DE ZEEUW
ABDIJSIROOP
De levensroman van Dr H. Colijn
Victoria
TWEEDE BLAD
Voor den Zondag
Ordening voor den
Middenstand.
LOUTERING.
Verkoudheid,
hoest, bronchitis
Wat er deze week voorviel
|R.)
Ik, die de zware aarde draag,
kies 't allerbeste voor mijn maag:
biscuits en chocola- Ik vraag:
AKKER's verstèrkte
Bergen (N.-H.)
NET MEISJE,
|onger dan 20 jaar,
met 's morgens
Jeisje, geen kleine
J25 per maand. In
leveer half Juni,
vereischt, Brieven
vorige betrekking
In (N.-H.)
L. VAN DER
llburg is voorne-
MEI 1937,
J in café „Wilhel-
tüi in het open-
erf en tuin, te
ie Ooststraat, ge
it 191 c.A.
vaarden.
1 Gemet 72 R.
Aagtekerke, in
(Bijenkot). Ver-
oogst 1937 voor
aan den heer
re. 1 daags vóór
in 1012 en van
verkoopdag van
|ere inlichtingen
can tore van den
lordstraat 63.
L. VAN DER
plburg, is voor-
MEI 1937,
koffiehuis van
bkot te Vrouwe-
1 verkoopen:
Vrouwepolder:
erf, A 14, met
en sprink en
lö, op het Dorp,
|A. 30 c.A.
ged. 15 Juli a.s.
13, op het Dorp,
|f 1,25 per week.
VNS WINKEL, A
rachter liggende
bn A 17, op het
ev. 2 A. 13 c.A.
I Juli a.s., A 16/17
|0 per week.
prf, waarin bak-
^0 en een BERG-
op het Dorp,
(c. 42 c.A.
aanv., A 19/20
f2,50 per week.
lei 1937 van 10
uur en op
ban 1012 uur.
Jan verkrijgbaar
Benoemden Nota
raat 63.
VAN DUKE te
J7 MEI 1937,
(N.T.) te Hans-
ban den heer C.
poeke van zijn
veilen:
Kruiningen en
["OONHUlS met
arkenshok, erf,
a/d Boomdijk
bt 3 H.A. 37 A. 95
gen en geschikt
van het mel-
bnte Schore:
tND a/h Maar-
loot 1 H.A. 15 A.
280 R.)
1ND a/h Maar
noot 92 A. (2 G.
a/d Schoor-
^root 2 H.A. 80
44 R.)
behouden.
Ivaarden de ge
il, het bouwland
bn het weiland
lis tot dien da-
Johs. Poleij te
pn te bekomen
Notaris.
1KERS te Goes,
JUNI 1937,
e Kloetinge, in
.leulpolder, ten
Familie VAN
;oo pen:
te Kloetinge,
ht van den
loolweg B 151,
Ie betaling, te
runi 1937, v.m.
van ten woon-
:ontant,
INBOEDEL,
Stoelen, Kast,
irdijnen, Vloer-
^ardewerk, Ge-
Juni v.m. 10—
n te bekomen
Notaris.
VAN
ZATERDAG 15 MEI 1937, Nr 189.
HET PINKSTERFEEST.
En als de dag van het Pinkster
feest vervuld werd... Hand. 2 1.
Als de Heere Jezus naar den Hemel
is gevaren, keeren de discipelen terug
naar Jeruzalem.
Jezus had hun voor zijn heengaan het
bevel gegeven heen te gaan en in de
geheele wereld het Evangelie der zalig
heid te verkondigen, maar zij moeten
beginnen met te wachten.
Zij mogen nog niet van Jeruzalem
scheiden, maar zij moeten daar blijven
in afwachting van de vervulling van de
belofte, die zij van Jezus gehoord hadden,
n,l. dat zij zouden ontvangen de kracht
des Heiligen Geestes, die over hen komen
zou.
Be wachtenstijd ia voor de jongeren
echter niet een tijd van werkeloosheid.
Zij hebben de belofte van den Heiland,
dat de profetie betreffende de uitstorting
van den Heiligen Geest aan hen vervuld
zal worden. En zij gelooven die belofte.
