De pers over het nieuwe Kabinet.
Ge slaagt zeker
LOUTERING.
DE ZEEUW van Vrijdag 25 Juni 1937 Tweede Blad,
FÏE UML L E TON.
Uit de Provincie
Wij laten hier nog enkele beschouwin
gen van. bladen, die niet over een ochtend
editie beschikken, volgen.
De Standaard (A. R.) wijst er op dat
dit Kabinet een Christelijk karakter
draagt.
„Men kon omtrent bet streven van Dr
Colijn te dezer zake niet lang in het on
zekere verkeeren. Hij had reeds lang te
voren, niet terloops, maar opzettelijk, uit
eengezet, dat hij een Kabinet zou wen-
schen te zien optreden, dat de Christe
lijke beginselen als grondslag voor zijn
beleid aanvaardde, en dat als zijn alge
meens taak zag: de handhaving en do
versterking van de Christelijke grondsla
gen van ons volksleven. Op deze princi-
pieel-zakelijke basis wilde hij de breedst
mogelijke samenwerking bevorderen. Hij
was van meening, dat voor die samen
werking in aanmerking kwamen allen,
die bereid waren op deze basis hun me1-
dewerking te verleenen.
Uit wat tot heden is 'bekend geworden
omtrent de Kabinetsformatie, moeten wij
afleiden, dat Dr Colijn, nadat hij de op
dracht had ontvangen, overeenkomstig
deze zijn overtuiging is te werk gegaan.
Dat hij, voor wat de personen, den kring
van medewerkers betreft, zijn inzichten
niet heeft kunnen verwezenlijken, zou
hem eerst euvel mogen worden geduid,
nadat was gebleken, dat dit aan hem, en
niet aan anderen, moet worden toege
schreven. Wij zijn, ronduit gesproken,
het gevoelen toegedaan, dat, als er van
schuld sprake is, aan anderen hier schuld
treft.
Men heeft meermalen de uiteenzettin
gen van D'r Colijn, in 'de Tweede en in de
Eerste Kamer gegeven, eenzijdig bezien,
en ze daardoor niet juist samengevat,
noch juist geïnterpreteerd. Men schonk
nog al eens te weinig aandacht aan het
geen hij had uitgesproken omtrent de
principieel-zakelijke basis, en hield zich
dan te veel bezig met hetgeen 'hij had ge
zegd over den kring, welken hij zich voor
medewerking en samenwerking op die
basis dacht.
Dientengevolge heeft men zich, naar in
de laatste weken duidelijk aan het licht
is gekomen, een opvatting eigen gemaakt
over de opinie van Dr Colijn, welke daar
mede niet strookt, en dus in geen geval
de zijne mag worden genoemd.
Hetgeen Mr Oud, tijdens de Kabinets
crisis, te Leeuwarden heeft gezegd, levert
daarvoor een klaar bewijs. Deze sprak
zich daar feitelijk uit voor een ge
mengde principieel-zake-
1 ij k e basis: voor een grondslag ten
behoeve Van het regeeringsbeleid, waar
aan een gemengd rechtzin-
nig-vrijzinig karakter moet
worden toegekend. Daarmede nam hij af
scheid van de basis, welke Dr Colijn dui
delijk had aangegeven. Dit bracht uit den
aard der zaak oonsekwenties met zich,
waarmede de Kabinetsformateur bad te
rekenen, en waarmede ieder rekening
beeft te houden bij de beoordeeling van
bet resultaat der Kabinetsformatie".
D'eze oonsekwenties, en hetgeen daar
uit nog verder is voortgevloeid, hebben
tengevolge gehad, dat het nieuwe Kabinet
een rechtsche signatuur heeft in den
ouderwetsohen zin van het woord".
Ook De Nederlander (C. H.) wijst ei
op, dat we hier hebben een Kabinet van
reohtsche signatuur.
„Er is in den loop der Kabinetsforma
tie sprake van geweest, ook ministers van
vrijzinnigen huize in dit Kabinet van
reohtsche signatuur op te nemen. Hetzij
dan als neutrale vakministers, hetzij we
gens gebleken toenadering op het gebied
der hoogere beginselen. Volkomen duide-
als Ge op 't examen Uw gedachten kunt con-
centreeren. Wilt Ge kalm en rustig zijn,
neem dan 'n „AKKERTJE". 3 stuks in metalen
zakdoosje 20 cent. Overal verkrijgbaar.
