De ramp van de „Titanic
Buitenland.
Binnenland
Belangrijkste Nieuws
Uit de Provincie.
DONDERDAG 15 APRIL 1937
DAGBLAD VOOR DE PROVINCIE ZEELAND
51e JAARGANG No. 164
15 April 1912.
De president van de Duitsche rijksbank
Schacht heeft gisteren de vertegenwoor
digers van de peis ontvangen en tegen
over ben o.a. de volgende verklaringen
afgelegd:
Debat in het Engelsche Lagerhuis over
Uitg.: N.V. Uitgevers-Maatschappij „Luctor et
Emergo" ter exploitatie van het blad „De Zeeuw".
Bureaux Lange Vorststraat 70, Goes.
Telefoonnummer 11.
Postchèque en Girorekening 44455.
Bijkantoor Middelburg: Fa BOEKHANDEL
J. J. FANOY, Lange Burg 40, Tel. 28.
Directeur-Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA.
ve Zeeuw
Abonnementsprijs 12.50 per kwartaal,
weekabonnementen voor Middelburg, Goes en
Vlissingen 10.20. Losse nummers 5 cent.
Advertentiën 30 cent per regel. Ingezonden
mededeelingen 60 cent per regel. Kleine
Advertentiën Dinsdags en Vrijdags f0.75, bij
vooruitbetaling. Onder letter of motto 10.85.
Bij contract belangrijke korting.
Vandaag ia het 25 jaar geleden, dat de
Titanic op haar eerste reis verging. Niet
minder dan 1517 menschen verloren het
leven daaribij. De Titanic was het grootste
schip dat. voor den oorlog ooit gebouwd
werd en 'twas even luxueus uitgerust ais
in onzen tijd de Normandië. De 'heele be
schaafde mensohheid was trotsch op ziulk
een prestatie.
Een geweldige menigte jubelde dit schip
van de White Star Line toe op 10 April,
toen het de haven van Southampton ver
liet. Vijf dagen later vond een verschrik
kelijke ramp plaats: bij de New Found-
land-banken liep de zeereus op een ijs
berg. De passagiers voelden zich zóó vei
lig, dat zij zich, op bevel van den kapitein
volkomen rustig naar de reddingsbooten
begaven: men dacht aan zooiets als een
generale repetitie, al had men ook een
lichten schok gevoeld.
Het heele drama speelde zich vrij snel
ai. Nadat de passagiers in de reddings
booten waren gegaan, ontsloeg de kapi
tein de bemanning van hun plicht om te
gehoorzamen: redt uw levenl Terwijl het
schip aan het zinken was, speelde de ka
pel nog eenigen tijd voort en wel een lied
van de Anglicaansöhe kerk: „Nearer my
God to Thee". Dit lied heeft daardoor ge
durende een paar jaren 1 toen de oorlog
kwam werd de nawerking van de Titanic-
emotie verdrongen in de heele wereld
'n zeer bijzondere beteekenis en een groo-
te emotioneele kracht verkregen.
De kapitein en één van de marconisten
bleven aan 'boord en gingen met hun trot-
sche schip ten gronde. Een tweede mar
conist werd gered. Van hem stamt het
hier volgende relaas, dat het „Vaderl."
aan een onlangs verschenen boek over
den radio-hulproep ontleent. Ziehier het
sobere verbaal:
„Bride, de jongere marconist, sliep en
had den stoot heelemaal niet gevoeld. Hij
werd enkele minuten later wakker, ver
moedelijk omdat de machines stopten en
stond op om Philips te middernacht, in-
plaats van om 2 uur, ai te lossen, aange
zien deze den heelen dag met reparaties
bezig was geweest en wel vermoeid zou
zijn.
Bride zette zijn hoofdtelefoon op en
Philips, die op het punt stond te gaan
rusten, zei terloops dat de schuit wel er
gens tegen op getornd kon zijn, omdat de
machines niet meer draaiden. Op dat mo
ment kwam de kapitein de radiocabine
binnen en zei:
„Wij zijn op een ijsberg geloopen. Ik
laat nakijken wat de schade is. Het is
goed, u voor te bereiden op het geven van
noodseinen, maar stuur niet uit voor ik
daartoe bevel geef1'.
