Ingezonden Stukken.
Leestafel
Het Vrouwenhoekje
Voor de jeugd.
MIDDELBURQSCHE BRIEVEN.
Amice,
Ben bron van bruisend leven klatert
doer ons land. Van Üost tot West, van
Noord tot Zuid, Wie bad bet kunnen
denken, dat er zooveel belangstelling voor
Antirevolutionaire politieke vergaderin
gen mogelijk was. Het schijnt, dat er men-
schen zijn, die nog nimmer in bun leven
warm liepen voor een politieke rede, doch
(het nu te pakken hebben gekregen. A
weken van te voren verzekeren ze zich
van een plaatsje, al is bet dan maar een
staanplaatsje, in een antirevolutionaire
verkiezingssamenkomst. Het is een soort
massasuggestie geworden. Allen willen Bir
Colijn hooren. Wie beeft er ooit van ge
boord in ons politiek-louwe-landje, dat
iemand op tournee zijn duizenden, ja zijn
tienduizenden versloeg.
Ik zou zoo zeggen, antirevolutionairen,
laten we dankbaar zijn, maar ook, la.ten
we oppassen. Indien bet mensohenwerk
is, dan zal bet niet blijven bestaan. Alleen
beginselvuur zal brandende blijven.
Gelukkig ontbreekt dat laatste niet. En
wordt bet niet overstemt door de volks
gunst-van bet moment. Daarvoor klinken
te krachtig de bede- en dankpsalmen der
getrouwen. Die de A.-R. beginselen ook
trouw bleven in tijden van verguizing en
depressie-in-de-politiek.
Ik wil niets kwaads zeggen van deze
belangstelling voor den A.-R. leider, en
naar ik hoop ook voor de A.R. beginselen.
Integendeel, ik behoor tot ben, die dat
een gelukkig verschijnsel noemen. Dat die
groote zoom van onverschilligen thans
naar het centrum wordt getrokken kan
niet anders dan zegenrijke gevolgen heb
ben.
Het kan velen, die in den loop der ja
ren terugvielen in de laat-maar-waaien-
mentaliteit, aangrijpen en brengen tot
Antirevolutionairen van de daad.
Zoo gezien, kan bet ons stimuleeren in
ons pogen om in heel onze levenshouding
A.R. te zijn in g'rooten stijl, niet keffend
en bijtend naar anderen, maar rustig po-
neerend, uitdragend de beginselen die we
naar vaste overtuiging de eenige juiste
weten. Verkwikken we ons, als we een
man als Mr Bijleveld beluisteren, die deze
week in onze stad zijn begeesterend woord
tot ons richtte. Verlangen we naar de be
zielende toespraak van D(r Golijn, die we
in gedachten reeds voor ons zien, in de
groote tent op het Molenwater.
Dat is toch een uitgezocht terrein voor
een dergelijke gelegenheid. Aan den rand
er van een uitstekende parkeergelegen
heid voor auto's, voldoende ruimte voor
fietsen, een massa toegangswegen en ook
een zeer voornaam ding, zoo goed als
in 't hartje van de stad.
Naar ik hoor, gaat het met de kaarten-
verkoop uitstekend en zeker worden drie
duizend menschen verwacht. Eir zullen nog
circa 2'500 zitplaatsen worden aange
bracht voor die gelegenheid, wat getuigt
van een groote activiteit van de regelings
commissie.
Indien nog niet voorzien van een toe
gangsbewijs, Amice, zou ik u den raad
willen geven, voorzie u via den secr. der
kiesvereen. daar direct van, anders vrees
ik dat ge te laat komt. En zorg op Woens
dag 5 Mei op tijd te zijn.
Overigens1 is het in onze stad nog op
merkelijk stil. Nog weinig openbare verga
deringen en weinig of geen geplak tot op
heden. Het is of men al zijn energie wil
sparen tot de laatste dagen voor 26 Mei.
Of dit goed gezien is, betwijfel ik. Steeds
rustig werken, en vooral bet huisbezoek
niet nalaten. We hebben nog een volle
maand voor de boeg. Er kunnen nog heel
wat verzuimen worden goedgemaakt. As
we slechts doen wat onze band vindt om
te doen.
As steeds je, STENTOR.
Buiten verantwoordelijkheid der Redactie
De tarweopslag door erkende pakhuis-
houders en de regeling daarvan.