48.) o—
Ontsteld staarde Ehid haar man aan.
„Sinds wanneer draag je dat idyllische,
maar onmogelijke toekomstplan voor ons
bij je om?", vroeg ze verachtelijk glim
lachend. „Eln ik wil niet, dat je
er nog eens weer over begint, dat
we rustig samen ergens zouden gaan
wonen, 't Ls net, alsof na je huwe
lijk al bet prettige1, al bet pikante en
al het romantische uit je leven moet ver
dwijnen. Zoo'n saai bestaan van liefde en
tevredenheid in een rozenpriëel ver van
de opwindende volksmassa, beeft abso
luut geen bekoring voor mij."
„Voot andere vrouwen zou bet dat wel
hebben", zei bij ontstemd. „Een mooi te
huis, goed personeel, een toegeeflijk echt
genoot pn zooveel nieuwe kleeren, als je
maar wenscht, en en een kinderkamer
met twee of drie lieve kinderen, me dunkt,
dat alles zou bet ideaal zijn van^de
meeste ware vrouwen'-'.
Wijd opende Ehid haar oog'en en heete
bloedgolven deden haar mooie wangen
branden.
„Dat zal mij nooit kunnen bevredigen",
riep ze hartstochtelijk uit, ,en je zult er
lijk is nog niet geworden, waarop dit, een
enkele uitzondering daargelaten, ia afge
stuit, Misschien zal men er te zijner tijd
méér van hooren.
Maar in ieder geval lijkt bet ons voor
vrijzinnigen die van oordeel zijn, dat,
meer dan vroeger in bun kringen wel be
seft wordt, de Staatszorg op handhaving
en versterking van de christelijke grond
slagen van het volksleven moet gericht
zijn, de tot stand gekomen formatie alles
zins aannemelijk.
Het komt er immers minder op aan,
wie het bewind voeren, dan hoe het
bewind gevoerd wordt. De christelijk-
historischen hebben steeds getoond dit te
begrijpen. In het Kabinet-Kuyper van
1901 'b.v. zat geen enkele Christelijk-
HistOTische minister, maar het voerde
een beleid, waarmede de Ohristelijk-
Historischen zich konden vereenigen, met
het gevolg, dat Mr Lobman en zijn vrien
den tot de krachtigste steunpilaren van
het Ministerie behoorden. Hetzelfde was
het geval onder 'het Kabinet Heemskerk
van 1908, behalve dat toon -de minister
van buitenlandsohe-zaken, -die tot dusver
als diplomaat in Amerika gewoond had
en dan ook als vakminister toetrad, toe
vallig tot de Christelijk-Historische rich
ting behoorde.
Niet de personen vormen hierbij de
hoofdzaak, maar de richting waarin 'het
beleid gevoerd wordt. Wie dit beleid toe
juicht, zal zich niet aan steun kunnen
onttrekken, ook niet zoo hij het op prijs
gesteld had, door meer rechtstreeksche
medewerking van zijn instemming te doen
blijken.
Het tot stand gekomen Kabinet maakt
overigens den indruk een sterk Kabinet
te zullen zijn".
Niet alleen wat betreft de p e r s o -
n e n, maar ook wat betreft den grond
slag.
„Het zal een parlementair Kabinet zijn
in den gezonden en klassieken z-in van het
woord. Dat wil zeggen eenerzijds, dat hel
niet op wisselende meerderheden, maar
op een vaste „working majority" zal steu»
nen en er geen sprake van zal zijn, dat
bepaalde onderdeelen van de Staatswerk-
zaamheid; voor het Kabinet taboe zullen
worden verklaard. Maar anderzijds, dat
bij zijn totstandkoming de uitwassen, die
bet begrip „parlementair Kabinet'' meer
malen vertoond beeft, zijn vermeden".
De Rotterdammer (A. R.) zegt, dat de
eerste indruk ongetwijfeld zal zijn, dat bet
een sterk reohtsch, wil men: sterk en zui
ver recihtsch Kabinet is. En voorts een
sterk vernieuwd ministerie. Dit laatste
om daarmede te beginnen, houdt.niet in,
dat de nu aftredende ministers, populair
gezegd, versleten waren. Van niemand
hunner zouden we dit durven of willen
beweren.
