De tuinbouw nog in nood. Gemengd Nieuws. Het Vrouwenhoekje Voor de jeugd. Rechtszaken (Vervolg „Letterkundige Kroniek",) Vaak was zijn taal gesluierd, weinig open en direct. Dat was oorzaak van veel misverstand en meer dan eens van critlek; vooral in zijn later werk heeft men de aanleiding daartoe meenen te vinden, Maar wie aanmerking wil maken op den vorm, hij lette vóór alles op den inhoudl Dan zal de erkenning moeten volgen, dat dit het werk van een kun stenaar is, vol prachtige wendingen, vol diepe gedachten, raak in woord en beeld. Nu is hij gestorven. Waardeering en lof heeft hij wel ontmoet, nimmer ge zocht. Lof en roem zag hij als bedwel ming, als „een gekruiden drank van rijpen wijn"; als deze een uitwerking op hem hebben kon, dan zou het alleen zijn als aansporing tot immer voortgezetten arbeid. Als hij zong: Wij zijn door de donkere tijden Gezonden, een karavaan, Om een groote juweel te geleiden Naar een plaats, die we niet verstaan dan zien wij nog in die woorden uit zijn laatste levensjaren, dat hij de taak, die hij zich stelde en de roeping, die hij zich gegeven wist, tot het einde toe heeft willen dienen, op een wijze, die hij achtte in overeenstemming te zijn met de plaats, die hij inam. A. L. VAN OYEN. DE GERINGE VERBETERING BRENGT NOG GEEN WELVAART. Gisteren werd te Utrecht de algemeene jaarvergadering gehouden der Vereeni- ging „Groep veilingsvereenigingen" uit den Ned. Tuinbouwraad onder leiding van den heer F. V. Valstar. In zijn openingswoord wees deze er op dat, al is er geen stof tot juichen, niet onvermeld mag (blijven de geringe verbetering van de veilingom- zetten in 1936. De totale omzet onzer veilingen was in 1935 gedaald tot beneden 54 millioen gulden. Voor 1936 zien we een verhooging van een kleine vier mil lioen. Als deze opleiving blijft aanhouden en zich nog verder kan uitbreiden, zal zij op den afzet van tuinbouwproducten een gunstigen invloed gaan uitoefenen, al zal dit den tuinbouw de verloren welvaart niet terug kunnen geven. Daarvoor zijn de handelsbelemmeringen te groot. Op een spoedig herstel der ver scheurde handelsbetrekkin gen kan nauwelijks worden gehoopt. Ook de resultaten van de deprecia tie van den gulden zijn tot nu toe voor den tuinbouw maar heel sober ge weest. Voortgaande wijst spr. op het verblij dend verschijnsel, dat na jarenlange strijd bereikt is, dat de toepassing van de land- bouwuitvoerwet bij export van tuinbouw- gewassen nu wettelijk voorgeschreven is geworden. Onder de factoren, die den afzet van ons product beheer- schen, blijft altijd voorop staan: de kwaliteit van het product. Het minderwaardige goed moet door de veilingen worden terugge houden. Voortgegaan moet worden met ordening in het bedrijf, zegt spr. Wij voelen ons met ons veilingsverkoopsysteem volmaakt op den goeden weg en wij zijn in staat om de maatregelen te nemen, die voor den tuinbouw ivoor den afzet van zijn pro duct noodig zijn en genomen moesten worden. Daarnaast zijn er andere onderwerpen in den tuinbouw, die om ordening en regeling vragen. Spr. noemt slechts d e distributie van het product in het binnenland. Dit moeilijke pro bleem moet worden bestudeerd en het georganiseerde bedrijfsleven zal hiervoor na rijp beraad en overleg de oplossing moeten weten te vinden. Spr. legt den nadruk op de taak van de organisaties bij deze ordening. Wij zijn de regeering dankbaar