De Antirevolutionaire
Gandidaten.
Dr H. COLIJN
No. 1. van Lijst 3
Sproeten komen vroeg in
het voorjaar, koop tijdig een pot
De werking van de Kieswet.
Leestafel
Sprutol. Bij alle Drogisten.
Burgerlijke Stand.
Het Vrouwenhoekje
Voor de jeugd.
De Candidaten van de A.-R.
partij in den Kieskring Middelburg
zijn
1.Colijn Dr H.
2. Wilde Mr J. A. de
3. Schouten J.
4. Dijk J. J, C. van
5. Duymaer v.Twist L.F.
6. Smeenk C.
7. Terpstra Mr J.
8. Heuvel C. van den
9. Wagenaar W,
10. Amelink H.
11Zaal C. van der
12. Tjalma J,
13. Zijlstra A.
14. Dijken Mr T. A, van
15. Diepenhorst Mr G. A.
16. Meyerink H. J. W. A.
17. Roosjen A. B.
18. Algera Mr
19. Dominicus J. A.
20. Huizenga Dr K,
Men vindt deze Candidaten op
Lijst 3 van het stembiljet.
Het parool voor de A.-R. kiezers
en voor allen die den eersten
Candidaat
willen stemmen luidt:
Worden de groote partijen bevoordeeld
ten koste van de kleine
Het blad 'van de N. S. B. schreef dezer
dagen, dat „de op voorstel van den mar
xist S. van den Bergh aangenomen wij
ziging van de kieswet maa'kt, dat de op
kleine partijen uitgebrachte stemmen
worden ingepikt door de Staatsgreep
partij of de S.D.A.P."
En in een pamflet van de S.G.P. werd
betoogd, dat de kieswet gewijzigd werd
om de kleine partijen aan de groote op
te offeren.
In verband met deze onjuiste voorstel
lingen schreef „Ons Noorden" o.m. het
volgende
Alleen partijen, die den kiesdeeler niet
halen, zijn hun stemmen kwijt. Maar deze
stemmen krijgt geen enkele partij, die tel
len bij de zetelverdeeling niet mee.
Verder is het een leugen, dat hier
eenige bevoordeeling plaats heeft van de
groote partijen. In 1933 hadden we het
stelsel van de grootste overschotten. En
wat bleek toen? Dat de Katholieke Staats
partij per zetel betaalde ruim 37.000 stem
men. De S.D.A.P. per zetel 36.500 stem
men. Maar dominee Kersten betaalde per
zetel slechts 31.000 stemmen en de Vrijz.-
Democraten slechts 29.000 stemmen. Was
dat een eerlijke verdeeling?
Natuurlijk niet.
Daarom hebben we thans het stelsel
van de grootste gemiddelden.
Dit is vergeleken bij het vroegere stel
sel voordeeliger voor de groote partijen,
maar niet onbillijk voor de kleine par
tijen. Want thans betaalt iedere partij
per Kamerzetel ongeveer een gelijk aan
tal stemmen.
De kleine partijen hebben een bevoor
rechting prijs moeten geven en de groote
partijen lijden niet meer onder een on
billijke verdeeling.
Er is dus geen sprake van, dat eenige
kleine partij onrechtmatig bevoordeeld,
wordt, ten bate van de groote partijen.
Kerk en Wereld. Een reeks prac-
tisch gerichte boekjes over belang
rijke religieuze onderwerpen. Uitgave
J. H. Kok, Kampen.
Met de uitgave van deze boekjes, die
wat het uiterlijk betreft herinneren aan
de bekende „Libellen" wordt bedoeld lei
ding te geven aan het Christelijk leven,
door te handelen over de concrete moei
lijkheden, waarin de mensch, ook de
Christen-mensch van vandaag zich be
vindt. De redactie berust bij Prof. Gros
heide, Dr Briilenburg-Wurth en Ds Over-
duin.
Van deze serie is het eerste vijftal ver
schenen. Zij handelen- overHoe ver
wachten wij Jezus' komst, door Prof.
Grosheide; Ónze wandel, door Dr Brill en-
burg-Wurth; Christelijk sterven, door Ds
K. Fernhout Mz.; Liefde en trouw, door
Ds Th. Delleman; Discipelschap in het
gezin, door Ds P. Ch. van der Vliet.
In alle opzichten aanbevelenswaardige
boekjes.