Het blad denkt hierbij speciaal aan de
heeren Oud en Van Lidth de Jeude.
„Om htm persoon en kwaliteiten betreu
ren we het, -dat deze knappe mannen geen
deel van het nieuwe Kabinet kunnen uit
maken. In het 'bijzonder zal heel ons
vo'lk met innige dank vervuld zijn en blij
ven tegenover 'den afgetreden minister
van financien, die met zoo groote trouw
Colijn bij zijn moeilijke taak gesteund
heeft en die evenmin als de president
vrees koesterde voor impopulariteit".
Wat de signatuur van het Kabinet be
treft zegt „De Roterdammer":
„Duidelijk beeft 'Colijn zich telkens weer
verklaard voor de vorming van een Ka
binet, bestaande uit personen, „die -de
Christelijke grondslagen van onze volks
cultuur erkennen, die baar willen helpen
handhaven en de invloed van die levens
opvatting ook op staatkundig terrein tot
gelding willen helpen -brengen". Hij voeg
de daar echter aan toe, dat dit niet alleen
voldoende is: er moet ook overeenstem
ming bestaan over het program van het
regeeringsbeleid.
Uit de toetreding tot het Kabinet van
de nieuwe ministers blijkt duidelijk, dat
verstandig aan 'doen Bertram, als je dit
feit goed tot je laat doordringen. Ver
moedelijk ben ik dan geen ware vrouw,
maar ik voelde nooit veel voor kinderver
zorging en veel minder nog heb ik er ooit
naar verlangd om zelf een kinderkamer
te bezitten."
Hij bewaarde bet stilzwijgen, een bard
en streng stilzwijgen en het leek of zijn
gezicht uit marmer gehouwen was.
Steelsgewij'ze keek ze naar hem en een
beetje nerveus vervolgde ze, terwijl ze
met haar ringen speelde.
„Ik heb nog nihar zoo kort genoten
van de genoegens van bet leven en mijn
dorst is nog lang niet gelesoht. Jij moet
mij vrij laten in de keuze van mijn
vermaken, anders kunnen kleine oneenig-
heden tusschen ons niet uitblijven. Dat
heb je mij' in het begin beloofd en aan die
belofte boud ik je nu."
„Dht i-s waar, dat ik dat gedaan heb",
stemde Bertram knorrig toe, „maar nu
je mij toebehoort en mijn naam draagt,
moet je toch je connecties met je vroe
gere leven verbreien. Beloof me, Ehid,
dat je, betreffende deze kwestie, nooit te
gen mijn wenschen in zult gaan."
„Zooiets kan ik onmogelijk beloven"
antwoordde ze weerbarstig, „en dat is ty-
rannie om zoo iets te eisehen. D'an zou ik
niet getrouwd zijn, als ik daardoor de
verplichting op me had geladen, om de
prettigste genoegens op te offeren."
op dit punt overeenstemming is bereikt
en daarom lag het thans, gezien de uit
slag van de s'embus, voor de band, dat
-1 gelet op den loop van zaken - een
zuiver rechtsch Kabinet gevormd1 werd.
Wij treden het nieuwe ministens met
groot vertrouwen tegemoet. Wat de per
sonen betreft, valt. er misschien op een
enkele zwakke stee te wijzen; over het
geheel valt aan de bekwaamheid niet te
twijfelen,
Een andere oplossing ware o.i. onder
de huidige omstandigheden zeer wel mo
gelijk geweest; dat de vrijzinnige groe
pen reden tot beklag hebben over den
gang van zaken wijzen we opnieuw en met
kracht af. Waar aanvankelijk iedereeen
de sociaal-democraten en de heel kleine
groepen uitsloot, kunnen de tien vrijzin
nige Kamerleden, die tot de fracties van
vrijzinnig-democraten en liberalen beboe
ren, tevreden zijn met nu één, straks wel
licht twee zetels in bet Kabinet, waarop
een man van vrijzinnigen huize beslag
kan leggen.
DE BREEDE WATERING BEWESTEN
IERSEKE.
Verder antwoord op de vragen van
den heer Drop.
