Rechtszaken
Het Vrouwenhoekje
Voor de jeugd.
vm.
BRIEVEN UIT HET LAND VAN
CADZAND.
CXII.
20 Mei 1037.
Wat eezi dagl Wat een dag! 20
Mei 1937. Wat een avond bij! de radiol
Toen vanaf de eerste uitslag het telkens
weer herhaald werd: De A.R. geste
gen van zooveel tot zooveel en de N.S.B.
gedaald van zooveel tot zooveel.
Neen, ik ga niet schrijven over den uit
slag der verkiezingen in geheel Neder
land. Alle bladen hebben hun beschou
wingen reeds ten beste gegeven, 't wordt
zoo langzamerhand weer al oud nieuws
en men kijkt weer al uit naar het volgen
de. Wie kabinetsformateur? Staat net in
de krant. GOLIJNNqg al duidelijk.
Maar als deze brief Zaterdag in de krant
komt, is dat ook weer al oud nieuws en
wie weet staat er dan het kabinet al in.
Is te hopen. Zoodat ik maar wil zeggen,
dat ik niet schrijven ga over den uitslag
der verkiezing in geheel Nederland. Bo
vendien moet ik mij: beperken tot mijn
eigen domein: Het landje van Cadzand.
Als ik buiten mijn boekje of buiten mijn
landje ga, tikt de Redacteur mij1 op mijn
vingers, zooals hij1 laatst ook al eens
deed en eerlijk gezegd, daar kan ik niet
goed tegen, zooals ze hier zeggen. En dus
houd ik miji maar braaf bij mijn eigen
landje.
Ja, dat moet ik toch nog eerst even ver
tellen, want er is nog iets, waar ik niet
goed tegen kan. En dat is, dat ze in Hol
land maar niet kunnen afleeren om te
spreken van Nederland als van het land
van den Dollar tot de Schelde. Krijg ik
daar juist nog even vóór de verkiezing
van een A.R. organisatie een circulaire
waarin gesproken wordt van de actie in
Nederland tot aan Vlissingen toe. Nog
niet eens de Schelde er bijgerekend. Mag
ik mijn verzoek uit mijn brief van 19
Sept. 1936 nog eens herhalen, dat men
in het vervolg toch eens zal ophouden
met te spreken over het land van Dollar
tot Schelde, maar dat men zal spreken
van den Dollar tot het Zwin. WIJ hoo-
ren er ook bij.. EU in het vervolg mag ons
Centraal Comité ook wel eens een beetje
met ons gaan rekenen. Tot nu toe hadden
wij altijd als wij in vergaderingen boven
de Schelde waren het gevoel, alsof wij
nog in de korte, broek waren, ja, als
wij dan vergaderden met afgevaardigden
uit Centrales, waar ze duizenden stem
men uitbrachten, dan hadden wij' wel
eens het gevoel, alsof de korte broek nog
te groot voor ons was. Maar nu gaan wij
zoo langzamerhand denken aan de lange
broek. Wij kunnen nog wel niet schrijven,
wat Stentor Zaterdag in de Zeeuw
schreef in zijn Middelburgsche brief: Van
lieverlee wordt onze stad weer het cen
trum van provinciaal politiek leven. Zoo
ver kunnen en willen wij' ook niet komen.
(Ik geloof trouwens met alle bescheiden
heid van een plattelander, dat daar voor-
loopig nog wel het etiket van het jube
lend optimisme, waarover Stentor zoo
gaarne spreekt, op mag.) Maar een
klein beetje in tel willen wij! wel komen.
Vooral nu na de verkiezingen. Want zelfs
in ons allergrootste jubelend optimisme,
hadden wij dat niet kunnen denken. Daar
kunnen ze zelfs in de hoofdstad van de
provincie niet aan tippen.
Zeeland bracht uit op de Anti
revolutionaire lijst in 1933 21.783 stem
men en in 1937 27056 (ik geef de aantal
len van het A.N.P., niet de officieele cij
fers, maar die zullen wel niet zooveel
verschillen). Een prachtige vooruitgang.