De vraag dringt zich op, of we zoo
langzamerhand van het goede niet teveel
krijgen en of door de groote hoeveelheid
leesstof het werkelijk lezen, niet wordt
belemmerd. Maar het gaat er mee als
met de vele contributies. Als men wil
gaan beperken, dan blijkt dat er zonder
ernstig bezwaar niet zooveel geschrapt
kan worden. En zoo kunnen we ook deze
serie nog wel hartelijk verwelkomen.
Gij vrouwen van straks. Uitgave
J. H. Kok, Kampen.
Dit boek is in de eerste plaats be
stemd voor de meisjes, de vrouwen van
straks, gehuwde en ongehuwde. In de
eerste plaats. Maar ook de vrouwen
van nu zullen het met genot en stich
ting en te harer leering lezen.
Een groot aantal personen, die met de
jeugdbeweging niet onbekend zijn, heb
ben hier samengewerkt, met het resul
taat, dat een mooi geheel werd verkregen.
Wij; kunnen niet alle onderwerpen van
zeer uiteenloopenden aard, hier behan
deld, noemen. Dr Straatsma geeft met
zijn voortreffelijke bijdrage De Ander, een
kostelijke inzet. Dan volgt een hoofdstuk
van 'P'rof. Dr K. Dijk over: De Bijbel en
de jonge vrouw. Echt Prof. Dijk. Verder
wordt o.m. gehandeld over: Het ouder
lijk huis; De liefde van het meisje;
Vriendschap in het meisjesleven; Ver-
eenigingsleven; Is er werk voor ons;
Onze lectuur; Hoe kleeden wij ons;
Handwerken; Uitgaan enz.
Een rijke verscheidenheid onderwerpen
van principieleen en practischen aard.
De redactie berustte bij; de dames Van
Alkemade-Kwakkelstein, Ruys-Barger en
Sevensma-Themmen. Medewerkers(sters)
zijn, behalve de reeds genoemden: wijlen
Prof. van Veldhuizen, die schreef over
De natuur in, Ir Waardenburg-Lindeyer;
Prof. D'r Waterink; Gera Kraanenburg-
Van den Burg; W. J. Streekstra-Klaar
hamer; Dra BakkerAnnie de Moor-
Ringnalda; Dr Honig; J. M. 'Wester-
brink-Wirtz; Victorine Hartogh-Snoek;
Willy van der Tak; C. Stelma-Loosjes;
Mary Barger.
Wie aan een meisje nu eens een echt
degelijk geschenk van groote opvoed
kundige waarde wil geven, bestelle dit
boek. Maar dan, met het oog op toege
zegde reductie nog in den loop van deze
maand.
Van 13—20 Mei.
VLISSINGEN. Ondertrouwd: K. Adri
aans®, 28 j. en J. van de Voorde, 26 j.;
A. E. M. Geschiere, 27 j. en M. H. Lake,
23 j.
Getrouwd: P. Theune 22 j. en G. Ma
rijs, 20 j.; M. Schuit, 25 j. en M. Bliek,
24 j.; G. de Wit, 38 j. en L. Francke,
17 j.; J. J. Lok, 29 j. en P. H. C. Cor
nells, 22 j.
Bevallen: E. J. Leijdekkers geb Keer-
semaker, d.; A. P. H. Zurhaar geb. van
Burg'h, z.; A. de Wolff geb. Geertse, d.;
J. S. J. Bimmel geb. de Waard, d.; M.
van Belzen geb Vogel, z.; P. Meulenberg
geb. Sio, z.
Overleden: E. J. M. Weijens, 79 j., man
van O. Meijer; C. C. Blaas, 64 j., vrouw
van P. Kole; A. J. van Olm, 75 j., man
van A. H. Leibbrand; P. de Nooijer, 69
j., vrouw van B. Ventevogel; M. S. D'raeck
75 j., ongeh. (V. G.)
KOUDEKERKE. Ondertrouwd: H.
Kramer, 30 j. en J. W. Steeman, 30 j.;
G. Wielemaker, 29 j. en J. Poppe, 27 j.
Getrouwd: J. G. Stroo', 25 j. en P. M.
Roose, 26 j.; J. J. Sturm, 31 j. en B.
Cijvat, 23 j.
Bevallen: N. Reijnierse geb. Besuijen,
d.; A. Polderman geb. Stroo, d.; P. Jo-
ziasse geb. Koole, d.; K. S. Kasse geb.
den Baars, d.
