DE ZEEUW
De herziening van de Grondwet.
ZIJN STIJVE NEK
IN 8 UUR GENEZEN
KL00STER8ALSEM
TWEEDE BLAD
Voor den Zondag
LOUTERING.
DOOR KLOOSTERBALSEM
Wat er deze week voorviel
Het nieuwe afdeeüngsonderzoek aan de Tweede Kamer.
Een sti|ve nek behoeft Ge
dus niet langer te hebben
VAN
ZATERDAG 26 JUNI 1937, Nr 224.
OPENBARING DER HEERLIJKHEID.
En heeft Zijne heerlijkheid
geopenbaard. Joh. 2:11
Het verhaal van de bruiloft te Kana in
Galilea, waar Jezus bet water in wijn
veranderde is overbekend.
E!r is ook veel over gefantaseerd en
men heeft er alleilei „toepassingen" aan
ontleend.
Nu behoeven wij de waarde daarvan
in het algemeen niet te ontkennen.
Het feit dat Jezus zelf op een bruiloft
wordt genoodigd en dat de sfeer daar zoo
is, dat Jezus het bruiloftsfeest kan mee
maken, is zeker niet zonder beteekenis
Maar allerlei gedachten die zich aan
dit wonderwerk van den Heiland zouden
kunnen vastknoopen, moeten onderge
schikt worden geacht aan wat Johannes
er van zegt: Dit beginsel der teekenen
heeft Jezus gedaan te Kana in Galilea,
en heeft Zijne heerlijkheid geopenbaard,
en Zijne discipelen' geloofden in Hem.
Daar ging het om.
Niet om opzien te baren; niet om door
het buitengewone bij de menschen vlee-
schelijke verwondering teweeg te brengen,
en wel allerminst om onmatigheid te
voeden.
Hoofddoel was om door een teeken
zijne heerlijkheid als de Zone Gods te
openbaren, opdat zij in Hem zouden ge-
looven.
Zooals Jezus is, zoo is ook het Evan
gelie.
Het daalt tot ons af. Het sluit zich bij
ons aan. Het opent de schatten van Gods
rijke gunst en genade.
Niet maar voor onze zondaarsnooden
in het afgetrokkene, maar voor ons leven
en ons bestaan als mensch.
Maar dan ook: voor tijd en eeuwigheid
beide. Niet voor dit leven alleen, en niet
alleen voor het leven na dit leven, maar
voor heel ons aanzijn.
Eh het brengt ons hulp en uitkomst,
die niet van menschen komen kan, maar
waarin de heerlijkheid Gods ons tegen
blinkt.
Jezus is verschenen om Zijne heerlijk
heid, een heerlijkheid vol van genade en
waarheid, te openbaren.
Maar ook, om door ons te worden ver
heerlijkt, opdat ook anderen met ons mo
gen gelooven in Jezus Christus dien God
gezonden heeft.
MID DELBU RGSC H E BRIEVEN.
Amice,
Als die vervelende, of neen, die diep-
treurige Spaansche broederkrijg met al
den aankleve van dien er niet was, dan
zouden we met genoegen dagelijks onze
krant lezen.
We zijn in het tijdperk der opleving
aangeland. De schatkist ontvangt meer,
de Spoorwegen, idem, het handelsverkeer
neemt toe, de daling der werkloosheid
houdt aan, kabinetsformateurs in binnen-
en buitenland slagen, de oogstverwach-
tingen zijn weer goed, de weerberichten
wijzen weer op stijgende temperatuur (het
is vandaag Donderdag), en ga zoo maar
door.
Gelukkig incasseeren wiji ons aandeel
van die langzaam terugkeerende welvaart
ook. Het werkloozencijfer ten onzent daal
de vorige week tot 683; vorig jaar op het
zelfde tijdstip was dit cijfer 200 hooger en
2 jaar geleden zelfs 300 daarboven. Velen
hebben zich bij de reeds vorig jaar inge
zette verbetering afgevraagd, zal deze
verbetering aanhouden en in welk tempo
zal het gaan. En tot heden toe gaat het
uitstekend. Zeker, 683 werkloozen is nog
zeer veel, maar vergeleken met de top-
cijifers in de voorafgaande overeenkom
stige periodes, is het aantal toch met 1/3
verminderd.
