Rechtszaken Gemengd Nieuws Het Vrouwenhoekje Voor de jeugd. Nu spoedig bruin worden Rechtbank te Middelburg. VALSCHHEiD IN GESCHRIFTE EN VERDUISTERING. (Slot.) De getuige R. J. M. Thomaes, burge meester te Hoofdplaat, zegt dat verdach te meermalen bij hem kwam, omreden laatstgenoemde ontvanger-griffier van Hoofdplaatpolder no. 1 was. Op zeker oogenblik kwam verdachte bij getuige, aan wien hij zeide veel haast te hebben. Ver dachte stond met het horloge in de hand, en kwam om 11.45 uur een bundeltje stuk ken, waaronder obligaties, ter teekening brengen. Verdachte zeide om 12 uur op Driewegen te moeten zijn voor het laten passeeren van een acte. Daarom had hij volgens zijn zeggen zooveel 'haast. De mensahen zaten op hem te wachten. On der dien hoogen druk heeft getuige de stukken geteeikend. Getuige is eens bij ver dachte op controle geweest, doch toen was verdachte zoo kwaad, dat er van de controle niets is gekomen. Vervolgens worden eenige getuigen ge hoord betreffende geldleeningen. De getuige G. G. Bevin, handelaar en uitgever te IJzendijke, drukte 7 obliga ties van f 500 van de Hoofdplaatpolder, op verzoek van verdachte. Nadat verdachte bieover was geboord, merkte de President op, dat de menschen die de stuikken van f 500 kochten, dit de den in het vertrouwen, dat de stukken in orde waren, en nu is het waardeloos pa pier. Uit het onderzoek is gebleken, dat verdachte girostrookjes met speldenprik ken bewerkte. De Wed. Buysise-Quataert als getuige geboord, verklaarde, dat zij f 600 van ver dachte moest hebben wegens geleverde veldvruchten. Verdachte zeide: geef er maar 1400 bij, dan krijg je een mooie polderschuldbekentenis. Getuige deed dit en ontving geregeld rente. Betreffende een valsche 'handteeikening geplaatst op een schuldbekentenis van den Paulinapolder, ontkent verdachte die te hebben gezet. Bij onderzoek bleek, dat de met potlood geplaatste handteekemng met inkt was overgetrokken. De getuige-deskundige Van Waage- ningh, uit Maastricht beeft een onderzoek ingesteld van bet söhrift van verdachte en naar die van de geplaatste handtee- keming. Getuige is tot de conclusie gekomen, dat de handteekening niet door Dieleman was geschreven. Het schrift van Dieleman was vaak onbeholpen. Een haal aan de letter „Y" die verdachte maakt is speci fiek van hem en die komt ook voor in de valsche handteekening. Getuige is van meening, dat wanneer men potloodschrift overtrekt, dan toch meestal bepaalde kenmerken van het 'ka rakterschrift van den' overtrekker zicht baar blijven. P. J. de Milliano, landbouwer te Wa tervliet (B.), als getuige geboord, zegt aan verdachte 28 stukken Belgische pre- mieleening in bewaring te hebben gege ven. Verdachte was de vertrouwensman van de familie. Hij gaf de stukken mee aan verdachte, doch beeft ze nooit terug gezien. Verdachte zei dat hij ze in een safe 'had opgeborgen. Getuige is vervol gens nog door verdachte bedrogen met schuldbekentenissen van diverse polders tot een bedrag van f 7500. Verdachte hierover gehoord geeft een en ander toe. Getuige A. F. Lippens, landbouwer te Biervliet, kreeg brand door blikseminslag. Hij wals verzekerd bij de Nederlanden van 1845, waar verdachte agent van was. Verdachte kwam op een keer met een cheque hij getuige, die deze teekende, maar getuige kreeg geen geld. Later heeft getuige dit geld van een familielid van verdachte