Dr Colijn in Zeeland. EERSTE BLAD VRIJDAG 7 MEI 1937 DAGBLAD VOOR DE PROVINCIE ZEELAND 51e JAARGANG No. m Een tjokvolle tent te Middelburg. Een grootsche ovatie. J. M. Polderman Belangrijkste Nieuws Uitg.: N.V. Uitgevers-Maatschappij „Luctor et Emergo" ter exploitatie van het blad „De Zeeuw" Bureaux Lange Vorststraat 70, Goes. Telefoonnummer 11. Postchèque en Girorekening 44455, Bijkantoor Middelburg: Fa BOEKHANDEL J. J. FANOY, Lange Burg 40, Tel. 28. Directeur-Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA. Abonnementsprijs i2.50 per kwartaal, weekabonnementen voor Middelburg, Goes en Vlissingen f 0.20. Losse nummers 5 cent. Advertentiön 30 cent per regel. Ingezonden mededeelingen 60 cent per regel, Kleine Advertentiën Dinsdags en Vrijdags ƒ0,75, bij vooruitbetaling. Onder letter of motto 10.85. Bij contract belangrijke korting. De Zeeuwen hadden gelezen, hoe in tal van plaatsen een overweldigende belang stelling werd gevonden voor de veriue- zingaredevoeringen van d r H. G o 1 y n, onzen Moeken minister-president, N r 1 van lijst drie. Eu ze popelden van ongeduld om den leider der A.R. partij te toonen hoe ook zij hem hooge achting toedragen. iWeinu, "Woensdag hebben zij die gele genheid gehad. Duizenden Zeeuwen heboen te Middelburg en te Oost burg met gespannen aandacht gtluis tord naar de Mare uiteenzetting van den premier. Zeldzaam helder en overzichte lijk, zooais alleen dr Colijn dat kan, was de teeüening van den toestand van 1933 en van nu. Eerlijk en openhartig werd den hoorders voorgehouden, wat de re geering heelt gedaan, waarin zij wellicht louten heelt gemaaM, wat is bereikt en met welk program de A.R. partij den verkiezingsstrijd ingaat. Geen sprake was er van het strooien met belolten. Inte gendeel, eer een zich angstvallig ont houden daarvan. Een dergelijke rede moet wel bij ieder weldenkend luisteraar, tot welke richting hij ook behoort, de sympathie voor dezen staatsman van hooge opvatting hebben doen groeien. Zooals reeds gezegd, was de belangr stelling groot. Ruim drie duizend per sonen vulden Woensdagmiddag te Mid delburg de geheel uitverkochte tent op het Molenwater en nog moesten verschei dene luisteraars worden teleurgesteld. Ook buiten de tent trachtte men nog de rede te volgen. Een imposant gezicht, die groote schare, waarvan velen zich met een staanplaats moesten tevreden stellen. Indrukwekkend, als deze massa den heer Colijn een warme ovatie brengt of zich verheft om hem een zegenbede toe te zingen. Welk een bezieling gaat er van zulk een samenkomst, van zulk een hoog staande rede uit. Hoe verlaagt een beweging als de N. S. B. zich door met moddernaar zu lk e en e m i n e n t man te gooien. Het is, alsof ze het tegendeel er mee bereikt van wat ze zich er van voorstelde: ze blameert er zichzelf mee en de sympathie voor dr Colijn wordt er des te grooter door. Hel is alsof ook het Zeeuwsche volk van al lerlei richting door een dergelijke mas sale huldiging tegen zulk minderwaar dig geschrijf en gezwets wil protesteeren Zij, die Woensdagmiddag wat vroeg present waren, kortten zich den tijd door het zingen van vaderlandsche liederen, begeleid door een muziekkorps. De tent was aardig met vlaggetjes en wimpels versierd, terwijl het podium, waarop behalve het Prov. Comité van A.-R. Kiesvereenigingen in Zeeland ook de Commissaris der Koningin, het lid der Eerste Kamer, Jhr Mr v. Asch van Wijk, de burgemeester en de garnizoens commandant van Middelburg hadden plaats genomen, kwistig van groen en bloemen was voorzien. Toen te ongeveer twee uur Zijne Excel lentie dr Colijn, voorafgegaan door den voorzitter van het Prov. Comité, den heer J. A. D o m i n i c u s, binnentrad, en zich met kwieken pas naar het podium begaf, volgde een geklap en een gejuich, waaraan schier geen einde kwam. Later herhaalde het zich, toen de heer Colijn voor den katheder kwam. Toen iemand de bekende zegenbede uit Ps 134:3 inzette, werd dit door allen mee