DE ZEEUW ABDIJSIROOP De levensroman van Dr H. Colijn Victoria TWEEDE BLAD Voor den Zondag Ordening voor den Middenstand. LOUTERING. Verkoudheid, hoest, bronchitis Wat er deze week voorviel |R.) Ik, die de zware aarde draag, kies 't allerbeste voor mijn maag: biscuits en chocola- Ik vraag: AKKER's verstèrkte Bergen (N.-H.) NET MEISJE, |onger dan 20 jaar, met 's morgens Jeisje, geen kleine J25 per maand. In leveer half Juni, vereischt, Brieven vorige betrekking In (N.-H.) L. VAN DER llburg is voorne- MEI 1937, J in café „Wilhel- tüi in het open- erf en tuin, te ie Ooststraat, ge it 191 c.A. vaarden. 1 Gemet 72 R. Aagtekerke, in (Bijenkot). Ver- oogst 1937 voor aan den heer re. 1 daags vóór in 1012 en van verkoopdag van |ere inlichtingen can tore van den lordstraat 63. L. VAN DER plburg, is voor- MEI 1937, koffiehuis van bkot te Vrouwe- 1 verkoopen: Vrouwepolder: erf, A 14, met en sprink en lö, op het Dorp, |A. 30 c.A. ged. 15 Juli a.s. 13, op het Dorp, |f 1,25 per week. VNS WINKEL, A rachter liggende bn A 17, op het ev. 2 A. 13 c.A. I Juli a.s., A 16/17 |0 per week. prf, waarin bak- ^0 en een BERG- op het Dorp, (c. 42 c.A. aanv., A 19/20 f2,50 per week. lei 1937 van 10 uur en op ban 1012 uur. Jan verkrijgbaar Benoemden Nota raat 63. VAN DUKE te J7 MEI 1937, (N.T.) te Hans- ban den heer C. poeke van zijn veilen: Kruiningen en ["OONHUlS met arkenshok, erf, a/d Boomdijk bt 3 H.A. 37 A. 95 gen en geschikt van het mel- bnte Schore: tND a/h Maar- loot 1 H.A. 15 A. 280 R.) 1ND a/h Maar noot 92 A. (2 G. a/d Schoor- ^root 2 H.A. 80 44 R.) behouden. Ivaarden de ge il, het bouwland bn het weiland lis tot dien da- Johs. Poleij te pn te bekomen Notaris. 1KERS te Goes, JUNI 1937, e Kloetinge, in .leulpolder, ten Familie VAN ;oo pen: te Kloetinge, ht van den loolweg B 151, Ie betaling, te runi 1937, v.m. van ten woon- :ontant, INBOEDEL, Stoelen, Kast, irdijnen, Vloer- ^ardewerk, Ge- Juni v.m. 10— n te bekomen Notaris. VAN ZATERDAG 15 MEI 1937, Nr 189. HET PINKSTERFEEST. En als de dag van het Pinkster feest vervuld werd... Hand. 2 1. Als de Heere Jezus naar den Hemel is gevaren, keeren de discipelen terug naar Jeruzalem. Jezus had hun voor zijn heengaan het bevel gegeven heen te gaan en in de geheele wereld het Evangelie der zalig heid te verkondigen, maar zij moeten beginnen met te wachten. Zij mogen nog niet van Jeruzalem scheiden, maar zij moeten daar blijven in afwachting van de vervulling van de belofte, die zij van Jezus gehoord hadden, n,l. dat zij zouden ontvangen de kracht des Heiligen Geestes, die over hen komen zou. Be wachtenstijd ia voor de jongeren echter niet een tijd van werkeloosheid. Zij hebben de belofte van den Heiland, dat de profetie betreffende de uitstorting van den Heiligen Geest aan hen vervuld zal worden. En zij gelooven die belofte. Zij twijfelen niet aan het Woord des Heeren, Maar hun wachten is biddend wachten. Eendrachtelijk waren ze volhar dende in 't bidden en smeeken. De zeker heid, dat de belofte vervuld zal worden, het geloof in het Woord des Heeren, prik kelt hen tot voortdurende activiteit. En het biddend wachten en wachtend bidden is niet tevergeefs. Als de dag van het Pinksterfeest daar is worden ze allen vervuld met den Hei ligen Geest, zij worden toegerust met kracht uit den hooge. Op hen vlamt het geestesvuur. En vervuld met den Geest, beginnen zij aan alle volkeren de groote werken Gods te verkondigen. Vervuld met den Geest des Heeren