voor wat zij voor den tuinbouw deed en de wijze waarop dat is geschied. De crisis maatregelen waren noodzakelijk en daar om moeten ze worden aanvaard. Maar hoe eerder we Staatszorg kun nen missen hoe liever het ons is. Naast den financieelen steun, die he laas nog niet kan worden ontbeerd, is er een maatregel, die voor de verbetering van de positie van den tuinbouw van groote beteekenis is: de teeltbeper king. Er moet toch eindelijk eens een einde komen aan het telen van tuin- bouwgewassen in landbouw bedrijven, terwijl de teelt van land bouwgewassen in die bedrijven toch zeer goed mogelijk en zelfs loonend is, terwijl terzelfder tijd de tuinbouw op de mest hoop wordt gedreven. Dat is economisch ontoelaatbaar. De noodzakelijkheid dwingt hier tot kiachtig ingrijpen. In 1936 is meer dan een millioen gul den van het sobere steunbedrag van twaalf millioen gulden besteed moeten worden voor vergoeding van producten, waarvoor geen kooper te vinden was. Wij blijven vertrouwen op de toezegging die minister Gelissen in het laatst van November zoo uitdrukkelijk heeft gege ven. Met nadruk heeft deze bewindsman toen gezegd voor den tuinbouw te zullen doen wat mogelijk is. En hij zag die mogelijk heid in verband met het vrijkomen van de 28 millioen van de 14 procent van ons betalingscontingent doordat de achter stand van Treuhflnder en Sonderkonto met 1 Januari 1937 zou zijn Ingehaald. De tuinbouw wacht op de inlossing dezer belofte. Met den wensch dat het den Neder- landschen tuinbouw voorspoedig moge gaan, besloot spr, zijn toegejuichte rede. Verkeerde opvatting van „verduisterin g". Tijdens de luchtbeschermingsoefeningen, welke Donderdag in de provincie Gelderland zijn gehouden, hebben inbrekers te Apel doorn hun slag geslagen. Door het indrukken van een glas-in- lood-raam wisten zij het groote filiaal van de firma Kreymborg binnen te drin gen. Achtereenvolgens werd een bezoek gebracht aan de costuum-afdeeling, waar eenige regenjassen zijn ontvreemd, en aan de afdeeling heeren-modeartikelen, waar vrijwel de geheele voorraad das sen is gestolen, terwijl tevens een groot aantal overhemden en hoeden alsmede couponstoffen werden ontvreemd. Vermoedelijk hebben de dieven hun buit per auto vervoerd. Doodenrit onder een tramwagen. Om half één gisternacht wilde een 61-jarige koopman uit Haar lem van de rijdende tram springen. Zijn sprong mislukte, waardoor hij bekneld raakte in de ruimte tusschen het onder stel en de treeplank van het voorbalcon van den tweeden wagen van de tram. In deze hachelijke positie werd hij' meege sleurd de geheele Wamipervest af, den Kleinen Houtweg, de Baan en het Hout plein langs tot aan de halte van de Tem pelierstraat, een afstand van ruim 500 mieter. Een passeerende automobilist meende eerst, dat een groot stuk papier tusschen de wielen zat, maar toen hij op den Kleinen Houtweg zijn schijnwer per op het onderstel richtte, zag hij tot zijn groote ontzetting, dat er een man be kneld zat. Bij 't nemen van den bocht aan de Baan zwaaide het lichaam zelfs naar buiten, waarbij hij bemerkte, dat de man zich niet vasthield en blijkbaar met zijn kleeren aan de koppeling hing. Hij pro beerde met vol gas voorbij de tram te ko- m|en om den wagenbestuurder te waar schuwen, maar dit mislukte door de glad heid van den weg. In de Tempelierstraat waarschuwde hij. direct den conducteur, waarna de koopman