Rechtszaken Het Vrouwenhoekje Voor de jeugd. vm. BRIEVEN UIT HET LAND VAN CADZAND. CXII. 20 Mei 1037. Wat eezi dagl Wat een dag! 20 Mei 1937. Wat een avond bij! de radiol Toen vanaf de eerste uitslag het telkens weer herhaald werd: De A.R. geste gen van zooveel tot zooveel en de N.S.B. gedaald van zooveel tot zooveel. Neen, ik ga niet schrijven over den uit slag der verkiezingen in geheel Neder land. Alle bladen hebben hun beschou wingen reeds ten beste gegeven, 't wordt zoo langzamerhand weer al oud nieuws en men kijkt weer al uit naar het volgen de. Wie kabinetsformateur? Staat net in de krant. GOLIJNNqg al duidelijk. Maar als deze brief Zaterdag in de krant komt, is dat ook weer al oud nieuws en wie weet staat er dan het kabinet al in. Is te hopen. Zoodat ik maar wil zeggen, dat ik niet schrijven ga over den uitslag der verkiezing in geheel Nederland. Bo vendien moet ik mij: beperken tot mijn eigen domein: Het landje van Cadzand. Als ik buiten mijn boekje of buiten mijn landje ga, tikt de Redacteur mij1 op mijn vingers, zooals hij1 laatst ook al eens deed en eerlijk gezegd, daar kan ik niet goed tegen, zooals ze hier zeggen. En dus houd ik miji maar braaf bij mijn eigen landje. Ja, dat moet ik toch nog eerst even ver tellen, want er is nog iets, waar ik niet goed tegen kan. En dat is, dat ze in Hol land maar niet kunnen afleeren om te spreken van Nederland als van het land van den Dollar tot de Schelde. Krijg ik daar juist nog even vóór de verkiezing van een A.R. organisatie een circulaire waarin gesproken wordt van de actie in Nederland tot aan Vlissingen toe. Nog niet eens de Schelde er bijgerekend. Mag ik mijn verzoek uit mijn brief van 19 Sept. 1936 nog eens herhalen, dat men in het vervolg toch eens zal ophouden met te spreken over het land van Dollar tot Schelde, maar dat men zal spreken van den Dollar tot het Zwin. WIJ hoo- ren er ook bij.. EU in het vervolg mag ons Centraal Comité ook wel eens een beetje met ons gaan rekenen. Tot nu toe hadden wij altijd als wij in vergaderingen boven de Schelde waren het gevoel, alsof wij nog in de korte, broek waren, ja, als wij dan vergaderden met afgevaardigden uit Centrales, waar ze duizenden stem men uitbrachten, dan hadden wij' wel eens het gevoel, alsof de korte broek nog te groot voor ons was. Maar nu gaan wij zoo langzamerhand denken aan de lange broek. Wij kunnen nog wel niet schrijven, wat Stentor Zaterdag in de Zeeuw schreef in zijn Middelburgsche brief: Van lieverlee wordt onze stad weer het cen trum van provinciaal politiek leven. Zoo ver kunnen en willen wij' ook niet komen. (Ik geloof trouwens met alle bescheiden heid van een plattelander, dat daar voor- loopig nog wel het etiket van het jube lend optimisme, waarover Stentor zoo gaarne spreekt, op mag.) Maar een klein beetje in tel willen wij! wel komen. Vooral nu na de verkiezingen. Want zelfs in ons allergrootste jubelend optimisme, hadden wij dat niet kunnen denken. Daar kunnen ze zelfs in de hoofdstad van de provincie niet aan tippen. Zeeland bracht uit op de Anti revolutionaire lijst in 1933 21.783 stem men en in 1937 27056 (ik geef de aantal len van het A.N.P., niet de officieele cij fers, maar die zullen wel niet zooveel verschillen). Een prachtige vooruitgang. Maar ons landje van Cadzand bracht uit: in 1925 829 Anti-rev. stemmen 1929 670 1933 1333 1937 2205 Als geheel Nederland eens zoo goed had gestemd, dan hadden wij nu gehad a20'6/1333 X 14 23 zetels. Zoodat ik maar wil zeggen, geachte collega Stentor, dat het landje van Cad zand ook begint mee te tellen. Ja, geachte Redactie, U moet miji ver gunnen eens naast elkaar te geven de cij fers van de 4 laatste verkiezingen. Voor de lezers in ons landje moet het wel inte ressant zijn deze te vergelijken, al zullen ze vermoedelijk wel net zoo min als ik ze begrijpen. 