spreken zij met groote blijdschap en vrij moedigheid, maar bij dat alles houden zij zich aan het Woord des Heeren. Zij spreken niet van zichzelf, van wat zij gedaan hebben en van wat zij zullen doen, maar van de groote werken Gods, van het heil, geopenbaard in Jezus Christus. Rapport van een commissie uit het departement van de Mij. voor nijverheid en handel. Naar aanleiding van het verzoek van het hoofdbestuur van de Nederlandsche maatschappij voor nijverheid en handel, om de organisatie van het oeconomische leven in studie te nemen, heeft het de partement Utrecht van deze maatschap pij een studie-commissie benoemd, die zich inzonderheid heeft gewijd aan 'de bestudeering van het z.g. ordenings- vraagstuk. Als resultaat van haar onderzoek komt de commissie tot de conclusie, dat, als eenmaal in een bedrijf een zekere over capaciteit aanwezig is, het bijzonder moeilijk moet worden geacht om de ge volgen daarvan door ordening te corri- geeren. Baarom dringt zhb. vannalf de .iaag op, of het probleem zioh niet beter langs preventieven weg laat oplossen. Be com missie meent, dat zulks, althans met be trekking tot bet middel-groote en klein bedrijf, inderdaad mogelijk is, en wel door het stéllen van rationeele ve.itigings- eischen. «Strenge eischen ten aanzien van vol doende vakkennis en vooral van de kennis van boekhouden, admini stratie en elementaire balans- leer dienen te worden gesteld naast den eisoh van voldoende eigen middelen tot bet financieren van de betrokken onder neming tot het overbruggen van de nor male tegenslagen, zooals deze in elke zaak van tijd tot tijd voorkomen. Boor bet stellen van dergelijke vestigings eis chen, waartoe de mogelijkheid wordt geopend door de nieuwe Vestigingswet kunnen langs preventieven weg heel wat misstanden worden voorkomen, die thans in verschillende bedrijven (zooaJls b.v. momenteel de bakkerij' en het winkelbe drijf) welig tieren. Daarentegen gevoelt de commissie niets voor het z.g. behoefteelement, dat terecht in de Vestigingswet is weggelaten, doch ongelukkigerwijze door de regeering in het aanhangige wetsontwerp betref fende vestiging en uitbreiding van bedrij ven opnieuw is geïntroduceerd. Preven tieve eischen ten aanzien van voldoende kennis en voldoende middelen hebben in tegenstelling tot eischen in verband met de behoefte bet groote voordeel, dat zij niet leiden tot sluiting van de desbetref fende bedrijven; de verstarrende werking, die van zulk een sluiting onvermijdelijk uitgaat, kan daardoor worden voorkomen. Be heilzame werking der concurrentie blijft, maar alleen de uitwassen, die ont staan, weggenomen. MIDDELBURGSCHE BRIEVEN. Amice, Rustig verglijden deze voorjaarsdagen, alsof we niet met snelle vaart naar den 26sten Mei hollen. Ondanks de groote be langstelling, die ook onze stadgenooten voor politieke vergaderingen van de meest uiteenloopende schakeeringen aan den dag leggen, blijft alles even kalm en rustig. Men kan niet zeggen, dat er een opge wonden stemming heerscht onder ons volk. Vecht- en scheldpartijen behooren tot de zeer hooge uitzonderingen. Het moet ons een gevoel van dankbaar heid geven, dat op zoo'n hoogstaande wijze geworsteld wordt. Zelfs de commu nisten schijnen zich op zijn allerparle- xnentairst voor te doen. Alhoewel dan juist dubbele waakzaamheid past. Eindelijk zijn op tal van punten in onze stad de gratis gemeentelijke plakborden verrezen. Gelukkig nog net vóór de ver kiezing. Het