uit zijn benarde po sitie verwijderd werd. Wonder boven wonder had de man slechts kleine kneu zingen gekregen: een bloedneus en een schaafwonde aan zijn linkerhand. Rechtbank te Middelburg. Zitting van Vrijdag 12 Maart 1937. Roekeloos autobestuurder? W. W. S., 33 jaar, arts, Ter Neuzen, werd ten laste gelegd, dat hij o>p 30 Ja nuari 1.1. te Ter Neuzen als bestuurder van een auto, daarmede rijdende over het drukke en gevaarlijke verkeerspunt, waar de Heerengracht zich vereenigt met den Oprit naar de Axelsohe brug, komende van de Heerengracht, terwijl van de Axelsche brug hem tegemoet kwam een voetgangster, welke voor haar de rechter zijde van den weg liep, hoogst roekeloos en onvoorzichtig den linkerkant van den weg heeft gehouden, waarbij hij de voet gangster Adriana 't Gilde, heeft aange reden, waardor deze kwam te vallen en een beenfractuur en een ander liohame- lijk letsel opliep. Eiscli 14 dagen hechtenis voorwaar delijk en f 150 of 1 mnd hechtenis. Mr P. G. Adriaanse verdedigde den verdachte en bepleitte vrijspraak subs, clementie. Verduistering. J. J. B., 31 jaar, koopman te Biervliet, werd ten laste gelegd, dat hij op of om streeks Maart 1936 te Biervliet een gelds bedrag van ongeveer f 64, toebehoorende aan Eduard Menue, dat hij onder zich had voor verkochte biggen, zou hebben verduisterd. De officier achtte het feit niet bewezen en eischte vrijspraak. P. M., 45 jaar, koopman te Ierseke, was in 'hooger beroep gekomen tegen 'het vonnis van den Kantonrechter te Mid delburg, waarbij hij wegens het verkoopen van wild in verboden tijd, werd veroor deeld tot f 10 of 10 dagen. De Ambtenaar van het O. M. teekende eveneens hooger beroep aan tegen gemeld vonnis. Eisoh: bevestiging van het vonnis waarvan hoo ger beroep met uitzondering van de straf f25 of 15 d. P. S., 35 j., bode, Biggekerke, was in hoo ger beroep gekomen tegen een vonnis van den Kantonrechter, waarbij hij we gens het als bestuurder van een auto niet behoorlijk uitwijken naar links bij het inhalen van een rijwiel, werd veroor deeld tot een geldboete van f 10 of 10 d. Eisch: bevestiging van het vonnis waar van hooger beroep. F. v. H., 19 jaar, vlasser te St Jansteen had bij een vechtpartij in een café te Kemseke (B.) op 23 Januari 1.1. zekere E. Stevens met een mes in zijn borst ge stoken. D'e Officier eischte 1 mnd gev. straf. J. S., 41 jaar, scheepsbevrachter te Wemeldinge, was in hooger beroep geko men tegen een vonnis van den Kanton rechter te Middelburg, waarbij hij we gens het in lading nemen in een vaartuig van goederen voor vervoer naar binnen het Rijk gelegen plaatsen, zonder dat dit is geschied krachtens overeenkomst met de Bevrachtingscommiasie, werd veroor- deold tot f60 of 10 d, De Officier van Justitie einschte bevestiging van het von nis, waarvan hooger berolp. Vervolgens waren 16 schippers in hoo ger beroep gekomen tegen diverse vonnis sen van den Kantonrechter te Middel burg, waarbij zij allen wegens overtre ding van de wet op de Evenredige Vracht- verdeeling werden veroordeeld tot een geldboete van f 25 of 10 d. Geen der verdachten was verschenen. De Officier van Justitie eischte in alle zaken bevestiging van het vonnis waar van hooger beroep. Weinig bewerkelijk en toch goed door Martine Wittop Koning. Niet veel tijd voor de bereiding van het middagmaal? Dat kan voorkomenl Een drukke dag in de schoonmaak straks, b.v.l