1925 1929 1933 1937 Aardenburg 59 51 76 112 Biervliet 30 28 47 124 Breskens 31 30 220 390 Cadzand 68 16 88 123 Eede 1 3 4 14 Groede 83 39 146 242 Hoofdplaat 10 21 20 41 Nieuwvliet 13 11 40 77 Oostburg 152 136 188 262 Reti anchement 42 27 50 93 Sohoondijke 158 156 206 275 Sluis 54 53 87 131 St. Kruis 11 8 23 23 Waterlandkerkje 18 24 21 46 IJzendijke 52 43 49 119 Zuidzande 47 24 68 133 Totaal 829 670 1333 2205 En nu kan ik over elke plaats een be schouwing geven, de eene uitslag is al raadselachtiger dan de andere. Alleen St. Kruis blijft zichzelve gelijk. Ik zie naar Breskens. Niet eens een Anti-rev. Kies- vereen. en.390 stemmen op Golijn. En Aardenburg en Zuidzande, bekijk ze maar allen. Maar neen, het is eigenlijk ook weer niet raadselachtig, het zijn im mers stemmen van personen, die al zijn ze niet Anti, toch voelen, dat: „Colijn in deze dagen aan het roer" beteekent, dat daar een man staat, die niet met alle winden wordt bewogen, maar die weet, wat hij wil en die in de rotsvaste over tuiging leeft, dat, al mag ook hij fouten maken, toch de richting, die hij aangeeft, de goede is. En wij als Anti-rev. weten bovendien, dat hij zijn kracht niet zoekt bij zichzelf, maar dat het bij: hem is zoo als hij aan het slot van zijn rede te Oost burg uitsprak: DE HEER IS MIJ TOT HULP EN STERKTE. Iemand zei me vandaag: Ik heb nog nooit met zooveel vreugde dat hokje voor den naam Colijn rood gemaakt. Ja, juist, zoo is het: we hebben allen Colijn MET VREUGDE gestemd en duizenden, die niet van onze partij zijn, hebben het met ons gedaan. Daarvoor past veel dank, maar ook veel voorzichtigheid en oot moed. O, als onze oude Cadzandsche voor trekkers DAT eens hadden mogen be leven 1 En ten slotte nog even een ontboeze ming, die was ingesloten in een stembil jet van district 2 te Aardenburg: Ziezoo, ik heb mijn plicht gedaan, 'k Heb mee den strijd beslecht, Wie straks aan 't roer van 't schip zal staan, E'n koers houdt, links of rechts, Opdat het tot Gods eer mag zijn, Ten goede voor volk en vorstenhuis, Stem ik op Dr H. Golijn, Wie anders stemt, die heeft abuis. Rechtbank te Middelburg, Zitting van 4 Juni 1937. A. L., 52 jaar, kleermaker te 0 o s t - burg, was in 'hooger beroep gekompn tegen het vonnis van den Kantonrechter te Oostburg, waarbij hij wegens: 1e het als bestuurder van een motorrijtuig daar mee over 'n weg rijden en hij verkeert onder zoodanigen invloed van het gebruik van alcoholhoudenden drank, dat hij niet in staat geacht moet worden het motor rijtuig naar behooren te besturen; en 2e. op een vordering van een ambtenaar het rijtuig niet stilhouden gepleegd bij her haling, werd veroordeeld tot een geld boete van f 15 of 10 d. h.; 7 d. h. en ont zegging van de bevoegdheid om motor rijtuigen t'e besturen vor den tijd van twee jaar. Verdachte ondervraagd, verklaarde ten tijde van de 'bekeuring