Maar ons landje van Cadzand bracht
uit:
in 1925 829 Anti-rev. stemmen
1929 670
1933 1333
1937 2205
Als geheel Nederland eens zoo goed
had gestemd, dan hadden wij nu gehad
a20'6/1333 X 14 23 zetels.
Zoodat ik maar wil zeggen, geachte
collega Stentor, dat het landje van Cad
zand ook begint mee te tellen.
Ja, geachte Redactie, U moet miji ver
gunnen eens naast elkaar te geven de cij
fers van de 4 laatste verkiezingen. Voor
de lezers in ons landje moet het wel inte
ressant zijn deze te vergelijken, al zullen
ze vermoedelijk wel net zoo min als ik
ze begrijpen.
1925
1929
1933
1937
Aardenburg
59
51
76
112
Biervliet
30
28
47
124
Breskens
31
30
220
390
Cadzand
68
16
88
123
Eede
1
3
4
14
Groede
83
39
146
242
Hoofdplaat
10
21
20
41
Nieuwvliet
13
11
40
77
Oostburg
152
136
188
262
Reti anchement
42
27
50
93
Sohoondijke
158
156
206
275
Sluis
54
53
87
131
St. Kruis
11
8
23
23
Waterlandkerkje
18
24
21
46
IJzendijke
52
43
49
119
Zuidzande
47
24
68
133
Totaal
829
670
1333
2205
En nu kan ik over elke plaats een be
schouwing geven, de eene uitslag is al
raadselachtiger dan de andere. Alleen St.
Kruis blijft zichzelve gelijk. Ik zie naar
Breskens. Niet eens een Anti-rev. Kies-
vereen. en.390 stemmen op Golijn.
En Aardenburg en Zuidzande, bekijk ze
maar allen. Maar neen, het is eigenlijk
ook weer niet raadselachtig, het zijn im
mers stemmen van personen, die al zijn
ze niet Anti, toch voelen, dat: „Colijn in
deze dagen aan het roer" beteekent, dat
daar een man staat, die niet met alle
winden wordt bewogen, maar die weet,
wat hij wil en die in de rotsvaste over
tuiging leeft, dat, al mag ook hij fouten
maken, toch de richting, die hij aangeeft,
de goede is. En wij als Anti-rev. weten
bovendien, dat hij zijn kracht niet zoekt
bij zichzelf, maar dat het bij: hem is zoo
als hij aan het slot van zijn rede te Oost
burg uitsprak: DE HEER IS MIJ TOT
HULP EN STERKTE.
Iemand zei me vandaag: Ik heb nog
nooit met zooveel vreugde dat hokje voor
den naam Colijn rood gemaakt. Ja, juist,
zoo is het: we hebben allen Colijn MET
VREUGDE gestemd en duizenden, die
niet van onze partij zijn, hebben het met
ons gedaan. Daarvoor past veel dank,
maar ook veel voorzichtigheid en oot
moed.
O, als onze oude Cadzandsche voor
trekkers DAT eens hadden mogen be
leven 1
En ten slotte nog even een ontboeze
ming, die was ingesloten in een stembil
jet van district 2 te Aardenburg:
Ziezoo, ik heb mijn plicht gedaan,
'k Heb mee den strijd beslecht,
Wie straks aan 't roer van 't schip zal
staan,
E'n koers houdt, links of rechts,
Opdat het tot Gods eer mag zijn,
Ten goede voor volk en vorstenhuis,
Stem ik op Dr H. Golijn,
Wie anders stemt, die heeft abuis.
Rechtbank te Middelburg,
Zitting van 4 Juni 1937.
A. L., 52 jaar, kleermaker te 0 o s t -
burg, was in 'hooger beroep gekompn
tegen het vonnis van den Kantonrechter
te Oostburg, waarbij hij wegens: 1e het
als bestuurder van een motorrijtuig daar
mee over 'n weg rijden en hij verkeert
onder zoodanigen invloed van het gebruik
van alcoholhoudenden drank, dat hij niet
in staat geacht moet worden het motor
rijtuig naar behooren te besturen; en 2e.
op een vordering van een ambtenaar het
rijtuig niet stilhouden gepleegd bij her
haling, werd veroordeeld tot een geld
boete van f 15 of 10 d. h.; 7 d. h. en ont
zegging van de bevoegdheid om motor
rijtuigen t'e besturen vor den tijd van
twee jaar.
