Ingezonden Stukken. Leestafel Het Vrouwenhoekje Voor de jeugd. MIDDELBURQSCHE BRIEVEN. Amice, Ben bron van bruisend leven klatert doer ons land. Van Üost tot West, van Noord tot Zuid, Wie bad bet kunnen denken, dat er zooveel belangstelling voor Antirevolutionaire politieke vergaderin gen mogelijk was. Het schijnt, dat er men- schen zijn, die nog nimmer in bun leven warm liepen voor een politieke rede, doch (het nu te pakken hebben gekregen. A weken van te voren verzekeren ze zich van een plaatsje, al is bet dan maar een staanplaatsje, in een antirevolutionaire verkiezingssamenkomst. Het is een soort massasuggestie geworden. Allen willen Bir Colijn hooren. Wie beeft er ooit van ge boord in ons politiek-louwe-landje, dat iemand op tournee zijn duizenden, ja zijn tienduizenden versloeg. Ik zou zoo zeggen, antirevolutionairen, laten we dankbaar zijn, maar ook, la.ten we oppassen. Indien bet mensohenwerk is, dan zal bet niet blijven bestaan. Alleen beginselvuur zal brandende blijven. Gelukkig ontbreekt dat laatste niet. En wordt bet niet overstemt door de volks gunst-van bet moment. Daarvoor klinken te krachtig de bede- en dankpsalmen der getrouwen. Die de A.-R. beginselen ook trouw bleven in tijden van verguizing en depressie-in-de-politiek. Ik wil niets kwaads zeggen van deze belangstelling voor den A.-R. leider, en naar ik hoop ook voor de A.R. beginselen. Integendeel, ik behoor tot ben, die dat een gelukkig verschijnsel noemen. Dat die groote zoom van onverschilligen thans naar het centrum wordt getrokken kan niet anders dan zegenrijke gevolgen heb ben. Het kan velen, die in den loop der ja ren terugvielen in de laat-maar-waaien- mentaliteit, aangrijpen en brengen tot Antirevolutionairen van de daad. Zoo gezien, kan bet ons stimuleeren in ons pogen om in heel onze levenshouding A.R. te zijn in g'rooten stijl, niet keffend en bijtend naar anderen, maar rustig po- neerend, uitdragend de beginselen die we naar vaste overtuiging de eenige juiste weten. Verkwikken we ons, als we een man als Mr Bijleveld beluisteren, die deze week in onze stad zijn begeesterend woord tot ons richtte. Verlangen we naar de be zielende toespraak van D(r Golijn, die we in gedachten reeds voor ons zien, in de groote tent op het Molenwater. Dat is toch een uitgezocht terrein voor een dergelijke gelegenheid. Aan den rand er van een uitstekende parkeergelegen heid voor auto's, voldoende ruimte voor fietsen, een massa toegangswegen en ook een zeer voornaam ding, zoo goed als in 't hartje van de stad. Naar ik hoor, gaat het met de kaarten- verkoop uitstekend en zeker worden drie duizend menschen verwacht. Eir zullen nog circa 2'500 zitplaatsen worden aange bracht voor die gelegenheid, wat getuigt van een groote activiteit van de regelings commissie. Indien nog niet voorzien van een toe gangsbewijs, Amice, zou ik u den raad willen geven, voorzie u via den secr. der kiesvereen. daar direct van, anders vrees ik dat ge te laat komt. En zorg op Woens dag 5 Mei op tijd te zijn. Overigens1 is het in onze stad nog op merkelijk stil. Nog weinig openbare verga deringen en weinig of geen geplak tot op heden. Het is of men al zijn energie wil sparen tot de laatste dagen voor 26 Mei. Of dit goed gezien is, betwijfel ik. Steeds rustig werken, en vooral bet huisbezoek niet nalaten. We hebben nog een volle maand voor de boeg. Er kunnen nog heel wat verzuimen worden goedgemaakt. As we slechts doen wat onze band vindt om te doen. As steeds je, STENTOR. Buiten verantwoordelijkheid