het stopteeken van de politie niet te hebben gezien, en ver klaarde niet dronken te zijn geweest. De wachtmeester der marechaussee ver klaarde ongeveer 20 minuten later bij verdachte t!e zijn gekomen. Deze was on der drankinvloed. De Officier van Justitie eischte beves tiging van bet vonnis, waarvan hooger beroep. De verdediger van verdachte, Mr Kui pers, zegt dat deze zaak er niet een is, die de raadsman hoopvol naar de straf- zaal doet stappen. D!e mogelijkheid beslaat dat verdachte het stopteeken niet heeft gezien. Pleiter spreekt er zijn verwonde ring over uit dat er geen enkel voorschrift bestaat over 'het gebruik van een stop teeken bij avond. Dat is een lacune in de wetgeving. Op verschillende gronden be toogt pleiter, dat verdachte eigenlijk ge straft wordt voor zijn openhartigheid. Pleiter heeft geen bezwaren tegen in trekking van het rijbewijs (verdachte rijdt niet meer) doch wel tegen de hechtenis- straf. J. R., 50 jaar, koopman te W e- m e 1 d i n g e, was door den Kantonrech ter te Middelburg veroordeeld tot f 7.50 of 5 d. h., 'wegens overtreding der Ver ordening tof het weren van inbreuken op natuurschoon in Zeeland. R. had! n.l. op zijn erf voorhanden gehad een metalen plaat met opschriften betreffende recla me op tabak, zonder daartoe gerechtigd te zijn, tegen welke beslissing R hooger beroep had aangeteekend. De Officier van Justitie eischte beves tiging van het vonnis waarvan hooger beroep. S. M., 56 jaar, landbouwer te H o e k, was in hooger beroep gekomen tegen een vonnis van den Kantonrechter te Terneu- zen, waarbij hij wegens het voorhanden hebben van hoeveelheden boter, die niet gemerkt zijn werd veroordeeld tot f 00 of 30 d. h. De Officier van Justitie eischte beves tiging van 'het vonnis waartegen appèl. De verdediger van verdachte bepleitte een lichtere straf. M. M., 44 jaar, koopman te H e i n- tenszand, was in hooger beroep ge komen tegen een vonnis van den Kan tonrechter te Middelburg, waarbij hij we gens het als bestuurder van een motor rijtuig daarmede rijden over een weg op zoodanige wijze, dat de vrijheid en de veiligheid van het verkeer wordt belem merd en in gevaar gebracht, werd ver oordeeld tot f 30 of 15 d. h. Eiseh: bevestiging van het vonnis waar van hooger beroep. Aan P. D., 29 jaar, molenbaas te Axel, was ten laste gelegd, dat hij op 30 Maart 1.1. te Axel, als gebruiker un gezagvoerder op een baksohuit, waarop was geplaatst een bok, welke omlaag ge bracht kon worden, hoogst roekeloos, on voorzichtig en ondoordacht daarmede, terwijl dez:e schuit werd voortgetrokken door een sleepbootje, heeft gevaren over de z.g. Spuikreek in de B'uthpolder en toen met die schuit, met omhoog gestelde bok is gevaren in de richting van een aantal over die kreek gespannen draden bestemd voor eleotrisohe verlichting en toebehoorend aan do P Z. E. M, en ver volgens tegen één der draden, is aange varen, tengevolge waarvan deze draad brak, waardoor verhindering is ontstaan in de aUoomlevering in de gehuchten Schapenbout en Axelsohe Sassing. Verdachte, verschenen zijnde, zegt dat het geval buiten zijn schuld is. Hij heeft niet voldoende rekening gehouden met den hoogen waterstand. Een ambtenaar van de P. Z. E. M. stelt namens die Maatschappij een civiele vor dering in tot betaling van f 52,34, waar tegen verdachte bezwaar maakte. Hij heeft den