Zooals de meesten wel weten, kan elk
erkend pakhuishouder tarwe krijgen,
mits hijzelf er achter zit om ze te krijgen,
wat een heel normaal verschijnsel is en
uit handelsoogpunt bekeken een gezonde
maatregel.
Nu kan het gebeuren dat er sommigen
meer krijgen dan een ander jaar, doordat
b.v. ze zelf er meer achter zitten of som
mige boeren aan ben de voorkeur geven.
Neen, zegjt id© Tarwecentrale, je mag
maar zooveel hebben, want dat is pro-
centsgewijze evenveel als vorig jaar. Zijin
er dan toch boeren die aan bem toewij
zen, dan wordt de tarwe eenvoudig toe
gewezen aan een anderen paJkhuishouder
en is de boer verplicht daar te leveren.
Nu doet zich in Westelijk Zeeuwsch-
Vlaanderen een eigenaardig geval voor.
Daar waren tot vorig jaar 2 combinaties
van bandelaren en een afd. van den
N.C.B., die tot beden de tarwe innamen
en is bet vorig jaar van de N.C.B. en één
der combinaties tarwe ingehouden voor
de andere combinatie, omdat er daar min
der boeren hadden geleverd, doch door
de betrokkenen werd dit wel aanvaard,
doch geen der partijen vond bet aange
naam, omdat men liever zelf er voor
Zorgt, daar bet voor de betrokkene, die
moet krijgen ook geen eer is vanuit zake
lijk oogpunt bekeken, als men moet krij
gen, waar men niets voor gedaan beeft.
Zooals men uit de verschillende bladen
beeft kunnen lezen, is voor dit jaar ook
bet Centraal Bureau ingeschakeld in dit
district, ondanks bet protest van den
handel, als geheel overbodig, gezien de
ruimte in diverse pakhuizen door minder
uitzaai en opbrengst, doch de minister
dacht er anders over en oordeelde dat
bet in een behoefte voorzag.
"Wal is echter de uitslag? Voor hét
Centraal Bureau een ontgoocheling, want
het bleek op 1 Maart j,l, dat er bijna geen
enkele boer leverde, zoodat zij maar plm,
15 pot. van bet hun toegewezen kwantum
hadden kunnen bemachtigen.
Geen nood echter, de tarwecentrale
moest op last van boogere autoriteiten
een gedeelte inhouden van de andere
bandelaren.
Enkele van de betrokken boeren wilden
eerst niet leveren bij bet G. B., doch bun
werd aangezegd dat dit moest, zonder
pardon.
De N.C.B. was in zijn geheel bet eerste
slachtoffer van dezen maatregel en moest
de tarwe van zijh klanten met leede
oogen zien leveren bij bet C.B., terwijl
een der combinaties thans ook aan de
beurt is.
Verschillende boeren protesteeren hier
tegen, door bun tarwe tijdelijk achter te
houden, doch anderen kunnen dit niet
omdat hun tarwe, of niet bewaarbaar
meer is of omdat ze financieel wel eens
móéten leveren.
Ik geloof, dat men beter deed, indien
deze regeling nog van kracht blijft voor
een volgenden oogst, om dezen maatregel
maar af te schaffen, want voor ben die
moeten afstaan en verplicht worden bij
een ander te leveren valt bet niet mee
en voor ben die op een dergelijke manier
bun tarwe moeten krijgen is bet maar
erg vernederend.
Een tarweverbouwer, die gaarne
vrijheid zag op dit terrein.
Verkiezingslectuur.
De stemmingsdag nadert. De Candida^
ten zijn reeds gesteld en over enkele we
ken zal bet Nederlandsche volk in de ge
legenheid worden gesteld een nieuwe
Volksvertegenwoordiging te kiezen.
De verkiezingen zijn ditmaal van zeer
bijzondere beteekenis. Meer nog dan an
ders is er daarom behoefte aan degelijke
voorlichting.
In verband biermede verdient de aan
dacht een tweetal vlugschriften versohe
nen bij J. H. Kok te Kampen.
Het eerste is een overdruk van bet
artikel van DrH. Colijnin „Schrift en
Historie" over „Het karakter
der Antirevolutionaire
partij. Wie deze brochure rustig leest,
zal straks weinig moeite hebben met het
bepalen van zijn stem.
