De pers over het nieuwe Kabinet. Ge slaagt zeker LOUTERING. DE ZEEUW van Vrijdag 25 Juni 1937 Tweede Blad, FÏE UML L E TON. Uit de Provincie Wij laten hier nog enkele beschouwin gen van. bladen, die niet over een ochtend editie beschikken, volgen. De Standaard (A. R.) wijst er op dat dit Kabinet een Christelijk karakter draagt. „Men kon omtrent bet streven van Dr Colijn te dezer zake niet lang in het on zekere verkeeren. Hij had reeds lang te voren, niet terloops, maar opzettelijk, uit eengezet, dat hij een Kabinet zou wen- schen te zien optreden, dat de Christe lijke beginselen als grondslag voor zijn beleid aanvaardde, en dat als zijn alge meens taak zag: de handhaving en do versterking van de Christelijke grondsla gen van ons volksleven. Op deze princi- pieel-zakelijke basis wilde hij de breedst mogelijke samenwerking bevorderen. Hij was van meening, dat voor die samen werking in aanmerking kwamen allen, die bereid waren op deze basis hun me1- dewerking te verleenen. Uit wat tot heden is 'bekend geworden omtrent de Kabinetsformatie, moeten wij afleiden, dat Dr Colijn, nadat hij de op dracht had ontvangen, overeenkomstig deze zijn overtuiging is te werk gegaan. Dat hij, voor wat de personen, den kring van medewerkers betreft, zijn inzichten niet heeft kunnen verwezenlijken, zou hem eerst euvel mogen worden geduid, nadat was gebleken, dat dit aan hem, en niet aan anderen, moet worden toege schreven. Wij zijn, ronduit gesproken, het gevoelen toegedaan, dat, als er van schuld sprake is, aan anderen hier schuld treft. Men heeft meermalen de uiteenzettin gen van D'r Colijn, in 'de Tweede en in de Eerste Kamer gegeven, eenzijdig bezien, en ze daardoor niet juist samengevat, noch juist geïnterpreteerd. Men schonk nog al eens te weinig aandacht aan het geen hij had uitgesproken omtrent de principieel-zakelijke basis, en hield zich dan te veel bezig met hetgeen 'hij had ge zegd over den kring, welken hij zich voor medewerking en samenwerking op die basis dacht. Dientengevolge heeft men zich, naar in de laatste weken duidelijk aan het licht is gekomen, een opvatting eigen gemaakt over de opinie van Dr Colijn, welke daar mede niet strookt, en dus in geen geval de zijne mag worden genoemd. Hetgeen Mr Oud, tijdens de Kabinets crisis, te Leeuwarden heeft gezegd, levert daarvoor een klaar bewijs. Deze sprak zich daar feitelijk uit voor een ge mengde principieel-zake- 1 ij k e basis: voor een grondslag ten behoeve Van het regeeringsbeleid, waar aan een gemengd rechtzin- nig-vrijzinig karakter moet worden toegekend. Daarmede nam hij af scheid van de basis, welke Dr Colijn dui delijk had aangegeven. Dit bracht uit den aard der zaak oonsekwenties met zich, waarmede de Kabinetsformateur bad te rekenen, en waarmede ieder rekening beeft te houden bij de beoordeeling van bet resultaat der Kabinetsformatie". D'eze oonsekwenties, en hetgeen daar uit nog verder is voortgevloeid, hebben tengevolge gehad, dat het nieuwe Kabinet een rechtsche signatuur heeft in den ouderwetsohen zin van het woord". Ook De Nederlander (C. H.) wijst ei op, dat we hier hebben een Kabinet van reohtsche signatuur. „Er is in den loop der Kabinetsforma tie sprake van geweest, ook ministers van vrijzinnigen huize in dit Kabinet van reohtsche signatuur op te nemen. Hetzij dan als neutrale vakministers, hetzij we gens gebleken toenadering op het gebied der hoogere beginselen. Volkomen duide- als Ge op 't examen Uw gedachten kunt con- centreeren. Wilt Ge kalm en rustig zijn, neem dan 'n „AKKERTJE". 