Overleden: T. Tange, 77 j., echtgenoote
van A. Looise; J. de Rijcke, 73 j., man
van A. Baart; T. Aarnoutse, 90 j., wed.
van P. Meijers; A. Schout, 86 j., wednr
van G. Huisman. (V. G.)
Een kleine advertentie in de rubriek
„Vraag en Aanbod" kost slechts 75 cent
bij vooruitbetaling.
Arme Hollandsche huisvrouw....
In „Der Deutsche Haushalt" komt een
artikel voor over het Nederlandsche ge
zin in het algemeen en de taak van de
Nederlandsche huisvrouw in het bijzon
der,
Wij ontleenen daaraan het volgende:
„Werkzaam te zijn in een Hcilandsch
huishouden of daarvan de leiding te heb
ben, staat gelijk met het vervullen van
een levenstaak. Hier is de huisvrouw
werkpaard en schoonmaakster in de let
terlijke beteekenis der woorden, maar zij
is tevens een kunstenares, speciaal wat
bet koken betreft.
Koken, braden en bakken, polijsten,
poetsen en wassdben, dat zijn de bezig
heden, waaraan zij zich van den vroegen
ochtend af wijdt.
Wij beginnen met 't ontbijt. Men drinkt
evenals im EngeLand, in Holland véél
thee, ook des ochtends reeds. De vrouw
de's huizes of baar hulp serveeren daar
bij boter, j'arn, hagelslag en ten slotte nog
eieren en kaas.
Na dit omvangrijke ontbijt zijn nauwe
lijks twee uur verloopen of men heeft al
weer een geweldigen honger.
Dus drinkt men, zoo tegen elf uur, een
groote kop lekkere koffie (wéér met veel
room en suiker) en eet daarbij een paar
stukken koek, waarna men zich zoo zoet
jes 'aan voorbereidt voor de lunch, die te
ongeveer één uur plaats heeft.
Bij dit kleine middagmaal drinkt men
opnieuw thee of koffie. Op tafel staat
brood, worst, eieren en kaas. Bovendien
warme kliekjes van den vorigen dag, die
vaak zóó zijn toebereid, dat men inder
daad van een delicatesse kan spreken.
Deze lunch is, als gezegd, slechts be
doeld! als een kleine tusschenmaaltijd. Om
drie uur wordt alweer thee gedronken;
men eet daarbij gebak.
De hoofdmaaltijd heeft om rijf uur
plaats, voor 'n Hollander steeds opnieuw
een verheugenis omdat hij nu eindelijk
gelegenheid krijgt terdege de maag te
vullen.
Men begint met een voorgerecht, volgt
een goede soep, dan vleesch en Hoilamd-
Scihe groenten.
Bij den uitgebreiden hoofdmaaltijd
wordt natuurlijk ook visch geserveerd.
Het diner wordt besloten met een nage
recht, vaak wéér met room en suiker.
Op den hoofdmaaltijd volgt dan nog
een uitstékend „Abendhrot1' met allerlei
gebak, noten, rozijnen en wat er verder
nog aan snoeperijen ter tiafel wordt ge
bracht. En aangezien men anders pas
den volgenden morgen iets te eten zou
krijgen, drinkt men, voor het naar bed
gaan, nog een kopje t'hee en eet daarbij
biscuits of chocolade.
„Mij dunkt", aldus de auteur, „dat de
lezeressen nu wel zullen 'begrijpen, waar
om de Ho'llaaidsche huisvrouw een werk
paard is. Zeven tot acht maaltijden per
dag 'klaarmaken, waaraan, stuk voor stuk
veel voorbereidingen zijn verbonden, is
tenslotte geen 'kleinigheid. Maar daarmee
zijn de huishoudelijke plichten nog bij
lange na niet vervuld. Behalve de ontel
bare koeken en taarten 'die de vrouw des
huizes moet bakken, valt er nog een mas
sa ander werk te verrichten.
Enkele recepten.
Rijst met citroenvla. Vier
kopjes goedgewasschen rijist wordt opge
zet met tweemaal zooveel water, 1 ons
rozijnen en een citroenschilletje. Als de
rijst goed kookt op een zacht vuurtje ver
der gaar laten koken en binden met twee
eetlepels aangemengde maizena. Als de
saus van bet vuur is, 2 eetl. suiker en
het sap van 1 citroen er door roeren,
plus een geklopte ©ierdooier. Een opge
klopt eiwit door de gare rijst roeren.