Iets warms kan nog wel vlug op ta fel worden gebracht, maar of dat „iets" voldoet aan de eischen van voedzaamheid - dat is een andere kwestie. Toch is die kwestie wel op te lossen, zJfs op verschillende wijzen. Een portie sla (veldsla, snijsla of ge snipperde andijvie) kan reeds van te vo ren zijn schoongemaakt, gewasschen en op een vergiet gezet; als we daar het ge wone slasausje van olie, azijn (of citroen sap), zout, aroma en misschien wat mos terd of peper doormengen, dan is onze gioente in een oogenblik op tafel. Warme aardappelkoekjes vallen altijd in den smaak bij deze koude groente; ze zijn vlug in de koekenpan gebakken en ze kunnen, wat voedzaamheid betreft mits voorzien van geraspte kaas in hun ééntje de rol overnemen van den ge- bruikelijken maaltijd. Het komt dan hierop neer, dat we in hoogstens Yi uur een middagmaal op ta fel brengen, waarop werkelijk geen aan merking valt te maken. Nog een ander vooibeeld; we hebben een dag van te voren al op de drukte ge- ïekend en voor een dubbele portie aard appelen gezorgd. We maken die, terwijl ze nog warm zijn (dan gaat 't gemakke lijker) tot een purée, onder toevoeging van flink wat melk en van weer een paar lepeltjes geraspte kaas per persoon we doen de purée dan in een vuurvasten schotel en we hebben den volgenden dag er slechts wat boterklontjes op te leggen en den schotel een half uur in den oven te zetten om lekker warm en bruin te worden. Geven we daarbij een groente, die ook in een half uur klaar is (in dezen tijd van 't jaar misschien spruitjes, kool raap of lof), dan zal weer een in alle op zichten voldoende middagmaaltijd op ta fel komen, waarvoor de huisvrouw slechts een half uur noodig heeft gehad. In al de genoemde gevallen kan mis schien nog „iets toe" worden gewenscht. Dat laten we dan voor deze gelegenheid eenvoudig bestaan uit rauwe vruchten: een sinaasappel of een banaan. Van de aardappelkoekjes geven we hier een recept. Aardappelkoekjes (4 perso nen. 500 Gr. (1 pond) koude gekookte aardappelen, 2 eieren, 8 opgehoopte eet lepels geraspte kaas, V* d.L. melk, wat nootmuskaat, desverkiezend een fijnge- raspt uitje, ongeveer 60 Gr. (3 afgestre ken eetlepels) boter. Wrijf of maal de aardappelen fijn; ver meng ze met de eieren, de kaas, de melk en de kruiden tot een stevig deeg. Vorm daarvan halletjes, druk ze wat plat en bak ze in de koekenpan met de heete bo ter aan weerskanten mooi bruin en knap pend. Aardappelpoffer. Benoodigd: 10 a 12 koude aardappe len, 3 eetlepels gesmolten boter, 3 eetle pels geraspte oude kaas, wat peper. Snijd de aardappelen in dunne schijf jes en schik die, dakpansgewijze over elkaar heen, in een klein vleeschpannetje of een emaille schaaltje, dat van binnen met boter bestreken is. Bestrooi de aard appelschijfjes met wat geraspte kaas en peper en druppel er wat boter overheen. Leg hierop een nieuw laagje en doe er hetzelfde mee. Herhaal dit net zoo vaak tot de aardappelen, de boter en de kaas verwerkt zijn. Sluit het pannetje en zet het in een oven tot de inhoud mooi bruin is ge kleurd. Keer den koek dan op een bord en presenteer hem zoo warm mogelijk. Marmeren waschtafelblad. Wanneer het marmeren blad van de waschtafel vlekken vertoont die men niet kan verwijderen met behulp van een toi- letpuinsteentje, levert de volgende metho de vaak goede resultaten op: Men roert gelijke hoeveelheden ge- bluschte