Hij snelde terug naar de 'brug. Dat was
ongeveer tien minuten nadat het schip
gestooten had. Kapitein Smith onder
schatte de beteekenis van de radio voor
bulpverleening dus niet.
Bride, die gered werd, vertelde later
aan den schrijver, dat Philips en hij el
kaar een oogenblik stom verbaasd hadden
aangekeken. Zij waren zoo stellig over
tuigd van de onzinkbaarheid van hun
schip, dat zij het voorval niet ernstig op
namen en schersten om den voorzorgs
maatregel van den kapitein.
Nauwelijks 10 minuten later verscheen
de kapitein wederom in de cabine. Hij
zag er ernstig uit, maar toonde niet de
minste zenuwachtigheid in zijn houding
of in zijn bevel.
„Zend het noodsein uit!" zoo beval hij
„Welk?" vroeg Philips.
„Het meest gebruikelijke internationale
noodsein", antwoordde Smith en weg was
hij.
Philips lachte nu niet meer en ging
vlug aan het werk.
Met volle energie ging hel zesmaal ach
tereen de lucht in: G. Q. D. (Come quick
danker), gevolgd door de roepletters (ra-
d ion aam) van het sc'hip: M. G. Y.
Dé Titanic was voorzien van een voor
onze begrippen zeer verouderden zender,
wiens eigenaardige toon in den nacht
over de donkere wateren van den Noord-
Atlantischen Oceaan weerklonk.
Bride stelde voor, ter afwisseling, ook
het nieuwe internationale noodsein van
1908, het S. O. S. uit te zenden, d'at bij de
Engelscihe radio-telegrafisten nog niet zoo
ingeburgerd was.
Philips volgde zijn raad.
Kapitein Smith kwam weer terug en
lachte even mee, toon Bride schertsend
zei, dat het voor Philips misschien wel
de laatste keer zou ziju, dat 'hij gelegen
heid had om een S. O. S. uit te zenden.
Een afgrijselijke voorspelling, in scherts
gesproken! Tot dat moment moet de 'ka
pitein nog volledig vertrouwen in de on
zinkbaarheid van zijn schip hebben ge
had.
Het DuitsChe schip Frankfurt, 153 mijl
Zuidwest van de plaats des onheils, ant
woordde het eerst. Philips gaf hem zijn
positie en verzocht om hulp.
Terwijl de telegrafist van de Frankfurt
naar zijn kapitein liep om 't bericht over
te brengen, vroeg Gottam, de telegrafist
van de Carpathia, draadloos aan Philips,
of deze wel wist, dat Kaap God hem riep
Gottam had n.l. het noodsein van de Ti
tanic niet gehoord. Men kan zich zijn
ontsteltenis voorstellen, toen hij ten ant
woord kreeg: „Kom snel; zijn op een ijs
berg geloopen riep G. Q. D., vriend".
Het was zuiver toeval,'dat Gottam nog
op wacht was. Zijn werktijd was reeds
lang voorbij, maar hij wilde het laatste
nieuws van de kolenstaking graag weten,
dat door het zendstation van Kaap God
uitgestuurd werd. Kaap God had echter
juist de Titanic geroepen, vandaar Got-
tams wenk aan Philips.
Gottam snelde na het ontvangen van
het alarmeerende telegram naar zijn ka
pitein Arthur Rostron. Deze lag net in
zijn kooi, maar sliep nog niet. Rostron
vertrouwde de zaak niet, kon niet geloo-
ven dan de Titanic zinkende was. Hij
pakte Gottam bij den arm en vroeg: „Weet
je het zeker, dat het de Titanic is?"
„Ja kapitein".
„Weet je het heel zeker?" vroeg Ros
tron nogmaals.
„Absoluut zeker, kapitein", antwoord
de Cottam.
Dit overtuigde den kapitein, die zei do:
„Goed, zeg, dat wij zoo spoedig mogelijk
zullen komen".
Vergelijking met de posities der sche
pen wees uit, dat de afstand 58 mijl be
droeg. Rostron gaf daarop het beroemd
geworden bevel op de brug: „Noord 52
West", en de Carpathia stoomde met vol
le kracht op.