der Redactie De tarweopslag door erkende pakhuis- houders en de regeling daarvan. Zooals de meesten wel weten, kan elk erkend pakhuishouder tarwe krijgen, mits hijzelf er achter zit om ze te krijgen, wat een heel normaal verschijnsel is en uit handelsoogpunt bekeken een gezonde maatregel. Nu kan het gebeuren dat er sommigen meer krijgen dan een ander jaar, doordat b.v. ze zelf er meer achter zitten of som mige boeren aan ben de voorkeur geven. Neen, zegjt id© Tarwecentrale, je mag maar zooveel hebben, want dat is pro- centsgewijze evenveel als vorig jaar. Zijin er dan toch boeren die aan bem toewij zen, dan wordt de tarwe eenvoudig toe gewezen aan een anderen paJkhuishouder en is de boer verplicht daar te leveren. Nu doet zich in Westelijk Zeeuwsch- Vlaanderen een eigenaardig geval voor. Daar waren tot vorig jaar 2 combinaties van bandelaren en een afd. van den N.C.B., die tot beden de tarwe innamen en is bet vorig jaar van de N.C.B. en één der combinaties tarwe ingehouden voor de andere combinatie, omdat er daar min der boeren hadden geleverd, doch door de betrokkenen werd dit wel aanvaard, doch geen der partijen vond bet aange naam, omdat men liever zelf er voor Zorgt, daar bet voor de betrokkene, die moet krijgen ook geen eer is vanuit zake lijk oogpunt bekeken, als men moet krij gen, waar men niets voor gedaan beeft. Zooals men uit de verschillende bladen beeft kunnen lezen, is voor dit jaar ook bet Centraal Bureau ingeschakeld in dit district, ondanks bet protest van den handel, als geheel overbodig, gezien de ruimte in diverse pakhuizen door minder uitzaai en opbrengst, doch de minister dacht er anders over en oordeelde dat bet in een behoefte voorzag. "Wal is echter de uitslag? Voor hét Centraal Bureau een ontgoocheling, want het bleek op 1 Maart j,l, dat er bijna geen enkele boer leverde, zoodat zij maar plm, 15 pot. van bet hun toegewezen kwantum hadden kunnen bemachtigen. Geen nood echter, de tarwecentrale moest op last van boogere autoriteiten een gedeelte inhouden van de andere bandelaren. Enkele van de betrokken boeren wilden eerst niet leveren bij bet G. B., doch bun werd aangezegd dat dit moest, zonder pardon. De N.C.B. was in zijn geheel bet eerste slachtoffer van dezen maatregel en moest de tarwe van zijh klanten met leede oogen zien leveren bij bet C.B., terwijl een der combinaties thans ook aan de beurt is. Verschillende boeren protesteeren hier tegen, door bun tarwe tijdelijk achter te houden, doch anderen kunnen dit niet omdat hun tarwe, of niet bewaarbaar meer is of omdat ze financieel wel eens móéten leveren. Ik geloof, dat men beter deed, indien deze regeling nog van kracht blijft voor een volgenden oogst, om dezen maatregel maar af te schaffen, want voor ben die moeten afstaan en verplicht worden bij een ander te leveren valt bet niet mee en voor ben die op een dergelijke manier bun tarwe moeten krijgen is bet maar erg vernederend. Een tarweverbouwer, die gaarne vrijheid zag op dit terrein. Verkiezingslectuur. De stemmingsdag nadert. De Candida^ ten zijn reeds gesteld en over enkele we ken zal bet Nederlandsche volk in de ge legenheid worden gesteld een nieuwe Volksvertegenwoordiging te kiezen. De verkiezingen zijn ditmaal van zeer bijzondere beteekenis. Meer nog dan an ders is er daarom behoefte aan degelijke voorlichting. In verband biermede verdient de aan dacht een tweetal vlugschriften versohe nen bij J. H. Kok te Kampen. Het eerste is een overdruk van bet artikel van DrH. Colijnin „Schrift en Historie" over „Het karakter der Antirevolutionaire partij. Wie deze brochure rustig leest, zal straks weinig moeite hebben met het bepalen van zijn stem. Het tweede is een brochure van C. S m e e n k, getiteld: Tegen v a 1- scbe democratie en Natio- naal-Sooialistiaohe dicta tuur, waarin met name de beginselen van G.D.U. en N.S.B. worden belicht. Hoogstaande en daarom zeer aanbeve lenswaardige propaganda-lectuur. Luchbtescherming, door Dr M. L. v. d. Stempel. In de Blauw-Wit-serie tot op bouw en ontwikkeling, uitgave La Rivière en Voorhoeve te Zwolle, versobeen een boekje van Dr van der Stempel over: D'e luchtoorlog en de bescherming van de burgerbevolking. Dó deskundige schrijver Dr v. d. Stempel is lid van den Raad van Ad vies der Nederl. Vereen, voor Luchtbe scherming gaat uit van de gedachte dat het publiek zichzelf moet beschermen, waarom bet noodig is, dat een ieder op de hoogte gebracht wordt met datgene wat geschieden kan en zal in een toekomst-oorlog. Eerst wordt een overzicht gegeven van de gasoorlogen en hun werking op den mensch en daarna gehandeld over: be scherming van de bevolking; de evacuatie- dienst; inrichting van toevluohten en schuilplaatsen enz. Dit boekje bestemd voor het groote pu bliek is in populairen toon geschieven. Elen aantal foto's verduidelijken den tekst. Wij bevelen bet gaarne aan. De Magistratuur. Het April-nummer van dit Antirevolutionair maandschrift voor Gemeentepolitiek opent met een bij drage van D!r E. J. Beumer over Samen voeging van Gemeenten. Onze aandacht werd verder getrokken door een artikel over: Wat is „venten"?, een onderwerp dat ook in deze omgeving nogal eens de aandacht vraagt. Voorts worden o.a. de volgende onderwerpen behandeld: Steun bedragen en levensmiddelenprijzen; D'e zakelijke belasting op bet bedrijf; Heb ben volontairs recht op belooning. Blij kens het verslag van de onlangs gehou den vergadering van de Zeeuwsche Ver- eeniging van A.R. gemeentebestuurders, zijn van de 150 A.R. raadsleden in Zee land slechts 64 bij deze organisatie aan gesloten. Daaruit volgt waarschijnlijk dat het aantal lezers van „D'e Magistratuur" ook betrekkelijk gering is. Iets wat niet anders dan betreurd kan worden. Is de schoonmaak noodig? De schoonmaak is ouderwetseh, is uit den tijd, roepen velen. „In een huis, waar regelmatig alles een goede beurt krijgt, is het overhoop halen van je huishou ding immers niet noodig", zeggen ande ren. Ik zou willen antwoorden, aldus „De Huishouding", juist in den tegenwoordi- gen tijd, nu de huisvrouw weinig hulp tot haar beschikking heeft, is „de groote schoonmaak" bij velen zeker noodig. Er rijn immers van die werkjes, die er steeds bij inschieten, die men eiken dag plan heeft om te doen, maar waar men noodt toe komt, bijv, bet wasschen van gordijnen en tafelkleeden; bet schoonmaken van sommige kasten. En dan, ik las het laatst ergens, ik weet niet meer waarin, zoo aardig „De schoonmaak komt voort uit het in stinct van ons vrouwen." Schoonmaak, grondige reiniging, maar ook gelegenheid tot opruiming en ver nieuwing, voortgekomen uit praclische overweging, maar zeer zeker ook uit een soort natuurlijken drang. Zeker, we zien er tegen op, dat geef ik direct toe, maar als we bezig zijn en alles gaat er zoo schoon en gezellig uitzien, worden we dan niet een klein beetje enthousiast Juist dat enthousiasme maakt, dat we tè veel willen doen en tè gauw klaar wil len zijn. Dan pakken we de zaak ver keerd aan, dan halen we veel te veel tegelijk overhoop, dan worden we over- moe, prikkelbaar