zijn dingen van geweldige afmetingen, in hun soort althans, en van groene verfstof voorzien. Voorzoover ik het tot heden kan bekijken, overtreft bet gemeentelijk aanbod van gratis plak- ruimte nog zeer ver de vraag daarnaar. Op mij maakten ze een indruk van een staand weiland, met hier en daar een perkje van verkiezingsbollen. Het is te hopen, dat het bij' deze orde ning van Overheidswege op dit terrein niet zal blijven. Zoo zou een gemeentelijk verkiezingsblad, met een door loting vast gestelde evenredige verdeeling der plaats ruimte, vooral bij een gemeenteraadsver kiezing bet zeer goed doen. Het is een denkbeeld, dat wellicht bij1 de e.v. ge meenteraadsverkiezing reeds kans van verwerkelijking kan krijgen, gelet op de zienswijze, die onze gemeenteraad op dit terrein er op na houdt. FEUILLETON. 19) o— Dikwijls voel ik me zoo zwak en dwaas, zoo ongeschikt voor de ernstige verant woordelijkheid, die ine in de toekomst wacht. Als ik moeder word, zal ik nog nauwelijks negentien zijn en ondanks mijn trouwring voel ik me nog echt zoo'n meisje. Maar indien God me Zijn ver trouwen waardig keurt, zal Hij me ook zeker kracht en wijsheid geven daaraan te voldoen, want zoo graag zou ik voor mijn kind de meest volmaakte moeder zijn, die er ooit bestond. Bé eenigste schaduw op mijn vreugde is de zwakke vrees, dat mijn man niet zoo blij is over mijn kostbaar geheim als ik. Onlangs opperde hij den wensch om in den voorzomer weer naar het buitenland te gaan om daar de heerlijke indrukken van het vorige jaar weer op te frisschen, maar dat zal nu niet gaan. 1 Juni. Be eerste maal, dat we on zen trouwdag herdenken, wil ik niet la ten voorbijgaan zonder een paar .woor den in mijn geliefd dagboek te schrijven. Maar sinds de laatste keer, dat ik dit opende, ben ik door de vallei der scha duwen des doods gegaan en slechts lang zaam klauter ik weer omhoog naar het Lven toe. God is me genadig geweest en heeft mij het liefste jongetje gegeven, dat ooit een moederhart van vreugde zingen deed. Hij is bet evenbeeld van zijn vader en daar ben ik erg blij om. Ek hoop slechts, dat hij mag opgroeien om even nobel en ridderlijk te worden als deze. Maar ik vraag me soms af, of alle jonge vaders zoo bang zouden zijn om kleine kinderen aan te pakken. Slechts zelden neemt Reginald onzen jongen in zijn armen, maar ik hoop, dat hij het zal doen, als de kleine wat grooter is. Ik kan het niet verdragen, dat hij jaloersch is op onzen lieveling, zooals hij dat in onze wittebroodsweken was op mijn dagboek Hij behoeft niet bang te zijn, dat mijrt vrouwelijke toewijding zal moeten onder doen voor de verantwoordelijkheid van het moederschap. Maar hij wil me zoo graag gezond en sterk zien, en ik ben nu al zoo lang ziek. Het spijt me erg voor mijn man, maar ik hoop spoedig weer aan te sterken en hoop dan weer voortdurend zijn vroolijke kameraad te kunnen zijn, behalve dat wanneer ons kleintje me noodig heeft. Och ja, da„. 