De bond „Landbouw en Maatschappij". Wijziging van de Crisis- invoerwet. Leestafel Hef Vrouwenhoekje Voor de jeugd. BRIEVEN UIT HET LAND VAN CADZAND. CXI. Een Hoogtijdag. Ge verlangt zeker van mij toeh wel geen verslag van de redevoeringen van onzen leider Dr Colijn. De kranten heb ben ze reeds zoo dikwijls gegeven en met kleine nuanceeringen, zal de inhoud wel ongeveer dezelfde zijn. Kan ook uit den aard der zaai niet anders. Maar er over zwijgen kan ik toch ook niet. Over dezen hoogtijdag in ons provinciale partijleven. Over een avond als wij in ons landje van Cadzand nog nooit hebben gehad en ver moedelijk ook wel niet gauw weer zullen krijgen. Dat is een avond geweest, waar nog na vele jaren over zal worden ge sproken in onze kringen. persoonlijk was in de gelegenheid de middag- en de avondvergadering bij te wonen in Middelburg en Oostburg en ik heb dubbel genoten, vooral ook hier van, dat Zijne Exc. de kunst verstaat hetzelfde op twee verschillende manieren te zeggen, die je twee keer doet genieten. In heb b.v. de visoh van M. en M. (elk der bijna 5000 menschen, die het ge hoord hebben, zullen wel de beteekenis van die twee M.'s weten) twee maal zien opdienen, er tweemaal van medegegeten en er tweemaal van genoten, en dat kun je van twee dezelfde gerechten, die je achter elkaar opgediend worden niet al tijd zeggen. Ik heb dien dag van nog meer genoten, maar je kunt niet alles in de krant zetten. Yoor ik iets zeg over den avond in Oostburg een enkele opmerking over den Partijdag in Middelburg, waarvan het hoogtepunt natuurlijk was de middag in de tent op het Molenwater. Een pracht- middag. Een eere-saluut aan do rege lingscommissie van Middelburg. Ik meen, dat deze regelingscommissie de propa- ganda-commissie uit de kiesvereeniging is. Als dat zoo is en bun propaganda onder leiding van hun eminenten voor zitter Dr Huizenga even goed in elkaar zit, als het zaakje op den middag van 6 Mei, dan hoeven wij voor Middelburg op 20 Mei niet te vreezen, Maar nu ga ik naar Oostburg. Zoo gauw je do Schelde over bent, voel je je moer op je gemak. Begin je zoo'n beetje het gevoel te krijgen van in eigsn huis ook nog wat te vertellen te hebben. Veel belangstelling, ook onderweg. Toch wel aardig, als de glans van een minister president, al is het dan maar voor enkele uren, ook op je afstraalt. Als politieman nen, die anders je doen stoppen om je remmen na te zien, nu baan maken voor je en in de houding springen. Weet je nog wel van dat verhaaltje van zoo'n straatvent, die door één onzer Holland- sche graven voor één dag graaf werd gemaakt 1 Ik merk, dat ik wat langwijlig ga wor den. Komt denk ik, omdat ik zit te pein zen over dien avond en eigenlijk de woor den niet kan vinden om den indruk, die hij' op miji maakte weer te geven. De indruk, die de schare in de tent op me maakte? Men zegt wel eens dat de Cadzandtenaars stille gesloten, wat on gevoelige naturen zijn. 'k Weet niet, na den avond van gisteren, of dat waar is. Weet je wat ik denk? Dat de snaar van het gevoel hier op een heel bijzondere toon gestemd is en dat niet iedereen die toon kan treffen. Maar dan weet ik ook, dat onze leider, Dr Colijn wel de kunst verstaat om de toon te laten medetrillen. Hoe? ja, dat weet je eigenlijk zelf niet. Hij slaat niet met zijn vuist op tafel, schreeuwt niet, zooals in de politiek nog al eens de gewoonte is, is er niet op uit je gemoed te treffen, en toch, als hij een tijdje bezig is, dan heeft