monteur drie kwartier aan den draad zien werken. De Officier van Justitie eischte f 50 of 30 d. h. en toewijzing van de civiele vor dering. Door den Ambtenaar van het O. M. bij het Kantongerecht te Middelburg was hooger beroep aangeteekend tegen een vonnis van den Kantonrechter, waarhij J. G. P., 53 jaar, kolen'handelaar te G o e s wegens overtreding van de Arbeidswet, werd veroordeeld tot vier geldboeten van f 0.50 of 4 maal 1 d. h. De Officier van Justitie eischte beves tiging van het vonnis waarvan hooger beroep. Een raadsman van verdachte bepleitte ontslag van rechtsvervolging. Valsche bctermerken. M. L. M., 28 jaar, huisvrouw A. v. 0., zonder beroep, te A x e 1, had in de ja ren 1935 en 1936 te Axel op onderschei dene data imitaties van merken, welke in gevolge bepalingen vastgesteld bij de Landbouwcrisis wet 1933 moesten worden geplaatst op boter, zooals door verdachte werd bereid en verhandeld, valschelijk geplaatst op verschillende eenheden van zulke boter, met het oogmerk om die bo ter te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, alsof de daarop geplaatste merken echt en onvervalsoht waren; on der meer had zij meerdere eenheden met valsche merken afgeleverd aan zekeren Frans Penneman op 23 April 1936. Verdachte ondervraagd, zegt nimmer valsche merken in voorraad te hebben ge had. De Officier eischte 6 mnd. gev. straf. Glas in eigen land gemaakt. Een medewerker van het altijd lezens waardig maandblad „Nederlandsch Fa brikaat" wil de belangstelling trachten te wekken van de Nederlandsche vrouw, voor een tak van de eigen industrie, n.l. de glasindustrie. Genoemde industrie heeft het na de de valuatie van den Hollandschen gulden niet gemakkelijker gekregen. Onze glasindustrie is voor het grootste deel op eigen land aangewezen. Die eerste vraag is nu: kan er in Nederland een af zetgebied gevonden worden, dat aan onze glasindustrie een mogelijkheid van be staan verschaft? Gelukkig is hierop het antwoord: „Stel lig, mits (en nu komt het) men er zioh maar rekenschap van wil geven w a t voor glas men koopt." Wanneer een dame een fijn stuk glas werk koopt, vraagt zij zeer nauwkeurig waar het vandaan komt en waar het ge maakt is. Wanneer er een mooie pul, of tafel-kistal gekocht wordt, dan wordt deze vraag nooit vergeten. Heeft zij echter gewoon glas noodig, of iets voor de in maak, dan zal zij haar winkelier opbel len en zeggen: „Wilt U mij' zooveel potten en flesschen laten bezorgen." Waar het glas vandaan komt interesseert haar dan in het geheel niet. Waarom niet? Waarschijnlijk omdat de meeste dames niet eens weten, dat in Nederland ook ge woon glaswerk gemaakt wordt. Op het gebied van wekpotten en fles schen voor de inmaak bestaat nog steeds oen zeer groote invoer. Een paar jaar geleden zag men vrijwel uitsluitend bui- tenlandsche inmaakpotten en flesschen. Tegenwoordig is dit iets beter. De winke liers zijn zelf, vermoedelijk door de vele klachten die zij kregen over het springen der glazen, overgegaan tot den inkoop van Nederlandsoh Fabrikaat. Werd echter de winkelier door zijn klanten uitsluitend gevraagd naar Ne derlandsch glas, dan zou hij er niet meer over denken om een buitenïandsch merk in te koopen. Deze maand staan velen weer voor de eerste wek; en menig huisvrouw zal haar voorraad flesschen en potten nazien en ze willen completeeren, of uitbreiden. Wat een kleine moeite is het dan, om wan neer de bestelling gedaan wordt even te viagen naar een Nederlandsch Fa brikaat. Enkele recepten. J Gestoofde paling. 