25k mensclen iie bewe ren, of je het geld voor die dingen nu uit de partijkas of uit de gemeentekas baalt, het mcot toch uit een of andere kas komen. Ban is er voor vele partijen in verkie zingstijd nog een brandend vraagstuk en dat is de vergadergelegenheid. Be eene zaal te groot, de andere te klein. Wat een pracht gelegenheid voor gemeentelijke exploitatie van vergaderzalen voor ver kiezingsdoeleinden. Verplaatsbare verkie- zings vergadergelegenheden. Gratis ge meentelijke exploitatie. In sommige programs van actie zon een en ander wellicht een aardige aan vulling geven. In de laatste week voor den stemdag wordt door de A.R. nog een verkiezings vergadering georganiseerd, waar de be kende Bs Bik het woord zal voeren. Er is geen buitengewone mate van helder ziendheid voor vereischt om te voorspel len, dat ook bij na alles wat wij in onze omgeving reeds genoten, een groot getal hoorders zal weten te trekken. De invloed van het gesproken woord wint het nog steeds van alle andere hulp middelen. Ga hem daarom beluisteren en wek anderen daartoe op. De invloed van bet gesproken woord. Dat is de reden waarom het huisbezoek ook zoo goed en getrouw mogelijk moet worden beoefend. Dat moet de papieren propaganda van onze beginselen onder steunen. Het feest van Pinkster is het feest van de geweldige actie van den Geest. Iets daarvan moet ook ons bezielen en aan drijven. Ook tot politieke actie. Wij1 heb ben nog acht werkdagen voor ons. Laten wij ze goed gebruiken. Groetend, STENTOR. en de gevaarlijke gevolgen daarvan. Sommige menschen, die wat vatbaar zfln op borst en keel denken, dat het nu eenmaal hun lot Is 's winters te moeten hoesten, kuchen, hggen en benauwd op de borst te zjjn. Indien' Gü tot diegenen behoort, probeert dan eena de nieuwe verstèrkte Akker's Abdijsiroop die honderdduizenden hun levens-blijheid heeft teruggegeven. Reeds naenkele lepels bemerkt Ge dat dit middel U werkelijk zal kunnen helpen. De slijm, die op de borst drukte, en U benauwd maakte, komt gemakkelijk los, de hoestbuien wor den zeldzamer, lichter en verdwijnen, Uw adem- ««infL wordt weer dieP en geruischloos en de slijmvliezen van Uw borst en keel worden versterkt. De planten-extracten en de codeïne, de grootste noest-bedwinger, maken de nieuwe verstèrkte Abdijsiroop tot ,,'s Werelds béste Hoest-siroop". Verlaagde prijzen: f 0.75, 11.25, f 2.-, f 8.50 p. flacon door Rudolf van Reest. Uitgave Bosch Keuning te Baarn. Weer een boek over ColijtQ. Het is nog betrekkelijk kort geleden dat een door wijlen Dr Rullmann ge schreven levensschets van Dr Golijn het licht zag en nu komt Rudolf van Reest de levensroman van Dr Golijn aan het Nederlandsche volk aanbieden. Wijl kunnen er in komen als er zijn die zichzelf afvragen: wordt dat nu niet wat erg? De naam) van Dr Colijn is niet zonder toedoen van zijn politieke tegen standers de laatste maanden op ieders lippen. Als Colijn spreekt, dan stroomt de massa samen. En is in moeilijke da gen de „steenenregen" hem niet onthou den, thans blijkt dat 't Nederlandsche volk zijn groote mannen ook weet te waardee- 1 Juni. De tweede verjaardag van onzen trouwdag, dien ik echter alleen moet doorbrengen nee, toch niet al leen, want mijn kleine jongen is een ge boren gastheer met zijn verstandig© en lieve maniertjes. Maar Reginald is weg en mankt in een jacht een pleziertocht met een clubje on getrouwde vrienden. Ik voel zijn gemis zóó smartelijk, dat ik dikwijls 's nachts wakker word en bemerk, dat ik om hem geroepen heb. Ik had gehoopt, -dat hij mij dezen mor gen met een brief zou verrast hebben. Juist nu zouden een paar teere liefde uitingen den afstand overbruggen en me een vreugdegevoel gegeven hebben op on zen trouwdag. -Maar ik werd teleurge steld en nu traöht ik mezelf te troosteD met de gedachte, dat zeilen zoo'n on zeker vermaak is en hoogst waarschijn lijk was 'hij niet in de gelegenheid om me bericht te sturen. Toch, als ik eens even terugdenk, lijkt