gekregen. Verdachte hierover gehoord, geeft dit toe en zegt het geld voor andere doeleinden te hebben ge bruikt. Verdachte voegt hieraan toe, dat, toen hij IJzendijke verliet hij in het bezit was van slechts f 100. Door den President on dervraagd zegt verdachte dat hij geen behoorlijke boekhouding had. Hij was administrateur van 15 pol- de r s e n z. De Officier van Justitie aan het woord komende, zegt, dat in de administra tie van verdachte alles ontbrak wat leek op een behoorlijke boekhouding. Spr heeft een woord van waardeering voor dengene, die uit 'die rommel een overzicht wist samen te stellen. Wat verdachte heef t mis dreven loopt over tal van jaren, zeker al van 192 4 dekte het eene gat het an dere. Zijn leven moet gebaseerd zijn geweest op knoeierijen en valschheden. De curator kwam tot een schuld van f20.800. Verdachte beriep zich er op dat hij voor een heel klein salaris de admini stratie van de polders voerde, maar ge bleken is, aldus de Officier, dat hij zioh daar toclh wel voldoende voor wist schan deloos te stellen op een andere wijze. Het zesde ten laste gelegde feit is het eenige feit, dat door verdachte wordt ont kend, n.l. de vervaLsohing van de hand teekening van Dieleman. Spr. vraagt zich af waarom 'hij dat moet ontkennen. Vol gens den Officier staat dat ook vast, ge zien de verklaringen van den getuige-des kundige. Veilig kan worden aangenomen dat de handteekening door verdachte is gezet. Wat de verduisteringen betreft, ook deze staan volgens den Officier vast. Wat de straf aangaat, is de Officier van meening, dat er rekening met den leeftijd van verdachte moet worden gehouden. Volgens den Officier moest verdachte voor de door hem gepleegde feiten do maxi mum straf hebben, doch gezien zijn leef tijd, tellen de jaren dubbel. De Officier eiscbt een gevangenisstraf van twee jaren. De verdediger van verdachte, Mr Van Etmpel, zegt, dat verdachte zioh gewonnen heeft gegeven. Verdachte heeft met groo- te angst in België vertoefd, telkens zou hij kunnen worden ingerekend. Verdach te ontkent een valsche handteekening te hebben gezet. Voor dit feit zal hij, vol gens pleiters meening, niet kunnen ver oordeeld worden. Verdachte gebruikte het geld niet voor zichzelf. Dat er ruim f 200.000 te kort is, is niet de bewuste schuld van verdachte. Pleiter is van meening, dat een lang durige gevangenisstraf het einde voor verdachte beteekent. Volgens pleiter heeft verdachte voor hetgeen hij heeft misdre ven al zwaar moeten boeten. Pleiter verzoekt de Rechtbank in ver hand met verdachte's hoogen leeftijd de op te leggen straf zoo mild mogelijk te doen zijn. De Officier van Justitie replioeerende, zegt, dat hem is gebleken, dat verdachte in België heelemaal niet zoo in spanning heeft gezeten als de verdediger wil doen voorkomen. Volgens den Officier heeft verdachte te hoog en dus boven zijn stand geleefd. Na dupliek van den verdediger werd de uitspraak bepaald op 21 Juni a.s. - Noodlanding van een mi litair vliegtuig. Tegen 1 uur gis termiddag heeft het militair verkennings vliegtuig 538, bemand door de reserve sergeant-vliegers De Haas en Aarts we gens motordefect een noodlanding moeten maken op het onder de gemeente 's Hor- to'genbosch gelegen terrein „De Vliert". De landing verliep zonder ongelukken. Bedriegelijke bankbreuk. To Hardinxveid is een geval van bedrie gelijke bankbreuk aan het licht gekomen