aangeheven. Kloek en krachtig (alle psalm- en ge zangverzen werden staande gezongen) Monk op verzoek van den voorzitter, de strijdzang uit Ps. 89: 8 op. D'aarna volg de Schriftlezing (een gedeelte van 2 Kon. 6) en gebed. Openingsrede. De heer Dominicus wees er in zijn openingswoord op, dat hier de verschil lende deelen van onze zoo moeilijk gele gen provincie vertegenwoordigd waren. Stedelingen en dorpsbewoners, hoogge plaatste» en eenvoudigen allen zdjm, bij alle verschil, één in het geloof der vade ren, in geloof aan het Woord, dat zegt: Door Mij regeeren de Koningen, in bezie ling voor den verkiezingsstrijd voor gods dienst, gezin en gezag. Spr. verwelkomde bijzonder hartelijk dr Colijn, die in dezen strijd zulk een groot aandeel heeft. Dr Colijn aan het woord. Dr Colijn, het woord verkrijgend, be gon zich voor zijn verkouden stem te verontschuldigen. Dht wordt echter met een kwartier wel beter. (Gelach.) Een defect aan den luidspreker ver oorzaakte een oponthoud. Nadat dr Co lijn inmiddels had gepoogd de schare door het uitzetten van zijn stem zondei luidspreker te hereiken, was het manke ment spoedig verholpen en konden ver der allen den spreker uitstekend volgen. Dé tijd is weer aangebroken, aldus Spr., dat velen het land doortrekken met een doos vol beloften onder den arm die ze dan kwistig rondstrooien. Wanneer gij denkt, dat ik ook zoo'n doos bij me heb, dan vergist ge u. Ik kan voor de volgende vier jaar weinig belo ven. Alleen hij, die geen verant- woordelijkheiddraagt kan gul zijn met beloften. Maar ik behoor tot die menschen, die kans loopen geroe pen te worden tot uitvoering van wat in uitzicht is gesteld. En dat noopt tot dub bele voorzichtigheid. Er is echter iets anders, waarop ik wijzen mag. Ik wil een vergelijking ma ken tusschen 1933, toen we ook aan den vooravond der verMezing stonden en nu De landbouw. Als de regeering niet krachtig had in gegrepen en de prijzen der producten niet had geregeld, had de landbouwer het le ven er niet bij kunnen houden. Natuur lijk kon de vioegere welvaart niet ge handhaafd Jblijven, maar verdere inzin king kon toch worden tegengegaan. Er zijn wel eens Machten gehoord, ook uit Zeeland, over de maatregelen tot steun aan den landbouw. Ik kan me heel goed voorstellen, dat de legeering fouten heeft gemaakt. Ze zag zich voor een ge heel nieuwe taak geplaatst. Ze moest op treden als akkerhouwer, bloemist, zuivel- boer, en textielfabrikant, ze moest leiding geven aan den scheepsbouw, ja op bijna elk gebied van het economisch leven. D&t was een bovenmenschelijke taak. Het spreekt vanzelf, dat daarbij fouten zijn gemaakt. Maar ge hebt alleen recht daarover te Magen, als ge een betere wijze van helpen weet. Men moest liever medelijden hebben met de regeering, die zulk moeilijk werk moest doen. Kleine individueele klachten konden niet voorkomen worden, ook om dat de regeering rekening had te houden met het algemeen belang en al de verschillende, vaak uiteenloopende be langen met elkaar in evenwicht moest brengen. Het bedrijfsleven. In 1933 was de scheepsbouwindustrie tot op 1/7 ingekrompen van wat zij vier jaar tevoren aan werkgelegenheid bood. Wat dat beteekent, weet men in Vlissingen wel. Eh nu? Nu wordt allerwegen het ha- mergeMop op de werven gehoord. Eh hier en daar verneemt men zelfs de klacht, dat men geoefende handen te kort komt. Ga eens naar Twente. Dte textiel industrie was diep gevallen en nu komt men bij sommige onderdeelen van de fa bricage handen tekort. Dit is toch iets anders dan wanhoop en diepe depressie. Zoo gunstig is het overal niet. Bij den landbouw zeker nog niet. Wel is men er in geslaagd dien voor algebeelen on dergang te behoeden. Men zal zeggen, dat dit niet alles is te danken aan den arbeid der Nederland- sohe regeering want de wereldconjunctuur is verbeterd. Dit is juist. Men mocht geen enkele regeering ver antwoordelijk stellen voor maatregelen van 'het buitenland. En nu mag men even min aan de