Nog een ander schip snelde te hulp,
de Mout Temple, die zich op ongeveer 50
mijl west van de Titanic bevond. De mar
conist J. Dhrant, die net naar kooi wilde
gaan, had nog juist het S. O. S. gehoord.
Op de Titanic zwoegde Philips de laat
ste uren van zijn leven. Versterkers wa
ren er in die dagen nog niet en de zwak
ke geluidjes, die in de hoofdtelefoon klin
ken, werden vaak overstemd door het ru
moer, dat de ontsnappende stoom uit de
ketels maakte. Uit vrees voor ontploffing
bad de kapitein n.l. de ketels laten afbla
zen.
Kapitein Smith tod intussehen aan
beide marconisten gezegd, dat het schip
niet langer dan een half uur drijvende
zou blijven. Zij kleedden zich warm aan.
Philips ging echter weer aan dien sein-
sleutel zitten en gaf nogmaals het S. O.
S. Toen zei de kapitein: „Vrienden, jullie
hebt gedaan wat je kunt, verlaat je post
en redt je leven".
Philips werkte echter nog een minuut
of tien door. Hij werd door Bride 'het
laatst gezien op het sloependefc, toen het
schip ten onder ging.
Een tragische omstandigheid was, dat
de Californian, die zich op 20 mijl af
stand van de Titanio bevond, geen hulp
verleende. Evans, de marconist, probeer
de 's avonds tegen 11 uur aan de Titanic
mede te deelen, dat zijn schip door ijs
bergen opgehouden werd. Philips was op
dat moment bezig, nieuws van Kaap Race
op te neinen, en toen Evans 'hem stoorde
seinde hij kortweg: „Stop, ben xUet Kaap
Race bezig".
Evans luisterde nog even. Het was
bijna middernacht en hij had van 's mor
gens zeven uur af aan zijn toestel geze
ten. De dag was lang genoeg geweest en
omdat er voor hem op dat moment niets
meer te doen was, had hij geen enkele
reden meer langer op te blijven.
HET LAGERHUIS VERWERPT DE
LABOUR-MOT IE.
Sir John Simon verdedigt de houding der
regeering.
Door den leider der labour-oppositie,
Attlee, is gistermiddag in het Engelsche
Lagerhuis de aangekondigde motie inge
diend, waarin de regeeringspolitiek ten
aanzien van de kwestie van Bilbao wordt
afgekeurd. Na uitvoerige debatten, waar
bij sir John Simon een rede hield, om
de houding der Britsche regeering te
rechtvaardigen, werd de motie der, labour-
partij door het lagerhuis met 345 tegen
130 stemmen verworpen.
De motie luidde als volgt:
„Het lagerhuis kennis nemende van de
verklaring van den eersten minister over
den toestand bij Bilbao, betreurt 'tin ge
breke blijven der regeering bij de bescher
ming van de Britsche koopvaardijschepen,
die in hun recht staan."
„Wij blijven van meening, aldus Attlee,
dat het optreden der regeering en haar
waarschuwing aan de Britsche schepen,
Bilbao niet binnen te loopen, een afstand
is van de rechten, die Groot-Brittannië
altijd gehandhaafd heeft ten behoeve van
de Britsche koopvaardij."
Hierop nam Sir John Simon namens
de regeering het woord.
Het optreden der regeering is geheel
gerechtvaardigd.
Bijna voortdurend werd Sir John Simon
door de oppositie geïnterrumpeerd. Hoo-
nende opmerkingen werden gemaakt en
op een gegeven oogenblik ging de minis
ter zelfs eenige oogenblikken zitten.
Het geheele gebied bij Bilbao en San
tander is met mijnen bezaaid, aldus de
minister, en de regeering ziet niet in,
waarom daar geen rekening mede zou
worden gehouden. De Britsche vloot zou
zich een weg kunnen banen naar elke
haven van Spanje, maar alleen met een
groote vloot van mijnenvegers en dat
zou een opgeven van de niet-inmenging
beteekenen.
Op een vraag van Lloyd George ver
klaarde Simon, dat de Britsche regeering
zeker de Britsche schepen zou bescher
men, wanneer deze in volle zee werden
aangevallen en dat zij niet zal dulden,
dat de Britsche scheepvaart belemmerd
wordt.