meldt de „Rott." Zaterdag j.l. is de K., wiens meubel zaak in staat van faillissement is, met zijn bediende gearresteerd. Zij worden er van verdacht goederen uit een faillie ten boedel te hebben ontvreemd en deze bij verschillende bewoners te hebben on dergebracht. De politie ontdekte in een belendende woning, dat een gedeelte vloer was open gebroken, om er de goederen te bergen. Verder was er een dubbele zolder, waar- tusschen veschillende artikelen waren verstopt. In verband met deze bankbreuk zijn Donderdag nog gearresteerd van H. en diens zoon. Nog meer personen schijnen hij deze bankbreuk betrokken te zijn. Waarschijnlijk zullen er verdere arresta ties volgen. i Door de warmte bevangen. Gisteren was de 54-jarige loswerkman G. A. v. d. E. te Rotterdam bezig met het kruien van kolen uit een wagon naar het gemeentelijk kolenterrein. Plotseling werd de man door de warmte bevangen en viel tegen den grond. Per auto van den G.G.D. werd hij' bewusteloos overge bracht naar het ziekenhuis, alwaar hij zonder tot het bewustzijn te zijn geko men, is overleden K. L. M. - toestel door on weer uit den koers. D'e PH'ALU, de „Uil", Douglas D'C-3, die eergister avond om half negen van Schiphol naar Croyden was vertrokken met elf passa giers aan boord heeft door een zware on weersbui Croydon niet kunnen bereiken. De bestuurder, Tepas, verrichtte een vlotte landing op het vliegveld Milden hall, vanwaar de passagiers per auto naar Londen vervoerd werden. Rijke Amerikaansche ont voerd. Een rijke Amerikaansche, me vrouw Alice Parsons, is ontvoerd. D'e po litie stelt alles in het werk, om de ont voerders op te sporen. In de omgeving van de ontvoerde kreeg men eerst argwaan, toen mevrouw Parsons des avonds niet in haar villa te rugkeerde, Men ging op onderzoek uit en ontdekte tenslotte haar auto, waarin een briefje werd gevonden, waarin van de ontvoering melding gemaakt en een los geld van 25.000 dollars werd geëischt. Want een blanke huid wordt rood en pijnlijk door 'de zon. Gebruik daarom tijdig AMILDA-zonnebruincreme, die Uw huid beschermt tegen vervellen en zonne brand en U tevens snel mooi bruint, óók bij weinig of geen zon. Flacon 90 ct. Tube 60 ct. Doos 50 en 25 ct. '(Adv.) Zichzelf geheel kunnen uitschakelen. Als de schrijver van „den levensroman van Dr Colijn" aan mevrouw Colijn vraagt: „Hoe dunkt u dat de houding van een Christenvrouw moet zijn wier man een belangrijke taak heeft te vervullen tegen over land en volk", antwoordt zo zonder een oogenblik zicb te bedenken: „Zich zelf geheel uit te schakelen".. Ze moet trachten haar man zooveel mo gelijk te helpen en dat kan ze bet aller beste door hem een aangenaam tehuis te Lieden, zoodat die keeren, dat hij naar huis kan komen, voor hem een vreugde zijn. Zij moet dan zorgen zelf ook zoo veel mogelijk thuis te wezen, opdat, al zit hij op zijn studeerkamer, hij dan toch weet: mijn vrouw is thuis on ze staat klaar om me te helpen als het noodig is. Dat geeft een man rust. En daarom moet een vrouw haar eigen belangen geheel weg denken. Hier hebben we, aldus mevr. v. Hoog stratenScboch, in de „Ned.", in wei nige eenvoudige woorden het geheim van een vrouwenleven, de sleutel tot vredig innerlijk bevinden. „Ik moet me kunnen uitschakelen." Hoeveel vrouwen kunnen dat niet, heite ben dat nooit geleerd en staan daardoor haar eohtgenooten in den weg. Uitschakelen, dat