FEUILLETON
49) —o1
„Ik wou, dat je niet zoo verachtelijk
„brave Patricia" zei. Ze is niet iemand
van jou soort dat weet ik, maar ze be
hoeft daarom toch niet belachelijk ge
maakt te worden; haar treft geen enkel
verwijt."
„Heeft ze nog steeds geen plannen
voor de-toekomst gemaakt?" vroeg Enid
luchtig, terwijl ze geen acht sloeg op de
laatste woorden van haar man.
Bertram hoestte even verlegen. D'an
zooht hij in zijn zakken naar een brief.
„Ik geloof, dat ze zich erg eenzaam ge
voelt", mompelde hij. „Daarom is ze
waarschijnlijk op zoo'n onzinnig idee ge
komen. Eeverard Lyle zond me voor een
paar dagen een kort briefje en daarin
vertelde hij me, dat hij in Londen Pa
tricia had ontmoet en dat ze in costuum
was. Zij schijnt haar krachten te wijden
aan het een of andere evangelisatiewerk
in de armste wijken."
„Ik kan me niet begrijpen, dat jij dat
toestaat, Bertram", zei zijn vrouw
scherp. „Daarvoor moest ze zich toch
werkelijk schamen."
Motief der herziening.
Het. afdeeüngsonderzoek van de wets
ontwerpen betreffende de grondwetsher
ziening heeft de commissie van rappor
teurs uit de Tweede Kamer aanleiding
gegeven tot mededeeling o.a. van bet vol
gende:
Eenige leden gaven als hun meening
te kennen, dat voor deze grondwetsher
ziening geen enkele aannemelijke reden
bestaat, behalve voorzoover zij betreft de
regeling van het inkomen van den
Prins Gemaal, welke regeling
echter ook wel langs anderen weg op be
vredigende wijze tot stand had kunnen
komen.
Als feitelijk motief voor deze herzie
ning zagen zij het streven der regeering
om voorgoed de dictatuur van de regee-
rende partijen, in de eerste plaats van de
B. K. Staatspartij te vestigen.
Vele leden verklaarden in deze uiteen
zetting slechts een caricatuur te kunnen
zien van de motieven, welke de regeering
hebben geleid bij bet indienen van baar
voorstellen, waarvoor de zakelijke gron
den bij herhaling zijn uiteengezet.
De aan de orde zijnde voorstellen
aldus deze leden vormen allerminst
een bedreiging van die vrijheden, die de
overgroote meerderheid der bevolking, in
tegenstelling tot de dictatuurpartijen,
wenscht te 'behouden.
De schadeloosstelling.
Eenige leden hadden ernstige beden
king tegen het bedrag der schadeloosstel
ling voor de leden der Kamer, dat wordt
voorgesteld. Deze leden stelden voorop,
dat de Tweede Kamer overbodig is. Zoo
lang zij nog bestaat, is er naar hun mee
ning tegen het verleenen van een schade
loosstelling aan haar leden geen bezwaar,
mits deze, overeenkomstig de beteekenis
van het woord, beperkt blijft tot de wer
kelijke gedane uitgaven.
Het verleenen van pensioen voor scha
deloosstelling achtten deze leden te eenen-
male onaanvaardbaar.
Andere leden merkten op, dat de boven
weergegeven zienswijze kennelijk is in
gegeven door vijandschap tegen het par
lementaire steisel, welks werking ernstig
zou worden geschaad, indien aan de
leden der Tweede Kamer niet een zoo
danige schadeloosstelling werd toegekend,
dat het lidmaatschap door personen uil
aile groepen der bevolking zonder te
groot oezwaar kan worden waargenomen.