het me alsof mijn man er.bijna naar verlangde om voor een tijdje de vredige eenzaamheid van ons heerlijk te'huis te ontvluchten. Als een jongen, zoo onge duldig was hij in het maken van de voor bereidselen voor dit pleziertochtje en slechts één maal vroeg 'hij' mij of ik me, tijdens zijn afwezigheid ook eenzaam zou ren en lief ta hebben en dat het hoe nuchter overigens ook, behoefte heeft zijn liefde en waardeering te uiten. Wij mogen daarvoor dankbaar zijn. Want het strekt een volk niet tot eer als het de blijken van Gods gunst niet op prijs weet te stellen. Maar kan dat nu een reden zijn om, terwijl Golijn nog in het land der leven den is, al weer een biografie het licht te doen zien? Maakt men het zoo niet te erg? Dat vragen als deze opkomen, is te ver staan. Maar wie van den inhoud van dit voortreffelijke boek kennis heeft geno men, zal ze toch niet meer stellen. De bedoeling van deze biografie is toch niet om den menscb Golijn te verheerlij ken, maar om te laten zien de wonder lijke leidingen Gods in zijn leven en om duidelijk in bet licht te stellen, dat alles wat Colijn in het belang van land en volk heeft mogen doen, vrucht is van het be ginsel waaruit hij' leeft. Rudolf van Reest zelf heeft er in de „Reformatie" o.a. dit van gezegd: „Wij mogen blij zijn met de waardee ring, die Dr Colijn van niet-antirevolu- tionaire zijde ontvangt. Maar er dreigt gevaar. Dat men Dr Colijn waardeert is on danks zijn levensprincipe. Dat neemt men op den koop toe. Men ziet in hem de krachtige figuur, de sterke persoonlijk heid, die weet wat hij) wil en die de kwa liteiten heeft om te regeeren, Regeeren is niet alleen vooruitzien, regeeren is ook weerstand bieden, den moed hebben im populair te zijn. Dien moed heeft Dr Co lijn in hachelijke crisisdagen gehad en achteraf stelt men hem in het gelijk, of schoon men hem in de crisisdagen zelf met steenen wierp. Maar dat mien Colijn achteraf de eere geeft, die hem toekomt, vindt niet hierin zijn oorzaak, dat hij in dat alles zijn be- igWnselj beleden en beleefd heeft. Nog maals: men heeft het beginsel op den koop toe genomen." „Verkiezingslectuur 'kan leerzaam zijn. Wijl leeren er dit uit, dat de lof, dien Cblijn van niet-anfirevolutionaire zijde oogst, hem wordt toegezwaaid om zijn persoon, ondanks zijn beginsel. Maar er is reden te waarschuwen voor het gevaar, dat w ij' het levenswerk van Dr Colijn óók lo® gaan zien van zajn be ginsel. En dat zou fataal zijn. Wij' mogen het onzen politieken tegen standers vergeven, dat zaji den persoon van Dr Colijn los zien van zijn belijdenis het is nu eenmaal voor een niet-Calvi- nist moeilijk, zoo niet onmogelijk, om het wezen en de kracht van het Calvinisme te peilen maar het zou in óns onver geeflijk zijln, wanneer wij dit uit het oog gingen verliezen. Al wat Dr Colijn ge daan heeft, is niet anders dan zijn Calvi nistische beginselen beleven. Al de Ar beid, die hij in. dienst van zijn land ge daan heeft, was vrucht van het beginsel, waaruit hij leeft. Het zou verkeerd zijn in Dr Golijn een man van groot formant te zien, die ge lukkig bovendien óók nog Calvinist is. Wie ingedrongen is in het leven van deze groote nationale figuur, beeft ge zien, dat Colijn groot werd door zijn be ginsel. Natuurlijk komen daar zijn per soonlijke eigenschappen bij', maar zijl zijn niet het criterium van zijin levenswerk. Dr Golijn heeft heel veel voor ons land en volk kunnen doen méér dan menig een