kalk en pijpaarde met water tot een dikke brij, die men daarna met een kwastje dik en gelijkmatig op de mar merplaat strijkt en er twee dagen lang, telkens met water besprenkeld, op laat zit ten. Nu laat men de brij goed opdrogen, wrijft ze met een zachten doek af en po lijst vervolgens het marmer met een lee- ren lap en fijn krijt. Verzorging van kamerplanten. In geen jaargetijde behoeven de plan ten, die in onze kamers zoo'n gezellige sfeer brengen, zooveel verzorging, als wel in de wintermaanden. Terwijl men planten gedurende de zo mermaanden beter 's avonds kan begie ten is dit daarentegen 's winters in de morgenuren gewenscht. De potten moeten goed schoongehouden worden, terwijl de planten regelmatig nagezien moeten wor den of zich geen luie op de bladeren be vindt, Plaatst men tevens nog enkele klolne hakjes met water tussohen de plan ten, dan zal men de atmosfeer in de ka mer aanmerkelijk verbeteren. Vooral planten met veel bladeren kunnen niet tegen een zeer droge lucht; ze verliezen de mooie groene kleur en zien er veel minder goed uit, Tegen vorst moeten planten eveneens beveiligd worden en moeten met vriezend weer uit de vensters genomen en naar het midden van de kamer gebracht wor den, vooral 's nachts. Groote temperatuur wisselingen zijn eveneens slecht. Beste Nichtjes en Neefjes! Wat zullen de bloemen, d!ie al zoo vroeg ontloken waren en ons vertelden dat de Lente in aantocht is, toch ge schrokken zijn van de week. Ze stonden zoo dapper te bloeien en hadden zich ook al eens gekoesterd in het voorjaarszonnetje. Toen kwam er zoo'n donkere wolk, een echte dreiger, van schrik vouwden de bloemen hun blaadjes dicht; wat er nu wel ging gebeuren? Daar daalden de eerste witte vlokjes al neer, en vlijden zich om de steelen op de aarde. Steeds meer volgden er, ze dwarrelden maar dooreen en bedekten de aarde met een dikke, witte vacht en het duurde niet lang of van de crocusjes en madeliefjes met hun korte stengeltjes, was niets meer te zien. Nu nog zooveel sneeuw? dacht de zon, en die arme bloemen dan? Wacht ik zal ze eens een handje helpen. En ze scheen zoo warm ze maar kon en toen mloest de sneeuw wel smelten, en dankbaar vouwden de bloemen hun blaadjes weer open. De menschen die er langs liepen en nog door de sneeuwmodder moesten bagge ren, dachten, kijk, daar heb je de bloemen weer, het wordt tóch Lente! Kamperland. „Kabouter". Dat is een goed begin deze week, dadelijk al een nieuwe neef. Het is al een heele poos ge leden dat we familie in K. hadden. Je hebt al zoo'n keurig briefje geschreven. D'e naam is goed. 's H. Arendskerke. „Bloedvink." Jij bent de tweede nieuweling en ook hartelijk welkom. Je bent net zoo oud als je voorganger en je briefje ziet er ook netjes uit. Met de oplossingen is het in orde. Krabbendijke. „Iris". En jij' ver raste me met zoo'n mooi raadsel. Nu was ik vlug klaar deze keer. Ja, in den zo mer is het prettiger om feest te vieren. Serooskerke. „P'auwstaaHje". Leuk hé, zoo'n sneeuwman, maar het was toch maar een zwak kereltje. Nog hartelijk gefeliciteerd met Moeders ver jaardag! „Parker" Wat spijt me dat nu je ons moet verlaten, maar het doet mie plezier dat je meteen voor een opvolger zorgde. Als hij dan ook zoo trouw mee doet als jij hebt gedaan, is het wel in orde. Het mogen allemaal Nederlandsche poszegels zijn. Goes. „Rozeknopje". Wat was dat weer een fijne