en zenuwachtig en „die" schoonmaak en „die" arme huis- genooten, die nergens meer een rustig plaatsje kunnen vinden, die een afgetob de vrouw en soms aangebrand eten vin den, die hebben het dan gedaan. Al die mopperende mannen, al die on gezelligheid en herrie, al die overmoe- heid is onze eigen schuld, omdat wij onverstandig te werk gingen en de gave misten de poëzie er in te houden. Hieronder geef ik u de tien geboden, die elke vrouw in dezen tijd behoorde op te volgen 1. Bewaar geen rommel, die nooit meer tot iets nut kan zijn. Wat wordt er veel bewaard, wat uitsluitend tot stofnesten in ons huis dient. 2. Als uw beurs het toelaat, neem dan extra hulp in dezen extra drukken tijd 3. Kies uw maaltijden zóó, dat ze zoo min mogelijk werk 'vragen en toch voed zaam zijneen flink dikke groenten- soep, stamppot voor twee dagen. 4. Deel met kennis van zaken uw werk regelmatig en verstandig in en wil niet in te korten tijd met alles klaar zijn. 5. Houd altijd ergens in huis een plekje waar het gezellig is en weet op het juiste oogenblik van ophouden. 6. Gebruik op tijd uw maaltijden, gun uzelf een oogenblik van opwekking en rust met een kop thee. Ga op gewonen tijd naar bed. 7. Wéér in zulke dagen visite en aan loop. 8. Breng uw echtgenoot er toe bijv. zelf zijn bureau schoon te maken. Hij zal dan waardeering voor uw werk krijgen, is niet uit zijn humeur, omdat „zijn boeltje weg is of dooreen ligt" en uit dankbaarheid zal hij spijkertjes voor u inslaan, een spiegel ophangen, misschien zelfs een bloemetje voor u meebrengen! 9. Laat zoo mogelijk uw kleuters ook een handje helpen en beloof hun een extra lekkeren maaltijd of uitgangetje „als Moeder klaar is en weer meer tijd heeft". 10. Praat na de uren van schoonmaak eens over iets anders en knap uzelf ook wat op, als de „zware" dagtaak ten ein de is. Te moe? Onzin, dan wat korter gewerkt en een dag langer gerekend voor den schoonmaaktijd. Enkele recepten. Jan in den zak. 1.5 ons bloem, 2 eieren, 1.5 ons boekweitmeel, een weinig zout, 0.5 ons gist, 0.25 1 melk, 2 lepels suiker, 1.5 ons krenten en rozijnen, 0.5 ons sucade. Bereiding. Het beslag gereed maken als tulband. Een schoone doek in warm water uit spoelen, op tafel uitspreiden, met bloem inwrijven, hierop het beslag leggen. De doek toebinden, maar zóó, dat het beslag kan rijzen. As het beslag goed gerezen is, de koek koken in kokend water geduren de twee uur. Men legt een ijzeren of geëmailleerd bord met den hollen kant naar onderen op den bodem van de pan. Men neemt den koek uit den doek en laat deze in den oven opdrogen. Men snijdt den koek met een eind bindgaren en dient er stroop en boter bij of stroop- saus (boter, stroop, melk en aardappel meel). Ook wel boter en suiker. Rabarberpudding. 0.5 kg rabarberstelen (netto), 2 dl water, 1.5 2 ons suiker, ongeveer 10 blaadjes gela tine, waarvan een paar roode. Ontdoe de rabarber van de groene bla deren en de harde uiteinden. Snij ze iD stukjes, wasch ze en laat ze in het wateT vlug gaar koken (10 min.). Wrijf daarna de stukken fijn en voeg de suiker toe. Daarna de in koud water geweekte gelatine. Laat de massa, onder af en toe roeren, 'bekoelen tot ze stijf be gint te worden en doe ze daarna in een omgespoelden puddingvorm. Geeft de pud ding met vanillesaus of geslagen room. Crème Napolitaine. Men gebruikt 'hiervoor op elke 3 sinaasappe len 1012 biscuits, 1 1 melk, 90 gram maizena en 1 ons suiker. Pers twee si naasappels uit en snijdt den derden aan plakjes. Week de biscuit in