onder o>ns vandaag nog vermoedt maar hij1 heeft het kunnen doen, omdat hij' Calvinist was. EVenals Kuyper vóór hem en vóór dezen Groen van Prinsterer, is hij ons volk tot zegen geweest omdat hij leeft uit het beginsel, waarin de grond toon van ons volkskarakter spreekt. Onder dit licht heb ik Dr Colijn ook in mijn boek willen plaatsen. En daarom heb ik met groote blijdschap aan dit werk kunnen arbeiden." Het is niet noodig hieraan nog veel toe te voegen. De schrijver van dezen levensroman, die zich zeer veel moeite heeft getroost om een juist beeld van zijn held te kun nen teekenen, heeft zich op voortreffe lijke wij'ze van zijn taak gekweten. En de uitgeefster zorgde voor een bij het onderwerp passende uitvoering en voor royale illustratie. Wie dit moeie boek leest komt onder gevoelen. Het volgende moment lachte hij echter weer vroolijk en zei„Maar ik weet, dat je tevreden zult zijn, want je hebt je jongen immers tot gezelschap." Maar mijn dwaze hart roept ook om mijn echtgenoot en sterk verlang ik terug naar de innige, zoete kameraadschappe lijke verhouding van vroeger. Het kan toch zeker niet, o het kan toch niet, dat zijn liefde gaat verkoelen? 0 nee, nee, want dat zou mijn dood zijn. 12 September. Opnieuw was ik in de directe nabijheid van de gouden poor ten, maar ook ditmaal hebben ze zich niet geopend om mij binnen te laten. Ik ben zoo vroolijk en sterk geweest en heb altijd zoo'n overvloedige levensvatbaar heid bezeten, dat het nu zoo ongewoon is, om je zoo totaal krachteloos en zoo vermoeid te gevoelen. Toch weegt de vreugde van 'het moeder schap wel op tegen den bitteren prijs, waarmee het gekocht wordt en bet kleine meiske, dat zich tegen mijn borst aan- nestelt is boven alles lief en kostbaar. Maar ik ben heel dwaas1 teleurgesteld, dat ze niet meer op haar moeder gelijkt. Ik had gehoopt, dat indien ik een dochtertje zou krijgen, dit mijn haar, mijn neus of mond zou hebben, maar ze heeft geen enkele trek van mij. Ze heeft heele zeld zame, donkergrijze oogen, met een lichten, Ook deze week werden weer enkele op timistische geluiden gehoord over ver betering in den economischen en finan- cieelen toestand, zoowel hier te lande als in Indië. Naar Minister Oud in een ver gadering te Middelburg meedeelde, zullen de rijksmiddelen over April weer 'n flink bedrag boven de raming en boven de op brengst van April 1936 uitkomen, ter wijl de begrootingscijfers voor 1938 in Indië er heel wat beter zullen uitzien dan die voor 1937. Mededeelingen, waar van we dankbaar kennis nemen. Er blijkt uit, dat de lichtstrepen aan den econo mischen hemel, waarvan Dr Colijn in zijn rede te Middelburg sprak, zich dui delijker gaan afteekenen, zoodat we de zwartste duisternis wellicht gehad heb ben. Als we nu maar niet denken, dat er geen crisis-slachtoffers meer zijn en dat we geen crisis-ellende meer te leni gen hebben. Prinses Juliana en Prins Bernhard brachten deze week in Londen door in verhand met de plechtige kroning van Koning George VI en Koningin Elisa beth. Nog slechts enkele maanden ge leden meende men, dat een Eduard VIII zou gekroond worden; zonder Baldwin ware het wellicht het geval geweest. Maar het Rijk zou dan een grooten mo- reelen slag gekregen hebben. Die schande is afgewend door Baldwin. Wie de verslagen gelezen of de radio uitzending gevolgd heeft, zal diep ge troffen zijn door het feit, dat de rijks- gedachte zoowel in het ceremonieel als in het officieele