hij je te pakken. Ik heb 1500 menschen, Cad- zantenaars en Axelaars samen spontaan zien uitbarsten van lachen, 'k heb ver eelte vuisten zien klappen, dat het een lust was, 'k heb ze ook in strak-gespan- nen aandacht zien meeleven met den spr. en 'k heb ook vochtige oogspiegels gezien toen de trouw aan Oranje en aan het beginsel zoo eenvoudig, maar pakkend ter sprake kwam. En meer kan ik er niet van zeggen. Mag ik nu ook nog in alle bescheiden heid een oordeel zeggen over onzen Lei der, onzen Colijn, In bescheidenheid en in dank aan God, da.t Hij ons in deze dagen zulk een man schonk. Ik ga dat doen met een citaat. Eén der mooiste boeken uit mijn jonge jaren is de Camera Obscura. Jammer, dat hij' op den achtergrond komt. Heb een nichtje, leerlinge H. B. S. Laatst over lectuur vroeg ik haar naar de Camera. Geloof, dat ze er iets uit had moeten lezen, maar tevens, dat ze het een vervelend boek vond. Wij niet. De jeugd van tegenwoor dig leest bij een verlichting van 100 De- calumen boeken, die wij nog niet eens in schemer dorsten lezen. Maar nu bedoeld citaat uit Teun de Jager „In geheel Schoorl en Bergen was geen beter jager dan Teun. Hij behoorde tot die weinige gelukkigen, die zoo goed als zeker van hun schot zijn. „Weet je wel, waar 't an houdt", had de oude Krelis eens gezegd, daar hij voor de „De Roode Leeuw" met eend ge boeren op de bierbank zat en Teun voorbij kwam, be laden met een zwaren jachtbuit; „weet je wel, waar 't an houdt, dat Teun de Ja ger, als er twee hoenders opgaan, de een vóór hem en de ander achter zijn rug, ze toch allebei neerleit?" „Omdat ie een dubbel geweer het," had men geantwoord. „Mis, maat!" had Krelis gezegd (en ik zeg het Krelis van harte na): „Omdat ie een dubbele kerel is". Toetreding van Antl-revolutlonalren ontoelaatbaar Aan het artikel in „Antirevolutionaire Staatkunde" over den agrarischen bond „Landbouw en Maatschappij" ontleenen wij nog het volgende. Bij L. en M. een vereeniging van in- dividueele leden, die locaal in af- deelingen, (de z.g.n. boerenbonden) wor den ingedeeld, „hebben we niet te doen met een voortbouwen op het bestaande, doch een doorkruisen van de bestaande maatschappelijke acties. Of om het zelfde ietwat anders uit te drukken de organische ontwikkeling van dit deel van het economisch leven wordt hier ver drongen door een soort mechaniseerend en onnatuurlijk streven tot gelijkschake ling van zoowel principieel als stoffelijk zeer sterk uiteenloopende landbouwgroe- pen met het uitgesproken doel een een heidsfront te vormen, een strijdfront, het welk niet allereerst gericht is op de posi tieve behartiging van de binnen dat front samengebrachte groepsbelangen (daar voor zijn de verlangens veel te onbe stemd en de onderlinge tegenstellingen veel te groot) doch op het negatieve doel: de afweer van een bepaalde, onwensche- lijk geachte regeeringspolitiek. Dit frontvormen is een modern ver schijnsel, hetwelk zich ook in ons land onder den invloed van nationaal-socialis- tische denkbeelden ontwikkelt. Het draagt een revolutionair karakter. Revolutionair in maatschappelijk op zicht, omdat het, zooals wij reeds op merkten, niet het maatschappelijk groei proces op organisatorisch gebied bevor dert doch verbreekt. Doch ook op staatkundig terrein betee- kent deze frontvorming in wezen een re volutionaire actie. Dit revolutionaire zit niet in de bestrij ding van de sociale en economische poli tiek der Regeering. Wie het daarmede