Het tweede is een brochure van C.
S m e e n k, getiteld: Tegen v a 1-
scbe democratie en Natio-
naal-Sooialistiaohe dicta
tuur, waarin met name de beginselen
van G.D.U. en N.S.B. worden belicht.
Hoogstaande en daarom zeer aanbeve
lenswaardige propaganda-lectuur.
Luchbtescherming, door Dr M. L. v. d.
Stempel. In de Blauw-Wit-serie tot op
bouw en ontwikkeling, uitgave La Rivière
en Voorhoeve te Zwolle, versobeen een
boekje van Dr van der Stempel over: D'e
luchtoorlog en de bescherming van de
burgerbevolking.
Dó deskundige schrijver Dr v. d.
Stempel is lid van den Raad van Ad
vies der Nederl. Vereen, voor Luchtbe
scherming gaat uit van de gedachte
dat het publiek zichzelf moet
beschermen, waarom bet noodig is,
dat een ieder op de hoogte gebracht wordt
met datgene wat geschieden kan en zal in
een toekomst-oorlog.
Eerst wordt een overzicht gegeven van
de gasoorlogen en hun werking op den
mensch en daarna gehandeld over: be
scherming van de bevolking; de evacuatie-
dienst; inrichting van toevluohten en
schuilplaatsen enz.
Dit boekje bestemd voor het groote pu
bliek is in populairen toon geschieven.
Elen aantal foto's verduidelijken den
tekst. Wij bevelen bet gaarne aan.
De Magistratuur. Het April-nummer
van dit Antirevolutionair maandschrift
voor Gemeentepolitiek opent met een bij
drage van D!r E. J. Beumer over Samen
voeging van Gemeenten. Onze aandacht
werd verder getrokken door een artikel
over: Wat is „venten"?, een onderwerp
dat ook in deze omgeving nogal eens de
aandacht vraagt. Voorts worden o.a. de
volgende onderwerpen behandeld: Steun
bedragen en levensmiddelenprijzen; D'e
zakelijke belasting op bet bedrijf; Heb
ben volontairs recht op belooning. Blij
kens het verslag van de onlangs gehou
den vergadering van de Zeeuwsche Ver-
eeniging van A.R. gemeentebestuurders,
zijn van de 150 A.R. raadsleden in Zee
land slechts 64 bij deze organisatie aan
gesloten. Daaruit volgt waarschijnlijk dat
het aantal lezers van „D'e Magistratuur"
ook betrekkelijk gering is. Iets wat niet
anders dan betreurd kan worden.
Is de schoonmaak noodig?
De schoonmaak is ouderwetseh, is uit
den tijd, roepen velen. „In een huis, waar
regelmatig alles een goede beurt krijgt,
is het overhoop halen van je huishou
ding immers niet noodig", zeggen ande
ren. Ik zou willen antwoorden, aldus „De
Huishouding", juist in den tegenwoordi-
gen tijd, nu de huisvrouw weinig hulp
tot haar beschikking heeft, is „de groote
schoonmaak" bij velen zeker noodig. Er
rijn immers van die werkjes, die er steeds
bij inschieten, die men eiken dag plan
heeft om te doen, maar waar men noodt
toe komt, bijv, bet wasschen van gordijnen
en tafelkleeden; bet schoonmaken van
sommige kasten.
En dan, ik las het laatst ergens,
ik weet niet meer waarin, zoo aardig
„De schoonmaak komt voort uit het in
stinct van ons vrouwen."
Schoonmaak, grondige reiniging, maar
ook gelegenheid tot opruiming en ver
nieuwing, voortgekomen uit praclische
overweging, maar zeer zeker ook uit een
soort natuurlijken drang. Zeker, we zien
er tegen op, dat geef ik direct toe, maar
als we bezig zijn en alles gaat er zoo
schoon en gezellig uitzien, worden we
dan niet een klein beetje enthousiast
Juist dat enthousiasme maakt, dat we tè
veel willen doen en tè gauw klaar wil
len zijn. Dan pakken we de zaak ver
keerd aan, dan halen we veel te veel
tegelijk overhoop, dan worden we over-
moe, prikkelbaar en zenuwachtig en
„die" schoonmaak en „die" arme huis-
genooten, die nergens meer een rustig
plaatsje kunnen vinden, die een afgetob
de vrouw en soms aangebrand eten vin
den, die hebben het dan gedaan.