1 kg dun- ne paling, 810 gr. zout, 1 kleine ui, 5 peperkorrels, een sprietje thijm, 1 citroen, bloem, paneermeel en 80 gr. boter. Reinig en wasoh de palingen, laat ze goed uitlekken, droog ze met een doek, wrijf ze in met zout, haal ze door bloem, en rol ze, elk afzonderlijk, op. Smelt de helft van de boter in een vuurvasten scho tel, leg de palingrolletjes dicht naast el kaar erin, voeg den fijn goh akten, ui, de peperkorrels, thijm en dl water toe, leg schijf jee citroen, uitgetand on van pitten ontdaan op de visoh, bestrooi deze met paneermeel, verdeel de rest van de boter in kleine kluitjes hierop en laat de visch in een matig warmen oven gaar stoven (11.5 uur). Wafels. 1 pond hloean, pond boter, 30 gr, gist, V» 1 lauwe melk, 10 eieren en wat zout. Roer in een groote kom de boter tot room, voeg er om de beurt wat bloem, een ei, wat melk en aangeroerde gist bij, tot alle ingrediënten zijn verwerkt. Doe er zout bij en besla het deeg tot het glad en eenigszins luchtig is Laat het deeg vier uur rijzen op een lauw wiarme plaats, roer even vóór het bakken wat koud water door het 'beslag, besmeer het wafelijzer van binnen goed met boter doe er een weinig beslag in en bak de wafel aan beide zijden heel licht bruin. Dien de wafels op, begoten met wat ge smolten boter en rijkelijk 'bestrooid met poedersuiker. (Hbld). G'hocoladevla. Van een halve liter melk neemt men zooveel af als noo dig is om 20 gram chocolade en 20 gram maizena aan te roeren. De rest van de melk kookt men met 60 gram suiker, een paar rozijnen en gehakte zoet amandelen of hazelnoten. Men laat het eventjes door koken en zet het van het vuur. Enkele wenken. Vuilnisbakken zullen veel minder werk geven na het ledigen, indien men bodem en zijkanten voert met courantenpapier, terwijl men op den bodem van den bak een laagje carbolpoeder strooit, waardoor de onaangename lucht, die er dikwijls door verspreid wordt, verdwijnt. Aan te bevelen is, alle afval van groen ten en aardappelschillen in papier ver pakt, in den vuilnisbak te deponeeren, evenals alles wat eventueel tot bederf kan overgaan. Indien tegels van den muur loslaten mengt men gelijke deelen bloem en zout met water tot een dikke brei en bestrijkt hiermede 'de achterzijde om ze vervolgens weer op de oude plaats terug te brengen. De practijk heeft geleerd, dat de tegels op deize wijze geplakt, stevig 'blijven zit ten. i Kaarsvlekken uit kleeding, tapijten, enz. kan men verwijderen door er eerst een stevig stuk vloeipapier op te leggen en daarover te strijken met een heet ijzer. Hot vet wordt op deze manier door het vloei weggenomen. i Als men citroenen een paar minuten in het water legt en ze daarna afdroogt, alvorens die uit te knijpen, zal er veel meer sap uitkomen. Beste Nichtjes en Neefjes! De tijd gaat zoo snel en het is zoowaaT alweer tijd om een briefje aan jullie te schrijven. De vorige maal kwamen er niet zoo veel briefjes als gewoonlijk, maar ik zou jullie toch aanraden niet met het inzen den van de oplossingen te wachten tot we de laatste prijsraadsels hebben, daar je dan zooveel tegelijk moet schrijven, dat het misschien ook maar weer lastig is. Wat hebben we