het uitgepers te sap. Kook de melk met de zeer dunne gele schil van een sinaasappel. Roer de suiker en de maizena goed door elkaar en laat die, terwijl ge goed roert, in de ko kende melk loopen. Laat het een minuut of zes doorkoken. Leg in een uitgespoel- den vorm onderin een laagje sinaasappel schijfjes, daarop een laag biscuits en daarop een laag maizenavla en zoo ver volgens. De bovenste laag moet maizena zijn. De biscuits mogen den vorm niet aanraken. As alles goed koud is, stort men den pudding, die zeker door allen heerlijk zal worden gevonden. Hst wauchsn van kunstsljdsn Crêpe da China, In het komende seizoen zal zeer veel kunstzijden crêpe de chlne wordon gedra gen. En geen wonder! De prachtige des sins en het fijne, zachte weefsel maken kunstzijden crêpe de chlne tot een ideale voorjaars- en zomerdracht. Voor 't was schen behoeft men niet bang te zijn, wan neer men Lux gebruikt. Neem 1 lepel Lux op een liter water (het water op zomertemperatuur brengen). Wasch het kleedingstuk hierin, door het sop er flink doorheen te persen. Behandel het voor zichtig, want kunstzijde is in vochtigen toestand zeer teer. Hals en mouwen wor den extra nagezien. Vlekken kan men van te voren met een witte draad omrijgen, zoodat men deze gemakkelijk terug kan vinden, wanneer het goed in het sop is. en er speciale aandacht aan kan wijden. Spoel de japon eenige malen in water van dezelfde temperatuur, totdat alle zeepdeelen verwijderd zijn. Mochten de kleuren iets afgeven, voeg dan aan het laatste spoelwater azijn toe (1 eierdopje op 12 liter water). Nu het kleedingstuk zonder het te wringen in beide handen uitknijpen. Dan in een doek liefst een badhanddoek, rollen en door deze flink te persen zooveel mogelijk water verwij deren. Deze behandeling zorgt ervoor, dat het kleedingstuk reeds zoover droog is, dat de kleuren tijdens het verder dro gen, geen gelegenheid meer hebben, uit te loopen. Dan de japon slechts even op hangen en wanneer zoo goed als droog, aan de binnenzijde met een matig warm ijzer strijken. Het is aan te bevelen, een kunstzijden kleedingstuk voor de waschbehandeling op te meten. Bij; het strijken kan men er dan voor zorgen, de origineele maten te rug te krijgen, door eerst in de breedte en daarna in de lengte te strijken. Beste Nichtjes en Neefjes! Deze week zijin er ook weer postzegels gekomen, niet alleen van nichtjes en neefjes, maar ook van oud-neefjes, die ik er natuurlijk ook hartelijk dank voor zeg. Wijl vinden het wat leuk als jullie nog eens aan ons clubje denkt, wat nu wel het geval blijkt te zijn. De volgende week hebben we weer de laatste prijsraadsels, en dan heb ik wat betreft de prijsjes, nog een kleine verras sing mee te deelen; als we het nu deden, er zijn ook briefjes, zouden we veel te veel ruimte in beslag nemen; jullie moet dus nog maar een weekje nieuwsgierig zijn. Maar nu ga ik eerst de briefjes be antwoorden; er ligt weer een flink sta peltje, allemaal zonder postzegel, want die heb ik er natuurlijk afgescheurd. Krabbendijke. „Iris." Een klein beetje heb je je plannen dus al gemaakt. Werk je graag in de huishouding? Jullie zult er ook wel heel wat bij elkaar krij gen. Arnemuiden. „Buitenmeisje." Je hebt je een beetje vergist, want we krijL gen nog een prijsraadsel. Wat trof dat mooi, nu je zuster juist thuis was. Dan stuur jij ze een volgende keer maar. V e e r e. .