is kruisiging, zal misschien iemand zeggen. Waarom mag ik niet eischen van den man, dat h ij zich uitschakelt, dat h ij aan m ij denkt en aan mijn eischen opdat i k tot mijn recht kom? Moet ik tevreden zijn om alleen maar huisvrouw te zijn? De vrouw die de woorden gesproken heeft van „uitschakelen" weet waarlijk ook wel van moeilijkheden te vertellen. Reeds anderhalf jaar na hun huwelijk vertrok luitenant Colijn naar Lombok het was een gevaarlijke expeditie, er kon van alles gebeuren. Later toen ze in Atjeh woonde, ver keerde ze vaak met haar kinderen maan den achtereen tusschen Atjehsche en Ghi- neesohe kampen in. Zonder gewapend ge leide kon zo haar woning niet verlaten en 's nachts moest haar woning bewaakt worden. Voorts kon het niet anders of ze moest wel leven tusschen zorg en onrust om haar echtgenoot. Soms kreeg ze een tijding dat haar man gesneuveld was', of dat hij en al zijn mannen gedood wa ren. Eens kreeg zo een telegram „ge wond" het had moeten zijn „gezond". De telegrafist had zich vergist Ook verkeerde ze vaak in do meest pri mitieve omstandigheden had alleen de hulp van een kampong-vrouw die al leen rijst kon koken. Ook haar oudsten jongen moest ze het lezen leeren en de eerste beginselen van het onderwijs. „Doet haar dat eens na", zeggen wij vrouwen tot elkaar, doet haar dat eens na zonder murmureeren en klagen". Mevrouw Colijn had ook kunnen ant woorden aan den interviewer: „je moet je heelemaal kunnen inschakelen, heele maal je zóó aan het lot van je man ver binden, dat het een eenheid, een onver brekelijke eenheid is. Het is niet meer: jij of ik maar het is „wij". Enkele recepten. Gemengde sla. 2 kroppen sla, 1 komkommers, 2 a 3 tomaten, 4 koude ge kookte aardappelen, 10 worteltjes', 1 bosje radijs, 2 eieren, 3 eetl. slaolie, 2 eetl. azijn, wat peper, zout en mosterd, 1 thee lepel aroma. Maak de verschillende groenten schoon. Pluk de sla in kleine stukjes, schaaf de komkommer, snijd de tomaten, worteltjes en aardappelen in dunne plak jes en verdeel de eieren in schijven. Klop de olie met den azijn en de krui den tot een gelijk sausje, roer er de aro ma door en meng dit door de groenten. Doe de sla in den slabak en versier dit met de schijVen ei. Goedkoops mayonnaise. In 'n klein pannetje roert men een papje van olie en meel op een laag vuurtje, voeg hierbij wat kokende maggi-bouillon, zoo dat het éen dik sausje wordt. Dit laat men koud worden, voeg er een eierdooier aan toe en roer er dan als bij gewone mayonnaise, afwisselend een scheutje olie en azijn doorheen. J avaantjes. Maak een deeg van 150 gr. (1 yi ons) donker-bruine basterd suiker, 125 gr. boter, 250 gr. (Va pond) tarwebloem, 1 ei en 10 gr. vanillesuiker Als dit deeg stijf genoeg is, wordt het uitgerold tot een plak ter dikte van een rijksdaalder, waaruit koekjes worden ge stoken met behulp van een glad stekertje. Die plakjes plaatst men op een ingevette bakplaat, op eenigen afstand van elkaar, omdat ze bij het bakken een beetje uitloo- pen. Om het hard worden van de koekjes te voorkomen kan men een half theele peltje dubbel koolzure soda (zuiverings zout) door het deeg kneden. (Hbld.) Eenige wenken. Perkamenten lampenkappen, die niet al te vuil geworden zijn, maakt men schoon met havermout, dat men er over heen wrijft; ook oud brood doet soms wonderen. Hoe moet men roode tegels van gang en keuken