Zij twijfelen niet aan het Woord des
Heeren, Maar hun wachten is biddend
wachten. Eendrachtelijk waren ze volhar
dende in 't bidden en smeeken. De zeker
heid, dat de belofte vervuld zal worden,
het geloof in het Woord des Heeren, prik
kelt hen tot voortdurende activiteit.
En het biddend wachten en wachtend
bidden is niet tevergeefs.
Als de dag van het Pinksterfeest daar
is worden ze allen vervuld met den Hei
ligen Geest, zij worden toegerust met
kracht uit den hooge. Op hen vlamt het
geestesvuur.
En vervuld met den Geest, beginnen zij
aan alle volkeren de groote werken Gods
te verkondigen.
Vervuld met den Geest des Heeren
spreken zij met groote blijdschap en vrij
moedigheid, maar bij dat alles houden
zij zich aan het Woord des Heeren.
Zij spreken niet van zichzelf, van wat
zij gedaan hebben en van wat zij zullen
doen, maar van de groote werken Gods,
van het heil, geopenbaard in Jezus
Christus.
Rapport van een commissie uit het
departement van de Mij. voor nijverheid
en handel.
Naar aanleiding van het verzoek van
het hoofdbestuur van de Nederlandsche
maatschappij voor nijverheid en handel,
om de organisatie van het oeconomische
leven in studie te nemen, heeft het de
partement Utrecht van deze maatschap
pij een studie-commissie benoemd, die
zich inzonderheid heeft gewijd aan 'de
bestudeering van het z.g. ordenings-
vraagstuk.
Als resultaat van haar onderzoek komt
de commissie tot de conclusie, dat, als
eenmaal in een bedrijf een zekere over
capaciteit aanwezig is, het bijzonder
moeilijk moet worden geacht om de ge
volgen daarvan door ordening te corri-
geeren.
Baarom dringt zhb. vannalf de .iaag
op, of het probleem zioh niet beter langs
preventieven weg laat oplossen. Be com
missie meent, dat zulks, althans met be
trekking tot bet middel-groote en klein
bedrijf, inderdaad mogelijk is, en wel
door het stéllen van rationeele ve.itigings-
eischen.
«Strenge eischen ten aanzien van vol
doende vakkennis en vooral van de
kennis van boekhouden, admini
stratie en elementaire balans-
leer dienen te worden gesteld naast den
eisoh van voldoende eigen middelen tot
bet financieren van de betrokken onder
neming tot het overbruggen van de nor
male tegenslagen, zooals deze in elke
zaak van tijd tot tijd voorkomen. Boor
bet stellen van dergelijke vestigings
eis chen, waartoe de mogelijkheid wordt
geopend door de nieuwe Vestigingswet
kunnen langs preventieven weg heel wat
misstanden worden voorkomen, die thans
in verschillende bedrijven (zooaJls b.v.
momenteel de bakkerij' en het winkelbe
drijf) welig tieren.
Daarentegen gevoelt de commissie niets
voor het z.g. behoefteelement, dat
terecht in de Vestigingswet is weggelaten,
doch ongelukkigerwijze door de regeering
in het aanhangige wetsontwerp betref
fende vestiging en uitbreiding van bedrij
ven opnieuw is geïntroduceerd. Preven
tieve eischen ten aanzien van voldoende
kennis en voldoende middelen hebben in
tegenstelling tot eischen in verband met
de behoefte bet groote voordeel, dat zij
niet leiden tot sluiting van de desbetref
fende bedrijven; de verstarrende werking,
die van zulk een sluiting onvermijdelijk
uitgaat, kan daardoor worden voorkomen.
Be heilzame werking der concurrentie
blijft, maar alleen de uitwassen, die ont
staan, weggenomen.
MIDDELBURGSCHE BRIEVEN.
Amice,
Rustig verglijden deze voorjaarsdagen,
alsof we niet met snelle vaart naar den
26sten Mei hollen. Ondanks de groote be
langstelling, die ook onze stadgenooten
voor politieke vergaderingen van de
meest uiteenloopende schakeeringen aan
den dag leggen, blijft alles even kalm en
rustig.
Men kan niet zeggen, dat er een opge
wonden stemming heerscht onder ons
volk. Vecht- en scheldpartijen behooren
tot de zeer hooge uitzonderingen.