nu een heerlijke zomer dagen gehad, en dat trof goed want ik las, dat er van de week verschillende uit stapjes door jeugdvereenigingen zijn ge maakt, en op zoon reis wil natuurlijk iedereen een zonnetje hebben. A.s>. Woensdag is er een meeting van Geref. Jeugdvereenigingen in Amsterdam, als ik me niet vergis komen er ongeveer 9000 jongens en meisjes in Artis bijeen; wat zal dat een prachtige dag worden. Er zijn ook nichtje® en neefjes van ons clubje izoo gelukkig, dat zij dan mee mogen nu ik hoop dat zij net zulk mooi weer en even veel plezier zullen hebben als de an deren, die deze week al zoo'n uitstapje b ebben gemaakt. Jongelui, we werken deze keer weer voor een vulpotlood. De anderen die er al een kregen schreven mij, dat het heel goed beviel, dus jullie doen maar flink je best met de prijsraadsels die hier volgen. 1. Het prijsraadsel voor de grooteren. Het bestaat uit 44 letters. 14. 42. 28. 19 is een ander woord voor bosoh. Van de meeste vergaderingen worden 5. 26. 22. 28. 11. 39. 34 gemaakt. De 1. 18. 7. 4. 37 is een bekend boek. Een 27. 10. 20. 12. 17 gebruikt de land man. De 14. 9. 30. 32. 2. 5 zijn ondiepe plaat sen langs de kust. Een 25. 20. 42. 38 is een soort slee. Een 23. 21. 10 is een bron. Een 35. 11. 42. 36. 44 vindt men op zee. Eén 3. 28. 6. 31. 24. 16 is een geldstuk. Een lamp kan soms erg 29. 15. 37. 41. 33. 40. 28. 8. 19. 33. 40. 43. 13 is een dorp in Noord-Holland. 2. Voor de kleineren. Het geheel bestaat uit 34 letters. Zonder strijd geen 20. 6. 10. 23. 20. 4. 12. 5. 15. 3 is rustdag. 's Zomers gaat het vee in de 8. 21. 13. 19. 9. De 24. 18. 16 is een bekende rivier in Egypte. Het 8. 11. 7. 17. 21. 2 is een windstreek. 8. 1. 14 is zeker. Allen hartelijk gegroet van TANTE DOLLIE1 DE KLEINE KAPITEIN. Ze maakten maar eer. USein rondje en even later zaten Wout en Frans samen op het aanlegvlondertjé, Wout's vader was er naast op het gras gaan zitten en de andere twee zaten nog in de boot. „Jongens, wat ben ik blij, dat jullie Wout hebt leeren zwemmen, het is zoo fijn voor hem." „In de stad is wel een zwembad en nu kan hij daar ook naar toe." Nu trok Wout stiekum achter vader's rug een leelijk gezicht en dacht: „bij alle maal vreemden zeker, nee hoor, dat doe ik nooit." Een poosje zaten ze nog gezellig te praten en toen kregen ze een uitnoodi- ging, die ze met gejuich ontvingen. Ze werden gevraagd in de Kerstvacantie bijvoorbeeld bij Wout in de stad te komen logeeren. Nu of ze dat graag wilden, en Wout was er niet het minst blij om; stel je voor, alle drie bij hem logeeren, dan zou den ze even pret kunnen hebben. Wout's vader bedankte de jongens ook nog, dat ze altijd zoo trouw met Wout hadden gespeeld, maar dat vonden ze eigenlijk maar een beetje raar, Wout was toch hun vriend, hun kapitein nog well We komen morgen aan den trein hoor, was hun laatste afscheid voor dezen dag. Wout was wel een beetje stil, toen hij even later met vader naar het huis van Grootvader ging, waar Moeder al was en waar ze zouden eten. Nu was hij voor het laatst met de jongens mee geweest. Morgen waren ze al in de stad, in dat vreemde huis met dien akelig mooien tuin. Wat zou hij daar moeten doen? Bahl hij vond het afschuwelijk, en zijn stok tikte nijdig hard op de keien. Maar bij Grootvader fleurde hij weer een beetje op, want toen moest hij ver tellen wat ze dien