I Ministers zonder portefeuille.
1 Eenige leden zagen voor de invoering
van bet instituut van minister zonder
portefeuille geen enkele reden aanwezig.
Verscheidene leden gaven opnieuw te
kennen, dat zij tegen dit nieuwe instituut
in het algemeen geen bezwaar hadden,
doch dat zij zich bet recht voorbehielden,
in ieder voorkomend geval zelfstandig te
beoordeelen, of van de te verleenen be
voegdheid al dan niet een juist gebruik
wordt gemaakt.
Kiesstelsel.
Eenige leden verklaarden zich tegen
standers van ons gebeele kiesstelsel en
daarom ook van het thans gedane voor
stel. Tegen de voorgestelde wijziging be
stond bij deze leden in bet bijzonder nog
dit bezwaar, dat de veranderingen in de
kieswet, waartoe die wijziging gelegen
heid zal geven, slechts zullen dienen om
de suprematie der groote partijen te be
vestigen en nieuwe stroomingen tegen te
houden.
Bij enkele andere leden bestond even
eens ernstige bedenking tegen een ver
dere bevoordeeling van de groote par
tijen, waarop de uitwerking van de bier-
bedoelde wijziging zal neerkomen.
Van andere zijde werd bestreden, dat
de vroeger in de kieswet aangebrachte
wijzigingen de groote partijen onredelijk
hebben bevoordeeld. De verdeeling van de
beschikbare zetels geschiedt thans, nu het
stelsel der grootste gemiddelden wordt
toegepast, meer in overeenstemming met
het evenredigheidsbeginsel dan onder de
werking van bet systeem der grootste
overschotten.
Re vol utlonalre vertegen woord I gers.
Verscheidene leden verklaarden ook
thans, zich met het in bet betreffende
ontwerp vervatte voorstel niet te kun
nen vereenigen. Zij achtten bepalingen
als de voorgestelde onnoodig en onge-
wenscht.
Nu de N.S.B. in de openbare lichamen
verschijnt, zoo werd verklaard, wordt een
voorstel als bet onderhavige ingediend.
Van andere zijde werd tegen dit betoog
aangevoerd, dat de meening dat de onder-
havige voorziening speciaal tegen de N.
I S.B. zou gericht zijn, volkomen onjuist is.
Veeleer is daarbij' oorspronkelijk aan een
geheel andere partij gedacht. Op wie de
voorgestelde bepalingen eventueel zullen
worden toegepast zial geheel afhangen
van de vraag, wie zich schuldig maken
aan een streven om met behulp van on
wettige middelen verandering in de
rechtsorde te brengen. Dat de N.SlB.
vreest onder de bepalingen te zullen val
len is overigens begrijpelijk, daar zij ze
ker als zij' kon, de macht zou grijpen, ook
met gebruikmaking van onwettige mid
delen.
Vele leden verdedigden bet voorstel als
een noodzakelijk gebleken aanvulling van
betgeen de grondwet reeds bevat.
Ordening.
Eenige leden verklaarden, op zichzelf
voorstanders van ordening te zijn. De
ervaring bad bun echter geleerd, dat de
ordening onder bet huidige systeem
slechts dient om de werkelijke corporatie
ve gedachte den wind uit de zeilen te ne
men, en de overbeersching van kapita
lisme plus ambtenaren, dus van het
staatssocialisme, te vestigen.
Van andere zijde werd hiertegenover
gesteld, dat in de landen, welker systeem
de bovenbedoelde, leden zouden willen vol
gen, geen sprake is van ordening op den
grondslag van een organisch gegroeide
volksgemeenschap, doch van dictatorialen
dwang.
Verscheiden leden oordeelden het hier
besproken voorstel van weinig beteeke
nis, wijl bet bestaande artikel 194 in dit
opzicht voldoende mogelijkheden opent.