Het moet ons een gevoel van dankbaar
heid geven, dat op zoo'n hoogstaande
wijze geworsteld wordt. Zelfs de commu
nisten schijnen zich op zijn allerparle-
xnentairst voor te doen. Alhoewel dan
juist dubbele waakzaamheid past.
Eindelijk zijn op tal van punten in onze
stad de gratis gemeentelijke plakborden
verrezen. Gelukkig nog net vóór de ver
kiezing. Het zijn dingen van geweldige
afmetingen, in hun soort althans, en van
groene verfstof voorzien. Voorzoover ik
het tot heden kan bekijken, overtreft bet
gemeentelijk aanbod van gratis plak-
ruimte nog zeer ver de vraag daarnaar.
Op mij maakten ze een indruk van een
staand weiland, met hier en daar een
perkje van verkiezingsbollen.
Het is te hopen, dat het bij' deze orde
ning van Overheidswege op dit terrein
niet zal blijven. Zoo zou een gemeentelijk
verkiezingsblad, met een door loting vast
gestelde evenredige verdeeling der plaats
ruimte, vooral bij een gemeenteraadsver
kiezing bet zeer goed doen. Het is een
denkbeeld, dat wellicht bij1 de e.v. ge
meenteraadsverkiezing reeds kans van
verwerkelijking kan krijgen, gelet op de
zienswijze, die onze gemeenteraad op dit
terrein er op na houdt.
FEUILLETON.
19) o—
Dikwijls voel ik me zoo zwak en dwaas,
zoo ongeschikt voor de ernstige verant
woordelijkheid, die ine in de toekomst
wacht. Als ik moeder word, zal ik nog
nauwelijks negentien zijn en ondanks mijn
trouwring voel ik me nog echt zoo'n
meisje. Maar indien God me Zijn ver
trouwen waardig keurt, zal Hij me ook
zeker kracht en wijsheid geven daaraan
te voldoen, want zoo graag zou ik voor
mijn kind de meest volmaakte moeder
zijn, die er ooit bestond.
Bé eenigste schaduw op mijn vreugde
is de zwakke vrees, dat mijn man niet
zoo blij is over mijn kostbaar geheim
als ik.
Onlangs opperde hij den wensch om in
den voorzomer weer naar het buitenland
te gaan om daar de heerlijke indrukken
van het vorige jaar weer op te frisschen,
maar dat zal nu niet gaan.
1 Juni. Be eerste maal, dat we on
zen trouwdag herdenken, wil ik niet la
ten voorbijgaan zonder een paar .woor
den in mijn geliefd dagboek te schrijven.
Maar sinds de laatste keer, dat ik dit
opende, ben ik door de vallei der scha
duwen des doods gegaan en slechts lang
zaam klauter ik weer omhoog naar het
Lven toe.
God is me genadig geweest en heeft
mij het liefste jongetje gegeven, dat ooit
een moederhart van vreugde zingen deed.
Hij is bet evenbeeld van zijn vader en
daar ben ik erg blij om. Ek hoop slechts,
dat hij mag opgroeien om even nobel en
ridderlijk te worden als deze.
Maar ik vraag me soms af, of alle
jonge vaders zoo bang zouden zijn om
kleine kinderen aan te pakken. Slechts
zelden neemt Reginald onzen jongen in
zijn armen, maar ik hoop, dat hij het zal
doen, als de kleine wat grooter is. Ik kan
het niet verdragen, dat hij jaloersch is
op onzen lieveling, zooals hij dat in onze
wittebroodsweken was op mijn dagboek
Hij behoeft niet bang te zijn, dat mijrt
vrouwelijke toewijding zal moeten onder
doen voor de verantwoordelijkheid van het
moederschap. Maar hij wil me zoo graag
gezond en sterk zien, en ik ben nu al zoo
lang ziek. Het spijt me erg voor mijn
man, maar ik hoop spoedig weer aan te
sterken en hoop dan weer voortdurend
zijn vroolijke kameraad te kunnen zijn,
behalve dat wanneer ons kleintje me
noodig heeft.
Och ja, da„. 25k mensclen iie bewe
ren, of je het geld voor die dingen nu
uit de partijkas of uit de gemeentekas
baalt, het mcot toch uit een of andere
kas komen.