onderhouden? Schrobben met heet zeepwater en dan nadweilen met water, waarin steenrood werd opgelost. In een kamer, waar het duf ruikt zet men een kom met ongeveer een liter kokendheet water neer en giet daarin een theelepel terpentijn. Men krijgt dan een heerlijke „dennenlucht". Beste Jongens en Meisjes, Wat liglt er weer een heerlijke zomer week achter ons. En wat hebben w® vaak gehoord!: pffï Wat is het wiarml Dat is ook zoo, maar laten we er, toch maar Mij om zijn, want als hst nu eens regende en koud was, dan mopperde iedereen'bun, wet te'hot kond, het is ook nooit zomer I Weet jullie wat een goed middel is te gen de warmte? Een raadsel op gaan los sen. Geloof ja het niet? Probeer het dan maar eens. Je begint er aan, en bent meteen verge ten dat je het warm had. Nu nog iets over de jeugdbijeenikomst te Amsterdam. Wat was het een drukte toen 's mor gens al heel vroeg de Zeeuwsche trein vertrok met al die jongens en meisjes, die naar Amsterdam gingen. Bij de stations waar gestopt werd puil den ze uit de raampjes, zes uit een raam pje, dat ging gemakkelijk en het was één gejuich en gezang. 'De menschen keken toch even op, als daar die trein vol plezier voorbij ging, ze zwaaiden met 'hun hoed of zakdoek en je zag het zoomaar, dat ze er zelf ook vroolijk van werden. Maar wie zou dat nu ook niet worden bij zooveel vreugd. En de trein ging maar door, door Noord-Brabant, door Zuid-Holland, ein delijk Amsterdam, en daar stond iel Maar er waren er nog meer; uit alle deelen van het land kwamen ze, uit vele treinen een stroom vain jongens en meisjes. En allen hadden één doel: Artis, waar de meeting zou worden gehouden. Wat was het daar een drukte! 11.000 menschen bij elkaar, dat is niet weinig. Er is veel gezongen, ook het speoiale ToO'gdaglied, allemaal met elkaar, de Gro ningers, de Friezenj de Zeeuwen, allen kenden het; wat klonk dat prachtig. Gesloten werd met 'het danklied: „Hal leluja, eeu!wig dank en eere"; wat klonk dat machtig, dat lied, gezongen ter eere van Hem, Die al dat schoons, óók van dien dag, gegeven had. Lk 'denk dat onze neefjes en nichtjes, die mee geweest zijn er wel geen spijt van zullen hebben en dat het voor hen een onvergetelijke dag is géweest. Sommigen hebben ook de Koninklijke Familie gezien; nu dat was heelemaal een buitenkansje, waardoor je dag wel dubbel beloond werd,. In, een Zuid-Afrikaansch tijdschrift vond ik het volgende opstel, dat door een leerlingetje vain een Zuid-Afrikaanlsche school is gemaakt. Jullie vindt het misschien wel aardig, dat opstel, geschreven in die eigenaardige taal, eens te lezen. Het gaat over „De Koe", of zooals ze het daar zeggen: „Die Kooi". „Die kooi is een soogdier en ook een huisdier. Sy is met een heesvel oor'getrek. Sy is orais. Agter het sy 'n stert met 'nkwas aan die eenkant en die kari aan die anderkant. Met die kwas ja sy die vlieë weg, want hullie zal in 'die melk val en allerhande soorte siekites oordra. Voor is die kop waaraan 'die horings groei en die bek staan. Die horings ge bruik dia kioei om m'ee te stoot en die bek om mee te brul. Onder die kooi hang 'die melk: dit is isó ingerig, dat as 'n mens daaraan trek, kom 'die melk uit. Die molk raak nooit gedaan nie behalve net partykeer.1) Die k'oei maak' dit, hoe sy 'dat maak het efc noig niet uitgevind' nie. Die koei het een baie fyn ruik: 'n mens ruik dit ai van ver en dit laat die hele plaag ruik. Die man van die koei is die os. Hy sien daar net zoo uit soos die koei maar die hang nie melk aan nie: daarom is hy nie een soogdier nie. 