niet eens is of zich daardoor in zijn be langen getroffen gevoelt, is alleszins be voogd deze politiek te bestrijden. Al wil len wij terloops wel opmerken, dat men bij die bestrijding de landbouwbevolking zeker niet dient door de landbouwbevol king tegenover de stedelijke bevolking in bescherming te nemen. Want dit zal lei den tot een verscherping van een tegen stelling, waarvan niet de stedelijke bevol king maar wel de plattelandsbevolking de dupe zal worden. Een onbeperkte vrije concurrentie zal zonder twijfel ernstige sociale misstanden in de steden tenge volge hebben. Doch wat er zonder over heidsbescherming van de landbouwbevol king terecht komt, leert de huidige cri sis. En verwerpt men de vrije concur rentie en wë men gaan in socialistische of nationaal-socialistische richting, dan zal het platteland, ook al zou de Over heid gaan aansturen op z.g. autarkie door een sterk protectionistische handelspoli tiek, toch de dupe worden van de alge- meene malaise, die van zoodanige politiek zonder eenigen twijfel het gevolg zou zijn. Ons land is nu eenmaal een land dat door zijn groote bevolking en gebrek aan grondstoffen op het buitenland aangewe zen is. De revolutionaire angel zit echter niet althans niet in de voornaamste plaats in de critiek op zich zelf; zelfs niet al zou die critiek op een bepaald oogenblik de grenzen van het oorbare overschrij den. Het revolutionaire zit hem in de front vorming, d.w.z. in het stellen van belang hebbenden, zelfs al loopen de onderlinge belangen en beginselen sterk uiteen, in een gesloten gelid tegen de Regeering evenals een leger in gesloten colonnes te gen den vijand oprukt. Dit revolutionair karakter, hetwelk deze frontbeweging met andere frontvor ming deelt (hierbij denken we met name aan het z.g. Particulier Vervoerfront) maakt toetreding voor antirevolutionairen zelfs nog afgezien van partij-organi satorische bezwaren o.i. ontoelaatbaar. Uitbreiding van de handelspolitieke bevoegdheden van de Regeering. Bij de Tweede Kamer is ingediend een wetsontwerp tot wijziging der Crisisin- voerwet. Ter toelichting wordt o.a. het volgende opgemerkt: Bij artikel 11 van de Crisisinvoerwet 1911 is bepaald, dat deze wet vervalt met ingang van den eersten Januari 1938. Al mogen de opvattingen omtrent de wen- sohelijfcheid van de mate van handhaving der contingenteeringen wellicht eeniger- mate uiteenloopen, het zal bij niemand aan twijfel onderhevig zijn, dat de geldig heidsduur van deze wet behoort te wor den verlengd. Het onderhavige wetsontwerp voorziet in de verlenging van den geldigheidsduur voor ©en nieuwe periode van drie jaren, eindigende 31 December 1930. De voorgestelde verlenging geeft den minister gelegenheid zijn toezegging na te komen met betrekking tot de uitbrei ding van de handelspolitieke bevoegdhe den van de Regeering. Anderzijds kan de gelegenheid worden gebruikt om enkele door de practijk naar voren gebrachte leemten in de wet aan te vullen. Voor wat betreft de wensöhelijkheid van uitbreiding der handelspolitieke be voegdheden van de Regeering, wijst de minister op het feit, dat in verisohillende landen, die voor one handelavOTkeer van belang zijn, de Rogooringen bevoegdheden ven bovengorcemden aard besitten» wolke zich verder uitstrekken dan die, waarover de Nederlandeohe Regeering thans be schikt. De minister is er zioh van bewust, dat de voorgestelde uitbreiding van bevoegd heden van vèrstrekkenden aard is. In ver band