Ban is er voor vele partijen in verkie
zingstijd nog een brandend vraagstuk en
dat is de vergadergelegenheid. Be eene
zaal te groot, de andere te klein. Wat een
pracht gelegenheid voor gemeentelijke
exploitatie van vergaderzalen voor ver
kiezingsdoeleinden. Verplaatsbare verkie-
zings vergadergelegenheden. Gratis ge
meentelijke exploitatie.
In sommige programs van actie zon
een en ander wellicht een aardige aan
vulling geven.
In de laatste week voor den stemdag
wordt door de A.R. nog een verkiezings
vergadering georganiseerd, waar de be
kende Bs Bik het woord zal voeren. Er
is geen buitengewone mate van helder
ziendheid voor vereischt om te voorspel
len, dat ook bij na alles wat wij in onze
omgeving reeds genoten, een groot getal
hoorders zal weten te trekken.
De invloed van het gesproken woord
wint het nog steeds van alle andere hulp
middelen.
Ga hem daarom beluisteren en wek
anderen daartoe op.
De invloed van bet gesproken woord.
Dat is de reden waarom het huisbezoek
ook zoo goed en getrouw mogelijk moet
worden beoefend. Dat moet de papieren
propaganda van onze beginselen onder
steunen.
Het feest van Pinkster is het feest van
de geweldige actie van den Geest. Iets
daarvan moet ook ons bezielen en aan
drijven. Ook tot politieke actie. Wij1 heb
ben nog acht werkdagen voor ons. Laten
wij ze goed gebruiken.
Groetend,
STENTOR.
en de gevaarlijke gevolgen daarvan.
Sommige menschen, die wat vatbaar zfln op
borst en keel denken, dat het nu eenmaal
hun lot Is 's winters te moeten hoesten,
kuchen, hggen en benauwd op de borst te zjjn.
Indien' Gü tot diegenen behoort, probeert dan
eena de nieuwe verstèrkte Akker's Abdijsiroop
die honderdduizenden hun levens-blijheid heeft
teruggegeven. Reeds naenkele lepels bemerkt Ge
dat dit middel U werkelijk zal kunnen helpen.
De slijm, die op de borst drukte, en U benauwd
maakte, komt gemakkelijk los, de hoestbuien wor
den zeldzamer, lichter en verdwijnen, Uw adem-
««infL wordt weer dieP en geruischloos en de
slijmvliezen van Uw borst en keel worden versterkt.
De planten-extracten en de codeïne, de grootste
noest-bedwinger, maken de nieuwe verstèrkte
Abdijsiroop tot ,,'s Werelds béste Hoest-siroop".
Verlaagde prijzen: f 0.75, 11.25, f 2.-, f 8.50 p. flacon
door Rudolf van Reest. Uitgave Bosch
Keuning te Baarn.
Weer een boek over ColijtQ.
Het is nog betrekkelijk kort geleden
dat een door wijlen Dr Rullmann ge
schreven levensschets van Dr Golijn het
licht zag en nu komt Rudolf van Reest
de levensroman van Dr Golijn aan het
Nederlandsche volk aanbieden.
Wijl kunnen er in komen als er zijn die
zichzelf afvragen: wordt dat nu niet wat
erg? De naam) van Dr Colijn is niet
zonder toedoen van zijn politieke tegen
standers de laatste maanden op ieders
lippen. Als Colijn spreekt, dan stroomt
de massa samen. En is in moeilijke da
gen de „steenenregen" hem niet onthou
den, thans blijkt dat 't Nederlandsche volk
zijn groote mannen ook weet te waardee-
1 Juni. De tweede verjaardag van
onzen trouwdag, dien ik echter alleen
moet doorbrengen nee, toch niet al
leen, want mijn kleine jongen is een ge
boren gastheer met zijn verstandig© en
lieve maniertjes.
Maar Reginald is weg en mankt in een
jacht een pleziertocht met een clubje on
getrouwde vrienden. Ik voel zijn gemis
zóó smartelijk, dat ik dikwijls 's nachts
wakker word en bemerk, dat ik om hem
geroepen heb.
Ik had gehoopt, -dat hij mij dezen mor
gen met een brief zou verrast hebben.