Andere leden zagen in de nieuw-voor-
gestelde bepalingen toch wel een wezen
lijken vooruitgang. Zij achtten daarin
een krachtige stimulans gelegen voor de
ontwikkeling van de bedrijfsorganisatie.
Diverse voorstellen.
Bij verscheidene leden bestond onover
komelijk bezwaar tegen de wijzigingen,
welke beoogen het doen verloren gaan
van de verkiesbaarheid door
gerechtelijke vrijheidsberoo-
ving ook wegens politieke de
licten en het opheffen van de parle
mentaire immuniteit in geval van op
ruiing of schending van geheimen.
Vele leden daarentegen konden zich met
de gedeeltelijke opheffing van de immuni
teit zeer wel vereenigen. Een deel hunner
zou zelfs verder willen gaan en de im
muniteit, feitelijk een verouderd begrip,
geheel willen afschaffen.
De tijd is voorbijl, dat een groot aan
tal der werkloozen in de werkverschaf
fing kon worden geplaatst. Groote werk
verschaffingsobjecten zijn met den besten
wil van de wereld in onze naaste omge
ving niet meer te vinden. Wat er nog voor
in aanmerking komt, betreft alleen klein
werk, waar slechts weinigen mee gebaat
zijn.
In bet jaarverslag van den directeur
der Arbeidsbeurs werd ook een eenigsziris
optimistische klank beluisterd. In bet vo
rige kwamen onder bet hoofd: „Algemeen
Overzicht" de woorden „schrikbarend
slechte toestand" voor, in het laatste:
„deze lichte verbetering weerspiegelt", en
dan komen ietwat gunstiger cijfers van
minder ingeschreven werkloozen,, meer
werkgevers-aanvragen en meer plaatsin
gen.
We hebben den laatsten tijd zooveel ge
boord en gelezen over de koopkracht-
theorie, dat we nu met eenige kennis van
zaken kunnen zeggen dat onze (onze, dat
is dan onze collectieve Middelburgsche)
koopkracht beduidend is toegenomen.
In bet reeds genoemde verslag worden
ook het aantal arbeidsvergunningen aan
buitenlandsche werkkrachten verstrekt,
meegedeeld. In totaal werden 195 ver
gunningen uitgereikt, w.o. 60 voor het
hotelbedrijlf en 48 voor huishoudelijke
diensten.
Wat het hotelbedrijf betreft kan ik me
indenken dat met het vreemdelingenver
keer alleen reeds op ons eiland, niet altijd
voldoende geschoold hotelpersoneel te
krijgen is, maar dat voor huishoudelijke
diensten 48 vergunningen aan buiten
landsche werkkrachten moesten uitge
reikt worden, is mijl onbegrijpelijk.
Trouwens, ik heb ook meermalen de
vakopleiding van jeugdige werkloozen
hooren bepleiten, waar wel de gelegen-
Bertram kromp ineen, toen hij den toon
hoorde, waarop Elnid dat zei en vroeg
zich af, wat ze dan wel zou zeggen als ze
wist, welk oneervol geheim Patricia tot
dien arbeid gedwongen had. Hard en
kort zei hij: „Ik heb geen recht om Pa
tricia tegen te houden. Zij kan doen, wat
ze zelf graag wil. Ze is oud genoeg om
voor zich zelf te kiezen en zij is een
meisje, dat zich niet kan bevredigen met
een leven van nietsdoen. Natuurlijk 'had
ik het ook prettiger gevonden, als ze de
een of andere betrekking aanvaard had.
Zij teekent heel goed en heeft zeer veel
talenkennis, maar ik veronderstel, dat
het redden van verlorene zielen voor haar
ibts belangrijkere is dan dat alle®. Als ze
het dan niet langer kan volhouden, kan
ze eens een poosje bij ons komen."