3 stuks in metalen zakdoosje 20 cent. Overal verkrijgbaar. 48.) o— Ontsteld staarde Ehid haar man aan. „Sinds wanneer draag je dat idyllische, maar onmogelijke toekomstplan voor ons bij je om?", vroeg ze verachtelijk glim lachend. „Eln ik wil niet, dat je er nog eens weer over begint, dat we rustig samen ergens zouden gaan wonen, 't Ls net, alsof na je huwe lijk al bet prettige1, al bet pikante en al het romantische uit je leven moet ver dwijnen. Zoo'n saai bestaan van liefde en tevredenheid in een rozenpriëel ver van de opwindende volksmassa, beeft abso luut geen bekoring voor mij." „Voot andere vrouwen zou bet dat wel hebben", zei bij ontstemd. „Een mooi te huis, goed personeel, een toegeeflijk echt genoot pn zooveel nieuwe kleeren, als je maar wenscht, en en een kinderkamer met twee of drie lieve kinderen, me dunkt, dat alles zou bet ideaal zijn van^de meeste ware vrouwen'-'. Wijd opende Ehid haar oog'en en heete bloedgolven deden haar mooie wangen branden. „Dat zal mij nooit kunnen bevredigen", riep ze hartstochtelijk uit, ,en je zult er lijk is nog niet geworden, waarop dit, een enkele uitzondering daargelaten, ia afge stuit, Misschien zal men er te zijner tijd méér van hooren. Maar in ieder geval lijkt bet ons voor vrijzinnigen die van oordeel zijn, dat, meer dan vroeger in bun kringen wel be seft wordt, de Staatszorg op handhaving en versterking van de christelijke grond slagen van het volksleven moet gericht zijn, de tot stand gekomen formatie alles zins aannemelijk. Het komt er immers minder op aan, wie het bewind voeren, dan hoe het bewind gevoerd wordt. De christelijk- historischen hebben steeds getoond dit te begrijpen. In het Kabinet-Kuyper van 1901 'b.v. zat geen enkele Christelijk- HistOTische minister, maar het voerde een beleid, waarmede de Ohristelijk- Historischen zich konden vereenigen, met het gevolg, dat Mr Lobman en zijn vrien den tot de krachtigste steunpilaren van het Ministerie behoorden. Hetzelfde was het geval onder 'het Kabinet Heemskerk van 1908, behalve dat toon -de minister van buitenlandsohe-zaken, -die tot dusver als diplomaat in Amerika gewoond had en dan ook als vakminister toetrad, toe vallig tot de Christelijk-Historische rich ting behoorde. Niet de personen vormen hierbij de hoofdzaak, maar de richting waarin 'het beleid gevoerd wordt. Wie dit beleid toe juicht, zal zich niet aan steun kunnen onttrekken, ook niet zoo hij het op prijs gesteld had, door meer rechtstreeksche medewerking van zijn instemming te doen blijken. Het tot stand gekomen Kabinet maakt overigens den indruk een sterk Kabinet te zullen zijn". Niet alleen wat betreft de p e r s o - n e n, maar ook wat betreft den grond slag. „Het zal een parlementair Kabinet zijn in den gezonden en klassieken z-in van het woord. Dat wil zeggen eenerzijds, dat hel niet op wisselende meerderheden, maar op een vaste „working majority" zal steu» nen en er geen sprake van zal zijn, dat bepaalde onderdeelen van de Staatswerk- zaamheid; voor het Kabinet taboe zullen worden verklaard. Maar anderzijds, dat bij zijn totstandkoming de uitwassen, die bet begrip „parlementair Kabinet'' meer malen vertoond beeft, zijn vermeden". De Rotterdammer (A. R.) zegt, dat de eerste indruk ongetwijfeld zal zijn, dat bet een sterk reohtsch, wil men: sterk en zui ver recihtsch Kabinet is. En voorts een sterk vernieuwd ministerie. Dit laatste om daarmede te beginnen, houdt.niet in, dat de nu aftredende