DE ZEEUW De herziening van de Grondwet. ZIJN STIJVE NEK IN 8 UUR GENEZEN KL00STER8ALSEM TWEEDE BLAD Voor den Zondag LOUTERING. DOOR KLOOSTERBALSEM Wat er deze week voorviel Het nieuwe afdeeüngsonderzoek aan de Tweede Kamer. Een sti|ve nek behoeft Ge dus niet langer te hebben VAN ZATERDAG 26 JUNI 1937, Nr 224. OPENBARING DER HEERLIJKHEID. En heeft Zijne heerlijkheid geopenbaard. Joh. 2:11 Het verhaal van de bruiloft te Kana in Galilea, waar Jezus bet water in wijn veranderde is overbekend. E!r is ook veel over gefantaseerd en men heeft er alleilei „toepassingen" aan ontleend. Nu behoeven wij de waarde daarvan in het algemeen niet te ontkennen. Het feit dat Jezus zelf op een bruiloft wordt genoodigd en dat de sfeer daar zoo is, dat Jezus het bruiloftsfeest kan mee maken, is zeker niet zonder beteekenis Maar allerlei gedachten die zich aan dit wonderwerk van den Heiland zouden kunnen vastknoopen, moeten onderge schikt worden geacht aan wat Johannes er van zegt: Dit beginsel der teekenen heeft Jezus gedaan te Kana in Galilea, en heeft Zijne heerlijkheid geopenbaard, en Zijne discipelen' geloofden in Hem. Daar ging het om. Niet om opzien te baren; niet om door het buitengewone bij de menschen vlee- schelijke verwondering teweeg te brengen, en wel allerminst om onmatigheid te voeden. Hoofddoel was om door een teeken zijne heerlijkheid als de Zone Gods te openbaren, opdat zij in Hem zouden ge- looven. Zooals Jezus is, zoo is ook het Evan gelie. Het daalt tot ons af. Het sluit zich bij ons aan. Het opent de schatten van Gods rijke gunst en genade. Niet maar voor onze zondaarsnooden in het afgetrokkene, maar voor ons leven en ons bestaan als mensch. Maar dan ook: voor tijd en eeuwigheid beide. Niet voor dit leven alleen, en niet alleen voor het leven na dit leven, maar voor heel ons aanzijn. Eh het brengt ons hulp en uitkomst, die niet van menschen komen kan, maar waarin de heerlijkheid Gods ons tegen blinkt. Jezus is verschenen om Zijne heerlijk heid, een heerlijkheid vol van genade en waarheid, te openbaren. Maar ook, om door ons te worden ver heerlijkt, opdat ook anderen met ons mo gen gelooven in Jezus Christus dien God gezonden heeft. MID DELBU RGSC H E BRIEVEN. Amice, Als die vervelende, of neen, die diep- treurige Spaansche broederkrijg met al den aankleve van dien er niet was, dan zouden we met genoegen dagelijks onze krant lezen. We zijn in het tijdperk der opleving aangeland. De schatkist ontvangt meer, de Spoorwegen, idem, het handelsverkeer neemt toe, de daling der werkloosheid houdt aan, kabinetsformateurs in binnen- en buitenland slagen, de oogstverwach- tingen zijn weer goed, de weerberichten wijzen weer op stijgende temperatuur (het is vandaag Donderdag), en ga zoo maar door. Gelukkig incasseeren wiji ons aandeel van die langzaam terugkeerende welvaart ook. Het werkloozencijfer ten onzent daal de vorige week tot 683; vorig jaar op het zelfde tijdstip was dit cijfer 200 hooger en 2 jaar geleden zelfs 300 daarboven. Velen hebben zich bij de reeds vorig jaar inge zette verbetering afgevraagd, zal deze verbetering aanhouden en in welk tempo zal het gaan. En tot heden toe gaat het uitstekend. Zeker, 683 werkloozen is nog zeer veel, maar vergeleken met de top- cijifers in de voorafgaande overeenkom stige periodes, is het aantal toch met 1/3 verminderd. FEUILLETON 49) —o1 „Ik wou, dat je niet zoo verachtelijk „brave Patricia" zei. Ze is niet iemand van jou soort dat weet ik, maar ze be hoeft daarom toch niet belachelijk ge maakt te worden; haar treft geen enkel verwijt." „Heeft ze nog steeds geen plannen voor de-toekomst gemaakt?" vroeg Enid luchtig, terwijl ze geen acht sloeg op de laatste woorden van haar man. Bertram hoestte even verlegen. D'an zooht hij in zijn zakken naar een brief. „Ik geloof, dat ze zich erg eenzaam