regeering de eer geven van de verbetering der wereldconjunctuur. Maar het r e ge e r i n gs b e 1 e i d in de afgeloopen vier jaar is wel zoodanig geweest, dat Ne derland thans in de positie verkeert, dat ons land van de verbetering der wereldcon junctuurkan profiteeren. In sommige andere landen, b.v. in Frankrijk, heeft men een geheel andere politiek gevoerd. Maar daar is het nu ook geheel anders dan hier. Hoe staat het met het gezag? Hoe was het in 1933 gesteld met de opvattingen over de handhaving van het gezag? Ik herinner aan wat in Curacao is ge schied. Men slikte toen de houding van den hoogsten vertegenwoordiger van het Nederlandsche gezag. En wat plaats had op de vloot in In- dië, een paar maanden voor het kabinet optrad, is bekend. Zóó ver was het geko- mlen, dat de gezagsorganen van den Staat niet meer ten volle betrouwbaar wer den geacht. Het is gelukkig nu anders hiermee ge steld. Die verandering is niet geschied door maatregelen van geweld van de zijde der regeering. Alles is heel rustig gegaan. In Amsterdam heeft men getracht te weten te ko men, hoe ver men onder het nieuwe kabinet wel kon gaan. Ik ben toen zelf naar Amsterdam gegaan, en het bleek wel, dat men niet héél ver kon gaan. (Ap plaus.) Nadien is het rustig gebleven. Het ge zag wordt weer op behoorlijke wijze ge ëerbiedigd, ook omdat de lagere bestuurs organen wel weten, dat ze kunnen reke nen op den steun der regeering en dat ze niet elk oogenblik op 't stoepje worden geroepen om een standje te ontvangen omdat ze te kras zijn opgetreden. Geen slot op den mond. Er zijn echter menschen, die meenen, dat de regeering anders moest optreden. Maar ik wil liever niet ieder en Nederlan der, die zich wat luidruchtig uit, een slot op den mond leggen. De critiek moet niet gesmoord. De vrijheid van gedachten- uiting moet blijven bestaan. Ik geef toe, dat deze uiting wel eens op onbehoorlijke wijze gebeurt. Maar dat kan men alleen verhinderen als men ook het behoorlijke verbiedt. De financiën. De financieele toestand was in 1933 zóó, dat men daarover de handen in wanhoop vouwde. Het tekort op de huis houdelijke uitgaven van den Staat be droeg niet minder dan 200 millioen. We zijn er ook nu nog niet. Daar man keert nog heel wat aan. Maar wegge nomen is toch de angstige beklemming die er in '33 was. We zien weer licht. Op bet oogenblik vertoo- nen zich de eerste licht strepen aan den horizon. Men mag verwachten, dat de uitkomsten over 1937 belangrijik beter zullen zijin dan de raming was, die op het eind van het vorig jaar is opgemaakt. Met dank aan God mogen we erkennen, dat aan het eind van de vier jaar de lichtstralen weer door het wolkendek val len. Wel moeten we ons realiseeren, dat enkele uitgaven (zooals voor defensie en eenige uitbreiding der sociale verzeke ring) zullen stijgen. Resumeerende mag gezegd, dat de re- geeringspolitiek in groote lijnen juist is geweest, zoodat aan de Mezers mag wor den gevraagd dit beleid te bestendigen. De uitkomsten van de afgeloopen vier jaar zijin de beste belofte voor de vol gende vier jaren. De critiek. Met critiek van onverantwoordelijke menschen, houd ik, aldus dr Colijn, geen rekening. Hij', die alleen, of met zijin tweeën of drieën in de Kamer zit, kan alles zeggen. Hiji zal nooit worden geroe pen zijn woorden in daden om te zetten. Maar er is ook een sterke partij' als de S.D.A.P. Ziji zou in bepaalde omstandig heden kunnen worden uitgenoodigd aan het regeeringsbeleid deel te nemen, al zal dit niet het geval zijn, zoolang ik hierop eenigen invloed kan uitoefenen. (Applaus.) De S.D.A.P. beweert: le dat de aan passingspolitiek verkeerd is geweest en 2e dat niet genoeg gedaan is voor de be strijding der werMoosheid. Het is miji volmaakt onbegrijpelijk hoe men tot de eerste stelling kan komen. De regeering móést rekenen met de sterk gewijzigde omstandigheden. Dat moeten wijl toch ook in ons particulier leven en in het bedrijfsleven? Waarom dan niet de Staat? Men