Juist nu zouden een paar teere liefde
uitingen den afstand overbruggen en me
een vreugdegevoel gegeven hebben op on
zen trouwdag. -Maar ik werd teleurge
steld en nu traöht ik mezelf te troosteD
met de gedachte, dat zeilen zoo'n on
zeker vermaak is en hoogst waarschijn
lijk was 'hij niet in de gelegenheid om me
bericht te sturen.
Toch, als ik eens even terugdenk, lijkt
het me alsof mijn man er.bijna naar
verlangde om voor een tijdje de vredige
eenzaamheid van ons heerlijk te'huis te
ontvluchten. Als een jongen, zoo onge
duldig was hij in het maken van de voor
bereidselen voor dit pleziertochtje en
slechts één maal vroeg 'hij' mij of ik me,
tijdens zijn afwezigheid ook eenzaam zou
ren en lief ta hebben en dat het hoe
nuchter overigens ook, behoefte heeft zijn
liefde en waardeering te uiten.
Wij mogen daarvoor dankbaar zijn.
Want het strekt een volk niet tot eer
als het de blijken van Gods gunst niet op
prijs weet te stellen.
Maar kan dat nu een reden zijn om,
terwijl Golijn nog in het land der leven
den is, al weer een biografie het licht
te doen zien? Maakt men het zoo niet
te erg?
Dat vragen als deze opkomen, is te ver
staan. Maar wie van den inhoud van dit
voortreffelijke boek kennis heeft geno
men, zal ze toch niet meer stellen.
De bedoeling van deze biografie is toch
niet om den menscb Golijn te verheerlij
ken, maar om te laten zien de wonder
lijke leidingen Gods in zijn leven en om
duidelijk in bet licht te stellen, dat alles
wat Colijn in het belang van land en volk
heeft mogen doen, vrucht is van het be
ginsel waaruit hij' leeft.
Rudolf van Reest zelf heeft er in de
„Reformatie" o.a. dit van gezegd:
„Wij mogen blij zijn met de waardee
ring, die Dr Colijn van niet-antirevolu-
tionaire zijde ontvangt. Maar er dreigt
gevaar.
Dat men Dr Colijn waardeert is on
danks zijn levensprincipe. Dat neemt men
op den koop toe. Men ziet in hem de
krachtige figuur, de sterke persoonlijk
heid, die weet wat hij) wil en die de kwa
liteiten heeft om te regeeren, Regeeren is
niet alleen vooruitzien, regeeren is ook
weerstand bieden, den moed hebben im
populair te zijn. Dien moed heeft Dr Co
lijn in hachelijke crisisdagen gehad en
achteraf stelt men hem in het gelijk, of
schoon men hem in de crisisdagen zelf
met steenen wierp.
Maar dat mien Colijn achteraf de eere
geeft, die hem toekomt, vindt niet hierin
zijn oorzaak, dat hij in dat alles zijn be-
igWnselj beleden en beleefd heeft. Nog
maals: men heeft het beginsel op den
koop toe genomen."
„Verkiezingslectuur 'kan leerzaam zijn.
Wijl leeren er dit uit, dat de lof, dien
Cblijn van niet-anfirevolutionaire zijde
oogst, hem wordt toegezwaaid om zijn
persoon, ondanks zijn beginsel.
Maar er is reden te waarschuwen voor
het gevaar, dat w ij' het levenswerk van
Dr Colijn óók lo® gaan zien van zajn be
ginsel.
En dat zou fataal zijn.
Wij' mogen het onzen politieken tegen
standers vergeven, dat zaji den persoon
van Dr Colijn los zien van zijn belijdenis
het is nu eenmaal voor een niet-Calvi-
nist moeilijk, zoo niet onmogelijk, om het
wezen en de kracht van het Calvinisme
te peilen maar het zou in óns onver
geeflijk zijln, wanneer wij dit uit het oog
gingen verliezen. Al wat Dr Colijn ge
daan heeft, is niet anders dan zijn Calvi
nistische beginselen beleven. Al de Ar
beid, die hij in. dienst van zijn land ge
daan heeft, was vrucht van het beginsel,
waaruit hij leeft.
Het zou verkeerd zijn in Dr Golijn een
man van groot formant te zien, die ge
lukkig bovendien óók nog Calvinist is.