Verdachte ondervraagd, verklaarde ten
tijde van de 'bekeuring het stopteeken van
de politie niet te hebben gezien, en ver
klaarde niet dronken te zijn geweest. De
wachtmeester der marechaussee ver
klaarde ongeveer 20 minuten later bij
verdachte t!e zijn gekomen. Deze was on
der drankinvloed.
De Officier van Justitie eischte beves
tiging van bet vonnis, waarvan hooger
beroep.
De verdediger van verdachte, Mr Kui
pers, zegt dat deze zaak er niet een is,
die de raadsman hoopvol naar de straf-
zaal doet stappen. D!e mogelijkheid beslaat
dat verdachte het stopteeken niet heeft
gezien. Pleiter spreekt er zijn verwonde
ring over uit dat er geen enkel voorschrift
bestaat over 'het gebruik van een stop
teeken bij avond. Dat is een lacune in de
wetgeving. Op verschillende gronden be
toogt pleiter, dat verdachte eigenlijk ge
straft wordt voor zijn openhartigheid.
Pleiter heeft geen bezwaren tegen in
trekking van het rijbewijs (verdachte rijdt
niet meer) doch wel tegen de hechtenis-
straf.
J. R., 50 jaar, koopman te W e-
m e 1 d i n g e, was door den Kantonrech
ter te Middelburg veroordeeld tot f 7.50
of 5 d. h., 'wegens overtreding der Ver
ordening tof het weren van inbreuken op
natuurschoon in Zeeland. R. had! n.l. op
zijn erf voorhanden gehad een metalen
plaat met opschriften betreffende recla
me op tabak, zonder daartoe gerechtigd
te zijn, tegen welke beslissing R hooger
beroep had aangeteekend.
De Officier van Justitie eischte beves
tiging van het vonnis waarvan hooger
beroep.
S. M., 56 jaar, landbouwer te H o e k,
was in hooger beroep gekomen tegen een
vonnis van den Kantonrechter te Terneu-
zen, waarbij hij wegens het voorhanden
hebben van hoeveelheden boter, die niet
gemerkt zijn werd veroordeeld tot f 00 of
30 d. h.
De Officier van Justitie eischte beves
tiging van 'het vonnis waartegen appèl.
De verdediger van verdachte bepleitte
een lichtere straf.
M. M., 44 jaar, koopman te H e i n-
tenszand, was in hooger beroep ge
komen tegen een vonnis van den Kan
tonrechter te Middelburg, waarbij hij we
gens het als bestuurder van een motor
rijtuig daarmede rijden over een weg op
zoodanige wijze, dat de vrijheid en de
veiligheid van het verkeer wordt belem
merd en in gevaar gebracht, werd ver
oordeeld tot f 30 of 15 d. h.
Eiseh: bevestiging van het vonnis waar
van hooger beroep.
Aan P. D., 29 jaar, molenbaas te
Axel, was ten laste gelegd, dat hij op
30 Maart 1.1. te Axel, als gebruiker un
gezagvoerder op een baksohuit, waarop
was geplaatst een bok, welke omlaag ge
bracht kon worden, hoogst roekeloos, on
voorzichtig en ondoordacht daarmede,
terwijl dez:e schuit werd voortgetrokken
door een sleepbootje, heeft gevaren over
de z.g. Spuikreek in de B'uthpolder en
toen met die schuit, met omhoog gestelde
bok is gevaren in de richting van een
aantal over die kreek gespannen draden
bestemd voor eleotrisohe verlichting en
toebehoorend aan do P Z. E. M, en ver
volgens tegen één der draden, is aange
varen, tengevolge waarvan deze draad
brak, waardoor verhindering is ontstaan
in de aUoomlevering in de gehuchten
Schapenbout en Axelsohe Sassing.
Verdachte, verschenen zijnde, zegt dat
het geval buiten zijn schuld is. Hij heeft
niet voldoende rekening gehouden met
den hoogen waterstand.