'nMens gebruik hom om te werk. Os is nie 'n uitskelwoord nie. Die koei lewe van gras. As die gras goed is, maak die koei gooi melk; as die gras sleg is maak die kooi sl'egte melk. As daar donderweer in die lug is word die melk suur. Sy het baie min kos nodig, want a,s sy eenmaal geëet het eet sy weer omdat sy alles herkou, tot sy 'dik is. Meer weet ek nie. Goes. „Schrijfstertje." Je brief was prachtig op tijd en daarom wordt hij het eerst beantwoord. Jammer dat je nog niet mee kon; zooiets gebeurt niet zoo vaak. Je hebt mooie cadeautjes gekregen. „Boertje." En hoe was het Woensdag? Ik ben al nieuwsgierig naar je volgende brief. Dat zal wel een heele lange worden. Je bent al goed op weg voor het potlood. „Rozeknopje." Dat zou een lange vacantie worden als je nu al niet meer naar school hoefde. Maar je hebt nu toch ook wel tijd om te fietsen. Maken jullie al verre toch ten? „Melkmeisje." Wat een heerlijke dag hebben jullie gehad, en zulk prachtig weer, het kon niet mooier. Je hebt ze ker nog wel heel wat van Artis gezien en op de boottocht ook genoten?" N i s s e. „Fietstertje." Allereerst har telijk bedankt voor de mooie bloemen die je mijl stuurde; ze waren fijn hoor. Op an dere dagen is het hier lang zoo druk niet hoor. Ik kan best begrijpen dat jiji dat ge zellig vindt. Borssele. „Zus". Hoe is het met Moeders Lieveling", knapt ze alweer wat op? Jammer dat jullie nu niet samen kunnen spelen. Ja, broertje moet maar goed zijn best doen. Wemeldinge. „Zwartje." Wat een fijne feestdagen waren dat. Wil je müh gelukwenschen ook overbrengen. Hoe gaat het er nu! mee; wordt het al wat beter en mag je al weer buiten? Ou'dl eland e. „Dei Groot", 's Nacht® regen en overdag zonneschijn, zoo willen wij' het wel graag. Vind je het prettig om mee naar het land te gaan? „Doornroos- i\—i Nu en dan. je". Wat jammer dat Je vricadinnatja ziek is, zij treft het niet, Juist met dat s>?3io weer, Ik hoop m -at dat gauw beisr ie Pas maar op m; «en a\*'\ want zcc'n val SOU vast niet gc:l ?1v:-pe,a. „Blondkopje." Als je er nieuw pot loodje in doet moet je het stevig aan drukken en clan bij de punt wat dichtknij1- pen, dan blijft hot goed zitten. Heb je een mooie jurk gekregen? „Spring in 't veld." „Wat een gezellig handwerkje is dat. Wordt het voor een baby? Nu maar zorgen dat je het verst er mee blijft. „Ju liana". Dat vindt je zeker wel fijn als je 's avonds met je zusje mag rijden. Gaat broertje dan ook wel mee of speelt hij lie ver? Baarland. „Prins Bernhard." Dat is het prettige van den zomer dat je dan veel logé's krijgt. Heb je al je schatten aan Opoe laten zien? Dat was een lange feest dag voor je broertje. Bergen op Zoom. „Corn, de Witt." Wat jammer dat het met do dui- veneitjes zoo slecht is afgeloopen. Zijn de anderen al uit? Fijn dat je nu juist met de warmte niet zooveel huiswerk hoeft te maken. „J. P. Coen". En hoe gaat het er mee; alweer heelemaal opge knapt? Het zal best meevallen met je rapport, nog maar flink je best blijven doen. Hebben jullie al veel jamboree- postzegels? „Hardlooper." Dat was fijn zoo'n extra vrije middag. Nu ik zou ook vast veel naar het bosch gaan. Ja het is wel erg warm, maar toch heerlijk dat het nu tenminste zomer is. St. Laurens. „Ford." Wat heb jij toch een goede zus; maar dat is geen wonder ook nu zo uit moest. Heeft ze veel plezier gehad? De volgende keer schrijf je me maar eens of je zelf ook mee bent geweest. Hier volgen de raadsels. 