Duitsche biefstukjes. 1
pond mager vleesch, 10 gr. zout, lVs le
pel melk, 1 ons boter.
Het vleesch zoo fijn mogelijk hakken
of malen, vermengen met zout, iets peper
en melk. Er ronde vleeschkoekjes van
maken, van 125 of 100 gr. p. stuk, er
met een mes ruitjes op vormen; de boter
goed warm laten worden in de biefstuk-
pan, de biefstukjes er voorzichtig in leg
gen en aan weerskanten (1 keer keerenl)
mooi bruin laten bakken. Ze op een ver
warmden schotel plaatsen, de jus binden
door er heel langzaam, op het vuur, wat
melk door te roeren.
Men kan elk biefstukje met wat gesnip
perde gebakken ui garneeren.
Uien met aardappelenen
varkenscarbonades. Ben 00-
digd: 1 kg uien, lVs kg aardappelen,
8 ons carbonaden, zout, peper, azijn, 30
gram reuzel.
Bereiding: de uien schillen, wasscben,
in stukken snijden, gaar koken in V* L.
water. De aardappelen schillen, wasschen
en in stukken snijden, na een uur koken
van de uien de aardappelen toevoegen en
een uur laten meekoken, zout en peper er
bijl doen en op het laatst Y> d.L. azijn.
Azijn maakt de schillen der uien hard.
De carbonaden bakken in de reuzel op de
gewone wijze. De jus gedeeltelijk toevoe
gen aan den stamppot. Voedzamer is deze
stamppot met de helft der aardappelen
en 150 gram rijst meegekookt, waartoe
men de uien opzet met 1 liter kokend wa
ter inplaats van liter.
De gehate motten.
Men ontdekt zoo vaak motten ondanks
het strooien van naphthaline, peper, ta
bak of ondanks het spuiten met daarvoor
bestemde vloeistoffen. Waarschijnlijk wa
ren in dergelijke gevallen de eitjes reeds
aanwezig "voordat maatregelen werden
genomen; ook kan het zijn dat het kwaad
diep in de naden of plooien zat ofwel dat
de sterke geur was verminderd.
Menigeen vindt baat bij het nu en dan
sprenkelen met carbol of terpentijn, door
het inspuiten der naden met petroleum,
door inpakken in versche kranten, waar
aan nog sterk de lucht van drukinkt
hangt. Sommigen zetten in de kamer
eenige dagen schalen met een Bterke car-
bol-oplossing neer bij gesloten ramen en
deuren, na welk tijdsverloop alls flink
werd geklopt en geschuierd en hebben
biermede een groot succes behaald. An
deren weer hebben de gewoonte om klee
den, tapijten en gordijnen af te schuie
ren met een in water gedoopten borstel
om daarna al wat ervoor in aanmerking
komt, met beete bouten te strijken.
Beste Neefjes en Niohtjesl
Nu we na 'de Pinkstervacantie weer het
eerste prijsraadsel 'hebben, kunnen we ze
alle vier, voordat jullie zomervaeantie
krijgen, nog afwerken.
Hebben jullie aillemaal prettige Pink
sterdagen gehad?
Jammer, dat het weer niet wat mee
werkte, maar met die mogelijkheid 'heb
ben we in ons landje nu eenmaal altijd
rekening te houden.
Het is anders wel de moeite waard nu
eens een tochtje door Zeeland te maken.
De Meidoorn begint overal weer te
Moeien en dan zijn er nog de gouden bo
terbloemen langs dijken en weiden.
Voor ons komt dat ieder jaar terug en
we vinden het haast al gewoon, maar ik
hoorde eens van een meisje uit een groo
te stad, dat, toen ze ergens buiten logeer
de voor het eerst een wei met boter
bloemen zag.
Wat een weelde was dat; het leek voor
haar een sprookjesland, ze hoefde niet
netjes op den weg te blijven, maar ze
mocht dwars door de bloemen heen loo-
pen en er van plukken zooveel ze maar
wilde. En ze pinkte ze, handen en handen
vol.
Hier volgen de prijsraadsels.
1. Voor de grooteren.
Het geheel bestaat uit 64 letters.
9. 20. 30. 39. 53. 10. 49. 64. zijn vogels.
Een 1. 20 63. 48. is een lichaamsdeel.
Een 6. 18. 42. is een sluw dier.
In een fabriek is het soms een 34. 56.
44. 36. 61. 5. 32. 33. 56. 52. 27. 48.