Een ambtenaar van de P. Z. E. M. stelt
namens die Maatschappij een civiele vor
dering in tot betaling van f 52,34, waar
tegen verdachte bezwaar maakte. Hij heeft
den monteur drie kwartier aan den draad
zien werken.
De Officier van Justitie eischte f 50 of
30 d. h. en toewijzing van de civiele vor
dering.
Door den Ambtenaar van het O. M.
bij het Kantongerecht te Middelburg was
hooger beroep aangeteekend tegen een
vonnis van den Kantonrechter, waarhij
J. G. P., 53 jaar, kolen'handelaar te G o e s
wegens overtreding van de Arbeidswet,
werd veroordeeld tot vier geldboeten van
f 0.50 of 4 maal 1 d. h.
De Officier van Justitie eischte beves
tiging van het vonnis waarvan hooger
beroep.
Een raadsman van verdachte bepleitte
ontslag van rechtsvervolging.
Valsche bctermerken.
M. L. M., 28 jaar, huisvrouw A. v. 0.,
zonder beroep, te A x e 1, had in de ja
ren 1935 en 1936 te Axel op onderschei
dene data imitaties van merken, welke in
gevolge bepalingen vastgesteld bij de
Landbouwcrisis wet 1933 moesten worden
geplaatst op boter, zooals door verdachte
werd bereid en verhandeld, valschelijk
geplaatst op verschillende eenheden van
zulke boter, met het oogmerk om die bo
ter te gebruiken of door anderen te doen
gebruiken, alsof de daarop geplaatste
merken echt en onvervalsoht waren; on
der meer had zij meerdere eenheden met
valsche merken afgeleverd aan zekeren
Frans Penneman op 23 April 1936.
Verdachte ondervraagd, zegt nimmer
valsche merken in voorraad te hebben ge
had.
De Officier eischte 6 mnd. gev. straf.
Glas in eigen land gemaakt.
Een medewerker van het altijd lezens
waardig maandblad „Nederlandsch Fa
brikaat" wil de belangstelling trachten te
wekken van de Nederlandsche vrouw,
voor een tak van de eigen industrie, n.l.
de glasindustrie.
Genoemde industrie heeft het na de de
valuatie van den Hollandschen gulden
niet gemakkelijker gekregen.
Onze glasindustrie is voor het grootste
deel op eigen land aangewezen. Die eerste
vraag is nu: kan er in Nederland een af
zetgebied gevonden worden, dat aan onze
glasindustrie een mogelijkheid van be
staan verschaft?
Gelukkig is hierop het antwoord: „Stel
lig, mits (en nu komt het) men er zioh
maar rekenschap van wil geven w a t
voor glas men koopt."
Wanneer een dame een fijn stuk glas
werk koopt, vraagt zij zeer nauwkeurig
waar het vandaan komt en waar het ge
maakt is. Wanneer er een mooie pul, of
tafel-kistal gekocht wordt, dan wordt deze
vraag nooit vergeten. Heeft zij echter
gewoon glas noodig, of iets voor de in
maak, dan zal zij haar winkelier opbel
len en zeggen:
„Wilt U mij' zooveel potten en flesschen
laten bezorgen." Waar het glas vandaan
komt interesseert haar dan in het geheel
niet. Waarom niet?
Waarschijnlijk omdat de meeste dames
niet eens weten, dat in Nederland ook ge
woon glaswerk gemaakt wordt.
Op het gebied van wekpotten en fles
schen voor de inmaak bestaat nog steeds
oen zeer groote invoer. Een paar jaar
geleden zag men vrijwel uitsluitend bui-
tenlandsche inmaakpotten en flesschen.
Tegenwoordig is dit iets beter. De winke
liers zijn zelf, vermoedelijk door de vele
klachten die zij kregen over het springen
der glazen, overgegaan tot den inkoop
van Nederlandsoh Fabrikaat.
Werd echter de winkelier door zijn
klanten uitsluitend gevraagd naar Ne
derlandsch glas, dan zou hij er niet meer
over denken om een buitenïandsch merk
in te koopen.