„Rosa". Prettig dat je briefje er meteen al was, je hebt gelijk hoor om een andere naam te kiezen. D'eze vind ik ook goed. Het kleine raadsel heb je goed. een andere naam te kiezen. Deze vind ik ook mooi. Het kleine raadsel heb je goed. voor elkaar gekomen. Dat was wel erg met Moeder, ze heeft zeker veel pijn. Wordt ze al wat beter? NieuiWdorp. „Bhuinoogje en Herfstkind". 't Is soms wel moeliijk als al les niet gaat zooals we het graag zou den willen. H. moet tooh maar goed zajm best doen dat laatste jaar, het komt al tijd te pas. Het beste met alles hoor! De groeten ook aan de oud-neefjes. Serooskerke. „Dikkie." Dat is een heele verandering voor je. Ik kan best begrij'pen dat het vreemd was, toen ze allemaal naar school gingen en jij' thuis moest blijven. „Parker." Een heel werk hé, al die raadsels uit te schrijven en dan nog een brief? Maar je hebt weer flink je best gedaan. De postzegels heb ik ontvan gen. „Pauwstaartje". Ja het Is wel jam mer, dat het zoo blijft regenen; je kunt nu zoo weinig van de lente genieten. We zullen maar hopen, dat het gauw veran dert. Oudeland e. „De Groot." Dat was dus eeu gelukje dat jou brief er bij was en het was een nette hoor. Gelukkig maar dat de zwarte nog niet uit de school ge jaagd is. „Blondje." Nu óf de viooltjes weer mooi waren. Jullie weet nog eens wat een verrassing is. Het afscheid komt nu al dichtbij. „De Ruiter." Adoor regen en toch bijna de brief vergeten? Pas maar op als het mooi weer wordt. As uu de brieven uit O. maar even trouw blijlven komen. .Babbelkous". Beter laat dan nooit moet je maar denken; jullie hebt den beker dus toch gekregen. Nog hartelijk gefeliciteerd met moeder's ver jaardag. „Spring in 'tveld". En is het uitstapje nog door gegaan. Ik hoop het voor jou, want het is altijd een mooi tochtje. Baarland. „Maurits". Is' de keelpijn alweer over? Het is wel erg jammer dat al dat lenteschoon zoo in regen blijft gehuld. „Blauwoogje". Het zou best leuk zijn zoo'n wandeling en jij weet natuurlijk wel de mooie plekjes, maar de tijd zal er wel voor ontbreken. Fijn dat je het raadsel zoo gauw kon vinden. „Prins Bernhard". Eer lijk gezegd ben ik ook wel een beetje bang dat het niet zoo goed zal gaan als de juf frouw weg is. Jij helpt dus ook al een beetje mee in den verkiezingsstrijd; als ik een pet op had, nam ik hem voor je af, 'sïï, Aread» kerke, „Bloodvink", Eeu echte strop dat jullie nu niet konden voetballen, maar het zouden vast allemaal moddeiraannetjes geworden zijn. Ni see. „Fieteertje", Ik moest zoo lachen om die brief van jou, zelf heb ik het ook wel eens geprobeerd, maar het ging niet hoor. Ja, ik ben er netjes mee voor den spiegel gaan staan. Goes. „Rozeknopje". Ze vinden alle maal dat je zoo good briefjes kunt schrij ven als het regent. Ik zal toch maar niet wenschen dat het blijft rogenen. Maar af wachten of het nieuwe verhaal net zoo mooi en zoo groot wordt. „Schrijfstertje". Dat was een mooie avond, en jullie hebben ook goed je best gedaan heb ik gehoord. Ja, die postzegels moeten toch door veel kleintjes bij elkaar komen. Koudekerk e. „Frederik Hendrik". Voor een keer mag een naamsverandering wel, maar dan niet meer hoor. Hoe is je echte naam, die vergat je nog te schrijven. En nu de raadsels. Voor de grooten ditmaal eens iets ge heel anders. Eigenlijk is het geen raadsel, maar meer een wedstrijd. We zullen eens probeeren wie van de woordjes „zingende zaag" het grootste ver haal kan maken, maar dan moeten alle woorden met een s of een z beginnen. Een enkele keer het of de of op er tusschen mag wel, maar geen grootere woorden, en hoe minder hoe beter natuurlijk. Bijv. over dikke dame. Die dikke dame die door de duinen dwaalt denkt dat de duinen dorren. Jullie denkt misschien dat het erg moei lijk is, maar als je eenmaal bezig bent valt het wel mee, telkens komt er weer wat bij. Het grootste verhaal dat gestuurd wordt zal ik dan in de krant plaatsen, dan kunnen de anderen het ook lezen. Jullie behoeft er geen extra brief voor te sturen, over 14 dagen dan hebben we toch het laatste prijsraadsel, dat is vroeg genoeg. Het raadsel voor de kleineren bestaat uit 21 letters. Er zijn minder 19. 