Al die mopperende mannen, al die on
gezelligheid en herrie, al die overmoe-
heid is onze eigen schuld, omdat wij
onverstandig te werk gingen en de gave
misten de poëzie er in te houden.
Hieronder geef ik u de tien geboden,
die elke vrouw in dezen tijd behoorde op
te volgen
1. Bewaar geen rommel, die nooit meer
tot iets nut kan zijn. Wat wordt er veel
bewaard, wat uitsluitend tot stofnesten
in ons huis dient.
2. Als uw beurs het toelaat, neem dan
extra hulp in dezen extra drukken tijd
3. Kies uw maaltijden zóó, dat ze zoo
min mogelijk werk 'vragen en toch voed
zaam zijneen flink dikke groenten-
soep, stamppot voor twee dagen.
4. Deel met kennis van zaken uw werk
regelmatig en verstandig in en wil niet
in te korten tijd met alles klaar zijn.
5. Houd altijd ergens in huis een plekje
waar het gezellig is en weet op het juiste
oogenblik van ophouden.
6. Gebruik op tijd uw maaltijden, gun
uzelf een oogenblik van opwekking en
rust met een kop thee. Ga op gewonen
tijd naar bed.
7. Wéér in zulke dagen visite en aan
loop.
8. Breng uw echtgenoot er toe bijv.
zelf zijn bureau schoon te maken. Hij zal
dan waardeering voor uw werk krijgen,
is niet uit zijn humeur, omdat „zijn
boeltje weg is of dooreen ligt" en uit
dankbaarheid zal hij spijkertjes voor u
inslaan, een spiegel ophangen, misschien
zelfs een bloemetje voor u meebrengen!
9. Laat zoo mogelijk uw kleuters ook
een handje helpen en beloof hun een
extra lekkeren maaltijd of uitgangetje
„als Moeder klaar is en weer meer tijd
heeft".
10. Praat na de uren van schoonmaak
eens over iets anders en knap uzelf ook
wat op, als de „zware" dagtaak ten ein
de is. Te moe? Onzin, dan wat korter
gewerkt en een dag langer gerekend voor
den schoonmaaktijd.
Enkele recepten.
Jan in den zak. 1.5 ons bloem,
2 eieren, 1.5 ons boekweitmeel, een weinig
zout, 0.5 ons gist, 0.25 1 melk, 2 lepels
suiker, 1.5 ons krenten en rozijnen, 0.5
ons sucade.
Bereiding. Het beslag gereed maken als
tulband.
Een schoone doek in warm water uit
spoelen, op tafel uitspreiden, met bloem
inwrijven, hierop het beslag leggen. De
doek toebinden, maar zóó, dat het beslag
kan rijzen. As het beslag goed gerezen is,
de koek koken in kokend water geduren
de twee uur.
Men legt een ijzeren of geëmailleerd
bord met den hollen kant naar onderen
op den bodem van de pan.
Men neemt den koek uit den doek en
laat deze in den oven opdrogen. Men
snijdt den koek met een eind bindgaren
en dient er stroop en boter bij of stroop-
saus (boter, stroop, melk en aardappel
meel). Ook wel boter en suiker.
Rabarberpudding. 0.5 kg
rabarberstelen (netto), 2 dl water, 1.5
2 ons suiker, ongeveer 10 blaadjes gela
tine, waarvan een paar roode.
Ontdoe de rabarber van de groene bla
deren en de harde uiteinden. Snij ze iD
stukjes, wasch ze en laat ze in het wateT
vlug gaar koken (10 min.).
Wrijf daarna de stukken fijn en voeg
de suiker toe. Daarna de in koud water
geweekte gelatine. Laat de massa, onder
af en toe roeren, 'bekoelen tot ze stijf be
gint te worden en doe ze daarna in een
omgespoelden puddingvorm. Geeft de pud
ding met vanillesaus of geslagen room.