hiermede stelt hij zioh dan ook voor dat de Regeering er bedacht op zal moe ten blijven of het wellicht noodig zal zijn om, ter versterking van den waarborg tegen ongewenschte toepassing van de wet, de commissie, welke tot taak heeft, de Regeering over die toepassing van ad vies te dienen, in haar samenstelling te herzien. De regeling van de bemoeiing van de wetgevende macht met een tot stand ge komen contingenteeringsbesluit is in een nieuw voorgesteld artikel eenigszins ge wijzigd. In plaats van een wet tot voor ziening in het bij het besluit bepaalde, bepaalt het ontwerp thans, dat dit be sluit door den wetgever moet worden be krachtigd. Stemmen des Tijds, Maandblad voor Christendom en Cultuur. Het Meinummer van dit tijdschrift met zijn steeds belang rijken inhoud, is wel zeer actueel. Zoo geeft Jhr Mr D. J. de Geer een bijdrage over: In verkiezingsdagen. A. Hallema schrijft over: "Wat er een eeuw geleden werd gedaan voor de werklooze jeugd. De economische kroniek van Prof. Mr P. A. Diepenhorst is gewijd aan de Oslo-con ventie en wat daarmee samenhangt. Ver der bevat dit nummer nog: Godsdienst onderwijs en humor door W. ten Kate; Een „Opstandige" door P. J. Molenaar; Over jazzmuziek door A. E. M. Aldus; Roswitha Bitterlich door Ed. Houbolt en Leestafel. Een. interessant nummer. Uit geefster is de N. V. G. J. A. Ruys' Uitg.- Mij te Zutphen. Antirevolutionaire Staatkunde. Het April-nummer van het orgaan der Dr A. Kuyperstichting heeft den volgenden inhoud: Eïnile Doumergue f, door Dr A. Le Ccrf (vertaling van D'r O. Beekon- kamp); Het Middelbaar Onderwijs (Hl), door Dr W. J. Kolkert Jr; Borgstellings- fondsen en saneeringsbureaux voor den Middenstand (I), door Mr P. G. Knibbe. De Adviezenrubriek handelt over: „Land bouw en Maatschappij", Kabinet en poli tieke partijen in Engeland; Borgste'Uings- fondsen; Steun aan de provincie. Een paar schotels voor Mei. Rijstrand met roereieren (4 pers.). 4 ons rijst, 1 L. kokend water, 2 ons geraspte kaas, 2 theelepels Maggi's Aroma, een beetje zout, 4 eieren, 4 eetle pels melk, V» theelepel zout, een beetje peper. Wasoh de rijst, kook ze gaar in 1 L. water en een beetje zout, in Va uur, vermeng ze daarna met de Maggi's Aro ma en de geraspte kaas. Klop de eieren in een kom met wat peper en zout en een theelepel Maggi's Aroma. Voeg dan de melk toe en klop alles door elkaar. Smelt een stukje boter in de koekenpan. Giot de eiermassa erin en schuif met een hou ten lepel over den bodem der pan, zoo lang, tot de eieren een klonterige massa zijn geworden, dus gestold zijn. Verwarm de rijst nog eens. Leg ze dan met behulp van twee eetlepels in een ring op een verwarmde schaal; leg in het midden de roereieren. Leg er een rand sla omheen. Pikante slaschotel met eieren. 1 gaargekookte selderijknol, wat koude gekookte aardappelen, mayon naise, 4 eieren, 2 ons fijngehakte ham, 2 theelepels Maggi's Aroma, 2 eetlepels slaolie, 3 eetlepels azijn, een beetje mos terd en peper. Snijd de koude, gekookte aardappelen in plakjes. Meng een beetje mosterd en peper aan met een paar eetlepels slaolie, azijn en 2 theelepels Maggi's Aroma en giet dit sausje over de aardappelen. Roer het er voorzichtig door. Hak selderijknol en ham goed fijn, vermeng ze met een paan lepels mayonnaise, die gemaakt is door een eidooier te roeren en er telkens druppelsgewijs, onder roeren slaolie bij te doen en daarna wat azijn. Kook de eie ren hard, pel ze, snijd ze doormidden, haal de