De leider der liberalen Sinclair, zeide,
dat de rede van Sir John Simon neer
kwam op een „handen af van Franco
en zijn Spaansche patriotten".-
De niet-inmengingspolitiek, aldus ver
volgde hij, heeft de Italiaansche en Duit
sche interventie nog niet tot staan ge
bracht, maar wel geheel iedere Fransche
en Britsche inmenging gestuit.
Het optreden der regeering, den Brit-
schen koopvaardijschepen aan te raden
niet naar Bilbao te gaan, vormt een in
menging in de binnenlandsche zaken van
Spanje. Het is hetzelfde als bij Abes-
synië aldus Sinclair. Wij trekken ons
stap voor stap terug voor de dictatoren.
NON-INTERVENTIE-ACCOORD
GESCHONDEN?
Beschuldigingen over en weer.
In het Engelsche Lagerhuis heeft de
minister van buitenlandsche zaken, Eden,
gisteren verklaard, dat een nota is ont
vangen van de Spaansche ambassade,
waarin aan het Foreign Office wordt
medegedeeld, dat te Cadiz 10.000
Italianen op 23, 24 en 25 Maart
aan land zijn gezet.
De minister voegde hieraan toe, dat
een onderzoek geopend is naar de in
deze nota vermelde feiten.
De conservatieve afgevaardigde Bellen-
ger vroeg, of het hier niet ging om een
klaarblijkelijke schending van de niet-
inmpngingsovereenkomsten.
Eden antwoordde: „Ja, zeker, wanneer
dat waar is".
Het Italiaansche blad „Giornale d'Ita-
lia" publiceert een artikel waarin nieuwe
voorbeelden worden aangehaald van
Fransche en Russische steunverleening
aan de Spaansche regeering te Valen
cia na de inwerkingtreding van het niet-
inmengingsverdrag.
In dit artikel wordt medegedeeld, dat
de regeering te Valencia in de periode
van 15 tot 20 Maart j.l. 150 Russische
vliegtuigen heeft ontvangen, die in ge-
demonteerden staat te Cartagena zijn aan
gekomen, en 50 Fransche toestellen, die
door de lucht zijn aangevoerd.
Men verwachtte nog meer vliegtuigen.
Daar voor zooveel Russische en Fran
sche vliegtuigen een tekort aan Spaan
sche bestuurders bestond, zijn einde
Maart van Toulouse tal van Fransche
vliegers en werktuigkundigen, voorzien
van de noodige papieren, naar Spanje
gezonden.
Het blad weet verder te melden, dat in
de Zuid-Fransche steden nog steeds vrij
willigers voor Spanje worden geworven.
Tusschen de Fransche havens en de
in handen der regeering zijnde Spaan
sche havens wordt een levendige sluik
handel in wapens gedreven.
SCHACHT'S BEZOEK AAN BRUSSEL.
Verklaring aan de pers.
Men heeft over het doel van mijn reis
veronderstellingen geuit. Ik zou herwaarts
zijn gekomen, om te onderhandelen over
de uitwisseling van grondstoffen tegen
voor de haven van Antwerpen gewaar
borgde voordeelen, of over een nieuw
handelsverdrag tusschen België en
Duitschland. Dat alles is niet de reden
van mijn bezoek. Ik breng eenvoudig een
beleefdheidsvisite aan den gouverneur
der nationale bank, en wij voeren alge-
meene besprekingen over den toestand,
waarin Ehropa en de wereld zich bevin
den. Wij hebben geen ander doel dan
de betrekkingen tusschen onze beide lan
den te verbeteren.
De groote mogendheden moeten ouder
elkander en met de kleine mogendheden
tot overeenstemming komen.
Ik hoop, dat de taak, die van Zeeland
op verzoek van Frankrijk en Engeland
aanvaard heeft, tot een algeheel succes
zal worden.
Voorts verklaarde Schacht voorstander
te zijn van economische ontwapening.
Schacht verklaarde verder nog voor
stander te zijn van een goederenruil tus
schen de landen onder de beste voor
waarden. Ook Duitschland acht autarkie
geen ideaal.