ministers, populair gezegd, versleten waren. Van niemand hunner zouden we dit durven of willen beweren. Het blad denkt hierbij speciaal aan de heeren Oud en Van Lidth de Jeude. „Om htm persoon en kwaliteiten betreu ren we het, -dat deze knappe mannen geen deel van het nieuwe Kabinet kunnen uit maken. In het 'bijzonder zal heel ons vo'lk met innige dank vervuld zijn en blij ven tegenover 'den afgetreden minister van financien, die met zoo groote trouw Colijn bij zijn moeilijke taak gesteund heeft en die evenmin als de president vrees koesterde voor impopulariteit". Wat de signatuur van het Kabinet be treft zegt „De Roterdammer": „Duidelijk beeft 'Colijn zich telkens weer verklaard voor de vorming van een Ka binet, bestaande uit personen, „die -de Christelijke grondslagen van onze volks cultuur erkennen, die baar willen helpen handhaven en de invloed van die levens opvatting ook op staatkundig terrein tot gelding willen helpen -brengen". Hij voeg de daar echter aan toe, dat dit niet alleen voldoende is: er moet ook overeenstem ming bestaan over het program van het regeeringsbeleid. Uit de toetreding tot het Kabinet van de nieuwe ministers blijkt duidelijk, dat verstandig aan 'doen Bertram, als je dit feit goed tot je laat doordringen. Ver moedelijk ben ik dan geen ware vrouw, maar ik voelde nooit veel voor kinderver zorging en veel minder nog heb ik er ooit naar verlangd om zelf een kinderkamer te bezitten." Hij bewaarde bet stilzwijgen, een bard en streng stilzwijgen en het leek of zijn gezicht uit marmer gehouwen was. Steelsgewij'ze keek ze naar hem en een beetje nerveus vervolgde ze, terwijl ze met haar ringen speelde. „Ik heb nog nihar zoo kort genoten van de genoegens van bet leven en mijn dorst is nog lang niet gelesoht. Jij moet mij vrij laten in de keuze van mijn vermaken, anders kunnen kleine oneenig- heden tusschen ons niet uitblijven. Dat heb je mij' in het begin beloofd en aan die belofte boud ik je nu." „Dht i-s waar, dat ik dat gedaan heb", stemde Bertram knorrig toe, „maar nu je mij toebehoort en mijn naam draagt, moet je toch je connecties met je vroe gere leven verbreien. Beloof me, Ehid, dat je, betreffende deze kwestie, nooit te gen mijn wenschen in zult gaan." „Zooiets kan ik onmogelijk beloven" antwoordde ze weerbarstig, „en dat is ty- rannie om zoo iets te eisehen. D'an zou ik niet getrouwd zijn, als ik daardoor de verplichting op me had geladen, om de prettigste genoegens op te offeren." op dit punt overeenstemming is bereikt en daarom lag het thans, gezien de uit slag van de s'embus, voor de band, dat -1 gelet op den loop van zaken - een zuiver rechtsch Kabinet gevormd1 werd. Wij treden het nieuwe ministens met groot vertrouwen tegemoet. Wat de per sonen betreft, valt. er misschien op een enkele zwakke stee te wijzen; over het geheel valt aan de bekwaamheid niet te twijfelen, Een andere oplossing ware o.i. onder de huidige omstandigheden zeer wel mo gelijk geweest; dat de vrijzinnige groe pen reden tot beklag hebben over den gang van zaken wijzen we opnieuw en met kracht af. Waar aanvankelijk iedereeen de sociaal-democraten en de heel kleine groepen uitsloot, kunnen de tien vrijzin nige Kamerleden, die tot de fracties van vrijzinnig-democraten en liberalen beboe ren, tevreden zijn met nu één, straks wel licht twee zetels in bet Kabinet, waarop een man van vrijzinnigen huize beslag kan leggen. DE BREEDE WATERING BEWESTEN IERSEKE. Verder antwoord op de vragen van den heer Drop. Ten vervolge op de