Onze tijd en onze roeping. Een treffend woord van Dr H. Colijn tot het Nederlandsche volk. De komende verkiezingen. Buitenland. EERSTE BLAD Belangrijkste Nieuws VRIJDAG 9 APRIL 1937 DAGBLAD VOOR DE PROVINCIE ZEELAND 51e JAARGANG No. ibü Uitg.: N.V. Uitgevers-Maatschappij „Luctor et Emergo" ter exploitatie van het blad „De Zeeuw". Bureaux Lange Vorststraat 70, Goes. Telefoonnummer 11. Postchèque en Girorekening 44455. Bijkantoor Middelburg: Fa BOEKHANDEL J. J. FANOY, Lange Burg 40, Tel. 28. Directeur-Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA. Abonnementsprijs 12.50 per kwartaal, weekabonnementen voor Middelburg, Goes en Vlissingen f 0.20. Losse nummers 5 cent, Advertentiën 30 cent per regel. Ingezonden mededeelingen 60 cent per regel, Kleine Advertentiën Dinsdags en Vrijdags 10.75, bij vooruitbetaling. Onder letter of motto f 0.85. Bij contract belangrijke korting. In de vandaag te Utrecht gehouden Deputatenvergadering der Antirevolutio naire partij!, heeft D1 r H. C o 1 ij n een rede gehouden waaraan wij het volgende ointleenen: Herinnerend aan het geschrift van prof. mr A. Anema, hoogleeraar aan de Vrije Universiteit, dat een 15-tal jaren geleden verschenen is onder den titel: „Ohze tijd en onze roeping", wees spr. er op, dat regeeren doen is, hande len en het tegengaan van slechte en het bevorderen van goede beginselen. Onder voorbehoud dat wat wij! nu als gewichtig meenen te moeten zien, later kan blijken van geringe of zelfs heel geen he teekenis te zijn, wilde spr. aandacht vragen voor onzen tijd en onze roeping. Spr. wil zich daarbij! niet beperken tot de verschijnselen in eigen kring laat die zelfs nagenoeg geheel rusten om deze gelegenheid te benutten om zich mede tot het Nederlandsche volk als ge heel te richten om het te wijzen op wat het volksleven bedreigt en wat moet gedaan worden om die dreigende gevaren te weerstaan. Gezien de beschikbare tijld wil spr. over financieele, economische en sommige praotische aangelegenheden niet meer in het midden brengen dan in het verband strikt noodzakelijk is. Spr. wil slechts de op merking maken, dat de toe stand van ons land door de gevoerde politiek in financieel en economisch opzicht aanmerkelijk gun stiger is dan toen het ka binet vier jaar geleden zijn taak aanvaardde. Waar het pias geeft, zal spr. in de volgende we ken voor die stelling het bewijs leveren. Voor de eerste maal sinds het midden der vorige eeuw werden de verkiezingen gevoerd in het teeken van den strijd voor of tegen 't behoud van ons constitutioneel parlementair regeeringssysteem. Op zich zelf ware daaraan in Nederland niet ai te veel gewicht te -hechten, want er is niemand die in ernst met de mogelijkheid rekent dat de constitutioneele monarchie met Oranje aan het hoofd zou vervangen worden door een systeem met Oranje in de schaduw en vernietiging van den reoht- matigen volksinvloed, die tot uiting komt in een door vrije verkiezingen in het le ven geroepen volksvertegenwoordiging. Dat is ook ondenkbaar als het Neder landsche volk zich bewust blijft van den rijiken schat dien het in zdjh historische staatsinstellingen, in zijln constitutioneels monarchie bovenal, bezit. Wie het fascisme of het nationaal-so- eialisme in zijn diepere beteekenis wil verstaan, zal het allereerst moeten be schouwen in zijn geestelijke structuur, die voor het overgroots deel der volgelingen zich kristalliseert tot ontevredenheid over de werking van het parlementaire sy steem. Zoo gezien is de beweging inter nationaal van aard. Het is volstrekt verwerpelijk het Ne derlandsche nationaal-socialisme slechts te zien als een van de vele partijtjes waaraan ons goede land zoo rijk is. Het is in dit opzicht gelijk aan het na 1917 sterk naar voren gekomen Communisme, dat in zijln practische staatsopvatting sterke familietrekken met het Fascisme vertoont. Beiden keeren zich tegen den rechtsstaat en willen die omgezet zien in een machtsstaat, aan geenerlei boven hem staand recht gebonden en in zijn be voegdheden geen enkele beperking gedoo- gend. Men onderschat die