Deze maand staan velen weer voor de
eerste wek; en menig huisvrouw zal haar
voorraad flesschen en potten nazien en ze
willen completeeren, of uitbreiden. Wat
een kleine moeite is het dan, om wan
neer de bestelling gedaan wordt even te
viagen naar een Nederlandsch Fa
brikaat.
Enkele recepten.
J Gestoofde paling. 1 kg dun-
ne paling, 810 gr. zout, 1 kleine ui, 5
peperkorrels, een sprietje thijm, 1 citroen,
bloem, paneermeel en 80 gr. boter.
Reinig en wasoh de palingen, laat ze
goed uitlekken, droog ze met een doek,
wrijf ze in met zout, haal ze door bloem,
en rol ze, elk afzonderlijk, op. Smelt de
helft van de boter in een vuurvasten scho
tel, leg de palingrolletjes dicht naast el
kaar erin, voeg den fijn goh akten, ui, de
peperkorrels, thijm en dl water toe, leg
schijf jee citroen, uitgetand on van pitten
ontdaan op de visoh, bestrooi deze met
paneermeel, verdeel de rest van de boter
in kleine kluitjes hierop en laat de visch
in een matig warmen oven gaar stoven
(11.5 uur).
Wafels. 1 pond hloean, pond
boter, 30 gr, gist, V» 1 lauwe melk, 10
eieren en wat zout. Roer in een groote
kom de boter tot room, voeg er om de
beurt wat bloem, een ei, wat melk en
aangeroerde gist bij, tot alle ingrediënten
zijn verwerkt. Doe er zout bij en besla het
deeg tot het glad en eenigszins luchtig is
Laat het deeg vier uur rijzen op een lauw
wiarme plaats, roer even vóór het bakken
wat koud water door het 'beslag, besmeer
het wafelijzer van binnen goed met boter
doe er een weinig beslag in en bak de
wafel aan beide zijden heel licht bruin.
Dien de wafels op, begoten met wat ge
smolten boter en rijkelijk 'bestrooid met
poedersuiker. (Hbld).
G'hocoladevla. Van een halve
liter melk neemt men zooveel af als noo
dig is om 20 gram chocolade en 20 gram
maizena aan te roeren. De rest van de
melk kookt men met 60 gram suiker, een
paar rozijnen en gehakte zoet amandelen
of hazelnoten. Men laat het eventjes door
koken en zet het van het vuur.
Enkele wenken.
Vuilnisbakken zullen veel minder werk
geven na het ledigen, indien men bodem
en zijkanten voert met courantenpapier,
terwijl men op den bodem van den bak
een laagje carbolpoeder strooit, waardoor
de onaangename lucht, die er dikwijls
door verspreid wordt, verdwijnt.
Aan te bevelen is, alle afval van groen
ten en aardappelschillen in papier ver
pakt, in den vuilnisbak te deponeeren,
evenals alles wat eventueel tot bederf kan
overgaan.
Indien tegels van den muur loslaten
mengt men gelijke deelen bloem en zout
met water tot een dikke brei en bestrijkt
hiermede 'de achterzijde om ze vervolgens
weer op de oude plaats terug te brengen.
De practijk heeft geleerd, dat de tegels
op deize wijze geplakt, stevig 'blijven zit
ten.
i Kaarsvlekken uit kleeding, tapijten,
enz. kan men verwijderen door er eerst
een stevig stuk vloeipapier op te leggen en
daarover te strijken met een heet ijzer.
Hot vet wordt op deze manier door het
vloei weggenomen.
i Als men citroenen een paar minuten
in het water legt en ze daarna afdroogt,
alvorens die uit te knijpen, zal er veel
meer sap uitkomen.
Beste Nichtjes en Neefjes!
De tijd gaat zoo snel en het is zoowaaT
alweer tijd om een briefje aan jullie te
schrijven.
De vorige maal kwamen er niet zoo
veel briefjes als gewoonlijk, maar ik zou
jullie toch aanraden niet met het inzen
den van de oplossingen te wachten tot we
de laatste prijsraadsels hebben, daar je
dan zooveel tegelijk moet schrijven, dat
het misschien ook maar weer lastig is.