Crème Napolitaine. Men
gebruikt 'hiervoor op elke 3 sinaasappe
len 1012 biscuits, 1 1 melk, 90 gram
maizena en 1 ons suiker. Pers twee si
naasappels uit en snijdt den derden aan
plakjes. Week de biscuit in het uitgepers
te sap. Kook de melk met de zeer dunne
gele schil van een sinaasappel. Roer de
suiker en de maizena goed door elkaar en
laat die, terwijl ge goed roert, in de ko
kende melk loopen. Laat het een minuut
of zes doorkoken. Leg in een uitgespoel-
den vorm onderin een laagje sinaasappel
schijfjes, daarop een laag biscuits en
daarop een laag maizenavla en zoo ver
volgens. De bovenste laag moet maizena
zijn. De biscuits mogen den vorm niet
aanraken. As alles goed koud is, stort
men den pudding, die zeker door allen
heerlijk zal worden gevonden.
Hst wauchsn van kunstsljdsn Crêpe da
China,
In het komende seizoen zal zeer veel
kunstzijden crêpe de chlne wordon gedra
gen. En geen wonder! De prachtige des
sins en het fijne, zachte weefsel maken
kunstzijden crêpe de chlne tot een ideale
voorjaars- en zomerdracht. Voor 't was
schen behoeft men niet bang te zijn, wan
neer men Lux gebruikt. Neem 1 lepel
Lux op een liter water (het water op
zomertemperatuur brengen). Wasch het
kleedingstuk hierin, door het sop er flink
doorheen te persen. Behandel het voor
zichtig, want kunstzijde is in vochtigen
toestand zeer teer. Hals en mouwen wor
den extra nagezien. Vlekken kan men van
te voren met een witte draad omrijgen,
zoodat men deze gemakkelijk terug kan
vinden, wanneer het goed in het sop is.
en er speciale aandacht aan kan wijden.
Spoel de japon eenige malen in water
van dezelfde temperatuur, totdat alle
zeepdeelen verwijderd zijn. Mochten de
kleuren iets afgeven, voeg dan aan het
laatste spoelwater azijn toe (1 eierdopje
op 12 liter water). Nu het kleedingstuk
zonder het te wringen in beide handen
uitknijpen. Dan in een doek liefst een
badhanddoek, rollen en door deze flink
te persen zooveel mogelijk water verwij
deren. Deze behandeling zorgt ervoor,
dat het kleedingstuk reeds zoover droog
is, dat de kleuren tijdens het verder dro
gen, geen gelegenheid meer hebben, uit
te loopen. Dan de japon slechts even op
hangen en wanneer zoo goed als droog,
aan de binnenzijde met een matig warm
ijzer strijken.
Het is aan te bevelen, een kunstzijden
kleedingstuk voor de waschbehandeling
op te meten. Bij; het strijken kan men er
dan voor zorgen, de origineele maten te
rug te krijgen, door eerst in de breedte
en daarna in de lengte te strijken.
Beste Nichtjes en Neefjes!
Deze week zijin er ook weer postzegels
gekomen, niet alleen van nichtjes en
neefjes, maar ook van oud-neefjes, die ik
er natuurlijk ook hartelijk dank voor zeg.
Wijl vinden het wat leuk als jullie nog
eens aan ons clubje denkt, wat nu wel
het geval blijkt te zijn.
De volgende week hebben we weer de
laatste prijsraadsels, en dan heb ik wat
betreft de prijsjes, nog een kleine verras
sing mee te deelen; als we het nu deden,
er zijn ook briefjes, zouden we veel te
veel ruimte in beslag nemen; jullie moet
dus nog maar een weekje nieuwsgierig
zijn.
Maar nu ga ik eerst de briefjes be
antwoorden; er ligt weer een flink sta
peltje, allemaal zonder postzegel, want
die heb ik er natuurlijk afgescheurd.
Krabbendijke. „Iris." Een klein
beetje heb je je plannen dus al gemaakt.
Werk je graag in de huishouding? Jullie
zult er ook wel heel wat bij elkaar krij
gen.
Arnemuiden. „Buitenmeisje." Je
hebt je een beetje vergist, want we krijL
gen nog een prijsraadsel. Wat trof dat
mooi, nu je zuster juist thuis was. Dan
stuur jij ze een volgende keer maar.
V e e r e. .„Rosa". Prettig dat je briefje
er meteen al was, je hebt gelijk hoor om
een andere naam te kiezen. D'eze vind ik
ook goed. Het kleine raadsel heb je goed.
een andere naam te kiezen. Deze vind ik
ook mooi. Het kleine raadsel heb je goed.
voor elkaar gekomen. Dat was wel erg
met Moeder, ze heeft zeker veel pijn.