stroomingen als men alleen maar let op de volgroeide vor men er van zooals die in Rusland, Duitschland en Italië gezien worden. Het is in beginsel aanwezig waar het parle ment, terugdeinzend voor aan kiezers on welgevallige maatregelen de regeeringen door middel van algemeene machtigings wetten de vrije hand liet te doen wat ge daan behoorde te worden. Wie in Europa rondziet, constateert, dat het constitutioneel parlementaire stelsel nog maar in weinig landen geheel ongeschonden is gehandhaafd. Een der algemeene oorzaken is de verzwakking van het gezag, ook in den maatschappe- lijken levenskring. Een tweede grief is de werking der parlementaire machine. Een vergelijking met 1900 leert, dat bij alle gemis van en kele der grootste figuren, het gemiddelde gehalte der tegenwoordige Staten-Gene- raal eerder hooger ligt dan lager. Wel is juist de grief dat de parlementen in de laatste halve eeuw, ook bij ons, de grens van redelijke bevoegdheid meermalen ge tracht hebben te overschrijden. Het bud getrecht verloor veel van zijln oorspron kelijke beteekenis. Ook is het kwaad van de moties, waarbij! men de regeering be paalde maatregelen wil opdragen, terwijl men weet dat deze er geen gevolg aan kan geven, hoewel afnemend, toch nog niet geheel verdwenen. Ook mag niet uit het oog verloren, dat ons kiesstelsel met zijn op de spits gedreven mathematiek, de politieke splijtzwam al meer heeft be vorderd en het besef van nationale een heid naar den achtergrond gedrongen, terwijl ook moet gewezen op het misbruik dat overal gemaakt wordt van sommige grondrechten der ingezetenen, als vrij heid van drukpers, van vereeniging en vergadering, met bijkans ongelimiteerde vrijheid voor laster en opruiing. Spr. is zich bewust van de moeilijkheden om aan deze dingen paal en perk te stellen zon der die onschatbare rechten in hun rechtmatig gebruik aan te tasten. Het is tegen deze feilen van de 19e eeuwsche staatsvormen dat een algemeen verbreide reactie naar voren trad. Er is een extremisme, zich als fascisme of nat.-socialisme aandienend, dat in zijln critiek op het verdwijnen en niet op ver betering van ons oonstitutioneel-parle- mentaire stelsel gericht is. Men trekke hieruit echter niet de con clusie, dat wat er nu nog aan politieke richtingen in ons land overblijft, een een heid vormt. Biji den gemeenschappelijken opbouw blijkt dadelijk diep verschil al komt het intusschen op dat gemeen schappelijk bouwen in de eerste plaats aan. Het is s p r.'s rotsvaste overtuiging, dat commu nisme noch nat.-s ocialisme voet aan den grond zullen krijgen in ons land. Wat het communisme betreft zegt spr. dit zonder eenige voorwaarde en wat het door en door on-Nederlandschei nationaal-socia lisme betreft, hangt dit af van de wer king van ons constitutioneel-parlemen- taire stelsel. Niet terugdeinzend voor noodzakelijke hervormingen in Staat en Maatschappij1 mioet niet alleen afwerend maar ook bouwend werk verricht. In verband hiermede wees spr. op onze roeping. Al lereerst de roeping van de Anti-Rev. partij, die den volksgeest moet omzetten in door haar gewenschten zin. Alleen een onwrikbare overtuiging ook al weet men nooit de meerderheid te zullen verwerven kan een dam opwerpen tegen ,d e n stortvloed van revolutionaire krachten. Die is alleen te vinden wanneer zijl haar grond vindt in een onverzettelijk geloof in de heiilge ordinantiën Gods voor het menschelijlk leven op aarde. Daarom sprak Groen van Prinsterer zijln: Een staatsman niet, Een Evangeliebelijider. De Heilige Schrift leert ons de vol strekte souvereiniteit Golds over hemel en aarde beide, wijst den oorsprong van elk gezag alsook de grenzen waaraan het gezag is gebonden, leert de gehoorzaam heid waaraan de mensch ook tegenover de afgeleide souvereiniteit is onderwor pen, maar kent hem tevens toe de vrij heid waarmede Christus hem heeft vrij gemaakt. Het is de taak der Anti-Rev. partijl het Nederlandsche volk bijl de stembus er van te doordringen dat bij1 de Schrift alleen waarachtige veiligheid te vinden is te gen al de ontwrichtende factoren