Wat hebben we nu een heerlijke zomer
dagen gehad, en dat trof goed want ik
las, dat er van de week verschillende uit
stapjes door jeugdvereenigingen zijn ge
maakt, en op zoon reis wil natuurlijk
iedereen een zonnetje hebben.
A.s>. Woensdag is er een meeting van
Geref. Jeugdvereenigingen in Amsterdam,
als ik me niet vergis komen er ongeveer
9000 jongens en meisjes in Artis bijeen;
wat zal dat een prachtige dag worden.
Er zijn ook nichtje® en neefjes van ons
clubje izoo gelukkig, dat zij dan mee mogen
nu ik hoop dat zij net zulk mooi weer en
even veel plezier zullen hebben als de an
deren, die deze week al zoo'n uitstapje
b ebben gemaakt.
Jongelui, we werken deze keer weer
voor een vulpotlood. De anderen die er al
een kregen schreven mij, dat het heel
goed beviel, dus jullie doen maar flink je
best met de prijsraadsels die hier volgen.
1. Het prijsraadsel voor de grooteren.
Het bestaat uit 44 letters.
14. 42. 28. 19 is een ander woord voor
bosoh.
Van de meeste vergaderingen worden
5. 26. 22. 28. 11. 39. 34 gemaakt.
De 1. 18. 7. 4. 37 is een bekend boek.
Een 27. 10. 20. 12. 17 gebruikt de land
man.
De 14. 9. 30. 32. 2. 5 zijn ondiepe plaat
sen langs de kust.
Een 25. 20. 42. 38 is een soort slee.
Een 23. 21. 10 is een bron.
Een 35. 11. 42. 36. 44 vindt men op zee.
Eén 3. 28. 6. 31. 24. 16 is een geldstuk.
Een lamp kan soms erg 29. 15. 37. 41.
33. 40.
28. 8. 19. 33. 40. 43. 13 is een dorp in
Noord-Holland.
2. Voor de kleineren.
Het geheel bestaat uit 34 letters.
Zonder strijd geen 20. 6. 10. 23.
20. 4. 12. 5. 15. 3 is rustdag.
's Zomers gaat het vee in de 8. 21. 13.
19. 9.
De 24. 18. 16 is een bekende rivier in
Egypte.
Het 8. 11. 7. 17. 21. 2 is een windstreek.
8. 1. 14 is zeker.
Allen hartelijk gegroet van
TANTE DOLLIE1
DE KLEINE KAPITEIN.
Ze maakten maar eer. USein rondje en
even later zaten Wout en Frans samen
op het aanlegvlondertjé,
Wout's vader was er naast op het gras
gaan zitten en de andere twee zaten nog
in de boot.
„Jongens, wat ben ik blij, dat jullie
Wout hebt leeren zwemmen, het is zoo
fijn voor hem."
„In de stad is wel een zwembad en
nu kan hij daar ook naar toe."
Nu trok Wout stiekum achter vader's
rug een leelijk gezicht en dacht: „bij alle
maal vreemden zeker, nee hoor, dat doe
ik nooit."
Een poosje zaten ze nog gezellig te
praten en toen kregen ze een uitnoodi-
ging, die ze met gejuich ontvingen. Ze
werden gevraagd in de Kerstvacantie
bijvoorbeeld bij Wout in de stad te komen
logeeren.
Nu of ze dat graag wilden, en Wout
was er niet het minst blij om; stel je
voor, alle drie bij hem logeeren, dan zou
den ze even pret kunnen hebben.
Wout's vader bedankte de jongens ook
nog, dat ze altijd zoo trouw met Wout
hadden gespeeld, maar dat vonden ze
eigenlijk maar een beetje raar, Wout
was toch hun vriend, hun kapitein nog
well
We komen morgen aan den trein hoor,
was hun laatste afscheid voor dezen
dag.
Wout was wel een beetje stil, toen hij
even later met vader naar het huis van
Grootvader ging, waar Moeder al was
en waar ze zouden eten.
Nu was hij voor het laatst met de
jongens mee geweest. Morgen waren ze
al in de stad, in dat vreemde huis met
dien akelig mooien tuin. Wat zou hij
daar moeten doen? Bahl hij vond het
afschuwelijk, en zijn stok tikte nijdig
hard op de keien.