„Och, dat zou niets1 dan het einde ver
haastten", zuchtte Elnid met tragische
plechtigheid. „Kun je je niet indenken,
wat voor een marteling dat voor Patricia
en voor mij zou zijn, wanneer we samen
onder hetzelfde dak moesten wonen. Zij
zal het veel prettiger vinden om die vuile
menschen te wassohen of om haar geval
len zusters te redden en zij zal zich, zoo
doende, veel gelukkiger voelen dan in ons
luxieus huis, En ongetwijfeld zal ze dan
trouwen met den een of anderen ijverigen
zendeling en dan eindelijk ook nog eens
gelukkig worden."
gIk had den geheelen dag doorregen'
ttchttg weer geloopen met een sner
penden wind. Toen ik s'avonds thuis
kwam, kon ik mijn hoofd niet meer
bewegen, zoo stijf waren de spieren
van mijn nek. Ik ging vroeg naar bed
maar liet mij tevoren eens stevig wrij
ven met Kloosterbalsem, 's Morgens
was ik verrast te bemerken, dat er
van m(jn stijve nek niets meer te be
speuren was. De Kloosterbalsem had
mij in een enkelen nacht, of in 8 uur
van m'n hevige stijve nek af geholpen.
S. Sch. te den H.
üff HvER'S ORIGINEEL TER INÏAGI
Geen goud zoo goed"
Onovertroffen bij brand-en snfjwonden
Ook ongeëvenaard als wrijfmlddel bij
Rheumatlek, spit en pijnlijke spieren
Schroefdoos 35 ct. Potten: 62'/a ct. en f 1.04
heid voor aanwezig is, maar vaak de am
bitie voor ontbreekt.
Nu heeft de achter ons liggende tijd
ook geweldig deprimeerenden invloed uit*
geoefend. D'e vooruitzichten waren im
mers zoo troosteloos. Waarom zou men
zich nog inspannen? Waarom nog iets
Bertram keek nieuwsgierig naar zijn
vrouw. Zou ze iets weten van die korte
verloving, waarvan de verbreking zoo
veel bittere hartepijn gekost had? Haar
onbewogen gezicht stelde hem gerust en
op een toon van verlichting zei hij:
„Ze verdient hel ook, om gelukkig te
zijn. Ik hoop dat jou profetieën in ver
vulling mogen gaan."
Met moeite onderdrukte Enid een geeuw
en op verveelde toon zei ze:
,,'tls onverantwoordelijk om zooveel
tijd onnut voorbij te laten gaan, met be
handelen van zulke vervelende onderwer
pen, terwijl we ons toch zoo vermaken
kunnen. Ik had afgesproken om een auto
rit te maken. Ga je ook mee?"
„Nee, ik moet brieven schrijven en ik
moet ook eens een studie maken van die
beschrijvingen van huizen, die ik ont
ving. Eigenlijk kon je beter blijven en die
plattegronden eens bekijken!"
„O, nee, dat gaat onmogelijk", ant
woordde Ehid koel en vluchtte dan uit de
kamer om zich te gaan kleeden vóór haar
prettig autotochtje.
Toen Enid 's avonds, gekleed voor het
diner, beneden kwam, vond ze haar man
verdiept in het bestudeeren van papie
ren en foto's, die overal om hem lagen
en die hij dien morgen ontvangen had.
Op een toon van gezag zei hij tot haar:
„Ik wil graag, dat je na het eten, even
bijleeren of iets doen om vakbekwaam
te blijven?
Zoo'n gedachtengang is funest. Het
kan anders worden dan het is. Het is
reeds anders geworden. En het zal nog
meer veranderen. De geschiedenis her
haalt zich. Wat er geweest is zal er zijn.
Als steeds Uw
STENTOR.
RADIO-UITZENDINGEN VAN
REDEVOERINGEN.
Repressieve en preventieve controle.
Op de vragen van den heer Krijger
in verband met de radio-uitzending van
redevoeringen en toespraken ter vergade
ring van den Nederlandschen bond van
jongelingsvereenigingen op gereform.
grondslag op 6 Mei 1937 heeft de minister
van Binnenlandsche Zaken geantwoord:
Op de gedeeltelijke uitzending door do
N. G. R. V. van den 49sten bondsdag van
den Nederl. bond van jongelingsver
eenigingen op gereformeerden grondslag is
door de radio-omroep controle-commissie
repressieve controle uitgeoefend.