dooier er uit, vul ze met de ham, leg ze weer tegen elkaar en zóó op de aardappelsla. Strooi het eigeel over de aardappelsla. Kaaseieren (4 pers.) Eenige dunne schijfjes oud wittebrood, plakjes kaas, 2 theelepels Maggi's Aroma, 4 eie ren, een stukje boter, een beetje zout. Wrijf een vuurvaste schaal goed in met boter, bedek den bodem geheel met de schijfjes wittebrood, sprenkel op de snee tjes eenige druppels Maggi's Aroma, be dek ze daarna met de schijfjes kaas en zet het gerecht in den oven, zoodat het goed warm wordt. Laat het zoolang in den oven staan tot de kaas begint te smel ten. Neem de schaal uit den oven. Laat de inhoud van de eieren voorzichtig op de moetjes kaas vallen, zet het sohaaltjs weer in den oven en laat het eiwit stollen. Aardappelen met kansen b i e t e n s 1 a (4 pers.) 1 kg koude ge kookte aardappelen, oen half pond kaas, bieten, slaolie, azijn, mosterd, zou'l, 2 theelepels Maggi's Aroma, boter of vet. Bak de in schijfjes gesneden aardap pelen in boter of vet lichtbruin, doe er vervolgens de in dobbelsteentjes gesneden kaas bij en laat deze ook even meebakken. Leg de aardappelen in een schaal en leg er een rand bietensla omheen. Snijd hier voor de gekookte en van de schil ontdane bieten in zeer dunne schijfjes, vermeng ze met slaolie, azijn, Maggi's Aroma, zout en mosterd. Inplaats van bieten, kan men ook krop sla nemen. Havermoutballen(4 pers.) 2 ons havermout, een halve L. kokend water, 3 theelepels Maggi's Aroma, 2 ons gehakte ham, 23 eieren, 4 gekookte aardappelen, vet om te bakken. Giet het kokende water op de haver mout eu laat ze dichtgedekt 12 uur weeken. Roer er daarna de fijngehakte ham door, de fijngewreven aardappelen, de geklopte eieren en de Maggi's Aroma. Vorm van deze massa met 2 eetlepels bal len en laat ze in heet vet glijden. Bak ze hierin gaar en bruin. Geef Dij deze havermoutballen kropsla of gestoofde groente. Eenige wenken. Geel koper wordt prachtig glanzend door een behandeling met oitroensap, waarin een lepel zout is opgelost. Ci troensap met zout verwijdert ook roest en inktvlekken. Tinnen voorwerpen moeten nat ge schuurd worden. We dompelen ze daar toe eerst een poosje in sodawater en schuren ze dan met Brusselsche aarde of zeer fijn zand schoon. Afspoelen, af- zeemen en in zon en wind te drogen zet ten. Antieke tinnen voorwerpen, die wei nig schuren kunnen verdragen, wascht men af en toe in het zeepwater schoon. Geen poetsmiddelen gebruiken, die beder ven de echte tinkleur. Thermosflesschon reinigt men het gemakkelijkst met azijln en zout. Beste Nichtjes en Neefjes, Daar de briefjes door den Zondags dienst Donderdag bij de posterijen niet op tijd in mijn bezat waren zal ik nu alleen de prijsjes bekend maken en de volgende week de briefjes beantwoorden. Natuurlijk zijn jullie het meest nieuws gierig naar de prijswinnaars en daarom zal ik die hier eerst laten volgen. Allen ontvangen een vulpotlood. Aan het eind ervan zit een soort busje waar je aan draaien moet om de punt langer of korteT te maken, trek je het busje er af (even flink trekken), dan zie je een stukje gum, en trek je dat gum er uit dan ko men er reservepotloodjes te voorschijn, waarmee je het potlood kunt vullen. Er zit ook een houder aan waarmee de jon gens het aan hun jaszak (vesten dragen jullie toch nog niet?) kunnen bevestigen. D'e prijwinnaars zijn: Rozeknopje, Corn, de Witt, J. P. Coen, Bloedvink, Fietsertje, ïris, Blauwoogje, De Groot, Spring in 't Veld, Blondkopje, De Ruiter, Maurits, Babhelgraag, Boomklimmer, Bruinoogje, Zus, Moeders Jongste, Schrijfstertje en Pauwstaartje. Hier volgen de oplossingen van de prijsraadsels. 