Maar bij Grootvader fleurde hij weer
een beetje op, want toen moest hij ver
tellen wat ze dien dag gedaan hadden
en dat hij kon zwemmen.
Moeder schrok er eerst wel erg van;
hoe hadden de jongens dit nu nu kunnen
doen: als hij eens verdronken was.
Maar vader stelde haar gerust, ze wa
ren eerst altijd in ondiep water gegaan,
en daar kon het geen kwaad.
„O, vertelde Wout met een stralend
gezicht, „het gaat zoo fijn Moeder, en
ik ben ook al in diep water geweest."
Moeder zei niet veel, maar in haar
hart was ze eigenlijk maar blij, dat Wout
nu de kans niet meer had om hier te
zwemmen, ze vond het tóch gevaarlijk.
Grootvader dacht er anders over, het
was natuurlijk beter geweest als de jon
gens gezegd hadden wat ze van plan
waren, maar aan den anderen kant vond
hij het flink, dat ze het Wout geleerd
hadden en stelde hij Moeder gerust: als
Wout nu eens in het water valt, kan hij
meteen naar den kant zwemmen.
„We konden het niet zeggen, verdedig
de Wout zich nog even, want het moest
een verrassing blijven."
Toen Grootvader den Bijbel opsloeg,
zag Wout meteen, dat hij niet ging lezen
waar hij den vorigen keer gebleven was,
's avonds moest hij verder gaan bij den
rooden bladwijzer, maar nu zocht hij
iets anders op. Nieuwsgierig keek Wout
wat het zou zijn, een psalm, welke? Er
stonden allemaal korte op de twee blad
zijden, die open lagen, maar toen Groot
vader begon, wist hij het meteen, Psalm
121 was het: „Ik hef mijn oogen op naar
de bergen, vanwaar mijn hulp komen
zal..." Dat las Grootvader expres voor
hen, omdat ze weggingen, bedacht Wout.
Grootvader las altijd wat anders als er
iets bijzonders was; even keek hij naar
Grootvader, die langzaam verder las en
toen bedacht hij ineens, dat het voor hem
toch ook wel naar was, dat ze hier weg
gingen. Grootvader bleef nu heel alleen,
ze kwamen altijd zoo vaak bij elkaar.
Toen pas hoorde hij Grootvaders stem
weer: „De Heere zal u bewaren van alle
kwaad, uwe ziel zal hij bewaren. De
Heere zal uwen uitgang en uwen ingang
bewaren van nu aan tot in eeuwigheid."
Zachtjes zong Wout de laatste regels
van den bekenden Psalm mee: „De Heer
'tzij ge uit of in moogt gaan, of waar
ge u heen moogt spoeden, zal eeuwig
u behoeden."
Ja, dit had Grootvader voor hen ge
lezen, hij had het er pas nog met Wout
over gehad, toen Wout had zitten mop
peren over de verhuizing en, alleen aan
Grootvader had hij het verteld, dat hij
er eigenlijk bang voor was om naar de
vreemde stad te gaan, omdat hij niet
goed loopen kon zooals de andere jon
gens, en omdat hij bang was, dat ze hem
er om zouden plagen en uitlachen.
Toen had Grootvader gezegd, dat hij
niet alleen ging; de Heere ging met hem
en die zou hem ook daar helpen als
Wout er om vroeg.
Een half uur vóór het vertrek van
den trein stonden den volgenden mor
gen drie jongens op het perronnetje.
Ze waren den avond tevoren nog bij
elkaar geweest. Nu Wout hen zulke
mooie leesleggers had gegeven, hadden
ze ook nog iets voor hem willen beden
ken, maar, niets kunnen vinden.
„Nou weet je wat, was Frans met de
oplossing gekomen, „we sturen hem later
wat, da's ook leuk, als hij dan een pakje
van ons krijgt. Maar we zeggen er voor
uit niets van, dan is het heelemaal een
verrassing."
Zoo hadden ze afgesproken, maar ze
hadden toch nog een pak dikke cho
colade reepen gekocht, bij Pim, en ze
hadden het nog een beetje goedkooper
gekregen ook.