Bepaalde normen zijn door de radio-
omroep controle-commissie niet gesteld
Of op uit te spreken of uit te zenden re
devoeringen al dan niet controle zal wor
den uitgeoefend, wordt door de commis
sie geval voor geval beoordeeld.
Uit het feit, dat voor de uitzending aan
de betrokken omroepvereeniging noch een
schema, noch een tekst van de uit te zen
den redevoeringen was gevraagd, kon
het den sprekers bekend zijn, dat preven
tieve controle niet 'zou worden toegepast.
Wat de repressieve controle aangaat, was
het den sprekers uiteraard niet bekend,
of deze al dan niet zou worden gehouden.
je aandacht hierop concentreert. Je hebt
altijd tijd om je met andere menschen te
bemoeien en vergeet, ook om onze eigen
belangen te denken."
„Maar ik ga naar de Kurzaal", protes
teerde ze met een van haar allerliefste
glimlachjes. „Ik vind het zoo prettig om
daar eens een beetje rond te kijken".
„Nu, dat moet je er vanavond dan maar
aan geven. Ik wil, dat je hier komt", ant
woordde hij hoos.
„Maar dat kan ik niet Bertram", riep
ze verschrikt uit, terwijl haar vingers een
welsprekende beweging maakten naar het
zilveren beursje, dat om haar middel,
hing. „Ik kan onmogelijk 'die heerlijke
opwinding missen, vooral nu het de laat
ste avond is".
Juist op dat oogenblik dreunde de gong
en boos volgde Norman zijn vrouw in de
eetzaal. Hij voelde zich in haar teleur
gesteld.
HOOFDSTUK XX.
Het einde van het onderzoek.
Vermoeid en uitgeput kwam Patricia
thuis van haar dagelijksche bezoeken
aan de ellendige krotten, waar gebrek en
kommer rondwaarden.
Zij was nog niet genoeg aan haar werk
gewend. Die lijdenstooneelen, waarvan ze
Aan de wekenlange politieke onzeker
heid is dan nu Woensdag een einde ge
komen. Dr Colijn is met zijn arbeid ge
reed gekomen en heeft een kabinet van
rechtsche signatuur gevormd, dat natuur
lijk niet naar den zin is van de linksche
pers envan Ds Kersten.
Al zijn de rechtsche Kamerfracties in
deze formatie niet gekend en al hebben
■deze dus haar goedkeuNing niet gehecht
aan het program, waarop Dr Colijn zijn
kabinet heeft gebaseerd, toch is wel aan
te nemen, dat de drie groote rechtsche
partijen, althans voor zoover het 't prin-
cipieele beleid betreft, aan dit ministerie
steun zulten verleenen.
God geve dat het tot rijken zegen van
land en volk moge werkzaam zijn.
Het vorige weeik-eind heeft een aantal
uiterst belangrijke gebeurtenissen ge
bracht: den val van Bilbao; de bespre
kingen te Londen over den onderzeeërs-
aanval op den Duitschen kruiser „Leip
zig" en den val van het Fransche kahi-
net-Léon Blum.
Deze val kwam niet onverwacht. In
Frankrijk is een kabinet meestal geen
lang leven beschoren. Bovendien staat
Frankrijk er in meer dan één opzicht
hachelijk voor. De inkomsten dalen er,
ook nu nog. De schuldenlast wordt al
zwaarder en het tekort steeds grooter.
Men leeft er op het randje van de revo
lutie en zag de ministercrisis als het
ware aankomen.
Ghautemps heeft deze week weer een
nieuw kabinet gevormd, maar daarmede
zijn de genoemde feiten niet weggenomen
en bet is zeer de vraag, of er van dit
kabinet voldoende kracht zal uitgaan.