week. Er kwam geen eind aan het plezier. Nu, die avond is goed ge slaagd, naar ik hoorde. Het raadsel hoop ik binnenkort te gebruiken. „Schrij'fster- tje". Dat pak sneeuw was voor de jeugd een heele verrassing. We konden nu ten minste eens echt van de sneeuwpret genie ten. Ja, er zijn heel wat gevechten gele verd. Baarland. „Blauwoogje". Ja, die bloe metjes zullen wel geschrokken zijn toen er zoo'n dik pak sneeuw op hun hoofd kwam Maar nu is het leed alweer gele den. „Maurits". De sneeuw bracht ineens heel wat opschudding, wat zullen jullie je best gedaan hebben met de hallen. „Prins Bernhard". Dat was een ongeluk dat nog goed afliep, maar het zal toch wel een koud bad geweekt zijn. Nee, voor al als het gaat dooien is het op de fiets niet veel gedaan. Oudelande. „Oranje". Wat rolden jullie een reuze rol, grappig om hem te wegen, ik had niet gedacht dat het zóó zwaar zou zijn. Hebben jullie hem eerlijk gewogen? „Blondkopje". Ja, het was een mooi gezicht, die witte wereld, zoo zien we het niet zoo vaak. Jullie hebt weer heel wat plezier gehad. „D'e Groot". Ge lukkig voor jou zijn de zon en het mooie weer toch nog gekomen. Mag je nu al naar buiten? Heerlijk dat broertje ook beter is. „Babbelkous". Dht was een mee vallertje dat jij ook naar het feest mocht. Ik kan begrijpen dat je hebt genoten. Heb je het boekje al ontvangen? „Spring in 't Veld". Dat is een prettig handwerkje, mag je het voor jezelf maken? Jullie hebt maar mooi je plicht vergeten, door die sneeuw. „D'e Ruyter". Ja nu de sneeuw weer weg is, merken we dat het toch Lente wordt. Voor de lammetjes was het niet veel gedaan, Zijn ze nu al buiten ge weest. Jammer dat jij de ooievaar niet zag, hij had even moeten wachten. B o r s s e 1 e. „Zus". De bloemen had den het maar zwaar te verduren met zoo'n dik pak sneeuw, maar het was toch weer gauw weg. Een teleurstelling voor je dat je niet mee kon naar de Ouderavond. „Smid". Het doet me plezier, dat je zoo veel genoegen in ons clubje hebt gehad, maar ja, voor allemaal komt er een tijd van scheiden. Ja, Zus zal me wel een beetje óver jou op de hoogte houden. N i s s e. „Fietsertje". D'at was wat met zooveel zieken tegelijk. Zijn ze allen weer hersteld? Het weer is nu gelukkig weer wat beter om op te knappen. Arnemuiden. „Buitenmeisje". Ja in Goes was het net als bij jullie, een dik pak sneeuw. Je hebt een heel mooi rap port, nu maar flink je best blijven doen. V e e r e, „Margriet", Gelukkig maar dat je nog niet mot anderen ruilen wilt, met de storm heb ik daar ook meer dan eens gonoten, Heb je veel postzegels? Souburg, „Boomklimmer". En jij mag voor vandaag de rij sluiten, Nu de Lente komt woidt alles weer zoo vroolijk buiten. Nee dat is voor mij ook geen trac- tatie. Hier volgen de raadsels. 1. Het geheel bestaat uit 49 letters. 29. 5. 3. 45. 10. 11. is sport. 30. 21. 20. 10. 9. is een meisjesnaam. 4. 37. 35. 49. 10. 6. 46. 44. 40. is de hoofd stad van een provincie. 36. 14. een plaats in Noord-Brabant. 25. 26. 8. 41. 23. 47. 15. 32. is een ver- frisschende drank. 17. 26. 27. 35. is een jongensnaam. Een 30. 22, 17. 33. 39. 25. draag je voor de kou. 31. 2. 30. is een familielid. Een 24. 13. 29. is een hoofddeksel. Met September wordt de 1. 21. 27. 28. 33. altijd geopend. In November worden veel 34. 48. 20. 18. 42. 49. 7. geslacht. Met de sneeuw werd er veel 43. 32. 38. 25. 16. 15. 19. 49. 12. 