Wordt ze al wat beter?
NieuiWdorp. „Bhuinoogje en
Herfstkind". 't Is soms wel moeliijk als al
les niet gaat zooals we het graag zou
den willen. H. moet tooh maar goed zajm
best doen dat laatste jaar, het komt al
tijd te pas. Het beste met alles hoor! De
groeten ook aan de oud-neefjes.
Serooskerke. „Dikkie." Dat is een
heele verandering voor je. Ik kan best
begrij'pen dat het vreemd was, toen ze
allemaal naar school gingen en jij' thuis
moest blijven. „Parker." Een heel werk
hé, al die raadsels uit te schrijven en dan
nog een brief? Maar je hebt weer flink je
best gedaan. De postzegels heb ik ontvan
gen. „Pauwstaartje". Ja het Is wel jam
mer, dat het zoo blijft regenen; je kunt
nu zoo weinig van de lente genieten. We
zullen maar hopen, dat het gauw veran
dert.
Oudeland e. „De Groot." Dat was
dus eeu gelukje dat jou brief er bij was
en het was een nette hoor. Gelukkig maar
dat de zwarte nog niet uit de school ge
jaagd is. „Blondje." Nu óf de viooltjes
weer mooi waren. Jullie weet nog eens
wat een verrassing is. Het afscheid komt
nu al dichtbij. „De Ruiter." Adoor regen
en toch bijna de brief vergeten? Pas
maar op als het mooi weer wordt. As
uu de brieven uit O. maar even trouw
blijlven komen. .Babbelkous". Beter laat
dan nooit moet je maar denken; jullie
hebt den beker dus toch gekregen. Nog
hartelijk gefeliciteerd met moeder's ver
jaardag. „Spring in 'tveld". En is het
uitstapje nog door gegaan. Ik hoop het
voor jou, want het is altijd een mooi
tochtje.
Baarland. „Maurits". Is' de keelpijn
alweer over? Het is wel erg jammer dat al
dat lenteschoon zoo in regen blijft gehuld.
„Blauwoogje". Het zou best leuk zijn zoo'n
wandeling en jij weet natuurlijk wel de
mooie plekjes, maar de tijd zal er wel voor
ontbreken. Fijn dat je het raadsel zoo
gauw kon vinden. „Prins Bernhard". Eer
lijk gezegd ben ik ook wel een beetje bang
dat het niet zoo goed zal gaan als de juf
frouw weg is. Jij helpt dus ook al een
beetje mee in den verkiezingsstrijd; als ik
een pet op had, nam ik hem voor je af,
'sïï, Aread» kerke, „Bloodvink",
Eeu echte strop dat jullie nu niet konden
voetballen, maar het zouden vast allemaal
moddeiraannetjes geworden zijn.
Ni see. „Fieteertje", Ik moest zoo
lachen om die brief van jou, zelf heb
ik het ook wel eens geprobeerd, maar het
ging niet hoor. Ja, ik ben er netjes mee
voor den spiegel gaan staan.
Goes. „Rozeknopje". Ze vinden alle
maal dat je zoo good briefjes kunt schrij
ven als het regent. Ik zal toch maar niet
wenschen dat het blijft rogenen. Maar af
wachten of het nieuwe verhaal net zoo
mooi en zoo groot wordt. „Schrijfstertje".
Dat was een mooie avond, en jullie hebben
ook goed je best gedaan heb ik gehoord.
Ja, die postzegels moeten toch door veel
kleintjes bij elkaar komen.
Koudekerk e. „Frederik Hendrik".
Voor een keer mag een naamsverandering
wel, maar dan niet meer hoor. Hoe is je
echte naam, die vergat je nog te schrijven.
En nu de raadsels.
Voor de grooten ditmaal eens iets ge
heel anders.
Eigenlijk is het geen raadsel, maar meer
een wedstrijd.
We zullen eens probeeren wie van de
woordjes „zingende zaag" het grootste ver
haal kan maken, maar dan moeten alle
woorden met een s of een z beginnen. Een
enkele keer het of de of op er tusschen
mag wel, maar geen grootere woorden, en
hoe minder hoe beter natuurlijk.
Bijv. over dikke dame. Die dikke dame
die door de duinen dwaalt denkt dat de
duinen dorren.