6 Maart: 1. Wie niet hoort naar goe den raad, die beklaagt zich meest te laat. Onderd.: gehoor, klaagzang, taal, niets, Naarden, tiende, meester, dito, weerbe richt, raadsel, woord. 2. De landman zaait, God geeft den wasdom. Onderd.: zaad, manen, elf, dom, steel, watten, gans, goedig. 3 April: 1. Wie met de zon steeds op wil staan, moet met de kippen naar bed toe gaan. Onderd.: begin, weide, winter, zomer, lente, maat, tandarts, tomaat, ge dwee, sponde, koolraap, spaanders. 2. Op een April, verloor Alva zijn bril. Onderd.: zilver, vlo, appel, val, pijn, ballon, April, revolver. 17 April: 1. Zaterdag had in bijzijn van de Koningin de te waterlating van de Nieuw-Amsterdam plaats. Onderd.: Nieuw- Amsterdam, Piet Hein, Baarn, Soest, gon del, verkiezingen, partijen, Straat van Gibraltar, promenade, Waddenzee, dijk. 2. April doet steeds wat hij wil. Onderd.: post, halt, spat, radijs, wild, steel, wiel. 1 Mei: 1. De zending is van groote be teekenis voor de komst van Gods Ko ninkrijk. Onderd.: dokter, Soenda, vor sten, Oost-Indië, zending, batikken, Soem- ba, kris, kerken, vijand, gong. 2. Bid en werk dan maakt God sterk. Onderd.: mak, wit, den, baas, krom, kort, nergens, das, d. En nu de raadsels. 1. Voor de grooteren. De middelste letters van de volgende gevraagde woorden, die allen uit 5 let ters bestaan, vormen een woord, waar we vandaag allemaal belang in stellen. 1. Een ander woord voor sidderen; 2. een kleur; 3. een soort gebak; 4. een vrucht; 5. een familielid; 6. het tegen overgestelde van nooit; 7. dierenwoon- plaatsen; 8. niet klein; 9. teer, licht breek baar; 10. hooren we haast in ieder huis. Welk woord vormen de laatste letters van de volgende uit drie letters bestaan de woorden? 1. Gebruik je op school; 2. is altijd in beweging; 3. buitenhaven; 4. bij een boer derij. DE KLEINE KAPITEIN, IV, Ja, dat was suf, de andoren hadden er wei een bij zich. Maar pim wist raad, Je mag dat van mij wel aan hebben, dan zwom ik in mijn broek. Moe heeft vanmorgen toch gezogd, dat hot do laatste dag is, dat ik die aan heb, morgen moot ie gewasschen en dan is ie meteen een beetie minder vuil. Wel ja, dat kon best, vonden de ande ren ook. „Je krijgt vandaag je laatste les, ka pitein; we zullen je nog een keer helpen en dan moet je alleen van den kant af zien te komen. Wout glunderde; als het nu maar ging, maar hij zou zijn best doen, hij, wou het alleen leeren. Zonder dat iemand het wist, hadden de jongens Wout leeren zwemmen; hij had er al zoo vaak met verlangende blikken naar zitten kijken als de jongens zoo heerlijk in het water plonsten en toen was Jan opeens op de gedachte gekGmen dat Wout het ook best kon leeren. Hij had het meteen voorgedaan met één been; het ging best. Als dat eens kon! Wout geloofde het niet erg, maar de andere jongens vielen Jan bij dat het heusch wel gaan zou. Wout had toen meteen Pim z'n natte badpak aangekregen en de les was be gonnen. Hij had er wel even tegen op gezien. Hoe moest hiji in het water komen? Z'n stok kon hij toch niet meenemen? Maar ze wisten overal raad op en met z'n tweeën hadden ze hem geholpen. De lessen hadden heel wat plezier ge geven, maar Wout had goed zijn best go- daan en nu kon hij het al een beetje. 