waar tegen moet geworsteld. E'r is geen men- schelijke dwaling denkbaar waartegen de Heilige Schrift geen remedie bieden zou. Nadat de stembus gesproken heeft, kan de A.R. partij als zij! in de Staten-Gene- raal maar een geringe minderheid uit maakt, al wat zijl begeert niet verwerkelij ken. Maar bij de stembus hebben we daarmede niets te maken. Daar gaat het niet omi vorming van Kabinetten, maar om de zegepraal van het eigen beginsel, om de winnende kracht van een A.R. staatkunde en den grondslag waarop deze rust. En dan mag geconstateerd dat de plaats die de A.R. party temidden van M. Polderman Electrotechnicus Goes Erkend Philips' Service andere richtingen inneemt, onder het Nederlandsche volk aan waardeering ge wonnen heeft. Daarom, aldus spr. tot zijn gehoor, hebt ge een ze delijk recht om onbeschroomd voor het kiezersvolk te treden en het opnieuw ver trouwen te vragen voor de komende vier jarige pe riode. Niet op grond van wat een onzer gedaan heeft in de achterliggende jaren, maar op grond van de begin selen, waarnaar zij gehandeld hebben. Daaraan ontleenden allen ook spr. de kracht om te doen wat gedaan moest worden. Geen eere van menschen, maar van Hem, Die kracht en liefde schonk om uit die beginselen te leven bijl de vervul ling van een onzegbaar moeilijke taak. Meer dan ooit bestaat aan de doorwer king van die beginselen behoefte. De in vloed van de Christelijke levensbeginselen meet op het terrein van de staatkunde versterkt. Alle andere bestrijiding van de verzwakkende krachten is slechts negatief van aard. Andere levensimpulsen zijn noodig. Spr. richt zich allereerst tot zijln geest verwanten met wie hij! zooveel jaren in band van hechte trouw is vereenigd ge weest. Maar h ijl wil bij deze stembus ook een woord tot het Nederlandsche volk als geheel richten. En dan zegt spr. dat de komende stembus zal beslissen over een vierjarige periode die nog belangrijker zpln zal dan de achterliggende. Im mers het dieptepunt van- de wereldcrisis ligt ook voor Nederland achter ons. We staan er beter vöor dan menig ander land, wanneer nu weer een beleid zal worden gevoerd dat opnieuw rekent met de werkelijkheid. Groot blijlven de moeilijkheden die nog overwonnen moeten worden en de finan cieele toestand is nog allesbehalve ge zond, terwijl de landsverdediging onge twijfeld nieuwe belangrijke uitgaven noodzakelijk maakt. Het bedrijfsleven zal geleidelijk uit zijn boeien moeten geslaakt en het vraagstuk van verruiming van werkgelegenheid is nog even nylpend als de laatste jaren. Onder voorzichtige lei ding kunnen deze moeilijkheden grooten- deels tot oplossing gebracht, gelijk door een roekelooze politiek de toestand voor vele jaren weer kan worden bedorven. Waar spr. in vier jaren in goede samen werking met zijn ambtenooten, door God gesterkt, in bijna bovenmen9chelijke kracht gezwoegd heeft om ons volk zoo goed mogelijk door dezen zorgelijken tijd heen te helpen, daar voelt hij zich ge rechtigd tot den oproep tot het Ned. volk om althans het karakter van het gevoer de beleid bij deze stembus te steunen. Hoewel een kleine minderheid, hebben de Gereformeerde vaderen toch hun stem pel gedrukt op ons volksleven, zoozeer, dat na eeuwen de sporen daarvan nog merkbaar zijn in kringen, die met het levend beginsel van het Calvinisme heb ben gebroken. Historisch gezien reikt, al dus spr. onze invloed verder dan het Calvinisme „bij den tel", om een uitdruk king van Kuyper te gebruiken. Daarom is de potentiëele invloed van de A.-R. beginselen grooter dan uit dien tel van het aantal belijdende Calvinisten kan worden afgeleid. De onverzettelijk heid van de A.-R. overtuiging en de stand vastigheid bij de politieke uiting er van in Kamers, Staten en Raden kan niet nalaten indruk te maken op anderen. Het van geen twijfelen en wankelen we ten, ook als het heel moeilijk was, is de eere der A.