29. lawaai.
17. 53. 10. is het tegenovergestelde van
zacht.
39. 50. 19. 26. 47. 28. 37. 14. is zonde
Een ezel heeft soms rare 23. 19. 35. 4. 31.
12. 25. 42'. is een jongensnaam.
59. 40. 18. 60. 21. 38. 44. 63. 64. is een
spraakgebrek.
's Zaterdags moeten de kinderen in het
15. 7. 32.
Een 43. 55. 45. 8. 60. is een plaat.
43. 24. 11, 46. 2. 57. is een ander
woord voor pronken.
In de 1. 41. 3. 54. 20. 16. zijn veel
boomgaarden.
D'e hertog van 62. 13. 51. 58. is een
broer van den koning van Engeland.
Ingezonden door „Fietsertje".
2. Voor de kleineren.
Het geheel bestaat uit 26 letters.
Het is nu 15. 6. 26. 12. 18.
Veel boomen staan in b. 15. 20. 25. 2.
De landman 8. 14. 10. 17. 19. het zaad.
In het voorjaar moet men de boomen
23. 4. 211. 18. 5. 3. 16.
Eén 23. 7. 20. 3. 15. is een meubel dat
we niet graag missen want zijn we moe
dan gaan we erop 13. 11. 24. 19. 6. 16.
De 1. 9. 26. 22. is een deel van het go-
zicht
Allen hartelijk gegroet van
TANTE DlOLLIE.
DE KLEINE KAPITEIN.
VI.
Toen ineens zachte voeten over het
gras, een plons, het water spatte hoog
op en was meteen een en al beweging,
een flink eind van den kant af, kwam
Jan's hoofd te voorschijn.
,,'t Is fijn hoor, wuifde hij, komen jul
lie maar gauw."
Wout zat dicht bij den kant, waar het
water het minst ondiep was, hoewel je
er met gemak nog rechtop in kon staan.
Toen hij zijn blouse uittrok had hij
ineens de drie pakjes weer bemerkt; als
ze nu maar niets zagen, hij moffelde ze
gauw achter zijn rug, stapelde toen zijn
kleeren er op.
Even keek hij naar Jan, die al zoo fijn
rondzwom; als hij er nu maar alleen
in kon komen, maar... het moestl
Weer een plons, Frans was er ook al in.
Pim wachtte nog in het gras, alleen
gekleed in zijn blauw broekje. Zonder
dat Wout het wist hadden ze afgesproken
dat hij bij; hem zou Mijven om hem te
helpen als het noodig was.
„Daar gaat ie hoor," riep Wout, vlak
na de plons van Frans.
„Wacht even!" Jan was alweer tegen
den kant opgekrabbeld.
,,'kZal je nog eens voordoen; zoo
naast Wout zat hij; op het randje, „han
den gesloten voor je uit, je voeten, O' nee,
nou je voet tegen den wal en dan zet je
maar af; meteen doorzwemmen als je er
in bent."
Even keek Wout nog over het zonnige
water; daar ging ie nou, zonder dat de
jongens hem hielpen, z'n voet tegen den
kant, precies zooals Jan het had voorge
daan; nou daar voelde hij kracht genoeg
in om af te zetten; daar schoot hij voor
uit, het ging!
„Hoera," brulden de jongens, en Pim
sprong meteen achter hem aan. Wout
zwom keurig door, zooals de jongens hel
hem geleerd hadden.
Heerlijk ging het, en al kon hij nog
geen gekke kunsten uithalen zooals de
andereu, hij kon toch zwemmen.
Nu niet te ver, overlegde bij' en dan
weer naar den kant terug, dan hoefde
niemand hem te helpen, want ergens zoo
maar gaan staan kon hij niet alleen zon
der stok.
„Vooruit jo; toe maar; één, twee," com
mandeerde Jan, en Wout zwom maar
door; nog een eindje verder, het ging zoo
fijn!
„Wanneer zal ik het nu aan mijn va
der vertellen," vroeg Wout, toen ze wat
later alle vier op den rand zaten uit te
Mazen.
„Ja, wanneer?" Ze hadden afgespro
ken dat Wout het zou vertellen zoodra hij
het kon; nou dan kon hij het nu toch ze
ker wel doen.
„Vanmiddag, als je thuis komt," be
sliste Pim.
„Jammer, dat je vader het niet meteen
zien kan; als hij; het nu maar gelooft."