1. Voor de grooteren: Het geheel bestaat uit 49 letters. Duizenden 8, 18, 33, 12, 6, 28, 21, 40 gingen deze week naar 26, 17, 44, 39, 20. Ook uit 3, 36, 10, 22, 41, 19, 1 ging een trein vol. Niemand had er 15, 25, 30, 34 van. Er waren ook heel wat vreemde 47, 39, 2, 35, 11, 19 te bewonderen. Het 10, 48, 22, 2, 32, 43 is Amsterdam staat nu weer in het midden van de be langstelling. Eén 24, 49, 9, 88 is een aanlegplaats voor booten. Veel menschen klagen nu over de 5, 26, 46, 49, 44, 6. De kinderen snoepen nu graag 23, 15. Ze drinken het liefst 22, 18, 42, 13, 31, 27, 37, 4. Het is fij'n om n ute gaan 29, 5, 45, 42, 49, 7, 14. 2. Voor de kleineren. Het geheel bestaat uit 18 letters. Een 6, 7, 14, 16 rolt zich wel eens op. Eén 1. 11 zit in elk wiel. 4. 2. ia een maat. Niemand blijft nu graag 5, 8, 9, 9, 6, 9. 12, 15 is een zangnoot. Het 3, 13, 13 is een paleis. Eén 6. 9 worde gelegd. Een 17, 18 is een merk op een gewicht. (Ingez. door „Smid".) Allen hartelijk gegroet van TANTE D'OLLIE. DE KLEINE KAPITEIN. IX. „Voor onze kapitein", had Pim er met groote, niet erg mooie letters opgeschre ven en ze hadden afgesproken, dat ze het in de coupé zouden gooien, als de trein wegreed. „Als het raampje dan maar open is", zei Frans. „Natuurlijk jo, verzekerde Pim direct, hij moet toch naar ons wuiven." Nu zaten ze al een kwartier boven op het hek van het perronnetje, ze konden er meteen den weg af kijken, maar nog steeds kwam er niemand aan. „Als ze maar niet te laat komen." Jan maakte zich al ongerust. „Welnee, jo, ze hebben nog al den tijd, waarom zouden ze hier een kwartier gaan staan wachten." Pim schommelde met zijn beenen en boog zich zoo ver moge lijk achterover, telkens weer een eindje verder. Frans had hem al gewaarschuwd, „pas maar op, zoo meteen ga je. „Wat een saaie boel hier, weten jullie niks?" het begon Jan al te vervelen, en toen meteen Pim: „daar heb je ze". Alle drie keken ze den weg af en ja daar kwamen ze aan, Wout met zijn Vader en Moeder en Grootvader. De jongens wisten niet goed wat ze doen moesten, het was nu zoo heel an ders dan gewoon, maar Pim sprong van het hekje en zei: „kom mee, dan gaan we ze tegemoet". Op het perron stonden ze met z'n drieën om Wout heen, en toen ging alles zoo vlug, voor ze er aan dachten was de trein er al. Jan hielp Wout bij het instappen; voor het laatst dacht hij. Daar kwam de conducteur de deuren al dicht doen, nu moesten ze elkaar een hand geven, ook al zoo raar, want dat hadden ze vast nog nooit gedaan. Daar ging de trein al, ze riepen nog iets tegen elkaar, wat ze niet konden verstaan, de jongens holden nog een eindje mee, en daar kwam Pim te laat tot de ontdekking, dat hij de chocola nog had. Voor het raampje van de laatste coupé stond de conduc teur en zonder zich een oogenblik te bedenken, gooide Pim het pakje daar naar binnen. „Voor Wout", gilde hij. De conducteur verstond hem niet, maar begreep het toch wel en zoo gebeurde het, dat Wout op het eerstvolgende station van den conducteur een pakje ontving, waarop in het bekende schrift van Pim stond: „Voor onze Kapitein",

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1937 | | pagina 6