beantwoording van vragen van den heer Drop naar aanlei ding van de antwoorden, gegeven op de door hem gestelde vragen betreffende positieregeling, regeling ontslag, enz. van personeel, werkzaam in dienst van het bestuur van het waterschap De Breede Watering bewesten lerseke, deelen de ministers van waterstaat en van binnen- landsche zaken o.m. mede: I. A/B. In de jaarverslagen van het Waterschap De Breede Watering bewes ten Yerseke wordt inderdaad soms ge sproken van „door het bestuur vast aan gestelde personen" en van „door het be stuur aangestelde personen". Hiermede worden bedoeld de schotters, welke per sonen zich bereid hebben verklaard om voor f25 per jaar zich ter beschikking te stellen van het bestuur voor het ver richten van voorkomende kleine diensten, als het gereedhouden van een boot op een inspectietocht, het uitbetalen van loon aan werklieden van het waterschap. Zij werden door het bestuur op hun verzoek daartoe aangewezen uit die personen, die vrij geregeld voor het waterschap wer ken. Deze laatste personen waren bij het waterschap als los werkman werkzaam volgens een arbeidsovereenkomst, welke sedert 1 Mei 1932 schriftelijk werd ge sloten, van welke overeenkomst artikel 1 luidt: „De werknemer is als los werkman aangenomen om voorkomende werkzaam heden aan dijken, wegen, slooten en lei dingen, welke niet publiek ondershands besteed worden in dagloon te verrichten. De dienstbetrekking loopt van dag tot dag wederkeerig met stilzwijgende con tinuatie. De dienstbetrekking kan alzoo weder zijds te allen tijde worden opgezegd, met inachtneming van een opzeggingstermijn, gelijk aan een werkdag." Zooals reeds in het antwoord no. 79 is medegedeeld, is er dus niet een vast dienstverband tusschen het waterschap en bedoelde personen geweest. C. Aangezien de hierbedoelde personen blijkens het medegedeelde onder A/B niet in vasten dienst van het waterschap zijn geweest, bestond voor een pensioenvoor ziening geen reden. Ook de Pensioenraad is van oordeel, dat de schotters, in dienst van het waterschap, niet ambtenaar zijn in den zin van de Pensioenwet 1922. D. Ook de in deze vraag bedoelde per sonen zijn steeds als los werkman met mogelijkheid van onmiddellijke opzeg ging, als hiervóór onder A/B bedoeld, in dienst geweest. Hun is door het water schapsbestuur nimmer de gelegenheid gegeven om buiten het polderwerk iets anders te doen; zij deden dat uit zich zelf na opzegging hunnerzijds. Sommi gen van die personen zijn kleinlandbou- wers en werken op het eene oogenblik voor het waterschap en op het volgende oogenblik weer voor zich zelf of voor anderen, al naar gelang dit voor hen het voordeeligste is. E. De tegen het einde van Augustus „Dhs ik moet veronderstellen, dat je om mij heelemaal niets geeft?", zei haar man op onheilspeilenden toon. „Och, natuurlijk doe ik dat", gaf ze terug terwijl ze plotseling van toon en stem veranderde en nu trachtte zijn toorn door haar glimlach tot bedaren te bren gen. „Maar je moet me wat toegeven, Ber tram en me niet door allerlei deugdzame voorschriften zoo aan banden leggen. Dat kan ik niet verdragen en ik maak alleen aanspraak op de vrijheid, die je me zoo graag wou verleenen, indien ik maar op jou voorstel inging. „Toen was ik idioot en ik heb me niet genoeg voor oogen gesteld hoe gewaagd het is', zulk een vrijheid te verleenen", antwoordde hij ruw. „Maar je hebt zoo plechtig beloofd om lief te hebben, te eeren en te gehoorzamen, Enid, toen we samen voor het altaar