty. „Heusch,
vader, ik kon er niets aan doen, want we
zijn op onze uitstapjes dikwijls door re
gen en mist overvallen. Eh zoo keurig als
Pamela haar garderobe altijd houdt, kan
ik het toch niet. Maar toe, laten we op
schieten. Pam staat al bij 't hek te wach
ten".
„Zoo, kom je eindelijk weer thuis'?"
klonk Pamela's begroeting, toen zo het
hek voor hen opendeed, en even gleed
haar blik onderzoekend over Betty heen,
vóórdat ze haar met een kus verwel
komde. (Wordt vervolgd,)
Jii:
I