Toen een der journalisten Schacht
vroeg, of de Duitsche regeering nog steeds
de unie der sovjet-republieken wenscht
uit te sluiten van een eventueele entente
in Eüropa, antwoordde hij: „Heelemaal
niet! Wij hebben een belangrijken handel
met de unie der sevj et-republieken en ik
hoop, dat die nog zal toenemen".
Korte Berichten.
In het Noorden van Servië woedt
sedert twee dagen een zeer hevige storm.
Tien menschen zijn verdronken bij een
poging tot het oversteken van den Do-
nau. Twaalf leden van de bemanning van
een baggermolen worden vermist.
—i Het smelten der sneeuw heeft tot
groote overstroomingen in midden-Zwe
den geleid. Het spoorwegverkeer tusschen
Vesteroe en Stockholm is gestaakt en de
verbinding wordt onderhouden door auto
bussen, die over de gedeeltelijk onderwa
ter staande wegen rijden.
Men vreest, dat Stockholm evenals in
1924 gedeeltelijk zal worden overstroomd.
DE KONINGIN OP HET LOO
VERWACHT.
Gemeld wordt, dat H. M. de Koningin
over eenige dagen, vermoedelijk. Zater
dag, voor voorloopig verblijf op het paleis
Het Loo wordt verwacht.
DE KOMST VAN PRINSES JULIANA
EN PRINS BERNHARD IN BAARN.
Na de blijde intocht van het Prinselijk
paar, is te Baarn de feestviering gister
avond voortgezet. Van zes uur tot half
acht gaf Crescendo een concert op de
Brink, waarna om half negen een vuur
werk in den polder aan de Eem werd af
gestoken, waarvoor enorme 'belangstelling
bestond. Duizenden vreemdelingen waren
per trein, auto of autobus of rijwiel naar
Baarn gékomen om het afsteken van het
vuurwerk bij te wonen. Precies half ne
gen arriveerde het Prinselijk paar, dat
van het begin tot het einde met groote
belangstelling het vuurwerk gadesloeg.
Bij de komst van de Prinses ien den
Prins werd de kap der auto neergelaten
en staande in de auto volgden de nieuwe
bewoners van Soestdijk het afsteken der
verschillende nummers.
Ten slotte verschenen de portretten
van Prins en Prinses, waartusschen de
woorden: Leve het vorstelijk paar.
Vanzelfsprekend oogstte dit slotnum
mer luid applaus van de tienduizenden
aanwezigen. Na het vuurwerk, trok het
publiek naar het centrum der gemeente,
deels om de verlichting te bewonderen,
deels om zich op het Oud-Holland)sche
marktplein te vermaken.
Men heeft de nieuwe bewoners van
Soestdijk op hartelijke en spontane wijze
verwelkomd en deze laten zien hoezeer
hun verblijf te Baarn algemeen als een
groote eer en een feit van bijzondere be
teekenis wordt geacht.
EERSTE HARINGCONTRACT 1937
MET RUSLAND.
Levering vóór 10 Mei.
De reedersvereeniging voor de Neder-
landsche haringvisscherij heeft heden
haar eerste haringcontract-1937 met Sov
jet-Rusland afgestoten. Deze verkoop be
treft 8500 Schotsche tonnen haring van
den restant-voorraad-1936. De levering
zal plaats vinden voor den aanvang van
het seizoen-1937, t.w. voor 10 Mei a.s.
WIJZIGING GELDSCHIETERSWET.
Memorie van Antwoord aan de Eerste
Kamer.
In de memorie van antwoord betreffen
de het ontwerp van wet tot wijziging van
de Geldschieterswet wijzen de ministers
van binnenlandsche zaken en van justitie
erop, dat inderdaad de wijziging, voorge
steld bij artikel 1, sub e, buiten allen twij
fel zal stellen, dat de wet mede van toe
passing is op betaalzegelkassen.
Verdere ontwikkeling van de betaalze
gelkassen behoeft aan de wet op het af-
betalingsbedrijf geen schade te doen.
Deze wet is te beschouwen als een wel
kome aanvulling, in zooverre thans beide
Binnenland.
Wetsontwerp tot wijziging van het kin
derrecht.
De bemanning van de „Andra" in veilig
heid.