Zijn basis, waarop het steunt, is niet be
paald solide. Ook voor de wereld-situatie
(wij. denken aan de tegenstelling Frank
rijk en Engeland tegenover Duitschland
en Italië) ware bet te wenschen, dat
Frankrijk een krachtige regeering had.
Het heeft deze week in de internatio
nale politiek gekraakt. Duitschland kwam
met een krasse, maar zwa'k-gefundeerde
beschuldiging. 'Op de „Leipzig" zouden
door 'Spaansche duikbooten torpedo's zijn
afgeschoten.
Men zou een bellenbaan hebben waar
genomen en eenige stooten hebben ge
voeld. Tot vier maal toe, zonder dat het
schip werd geraakt. Alleen de buiten
wand toonde een deuk. Daartegenover
staat de stellige bewering der regeering
te Valencia, dat zich op het van Duitsche
zijde aangegeven tijdstip geen enkele
barer duikbooten in de wateren benoor
den Oran bevond.
Deze bewering had voor Duitschland
geen waarde, was zelfs geen onderzoek
waard. Wat Berlijn zegt, is waar en
daarmee uit. De Duitsche regeering bracht
het feit ter kennis wan de Londensohe
commissie en gelastte meteen het bezoek
van Von Neuratb aan Londen af. Maar
de commissie wilde nu eenmaal onder
zoeken wie de ware schuldige was en
dan pas maatregelen nemen. Er is nu
eenmaal ook nog een andere moraal dan
de Duitsche
Elke andere mogendheid zou met beide
handen een internationaal onderzoek, dat
misschien lang duurt, doch alle voor
waarden voor absolute juistheid biedt,
aanvaarden. Duitschland echter niet. Het
ziet in zulk een onderzoek een in twijfel
trekken van zijn eigen verklaringen.
Het slot is geweest, dat Duitschland en
Italië nu niet meer meedoen aan de con
trole in de Spaansche wateren.
De Duitsche en Italiaansche oorlogs
bodems zijn uit het controle-systeem rond
Spanje teruggetrokken. Maar de Duitsche
schepen worden niet uit de Middelland-
sche Zee, waar ze feitelijk niets meer te
maken hebben, weggeroepen; integendeel
het Duitsche eskader wordt daar aan
merkelijk versterkt. Gaan Italië en
Duitschland een controle op eigen gezag
uitoefenen? Indien dit het geval is, zijn
de onheilen niet te overzien.
'Gaat Italië nog krachtiger en nu meer
openlijk de opstandelingen steunen? Het
i®, alsof men dan incidenten uitlokt, met
al de vreeselijke gevolgen die daarvan te
wachten zijn.
nu telkens weer getuige moest zijn, gre
pen haar nog te veel aan en het meest
vloeide haar hart van medelijden over
als ze die groote ellende zag, waaraan
zooveel kleine kinderen waren prijsgege
ven.
Toch hield ze dapper vol en bracht
licht en troost in menige donkere hut,
haar teedere en vriendelijke verzorging
verzoette menig verbitterd leven en dat
doende vergat ze toch geen oogenblik, dat
ze moest zoeken naar dat eene schaap,
dat haar de Herder had opgedragen te
redden.
Toen ze binnentrad in de eenvoudige
gemeubileerde kamer, waar enkelen van
haar medearbeidersters hun welverdien
de rust genoten en een kopje thee daarbij
dronken, werd ze verwelkomd met de
woorden:
„Daar is een telegram voor u gekomen,
zuster".
De spreekster was een lief-uitziend,
Stehotsch meisje, die in haar warm hart
een bijzonder innig plaatsje voor Patricia
had ingeruimd. Ze duwde Patricia zacht
in een gemakkelijke stoel, bracht haar
een kopje thee en zei bezorgd:
„U ziet er vermoeid uit. Ik hoop, dat
die gele enveloppe u geen slecht nieuws
zal brengen."
(Wordt vervolgd.)