47. is een bevestiging. (Ingezonden door „Iris".) Voor de kleineren. Het geheel bestaat uit 20 letters. D'e 12. 7. 14. deed de zon gauw ver dwijnen. 19. 13. 1. is een gevolg van vorst, In de 15. 5. 2. 10. was de sneeuw ook gauw weg. Een 3. 6. is een voertuig, dat we ook weer konden gebruiken. Een 9. 18. 1. is een schaap. Een 4. 17. 20 zien we liever niet in ons huis. Een 16. 2. 14. 10. 8. 1. is een rijwiel. Een 14. 11, 15. 20. is een woonplaats voor vogels. Vele groeten van TANTE DOLLIE. HOE BALD DE PLANT VERDIENDE TOEN MOEDER ZIEK WAS. XL. Wat er gebeurd was. Veel te vroeg was Bald boven op zijn uitkijkpost. Maar dat hinderde niets, hij floot een vroolijk wijsje en lette meteen goed op al de auto's die langs den straat weg kwamen. Telkens als er een in de verte tussc'hen de hoornen verscheen, riep hij naar Brammet je op 'het hekje: „Daar heb je hein!" en Brammetje gaf het nieuws met een door aan Mientje en buurvrouw, die allebei achter een raam mee op den uit kijk stonden. Wie er in de auto's zaten kon Bald op zoo'n afstand niet onderscheiden, maar iets wits 'had hij nog niet gezien en steeds weer volgde op zijn roep naar beneden: Daar heb j'eanl „Het is hem niet!" wat Brammetje dan hoofdschuddend met een teleurgesteld gezicht weer doorgaf. Even vergat Bald toch nog op te letten, en hing de handdoek zoomaar met een punt in de natte dakgoot. Dat was toen een meisje hun weggetje op kwam fietsen, ze droeg een zwart jar ponnetje en een wit schortje. Een deftige dienstbode, stelde Bald vast. Waar moest die nu zijn? Bij de buur vrouw zeker, bij hun vast niet. Brammetjes aandacht was op dat oogenblik ook meer hij het meisje dan bij Bald, waar moest die nu naar toe? Tot verwondering vanallemaal stapte ze voor hun huisje af. Brammetje bungelde met zijn beenen en schopte zoomaar met de glimmende waterneuzen tegen het hekje. Bij ieder huisje ging een gordijn op zij en kwam een hoofd te voorschijn, van Mientje en buurvrouw. Maar het meisje keek niet naar Mien tje, ook niet naar buurvrouw, net zoo min als Brammetje. Boven uit het raam had ze Bald ont dekt. Haar fiets stond al tegen het hekje, toen stalk ze haar hand omhoog, waarin ze een witte enveloppe hield. Die is voor jou! Voor mij??? Het klonk zoo verbaasd, dat ze in een lach sc'hoot. Ja voor jou, het is heusoh waar hoor! Brammetje was al van het hekje ge sprongen om haar door te laten, een brief voor Bald! Bald roffelde de trap af en Mientje was ook al in de gang toen hij den brief aan pakte; samen bekeken ze de witte enve loppe; er stond 'niets op, het meisje was toch niet verkeerd geweest? Van wie koimt ie? vroeg Mientje nieuws gierig. Ja, hoe weet ik dat nou. Had 'het dan gevraagd. Dat w'as waar. Bald holde naar bui ten. maar het meisje met de fiets zag hij nog juist om den hoek aan het einde van het weggetje verdwijnen. Toen, in het gangetje, maakte hij de enveloppe open. Hij voelde eens met zijn vingers, eerst kwam er een wit briefje uit, Mientje en Brammetje probeerden mee te lezen, maar Bald hield het briefje zóó, dat ze tóch niets konden zien. Maar een paar regels stonden er op... Ooooooohü! Mientje zag zijn mond steeds verder open gaan. Wat staat er in? Moedèèrü! Bald gilde het zóó verschrikkelijk hard dat zelfs buurvrouw verschrikt aan kwam loopen; er was toch niets ernstigs?

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1937 | | pagina 6