heeft van dien Staat soms een geheel verkeerde opvatting. Dat is geen boom, waaraan men maar schudden kan. De Staat is zoo arm als een kerkrot (ge lach). Hiji heeft niets, tenzij' hij' het eerst uit uw zakken heeft gehaald. Als de inkomsten van den Staat dalen, dan ,is ook de Staat verplicht, zich aan die omstandigheden aan te passen. Als men zegt: „haal het biji de rijken", dan wijs ik er op, dat er van elke 100 belastingbetalers maar één is, die een inkomen heeft van f 10.000 en meer per jaar en van elke 100 maar vijf, die de f 5000 inkomen halen. Men moet niet in de luoht redeneeren, maar met de feiten rekening houden. De aanpassingspolitiek is voor Neder land zegenrijk geweest. Hoewel uit oorzaak van de crisis in deze vier jaar 1400 a 1500 millioen u i t g e g e v e n m o e s t worden, is juist door de aanpassing de schuld van het land met niet meer dan 252 millioen toegenomen (de gemeenten buiten be schouwing gelaten). De rest is uit de gewone middelen gedekt. Met dit resultaat ben ik tevreden. Het eerste wat ik nastreef is zeker- Electrotechnicus Goes Erkend Philips' Service beid. Geen speculeeren, geen leven op de toekomst. Daarvoor leent zich geen enkel Anti-Revolutionairl De werkloosheid. Wat de bestrijding der werMoosheid betreft, heeft de regeering altijd gestreefd naar opheffing van het bedrijfsleven. Alle andere middelen geven maar t ij d e 1 ij k e verbetering. Het is niet geoorloofd voor publieke werken leeningen te sluiten, wanneer de economische welvaart van het land er niet door wordt verhoogd. De sociaal-democraten willen drie jaar lang f200 millioen uitgeven voor aller lei werken. Zijn die werken van econo misch nut er inderdaad? De regeering had zich hiermee al een jaar lang bezig gehouden, vóór het Plan er was. Het is zedelijk ongeoorloofd lasten voor werken, die geen meerdere welvaart brengen, op het nageslacht te leggen. Eén royaal leven te leiden, en als het vast loopt, te groeten en heen te gaan, is gemakkelijk. Maar ik, aldus Spr., zal mijn naam aan zulk een politiek niet geven. De S.D.A.P. zegt verhooging der koop kracht te willen. Maar ze beoogt geen natuurlijke koopkraohtverhooging. Als ieder van de hier aanwezige 3000 menschen aan mij straks f 1 geeft, heb ik f 3000 meer koopkracht. Maar de men schen hier in de tent zijn samen f3000 armer geworden. Het is verschui ving van koopkracht, anders niet. Zoo gaat het ook met den fiscus en den belastingbetaler. Men kan niets koopen van wat men aan den fiscus betaalt. De werkloosheid blijft nog een ernstig probleem. Maar ook hier zien we toch eenig licht. In de afgeloopen drie wintermaanden is het aan tal werkloozen met 32.000 toegenomen. In dezelfde maanden van den vorigen winter met 160.000. Met onbetwistbare c ijl - fers is het aan te toonen dat tusschen 1 Jan 1933 e n 1 Jan. 1937 in Nederland 100.000 menschen méér in het arbeidsproces werk zaam zijin gesteld. Dat is niet zoo mooi als ik wel wilde. De toestand is nog ernstig. Maar het is onjuist te beweren, dat er geen verbetering is in getreden. In het eerste kwartaal 1937 bedroegen de uitga ven voor steun en werk- loozenzorg f3 millioen min der dan in het le kwar taal '36. Er is zelfs een belangr ij'ke progressie in. In Januari was het ver schil V2 millioen, in Febr. fl millioen en in Maart fl^ millioen. De toekomst. Wat het bedrijfsleven betreft, zal steun nog wel eenigen tijd noodig zijn. In de toekomst zal vooral aandacht vragen de wijze waarop de staatsbe moeiing met het bedrijf is ingericht. Het onderling verhand in de regeeringsmaat- regelen ontbrak door tijdsgebrek wel eens. In de volgende vier jaar zullen we er naar moeten staan het dwangbuis, waar in het bedrijfsleven is ge kluisterd, weer uit te trek ken. De leiding van de Overheid kan nu nog niet worden ontbeerd. Maar al te op dringerige bemoeiing van de Overheid moet worden opgeruimd. Alles hangt hier af van de opleving van het bedrijfsleven, van de uitvoermo- gelijkheid. De