ge voelt", mompelde hij. „Daarom is ze waarschijnlijk op zoo'n onzinnig idee ge komen. Eeverard Lyle zond me voor een paar dagen een kort briefje en daarin vertelde hij me, dat hij in Londen Pa tricia had ontmoet en dat ze in costuum was. Zij schijnt haar krachten te wijden aan het een of andere evangelisatiewerk in de armste wijken." „Ik kan me niet begrijpen, dat jij dat toestaat, Bertram", zei zijn vrouw scherp. „Daarvoor moest ze zich toch werkelijk schamen." Motief der herziening. Het. afdeeüngsonderzoek van de wets ontwerpen betreffende de grondwetsher ziening heeft de commissie van rappor teurs uit de Tweede Kamer aanleiding gegeven tot mededeeling o.a. van bet vol gende: Eenige leden gaven als hun meening te kennen, dat voor deze grondwetsher ziening geen enkele aannemelijke reden bestaat, behalve voorzoover zij betreft de regeling van het inkomen van den Prins Gemaal, welke regeling echter ook wel langs anderen weg op be vredigende wijze tot stand had kunnen komen. Als feitelijk motief voor deze herzie ning zagen zij het streven der regeering om voorgoed de dictatuur van de regee- rende partijen, in de eerste plaats van de B. K. Staatspartij te vestigen. Vele leden verklaarden in deze uiteen zetting slechts een caricatuur te kunnen zien van de motieven, welke de regeering hebben geleid bij bet indienen van baar voorstellen, waarvoor de zakelijke gron den bij herhaling zijn uiteengezet. De aan de orde zijnde voorstellen aldus deze leden vormen allerminst een bedreiging van die vrijheden, die de overgroote meerderheid der bevolking, in tegenstelling tot de dictatuurpartijen, wenscht te 'behouden. De schadeloosstelling. Eenige leden hadden ernstige beden king tegen het bedrag der schadeloosstel ling voor de leden der Kamer, dat wordt voorgesteld. Deze leden stelden voorop, dat de Tweede Kamer overbodig is. Zoo lang zij nog bestaat, is er naar hun mee ning tegen het verleenen van een schade loosstelling aan haar leden geen bezwaar, mits deze, overeenkomstig de beteekenis van het woord, beperkt blijft tot de wer kelijke gedane uitgaven. Het verleenen van pensioen voor scha deloosstelling achtten deze leden te eenen- male onaanvaardbaar. Andere leden merkten op, dat de boven weergegeven zienswijze kennelijk is in gegeven door vijandschap tegen het par lementaire steisel, welks werking ernstig zou worden geschaad, indien aan de leden der Tweede Kamer niet een zoo danige schadeloosstelling werd toegekend, dat het lidmaatschap door personen uil aile groepen der bevolking zonder te groot oezwaar kan worden waargenomen. I Ministers zonder portefeuille. 1 Eenige leden zagen voor de invoering van bet instituut van minister zonder portefeuille geen enkele reden aanwezig. Verscheidene leden gaven opnieuw te kennen, dat zij tegen dit nieuwe instituut in het algemeen geen bezwaar hadden, doch dat zij zich bet recht voorbehielden, in ieder voorkomend geval zelfstandig te beoordeelen, of van de te verleenen be voegdheid al dan niet een juist gebruik wordt gemaakt. Kiesstelsel. Eenige leden verklaarden zich tegen standers van ons gebeele kiesstelsel en daarom ook van het thans gedane voor stel. Tegen de voorgestelde wijziging be stond bij deze leden in bet bijzonder nog dit bezwaar, dat de veranderingen in de kieswet, waartoe die wijziging gelegen heid zal geven, slechts zullen dienen om de suprematie der groote partijen te be vestigen en nieuwe stroomingen tegen te houden. Bij enkele andere leden bestond even eens ernstige bedenking tegen een ver dere bevoordeeling van de groote par tijen, waarop de uitwerking van de bier- bedoelde wijziging zal neerkomen. Van andere zijde werd bestreden, dat de vroeger in de kieswet aangebrachte wijzigingen de groote partijen onredelijk hebben bevoordeeld. De verdeeling van de beschikbare