gedeelte volkomen over- heerschte. Ook de Koning stelde in zijn radio rede na zijn kroning deze gedachte op den voorgrond. Engeland heeft onder koning George V een vreeselijken oorlog moeten doorma ken, terwijl ook de na-oorlogsche crisis het land zwaar heeft geteisterd. Wel licht zal ook de toekomst nog zorgen ge noeg brengen. Daarom heeft men op dit feest de eenheidsgedachte in het machtige Rijk vooropgesteld. Na 'het feest kwam weer het werk. Reeds kwamen de vertegenwoordigers van Engeland, de Dominions en Indië te Lon den in Rijksconferentie bijeen. Zij heb ben plechtig him trouw en verknocht heid aan den nieuwen Koning betuigd. Daarna hebben zij zicb beraden over de gemeenschappelijke problemen van Moe derland en Dominions. 'Slechts één lid van het Britsche Gemeenebest van volken ontbrak daarbij: de Iersche Vrijstaat, welks vertegenwoordigers zich mokkend en wrevelig op den achtergrond hielden. Sedert de rijksoonferentie van 1930 en 1932 is de positie van het Britsche rijk aanzienlijk kwetsbaarder geworden. Duitschland heeft het vredesverdrag van Versailles verscheurd. De Volkenbond en de Volkenbondsgedachte zijn verzwakt. Duitschland wil de vroegere Duitsche koloniën terug. Het vlootverdrag van Washington van 1921, dat de vlootposi- ties in den Stillen Oceaan in evenwicht hield, is afgeloopen en niet hernieuwd. Japan is een gevaar geworden in het Verre Oosten. De verovering door Italië van Abessynië beeft de strategische po sitie van Engeland moeilijker, de positie van het Suezkanaal delicaat gemaakt. Er is de laatste dagen in diplomatieke kringen zelfs eenige spanning ontstaan over de verhouding tusschen Italië en Engeland. Het terugroepen der Italiaansche jour nalisten uit Engeland 'heeft heel wat pennen in beweging gebracht. Slechts in Duitschland heeft het Ro- meinsche besluit algemeene en onvoor waardelijke instemming gevonden. Het blijkt wel, dat de spanning tus schen Engeland en Italië groot moet zijn. Intussc'hen reizen de Duitsche staatslie den druk naar Italië. Misschien straks ook omgekeerd. Wat wordt er klaar ge maakt den indruk van de hooge beteekenis van onzen tegenwoordigen minister-presi dent. Maar hij' ziet ook hoe dit leven door God geleid werd en gemaakt tot een in strument in Zijn hand. violetten gloed, maar ik had zoo graag gewild, dat ze bruin geweest waren. Ze kwam bij me) terwijl Reginald nog afwezig was, want het jacht was, door reparatie, in de een of andere haven op gehouden. Ik voelde een wanhopigen angst, dat ik zou sterven zonder hem weer teruggezien te hebben en ik smeek te God me zoolang te sparen, totdat hij kwam. Mijn gebed werd verhoord en juist op het oogenblik, dat alle hoop was opgegeven, kwam mijn man. In dat plech tige oogenblik was hij heel teer en vol berouw, en onbeschrijfelijk heerlijk was het zoo in absolute overgave in zijn ar men te liggen en opnieuw zijn liefde voor mij te hooren uitspreken. Zijn stem scheen me op te wekken uit mijn verdooving en zijn sterke magneti sche aanraking trok me in het leven te rug. En daarvoor ben ik erg dankbaar terwille van mijn man en van mijn kin dertjes, maar toch zou ik graag willen, dat ik niet zoo moe meer was. Reginald beweert, dat, indien ik er slechts in zou toestemmen om een opwek kend middel te gebruiken, ik heel gemak kelijk weer aan zou sterken, maar ik hui ver reeds terug bij de gedachte eraan. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1937 | | pagina 5