Ten vervolge op de beantwoording van
vragen van den heer Drop naar aanlei
ding van de antwoorden, gegeven op de
door hem gestelde vragen betreffende
positieregeling, regeling ontslag, enz. van
personeel, werkzaam in dienst van het
bestuur van het waterschap De Breede
Watering bewesten lerseke, deelen de
ministers van waterstaat en van binnen-
landsche zaken o.m. mede:
I. A/B. In de jaarverslagen van het
Waterschap De Breede Watering bewes
ten Yerseke wordt inderdaad soms ge
sproken van „door het bestuur vast aan
gestelde personen" en van „door het be
stuur aangestelde personen". Hiermede
worden bedoeld de schotters, welke per
sonen zich bereid hebben verklaard om
voor f25 per jaar zich ter beschikking
te stellen van het bestuur voor het ver
richten van voorkomende kleine diensten,
als het gereedhouden van een boot op
een inspectietocht, het uitbetalen van loon
aan werklieden van het waterschap. Zij
werden door het bestuur op hun verzoek
daartoe aangewezen uit die personen, die
vrij geregeld voor het waterschap wer
ken. Deze laatste personen waren bij het
waterschap als los werkman werkzaam
volgens een arbeidsovereenkomst, welke
sedert 1 Mei 1932 schriftelijk werd ge
sloten, van welke overeenkomst artikel
1 luidt:
„De werknemer is als los werkman
aangenomen om voorkomende werkzaam
heden aan dijken, wegen, slooten en lei
dingen, welke niet publiek ondershands
besteed worden in dagloon te verrichten.
De dienstbetrekking loopt van dag tot
dag wederkeerig met stilzwijgende con
tinuatie.
De dienstbetrekking kan alzoo weder
zijds te allen tijde worden opgezegd, met
inachtneming van een opzeggingstermijn,
gelijk aan een werkdag."
Zooals reeds in het antwoord no. 79
is medegedeeld, is er dus niet een vast
dienstverband tusschen het waterschap
en bedoelde personen geweest.
C. Aangezien de hierbedoelde personen
blijkens het medegedeelde onder A/B niet
in vasten dienst van het waterschap zijn
geweest, bestond voor een pensioenvoor
ziening geen reden. Ook de Pensioenraad
is van oordeel, dat de schotters, in dienst
van het waterschap, niet ambtenaar zijn
in den zin van de Pensioenwet 1922.
D. Ook de in deze vraag bedoelde per
sonen zijn steeds als los werkman met
mogelijkheid van onmiddellijke opzeg
ging, als hiervóór onder A/B bedoeld, in
dienst geweest. Hun is door het water
schapsbestuur nimmer de gelegenheid
gegeven om buiten het polderwerk iets
anders te doen; zij deden dat uit zich
zelf na opzegging hunnerzijds. Sommi
gen van die personen zijn kleinlandbou-
wers en werken op het eene oogenblik
voor het waterschap en op het volgende
oogenblik weer voor zich zelf of voor
anderen, al naar gelang dit voor hen het
voordeeligste is.
E. De tegen het einde van Augustus
„Dhs ik moet veronderstellen, dat je
om mij heelemaal niets geeft?", zei haar
man op onheilspeilenden toon.
„Och, natuurlijk doe ik dat", gaf ze
terug terwijl ze plotseling van toon en
stem veranderde en nu trachtte zijn toorn
door haar glimlach tot bedaren te bren
gen. „Maar je moet me wat toegeven, Ber
tram en me niet door allerlei deugdzame
voorschriften zoo aan banden leggen. Dat
kan ik niet verdragen en ik maak alleen
aanspraak op de vrijheid, die je me zoo
graag wou verleenen, indien ik maar op
jou voorstel inging.
„Toen was ik idioot en ik heb me niet
genoeg voor oogen gesteld hoe gewaagd
het is', zulk een vrijheid te verleenen",
antwoordde hij ruw. „Maar je hebt zoo
plechtig beloofd om lief te hebben, te
eeren en te gehoorzamen, Enid, toen we
samen voor het altaar stonden."
Vroolijk lachend schudde ze haar hoofd
en de gedachte aan haar trouwelooze
woordbreuk scheen haar te vermaken.