zetels geschiedt thans, nu het stelsel der grootste gemiddelden wordt toegepast, meer in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel dan onder de werking van bet systeem der grootste overschotten. Re vol utlonalre vertegen woord I gers. Verscheidene leden verklaarden ook thans, zich met het in bet betreffende ontwerp vervatte voorstel niet te kun nen vereenigen. Zij achtten bepalingen als de voorgestelde onnoodig en onge- wenscht. Nu de N.S.B. in de openbare lichamen verschijnt, zoo werd verklaard, wordt een voorstel als bet onderhavige ingediend. Van andere zijde werd tegen dit betoog aangevoerd, dat de meening dat de onder- havige voorziening speciaal tegen de N. I S.B. zou gericht zijn, volkomen onjuist is. Veeleer is daarbij' oorspronkelijk aan een geheel andere partij gedacht. Op wie de voorgestelde bepalingen eventueel zullen worden toegepast zial geheel afhangen van de vraag, wie zich schuldig maken aan een streven om met behulp van on wettige middelen verandering in de rechtsorde te brengen. Dat de N.SlB. vreest onder de bepalingen te zullen val len is overigens begrijpelijk, daar zij ze ker als zij' kon, de macht zou grijpen, ook met gebruikmaking van onwettige mid delen. Vele leden verdedigden bet voorstel als een noodzakelijk gebleken aanvulling van betgeen de grondwet reeds bevat. Ordening. Eenige leden verklaarden, op zichzelf voorstanders van ordening te zijn. De ervaring bad bun echter geleerd, dat de ordening onder bet huidige systeem slechts dient om de werkelijke corporatie ve gedachte den wind uit de zeilen te ne men, en de overbeersching van kapita lisme plus ambtenaren, dus van het staatssocialisme, te vestigen. Van andere zijde werd hiertegenover gesteld, dat in de landen, welker systeem de bovenbedoelde, leden zouden willen vol gen, geen sprake is van ordening op den grondslag van een organisch gegroeide volksgemeenschap, doch van dictatorialen dwang. Verscheiden leden oordeelden het hier besproken voorstel van weinig beteeke nis, wijl bet bestaande artikel 194 in dit opzicht voldoende mogelijkheden opent. Andere leden zagen in de nieuw-voor- gestelde bepalingen toch wel een wezen lijken vooruitgang. Zij achtten daarin een krachtige stimulans gelegen voor de ontwikkeling van de bedrijfsorganisatie. Diverse voorstellen. Bij verscheidene leden bestond onover komelijk bezwaar tegen de wijzigingen, welke beoogen het doen verloren gaan van de verkiesbaarheid door gerechtelijke vrijheidsberoo- ving ook wegens politieke de licten en het opheffen van de parle mentaire immuniteit in geval van op ruiing of schending van geheimen. Vele leden daarentegen konden zich met de gedeeltelijke opheffing van de immuni teit zeer wel vereenigen. Een deel hunner zou zelfs verder willen gaan en de im muniteit, feitelijk een verouderd begrip, geheel willen afschaffen. De tijd is voorbijl, dat een groot aan tal der werkloozen in de werkverschaf fing kon worden geplaatst. Groote werk verschaffingsobjecten zijn met den besten wil van de wereld in onze naaste omge ving niet meer te vinden. Wat er nog voor in aanmerking komt, betreft alleen klein werk, waar slechts weinigen mee gebaat zijn. In bet jaarverslag van den directeur der Arbeidsbeurs werd ook een eenigsziris optimistische klank beluisterd. In bet vo rige kwamen onder bet hoofd: „Algemeen Overzicht" de woorden „schrikbarend slechte toestand" voor, in het laatste: „deze lichte verbetering weerspiegelt", en dan komen ietwat gunstiger cijfers van minder ingeschreven werkloozen,, meer werkgevers-aanvragen en meer plaatsin gen. We hebben den laatsten tijd zooveel ge boord en gelezen over de koopkracht- theorie, dat we nu met eenige kennis van zaken kunnen zeggen dat onze (onze, dat is dan onze collectieve Middelburgsche) koopkracht beduidend is toegenomen. In bet