't Ging toch maar wat goed den laat- sten keer, vond Frans. Jo, dat verleer je nooit meer, en straks ga je alleen hoor; je zult zien dat het best kan. Ze zaten er druk over te praten hoe het wel en hoe het niet moest en onder- tusschen had Pim de boot ongemerkt naar den kant gestuurd; daar op oen boe renerf liepen zooveel kippen, en als Hm kippen zag, moest hij' zo opjagen ook. Vóór de andoren het 'konden verhinderen waren zo al vlak bij den kant en mot een flinken sprong stond Pim al op den wal. „Daar heb je Pim weer. We gaan door hoor!" klonk het vanuit de boot. Maar Pim hoorde niets. Kusoh, kusch joeg hij achter de kippen aan, die 'kakelend uit een staven. Drie vlogen er wild de schuur in, waarvan de deur wijd open stond. Pim er achteraan, maar meteen kwam de boerin te voorschijn, die de deur vlak achter hem dichtsmeet. De jongens schrokken er van. „Daar heb je 'tnou weer," mopperde Jan, „die vervelende Pim, nou kunnen wij hem er zeker weer uit gaan halen; maar ik dank je lekker; waarom blijft hij niet hier?" Meteen 'klonk er een erbarmelijk ge jammer vanuit de schuur. „Och boerinne, boerinne, laat me er uit, och, moedèr, anoedèr!" „Nee!" riep de boerin terug, van bui ten, door het sleutelgat. De jongens schaterden het uit, die zotte Pint ook, en meteen klonk het weer: „Boerinne, boerinne, laat me er uit, m'n kissie, ik zal het nooit weer doen!" „Je blijft er vandaag maar in hoor," riep ze weer terug, „je zit er goed; moet je maar van een andermans erf afblij ven!" Daér, Wout zag het 'teerst, aan den achterkant van de schuur, boven uit een raampje, kwam het lachende gezicht van Pim te voorschijn, toen een arm, hij zwaaide in de richting van de boot, en was meteen verdwenen; vlak daarop klonk weer zijn gehuil: „Boerinne, laat me er uit!" „Daar moet hulp verschaft worden," commandeerde Wout, die zich meteen weer de kapitein voelde, „alleen kan hij er niet uit komen." „Ik ga wel." Frans stond al met een been op den wal. „Dat is goed en Jan blijft met mij aan de riemen, dat we meteen kunnen vluch ten als jullie terugkomen." „Je blijft er in!" schreeuwde de boerin terug, en onderwijl sloop Frans gebukt naar den achterkant van de schuur. „Boerinne, boerinne," klonk het weer en vlak daarop kwam een been van Pim door het raampje te voorschijn. /,Jo, vooruit, gauw dan", fluisterde Frans, „vlug, ze heeft nog niets gemerkt." „Ja, hou me vast," daar kwam een tweede been, „nee, niet trekken, wacht even," langzaam liet hij zich door het raampje zakken; de jongens in de boot zagen hem te voorschijn komen. „O, Wout," Jan schaterde het uit. Het was ook zoo'n komiek gezicht, de boerin gebukt bij het sleutelgat en aan den anderen kant Pim half uit 't raampje. „Kun je me nog even houden?" fluis terde Pim tegen Frans. Zijn hoofd was noig binnen, en toen klonk het weer met een huilstem door de schuur: „Boerinne, laat me er uit!" Plof, daar rolde Pim met Frans, die hem natuurlijk niet houden kon, door het zand; als de boerin nu maar niets merkte; maar nee: „Je blijft er in," schreeuwde ze juist weer door het sleu telgat. Uit de boot zwaaiden ze, gauw dan. Achter elkaar holden Pim en Frans over het erf, en Pim zag nog gauw kans een paar kippen die daar weer rustig rondliepen, op te jagen. De boerin stond nog steeds door het sleutelgat te roepen; ze kon de jongens nog niet zien, wel toen zo in de boot sprongen, die de anderen nog een eindje verder hadden laten glijden. Ze waren erl

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1937 | | pagina 6