dag gedaan hadden en dat hij kon zwemmen. Moeder schrok er eerst wel erg van; hoe hadden de jongens dit nu nu kunnen doen: als hij eens verdronken was. Maar vader stelde haar gerust, ze wa ren eerst altijd in ondiep water gegaan, en daar kon het geen kwaad. „O, vertelde Wout met een stralend gezicht, „het gaat zoo fijn Moeder, en ik ben ook al in diep water geweest." Moeder zei niet veel, maar in haar hart was ze eigenlijk maar blij, dat Wout nu de kans niet meer had om hier te zwemmen, ze vond het tóch gevaarlijk. Grootvader dacht er anders over, het was natuurlijk beter geweest als de jon gens gezegd hadden wat ze van plan waren, maar aan den anderen kant vond hij het flink, dat ze het Wout geleerd hadden en stelde hij Moeder gerust: als Wout nu eens in het water valt, kan hij meteen naar den kant zwemmen. „We konden het niet zeggen, verdedig de Wout zich nog even, want het moest een verrassing blijven." Toen Grootvader den Bijbel opsloeg, zag Wout meteen, dat hij niet ging lezen waar hij den vorigen keer gebleven was, 's avonds moest hij verder gaan bij den rooden bladwijzer, maar nu zocht hij iets anders op. Nieuwsgierig keek Wout wat het zou zijn, een psalm, welke? Er stonden allemaal korte op de twee blad zijden, die open lagen, maar toen Groot vader begon, wist hij het meteen, Psalm 121 was het: „Ik hef mijn oogen op naar de bergen, vanwaar mijn hulp komen zal..." Dat las Grootvader expres voor hen, omdat ze weggingen, bedacht Wout. Grootvader las altijd wat anders als er iets bijzonders was; even keek hij naar Grootvader, die langzaam verder las en toen bedacht hij ineens, dat het voor hem toch ook wel naar was, dat ze hier weg gingen. Grootvader bleef nu heel alleen, ze kwamen altijd zoo vaak bij elkaar. Toen pas hoorde hij Grootvaders stem weer: „De Heere zal u bewaren van alle kwaad, uwe ziel zal hij bewaren. De Heere zal uwen uitgang en uwen ingang bewaren van nu aan tot in eeuwigheid." Zachtjes zong Wout de laatste regels van den bekenden Psalm mee: „De Heer 'tzij ge uit of in moogt gaan, of waar ge u heen moogt spoeden, zal eeuwig u behoeden." Ja, dit had Grootvader voor hen ge lezen, hij had het er pas nog met Wout over gehad, toen Wout had zitten mop peren over de verhuizing en, alleen aan Grootvader had hij het verteld, dat hij er eigenlijk bang voor was om naar de vreemde stad te gaan, omdat hij niet goed loopen kon zooals de andere jon gens, en omdat hij bang was, dat ze hem er om zouden plagen en uitlachen. Toen had Grootvader gezegd, dat hij niet alleen ging; de Heere ging met hem en die zou hem ook daar helpen als Wout er om vroeg. Een half uur vóór het vertrek van den trein stonden den volgenden mor gen drie jongens op het perronnetje. Ze waren den avond tevoren nog bij elkaar geweest. Nu Wout hen zulke mooie leesleggers had gegeven, hadden ze ook nog iets voor hem willen beden ken, maar, niets kunnen vinden. „Nou weet je wat, was Frans met de oplossing gekomen, „we sturen hem later wat, da's ook leuk, als hij dan een pakje van ons krijgt. Maar we zeggen er voor uit niets van, dan is het heelemaal een verrassing." Zoo hadden ze afgesproken, maar ze hadden toch nog een pak dikke cho colade reepen gekocht, bij Pim, en ze hadden het nog een beetje goedkooper gekregen ook.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1937 | | pagina 6