reeds genoemde verslag worden ook het aantal arbeidsvergunningen aan buitenlandsche werkkrachten verstrekt, meegedeeld. In totaal werden 195 ver gunningen uitgereikt, w.o. 60 voor het hotelbedrijlf en 48 voor huishoudelijke diensten. Wat het hotelbedrijf betreft kan ik me indenken dat met het vreemdelingenver keer alleen reeds op ons eiland, niet altijd voldoende geschoold hotelpersoneel te krijgen is, maar dat voor huishoudelijke diensten 48 vergunningen aan buiten landsche werkkrachten moesten uitge reikt worden, is mijl onbegrijpelijk. Trouwens, ik heb ook meermalen de vakopleiding van jeugdige werkloozen hooren bepleiten, waar wel de gelegen- Bertram kromp ineen, toen hij den toon hoorde, waarop Elnid dat zei en vroeg zich af, wat ze dan wel zou zeggen als ze wist, welk oneervol geheim Patricia tot dien arbeid gedwongen had. Hard en kort zei hij: „Ik heb geen recht om Pa tricia tegen te houden. Zij kan doen, wat ze zelf graag wil. Ze is oud genoeg om voor zich zelf te kiezen en zij is een meisje, dat zich niet kan bevredigen met een leven van nietsdoen. Natuurlijk 'had ik het ook prettiger gevonden, als ze de een of andere betrekking aanvaard had. Zij teekent heel goed en heeft zeer veel talenkennis, maar ik veronderstel, dat het redden van verlorene zielen voor haar ibts belangrijkere is dan dat alle®. Als ze het dan niet langer kan volhouden, kan ze eens een poosje bij ons komen." „Och, dat zou niets1 dan het einde ver haastten", zuchtte Elnid met tragische plechtigheid. „Kun je je niet indenken, wat voor een marteling dat voor Patricia en voor mij zou zijn, wanneer we samen onder hetzelfde dak moesten wonen. Zij zal het veel prettiger vinden om die vuile menschen te wassohen of om haar geval len zusters te redden en zij zal zich, zoo doende, veel gelukkiger voelen dan in ons luxieus huis, En ongetwijfeld zal ze dan trouwen met den een of anderen ijverigen zendeling en dan eindelijk ook nog eens gelukkig worden." gIk had den geheelen dag doorregen' ttchttg weer geloopen met een sner penden wind. Toen ik s'avonds thuis kwam, kon ik mijn hoofd niet meer bewegen, zoo stijf waren de spieren van mijn nek. Ik ging vroeg naar bed maar liet mij tevoren eens stevig wrij ven met Kloosterbalsem, 's Morgens was ik verrast te bemerken, dat er van m(jn stijve nek niets meer te be speuren was. De Kloosterbalsem had mij in een enkelen nacht, of in 8 uur van m'n hevige stijve nek af geholpen. S. Sch. te den H. üff HvER'S ORIGINEEL TER INÏAGI Geen goud zoo goed" Onovertroffen bij brand-en snfjwonden Ook ongeëvenaard als wrijfmlddel bij Rheumatlek, spit en pijnlijke spieren Schroefdoos 35 ct. Potten: 62'/a ct. en f 1.04 heid voor aanwezig is, maar vaak de am bitie voor ontbreekt. Nu heeft de achter ons liggende tijd ook geweldig deprimeerenden invloed uit* geoefend. D'e vooruitzichten waren im mers zoo troosteloos. Waarom zou men zich nog inspannen? Waarom nog iets Bertram keek nieuwsgierig naar zijn vrouw. Zou ze iets weten van die korte verloving, waarvan de verbreking zoo veel bittere hartepijn gekost had? Haar onbewogen gezicht stelde hem gerust en op een toon van verlichting zei hij: „Ze verdient hel ook, om gelukkig te zijn. Ik hoop dat jou profetieën in ver vulling mogen gaan." Met moeite onderdrukte Enid een geeuw en op verveelde toon zei ze: ,,'tls onverantwoordelijk om zooveel tijd onnut voorbij te laten gaan, met be handelen van zulke vervelende onderwer pen, terwijl we ons toch zoo vermaken kunnen. Ik had afgesproken om een auto rit te maken. Ga je ook mee?" „Nee, ik moet brieven schrijven en ik moet ook eens een studie maken van die beschrijvingen van huizen, die ik ont ving. Eigenlijk kon je beter blijven en die plattegronden eens bekijken!" „O, nee, dat gaat onmogelijk", ant woordde Ehid koel en vluchtte dan uit de kamer