stonden." Vroolijk lachend schudde ze haar hoofd en de gedachte aan haar trouwelooze woordbreuk scheen haar te vermaken. „Dat heb je mis", riep ze triomfante lijk uit. „Het was heelemaal mijn bedoe ling niet om te gehoorzamen, maar ik durfde er niets van te zeggen, omdat ik bang was, dat Raymond dan zou gaan op spelen. En. daarom heb ik heel zacht ge antwoord en het betreffende woord hee lemaal weggelaten, zonder dal iemand er iets van gemerkt heeft." Haar man scheen haar vroolijkheid in 1936 ontslagen personen zijn niet in vas ten dienst geweest. Zegels volgens de Invaliditeitswet werden geplakt, wanneer voor het waterschap gewerkt was. Van daar de uitdrukking in het jaarverslag „vrij geregeld". K. Aan het waterschap kan niet het recht worden betwist zelfstandig te be slissen, dat de voor deze instelling te verrichten werkzaamheden voor het ver volg zullen worden aanbesteed. Aan dat recht doet niet af de door de bevoegde instanties genomen beslissing, dat de tegen het einde van Augustus 1936 ont slagen personen voor de toepassing van de sociale verzekeringswetten „geacht" worden in dienst van het waterschap te zijn. L. Omtrent de hierbedoelde loon- en rechtspositieregeling voor het bij het wa terschap in dienst zijnde personeel, waar van sprake is in het antwoord no. 79, onder lila, is vooraf het gevoelen ge vraagd van de daarvoor in aanmerking komende ambtenarenvereenigingen. Op andere vragen van den heer Drop werd geantwoord: a. Daar de openbare aanbesteding van delf- en onderhoudswerken eerst op 19 Mei 1937 kon worden gehouden en het noodig was ook reeds van 1 Mei af der gelijke werken te laten uitvoeren, is door het waterschap met de in deze vraag bedoelde personen met ingang van laatst genoemden datum een arbeidsovereen komst naar burgerlijk recht gesloten. b. Een ambtenaar van het waterschap had bij vergissing een arbeidsovereen komst naar het oude model aan de onder a bedoelde personen voorgelegd. Zoodra de vergissing was bemerkt, is het ge- teekende exemplaar vervangen door een arbeidsovereenkomst naar het nieuwe model, overeenkomstig het besluit van het bestuur van het waterschap van 1 December 1936, bedoeld in het antwoord no. 79. Daarin komen voor twee artikelen betreffende aanneming op proeftijd, wel ke echter in dit geval niet toepasselijk waren. c. Tot openbare aanbesteding van de hierbedoelde werken, hetgeen ook in over eenstemming is met art. 97, eerste lid, van het Algemeen reglement voor de polders of waterschappen in Zeeland, heeft het waterschap besloten, omdat het dit het voordeeligste achtte en omdat het zoo weinig mogelijk personeel in dienst wil hebben. Dalende werkloosheid in Zeeuwsch- Vlaanderen. Men schrijft aan de „N. R. Ct.": Het aantal werkloozen is den laatsten tijd sterk verminderd in Zeeuwsch- Vlaanderen, in tegenstelling met voor gaande jaren, toen het werkloozencijfer omtrent dezen tijd aanmerkelijk hooger was. Het zijn voornamelijk de vlasbedrij- ven, die heel wat arbeidskrachten kunnen gebruiken, waaronder veel jonge. In de bouwbedrijven is ook meer opleving te bespeuren, daar veel nieuwe woningen gebouwd worden. Of deze opleving van blijvenden aard is, zal afgewacht moeten worden. In de landbouwbedrijven zal de vraag naar arbeidskrachten in de ko mende weken waarschijnlijk eveneens sterk toenemen, daar dan de seizoenwerk zaamheden aanvangen. In de grensstreek zijn het vooral de textielbedrijven, waar nog steeds werkgelegenheid bestaat voor geschoolde aibeidskrachten. Voor