-R. Kamerfractie in de af- geloopen periode. Daarom zegt spr. tot zijn gehoor: Blijf U zelf! Dat is in zijn diepsten grond: plaats u zelf op den achtergrond en luis tert naar wat God van ons verlangt. Want uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen. Ook ons kunnen bij de stem bus en ons optreden op staatkundig ter rein. Dat is de diepe zin van het zuiver Calvinisme. Het Soli Deo Gloria blijve voorts nu en alle tijden ons richtsnoer. Candidaatstelling 20 April; stemming op 26 Mei. Nu de behandeling van de wetsvoor- draohten tot verklaring, dat er grond be staat tot het in overweging nemen van voorstellen tot verandering van de Grond wet tot een einde is gebracht, stelt de Regeering er prijs op, met betrekking tot de ontbinding van de Kamers der Sta- ten-Generaal en de verkiezing van nieuwe Kameis eenige mededeelingen te doen. Het ligt in de bedoeling der Regeering, te bevorderen de totstandkoming van een besluit tot ontMnding van de beide Ka mers der Staten-Generaal, hetwelk de dagteekening van 17 April 1937 zal dra gen. De datum van de candidaatstelling voor de verkiezing van de Tweede Kamer zal worden bepaald op Dinsdag 20 April, die van de stemming voor de verkiezing op 26 Mei 1937. De datum voor de candidaatstelling voor de verkiezing van de Eerste Kamer zal worden bepaald op Maandag 3 Mei 1937 en die van de verkiezing voor de Eerste Kamer op Donderdag 27 Mei 1937. De Regeering heeft gemeend reeds thans bovenstaande mededeelingen te moeten doen, opdat alle daarbij betrok ken instanties en belanghebbenden daar mede rekening kunnen houden en een vlot verloop van bedoelde verkiezingen zooveel mogelijk wordt bevorderd. DE STRIJD IN SPANJE. Het offensief der opstandelingen duurt voort. De opstandelingen hebben gisteren hun opmarsch over het geheele front van Bis kaje voortgezet. 'Gistermiddag hebben 12 groote drie-motorige toestellen het terrein achter de linksche linies bestookt en daar bij talrijke munitiedepots in de lucht doen vliegen en versterkingen, die haar het front trokken, uiteengedreven. Tijdens hun offensief in Biskaje zijn de opstandelingen overal op verbitterden te genstand gestuit. De infanterie moest om iedere stelling soms verscheidene uren vechten. Haar taak werd evenwel verge- makkeiykt door de luchtmacht, die een belangrijk aandeel in den stójd had. De resultaten van het offensief kunnen thans als volgt worden samengevat: Twee colonnes rukken op, de eene naar het noorden, met Durango als einddoel; de andere, 'die in het oosten opereert, rukt rechtstreeks naar Bilbao op. Volgens berichten uit Bilbao is het re- geeringsleger in Biskaje versterkt met troepen uit Austurië en Santander. Het zou thans in staat zijn definitief den weg naar Bilbao voor de troepen van Mola te versperren. ITALIë BESCHULDIGT THANS RUSLAND. Fransche tegenspraak. De Giornale d'Italia, die zich gisteren tegen Frankrijk keerde, komt thans met een geheele reeks beschuldigingen van overtreding der overeenkomst van niet- inmenging aan het adres van Rusland. Na den 20sten Februari, aldus het blad, ging de toevloed naar Spanje van in Frankrijk vooral te Parijs, Toulouse en Marseille, samengekomen Russische „vrülwilligers" geregeld door. De Fran sche politie heeft kunnen waarnemen, dat zich onder degenen, die in Frankrijk kwamen, om zich vandaar naar Spanje te begeven, vele niet-Spanjaarden bevon- -den. Gedurende de laatste tien dagen van Februari zijn over de Col de Perthus in de Oostelijke Pyrenaeën 150 officieren van het geregelde Russische leger naar Spanje gegaan om als kader voor de in- nationale brigade te dienen. Langs den- zelfden weg kwamen 2000 Russische ge weren Spanje binnen. Begin Maart kwa men te Almansa vijftig stukken Russisch veldgeschut aan. Tusschen 1 en 20 Maart verschenen tien vliegtuigen van het type „Gorki", terwijl uit Klein-Alzië 105 Rus sische toestellen met 210 bestuurders zouden vertrekken. Zeer kort geleden zijn vier A.N.T'.