„Dat heb je mis", riep ze triomfante
lijk uit. „Het was heelemaal mijn bedoe
ling niet om te gehoorzamen, maar ik
durfde er niets van te zeggen, omdat ik
bang was, dat Raymond dan zou gaan op
spelen. En. daarom heb ik heel zacht ge
antwoord en het betreffende woord hee
lemaal weggelaten, zonder dal iemand er
iets van gemerkt heeft."
Haar man scheen haar vroolijkheid in
1936 ontslagen personen zijn niet in vas
ten dienst geweest. Zegels volgens de
Invaliditeitswet werden geplakt, wanneer
voor het waterschap gewerkt was. Van
daar de uitdrukking in het jaarverslag
„vrij geregeld".
K. Aan het waterschap kan niet het
recht worden betwist zelfstandig te be
slissen, dat de voor deze instelling te
verrichten werkzaamheden voor het ver
volg zullen worden aanbesteed. Aan dat
recht doet niet af de door de bevoegde
instanties genomen beslissing, dat de
tegen het einde van Augustus 1936 ont
slagen personen voor de toepassing van
de sociale verzekeringswetten „geacht"
worden in dienst van het waterschap te
zijn.
L. Omtrent de hierbedoelde loon- en
rechtspositieregeling voor het bij het wa
terschap in dienst zijnde personeel, waar
van sprake is in het antwoord no. 79,
onder lila, is vooraf het gevoelen ge
vraagd van de daarvoor in aanmerking
komende ambtenarenvereenigingen.
Op andere vragen van den heer Drop
werd geantwoord:
a. Daar de openbare aanbesteding van
delf- en onderhoudswerken eerst op 19
Mei 1937 kon worden gehouden en het
noodig was ook reeds van 1 Mei af der
gelijke werken te laten uitvoeren, is door
het waterschap met de in deze vraag
bedoelde personen met ingang van laatst
genoemden datum een arbeidsovereen
komst naar burgerlijk recht gesloten.
b. Een ambtenaar van het waterschap
had bij vergissing een arbeidsovereen
komst naar het oude model aan de onder
a bedoelde personen voorgelegd. Zoodra
de vergissing was bemerkt, is het ge-
teekende exemplaar vervangen door een
arbeidsovereenkomst naar het nieuwe
model, overeenkomstig het besluit van
het bestuur van het waterschap van 1
December 1936, bedoeld in het antwoord
no. 79. Daarin komen voor twee artikelen
betreffende aanneming op proeftijd, wel
ke echter in dit geval niet toepasselijk
waren.
c. Tot openbare aanbesteding van de
hierbedoelde werken, hetgeen ook in over
eenstemming is met art. 97, eerste lid,
van het Algemeen reglement voor de
polders of waterschappen in Zeeland,
heeft het waterschap besloten, omdat het
dit het voordeeligste achtte en omdat
het zoo weinig mogelijk personeel in
dienst wil hebben.
Dalende werkloosheid in Zeeuwsch-
Vlaanderen.
Men schrijft aan de „N. R. Ct.":
Het aantal werkloozen is den laatsten
tijd sterk verminderd in Zeeuwsch-
Vlaanderen, in tegenstelling met voor
gaande jaren, toen het werkloozencijfer
omtrent dezen tijd aanmerkelijk hooger
was. Het zijn voornamelijk de vlasbedrij-
ven, die heel wat arbeidskrachten kunnen
gebruiken, waaronder veel jonge. In de
bouwbedrijven is ook meer opleving te
bespeuren, daar veel nieuwe woningen
gebouwd worden. Of deze opleving van
blijvenden aard is, zal afgewacht moeten
worden. In de landbouwbedrijven zal de
vraag naar arbeidskrachten in de ko
mende weken waarschijnlijk eveneens
sterk toenemen, daar dan de seizoenwerk
zaamheden aanvangen. In de grensstreek
zijn het vooral de textielbedrijven, waar
nog steeds werkgelegenheid bestaat voor
geschoolde aibeidskrachten. Voor vele ge
meentebesturen is het een buitenkansje
nu met het dalende werkloozencijfer, ook
de uitkeeringen aan steun aanmerkelijk
zijn verminderd.