Wie ingedrongen is in het leven van
deze groote nationale figuur, beeft ge
zien, dat Colijn groot werd door zijn be
ginsel. Natuurlijk komen daar zijn per
soonlijke eigenschappen bij', maar zijl zijn
niet het criterium van zijin levenswerk.
Dr Golijn heeft heel veel voor ons land
en volk kunnen doen méér dan menig
een onder o>ns vandaag nog vermoedt
maar hij1 heeft het kunnen doen, omdat
hij' Calvinist was. EVenals Kuyper vóór
hem en vóór dezen Groen van Prinsterer,
is hij ons volk tot zegen geweest omdat hij
leeft uit het beginsel, waarin de grond
toon van ons volkskarakter spreekt.
Onder dit licht heb ik Dr Colijn ook in
mijn boek willen plaatsen. En daarom
heb ik met groote blijdschap aan dit werk
kunnen arbeiden."
Het is niet noodig hieraan nog veel toe
te voegen.
De schrijver van dezen levensroman,
die zich zeer veel moeite heeft getroost
om een juist beeld van zijn held te kun
nen teekenen, heeft zich op voortreffe
lijke wij'ze van zijn taak gekweten.
En de uitgeefster zorgde voor een bij
het onderwerp passende uitvoering en
voor royale illustratie.
Wie dit moeie boek leest komt onder
gevoelen. Het volgende moment lachte hij
echter weer vroolijk en zei„Maar ik
weet, dat je tevreden zult zijn, want je
hebt je jongen immers tot gezelschap."
Maar mijn dwaze hart roept ook om
mijn echtgenoot en sterk verlang ik terug
naar de innige, zoete kameraadschappe
lijke verhouding van vroeger. Het kan
toch zeker niet, o het kan toch niet, dat
zijn liefde gaat verkoelen? 0 nee, nee,
want dat zou mijn dood zijn.
12 September. Opnieuw was ik in
de directe nabijheid van de gouden poor
ten, maar ook ditmaal hebben ze zich
niet geopend om mij binnen te laten. Ik
ben zoo vroolijk en sterk geweest en heb
altijd zoo'n overvloedige levensvatbaar
heid bezeten, dat het nu zoo ongewoon
is, om je zoo totaal krachteloos en zoo
vermoeid te gevoelen.
Toch weegt de vreugde van 'het moeder
schap wel op tegen den bitteren prijs,
waarmee het gekocht wordt en bet kleine
meiske, dat zich tegen mijn borst aan-
nestelt is boven alles lief en kostbaar.
Maar ik ben heel dwaas1 teleurgesteld, dat
ze niet meer op haar moeder gelijkt. Ik
had gehoopt, dat indien ik een dochtertje
zou krijgen, dit mijn haar, mijn neus of
mond zou hebben, maar ze heeft geen
enkele trek van mij. Ze heeft heele zeld
zame, donkergrijze oogen, met een lichten,
Ook deze week werden weer enkele op
timistische geluiden gehoord over ver
betering in den economischen en finan-
cieelen toestand, zoowel hier te lande als
in Indië. Naar Minister Oud in een ver
gadering te Middelburg meedeelde, zullen
de rijksmiddelen over April weer 'n flink
bedrag boven de raming en boven de op
brengst van April 1936 uitkomen, ter
wijl de begrootingscijfers voor 1938 in
Indië er heel wat beter zullen uitzien
dan die voor 1937. Mededeelingen, waar
van we dankbaar kennis nemen. Er blijkt
uit, dat de lichtstrepen aan den econo
mischen hemel, waarvan Dr Colijn in
zijn rede te Middelburg sprak, zich dui
delijker gaan afteekenen, zoodat we de
zwartste duisternis wellicht gehad heb
ben. Als we nu maar niet denken, dat
er geen crisis-slachtoffers meer zijn en
dat we geen crisis-ellende meer te leni
gen hebben.
Prinses Juliana en Prins Bernhard
brachten deze week in Londen door in
verhand met de plechtige kroning van
Koning George VI en Koningin Elisa
beth. Nog slechts enkele maanden ge
leden meende men, dat een Eduard VIII
zou gekroond worden; zonder Baldwin
ware het wellicht het geval geweest.
Maar het Rijk zou dan een grooten mo-
reelen slag gekregen hebben. Die schande
is afgewend door Baldwin.