om zich te gaan kleeden vóór haar prettig autotochtje. Toen Enid 's avonds, gekleed voor het diner, beneden kwam, vond ze haar man verdiept in het bestudeeren van papie ren en foto's, die overal om hem lagen en die hij dien morgen ontvangen had. Op een toon van gezag zei hij tot haar: „Ik wil graag, dat je na het eten, even bijleeren of iets doen om vakbekwaam te blijven? Zoo'n gedachtengang is funest. Het kan anders worden dan het is. Het is reeds anders geworden. En het zal nog meer veranderen. De geschiedenis her haalt zich. Wat er geweest is zal er zijn. Als steeds Uw STENTOR. RADIO-UITZENDINGEN VAN REDEVOERINGEN. Repressieve en preventieve controle. Op de vragen van den heer Krijger in verband met de radio-uitzending van redevoeringen en toespraken ter vergade ring van den Nederlandschen bond van jongelingsvereenigingen op gereform. grondslag op 6 Mei 1937 heeft de minister van Binnenlandsche Zaken geantwoord: Op de gedeeltelijke uitzending door do N. G. R. V. van den 49sten bondsdag van den Nederl. bond van jongelingsver eenigingen op gereformeerden grondslag is door de radio-omroep controle-commissie repressieve controle uitgeoefend. Bepaalde normen zijn door de radio- omroep controle-commissie niet gesteld Of op uit te spreken of uit te zenden re devoeringen al dan niet controle zal wor den uitgeoefend, wordt door de commis sie geval voor geval beoordeeld. Uit het feit, dat voor de uitzending aan de betrokken omroepvereeniging noch een schema, noch een tekst van de uit te zen den redevoeringen was gevraagd, kon het den sprekers bekend zijn, dat preven tieve controle niet 'zou worden toegepast. Wat de repressieve controle aangaat, was het den sprekers uiteraard niet bekend, of deze al dan niet zou worden gehouden. je aandacht hierop concentreert. Je hebt altijd tijd om je met andere menschen te bemoeien en vergeet, ook om onze eigen belangen te denken." „Maar ik ga naar de Kurzaal", protes teerde ze met een van haar allerliefste glimlachjes. „Ik vind het zoo prettig om daar eens een beetje rond te kijken". „Nu, dat moet je er vanavond dan maar aan geven. Ik wil, dat je hier komt", ant woordde hij hoos. „Maar dat kan ik niet Bertram", riep ze verschrikt uit, terwijl haar vingers een welsprekende beweging maakten naar het zilveren beursje, dat om haar middel, hing. „Ik kan onmogelijk 'die heerlijke opwinding missen, vooral nu het de laat ste avond is". Juist op dat oogenblik dreunde de gong en boos volgde Norman zijn vrouw in de eetzaal. Hij voelde zich in haar teleur gesteld. HOOFDSTUK XX. Het einde van het onderzoek. Vermoeid en uitgeput kwam Patricia thuis van haar dagelijksche bezoeken aan de ellendige krotten, waar gebrek en kommer rondwaarden. Zij was nog niet genoeg aan haar werk gewend. Die lijdenstooneelen, waarvan ze Aan de wekenlange politieke onzeker heid is dan nu Woensdag een einde ge komen. Dr Colijn is met zijn arbeid ge reed gekomen en heeft een kabinet van rechtsche signatuur gevormd, dat natuur lijk niet naar den zin is van de linksche pers envan Ds Kersten. Al zijn de rechtsche Kamerfracties in deze formatie niet gekend en al hebben ■deze dus haar goedkeuNing niet gehecht aan het program, waarop Dr Colijn zijn kabinet heeft gebaseerd, toch is wel aan te nemen, dat de drie groote rechtsche partijen, althans voor zoover het 't prin- cipieele beleid betreft, aan dit ministerie steun zulten verleenen. God geve dat het tot rijken zegen van land en volk moge werkzaam zijn. Het vorige weeik-eind heeft een aantal uiterst belangrijke gebeurtenissen ge bracht: den val van Bilbao; de bespre kingen te Londen over den onderzeeërs- aanval op den Duitschen kruiser „Leip zig" en den val van het Fransche kahi- net-Léon Blum. Deze val kwam niet onverwacht. In Frankrijk is een kabinet meestal geen lang leven