vele ge meentebesturen is het een buitenkansje nu met het dalende werkloozencijfer, ook de uitkeeringen aan steun aanmerkelijk zijn verminderd. Souburg. Gemeenteraad. Gister middag vergaderde de Raad. Ingekomen waren: bericht der gemeente Ritthem, die mededeelde de motorbrandspuit niet meer te verkoopen. Voorts, dat Ged. Staten handhaven hun besluit om het presentie geld der raadsleden te verlagen. Voorstel van B. en W. om toe te tre den tot de Gemeenschappelijke regeling Streekplan voor Walcheren, daar thans toezegging is gedaan door Ged. Staten inzake tegemoetkoming in het honorarium voor het ontwerpen van het uitbreidings plan. Dhr de Priester (s.d.a.p.) bevreemdt het, dat B. en W. met dat voorstel komen. Volgens spr. is hier nog niets zeker. Er is wel sprake van een tegemoetkoming, het geheel niet te deolen. Nog nooit had ze zijn gezicht zoo koud en streng gezien en bijna betreurde ze haar openhartig heid. D>an zei ze vleiend: „Wees toch niet zoo knorrig, Bertram. Wat hindert dat nu! Er zijn heel veel bruiden, He beloven om te gehoorzamen en toch heelemaal niet van plan zijn om die belofte te hou den. Vind je het dan minder erg als je later je belofte breekt?" „Waren je andere beloften ook van zoo weinig, waarde?" vroeg hij, terwijl bij onderzoekend in haar mooi, maar toch eenigszins onbeduidend gezichtje keek. Zijn blikken schenen dat bekoorlijke uiterlijk te willen doorboren om te ont dekken, wat er eigenlijk wegschool daar onder, in het binnenste van haar wezen. „Wat een belachelijke vraag!" riep ze uit, hoewel een lastige blos haar wangen kleurde. Ze stond van tafel op om zoo doende te kunnen ontsnappen aan zijn vervelend vragen en onderzoeken. „Ben je misschien al van plan om echtschei ding aan te vragen?" „Neen, 'tis mijn innigst verlangen om zoo'n ramp te voorkomen", antwoordde hij ernstig. „Ik zou zoo graag willen, dat mijn vrouw meer prijs stelde op de hul de en vereering van haar man dan op die van de wereld en van het volk." „Nu, kijk maar niet zoo plechtig", vlei de Ehid met een lieve, smeek en de bewe- HEVIGE HOOFDPIJNEN MAAKTEN HAAR HULPELOOS. Nu slnda maanden geen pijn meer. „Ik heb vroeger aan ontzettende hoofd pijnen geleden. Het scheen dan of ik niet meer zien kon en ik moest nren achter een gaan liggen. Toen ried een tante mij aan Kruschen Salts te probeeren. D'at deed ik en sinds maanden zijn die vree- selijke hoofdpijnen geheel opgehouden." Mevr. M. W. Meestal is de oorzaak der hoofdpijnen het ongemerkt achterblijven in het lichaam van afvalstoffen, welke het or ganisme verontreinigen en de algeheelo gezondheid ondermijnen. Kruschen Salts verwijdert deze stoffen en voorkomt dat ze zich ooit weer vormen, zoodat de hoofdpijnen voorgoed verdwenen zullen zijn en tevens de oorzaak van verschillen de andere aandoeningen, als rheumati- sche pijnen e.d. welke kunnen ontstaan, wanneer Uw afvoerorganen niet behoor lijk werken, wordt weggenomen. Kru schen Salts is verkrijgbaar bij alle apo thekers en erkende drogisten 0.40, 0.75 en 1.60 per flacon. Let op, dat op het etiket op de flesch, zoowel als op de buitenverpakking de naam Rowntree Handels My. A'dam voorkomt, (Adv.; maar niet hoe groot die is. In Vlissin- gen is sprake van 55 over het geheele plan. Hier weet men geen cijfers te noe men. Spr. stelt dan ook voor, indien door B. en W. geen bedrag kan worden ge noemd, dit punt alsnog aan te houden. Dhr van Soelen (C.