2. 21. 6. 14. dan kip pen. Dó 12. 9. 7. zien we niet zoo vaak meer, en zouden we toch zoo graag zien. Wat we wel veel zien is 3. 16. 5. 6. 1. 4. 15. Een 17. 10. 13. 4.17. is een ander woord voor verzinsel of leugentje. 3. 20. 8. is niet arm. Een 2. 18. 19. 11. is een mooi cijfer. De 15. 9. 8. is boven aan het dak. Allen hartelijk gegroet van TANTE DOLLIE. DE KLEINE KAPITEIN. n. „Op z'n Indiaansch geloopen, niet één takje kraakte." O, Wout voelde ineens, dat hij wel kon huilen; in de stad hoefde je natuurlijk nooit op z'n Indiaansch te loopen. En in die keurige tuin, waar hij nu al een hekel aan had, natuurlijk ook niet, en hij zou vast niet alleen op straat mogen, het was te gevaarlijk met het drukke verkeer, als hij niet gauw genoeg uit den weg kon komen. „Jan, ik héb toch zoo'n hekel aan morgen, kunnen jullie me niet wegstop pen, dat ze me nergens kunnen vinden, wat héb je er nu aan om in zoo'n stad te wonen, en jullie kunnen hier maar fijn Indiaantje spelen en Geusje. „Wiji vinden bet ook akelig hoor," zei Jan, die in het hooge gras was neerge vallen, lekker in de schaduw onder den dicht behladerden boom, „maar je zult er toch naar toe moeten. Maar jó, 't is in een stad toch ook. fijn, zooveel te zien en op die school waar je komt zijin toch ook jongens!" Ja, dat was het nu juist waar Wout het allermeest tegenop zag. Op .die andere school waren ook jongens, maar die zou den hem vast plagen, omdat hij met een stok liep, en dat wilde hij' niet. „Voor jullie zou het ook niet zoo erg zijn, maar voor mij wel; al die vreemden, als ze me uitschelden voor mankpootl" Het was er uit, en toen gebeurde er iets wat Wout wel bet kinderachtigst vond dat je kon doen; bij begon zoomaar te builen, in bet hol nog wel, en Jan bad nog net Kapitein tegen bem gezegd. Het was ook het allerergste van de ver- buizing, al die vreemde jongens. Hier hadden ze hem altijd gekend; z'n vriend jes hadden hem altijld geholpen, als hij niet erg mee kon komen; ze wilden hem eT steeds bij hebben; hij kon immers de fijnste spelletjes bedenken; maar op een vreemde school was dat natuurlijk alle maal anders. Wout had zijh angst nog nooit aan iemand durven vertellen, en mi ineens was het er uit. Jan had al zijh aandacht bijl iets in het gras; Wout huilde.... maar net doen of bijl er niets van zag! As nu de anderen nog maar even wegbleven; die hoefden 't niet te weten. „Toe jó," probeerde hij te troosten, ,,'t zal best meevallen; 't is voor ons ook ake lig, want wij kunnen nu nooit meer zoo fijn spelen; met z'n drieën is er niets aan. Weet je wat, we zullen je wel eens een brief schrijven met z'n allen. „Aan onzen geëerbiedigden kapitein", zetten we er boven en den volgenden zomer kom je toch zeker de heele vpcantie hier?" Dat vooruitzicht vroolijkte Wout weer wat op en hij! droogde zijn tranen. Zou Jan er niets van gemerkt hebben? Toen de andere jongens kwamen, ver welkomde hij1 ze met een krijschenden In- dianenkreet.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1937 | | pagina 6