Wie de verslagen gelezen of de radio
uitzending gevolgd heeft, zal diep ge
troffen zijn door het feit, dat de rijks-
gedachte zoowel in het ceremonieel als
in het officieele gedeelte volkomen over-
heerschte.
Ook de Koning stelde in zijn radio
rede na zijn kroning deze gedachte op
den voorgrond.
Engeland heeft onder koning George V
een vreeselijken oorlog moeten doorma
ken, terwijl ook de na-oorlogsche crisis
het land zwaar heeft geteisterd. Wel
licht zal ook de toekomst nog zorgen ge
noeg brengen. Daarom heeft men op dit
feest de eenheidsgedachte in het machtige
Rijk vooropgesteld.
Na 'het feest kwam weer het werk.
Reeds kwamen de vertegenwoordigers van
Engeland, de Dominions en Indië te Lon
den in Rijksconferentie bijeen. Zij heb
ben plechtig him trouw en verknocht
heid aan den nieuwen Koning betuigd.
Daarna hebben zij zicb beraden over de
gemeenschappelijke problemen van Moe
derland en Dominions. 'Slechts één lid
van het Britsche Gemeenebest van volken
ontbrak daarbij: de Iersche Vrijstaat,
welks vertegenwoordigers zich mokkend
en wrevelig op den achtergrond hielden.
Sedert de rijksoonferentie van 1930 en
1932 is de positie van het Britsche rijk
aanzienlijk kwetsbaarder geworden.
Duitschland heeft het vredesverdrag van
Versailles verscheurd. De Volkenbond en
de Volkenbondsgedachte zijn verzwakt.
Duitschland wil de vroegere Duitsche
koloniën terug. Het vlootverdrag van
Washington van 1921, dat de vlootposi-
ties in den Stillen Oceaan in evenwicht
hield, is afgeloopen en niet hernieuwd.
Japan is een gevaar geworden in het
Verre Oosten. De verovering door Italië
van Abessynië beeft de strategische po
sitie van Engeland moeilijker, de positie
van het Suezkanaal delicaat gemaakt.
Er is de laatste dagen in diplomatieke
kringen zelfs eenige spanning ontstaan
over de verhouding tusschen Italië en
Engeland.
Het terugroepen der Italiaansche jour
nalisten uit Engeland 'heeft heel wat
pennen in beweging gebracht.
Slechts in Duitschland heeft het Ro-
meinsche besluit algemeene en onvoor
waardelijke instemming gevonden.
Het blijkt wel, dat de spanning tus
schen Engeland en Italië groot moet zijn.
Intussc'hen reizen de Duitsche staatslie
den druk naar Italië. Misschien straks
ook omgekeerd. Wat wordt er klaar ge
maakt
den indruk van de hooge beteekenis van
onzen tegenwoordigen minister-presi
dent. Maar hij' ziet ook hoe dit leven door
God geleid werd en gemaakt tot een in
strument in Zijn hand.
violetten gloed, maar ik had zoo graag
gewild, dat ze bruin geweest waren.
Ze kwam bij me) terwijl Reginald nog
afwezig was, want het jacht was, door
reparatie, in de een of andere haven op
gehouden. Ik voelde een wanhopigen
angst, dat ik zou sterven zonder hem
weer teruggezien te hebben en ik smeek
te God me zoolang te sparen, totdat hij
kwam. Mijn gebed werd verhoord en
juist op het oogenblik, dat alle hoop was
opgegeven, kwam mijn man. In dat plech
tige oogenblik was hij heel teer en vol
berouw, en onbeschrijfelijk heerlijk was
het zoo in absolute overgave in zijn ar
men te liggen en opnieuw zijn liefde voor
mij te hooren uitspreken.
Zijn stem scheen me op te wekken uit
mijn verdooving en zijn sterke magneti
sche aanraking trok me in het leven te
rug. En daarvoor ben ik erg dankbaar
terwille van mijn man en van mijn kin
dertjes, maar toch zou ik graag willen,
dat ik niet zoo moe meer was.
Reginald beweert, dat, indien ik er
slechts in zou toestemmen om een opwek
kend middel te gebruiken, ik heel gemak
kelijk weer aan zou sterken, maar ik hui
ver reeds terug bij de gedachte eraan.
(Wordt vervolgd.)