-H.) zegt, dat toen het Streekplan de eerste maal werd be sproken, medegedeeld werd, dat de kos ten voor het uitbreidingsplan zouden wor den vergoed. Hier is niets van terecht gekomen. Ook thans is niets met zeker heid te zeggen. Maar spr. wil toch dit punt afhandelen. Het Streekplan is van te groot belang. Dhr v. d. Putte (A.R.) gelooft ook, dat het nu de aangewezen weg is om het voorstel van B. en W. aan te nemen. Spr. vertrouwt, dat de regeling voor alle ge meenten dezelfde zal wezen. Weth. Suurmond (A.R.) zegt, dat ook B. en W. bij de bespreking met Ged. Sta ten niet voor de volle 100 waren be vredigd, maar toch is er nu gekomen een toezegging van vergoeding in het hono rarium. Cijfers kunnen B. en W. niet noemen. Spr. raadt aan, dit voorstel niet meer aan te houden. Wethouder Cijsouw (C.-H.) stelt ook vertrouwen in Ged. Staten, maar de raad moet niet te hooge verwachting hebben van die vergoeding. Deze zal klein zijn, gezien de grootte der gemeente. Dhr de Priester (s.d.a.p.) dient een voorstel in om het voorstel van B. en W. aan te houden tot een volgende vergade ring. Dit wordt verworpen met 5 voor en 6 stemmen tegen. Waarna het voorstel van B. en W. wordt aangenomen met 3 st. tegen en 8 st. voor. B. en W. stellen voor afwijzend te be schikken over het verzoek van den heer Boone, ijsventer, om aan vreemde ijs venters geen standplaats te verleenen in de gemeente. Dhr Leenhouts (s.d.a.p.) had gaarne ge zien, dat B. en W. met een voorstel wa ren gekomen, om in de politie-verorde- ning op te nemen, dat het verboden is een standplaats in te nemen, mits men vergunning heeft van B. en W. Weth. Suurmond (A.R.) ziet in dit voorstel van dhr Leenhouts geen oplos sing voor adressant. De voorzitter kan het in deze met den wethouder niet eens zijn. Gezien wat zich heeft voorgedaan bij het muziekconcours op 2den Pinksterdag, is zeer zeker ge- wenscht, dat zulk een verordening tot stand komt. Dhr van Soelen (C.H.) ziet ook het nut voor adressant hiervan niet in. Wel zegt spr. is dit een aansporing voor B. en W. spoedigen voortgang te maken met de nieuwe politie-verordening. Dhr de Priester (s.d.a.p.) stelt voor, dat men geen standplaats in mag nemen zonder schriftelijke vergunning van den Burgemeester. Dit wordt met alg. stemmen aange nomen. B. en W. stellen voor te voldoen aan de aanvraag van de school met den Bijbel medewerking te geven voor het aanschaf- ging. ,We zullen wel even gelukkig wor den als andere echtgenooten, indien we maar afspreken, dat we elk onzen weg zullen gaan, zonder 'daarover voortdu rend scenes te maken, als onze belangen nu niet heelemaal precies parallel loe pen." „Je houdt er wel een eigenaardig hu welijksideaal op1 na", merkte hij' bitter op. „Wat zouden Patricia of Tempest wel daarvan zeg'gen?" Enid hield met een dramatische bewe ging haar kleine, witte handen op en vroolijk lachend zei ze: „Natuurlijk zou onze brave Patricia dat niet goedkeuren, maar zoo'n wonder van volmaaktheid en goedheid kan geen en kele van mijn levensopvattingen goedvin den. Ik weet nog, dat, toen wij elkaa.' voor de eerste maal ontmoetten, jij het zoo aantrekkelijk in mij vond, dat ik zoo'n kleine heiden was. Wil je dan, dat ik nu plotseling heelemaal van "rol ga veranderen, om een heilige te worden?" Zijn gezicht verzachtte zich weer, hoe wel hij zich over Enid's woorden eenigs^ zins ontstemd voelde. Hij kon zich Enid's gezichtje moeilijk voorstellen, omgeven met een heiligenkrans. Eenigszins ge- irriteerd zei hij dan: (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1937 | | pagina 5