regeeringspolitiek moet er op gericht worden, dat deuren en vensters weer open gaan. Daarin ligt de oplossing van het werkloosheidsvraagstuk. Geen nationaal-socialisme. Bij deze verkiezingen wordt voor de eerste maal in de geschiedenis van het Koninkrijk der Nederlanden een opzette lijke aanval op de wettelijke grondslagen van ons staatsbestel ondernomen. De N. S.B. wil een volksvertegenwoordiging, die een of tweemaal per jaar bijeenkomt om de handen op elkaar te leggen en toe te juichen wat de regeering wil. Wat w ij, A n t i-R evolutio- Dit nummer bestaat uit 2 bladen. Binnenland. Spreekbeurten van Dr Colijn te Middel burg en Oostburg. Dé Bondsdag der Gerei. Jongelingen te Middelburg. Buitenland. Het hicbtsohip Hindenburg verongelukt. Meer dan dertig dooden. Bombardementen in Spanje. D© opstand in Catalonië. nairen willen, is een zelf standige regeering en een zelfstandige volksverte genwoordiging. De scheids lijn tusschen die twee moe ten we goed in 'toog hou den. De volksvertegenwoordiging moet vriji controle uitoefenen op de regeering. E;n de regeering moet op haar eigen terrein kunnen handelen zonder elk oogenblik angstig te moeten kijken naar de volks vertegenwoordiging. De laatste moet niet gaan zitten op den stoel der regeering. Ln wezen zajn fascisme en nationaal- socialisme even revolutionair als de Fransche revolutie van 1789. Ik zie geen gevaar dat in Nederland een derge lijke beweging kan slagen. Dit is uitgesloten, alleen al omdat w ij er z iji n. (Daverend applaus.) Beginsel moet scheip tegenover be ginsel gesteld worden. Het werkelijk hoofd van den Staat en van de re geering, dat b 1 ij v e in Ne derland Oranje. (Applaus en hoera-geroep.) Dat wordt niet overgedra gen aan eenigen onderdaan van Oranje. Onze volksvrijheden willen we ongerept handhaven en wij weten, dat deze bij nie mand veiliger zijn dan bij Oranje. (We derom applaus). Sommige menschen hebben het tegen woordig moeilijk met die twee M's (Mus- sertMoscou). Maar dat doet me denken aan iemand, die zich pijnigt met de vraag, wat bij van een visch moet hebben: kop of staart. Maar de man vergeet, dat er ook nog een middenmoot is en dat kop en staart wor den weggegooid (vroolijkheid). Alles waggelt. Zien we om ons heen naar andere lan den, dan valt ons op, dat alles waggelt. Dit komt, omldat men heeft losgelaten het eenige, waarachtige fundament: het ge openbaarde Woord Gods. Met nadruk behoort bijl deze stembus te worden uitgesproken, dat daar de wor tel zit van alle ellende van den tegen- woordigen tijd. Alleen door terugkeer tot de Goddelijke Ordinantiën ook voor Staat en Maatschap1- pij, kan de wereld weer worden geleid naar rust en zekerheid en kunnen we worden bewaard voor rampen, die nog altijd dreigen. Daartoe doe ik een be roep op het Christel ij1 'k- nationale geweten van ons Nederlandsche volk, dat Over de kerkmuren heen elkander de hand weet te reiken, als het gaat om het geloof in God Al machtig. Ik zeg niet tot allen die hier zijin: stemt op miji, maar stemt zoo, als ge dit voor God en uw geweten kunt verant woorden, steunt die partijen, die bereid zijn in gehoorzaamheid aan Gods Woord een regeering te steunen die naar dat Woord het Staatsbestel wil voeren. Dan duchten we geen moeite. We we ten dan, dat onze hulp is van Hem, Die in de hemelen woont. Op verzoek van dr Colijn werd in aan sluiting aan dit indrukwekkende WGord Ps. 118 7 gezongen. In zijn kort en sober slotwoord dankte de voorzitter dr Colijbi hartelijk voor deze rede en voor alles, wat hij voor ons land en volk heeft gedaan en bad hem toe sterkte van God om bij het klimmen der jaren op dien weg voort te kunnen gaan. Daarbij! kon Spr. de verzekering geven, dat er voor hem door velen wordt ge beden. Op 's voorzitters verzoek werd dr Colijn toegezongen Gezang 96 (Halleluja, eeuwig dank en eere), waarvan de vier laatste regels gewijzigd.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1937 | | pagina 1