„Wat dacht je?" stoof Wout op.
„Nou, houd je maar kalm, maar het
zou toch wel leuk zijn als je vader het
zelf zag."
Ja, daar had Pim gelijk in, moest
Wout toegeven.
„Ik weet wat!" Frans stond in het wa
ter, voor de anderen. „Vanmiddag, als we
terugkomen, blijven jullie met de boot in
■de sloot; ik haal je vader en als hij' vlak
bijl is spring je in het water!"
„Als hij hem dan van schrik maar niet
achterna springt!" Jan schaterde het in
eens uit, „stel je voor, en zijn andere pak
ken waren al ingepakt, dan.konden jullie
morgen niet eens weg."
„Nou ja, maar hij ziet toch wel dat
Wout in zijn badpak is." Frans gaf zijn
plannetje zoomaar niet op en afgespro
ken werd, dat hiji dan ook in het water
zou gaan; het was er diep en Wout was
nog nooit in diep water geweest.
„Hoe denken jullie er over, ik heb al
flink honger."
Pim had zich achterover laten vallen en
trok zoo de kist naar zich toe.
„Nou, wij ook!" klonk het als uit één
mond.
Ze schoven allemaal een beetje dichter
bij; wat zou er wel uit komen?
Langzaam tilde Pim het deksel op, drie
paar nieuwsgierige oogen volgden zijn
bewegingen; boven op lag een witte doek.
Pim voelde eens, nog lekker warm,
constateerde hij.
Lekker warm? Wout begreep er niets
van, maar de anderen wel, want die
waren al ingelicht.
Jo. schrok Jan ineens, de limonade,
die is natuurlijk ook lekker warm.
Ooo, wat suf! Pim haalde al de flesch
te voorschijn, voel eens, nou, of die lek
ker warm was.
En zijn moeder had nog wel zoo ge
zegd, denk er om, dat jullie de flesch
er dadelijk uithalen, maar natuurlijk had
den ze het toch vergeten.
Geef maar hier! Frans zat vlak bij den
kant en had de flesch uit Pim's hand*
genomen, meteen duwde hij hem in het
water, tot vlak bij de stop ,zoo zal 'twel
afkoelen.
Als je 'm er in laat vallen! waar
schuwde Pim dreigend, toch wel een
beetje angstig ook, stel je voor, dan wa
ren ze meteen de limonade kwijt.
„Ben je nou, 'k houd hem heusch goed
vast hoor."
„Schiet nou maar op". Wout was veel
te nieuwsgierig wat er nog meer uit de
kist zou komen, al vermoedde hij wel
iets.
Eerst nog een paar kroezen, dat deed
Pim natuurlijk expres om hem nieuws
gierig te maken; toen een soort mandje,
en daarin, ja hoor het was zoo, warme
beschuitbollen. Jongens wat zouden ze
smullen, kijk eens, er zat dik boter en
suiker op en een flinke voorraad dat
het was!
Pim's moeder had er wel op gerekend,
dat vier jongens wel wat op konden met
elkaar.
Frans had al een bol te pakken en
meteen er een flinken hap uit genomen,
lekker, beweerde hij met een vollen
mond.
„Jo, zou je eerst niet es bidden?" Pim
had er Wout en Jan nu ook een gegeven.
„Bidden?" Frans keek even een beetje
raar naar Pim. „Hier buiten?" hij hield
de flesch nog in het water, in de andere
hand den warmen bol, z'n gezicht was
een en al verbazing.
„Nou, waarom niet, thuis Md je toch
ook voor het eten, en we eten nu toch
net zoo goed, wij doen het altijd als we
uit zijn ook."
„Ik vind het toch wel een beetje raar
om het hier zoo buiten te doen."
„Ik niet!" zei Pim kort, „je hoeft er
toch niet voor in huis te zijn?"
Hij had er een kleur van gekregen.
„Wees jullie even stil?"
De anderen zaten ook met gevouwen
handen en Frans zette de flesch naast
zich neer.
Even was het stil, zacht voor zich ba
den de jongens hun eigen gebed, maar
toen gingen de bollen er aan. Jongens
wat smaakte dat, nog veel lekkerder dan
thuis vond Wout.
De limonade was wel niet heelemaal
koud, maar daar gaven ze niets om.
Wout zat te overleggen, dat hij nu
mooi de pakjes kon geven, alleen ze
hadden zulke vette vingers, moest je Jan
zien, en de anderen niet minder.