-toestellen te Praag aange komen, die met tien Tsjecho-Slowaaksohe toestellen met bestemming naar Spanje vertrokken. Het blad drukt vervolgens een ïyst af van alle Spaansche schepen, die uit Rus sische havens aan de Zwarte Zee met la dingen Russische wapens en munitie de Dardanellen gepasseerd zijh met bestem ming naar Valencia, Barcelona en an dere havens, die in handen der Spaan- sche regeering zpln, tusscben einde Fe bruari en begin April, Hieraan voegt het blad toe, dat Mos kou bovendien de hulp van oorlogssche pen verleent: behalve de 6 Russische Dit nummer bestaat uit 2 bladen. Binnenland. Deputatenvergadering der A.-R. Partij. Rede van dr Colijn. Dë Grondwetswijziging door de Eerste Kamer aangenomen. Dë data der verkiezingen. Buitenland. Nog steeds successen der opstandelingen in Spanje. Italië beschuldigt Rusland. Geruchten over mislukking der suiker conferentie voorbarig. duikbooten, die men vaak in de haven van Barcelona ziet, zouden zich twee lichte kruisers, vergezeld door vier tor- pedobootjagers, gereed maken de Darda nellen te passeeren om zich naar de Spaansche kust te begeven. In officieele Fransche kringen ver klaart men: „Buitenlandsche bladen en zelfs eenige Fransche kranten, publicee- ren berichten betreffende vervoer van oorlogstuig uit Frankrijk naar Spanje en vertrek van vrijwilligers in strijd met de internationale verplichtingen. Dergelijke aantijgingen worden gelogenstraft door de standvastige houding van Frankrijk ten aanzien van de Spaansche gebeurte nissen. In overeenstemming met Engeland is 'het Frankrijk geweest, dat het initiatief tot de overeenkomst van niet-inmenging heeft genomen en een daadwerkelijk en algemeen toezicht heeft gevraagd. Het eischt bovendien met klem de terugroe ping van alle buitenlandsche vrijwilli gers. De oprechtheid, waarmede het zdjh verplichtingen nakomt is trouwens er kend door onpartijdigen, die zich ter plaats© van de omstandigheden op de hoogte hebben gesteld. OOSTENRIJKSCHE MAATREGELEN TEGEN HET NATIONAAL-SOCIALISME Dë gepensioneerde beambte bij de Bonds- spoorwegen Reinhold Briickner uit Morrg bij Salzburg en zijn v.ouw zijn beboet met een geldstraf van respectievelk 250 en 300 schilling, omdat zij in November 1936 een krans hebben gelegd op het graf van Hitiers ouders. Brückners pen sioen is op denzelfden grond ingetrok ken. Dë politie heeft het bevel ontvangen om de namen te noteeren van allen, die het graf van de ouders van Hitler bezoeken. Dë Duitsche pers protesteert tegen deze maatregelen. Het „Berliner Tageblatt" verklaart, dat deze maatregelen ,,de onbeschaafdheid van Moskou" overtreffen. DE STRIJD OM DE MACHT IN DE MIDDELLANDSCHE ZEE. Onthullingen over Italiaansche propaganda-methoden. Dë „D'aily Herald" wijdt een artikel aan de pogingen van Italië, zijn invloed in de Middellandsche Zee te versterken, door een uitgebreide propaganda onder de bevolking der in deze zee gelegen eilan den. Zoo worden van Italiaansche zijde, volgens het blad, groote sommen gelds besteed om onder de bevolking van Malta een anti-Britsche stemming te kweeken. Al bet mogelijke wordt gedaan om de 250.000 Malteezers te overtuigen, dat Eingelands invloed aan het tanen is en dat hun streven gericht moet zijn op bet verkrijgen van autonomie. Op Cyprus, dat tegenwoordig beschouwd wordt als de sleutelpositie van de Brit- sche belangen in de Middellandsche Zee, is de activiteit van Italië verdubbeld. Majorca wordt thans vrijwel door Ita lië geregeerd. Dë troepen, zee- en lucht strijdkrachten op het eiland, ofschoon in naam deel uitmakend van het Spaansche ops-tandelingenleger, staan onder leiding van Italiaansche officieren. D© Italianen dragen voor het meerendeels Spaansche uniformen, doch sommigen vinden deze vermomming niet eens meer noodig. Italiaansche verliezen in Abessynië. Gedurende de maand Maart zün in Abessynië 61 officieren, onderofficieren, soldaten en Zwarthemden tengevolge van verwondingen of ziekten overleden. Het aantal dergenen, die sedert 1 Ja nuari 1935 om het leven gekomen zijn, bedraagt thans 3622. Korte Berichten. Dë stakingen van metaalarbeiders te Glasgow omvatten thans 116 firma's die zich met scheepsbouw en andere wer ken bezig houden; de leerjongens van de smelterijen van Musgrave te Belfast heb ben gisteren eveneens het werk neerge legd.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1937 | | pagina 1