Souburg. Gemeenteraad. Gister
middag vergaderde de Raad. Ingekomen
waren: bericht der gemeente Ritthem, die
mededeelde de motorbrandspuit niet meer
te verkoopen. Voorts, dat Ged. Staten
handhaven hun besluit om het presentie
geld der raadsleden te verlagen.
Voorstel van B. en W. om toe te tre
den tot de Gemeenschappelijke regeling
Streekplan voor Walcheren, daar thans
toezegging is gedaan door Ged. Staten
inzake tegemoetkoming in het honorarium
voor het ontwerpen van het uitbreidings
plan.
Dhr de Priester (s.d.a.p.) bevreemdt
het, dat B. en W. met dat voorstel komen.
Volgens spr. is hier nog niets zeker. Er
is wel sprake van een tegemoetkoming,
het geheel niet te deolen. Nog nooit had
ze zijn gezicht zoo koud en streng gezien
en bijna betreurde ze haar openhartig
heid.
D>an zei ze vleiend: „Wees toch niet zoo
knorrig, Bertram. Wat hindert dat nu!
Er zijn heel veel bruiden, He beloven om
te gehoorzamen en toch heelemaal niet
van plan zijn om die belofte te hou
den. Vind je het dan minder erg als je
later je belofte breekt?"
„Waren je andere beloften ook van zoo
weinig, waarde?" vroeg hij, terwijl bij
onderzoekend in haar mooi, maar toch
eenigszins onbeduidend gezichtje keek.
Zijn blikken schenen dat bekoorlijke
uiterlijk te willen doorboren om te ont
dekken, wat er eigenlijk wegschool daar
onder, in het binnenste van haar wezen.
„Wat een belachelijke vraag!" riep ze
uit, hoewel een lastige blos haar wangen
kleurde. Ze stond van tafel op om zoo
doende te kunnen ontsnappen aan zijn
vervelend vragen en onderzoeken. „Ben
je misschien al van plan om echtschei
ding aan te vragen?"
„Neen, 'tis mijn innigst verlangen om
zoo'n ramp te voorkomen", antwoordde
hij ernstig. „Ik zou zoo graag willen, dat
mijn vrouw meer prijs stelde op de hul
de en vereering van haar man dan op
die van de wereld en van het volk."
„Nu, kijk maar niet zoo plechtig", vlei
de Ehid met een lieve, smeek en de bewe-
HEVIGE HOOFDPIJNEN MAAKTEN
HAAR HULPELOOS.
Nu slnda maanden geen pijn meer.
„Ik heb vroeger aan ontzettende hoofd
pijnen geleden. Het scheen dan of ik niet
meer zien kon en ik moest nren achter
een gaan liggen. Toen ried een tante mij
aan Kruschen Salts te probeeren. D'at
deed ik en sinds maanden zijn die vree-
selijke hoofdpijnen geheel opgehouden."
Mevr. M. W.
Meestal is de oorzaak der hoofdpijnen
het ongemerkt achterblijven in het
lichaam van afvalstoffen, welke het or
ganisme verontreinigen en de algeheelo
gezondheid ondermijnen. Kruschen Salts
verwijdert deze stoffen en voorkomt dat
ze zich ooit weer vormen, zoodat de
hoofdpijnen voorgoed verdwenen zullen
zijn en tevens de oorzaak van verschillen
de andere aandoeningen, als rheumati-
sche pijnen e.d. welke kunnen ontstaan,
wanneer Uw afvoerorganen niet behoor
lijk werken, wordt weggenomen. Kru
schen Salts is verkrijgbaar bij alle apo
thekers en erkende drogisten 0.40,
0.75 en 1.60 per flacon. Let op, dat
op het etiket op de flesch, zoowel als op
de buitenverpakking de naam Rowntree
Handels My. A'dam voorkomt, (Adv.;
maar niet hoe groot die is. In Vlissin-
gen is sprake van 55 over het geheele
plan. Hier weet men geen cijfers te noe
men. Spr. stelt dan ook voor, indien door
B. en W. geen bedrag kan worden ge
noemd, dit punt alsnog aan te houden.