Buitenland.
den Spaanschen oorlog.
Is het non-interventie-acooord geschon
den?
Verklaring van Schacht.
takken van credietverleening onder over
heidstoezicht zijn gesteld.
De Geldschieterswet (voor zoover zij
het betaalzegelbedrijf raakt) en de Wet op
het afbetalingsbedrijf hebben dit gemeen,
dat zij oeconomisch dezelfde materie be
treffen, n.l. het aanschaffen van goede
ren op crediet. Tusschen het koopen
met betaalzegels en het koopen op afbeta
ling bestaat slechts een juridisch verschil.
Tusschen beide wetten bestaat verband
in dien zin, dat zij beide regeling van het
volkscrediet beoogen
VESTIGINGSWET VOOR DEN
MIDDENSTAND IN WERKING
GETREDEN.
Blijkens Staatsblad no. 680 is de Ves
tigingswet voor het kleinbedrijf in wer
king getreden met ingang van 9 April j.l.
invaliditeits- en ouderdomswet.
Op 1 Maart werden 35562 weduwen-
renten en 13977 weezenrenten krachtens
de invaliditeitswet genoten. Op genoem
den datum waren krachtens artikel 373
dier wet 117759 personen in het genot
van een als vrucht van hun verzekering
verkregen ouderdomsrente van drie gul
den per week.
Voerts genoten 52466 personen een in
validiteits rente, als bedoeld in artikel 71
dier wet.
Krachtens artikel 24 der ouderdoms
wet 1919 waren op vorengenoemden da
tum 119.420 personen in het genot van
een als vrucht van hun verzekering ver
kregen ouderdomsrente van drie gulden
per week.
De commandant van het veldleger.
BB. M. de Koningin heeft gisteravond te
zes uur in het Huis ten Bosch in audiën
tie ontvangen Z'.Exc. Luitenant-Generaal
J. J. G. Baron van Voorst tot Voorst,
commandant van het veldleger.
De eerste ansjovis gevangen.
Dinsdagmorgen is op de Westerschelde
door den Bergen op Zoomschen visscher
de Haas-v. Oost de eerste ansjovis ge
vangen in de weervisscherij „Den Orgel".
Schoolartsen.
Tot schoolarts te Burgh is thans be
noemd de heer dr J. Westendorp Boerma
aldaar. Voor de eerste maal zullen alle
kinderen onderzocht worden, daarna per
jaar drie klassen.
Zeppelinreizen over ons land.
De luchtihavendienst op het vliegveld
„Welschap" te Eindhoven ontving van de
directie der Zeppelin-Reederei te Frank
fort am Main de mededeeling, dat de v
achttien heen- en weerreizen van Frank
fort naar New-York, welke in het komen
de zomerseizoen gemaakt zullen worden,
weder over Nederland geleid zullen wor
den, waarbij, wanneer althans niet de
weersomstandigheden een andere route
noodig maken, steeds het vliegveld „Wel
schap" als „aanstuurpunt" gebruikt zal
worden.
Van 3 Mei a.s. wanneer de eerste
reis te Frankfort aanvangt zal de Hin
denburg dus weer geregeld over ons land
komen.
Middelburg. Slagersvakten-
ioonstelling. In één der zalen van
St Joris ver©enigde zich de Commissie
voor de vakopleiding van slagers, de be
sturen der afdeelingen van den Nederland)
sohen Slagershond, de 21 cursisten, die de
zen winter deel hebben genomen aan den
cursus onder leiding van d'hr J. T. Hienir
stra, en enkele genoodigden.
De voorzitter van de afdeeling Middel
burg, dhr A. Beugelink, heette in het bij
zonder welkom den wethouder van on
derwijs, dhr M, H. Boasson, dhr De
Waardt, hoofd van den Vee- en Vleesch-
keuringsdienst, Miej. Bömer, directrice
der Huishoudschool; de vertegenwoordi
gers van Handelsbelang en de Hanze.
Spr. wees' op de moeilijke tijden, waar
in het slagersvak verkeert, doch men
werkt door aan het opbouwend werk in
bet belang van het vak.
Dhr Kuijper, lid van de Commissie
voor de slagersvakschool te Utrecht, wees