beschoren. Bovendien staat Frankrijk er in meer dan één opzicht hachelijk voor. De inkomsten dalen er, ook nu nog. De schuldenlast wordt al zwaarder en het tekort steeds grooter. Men leeft er op het randje van de revo lutie en zag de ministercrisis als het ware aankomen. Ghautemps heeft deze week weer een nieuw kabinet gevormd, maar daarmede zijn de genoemde feiten niet weggenomen en bet is zeer de vraag, of er van dit kabinet voldoende kracht zal uitgaan. Zijn basis, waarop het steunt, is niet be paald solide. Ook voor de wereld-situatie (wij. denken aan de tegenstelling Frank rijk en Engeland tegenover Duitschland en Italië) ware bet te wenschen, dat Frankrijk een krachtige regeering had. Het heeft deze week in de internatio nale politiek gekraakt. Duitschland kwam met een krasse, maar zwa'k-gefundeerde beschuldiging. 'Op de „Leipzig" zouden door 'Spaansche duikbooten torpedo's zijn afgeschoten. Men zou een bellenbaan hebben waar genomen en eenige stooten hebben ge voeld. Tot vier maal toe, zonder dat het schip werd geraakt. Alleen de buiten wand toonde een deuk. Daartegenover staat de stellige bewering der regeering te Valencia, dat zich op het van Duitsche zijde aangegeven tijdstip geen enkele barer duikbooten in de wateren benoor den Oran bevond. Deze bewering had voor Duitschland geen waarde, was zelfs geen onderzoek waard. Wat Berlijn zegt, is waar en daarmee uit. De Duitsche regeering bracht het feit ter kennis wan de Londensohe commissie en gelastte meteen het bezoek van Von Neuratb aan Londen af. Maar de commissie wilde nu eenmaal onder zoeken wie de ware schuldige was en dan pas maatregelen nemen. Er is nu eenmaal ook nog een andere moraal dan de Duitsche Elke andere mogendheid zou met beide handen een internationaal onderzoek, dat misschien lang duurt, doch alle voor waarden voor absolute juistheid biedt, aanvaarden. Duitschland echter niet. Het ziet in zulk een onderzoek een in twijfel trekken van zijn eigen verklaringen. Het slot is geweest, dat Duitschland en Italië nu niet meer meedoen aan de con trole in de Spaansche wateren. De Duitsche en Italiaansche oorlogs bodems zijn uit het controle-systeem rond Spanje teruggetrokken. Maar de Duitsche schepen worden niet uit de Middelland- sche Zee, waar ze feitelijk niets meer te maken hebben, weggeroepen; integendeel het Duitsche eskader wordt daar aan merkelijk versterkt. Gaan Italië en Duitschland een controle op eigen gezag uitoefenen? Indien dit het geval is, zijn de onheilen niet te overzien. 'Gaat Italië nog krachtiger en nu meer openlijk de opstandelingen steunen? Het i®, alsof men dan incidenten uitlokt, met al de vreeselijke gevolgen die daarvan te wachten zijn. nu telkens weer getuige moest zijn, gre pen haar nog te veel aan en het meest vloeide haar hart van medelijden over als ze die groote ellende zag, waaraan zooveel kleine kinderen waren prijsgege ven. Toch hield ze dapper vol en bracht licht en troost in menige donkere hut, haar teedere en vriendelijke verzorging verzoette menig verbitterd leven en dat doende vergat ze toch geen oogenblik, dat ze moest zoeken naar dat eene schaap, dat haar de Herder had opgedragen te redden. Toen ze binnentrad in de eenvoudige gemeubileerde kamer, waar enkelen van haar medearbeidersters hun welverdien de rust genoten en een kopje thee daarbij dronken, werd ze verwelkomd met de woorden: „Daar is een telegram voor u gekomen, zuster". De spreekster was een lief-uitziend, Stehotsch meisje, die in haar warm hart een bijzonder innig plaatsje voor Patricia had ingeruimd. Ze duwde Patricia zacht in een gemakkelijke stoel, bracht haar een kopje thee en zei bezorgd: „U ziet er vermoeid uit. Ik hoop, dat die gele enveloppe u geen slecht nieuws zal brengen." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1937 | | pagina 5