Dhr van Soelen (C.-H.) zegt, dat toen
het Streekplan de eerste maal werd be
sproken, medegedeeld werd, dat de kos
ten voor het uitbreidingsplan zouden wor
den vergoed. Hier is niets van terecht
gekomen. Ook thans is niets met zeker
heid te zeggen. Maar spr. wil toch dit
punt afhandelen. Het Streekplan is van
te groot belang.
Dhr v. d. Putte (A.R.) gelooft ook, dat
het nu de aangewezen weg is om het
voorstel van B. en W. aan te nemen. Spr.
vertrouwt, dat de regeling voor alle ge
meenten dezelfde zal wezen.
Weth. Suurmond (A.R.) zegt, dat ook
B. en W. bij de bespreking met Ged. Sta
ten niet voor de volle 100 waren be
vredigd, maar toch is er nu gekomen een
toezegging van vergoeding in het hono
rarium. Cijfers kunnen B. en W. niet
noemen. Spr. raadt aan, dit voorstel niet
meer aan te houden.
Wethouder Cijsouw (C.-H.) stelt ook
vertrouwen in Ged. Staten, maar de raad
moet niet te hooge verwachting hebben
van die vergoeding. Deze zal klein zijn,
gezien de grootte der gemeente.
Dhr de Priester (s.d.a.p.) dient een
voorstel in om het voorstel van B. en W.
aan te houden tot een volgende vergade
ring. Dit wordt verworpen met 5 voor en
6 stemmen tegen. Waarna het voorstel
van B. en W. wordt aangenomen met
3 st. tegen en 8 st. voor.
B. en W. stellen voor afwijzend te be
schikken over het verzoek van den heer
Boone, ijsventer, om aan vreemde ijs
venters geen standplaats te verleenen in
de gemeente.
Dhr Leenhouts (s.d.a.p.) had gaarne ge
zien, dat B. en W. met een voorstel wa
ren gekomen, om in de politie-verorde-
ning op te nemen, dat het verboden is
een standplaats in te nemen, mits men
vergunning heeft van B. en W.
Weth. Suurmond (A.R.) ziet in dit
voorstel van dhr Leenhouts geen oplos
sing voor adressant.
De voorzitter kan het in deze met den
wethouder niet eens zijn. Gezien wat zich
heeft voorgedaan bij het muziekconcours
op 2den Pinksterdag, is zeer zeker ge-
wenscht, dat zulk een verordening tot
stand komt.
Dhr van Soelen (C.H.) ziet ook het nut
voor adressant hiervan niet in. Wel zegt
spr. is dit een aansporing voor B. en W.
spoedigen voortgang te maken met de
nieuwe politie-verordening.
Dhr de Priester (s.d.a.p.) stelt voor, dat
men geen standplaats in mag nemen
zonder schriftelijke vergunning van den
Burgemeester.
Dit wordt met alg. stemmen aange
nomen.
B. en W. stellen voor te voldoen aan
de aanvraag van de school met den Bijbel
medewerking te geven voor het aanschaf-
ging. ,We zullen wel even gelukkig wor
den als andere echtgenooten, indien we
maar afspreken, dat we elk onzen weg
zullen gaan, zonder 'daarover voortdu
rend scenes te maken, als onze belangen
nu niet heelemaal precies parallel loe
pen."
„Je houdt er wel een eigenaardig hu
welijksideaal op1 na", merkte hij' bitter op.
„Wat zouden Patricia of Tempest wel
daarvan zeg'gen?"
Enid hield met een dramatische bewe
ging haar kleine, witte handen op en
vroolijk lachend zei ze:
„Natuurlijk zou onze brave Patricia dat
niet goedkeuren, maar zoo'n wonder van
volmaaktheid en goedheid kan geen en
kele van mijn levensopvattingen goedvin
den. Ik weet nog, dat, toen wij elkaa.'
voor de eerste maal ontmoetten, jij het
zoo aantrekkelijk in mij vond, dat ik
zoo'n kleine heiden was. Wil je dan, dat
ik nu plotseling heelemaal van "rol ga
veranderen, om een heilige te worden?"
Zijn gezicht verzachtte zich weer, hoe
wel hij zich over Enid's woorden eenigs^
zins ontstemd voelde. Hij kon zich Enid's
gezichtje moeilijk voorstellen, omgeven
met een heiligenkrans. Eenigszins ge-
irriteerd zei hij dan:
(Wordt vervolgd.)