Jullie denkt misschien dat het erg moei
lijk is, maar als je eenmaal bezig bent valt
het wel mee, telkens komt er weer wat bij.
Het grootste verhaal dat gestuurd wordt
zal ik dan in de krant plaatsen, dan
kunnen de anderen het ook lezen.
Jullie behoeft er geen extra brief voor
te sturen, over 14 dagen dan hebben we
toch het laatste prijsraadsel, dat is vroeg
genoeg.
Het raadsel voor de kleineren bestaat
uit 21 letters.
Er zijn minder 19. 2. 21. 6. 14. dan kip
pen.
Dó 12. 9. 7. zien we niet zoo vaak meer,
en zouden we toch zoo graag zien.
Wat we wel veel zien is 3. 16. 5. 6. 1.
4. 15.
Een 17. 10. 13. 4.17. is een ander woord
voor verzinsel of leugentje.
3. 20. 8. is niet arm.
Een 2. 18. 19. 11. is een mooi cijfer.
De 15. 9. 8. is boven aan het dak.
Allen hartelijk gegroet van
TANTE DOLLIE.
DE KLEINE KAPITEIN.
n.
„Op z'n Indiaansch geloopen, niet één
takje kraakte."
O, Wout voelde ineens, dat hij wel kon
huilen; in de stad hoefde je natuurlijk
nooit op z'n Indiaansch te loopen. En in
die keurige tuin, waar hij nu al een
hekel aan had, natuurlijk ook niet, en hij
zou vast niet alleen op straat mogen, het
was te gevaarlijk met het drukke verkeer,
als hij niet gauw genoeg uit den weg
kon komen.
„Jan, ik héb toch zoo'n hekel aan
morgen, kunnen jullie me niet wegstop
pen, dat ze me nergens kunnen vinden,
wat héb je er nu aan om in zoo'n stad
te wonen, en jullie kunnen hier maar fijn
Indiaantje spelen en Geusje.
„Wiji vinden bet ook akelig hoor," zei
Jan, die in het hooge gras was neerge
vallen, lekker in de schaduw onder den
dicht behladerden boom, „maar je zult
er toch naar toe moeten. Maar jó, 't is in
een stad toch ook. fijn, zooveel te zien en
op die school waar je komt zijin toch ook
jongens!"
Ja, dat was het nu juist waar Wout
het allermeest tegenop zag. Op .die andere
school waren ook jongens, maar die zou
den hem vast plagen, omdat hij met een
stok liep, en dat wilde hij' niet.
„Voor jullie zou het ook niet zoo erg
zijn, maar voor mij wel; al die vreemden,
als ze me uitschelden voor mankpootl"
Het was er uit, en toen gebeurde er iets
wat Wout wel bet kinderachtigst vond
dat je kon doen; bij begon zoomaar te
builen, in bet hol nog wel, en Jan bad
nog net Kapitein tegen bem gezegd.
Het was ook het allerergste van de ver-
buizing, al die vreemde jongens. Hier
hadden ze hem altijd gekend; z'n vriend
jes hadden hem altijld geholpen, als hij
niet erg mee kon komen; ze wilden hem
eT steeds bij hebben; hij kon immers de
fijnste spelletjes bedenken; maar op een
vreemde school was dat natuurlijk alle
maal anders.
Wout had zijh angst nog nooit aan
iemand durven vertellen, en mi ineens
was het er uit.
Jan had al zijh aandacht bijl iets in het
gras; Wout huilde.... maar net doen
of bijl er niets van zag! As nu de anderen
nog maar even wegbleven; die hoefden 't
niet te weten.
„Toe jó," probeerde hij te troosten, ,,'t
zal best meevallen; 't is voor ons ook ake
lig, want wij kunnen nu nooit meer zoo
fijn spelen; met z'n drieën is er niets
aan. Weet je wat, we zullen je wel eens
een brief schrijven met z'n allen. „Aan
onzen geëerbiedigden kapitein", zetten
we er boven en den volgenden zomer kom
je toch zeker de heele vpcantie hier?"
Dat vooruitzicht vroolijkte Wout weer
wat op en hij! droogde zijn tranen. Zou
Jan er niets van gemerkt hebben?
Toen de andere jongens kwamen, ver
welkomde hij1 ze met een krijschenden In-
dianenkreet.